Ned /

Materialisme

Materialisme is de filosofie die alles terugvoert op materiële, kwantificeerbare grootheden. Materialisme kenmerkt zich door een zekere moraal die simpelweg neerkomt op het vooropstellen van de dierlijke waarden van het 'ik' en 'mijn' van het primaire eten, slapen, vechten en voorplanten, waarbij vechten dan staat voor een competitief geobsedeerd zijn met seks, geld en macht als de gedroomde levensdoelen die het geluk en de vrijheid moeten brengen. Dit denken staat tegenover het idealisme dat zijn geluk meer zoekt in het dienen van geestelijke idealen van kennis, saamhorigheid en bewustzijn, verlichting, evolutie en emancipatie, en dat met een metafysische, spirituele of gedroomde werkelijkheid naast de bestaande imperfecte wereld der materie, uitgaat van de meer klassiek filosofische en theologische, goddelijke waarden en doelen van de mens als het toppunt van de evolutie. Die waarden zijn filognostisch te omschrijven als het menselijk moeten delen, helpen, oprecht zijn en trouw blijven als voorwaarden voor een bevredigende menselijke samenleving. In de filognosie vormen de beide opvattingen van het idealisme en het materialisme de onvermijdelijke keerzijden van een meervoudig causaliteitsbegrip dat, bij gebrek aan discipline in het tijdbeheer en de vereniging, niet alleen materieel (naar de vorm) en ideëel (naar de norm of de aard) in tegenstelling kan verkeren, maar ook persoonlijk (substantief) en onpersoonlijk (qua doener) in tegenstelling politiek strijdig zijnde, scheef kan lopen. De basis voor de filognostische integratie van het causale denken vindt men bij de Grieken bij Aristoteles en bij de Indiërs bij Vyâsadeva. De meervoudige causaliteit kent ook een ziekteleer: een crimineel (een psychopaat, sociopaat of zedendelinquent) is een doorgedraaide materialist, een gek of schizofreen is een doorgedraaide idealist, een doorgedraaide impersonalist is een dwangneuroot met een privé-religie en een doorgedraaide personalist is een fobicus of angstneuroot die achterdochtig met zijn respect voor de normale medemens kwijt in niemand vertrouwen stelt en neigt tot verslaving. Doordraaien is het gevolg van de controle kwijt zijn als de compensaties in de eenzijdigheid van de discipline falen. Onwetendheid, een gebrek aan kennis van de verzaking b.v., is de fundamentele oorzaak van het menselijk lijden, en de genezing is de filognosie, de liefde voor de kennis, te dienen - zoals collectief vrijwel iedereen, maar helaas niet al te bewust, via het uitkeringsstelsel en de V.N. b.v., wettelijk verplicht uit achting voor de mensenrechten reeds min of meer doet.

Met als antonym de term transcendentalisme of idealisme, is materialisme, filognostisch gezien, de geestelijke aandoening van het verwarren van het middel en het doel. Seks, geld, sociaal en religieus zijn, zijn geen doelen maar slechts middelen om te komen tot nageslacht, goederen & diensten, liefde, meditatie, nuchtere zin, verlichting, bevrijding, bezinning en welvaart. De bevrijding in dienstbaarheid aan de integriteit van die idealen, ofwel de Hoogste Persoon van God, is het persoonlijk doel, vrijheid van illusie is het wetenschappelijk doel en verlichting in liefde voor de regulerende principes is het spirituele doel. Als ziekte, of ontregelde staat van zijn, wordt de materialistische aandoening, naast de drie genoemde typen van geestesziekte op basis van een falende logica wat betreft het idealisme, het personalisme en het impersonalisme, omschreven in vier syndromen overeenkomstig het falen in de vier regulerende principes van waarheid, zuiverheid, boetvaardigheid en mededogen, die door de normale gezonde mens wèl worden nageleefd. Deze syndromen, die je ook als ziekelijke, tot psychopathologie neigende, fixaties van de politieke geest in weerwil van de wet van de tijd - die alles dynamisch houdt - kan noemen, zijn:

