musicbutton

 

 

SITE INFO
 
SITE INDEX

Over de Orde van de Tijd

Over degene die bijdraagt

Over de spelling

Over downloaden bij de Orde van de Tijd

Over bijdragen / URL toevoegen /e-mail

Over het Logo van de Orde van de Tijd

Over het gebruiken van afbeeldingen van deze site

Over het linken naar deze site: linkteksten

Synopsis: een overzicht in zes dialogen

 

Synopsis

De Orde van de Tijd samengevat


René en de Tijd van Zijn Leven
'Zes dialogen tussen René, de gelukzoeker
en Aadhar, de leraar der filognosie.'

 

 

Inleiding

René aldus bezocht de Wetenschappelijke School der Magie en leerde vele toverformules en kunsten om zijn leven en lot in de hand te hebben. Maar hij was niet tevreden. Er waren een paar dingen die hij nog niet wist. Hij had er werkelijk geen idee van hoe hij zijn geluk kon bestendigen of hoe hij tot een definitief besluit moest komen. Ook wist hij niet hoe hij onbevreesd kon zijn, noch besefte hij werkelijk wat zijn naam nu eigenlijk inhield. Met andere woorden: René, hoewel op zijn talenten aangesproken door zijn scholing, moest de Tijd van Zijn Leven nog vinden.

 

Goed, het begint dus met de naam. De gelukzoeker stelt de vragen en Anand Aadhar, zijn alter-ego in de gedaante van de in het Westen opgegroeide yogabeoefenaar, geeft de antwoorden.

Wat is nu de betekenis van René, mijn naam?

René, een frans woord voor wedergeboren zijn, heet dvija in het Sanskriet, hetgeen zowel het gereincarneerd zijn kan inhouden als het in dit leven met een nieuw leven begonnen zijn. Een nieuw leven beginnen houdt een heroriëntatie in. Daarvoor zijn deze gesprekken van ons bedoeld.

 

En nu de onbevreesdheid.

Hoe raakt René onbevreesd?

Als hij middels deze navraag bij een vertegenwoordiger van de yoga-discipline als ik ingevoerd of geïnitieerd raakt, moet hij, teneinde onbevreesd te raken, een andere geestestoestand ontwikkelen. In feite moet hij zijn troost vinden in zichzelf op een zodanige manier dat hij inziet dat naar de fundamentele drievoudigheid van de werkelijkheid van de ziel die staat voor 1) de velden van zijn handelen, 2) de principes van zijn gedragswijze, en 3) zijn levensspel binnen de maatschappelijke orde, alle mensen zoals het hoort samenwerken op weg naar een stabielere vorm van bewustzijn. Ten einde onbevreesd te zijn moet hij de vrede van die geestesstaat zien te vinden die naar daad, woord en gedachte 1) hem niet in de steek laat als hij met het zijne bezig is, 2) hem niet in het ongewisse der onwetendheid laat in geval van moeilijkheden, en 3) zijn vertrouwen niet beschaamt, zelfs niet bij zijn dood. Met andere woorden: hij moet een tijd van leven vinden die niet door wat dan ook kan worden verslagen. Aldus ontdekt hij de zin van zijn bestaan en is hij, bevrijd van zijn angst, in staat welke uitdaging ook tegemoet te treden.

 

En dan het geluk.

Hoe is René nu gelukkig dan?

Voor het heil van zijn geluk moet hij een nascholingscursus volgen bij de Meester der Filognosie genaamd Aadhar, zijn alter ego, een geestelijk leraar die de Heer van de Yoga vertegenwoordigt en die hem helpt om zijn weg in de samenleving te vinden met de magie van zijn wetenschap en het met zichzelf en met anderen goed te kunnen vinden. Filognosie, stelt de aan de westerse geest aangepaste wetenschap voor van het vinden en vasthouden van de liefde voor die soort van kennis die iemand, die opgaat in het dienstverlenen, gelukkig maakt alsook anderen gelukkig maakt die van een soortgelijk respect zijn. In feite kunnen de twee niet worden gescheiden. Filognosie definieert de werkelijkheid van de ziel, en heeft niet enkel betrekking op de kennis van schoolboeken, de wijsheid, toverformules en klassieke kunsten. Neen, het is de wetenschap van het vinden van de liefde voor de methode, de feiten, de kunst, de overstijging, de persoon, en het bepleiten van de zaak van het hebben van een goede tijd met alle mensen tezamen als een gemeenschap.

 

De cursus 'Filognosie of de Orde van de Tijd'

Waar bestaat de leerstof dan allemaal uit?

René, die is verdeeld in drieën met ieder twee secties.

- I Wetenschap:

- Sectie a: Ontnuchteren; teneinde bevrijd te raken van illusie ten aanzien van de essentiële feiten van de tijd.

- Sectie b: Veldbeheersing; om evenwicht te ontwikkelen in de verschillende velden van handelen.

- II Spiritualiteit:

- Sectie a: Emotionele Expressie: om met de juiste zin voor verhoudingen analytisch verantwoord je uit te drukken met een kunstvorm als b.v. het zingen of het schilderen en zo ook je innerlijke evenwicht te vinden.

- Sectie b: Waardenbeheersing: om de basisformules te beheersen - ook in de zin van de tijden ervoor - voor het heil van de persoonlijke stabiliteit en de zelfbeheersing, en om aan de voorwaarden te voldoen om stand te kunnen houden in de uitoefening ervan.

- III De Persoon

- Sectie a: Identiteitsbeheersing: om het spel van de orde te kunnen spelen en zo een leven te hebben en je levensopdracht te vinden.

- Sectie b: Retoriek: wat je tegen anderen moet zeggen teneinde de zaak te bevorderen en te verdedigen.

Ben je er klaar voor? Kies een sectie, en ik, Aadhar, zal het voor je uiteenzetten, René, in de dialoog ermee waarin we de dualiteit van de uitgeduide drievoudigheid van de filognosie bespreken zullen. Die dualiteit vormt de allesomvattende benadering van de geestelijke kennis die vedisch de 'darshana's' van de 'âtma-tattva' wordt genoemd: de visies op de werkelijkheid van het zelf, de zienswijzen wat betreft het principe van de ziel, de zes vormen van geestelijke liefde die je nodig hebt om gelukkig te zijn en anderen ook naar dat geluk te kunnen leiden.


Dialoog een I-a: Ontnuchteren

Ten einde vrij te zijn van illusie René, moet je de feiten van het leven en het materiële universum onder ogen zien. Je moet ze zien zoals ze zijn. Voordat je ook maar iets onderneemt, voordat je een beslissing neemt, kijk dan eerst eens heel goed om je ervan te vergewissen waar je mee te maken hebt.

Wat heb je te zeggen over dat onderwerp van de illusie en de tijd?

Beste René, de tijd vormt het leven van het universum bestaande uit de heilige drie-eenheid van de natuurkunde: de tijd, de ruimte en de materie. De tijd brengt de geestloze materie tot leven. In feite is alles wat bestaat iets wat leeft, en dat geldt niet enkel maar de rondbewegende levende wezens en de niet-bewegende zoals de planten, maar ook de stenen die een leven hebben, ook al is het een beetje een saai bestaan. Als je zorgvuldig kijkt diep binnen in de dode materie zal je ontdekken dat het enkel maar harde energie is, energie die heel druk bezig is in zichzelf zodat die hard is. Zachte materie van levende wezens is dynamischer, meer ontspannen, relaxter, vitaler, reactiever, maar ook tijdelijker van vorm: ze gehoorzaamt aan de wetten van de tijd op een bepaalde manier; op een voorgeprogrammeerde manier, niet enkel maar door een eventuele cultuur, maar ook op een manier die ingebouwd is in de genen van alle levende wezens, in de cellen van al de levende lichamen, precies zoals een programma geïnstalleerd op een computer. Dit geprogrammeerde leven noemen we het geconditioneerde leven omdat het werd teweeggebracht en gefixeerd door omstandigheden in het verleden en zo de aanpassing vormt van het organisme aan zijn omgeving. Een deel van de conditionering behoort tot de hardware van het lichaam en kan niet worden veranderd, het is verantwoordelijk voor de vorm van het lichaam en de basisfuncties. Een ander deel ervan, het culturele gedeelte, werd tijdens het leven aangeleerd en is meer inschikkelijk, zoals het is met het eten van een broodje of van müsli 's morgens; je hebt de keuze. De natuur beheerst jou, het aangeleerde kan jij beheersen. Aldus zijn, gegeven een zekere mate van eigen beheersing, al onze levens geconditioneerd, van de levens van een enkele plant tot de levens van gehele planeten. Maar we zijn geen simpele machines die zijn voorgeprogrammeerd en zelfgeprogrammeerd. Er

sprake van een positie van een zekere onbepaaldheid in ons materiële bestaan. We kennen zo dus enige vrijheid om ons leven te kunnen overzien en op dat niveau van normen en waarden eventueel in te grijpen. Op ieder willekeurig moment kunnen we uitmaken voor welke leiding we kiezen met onze voor de rest behoorlijk vergaand in gedragspatronen gefixeerde vitale materie en genen. Zo kunnen we aldus concreet bezig zijn als materiële vormen die materiële dingen doen of kunnen we ons bezighouden met meer abstracte zaken die dichter in de buurt liggen van het gedragsprogramma en het gezag van de programmering die ons onder controle heeft. De laatste positie van het kernbelang noemen we metafysisch, transcendentaal, bovenzinnelijk of ontstegen aan of van het voorbije en met dat zullen we ons bezighouden in het volgende tweetal secties van onze cursus die gaan over het spirituele. Laten we eerst eens de manieren en de problemen bekijken van ons recht-toe-recht-aan materiële bestaan.

Wat zijn die problemen?

Beste René, we houden ervan te leven en ons rond te bewegen, maar vanwege onze vrije wil zijn de dingen niet zo zeker als we zouden willen. Je medemensen kunnen zich van je verwijderen of een ongeluk krijgen of in de gevangenis belanden als ze de verkeerde dingen doen, of ze zijn misschien helemaal niet zulke goede mensen: ze kunnen je misbruiken of je verwaarlozen en je niet respectvol behandelen of je niet accepteren zoals je bent. En ook je vrienden en intieme relaties kunnen je verraden uit zelfzucht of je problemen bezorgen met leugens, geweld, hebzucht en misbruik. Natuurlijk moet je opgevoed zijn en in staat zijn uitdagingen aan te kunnen, en heb je daarvoor ook ondersteuning nodig. Dat controle moeten hebben van jou kant is één probleem. Een ander probleem is dat verwanten, vrienden en buitenstaanders op hun beurt ook weer opgevoed moeten zijn en een dergelijke ondersteuning nodig hebben om controle te hebben met het zich naar behoren respectvol gedragen. Aldus zijn deze waarheden ook op hen van toepassing. Daarenboven kan de grotere natuur ook problemen geven als met hitte, kou, aardbevingen en overstromingen, en zo moeten we dus ook daar rekening mee houden.

Wat is de oorzaak van die problemen?

Beste René, de problemen die wij menselijke wezens hebben zijn er vanwege de illusie: we zien de dingen van de materie en het leven niet altijd zoals ze zijn. We zien niet meteen in dat enkel het lichaam van dienst zijn en niet de ziel van het metafysische kernbelang, inhoudt dat er dan geen goede sturing is van ons gedrag en dat er dus ook niet zomaar een gecoördineerde en veilige samenleving is die zichzelf bijstuurt en waar je dan op kan vertrouwen. De reden hiervan is dus het materiële verlangen - omdat mensen het anders willen hebben dan vanuit het kernbelang is aangewezen. Men is dan, met het oppervlakkige van het enkel met de materie leven en het missen van de kwaliteit van de ziel, ontevreden of verveeld, geërgerd of wellustig en zo kunnen we onszelf dan dingen zien doen die we niet zouden moeten doen. Natuurlijk moeten verkeerde zaken worden rechtgezet, en kan zo bezien ontevredenheid, verveling, ergernis en lust gerechtvaardigd zijn. Soms is het goed de dingen anders aan te pakken en jezelf te corrigeren, maar soms ook is het, met het verstand verbijsterd door het materiële belang en het dan niet meer weten naar welke norm we zouden moeten corrigeren, niet zo goed en leidt het tot rampspoed, chaos, toestanden en zelfs oorlog; tot zelfs nog meer ontevredenheid, verveling, ergernis en wellust. En op die manier kan de mensheid zich dan bevinden in een neerwaartse spiraal die tot de hel voert. Men kan van kwaad tot erger vorderen of weer op het goede pad geraken. Dus, om niet verkeerd terecht te komen, moeten we er zeker van zijn een plan te hebben om dat kernbelang van de ziel te dienen, er zeker van te zijn dat we de dingen juist bekijken, zodat we de zaken van het leven kunnen respecteren zoals ze zijn en we aldus in staat zijn om de juiste beslissingen te nemen.

Wat is dan de juiste manier om tegen de zaken van het leven aan te kijken?

