Ned /

Ether


De oorspronkelijke illustratie uit het
astronomieboek van de franse astronoom Flammarion.

Algemeen


  • 1) Een chemische stof bekend als dimethylether CH3?-O-CH3? of ethoxyethaan, CH3?-CH2?-O-CH2?-CH3?.
  • 2) Een term doorgaans gebruikt om het medium van de radio aan te duiden.
  • 3) Klassiek gezien het element van de geest.

Hieronder de overwegingen betreffende de klassieke definitie.


Historisch


Een klassieke term voor het medium van de geest. Volgens de oude Grieken was het de substantie waaruit het licht voorkwam. In de griekse mythologie is de god Aether de ziel van de wereld. Dit hemelse, tegenover het aardse geplaatst, wordt door de vedische cultuur onderschreven waarin de ether als de hemel ook wel 'akasha' wordt genoemd, het eerste element in de schepping dat in de evolutie voorafgaat aan de elementen van het vuur, de aarde, het water en de lucht. De Hoogste Persoonlijkheid van God in de vedische theologie mag, volgens de Bhâgavata Purâna 11.5: 19 b.v., worden beschouwd als de personificatie van de ether en mag, als een element, worden beschouwd als de vertegenwoordiging van de superziel, zoals bij de Grieken. De Chinezen, met name de neo-confucianisten, noemen de ether qi en zien het als de basis voor het ontstaan van de schepping en als datgene waarin die ook weer oplost. Naar de weg der menselijke deugd moet volgens hen de vertroebeling van de ether worden opgeheven.


De moderne natuurkunde hierover in debat

In de moderne tijd, bouwde Einstein zijn theorie op op basis van de ontkenning van de ether aangezien die nog niet zo makkelijk kon worden bewezen middels een experiment. Aldus formuleerde hij zijn theorie van de constanten, de zogenaamde relativiteitstheorie die hij zelf liever een 'theorie van invarianten' noemde. Een theorie inderdaad, daar iets wat moeilijk te meten is, nog wel kan bestaan; en dat zou dus zo kunnen zijn met de variaties in de snelheid van het licht die een aanduiding vormen voor een vast referentiekader als de ether. Sedert Einstein zijn theorie had geopperd, zijn er twijfels geweest onder natuurkundigen of de snelheid van het licht in de lege ruimte nou wel zo'n absolute constante is. De klassieke filosoof Herakleitos zei dat in principe alles in beweging is, dat alles stroomt (panta rhei) en de latere filosoof René Descartes stelde dat de lege ruimte niet bestaat, daar volgens zijn zeggen alles in de kosmos verbonden is met krachtvelden. Aldus, met voor ogen de sterren die hun plaats behouden terwijl ze ronddraaien in het sterrenstelsel, is het moeilijk het krachtveld te ontkennen van de melkweg die ze bijeenhoudt en mogelijker wijze de snelheid van het licht beïnvloed. Ook kan, zoals werd aangetoond door moderne experimenten, licht sneller gaan, b.v. laser-licht onder speciale omstandigheden. En zo is, ernst makend met het bewijs dat de lichtsnelheid niet altijd constant is, het feit dat de sterren zich rond bewegen in de melkweg en het inzicht van mogelijke en plausibele nieuwe verklaringen, van b.v. Maurizio Consoli, wat betreft het Michelson en Morely experiment om de ether te meten, het bestaan van een gefixeerde achtergrond door middel van theorie en experiment bevestigd. De vaststaande achtergrond kan inderdaad worden beschreven middels het begrip van de ether, ofwel door het idee van de ether als een effect van de zwaartekracht in ons sterrenstelsel, het effect dat de ruimte ervan definieert. Anders gezegd leidt deze theoretische positie tot het idee dat de ether ons leven is, dat de ether, via de conditionering aan de cyclische tijd die ermee is verbonden, met name bepalend is voor ons geestelijke en materiële leven. Om die reden spreken we, als we ons verhouden tot dat krachtveld en we onze geest ervaren in die sfeer over het 'geluid in de ether', zoals het klassieke hindoe-geschrift de Bhagavad Gîtâ dat bevestigt. De geest aldus bezien, ontspringt aan de ether in ons geïdentificeerd zijn met het cyclische van de timing van ons materiële leven en vindt anderzijds zijn rust weer in de meditatieve expansie van ons zielen onthechtend met de tijdruimtelijke oer-ether.