  • 1) In relatie tot de waarheid: het chronisch uitputtingssyndroom: door vervreemding van de natuur, met name van de dynamiek van natuurlijke ritmen, zingt men - 'de leugen regeert' - los van het krachtveld van de natuurlijke ether en genetisch evolutionair vastgelegde conditioneringen en put men zich uit in compensaties als managerssyndromen die de entropie aan de basis niet kunnen terugdraaien, onbeheersbare zorgsystemen die iatrogeen steeds meer een probleem voor zichzelf vormen en mislukkende scholingsstructuren die een ontredderde jeugd en thuissituatie niet kunnen verhelpen; men spreekt ook wel van een cultuurneurose in dit verband, van een niet meer effectief functionerende cultuur. Het gevaar, door sommigen gevoeld als een constante bedreiging, van min of meer plotselinge persoonlijke, dan wel collectieve decompensaties in individueel-sociale, en collectief-nationale en internationale politieke en maatschappelijke chaos, crisis en burgeroorlog, verslavingen en zelfmoorden, ligt met name met dit syndroom op de loer.
  • 2) In relatie tot de zuiverheid: het perversiesyndroom: door tegennatuurlijk gedrag ontwikkelt men karakterafwijkingen die bestaan uit rechtvaardigingen en cultiveringen van zwakheden en dwangmatig, mechanisch en chemisch, seksueel gedrag dat een bedreiging vormt voor de persoonlijke integriteit, de algemene gezondheid, de intelligentie en de stabiliteit van duurzame relaties en de huwelijks-trouw; het syndroom werkt behalve soa's, de zelfzucht in de hand en ondermijnt met zedeloosheid de professionele en vrijwillige zorgstaat of algemene dienstbaarheid in naastenliefde.
  • 3) In relatie tot de boetvaarigheid: het economisch onevenwichtigheidssyndroom; doordat men met een gebrek aan boetvaardigheid het geld vooropstelt als de god der bevrijding raakt men in de illusie dat veel geld en/of bezit hebben of verwerven, inclusief een mentaliteit van concurreren, gokken en speculeren, de vrijheid geeft. Hierdoor ontstaat echter maatschappelijke ongelijkheid, nationale en internationale politieke spanning, een overspannen veiligheidsstreven en een slecht lopende economie met werkeloosheid gekenmerkt door een overmaat aan passief kapitaal enerzijds en armoede anderzijds. Eveneens draagt een gebrek aan boetvaardigheid in deze categorie bij tot chronische ziekten als gevolg van overgewicht omdat men niet vast en offert, algemene arbeidsstress a.g.v. eenzijdige en door sleur gekenmerkte leefstijlen, en hart en vaatziekten als gevolg van ongezond eten en te weinig lichamelijke oefening enerzijds en een tekort aan rust en slaap anderzijds.
  • 4) In relatie tot het mededogen: het chronisch geweldsyndroom; door structureel niet-noodzakelijk geweld jegens plant en dier gaat individueel voor de mens de levensvreugde die voortkomt uit het met alle levende wezens delen van de planeet (het 'paradijs') verloren, neemt in de geest van het roofdier zijn geluk zoekend in andere zaken het onderlinge wantrouwen toe en het mededogen met elkaar af en neemt, met de behoefte aan meer levensruimte of jachtgebied, de kans toe op persoonlijke ontreddering, de kans toe op zinloos geweld thuis en op straat alsook de kans op collectieve conflicten. Verder raakt verder op mondiaal niveau te veel landbouwgrond opeisend van de vrije natuur, de ecosfeer verstoord, neemt de woestijnvorming toe, de biodiversiteit op land en in de zee af, en ontstaan er zo ook meer natuurrampen.

Het materialisme kan filognostisch als een verwarring van doelen en middelen ook gezien worden als 1) een gebrek aan evenwicht, of foute koppeling, tussen de volheden of vormen van fortuin enerzijds en de orde van het leven en denken dat daar bij hoort, en 2) als een vorm van corruptie in het aanzien van het middel voor het doel. Het denken, onevenwichtig in en corrupt met de velden van handelen en de burgerdeugden, erodeert dan tot een -isme, een eenzijdige opvatting, die, ten koste van anderen, is gefixeerd op een bepaald idee van geluk dat juist het gebrek van de opvatting in kwestie illustreert. Filosofie is in evenwicht als ze bestaat uit liefde voor de kennis, maar gericht op, of gedreven door, de macht b.v. verwordt het tot een verwerpelijke vorm van relativisme, een neiging om uit behoefte aan de controle over alles, alle absoluten die die controle in de weg staan, weg te wuiven. Zo zijn er dan dertig vormen van corrupte en niet-corrupte materialistische onevenwichtigheid te constateren in relatie tot de zes vormen van evenwicht die staan voor de integriteit van de volheden in relatie tot de zes visies van de filognosie als formule: De methode van de intelligentie, is de macht van de wetenschap, waarin de analyse van de harmonie, verenigd is in de verzaking, zodat de roem van de persoon, zich doet gelden als de rijkdom. (zie ook volheden en de synopsis).

Zie ook

Links

Categorie: Nederlands | Definities


Deze pagina werd sedert 14 dec. 2007 keer bekeken.