Beste René, we hebben wetenschappelijke richtlijnen, morele stelregels en religieuze en politieke beginselen. In deze twee eerste secties zullen we ons bezighouden met de wetenschappelijke. Er is, in de wetenschap, om te beginnen een methode die we nodig hebben om ons te verzekeren van de waarheid der dingen. Deze methode bestaat eruit eerst te bepalen wat het onderwerp van onderzoek is, laten we zeggen honden: b.v. 'Ik hou van honden'. Vervolgens kan je dan stellen wat het probleem is met honden, b.v. dat ze bijten en blaffen en dat ze andere dieren op moeten eten. Deze worden de these en de antithese genoemd die het probleem aan de orde stellen van ons onderwerp van studie. Vervolgens is er dan een tegenargument nodig om het probleem op te lossen: honden moeten aan de lijn en het kan niet worden toegestaan dat ze doden voor hun voedsel, dat moeten we dan voor hen doen. Dan kunnen we een conclusie trekken: ja het is mogelijk van honden te houden en ze als huisdier te houden, mits je er goed voor zorgt en je er geen moeite mee hebt om dieren te doden voor hun voedsel. Vervolgens kunnen we dan tot de samenvatting komen dat dat misschien zo wel is voor alle andere dieren: ja we kunnen de beesten in het algemeen wel houden mits we goed voor ze zorgen, maar honden en katten dus eigenlijk niet als we een vegetariër zijn en geen dieren willen doden. Aldus hebben we door het afwegen van argumenten en tegenargumenten ontdekt hoe het met de honden zit. Laten we dan nu dit argument terwille van de methode voor het achterhalen van de waarheid uitbreiden tot het onderwerp van het leven in het algemeen. Het leven in het algemeen, zoals we reeds bij de eerste vraag zagen, wordt omschreven als een functie van de tijd. De tijd zegt ons of we een leven hebben of niet. Geen tijd, is helemaal geen leven. Tijd is dus fundamenteel voor de levenskwestie. Om zodoende dan de vraag te beantwoorden van hoe we op de juiste manier naar het leven in het algemeen moeten kijken, gaan we op een systematische wijze te werk volgens de opzet van de methode zoals we die bespraken met de honden. Dus stellen we eerst dat de tijd het leven is. Het probleem is dat de tijd ook een eind aan ons leven maakt en dat om die reden we in angst moeten leven te sterven en dat we dus wel eens een hekel aan de tijd zouden kunnen hebben of er bang voor zijn. Het tegenargument luidt nu dat de tijd niet enkel maar lineair van het ene moment naar het andere gaat en tot de dood leidt, de tijd vormt ook patronen: de conditioneringen waar we het zo-even al over hadden. Deze patronen, die vastgelegd zijn als tijdverslagen in onze genen en in onze culturen, tonen aan dat de tijd niet enkel maar een doder is maar ook een maker, een schepper; de tijd is als een vorm van God verantwoordelijk voor de orde van het leven van alle levende wezens. Dit wordt klassiek gerespecteerd met de zegswijze 'zo boven zo beneden'; zoals de orde van de tijd in de hemel is, zo is hij op aarde geschapen. We moeten daar ook aan toevoegen dat die tijd, lineair en cyclisch als hij is, ook een tegendeel van tijdloosheid kent dat we de ervaring van de tijd noemen of het bewustzijn van de tijd. De conclusie dan, om de volgende derde stap na de these/antithese en het tegenargument te maken in de methode, is dat de tijd inderdaad destructief en angstwekkend is, maar dat we met de tijd kunnen leven vanwege zijn positieve eigenschappen van conditioneren en bewustzijn die ons de zekerheid bieden van een structuur en het besef om keuzes te kunnen maken. De samenvatting ter besluit van de methode luidt dat de tijd en het leven op prijs kunnen worden gesteld met een gepaste indeling van respect, als we naar behoren onderscheid maken tussen de verschillende vormen van tijd. Als we dat niet doen zouden we in de illusie verkeren dat de tijd en het leven enkel maar lineair zinloos zijn en het allemaal slecht en betekenisloos enkel maar tot de dood zou leiden. Als we niet de werkelijkheid van de drievoudigheid van de tijd zouden zien, zouden we te lijden hebben onder de angst en de duisternis van de onwetendheid. En nu kunnen we dus met onze levenstijden omgaan zoals ze zijn, vrij van illusie. We zijn ontnuchterd door het methodische respect voor de volledige werkelijkheid, de waarheid van de zaak in kwestie.

Is dat alles wat ons te doen staat?

Wel, nee dus René. Er is nog veel meer te doen over de illusie aangaande het onderwerp van de tijd en ook nog veel meer daarbuiten. Maar wat we nu zeiden over de tijd is het meest fundamentele. Om tot een besluit te komen over de werkelijkheid van de cyclische tijd en het tijdbewustzijn moeten we nog een paar andere dingen met onze methode onder de loep nemen. We hadden het nog niet over de orde van de tijd. We kwamen alleen maar tot de conclusie van drie verschillende soorten van tijd, niet tot enig schema om de tijd te kunnen respecteren. Als we een samenleving willen hebben van mensen die van dienst zijn, hebben we tijdschema's nodig, afspraken over onze tijden van werken en slapen en dergelijke. 's Nachts bijvoorbeeld willen we geen kabaal en gedurende de dag willen we dat onze handelingen zinvol en effectief zijn zoals het samen de maaltijd gebruiken. En aldus hebben we klokken en kalenders die ons zeggen welke datum het is en hoe laat het is met het cyclische van de tijd zodat we onze handelingen kunnen coördineren en afspraken kunnen maken.

Hoe verkeren we dan in illusie of zijn we anders van respect voor de waarheid met onze tijdschema's?

Beste René, wat betreft de orde van de tijd van de mensen op deze planeet hebben we verschillende culturen die de zaak compliceren. Dat is één zijde van de munt van de tijd. Anderzijds kennen we verschillende referentiepunten voor het respecteren van het cyclische van de tijd zoals die in de natuur is. We kunnen onze dagen instellen naar de zon, de maan en de sterren. Al deze natuurlijke fenomenen tezamen vormen, met het krachtveld van de ether, het volledige van het natuurlijke patroon van de lineair/cyclische tijd en het bewustzijn ermee dat we niet goed kunnen ontkennen op straffe van een zinloos bestaan.

Wat is dan de waarheid van de cyclische of lineaire tijd en het bewustzijn ervan?

Beste René, laten we de methode weer toepassen. Zoals we dat deden met de honden en de verdeling van de tijd in drieën. Nu hebben we als onze these de orde van de tijd zoals we die respecteren in onze cultuur en dat is waar we van houden. Het probleem daar tegenover aan de orde gesteld is dat die cultuur van onze kalender en klok van illusie kan zijn aangezien we afwijken van andere culturen en van de natuur ermee, en dat we dus niet stevig verankerd zijn en met de benen op de grond staan met de aarde en onze medemensen inzake de aangelegenheden van de tijd op deze planeet. Het tegenargument vervolgens is dat dat helemaal niet zo'n probleem is aangezien we het verschil kunnen aanduiden, een klok kunnen corrigeren en een kalender kunnen schrikkelen, het politiek kunnen bespreken, of een ritueel van respect kunnen opvoeren om de overtreding van respectloosheid tegen te gaan. De conclusie die we dan mogen trekken is dat het mogelijk illusoire effect van de orde van tijd van onze voorkeur kan worden bestreden met een klok die op de zon is ingesteld en een kalender die naar de maan luistert, zowel als middels een filosofisch/politiek debat, door religieuze oefeningen van respect en door het bewust vergelijken van twee kalenders en klokken of door het afzetten van die aanduidingen tegen de actuele posities van de zon, de maan en de sterren. De daaropvolgende samenvatting is dat al de tijdculturen op deze planeet met ieder hun eigen gewoonten van tijdbeheer een gemeenschappelijke orde kunnen vinden in de wetenschap die ons klokken biedt die de zon volgen voor het heil van de geldigheid, in religies die ons met de noodzakelijke moraal erbij constant herinneren aan de oorspronkelijke natuur, in politieke debatten die het onlogische, het onredelijke en de vervreemding bestrijden in compensatie en door de multiculturele tolerantie en het wederzijds respect dat Moslims toestaat te buigen voor de zon en Hindoes om de maan te vieren, terwijl de Christenen de data van Kerstmis en andere feestdagen op de zonnekalender hooghouden. In de laatste sectie zullen we verder uitweiden over het onderwerp van de tijdpolitiek. Tot zover hebben we met dit methodisch onderzoek naar de waarheid van de orde van de tijd de weg vrijgemaakt om de illusie te bestrijden in het algemeen en samen te leven in vrede ondanks onze verschillen.

En hoe zit het met de tijdloosheid in het ervaren van de tijd?

Met dat onderwerp zullen we ons bezighouden in de volgende afdelingen van de spiritualiteit en de persoon, beste René.

Hoe precies moeten we dat wat je zei realiseren zonder enige training in de wetenschap van de astronomie, de theologie, de filosofie en de politiek te hebben genoten?

Beste René, om de tijd van de natuur te checken hebben we zonnewijzers en een tempometer op het internet om de positie van de zon uit te zoeken, we hebben kalenders die de maanfasen aangeven zodat je regelmatig met de maan kan zijn als je dat wilt, en naar de sterren hebben we een tijd op de kalender - die GMT op het ogenblik valt in de nacht van de zesde op de zevende juli - die het dynamische punt markeert in de sterrenhemel waar omheen al de sterren in ons sterrenstelsel ronddraaien. Deze tijd op de kalender die, met de tijd dat de aarde het dichtst bij het centrum van de melkweg staat, het galactisch nieuwjaar zou kunnen worden genoemd, verschuift met ongeveer 20 minuten per jaar voorwaarts door de kalender (de z.g. precessie van de equinox). De sterren kan men dus collectief vieren met een jaarlijkse feestdag of individueel met je verjaardag die ieder galactisch jaar dan ongeveer twintig minuten later valt. Aldus kunnen we van een astronomisch respect zijn voor de zon, de maan, de sterren en het krachtveld van de ether dat ze bij elkaar houdt.. Wat betreft de theologie hebben we kerken, tempels en moskeeën met getrainde theologen die je op de hoogte kunnen stellen en al het onderricht kunnen geven dat noodzakelijk zou zijn om in dezen voor God te leven. Wat betreft de filosofie hebben we paradigma's of wetenschappelijke denkmodellen die de universiteiten en andere instituten van onderwijs beheersen, en voor het politieke respect hebben we politieke partijen om het debat over dit alles te organiseren.

En zijn die verschillende opties van tijdbeheer nou allemaal even goed of bestaat er een voorkeur?

Overeenkomen met de natuur, de oorspronkelijke werkelijkheid van de tijd die ons leven evolutionair gestalte gaf, bespaart je de energie van de compensatie die je nodig hebt als je niet overeenstemt. Denk maar aan ploegendiensten in het bedrijfsleven die mensen in een gezin of een prille relatie minder goed doen samenleven als er steeds iemand ligt te snurken, of die iemand sneller uitputten als men van een dag- naar een nachtritme moet omschakelen. Maar meer energie hebben wil nog niet zeggen dat je er dan beter mee omgaat. Zo slaagde b.v. de Islam er niet in Europa te veroveren aan het einde van de middeleeuwen, terwijl ze toch meer overeenstemden met de maan en de zon dan de Europeanen die christelijk gewijs zon- en maan-aanbidders als ketters op de brandstapel hebben gezet. Het is dus zo dat in compensaties als religieus, politiek of wetenschappelijk de zaak overbruggen, met rituelen, discussies en paradigmatische vertogen, je ook heel veel goede kwaliteiten en effectiviteit kan ontwikkelen. Maar gegeven een eensluidende, gezamenlijke goede wil met de openstaande opties van tijdbeheer en de noodzaak van een efficiënte benadering, zou je kunnen stellen dat - net zoals voorkomen beter is dan genezen - overeenkomen beter is dan overbruggen en dat, om bij onze voorbeelden te blijven, het Christendom dus nog niet zomaar klaar is met de Islam wat dit betreft, noch de Islam wat zichzelf betreft overigens.

Wat is nu de magie die ik hier geleerd heb?

Beste René, dat je geen enkele goocheltruc hoeft op te voeren om jezelf en de zaken waar je mee te maken hebt in de hand te hebben, en, dan beter bezig, een grote voldoening kan ervaren in de filognosie, de liefde te weten, te begrijpen en te handelen ten gunste van alle levende wezens.

Kan ik er gelukkig mee zijn door simpelweg de illusie zo tegen te gaan?

Beste René, het leven kan je voor uitdagingen plaatsen en het je moeilijk maken om gelukkig te zijn, maar als je vasthoudt aan deze les voor jezelf, ligt het geluk binnen je bereik mits je accepteert dat in deze filognosie, deze liefde voor de kennis, er inderdaad nog een paar lessen meer te leren zijn.