Hoewel Einstein op grond van de absolute lichtsnelheid en zijn speciale relativiteitstheorie opgevoerd wordt als zijnde de aanstichter van de weerlegging van de ether als een bestaand element, zit de zaak toch iets anders. Einstein kwam later in 1920 terug op het onderwerp van de ether dat hij toen omschreef met according to the general theory of relativity space is endowed with physical qualities; in this sense, therefore, there exists an ether. Zijn idee van de ether als zijnde de ruimte met eigenschappen van zwaartekracht, is relativistisch i.t.t. tot dat van H. Lorentz die meer uitging van een absoluut begrip van de tijd met de ether. Einsteins inzicht leidt tot het bestaan van verschillende vormen van ether die historisch terug te vinden zijn in de drie vormen van Vishnu, te weten Garbo- Kârano- en Kshirodakas'âyi Vishnu (Satvata Tantra), welke de drie representaties van de ether van de tijdruimte, de galactische ruimte en de gekromde ruimte van materiële objecten als planeten en sterren voor zich vormen. De eerste, de tijdruimtelijke ether, is expansief lineair, de tweede, de galactische, is contraherend, cyclisch en creatief, en staat bekend als 'Schepper', 'Iets' of de 'Kracht' en de derde, de planetaire of lokale ether, is electromagnetisch bepaald door de eigenschappen van het object in de ruimte en staat ook wel bekend als de radio-ether. Het inzicht van Lorentz wat betreft de ware tijd van de cyclische natuur met de ether helpt ter bevestiging van de filognostsche stelling dat als de klokketijd samenvalt met de ware tijd, dan de instabiliteit van de tijdervaring of de psychologische tijd ten einde is (zie ook de definitie van de Tijd). Zo dienen Einstein en Lorentz filognostisch niet elkaars weerlegging, maar dienen ze beiden ter ondersteuning van filognostisch verenigbare argumenten. Wat echter sneuvelt in dit debat is de constante lichtsnelheid in een vacuum.


Filognostisch

De kennis liefhebbend, moet worden worden gezegd: de ether, als het effect van het krachtveld van het sterrenstelsel, de tijdruimte en de gekromde ruimte, welke een gefixeerde achtergrond vormt die mogelijk van invloed is op de lichtsnelheid, bestaat op grond van klassieke overwegingen zowel als op grond van de rede en de logica, en het waarnemen van de orde van de sterren die ronddraaien in de melkweg (de universele ether), de roodverschuiving van het spectrum van sterrenstelsels (de oer-ether) en de lens-werking van zwaartekrachtvelden rondom sterren (de lokale ether); een bestaan dat wordt bevestigd door de omschrijving van Einstein en de natuurkundige interpretaties van de verrichte experimenten. Aldus vormt de ether, in het zich verhouden tot de cyclische tijd, een haalbaar paradigma. Dit filognostisch paradigma wordt verdedigd op deze site, als het verenigende idee van de gecombineerde cyclische natuurlijke tijd, de expanderende tijdruimte en het stabiele zelfbewustzijn van het hebben van een ziel van evenwicht - of getuige zijn van de tijd - ermee, dat als een denkmodel wetenschappelijk, spiritueel en persoonlijk correct gerespecteerd, zowel ruimte biedt aan de klassieke filosofie en de theologie, als aan een analytische, artistieke en spirituele vereniging, alsook aan een recht-toe-recht-aan empirisch waarnemen, theoretiseren en experimenteren in mechanistische zin. In feite zijn de twee schijnbaar tegenstrijdige afdelingen van de methodische wetenschap en de religieus gekleurde en retorische politiek in onze culturen verenigd als we met de aanname van een filognostische, ofwel syncretische spiritualiteit zonder speculaties, niet langer het bestaan van de ether ontkennen.


