Realiteit
Staat van zijn. Voor de ziel is God de werkelijkheid, voor de geest de ruimte, voor het leven de tijd en voor de vorm is de materie de werkelijkheid.

De ganse gemanifesteerde werkelijkheid kunnen we, in overeenstemming met René Descartes?, beschouwen als een omvorming van de ether, ofwel van de ruimte met materiële eigenschappen zoals Einstein de relatieve ether definieerde. Die ruimte-energie drukt zich vedisch, overeenkomstig de z.g. purusha-avatâra's, de drie gedaanten van Vishnu, uiteindelijk in de manifestatie van elementaire deeltjes uit die beheerst worden door de vier fundamentele natuurkrachten?. Vishnu beschouwt men in de Bhâgavata Purâna als de belichaming van de ether, het eerste effect van de schepping. In die zin kennen we de werkelijkheid als bestaande uit de kosmische orde (de tijdruimte) de universele orde (de buitenruimte tussen de sterren ofwel het uitspansel) en de lokale orde (de gekromde ruimte rondom hemellichamen).
De dualiteit van het manifeste (apara) en niet-manifeste (para) van de tijd, de ruimte en de materie, de heilige drie-eenheid van de natuurkunde, vormt het kennismiddel van de volheden dat leidt tot de zelfrealisatie van de mens in zijn zes fundamentele gezichtspunten. De tijd vormt het leven van het universum, de ruimte is het klassieke bereik van de geest en de materie vormt het object voor de analyse en de transcendentie.
- Vedische referentie: brahman, prakriti, purusha, avatâra en guna
Zie ook
Externe Link:
- Het paradigma van de Relatieve Ether - hoofdstuk 5 uit het Pamflet voor een Nieuwe Energiepolitiek.
- (5D)Kompaskwadrant: een ruimtelike voorstelling van de filognostische orde.
Categorie: Nederlands | Definities
Deze pagina werd sedert 14 dec. 2007 keer bekeken.