 


Dialoog twee: I-b Veldbeheersing

Dit is een wetenschappelijke les over feiten. Het feit dat telt na de methodologische zorgen omtrent de tijd in de voorgaande sectie is het feit van de zogenaamde velden van handelen. Om je agenda te vullen is het van belang kennis te ontwikkelen van en van evenwicht te zijn in de verschillende velden van handelen.

Wat zijn die velden dan?

Beste René, kijk alsjeblieft eens goed om je heen. Bezie de feiten van het materiële leven. Zoals je ziet zijn er privé huizen en zijn er winkels, theaters en kroegen, in de stad. Er zijn ook ontmoetingsplaatsen die beheerst worden door een bepaalde gedachte van vereniging: sportclubs, gebedshuizen, zang- en muziekverenigingen, en verenigingen die de natuur op een bepaalde manier respecteren, en er zijn ook kantoren, scholen, fabrieken en andere plaatsen waar mensen hun werk doen. Deze verschillende materiële gebouwen in je stad zijn te herkennen als de vier velden van handelen waar je in je levenrekening mee moet houden.

Rekening houden?

Je moet er letterlijk mee op je tellen passen. Je moet het op de klok en de kalender uitzoeken wanneer je wat moet doen aangezien je je, als je een volledig leven wilt hebben, het niet kan veroorloven welk van hen ook over het hoofd te zien en ermee te mislukken. Het idee is dat in je leven, teneinde volledig en volkomen te zijn, je heel bewust je handelingen moet plannen. Dit omdat je samenleeft met anderen. Voor jezelf kan je spontaan zijn, maar tezamen moet je tewerk gaan naar afspraken over de tijd. Dat is de z.g. mûrti, het kruis, de moeilijkheid, die je te dragen hebt als offer voor je eigen bestwil. Voor je filognosie is het nodig, voor je lichamelijke en geestelijke geluk en gezondheid wat betreft de verschillende gezichtspunten in het leven dus, dat je er niet in gefrustreerd raakt ook maar iets van het leven te missen. Laat niemand je wijsmaken dat ook maar één van deze velden slecht zou zijn, verboden terrein is, of uitgesloten.

Wat is de orde erachter, wat is de essentie van ieder van de velden?

Er is de eenheid van het leven en de veelvoud van de vormen. Dit is een fundamentele tweevoudige verdeling van de waarheid die we de 'fundamentele werkelijkheid' noemen die we moeten respecteren met de stelregel van 'eenheid in verscheidenheid'. Precies zoals in de voorgaande klas de zegswijze gold 'zo boven zo beneden' om volledig van respect te zijn voor de feiten van het leven en de tijd, wordt deze sectie beheerst door deze kernspreuk. Het wordt ook wel de dualiteit genoemd van de kwantiteit tegenover de kwaliteit. Eenheid of verenigd zijn is een kwaliteit van fundamenteel belang. Om in jezelf verdeeld te zijn en daarvan in de samenleving vervreemd, behoort tot de terminologie van de psychiater. Nu zullen we verder uitweiden over de orde van het beheren van de tijd met achting voor de verschillende velden. De twee aspecten van de kwantiteit en de kwaliteit van het leven worden gekend aan de hand van de dualiteiten die ze met zich meebrengen. Voor de kwaliteit is er de eenheid in het abstracte denken zoals het idee van God of een gedeeld spiritueel ideaal, dat staat tegenover de eenheid in het bezig zijn in het concrete van de materie en de materiële handelingen zoals het bezig zijn met dingen tijds je vakantie of het doen van je werk. Van de kwantiteit heb je een soortgelijke dualiteit van de diversiteit van het individuele van het op jezelf zijn tegenover de diversiteit van het sociale belang van het samenzijn. Als je de aldus gevonden vier factoren in een tabel zet zal je de vier velden zien verschijnen waar we die vier labels aan hebben toegekend van de zakelijkheid, het privé, het publieke en de vereniging.

1) Het zakelijk veld (individueel/concreet). Als je een kind bent is het je zaak naar school te gaan. Als je wat ouder bent is het je zaak geld te verdienen of vrijwilligerswerk te doen in liefdadigheid om dankbaar te zijn als je in de bijstand zit. Waar je ook goed in bent, dit is hoe je van dienst bent of van plan bent om je medemens en de samenleving in zijn geheel van dienst te zijn. Dit is een hoeksteen van je leven waarmee je je zelfwaardering vindt en je geestelijke gezondheid. Als je er niet in slaagt met dit veld tot actie te komen, spreken mensen van werkeloosheid of anders van goddeloosheid. Op de een of andere manier moet je ernst maken met je dienstbaarheid om uitdrukking te geven aan je dankbaarheid voor wat anderen, met inbegrip van je voorvaderen, voor jou deden. Het is hierin dat je, terwille van een goed geweten, de zaken in evenwicht brengt om individueel van de dingen van het leven te kunnen genieten. Dit belang in het individuele van de concrete materie wordt ook wel 'het veld van de materiële elementen' genoemd.

2) Het privé-veld (individueel/ideëel). Thuis zitten is een individuele positie waarin je een zekere kwaliteit zoekt in het ontvluchten van de invloeden van de concrete buitenwereld die je verleidt tot wedijver en prestaties. Het is het privé-veld, dat behoort tot de idealen van de vrijheid, waarmee je de concrete druk van het materiële leven tegenwicht biedt. Daar geniet je van je familierelaties, je hobby's en zoek je en geef je liefde, vertrouwen, steun, vertrouwdheid en veiligheid. In dit individuele belangenveld ontwikkel je, met behulp van een religie of een filosofie, je individuele kwaliteit: je intelligentie. Dit individuele belang in het ideële wordt ook wel 'het veld der intelligentie' genoemd.

3) Het publieke veld (sociaal/concreet). Dit is het veld van de vrije omgang. Je gaat de stad in naar de markt, om te gaan winkelen en om in een restaurant te zitten, naar de bioscoop te gaan of een theater en dan mensen te ontmoeten die ook deel uitmaken van je leefgemeenschap. Dit is wat de mensen in de samenleving het best bindt: gelijk te zijn, zich vrij te bewegen en wederzijds elkaars diensten te waarderen. Hoe kan men nu van dienst zijn en verwachten dat je erom gewaardeerd wordt als je zelf geen waardering hebt voor de diensten die anderen leveren? Dit is waar het geld dat je verdiend hebt wordt uitgegeven en vrienden en kennissen worden gevonden en zich ontwikkelen. Dit is waar je feest viert en het fijn hebt met het in alle vrijheid je overal naar toe begeven waar je maar naar toe wilt, zoals je dat doet tijdens een vakantie. Dit is het lokale, nationale, continentale en wereldse van het concrete sociale belang van jou en iedereen. Dit wordt genoemd 'het veld van het valse ego' of de, sociaal bevestigde, persoonlijke identificatie met de materiële zaken van het aanwezig zijn in de gemeenschap.

4) Het verenigingsveld (sociaal/ideëel). Samen met anderen moet je je ziel voeden en versterken, alsook je rede en je morele gehalte; tezamen is de geest gehandhaafd sterker dan in je eentje bezig zijn, een strootje breekt gemakkelijk, maar met een hele bundel samengebonden als een bezem kan je de straat aanvegen. Dit is het geestelijke, een door een bepaald stel regels bepaald, veld waar mensen de zin van het leven vinden in het samenzijn van het oefenen van respect in zang en gebed, luisteren en spreken, eten, dansen, wandelen, sporten en herinneringen ophalen en dergelijke. Dit is waar men de controle vindt van de definitie van de favoriete vorm van vereniging als zijnde sportief, artistiek, cultureel, religieus of alternatief spiritueel. Dit ideëel opgezette belang in sociale aangelegenheden wordt ook wel 'het veld van het ongemanifesteerde' genoemd aangezien het niet zo duidelijk is in welke vorm de geestelijke principes moeten worden gerespecteerd, omdat de ziel, net als God die er het opperste van is, altijd wordt gevonden voorbij de materiële greep als een aanwezigheid in het bovenzinnelijke.

Hoe dan combineren deze velden met de orde van de tijd die we bespraken?

Als het allerbelangrijkste, René, moet je in gedachten houden dat, teneinde gezond te zijn van lijf en leden, je evenwicht moet houden. Uit de velden hierboven genoemd kan je opmaken dat de zakelijke aangelegenheden moeten worden afgewogen tegen de religieuze of verenigingszaken en dat de privé-zaken moeten afgewogen tegen de publieke aangelegenheden. Ze vormen beiden een contrast van onverenigbare tegendelen. Deze twee dimensies die de scheidslijn bepalen van de velden in de tijd, die tezamen de basis van al de velden van handelen vormen, vereisen aldus dat die basisvelden een afzonderlijke positie krijgn toegewezen in de tijd, als we tenminste onszelf alomvattend op de agenda willen zetten en een dienovereenkomstige volkomenheid van samenleven willen hebben.

Nu hebben we twee dimensies met één agenda....

Welnu, René, in feite is onze agenda tweeledig opgezet. Cultureel hebben we de dagen van de week in contrast met de datum. In de filognosie echter bouwen we op zekere kennis, gevalideerde wetenschappelijke kennis, zodat de weekdagen worden vervangen door overeenkomstige dagen gefixeerd op de maan. De weekdagen zoals we die cultureel kennen zijn commercieel opgezet in politiek overleg en derhalve onzeker. Ze hebben niet rechtstreeks betrekking op natuurlijke gebeurtenissen. Dat onderscheid moeten we maken, willen we zekerheid hebben. Hoewel afgeleid van de maan worden normale weken niet geschrikkeld naar de maan en vormen ze dus niet een natuurlijke, onafhankelijke variabele waar we op kunnen rekenen. Ze zijn, onderhevig als ze zijn aan politieke besluitvorming en economische nevenmotieven, onzeker door het feit dat ze door de mens geschapen zijn en deel uitmaken van een materialistisch bewustzijn dat, met slechts een pretentie van vrije keuze, gebondenheid inhoudt en dus niet geschikt is voor de stabiliteit van het geluk. We gaan voor het filognostische bewustzijn van de wetenschappelijk zekere kennis uit van de posities van de zon en de maan zoals ze zijn. We aanbidden zogezegd God het liefst rechtstreeks, en liever niet bij bemiddeling van 'politieke halfgoden' die het ons anders voorspiegelen om zichzelf of het geld als zijnde nuttig te bewijzen. Maar het is nog steeds wel, zoals reeds gesteld met de vier opties van het tijdbeheer, schriftuurlijk toegestaan om de tijd te aanbidden bij bemiddeling van de bij tijden zo kwalijke 'halfgoden' van de twintigste-eeuwse materialistische en commerciële standaardtijd zoals daar b.v. zijn de krijgsheren Hitler en Napoleon, die de 'kampioenen' zijn van respectievelijk het bezorgen en institutionaliseren van de zonetijd en de gemiddelde tijd in Europa.

Zon en maan en de velden, hoe combineert dat dan weer?

De aangelegenheden van het valse ego en het privé-leven zijn geassocieerd met de zon. Bij de helderheid van de dag manifesteert men zijn lichaam met achting voor de ware (half-)god van die orde, de zonnegod. Met het weerstreven van die orde is men een ketter van die orde en gedoemd te lijden onder instabiliteit van motief en bewustzijn, en dat is niet wat we willen. Aldus zijn de private en publieke zaken het best geregeld met de orde van de zon, d.w.z. geregeld met de data van de zonnekalender. Denk maar aan de private en publieke verjaardagen en feestdagen. Zo ook zijn de andere tweepolige velden van je zakelijkheid en je verenigingsleven het best geregeld naar de orde van de maan. De maan bestaat er als een fixatie in de hemel. Hij is altijd gefixeerd op de aarde als de eerste toegewijde en leidende godheid van die orde. De zaken van het verenigingsleven liggen allemaal vast. Een vereniging kan niet zomaar zijn regels veranderen zonder in een andere club te veranderen. De verandering wordt er dus door tegengegaan en dus moet de vereniging worden aanvaard zoals die is of anders worden ontkend. En zo is het ook met de zakelijkheid. Iedere zaak, iedere arbeidsovereenkomst, wordt beheerst door een contract en een businessplan. Een ander plan is een andere zaak. Ook die afdeling ligt zo vast als de maan vastligt. Aldus worden de twee tegenover elkaar geplaatst op de maankalender, net als de twee vorige velden van de zon werden gecontrasteerd op die kalender. Zo hebben we dan een soort van orde waarin de zakendagen nimmer samenvallen met de verenigingsdagen en privé-zaken nimmer samenvallen met publieke dagen van socialiseren. Golf of tennis spelen bij wijze van zakelijke ontmoeting is simpelweg een zich verenigen in de sport om de maandimensie beter te dekken; men moet nog steeds afzonderlijk in een kantoor plaats gaan nemen om het contract door te nemen en de papieren te ondertekenen. De twee dimensies van zon en maan die van nature een uiteenlopend discreet ritme hebben vallen echter wel samen. Aldus kan het zakelijke samengaan met socialiseren in de publieke sfeer en kan het privé-belang samenvallen met het verenigingsleven. Ook kan het zakelijk belang in het privé worden behartigd en kan het verenigingsleven samenvallen met de publieke interessen van de vrije omgang. Aldus hebben we dan een gevarieerd, dynamisch leven dat al de velden dekt in een stabiel, niet-materialistisch maar zeker respect voor de tijd. In de laatste sectie III-B zal ik ook nog over de timing van je leven met deze velden uitweiden wat betreft de regulatie van de burgerlijke deugden.