Conclusie

Het begrip van de ether zoals bekend van de klassieken impliceert een nieuw paradigma voor de cultuur van de eenentwintigste eeuw die stelt dat, na het geocentrisch denkmodel van Ptolemaeus en de heliocentrische denktrant die we er sindsdien op nahouden met Galileo Galilei, er de orde van het leven en het denken is zoals afgeleid uit het galactocentrisch zich verhouden tot gefixeerde achtergrond van het krachtveld van de planeet en de ster, het sterrenstelsel van ons universum, en al de sterrenstelsels van de kosmos die tezamen de werkelijkheid van de ene, maar verdeelde, ether vormen, de Kracht zogezegd. Het is om die reden dat de Hindoes spreken van de berg Meru waarop de schepper Brahmâ zich bevindt in het midden van het universum. Sedert wij foto's maakten van deze berg van sterren in het midden van de melkweg zich ophopend rondom het zwarte gat ter hoogte van Sagittarius A, is de Bhâgavata Purâna 5.16: 7, die hem omschrijft als zich naar boven even zover uitstrekkend als naar beneden, in het geheel niet zo allegorisch meer.


Implicaties; de politiek

Met de aanname van de volledige werkelijkheid van de ether, die altijd al gerespecteerd werd in spirituele en religieuze oefeningen naar het cyclische van de tijd, moet, dat in praktische zin wensend als een algemeen idee van burgerlijke orde en nuchtere cultuur, in de meditaties op de kosmische, tijdruimtelijke expansie ermee, de ether tevens als een stabiele tijdbasis in gedachten worden gehouden voor b.v. een z.g. cakrakalender. Men krijgt dan, naast het respect voor de orde van de zon en de maan, b.v. verjaardagen gevierd met aandacht voor de precessie van de equinox - de sterren schuiven ieder jaar zo'n twintig minuten verder door op de kalender -, en/of een dag ingesteld op het centrum van de melkweg waarop we ons het dichtst bevinden bij dat draaipunt, zodat er van een galactische nieuwjaarsdag sprake kan is (in 2000, 0 uur 6-7 juli). De ether als de stabiele tijdbasis leidt ook tot de notie van 1) de tempometer (zie daar) als een verbetering op de standaardtijdklokken, en 2) een deregulering van die wettelijke tijdregelingen die de natuurlijke orde van de cyclische tijd weerstreven. Zo in de cultuur, en verder vanzelf dan ook in het onderwijs, gerespecteerd, weerspiegelt het begrip van de ether dan het belang van de persoonlijke en collectieve integriteit van het wetenschappelijke, spirituele, religieuze, en dus ook het politieke van een waarachtige strategie van cultuurbehoud en orde in relatie tot de natuurkrachten, in dit boek de filognosie genoemd: de rechtstreekse liefde voor de kennis in culturele volledigheid.


Vedische referentie

  • Âkâs'a:(Monier Williams) a free or open space , vacuity AitBr?. S3Br?. MBh?. &c. (127,1) ; the ether , sky or atmosphere Naigh. S3Br?. Mn. &c. ; (%{am}) n. (in philos.) the subtle and ethereal fluid (supposed to fill and pervade the universe and to be the peculiar vehicle of life and of sound) Veda1ntas. &c. ; Brahma (as identical with ether) L. ; = %{AkAza?-bhASita} below Comm. on S3ak. ; (%{e}) loc. ind. in the air (a stage direction implying something said by or to a person out of sight) Mr2icch. S3ak. &c.

Links


Externe Links

Categorie: Definities | Nederlands


Deze pagina werd sedert 14 dec. 2007 keer bekeken.