En wat als me dat niets kan schelen?

Verwaarlozing van deze noodzakelijke balans zal ten koste gaan van het fysieke en mentale welzijn. Je zal het moeilijk hebben met de psychologie van de consonantie die zegt dat alles wat je doet goed is. Aldus zal je je onevenwichtigheid gaan verdedigen en zal je zodoende politiserend in waanzin vervallen met uitroepen dat het verenigingsleven slecht is of dat uitgaan slecht zou zijn of dat alle zakelijkheid slecht is of dat alle privé-dingen corrupt zouden zijn. Je zal dan, om de waanzin met je rancune tegen het evenwichtig bestaan tegen te gaan, een erbij passende politieke partij vinden van vriendjespolitiek die je er eventueel toe verleidt een schijnleven op te bouwen van leven in vijandschap jegens anderen die mogelijkerwijze even zo, maar dan anders, gestoord zijn in hun veldbeheersing. Aldus zal je verzwakken en je synergie verliezen, je vermogen om sociaal saamhorig te zijn. Soort zoekt soort en in de wil tot macht daaruit voortvloeiend zal je, met de verkeerde vrienden verstrikt rakend, afglijden, verleid tot onrecht en het maken van vijanden welke je levensduur zullen bekorten, je luister zullen stelen, en je schijnleven van eenzijdigheid in een hel veranderen. Met andere woorden zal je in onwetendheid vervallen en met allerlei psychologische symptomen te kampen krijgen. Publieke persoonlijkheden b.v. lijden hier vaak onder in het verlies van hun vrije associatie; ze beginnen een hekel te krijgen aan het publiek dat ze dienen maar dat hen niet toestaat een volkomen leven te leiden.

Dus zijn alle politici doortrapte schurken?

Neen natuurlijk niet. De politici krijgen het op hun brood omdat ze verantwoordelijk zijn voor de orde in de samenleving. Maar het probleem is bij iedereen terug te vinden. Je hebt goede en slechte mensen hierin zoals je wel weet, maar de meerderheid leeft een niet zo zuivere mix van die materieel gemotiveerde egopassie die zo'n kwalijke schaduwzijde kan hebben en de door het principe gemotiveerde, aan de ziel ontleende goedheid. De politici bemiddelen tussen het gewenste en het haalbare in de samenleving. De zo vaak onvermijdelijke problemen met de onzuiverheid van de compromissen zijn beroepsrisico's door hen ingecalculeerd; maar zeker is dat dit probleem niet bevorderlijk is voor de stabiliteit van hun persoonlijke positie. De democratische macht die het doorgaans ontbreekt aan de minder compromisbereide adel van een meer wetenschappelijk, persoonlijk en duurzaam systematisch respect voor God en Zijn tijd, kan ook worden gezien als noodzakelijk. We hebben de democratie nodig teneinde ons op een nette manier te ontdoen van de minder gewetensvolle 'edelen', politici en partijen die met hun populisme erin slaagden de kiezers te bedotten het met hen eens te zijn. Zij die integer zijn dienen netjes, voor zolang ze dat kunnen, een bepaald idee van publiek belang ondanks allerlei partijbelangen en andere tegenslagen als gevolg van het feit dat ze een mikpunt van het ego vormen. Zij die integer zijn verwarren niet het lidmaatschap van een politieke partij met een functie in één van de te verwachten kiesgroepen die filognostisch zijn opgezet om de wetten ten behoeve van een bepaald ministerie of subdepartement te bestuderen, te bespreken, in te stellen en aan te passen. De ware bedoeling van politieke partijen is de filognostische orde te dienen en de zaak niet te verwarren door te leven in openlijke en verholen afgunst, vijandigheid, en een niet-begrijpende geesteszwakte gebaseerd op de eenzijdige opties ontleend aan hun onevenwichtige levensstijlen en nevenmotieven.

Verwachte kiesgroepen?

We zullen die optie voor de wetgevende macht, die samenhangt met de identiteiten van de mens in zijn maatschappelijke spel van orde, in de latere sectie III-B van de retoriek bespreken. Tot zover moet je onthouden dat onevenwichtigheid in de velden van handelen leidt tot de illusies van het politieke nepotisme of tot andere soorten van valse eenheid in pathologie en neurose. De pathologie reageert het af ten koste van anderen, de neurose trekt zichzelf in twijfel met een niet-effectieve geest die het ontbreekt aan een stevige basis in het volle van de menselijke werkelijkheid en een juiste discipline met de ziel. De psychopathologie maakt slachtoffers op een slagveld en de neurose eindigt totaal krankzinnig met een psychose in een gekkenhuis. Hou dus, teneinde niet jezelf en anderen schade te berokkenen, altijd evenwicht met respect voor de velden van handelen.

Oké begrepen, maar, wetenschappelijk, hoe zit het met dat schrikkelen met de orde van de tijd?

Schrikkelen is van belang om het schema van de tijd afgestemd te houden op de natuur, zonder verliest men het contact met het krachtveld van de ether en verliest men in zijn tijdrespect de geldigheid. Men is niet meer van deze planeet als men niet de orde ervan aanvaardt. Dus, om stevig verankerd te zijn alhier en stabiel in het bewustzijn te zijn, worden de kalenders geschrikkeld, zowel de maan- als de zonnekalenders. Maar filognostisch met de maankalender geschrikkeld naar de zon moeten we toegeven dat het zonnejaar, dat zelf naar behoefte iedere vier jaar wordt geschrikkeld, de dienst uitmaakt en dat het maanjaar als zodanig niet werkelijk in de hemel bestaat. Om die reden schrikkelen we niet de maankalender, net zoals de Islam, maar houden we er ook geen maanjaar op na anders dan een z.g lunatie die staat voor vier maanfasen. 29.5 dag is de lengte van de maancyclus en haar signaaldagen zijn traditioneel de nieuwe maan (romeins: kalends), de volle maan (ides) en de halve maan (nones), en niets anders. Dat is nu eenmaal de astronomische overeenkomst die men een lunatie noemt. De zonnekalender is filognostisch, d.w.z. volgens de vedische geschriften en ook overeenkomstig de romeinse orde van voor Constantijn 325 n. Chr., ingedeeld naar de verdelingen van de maan. De twaalf maanden zijn verdeeld in 24 15-daagse halve maanden welke ieder voor zichzelf, naar onze tradities en naar de maan, kunnen worden verdeeld in twee weken zoals we dat gewend zijn, met de toevoeging van een extra schrikkeldag aan het einde van iedere veertiendaagse periode. Deze dag noemen we een cakradag van studie en vasten (naast de overige cakradagen van werken en uitgaan) waarop het ongunstig is om materieel te willen ondernemen omdat men dan breekt met de reguliere orde van de week. Aldus passen we ons met de zonneorde, welke we aldus de cakra-orde noemen, aan bij de orde van de maan, niet meer indelingen erop nahoudend dan nodig zijn of in de natuur aanwezig. Men wordt een dwaas genoemd als men de noodzaak voorbij streeft.

Geen dwaasheid met het vasthouden aan wat bitter noodzakelijk is voor een stabiel bewustzijn van de tijd?

Precies, en daarmee komt een einde aan ons tweede gesprek.

 


Dialoog drie: II-a Emotionele Expressie

Het is van belang je te uiten. Enkel maar studeren en weten geeft geen stabiliteit en vormt nog niet de juiste leermethode. Het is de oefening die de kunst baart.

Is dat de reden dat we in gesprek zijn?

Ja, maar praten is niet genoeg. Praten is heel corticaal, d.w.z. van de hogere hersengebieden, en wordt beheerst door de verdringing van de gevoelens van de lagere hersencentra. Emoties in de geaardheid hartstocht die de rede overweldigen maken een einde aan het begrijpen als we niet van te voren met behulp van zingen en oefenen bewuste controle op ze uitoefenen. Het betreft een individuele verantwoordelijkheid van niet enkel de politici.

De filosoof moet zingen?

Zo is het. Er zal alleen maar stabiliteit van bewustzijn zijn als we niet enkel onze handelingen in de velden van handelen in de buitenwereld in evenwicht brengen, maar ook in de innerlijke velden van onze hersens. Ons eigen lichaam met al zijn functies van handelen en zinnen van waarnemen vereist een uitbalanceren wat betreft al haar drie dimensies: het corticale zoals dat staat tegenover het emotionele (de verticale dimensie), het ruimtelijke of parallelle tegenover de tijdzin ofwel het seriële (lateraal/ temporeel), en het initiatief nemen dat staat tegenover de functies van de ontvankelijkheid (frontale/occipitale gebieden).

Hangt dat ook samen met de orde van de tijd?

Ja René dat is zo, maar dit heeft meer betrekking op je activiteiten met de klok dan met de kalender. De dag is van nature verdeeld in een lichte en een donkere periode. Gedurende de lichte periode zijn we actief en gedurende de nacht rusten we uit. Aldus hebben we gemiddeld twaalf uren van actief zijn en twaalf uren van rust houden. De twaalf van handelen moeten in evenwicht worden gebracht met zes uren van dienst aan anderen en zes uren ten dienste van je eigen belang. De nachtelijke uren zijn verdeeld in zes uren slaap, rust voor het lichaam, en zes uren van thuis wat doen, zonder stress voor de geest. Aldus worden initiatief en ontvankelijkheid in evenwicht gebracht in navolging van het daglicht. Dit dekt de frontale en occipitale gebieden voor en achter in de hersenen. Onvoldoende actief zijnd zoals met werkeloos zijn of anders bezien goddeloos zijn, kan leiden tot overactieve achterhersenen hetgeen een kenmerk van schizofrenie is: de hersenen kunnen dan in een psychotisch falen, oftewel decompenseren, hun eigen denkbeeldige actie gaan verzinnen of de vergetelheid gaan zoeken in bedwelming, maar dan strookt het voorgestelde niet met de werkelijkheid in de handelingen: men is in feite krankzinnig. Of anderzijds leidt een teveel aan handelen tot een, zoals we dus al zagen, pathologisch misbruik van andere mensen of de samenleving in zijn geheel; respectievelijk bekend als psychopathie en sociopathie met de soorten van misdaad die daar bijhoren. Derhalve: mediteer nimmer door lang achtereen televisie te kijken overdag. Slaap, als volwassene, nooit meer dan zes uur. En werk voor anderen nooit meer dan zes uur per dag (een 36-urige werkweek van zes werkdagen is ideaal), en houdt je ook niet langer dan zes uur per dag bezig met hobby's of huishoudelijke taken. Aldus zal je een evenwichtig, stabiel leven leiden bevorderlijk voor het geluk.

Bevorderlijk? Maakt me dat op zich dan niet gelukkig?

Vanzelf, de orde van de tijd, die je nodig hebt om met het krachtveld van de ether de beheersing te hebben en respect te houden, is maar één van de voorwaarden waar je aan moet voldoen. Laten we het eerst eens proberen met wat geestelijk en lichamelijk gezond is in het omgaan met de voetangels en klemmen van de tijd in het algemeen en de moderne tijd in het bijzonder. Cultureel waren we, in de twintigste eeuw, niet direct voorbereid op klokken en werkschema's die ingaan tegen de geboden en de dynamiek van moeder natuur, die samen met vadertje tijd ons het levenslicht liet zien, en dus hadden we begrijpelijkerwijze historisch een aantal problemen met onze zelfbeheersing.

Hoe staat het dan met die twee andere innerlijke dimensies?

Zoals gezegd staat het mentale van de cortex tegenover het emotionele van de lagere centra in de hersenen. En dit kan dus actief en receptief worden beleefd zoals net uitgelegd. Deze dimensie extra compliceert de zaak van het evenwicht houden dus, zodat je dan, met meerdere factoren rekening houdend, makkelijk de logica uit het oog verliest van hun samenhang. Geestelijk kan je receptief en actief zijn en emotioneel kan je receptief en actief zijn. Voor de kwaliteit van het hogere denken moet je zo dus zowel lezen als schrijven en zowel naar iemand luisteren, als met iemand praten, wil je je evenwicht houden. Het is als met de computer: uploaden en downloaden (of uitzenden en tv kijken) of ook als een soort van stofwisseling zoals het is met in- en uitademen of met eten en drinken en weer naar de w.c. gaan. En emotioneel werkt het gebod der wederkerigheid net zo: je moet zowel luisteren naar muziek als zelf gaan zingen of een instrument beheersen, je moet zowel waardering hebben voor de artistieke prestaties van een ander als zelf gaan dansen of componeren of schilderen. Slaag je er niet in met deze tweede dimensie evenwicht te houden, dan ontstaan er problemen die de vorm aannemen van een conflict tussen gevoel en verstand. Als je met je geest te actief bent kan je verwachten dat de emotionele aard gaat opspelen, zoals dat gaat in een nare droom b.v. of, vastgedraaid met uitvluchten en leugens, zoals dat zich op kan werpen in een ruzie met een 'uur van de waarheid' of met een emotionele ineenstorting; en omgekeerd, als je te veel in de emoties blijft rondwaren, kan je verstandelijk in de war raken en je integriteit verliezen en zelfs verstrikt raken met het doen van dingen die je eigenlijk niet wilt doen - net alsof je dronken bent of als je jezelf niet kan zijn - omdat je dan onvoldoende de feiten in acht neemt en de argumenten afweegt en je te veel op je impulsen afgaat. Zo is het met de vierdeling die we zoeven bespraken verstandig, voor deze extra dimensie van fysiek/emotioneel en geestelijk bezig zijn, je dag verder op te delen. Zo kan je je dan voorstellen dat je je actieve zowel als je receptieve periode in vieren deelt: receptief/reactief en actief initiatiefrijk zes uur voor je zelf naar de aard, zes uur voor je lichaam naar de vorm, zes uur voor de geest naar de persoon en zes uur voor anderen naar de doener bezig zijnd, is dan je etmaal gevuld met in principe drie uur gereserveerd voor ieder van de zo ontstane onderdelen. Om de verwarring van het door elkaar lopen van deze dingen te bestrijden, moet je dus even stil staan bij het basisidee van je leven. De basislogica omtrent het receptief/reactieve en actieve, initiatiefrijke van je leven is dat je naar de aard, de vorm van de persoon respecteert als de doener. Het receptief/reactief zijn valt dan onder de aard en de vorm als de oorzaak van je handelen (dharma en rûpa in yoga), en actief zijn valt dan onder de persoon - het zelf van de logica en de rede - en de doener - het zelf onderworpen aan, maar van initiatief zijnd met, de tijd van God of de natuur en van de medemens (kâla en purusha, zie ook info.html over causaliteit). Zo krijg je dan acht perioden van drie uur waarmee je dan je dag in kan delen. Idealiter ziet zo'n dagindeling er dan in principe zo uit:

Wat is de redenering achter die tabel?

Je bent, receptief/reactief levend naar de aard, mentaal met meditaties bezig en naar de vorm op dit gebied met dromen bezig in je slaap. Daarnaast moet je dan meer fysiek reactief zijnd naar je eigen aard je hobby's doen als tegenwicht voor je verplichtingen en daarbij tevens in reactie op de behoeften van de vorm van het lichaam weer voor je eigen materie zorgen met het doen van de huishouding.

Actief zijnd op mentaal gebied, pak je als persoon, als een wezen van rede en logica dus, een studie op of ben je anderzijds gestimuleerd door de tijd als de doener, geestelijk dan bezig voor God, zoals het heet of pro deo, van vrijwilligerswerk. Daarnaast moet je ook, meer fysiek gemotiveerd, initiatief tonen om persoonlijke relaties te onderhouden en moet je je positief als een meer materieel gemotiveerde doener inzetten voor het dienst verlenen terwille van anderen om je brood te verdienen of waard te zijn, zou je ook kunnen zeggen.

Wat je, minder ideaal redenerend vanuit zoals het gaat, kan zeggen is dat je, globaal in evenwicht verkerend met deze visie, normaal levend als een volwassene op werkdagen, in reactie, dan zes uur slaapt om te mediteren op je dromen, en zes uur voor de goede orde voor jezelf bezig bent met huishoudelijke taken, eten en je liefhebberijen, waarbij de bewuste meditatie en bezinning er dan makkelijk bij inschiet. Actief bezig op normale dagen ga je fysiek zes uur om met andere mensen en werk je, en heb je dan nog zes uur over om geestelijk gemotiveerd je meer vrijwillig in te zetten voor anderen en te studeren, met behulp van boeken, tv, de computer en andere media. Ook hier ben je dan geneigd wat meer te werken dan te socialiseren en wat meer tv te kijken en/of te computeren dan aan vrijwilligerswerk te doen. Omdat zo feitelijk te weinig gestudeerd, vrijwillig gewerkt en gesocialiseerd wordt in de moderne maatschappij die steeds weer tot materialisme neigt, moeten, voor het evenwicht van een goed leven, voor dat doel compensatiedagen op de kalender worden ingevoegd om de schade in te halen; dagen dus van studie, socialiseren en een zich onbaatzuchtig inzettend bezinnen, die feitelijk, vanuit de logica van het evenwicht, een reële noodzaak vormen en, je daarvan bewust zijnde, zelfs een reële behoefte in je leven zijn. Maar daarover meer in de volgende dialoog over de waardenbeheersing.

De blokken van drie uur hoeven elkaar niet strak in de tijd op te volgen. Ze vormen slechts een algemene maat van evenwicht waarmee je lekker kan schuiven bij het vinden van je eigen dagschema. Zo mediteer je overdag telkens wat er tussendoor om een rustpunt te hebben en ben je 's avond geestelijk actief met de media - met name met de tv, de meeste mensen. Het is dus niet zo dat je strak actief bent gedurende de dag en helemaal passief of honkvast zou zijn gedurende de avond en de nacht.

Wat van belang is, is je te realiseren dat een evenwichtig dagschema een werkweek van zes werkdagen, dat is 6 x 6= 36 uur oplevert. Een veertigurige werkweek van vijf dagen van acht uur, kan wel, maar verschuift het accent wat het actief zijn betreft op deze manier bekeken te veel naar het fysieke vlak met de nodige gevolgen van dien. De in de samenleving ingebouwde neiging tot onevenwichtigheid wat betreft je oriëntatie in de tijd en de ruimte uit zich daarbij dan als een laterale verstoring, tussen de linker en de rechterhelft van de hersenen. Het laterale vormt de derde dimensie in de werking van de hersenen die we in overweging moeten nemen.

Wat je, minder ideaal redenerend vanuit zoals het gaat, kan zeggen is dat je, in evenwicht verkerend met deze visie, normaal levend als een volwassene op werkdagen, in passief opzicht, dan zes uur slaapt om te dromen danwel te mediteren, en zes uur voor de goede orde bezig bent met vrijwilligerswerk en huishoudelijke taken en eten, waar je voor extra slaap en meditatie dan weer een paar uurtjes vanaf snoept. Actief bezig op normale dagen ga je zes uur om met andere mensen en werk je, en heb je dan zes uur voor jezelf om bezig te zijn met je hobby's waarmee je dan creatief kan zijn, studeert met behulp van boeken, tv en de computer en ook re-creëert. Ook hier snoep je dan links en rechts voor de gezelligheid wat uurtjes bij elkaar. Omdat zo mediteren - of ook wel bidden, filosoferen en contempleren - en dromen in het normale leven veelal samenvalt met de slaapperiode, en onder de druk van het presteren voor het geld er ook niet genoeg gestudeerd en vrij gesocialiseerd wordt meestal, moeten, voor het evenwicht, voor dat doel compensatiedagen op de kalender worden ingevoegd om de schade in te halen; dagen dus van studie, socialiseren en bezinning die een reële noodzaak en behoefte in je leven vormen. Maar daarover meer in de volgende dialoog over de waardenbeheersing. Wat van belang is, is je te realiseren dat een evenwichtig dagschema een werkweek van zes werkdagen, dat is 6 x 6= 36 uur oplevert. De onevenwichtigheid uit zich daarbij als een laterale verstoring, tussen de linker en de rechterhelft van de hersenen, wat betreft je oriëntatie in de tijd en de ruimte en deze onbalans is nogal ingebouwd in de samenleving die geneigd is zich bezig te houden met het, meer eenzijdig op de materie georiënteerde en oppervlakkige of materialistische, enkel maar werken, eten, slapen en recreëren. Het laterale vormt een derde dimensie in de werking van de hersenen.

Hoe beheers je het laterale zoals het hoort? Je hebt maar te buigen voor het tijdsysteem en je bent ook niet altijd de baas over de ruimte.

Inderdaad vormt het tijdsysteem een gekmakende barrière, tussen jou en de natuurlijke leefwereld, die om een bewust optreden vraagt. Hiervoor moet je het lichaam erin trainen onafhankelijk te zijn van het culturele tijdsysteem en aldus je laterale integriteit zien te redden. De materialistische samenleving heeft de tijd van de plaats afgesplitst en doet je makkelijk van jezelf en van anderen vervreemden door je af te leiden met een geest gericht op elders. De klok, die met het ontbreken van een tandrad om het tempo van de passerende zon te volgen in feite verouderd is, sloeg op hol en heeft nu wielen, vleugels, een beeldscherm, een toetsenbord, luidsprekers, en een microfoon, en groeide zo uit tot een systeem waarin je nooit weet waar je met je geest nu eigenlijk zit. Deze loskoppeling van de plaats ofwel deze dislocatie van het bewustzijn van de tijd is een kenmerk van individuele geestesziekte of in ieder geval een gezamenlijke cultuurneurose. Zelfs de geest van het tijdloze zelf en de eeuwige wijsheid die we in meditaties delen in de kennis van de ziel, vereist een correcte oriëntatie op de plaats en tijd: het z.g. momentane bewustzijn. Psychiaters controleren bij patiënten altijd de zin voor de tijd en de plaats die bij hen typisch gestoord is. De genezing bestaat eruit mensen geregelde dagelijkse activiteiten te bieden, 'structuur' zoals dat heet, met een strak werkschema, om hun oriëntatie naar de plaats en de tijd te herstellen. Maar voordat het met jou zover is gekomen, kan je de dreiging van een gespleten geest gericht op een van de plaats afgespleten tijd tegengaan door drie maal daags yoga-oefeningen te doen met behulp van mantra's voor je emotionele expressie: 's morgens voor het ontbijt, 's avonds voor het avondeten en 's nachts voordat je gaat slapen, zodat je je zuivert voor de verschillende activiteiten van de dag en ze kan afgrenzen. Doe âsana's als de sûrya-namskar, de begroeting van de zonnegod, en doe de pranava, door AUM tien maal in je neus vibrerend te laten weerklinken, de oefening besluitend met de gâyatrî mantra om je brein opnieuw in te stellen op respectievelijk het oergeluid van God dat alle andere geluiden in de ether van je geest verenigt en op de oorspronkelijke orde van de natuur van de zon. De filognost bouwt op het bestaan van de ether en dus luidt een filognostische versie van de vedische drievoetmantra, de gâyatrî, als volgt:

' Aum..., aarde, de ether, de hemel;
dat vitaal dat bidden wij;
de genade van God voor iedereen;
denken zuiver in harmonie.'

De gâyatrî-mantra zelf is meer specifiek gericht op de goddelijkheid of de orde van de zon, maar aangezien we de zon al met de tempometer respecteren is deze versie meer algemeen van toepassing op de gehele orde van de tijd om verzoening met jezelf en God te vinden. Natuurlijk moet je voor dat doel, om het zonder een computer te kunnen, een meditatie-klok instellen op de zon omdat de sociale tijd die tegen de natuur ingaat zal leiden tot de vergeetachtigheid niet die natuur en that ether te respecteren die van essentieel belang is voor je ziel als haar bestaansgrond. Ook is het van belang om een rustige en heilige plaats te vinden om je oefeningen te kunnen doen. Dit is niet altijd gemakkelijk. In geval je verward en verstoord bent als je de zaak niet in de hand hebt, kan je je geest en het lichaam tot gehoorzaamheid dwingen met behulp van de z.g. mahâmantra, verdedigd door de feitelijk niet-sektarische maar wel heel traditionele Hare Krishna's, die een link legt naar de beheersers van de vedische filosofie Heer Krishna en Heer Râma. Ook andere gezangen ter ere van de heilige namen en hun respectievelijke culturen van kennis zijn behulpzaam. Met de heilige namen vindt je ook de ware betekenis van je gereïncarneerd zijn, van het René zijn, van een nieuw leven begonnen zijn in relatie tot Hari, de Fortuinlijke, de Heer of Hoogste Persoonlijkheid van God: Hij, het veld in alle velden, is degene die Ik zegt tegen het onpersoonlijke als het grootste offer dat mogelijk is zodat niets meer onpersoonlijk is. Een goede wetenschapper weet dat alles geclaimd is na zo vele millennia van beschaving - zelfs de fouten - en dat refereneren een basisplicht is van valideren of geldig verklaren.

De muzikale oefeningen van de afdeling van de emotionele controle zoals ik je eerder zei, moeten altijd gericht zijn op de oplossing die door de ziel en zijn vertegenwoordigers wordt gevormd, omdat gericht zijn op het wereldse je als een stimulus-respons-junkie verstrikt zal doen raken en je je discipline zal doen verliezen. Wees in de wereld, maar niet van de wereld.

Dus je herinneren en werken voor je integriteit met de yoga herstelt het laterale evenwicht dat verloren ging in de materialistische, culturele betrokkenheid?

Ja, mits je de tijd goed in de gaten houdt dus. Daarenboven is de yoga ook bevorderlijk voor het beheersen van de z.g. kleine hersenen, het cerebellum laag achterin je hersens, dat de fysieke controle beheerst die je hebt over je lichaam. Het is goed dat centrum te trainen om onafhankelijk te zijn van de stormen die kunnen woeden in de emotionele en corticale centra. Het bewustzijn dat stabiel is, is van de tijden ingesteld naar de natuurlijke signalen; die van de cultuur hangen af van politici, bazen en intieme relaties die materieel gemotiveerd zijn en dus af kunnen branden; het materialistisch bepaalde bewustzijn is niet stabiel. Dus je kan ofwel materialistisch je discipline vergeten van integer en emotioneel expressief zijn, het zelf verprutsend in de relatie met de natuur, of je kan door anderen in de war worden geschopt die storen in die relatie. Er met de derde vorm van verstoring die afkomstig is van de geaardheden der natuur zoals de zomer en de winter, natuurlijke calamiteiten als overstromingen, aardbevingen, en algemene weersveranderingen, moet je ook rekening houden. De bedoeling van de yoga in het algemeen is om in de stabiliteit van je bewustzijn en de lichaamsbeheersing onafhankelijk te zijn van deze geaardheden, hoewel - of meer als gevolg van het feit dat - ze grote invloed uitoefenen. Slaap dus niet te weinig gedurende de zomer noch te veel gedurende de winter. Soms sta je, levend op de breedtegraden verder verwijderd van de evenaar, op in het donker en soms als het licht is. Het moet met je yoga niet zo zijn dat die verloren gaat als je van klimaat verandert of als de seizoenen voor jou veranderen.

Is de filognosie een soort van yoga?

Ja en nee. De yoga die je kent als een fysieke oefening van meditatie en zithoudingen is er maar een deel van, dus zou je ja kunnen zeggen. Je mag het filognostische yoga noemen of Aadhar yoga, de syncretische yoga van je basisbelangen van geestelijk, maatschappelijk en lichamelijk welbevinden. Maar niet afgekeerd zijnde van de samenleving met het normaal doen van je werk en het bezig zijn met op de persoon gerichte activiteiten ermee, mag je het ook enkel gnosis noemen: het spirituele weten ingebed, en het verband leggend, tussen de belangen van het onpersoonlijke van de wetenschap, de argumentatie en de feiten enerzijds en het persoonlijke van de religie en de politiek anderzijds. Het is een syncretische benadering van verschillende overlappende bereiken van kennis die belangrijkste gezichtspunten in het leven omvat. Je mag het ook een vedisch begrip van reformatie noemen of de culturele restauratie van klassieke normen en gedragswijzen. We keren ons slechts incidenteel, hoewel regelmatig, af van de wereld in een yoga-oefening om tegenwicht te bieden en de laterale functies te herstellen, maar we keren ons niet op andere tijden af van de wereld of van de andere velden van handelen. Dus zijn we over het algemeen filognosten en incidenteel zijn we yogî's in de stricte zin. We bevorderen de heelheid van het leven, niet zozeer een geïsoleerde oefening die dan anders tot het escapisme zou behoren. Van de yoga kennen we schriftuurlijk de yoga van de arbeid (karma), van het denken (jñâna) en van de toegewijde dienst (upâsana), dus zeggen we dat we bidden en werken, maar ook van de liefde voor de kennis zijn. Dan heb je de yoga compleet als een filognost, als een âdhara-yogî, een yogî die staat voor al de fundamentele belangen.

Je zegt wij, sta je dan niet alleen als een onafhankelijke autoriteit?

Neen, de verlichting van een aanpassing op eigen gezag wordt gecombineerd met het bevrijd zijn in het in dienst staan van en aandacht hebben voor het traditionele; zoals je kan opmaken uit mijn advies aan jou om yoga-oefeningen te doen. Maar hiermee zullen we ons uitvoeriger bezighouden in de dialoog van sectie vijf over de beheersing van de identiteit.

Dus om even het gesprek samen te vatten: we blijven gezond door niet enkel door de week de velden van handelen in evenwicht te brengen, maar door ook de drie dimensies van het brein gedurende de dag uit te balanceren met respect voor je initiatief en ontvankelijkheid, je emotionaliteit en rationaliteit en je tijd-ruimtelijke lateraliteit?

Ja, gelijk heb je René, je hebt de kern van de analytische discipline begrepen van het onderscheid maken tussen het belang van het lichaam en de ziel, in relatie tot het individuele en het sociale, het concrete en het abstracte van de velden van handelen.

Is er nog veel meer dan dit hierover of niet?

Dit vat het heel aardig samen voor zover het je expressie in de materiële wereld betreft, maar er zit een hele cultuur achter die met nog veel meer begaan is, met een soort van bijbel die de Bhâgavata Purâna wordt genoemd: het Verhaal van de Fortuinlijke. Voor de filognosie neemt die toewijding analytisch en lyrisch aangepast aan onze cultuur en ons idee van God, een iets andere vorm aan. Sanskriet namen en woorden zijn een begrip in India, maar hier vreemd voor de mensen. We moeten zo, vedisch hervormd aangepast aan tijd en omstandigheid, ons eigen nederlandse begrip voor de zaak vormen. De lofzang in het Sanskriet blijft daarbij altijd als een 'latijnse mis', als een optie voor de meer traditionele gevorderden en de monniken bestaan. Deze vertaalslag, deze filognostische brug geslagen naar de klassieke cultuur, drukt zich b.v. uit in een versie van de z.g. 'Grote Verzen' (i.p.v. de heilige, feitelijk dus niet vertaalbare mahâmantra) waarin je dan zingt:

Met de ether, met de tijd,
met elkaar zo bevrijd.
Samen zingen, luisteren, eten
praten uitgaan, werken weten.

Goed afwegen, feiten waarheid,
snappen kunst, als één erboven
ken de Beste, spreek in vrijheid
alle zes, wil ik beloven.

Of een 'Ten name van' i.p.v. de z.g. pranâti die als een begroeting van de geestelijk leraar geldt:

In naam van Behoud en Zegen,
de Liefde van Gelukkig zijn,
leerden wij van lang geleden,
doe geen 'ik' en 'mijn'.

Waarheidliefde, zuiver, delen, helpen;
de waarden van een goede geest,
niks onpersoonlijks, niet vervreemd,
zijn wij de ziel en onbevreesd. 

Zo kan een voor de emotionele expressie en saamhorigheid gezamenlijk bezongen filognostische toewijding die vedisch van oorsprong is, toch heel nederlands vroom klinken met een voor onze cultuur correct, begrijpelijk en invoelbaar idee van de Godspersoon. In dialoog vijf gaan we verder in op deze in feite ook sterk identiteits-bepalende kwestie.

 


Dialoog vier: II-b Waardenbeheersing

René, voor de stabiliteit van je bewustzijn moet je omgang hebben en om die omgang te behouden moet je verenigd zijn. Aldus is de yoga, ofwel de wetenschap van het verenigen van het bewustzijn, van essentieel belang voor je geluk. Het onderwerp van de tijd en de ether is zo ook hier van belang: je moet jezelf met de krachtbeheersing van je yoga op de agenda houden.

Je noemt het waardenbeheersing, is de yoga niet meer een kwestie van zelfbeheersing?

Het zelf van het lichaam en het zelf van de principes zijn niet hetzelfde. Het zelf van de principes noemen we de ziel die we gemeenschappelijk hebben, die niet sterft als het lichaam sterft. Daarom is dat de meester die de beheersing van de waarden vormt. Je individuele stijl van ermee omgaan is je individuele ziel die wordt herinnerd als je lichaam is heengegaan. In de voorgaande dialogen leerde je over de methode, de feiten en de analyse van de tijdfactor die erbij komt kijken, zodat je enerzijds je handelingen kan plannen en een volledig leven kan hebben, maar anderzijds nog steeds het evenwicht weet te houden. Maar het is alleen maar je tijd van leven als je erin slaagt in de ether verenigd te blijven, gezelschap te houden en verdraagzaam te zijn in standvastigheid.

Wat moet ik precies uithouden?

Behalve het eenvoudigweg vasthouden aan de discipline, moet je geduld hebben met de werking der geaardheden die van buitenaf hun invloed uitoefenen. Er zijn drie geaardheden in de natuur die je verbijsteren kunnen, ze vormen het illusoire effect van het materiële universum. Het is het onwetende, het hartstochtelijke en het goede. Onthechting vormt de weg van de ziel. De onthechting herinnert men zich in vier basisprincipes voor het gedrag die de aard van de continentie van de ziel uitmaken. Met deze regulerende beginselen kan je jezelf bij elkaar houden, ongeacht wat er gaande is in het universum of wat anderen zeggen en doen. Het idee is dat het eeuwige zelf van de oorspronkelijke ziel niet verloren kan gaan, je hoeft enkel maar de principes te volgen om er aan vast te houden.

Geaardheden en principes, het kwade en het goede?

Nee. De geaardheden zijn niet slecht, de geaardheden zijn natuurlijk en de principes ook. Maar je hebt het ene nodig om met het andere te kunnen omgaan. De geaardheid van de hartstocht, die samenhangt met beweging; de geaardheid van de goedheid die samenhangt met de kennis en de geaardheid van het onwetende die samenhangt met de traagheid, dagen jou als de ziel er toe uit vast te houden aan de principes die je je transcendentie en je stabiliteit verzekeren. De hindoes herkennen er de goden S'iva (onwetendheid), Brahma (hartstocht)) en Vishnu (goedheid) in.

Ik bereik als het ware de objectiviteit?

Dat zou je kunnen zeggen, maar de blik is meer naar binnen gericht dan naar buiten. Je kan maar beter je geluk in de gaten houden, de ziel is de stabiele basis van de kennis, en de zetel van het bewustzijn en het geluk. Keer je daarom in de oefeningen steeds naar binnen weg van de op je inwerkende geaardheden zodat je je geluk weer hervindt, bestendigt en herinnert. Het is je moment van filognostisch bidden waarin de geest zijn basis vindt. Laat de beweging van je lichaam voor wat het is, je bent nu de getuige, niet degene, het valse ego, die geïdentificeerd is. Laat ook de goedheid dan voor wat hij is, die moet niet zo zeer van handelingen afhankelijk zijn, maar meer tot handelingen inspireren; die is als de lieve Heer in de hemel, aanwezig in het voorbije, maar mogelijk ook gemanifesteerd voor je neus ter verdediging van de belangen van de ziel. Laat het onwetende voor wat het is, manipuleer de materie niet langer, waag het voor een tijdje vruchteloos te zijn. Mediteer aldus drie maal per dag beginnend zoals gezegd met de algemene zithoudingen en de pranava, het tien keer AUM zeggen.

Dus hoe zit dat met deze principes, hoe krijg je daar je stabiliteit van?

De principes zijn die van de waarheid, de zuiverheid, de onthechting en van het mededogen. Het vedische woord stelt dat het de vier poten zijn van de stier die staat voor wat de Indiërs het dharma noemen, de religie of de natuurlijkheid of het juiste gedrag; ze zijn respectievelijk: satya, s'auca, tapas, en dayâ. Dit zijn de vier basisgeboden. Niet de gebruikelijke tien geboden dus, maar enkel deze vier waar je voldoende aan hebt om mee te beginnen; dezen vormen de grondslag. Het eerste principe van de waarheid, satya, is een kwestie van het respecteren van de feiten van de schepping zoals ze zijn. Geen illusies hebben is de bedoeling van de wetenschap en in dat verband hadden we het reeds over het onderwerp van de tijd die je nodig hebt om jezelf in de hand te hebben. Het houdt eveneens in dat je niet voor de waarheid op de vlucht slaat door je toevlucht te zoeken in alcohol, drugs of andere bedwelmende middelen. Zelfs cafeïne en zwarte thee, bruine chocola en frisdranken waar stimulerende middelen in zitten moet je in de gaten houden. Je moet de dingen zien zoals ze zijn, en niet afgaan op kunstmatige zaken die je een vals geluk voorspiegelen. Laat je gelukzaligheid echt zijn. Het is ook wijs om regelmatig de geschriften te respecteren zoals het luisteren naar de Bhagavad Gîtâ iedere ochtend voordat je aan je werk begint. Richt je naar de leidraad van de klassieke waarheden der wijsheid. Met hun standhouden bewezen ze van de eeuwigheid te zijn. De absolute en duurzame waarheid van de werkelijkheid die je niet kan veranderen, van zielen, de materiële elementen, de ether en de tijd, overtreft de relatieve waarheden van de wolk van gedachten wat betreft de zaken en vormen die van jouw beheersing afhankelijk zijn. Zo waren we dus reeds aangeland bij het respect voor de natuurlijke orde als de manier om boven de tijden van de baatzuchtige arbeid uit te komen die door de mens zelf werden verzonnen. Heel de klassieke wijsheid is gebaseerd op die natuurlijke orde.

Dus wat houdt zuiveren nou eigenlijk in?

De tweede regel is die van de zuiverheid, s'auca. Gewoonlijk betekent het het aanvaarden van seksuele frustratie ofwel het celibaat, of je nu getrouwd bent of niet; maar het dekt ook de betekenis van dâna: delen, communiceren en wegschenken. seksuele frustratie is een normaal iets, het is er niet enkel voor de menselijke wezens. Dieren groeien er hoorns en bossen veren mee en mensen ontwikkelen er een cultuur mee. Maar begrijp me niet verkeerd, seks is niet slecht. Je moet eenvoudigweg dat hondse en aapachtige lijf aan de lijn zien te krijgen. Op de eerste plaats ben je een menselijk wezen of een individuele ziel van respect voor de Superziel van God in den hoge die boven dat alles staat, die de zuiverheid is die we moeten delen. Maar zuiverheid is nog meer dan het delen en het celibaat. Het betekent ook dat je de geest gericht moet houden met de mantra's waar we het over hadden. Hoedt je voor het nevenmotief. De lust verschaft ook inspiratie en leidt de geest af. Lust vereist regulatie, ontkennen helpt niet echt. Seks is goed als je verliefd bent en je de natuur zijn gang wilt laten gaan. Zo krijgen we nu eenmaal kinderen. Maar als een gewoonte, een vorm van dwangmatigheid, een soort van lol en als een mechanisch iets moet je er nee tegen zeggen; het is dan niet echt meer het delen, het is dan zelfzuchtig en destructief. Bederf het natuurlijke niet met zo'n bedorven geest of steen van gehechtheden in je hart. En tenslotte betekent zuiverheid ook het schoon zijn natuurlijk, mentaal zowel als fysiek. Niet enkel geen bedorven en afgeleide geest van begeerte, maar ook het altijd maar weer doen van de afwas, schoon ondergoed aan hebben iedere dag, iedere ochtend een bad nemen, je handen wassen na de stoelgang, je wassen voordat je gaat slapen, het grondig drie maal daags je tanden poetsen en het regelmatig de was doen en andere huishoudelijke taken. Aldus is s'auca ook het letterlijk schoon zijn. De mentale en fysieke zuiverheid, met het delen en al, is je trouw zijn of anders ben je ontrouw in verraad en neergang. Geloof erin.

Boete doen is iets moeilijks. Hoe doe je dat en waarom zou ik mezelf eigenlijk beperkingen op moeten leggen, heerst de natuur niet over ons?

Het derde principe is dat van de boete, tapas. Je hebt vrijwillige boete en opgelegde boete. Je kan het maar beter niet aan God of het lot overlaten om de boete op te leggen. Met alles wat je doet moet je van ophouden weten, zelfs met het ophouden moet je ophouden, zoals het is met 's nachts je bed uit moeten komen om een plas te doen. Niet van ophouden weten betekent dat je feitelijk ook niet in staat bent ergens goed mee bezig te zijn. Zo werkt die auto nou eenmaal die je lichaam is. Het rijbewijs van de boete is wat je nodig hebt zogezegd. Dat is de beheersing die je nodig hebt met de ether en daar hebben we dan weer de noodzaak van de orde van de tijd. Dus voor je eten, is er vasten: iedere nacht doe je dat en ook iedere vijftiende dag op de cakrakalender moet je dat doen zodat je niet zit te vasten op een dag dat je sociaal moet zijn (dat je uitgaat, je actief bent op het vlak van het valse ego, als je je gezicht moet laten zien), hetgeen, formeel, de zevende en de veertiende cakradag is van een 15-daagse periode van twee werkweken die bestaan uit zes werkdagen. Vasten kan je het best doen door helemaal niet te eten, enkel maar water drinkend, melk of vruchtensap. Het lichaam moet je zo nu en dan in de reservestand zetten om het zo maar te zeggen. Als je gezond wil blijven moet je regelmatig en met een goede planning die schakelaar omgooien. Teveel eten is een van de grote problemen van de moderne samenleving. Mensen consumeren maar, met een valse, geconditioneerde schreeuwhonger, maar hebben met de ether niet de beheersing zonder meer. Ze ontwikkelen allerlei soorten ziekten omdat ze vergeten hun schakelaar om te zetten. Je eet toch ook de kliekjes op die je in de koelkast hebt? Dit is het zelfde. Ruim die koelkast uit, leef een dagje op je reservevet. Verder heeft boete ook betrekking op handelingen, met name baatzuchtige handelingen. Op cakrazondagen van socialiseren, op de signaaldagen van de maan van studeren en/of religieus vieren en op de zonnedagen van schrikkelen (de vijftiende cakradag en de tweemaandelijkse extra dag om de cakramaand te schrikkelen), zou je je niet bezig moeten houden met productieve of baatzuchtige arbeid. Maar onthoudt, jezelf corrigeren is iets van alle dagen, precies zoals je ouders je ook alle dagen op moesten voeden. En let er ook goed op dat je je lichaam niet gaat kwellen door te lang te vasten, niet genoeg te slapen of andere vormen van zelfontkenning. Het is allemaal een kwestie van regulatie op een zodanige manier dat het aangenaam blijft en natuurlijk voor je is. Het normale eten is ook beperkt tot de tijden die ervoor vastgesteld zijn. Door je zaakjes goed te regelen vermoei je jezelf niet en hoef je om die reden dan ook niet zo veel te slapen. Een moeder die d'r kind niet goed opvoed, krijgt een dreinend kind waar ze doodmoe van wordt. Dus, met achting voor wat we hierboven behoorlijk noemden in het filognostisch niet vergooien van je leven met nevenmotieven, probeer in dezen altijd de natuurlijke orde aan te houden: de dagen van de zon en de maan en de klok die op de zon is ingesteld; het gezag van de natuur is het juiste gezag, het dharmische gezag, de rest is compensatie van een mindere kwaliteit. Mislukkend in deze meer gewetensvolle zelfregulatie zal je vroeg of laat de prijs ervoor moeten betalen in de vorm van een opgelegde boete. Je zal ziek worden of anderszins geplaagd worden door je psyche of door wendingen van het lot. Tijdens een oorlog b.v. kan je zien wat er gebeurt in de vorm van een opgelegde boete: de lol van het consumeren is eraf, alles wordt dan gerantsoeneerd, oftewel boetvaardig delen moet dan opgelegd worden. Boete is, niet meer nemend dan nodig is, dus ook delen. Blijf dus het lot voor, doe het uit eigen beweging of naar eigen inzicht. Je weet wel beter.
   Andere noodzakelijke vormen van boete zijn het vasten van melkproducten voor een maand (in mei b.v.) en het afzien van de televisie, tenminste een dag in de week teneinde te kunnen deconditioneren van, het af te leren met, die dictatoriale tegenstreving van het lokale principe. De griekse Odysseus moest zich ook aan de schapen (de lokale gemeenschap) vastklampen om aan de cycloop (de tv) die hem gevangen hield te ontsnappen. Dat, geconditioneerd als je bent, zal je niet meevallen zonder een alternatieve kalender en klok; het systeem heeft de neiging je te verslinden en je niets toe te staan wat er buiten valt. Wil je een systeem verslaan en weerstaan, dan heb je een systeem nodig.

Het laatste principe is dat van het mededogen.. dus moet ik in de yoga mijn naaste liefhebben of hoe zit dat ?

Zeker is een goede yogî een mens vol mededogen. Hij herkent zijn eigenbelang in dat van anderen en lijdt als anderen lijden. Dus helpt hij. Dat is mededogen, dayâ. Ik moet wel dom zijn als ik ervan geniet als een ander te lijden heeft. Wens dat een ander niet toe en aanvaard niet voor anderen wat je voor jezelf ook niet accepteert. De wet van het karma is die van de actie en de reactie. Het slaat altijd weer op jezelf terug. Je belandt in de wereld die jezelf hebt opgebouwd. Om die reden zegt men: zet je in voor de hemel en een betere wereld. Maar natuurlijk is het deze wereld, maar dan beter gedaan. Dat wat beter is omsluit zonder repressie het goed van dat wat eraan voorafging; wat is een boom nu zonder zijn wortels? Mededogen is het vredesprincipe, dat is hoe de menselijke zaak recht wedervaart. Zinloze zelfvernietiging is de moordenaar van alle geloof. Onnodig geweld moet koste wat het kost worden vermeden. Het is erg genoeg om van noodzakelijk geweld te moeten zijn, in de zelfverdediging, met het wapen van je vijand. De Gîtâ, waarin Heer Krishna zijn vriend Arjuna ertoe aanzet zijn wapens op te pakken en te vechten zegt het op deze manier: 'gezegend zijn zij die het op zich af zien komen, aan hen is het koninkrijk der hemelen.' Ook is het van belang om van liefdadigheid te zijn: geef hen die behoeftig zijn waar ze om verlegen zitten: voeding, onderdak, kleding, zekerheid en andere basisbenodigdheden. Zorg ervoor dat niemand heeft te klagen. Aldus volgt dit principe vanzelf het principe dat eraan voorafgaat. Zonder delen en helpen is de menselijke samenleving helemaal niet menselijk, maar bevindt ze zich op de weg van de zelfvernietiging. De vier principes genoemd definiëren de menselijkheid, en dat is niet de dierlijkheid die zwakheid ermee is, die misleidt, doodt, promiscue is en steelt. En niet op de laatste plaats is er dan ook het mededogen met andere schepselen. Wees ook met hen geweldloos. Het is niet nodig om dieren voor het voedsel te doden. De levensvreugde die je hen gunt zal de jouwe zijn als je ze hun volle leven laat leven. Je doodt toch ook niet je moeder als ze jou niet meer te eten geeft? Waarom zou je dan wel moedertje koe doden als ze geen melk meer geeft, is dat niet immoreel? En laat ook de andere dieren leven. Deel in de levensvreugde, niet zozeer in de levenslust, dat is de weg naar God. Vermijdt niet-noodzakelijk geweld. Ik zeg het je nog eens: de noodzaak voorbij ben je een dwaas die stap voor stap afglijdt in de hel.

Dus hoe moet ik dan een goede vegetariër zijn? Alleen maar bonen eten in plaats van vlees maakt me hongerig, dat kan toch niet goed zijn? Dat zou me verzwakken!

Gelijk heb je. Maar de kracht die je zoekt is niet de kracht van het onnodige geweld dat vleeseters koesteren tegen dieren. Het is meer de kracht van de defensief gewelddadige olifant en het rund, dan de kracht van de offensief gewelddadige tijger en de wolf die je zoekt als mens. Het vegetarisch dieet vraagt wat meer inspanning van jouw kant om gezond en krachtig te blijven. Maar de resulterende levensvreugde maakt het zeker de moeite waard. Dus let goed op je eiwitten, je vitaminen en mineralen als ijzer. Voor je eiwitten eet je bonen gecombineerd met granen. Ze vormen z.g. complementaire eiwitten, samen verschaffen ze je al de bouwstenen voor je lichaamseigen eiwitsynthese. Vlees is net een vitaminepil: je krijgt alles in een hap binnen. Dat is aardig, en smaakt nog goed ook, maar het afbreken van hoogwaardige, complexe eiwitten in de samenstellende delen die nodig zijn voor je eigen eiwitaanmaak, geeft giftige afvalstoffen in de darmen die schade doen aan je spijsvertering en werkt, volgens sommige onderzoekers, ziekten in de hand als kanker van de maag en de dikke darm, zeker als het vlees gerookt of geblakerd is. Vleeseters als katten en honden hebben korte darmen. Maar jij als een primaat met beperkte talenten in dezen hebt dat niet; jij hebt een lang darmkanaal. Jij vergiftigt jezelf met vleeseten en daarom zegt de dokter ook altijd: je moet aan je conditie werken, je lichaam in beweging zetten, je in het zweet hollen, al is het alleen maar om je spijsvertering te stimuleren. En zo is veel van de vleeseterscultuur er alleen maar is voor digestieve doeleinden: om je stront te bezorgen. Letterlijk verzuurt men als vleeseter bij de noodzaak van een sterker maagzuur. En verzuurd speeksel is ook niet goed voor je dentale gezondheid. Dus wees ook om de redenen van een vreedzaam en comfortabel leven, een vegetariër. De planeet kan bovendien ook niet zoveel vleeseters herbergen. Dus zet het uit je hoofd, er zit geen toekomst in. De eiwitten zijn, met bonen en granen gecombineerd, het probleem niet; je moet er zelfs op letten dat je het lichaam niet al te veel tevreden stelt door alle eiwitten in een maaltijd tegelijk te gebruiken, tenzij je natuurlijk een feestje hebt of wat extra's kan gebruiken. Eet brood of iets van granen bij het ontbijt, maar niet steeds rijst of pasta bij je warme eten. Eet in plaats daarvan, als je niet te dik bent, aardappels. Gebruik slechts (bij voorkeur biologische) bonen of andere peulvruchten bij de aardappels en groenten in het vervangen van je vleesmaaltijd. Het lichaam zal er dan ijverig in blijven om het noodzakelijke aanvullende koekje bij de thee te krijgen of een boterham wat later op de dag. Eet weinig, maar regelmatig; maar laat je ook af en toe eens gaan, b.v. op een cakradag als je sociaal bent. Drink kruidenthee. Dat tezamen houdt het lichaam zowel als de geest gretig zowel als bevredigd. Voor je vitaminen moet je ervoor zorgen dat je drie stuks fruit per dag eet zowel als een half bord verse groente. De vitamine C is absoluut noodzakelijk. Je zal gebukt gaan onder depressies en ziek worden als je ze niet binnen krijgt. Voor je ijzer, een element dat ook vrij voor handen is in de vleesmaaltijd, moet je ijzerrijke groenten en vruchten eten, zoals broccoli, witlof en vijgen om geen last te krijgen van bloedarmoede. Voor je vitamine b12 - de vitamine die je hongerig maakt als die ontbreekt - moet je melkproducten eten (je kan maximaal een maand zonder B12). Het is een vitamine nodig voor je zenuwstelsel. Drink, behalve met het melkvasten dan, twee glazen melk per dag of anders, als je allergisch bent voor lactose, kunnen een paar plakjes kaas volstaan die dezelfde hoeveelheid melk dekken. Kaas is samengeperste en gefermenteerde melk waar het water aan ontbreekt. Het is veilig voor mensen met de allergie. Veganisten zijn ertoe veroordeeld zeewier te nuttigen in plaats van melkproducten te gebruiken. Een dergelijk dieet is veel moeizamer. Wees niet een fanaat, of anders lijdt je aan een gebrek aan filosofie. De koe is je welvaart en welzijn, en in een vegetarische cultuur is ze heilig dus. Noten zijn ook een bron van vitamine B (maar niet van B-12), selenium (paranoten) vetzurenen eiwit (zie een overzicht). Eet, zij het spaarzaam, echte boter op je brood en geen margarine, de kunstmatige vitamine D erin kan je namelijk ernstige moeilijkheden bezorgen. Een teveel ervan geeft, i.t.t. de natuurlijke vitamine D, kalkafzettingen (hypercalcemie) door het hele lichaam. Ook kunnen er problemen ontstaan met b.v. je gewrichten en zenuwen. Vitamine D heeft te maken met het immuunsysteem dat, ontregeld met een verkeerde D, kan leiden tot chronische ontstekingen zoals gezien in ziekten als M. S. en artritis. De les is dus: eet natuurlijk en niet te veel, niet alles tegelijk, en eet gevarieerd; dan zal je langer en gelukkiger leven dan menig een vleeseter en zal je zonder al het zweet zijn (en de extra medische onkosten en ellende) om gezond te kunnen blijven.

Dus nu ben ik klaar met het transcenderen van de geaardheden met de principes?

Mits je je dagelijkse oefeningen doet wel ja, om te beginnen. Natuurlijk is de weg naar binnen een volledig proces van zelfrealisatie dat zich bezighoudt met de diverse aangelegenheden van de verlichting en de bevrijding, niet enkel maar met het vijf minuten neerzitten voor de meditatie met een vegetarische maaltijd. Je hele leven zal een transformatie ondergaan als je een meer bovenzinnelijke persoon wordt die zichzelf beter in de hand heeft. Je zal tot het inzicht komen dat je een zeker abstractievermogen aan het ontwikkelen bent dat de weg vrijmaakt voor hogere niveaus van functioneren met je identiteit van dienstverlenen. Maar onthoudt dat opstijgen naar het abstracte nimmer tot escapisme moet leiden. Blijf betrokken in het concrete bestieren van het evenwicht in de velden van handelen die we bespraken.

Er zijn dus realisatieniveaus?

Het zijn meer verschillende soorten van betrokkenheid. Iedere ziel heeft zijn eigen mix van concrete en abstracte talenten in dezen. Het hogere abstracte is niet noodzakelijk heiliger of beter dan het meer concrete. Hoe men dit spel van de orde speelt is iets hoogst persoonlijks. Dit is wat de menselijke identiteit effectief maakt die rechtvaardig is, die niet als een gefixeerd ego vals is van verbeelding en hooghartigheid, maar een ego is dat in overeenstemming verkeert met de dictaten van dit absolute van de menselijke en goddelijke waarheid van identiteiten op verschillende niveaus, met verschillende graden van ervaring en stijlen van vorderen. We zullen het daar uitvoeriger over hebben in onze volgende conversatie. Tot zover is het genoeg dat je inziet dat de yoga niet zomaar wat oefeningen inhoudt, maar dat het een volledige filognostische werkelijkheid is van het hebben van verschillende gezichtspunten van spiritueel weten die je hele leven dekken. Die volheid van het leven is wat de filognosie beoogt, dat is wat de yoga werkelijk maakt. Zoals ik je al zei is de yoga in enge zin zelf maar een van de zes gezichtspunten in de filognosie. De kwestie van het verzonken raken in de anga's, de niveaus of geledingen van de yoga, die in werkelijkheid meer een soort van bereiken zijn die elkaar overlappen, is enkel maar deze dialoog in feite, de voorgaande hield zich meer analytisch bezig met de tweevoudige aard van de yogafilosofie, en de rest daarvoor en wat nu nog volgt is meer een kwestie van wetenschap en respect voor de persoon.

Maar wat zijn nu deze niveaus of leden van de transcendentie?

Zoals men in de yoga eerst acht wat men niet doet volgens de gelofte om deze principes te volgen en dan wat men wel doet ter regulering van de handelingen zoals besproken, je daarna gaat zitten in houdingen om je ademhaling te reguleren, je je dan naar binnen keert, om je te concentreren met een mantra om te mediteren en dan verzonkenheid te vinden in het zelf, is ook je hele leven in de filognosie een proces dat overeenkomt met een dergelijke individuele oefening. En denk alsjeblieft niet al te lineair over de nu volgende opsomming.

- 1) Het yama-niveau: In het begin kan je nogal lichamelijk zijn jong als je bent en begerig om een leven op te bouwen, anderen aan te trekken en met jezelf voor de dag te komen. Het beginnersniveau is een worsteling met de gelofte van de yoga om zuiver te zijn in dezen met het geweldloos, waarheidlievend, niet-bezitterig en niet stelend van boetvaardigheid zijn in het celibataire, zelfs in geval je getrouwd bent.

- 2) Het niyama-niveau: Op het volgende niveau of veld van respect in de overstijging, worstel je met de orde van een geregelde praktijk. Je moet aan het studeren raken, rein zijn, de zaak dienen, offers brengen, gastvrij zijn, tevreden zijn, liefdadig zijn, trouw zijn en van aanwezigheid. Het kost wat tijd om dit in je leven zo in te richten met het zoeken van evenwicht met de orde van de tijd. Het is als een sport die je beoefent om de handelingen op elkaar af te stemmen. Het valt zwaar in het begin, maar gaat fijn op den duur.

- 3) Het âsana-niveau: Bij het volgende belang van de bovenzinnelijkheid leer je de juiste houding van dienstbaarheid aan te nemen met het beheersen van je lichaam. De zaken uitproberen in wedijver, wedijverend met de zwakkere benadering van je voorgaande leven, moet je het leren om samen te werken, naar de algemene aanwijzingen van de klassieke wetenschap der wijsheid. Naast de meditatiehouding om de lichaamskracht te beheersen, is het ook de levenshouding in het algemeen die je ontwikkelt om sportief te zijn in het gezag over de hond die je lichaam is. Het is nog niet zo makkelijk als het wel lijkt om jezelf de baas te zijn. Wat je ervoor nodig hebt is de gelofte en de oefening van het niveau hiervoor. Je moet dus de verzaking in de praktijk brengen, de houding ontwikkelen en zo de beheersing hebben.

- 4) Het prânâyâma-niveau: Op het volgende niveau leer je het je adem te beheersen zodat je je kan concentreren. In de werkelijkheid van je leven is dit gewoonlijk de adem die je bezigt in het beheersen van je spraak. Je moet het juiste zien te zeggen zodat je vertrouwelijkheid kan vinden met anderen, gehuwd kan raken en een betrouwbare partner kan zijn die zichzelf in de hand heeft. En daar ben je dan weer; teneinde relaties op te kunnen bouwen en te kunnen onderhouden, heb je de gelofte nodig, de regulatie en de beheersing over je lichaam als de voorwaarde. Op dit niveau nu, in dit veld van yogabelang, komen we, van het private ons in het publieke begevend, boven de gordel uit om het zo te zeggen, en bouwen we moreel gemotiveerd met het lichaam onder controle een formele samenleving op van verantwoordelijke en trouwhartige mensen.

- 5) Het pratyâhâra-niveau: Het volgende niveau is het niveau waarop je je naar binnen keert. Je kan jezelf niet enkel op de verscheidenheid van de buitenwereld richten zonder je concentratie te verliezen, zonder je gerichtheid op de zaak van een gelukkig leven voor allen kwijt te raken. Nu moet je betekenis ontwikkelen in je relaties. Je moet je daarop concentreren en verantwoord bezig zijn, betrouwbaar, aanspreekbaar, als een baken van helderheid om een betekenisvolle ander te zijn. Je zou kunnen denken dat de yoga een zelfzuchtige praktijk is van je blik naar binnen richten, maar filognostisch zie je in dat je geen enkele kwaliteit kan ontwikkelen zonder de betekenis in te zien van de ziel als de realiteit van de waarden en de God die je deelt met anderen. Zelfs de strengste yogî die probeert in het bos te mediteren voor zijn verlichting moet in relatie tot zijn omgeving een leven opbouwen op een zodanige manier, dat een zekere kwaliteit tot stand komt die liefde en vrede inhoudt voor al het leven binnen in hem en buiten hem. De mediteerder kan zich niet afscheiden van het leven. Hij is het leven en ziet het gelijkelijk overal om zich heen; dat gezichtspunt van de ziel is de concentratie op de innerlijke realiteit die er nodig is. In feite wordt men meer reëel, wordt men werkelijker, als men zich verdiept in het zinnig bezig zijn met andere levende wezens; niet als men meer afstand ontwikkelt als een escapist en een vreemdeling wordt die op de vlucht is voor maatschappelijke verantwoordelijkheden. 'Laat deze yoga niet ten koste gaan van voorgeschreven plichten' schrijft de wijze Vyâsa in de Gîtâ. Aldus concentreert men zich op de ziel in het in contact blijven staan met anderen middels afspraken naar de oorspronkelijke orde van de tijd, en zo maak je het leven zinvol, zo maak je een verschil. Dit niveau is cruciaal, hier draagt men zorg, vestigt men zich en heeft men lief als de filognost, als de persoon van begrip en overzicht, met een hart dat je hebt om vol van leven te zijn, echt als je bent met de yoga.

- 6) Het dhâranâ-niveau: Verder transcenderend in emancipatie begint de kennis een rol te spelen. Om een meer nauwkeurig omschreven overeenkomst met jezelf en met anderen te hebben, om jezelf te doen gelden, besprekingen te hebben en je te bezinnen, is van doorslaggevend belang voor de samenleving waar je deel van uitmaakt en waar je verantwoordelijkheid voor moet leren dragen. Dit is de feitelijke concentratie die jou als persoon vormt en je leven uitmaakt. Strikt individueel bezien is het de praktijk van de mantra's, de beknopte zegswijzen van je wijsheid en ervaring. Maar om met anderen samen in overeenstemming van dienst zijn voor de filognostische zaak en daarin een voorbeeld voor anderen te vormen, moet je je concentreren op alles wat bevorderlijk is voor de menselijkheid en de gerechtigheid voor alle levende wezens en de hele planeet. Dat is het verlichte eigenbelang ervan waarvoor je jezelf moet doen gelden in discussies en het moet leren de zaken geconcentreerd in overweging te nemen.

- 7) Het dhyâna-niveau: Hierna volgt de meditatie waarin men komt tot begrip, tot het weten-hoe. Nu is het menens met de zaak, is het een wetenschap van handelen zonder te handelen; van aanwijzingen geven zonder te dirigeren. Je leerde het een hart te hebben en een model te zijn. Nu, om een stille getuige te kunnen zijn, moet je onderzoek doen, en betwijfelen wat haaks op de zaak zou staan. Nu vindt de concentratie zijn functie. Als je eenmaal deze meer onthechte positie van de stille getuige hebt bereikt, reik je tot het volgende niveau.

- 8) Het samâdhi-niveau: wat volgt als gevolg van de gelofte, de regulatie, de oefening, de praktijk, de relaties, het hart, de gelding en het verstaan, is de verzonkenheid van de zelfrealisatie waarin het ongewenste zijn vernietiging vindt, het gewenste tot stand wordt gebracht en de cultuur zijn viering bereikt in het handhaven. Het als een ziener in het moment van het hier en nu met de ether stabiliteit vinden in deze positie van bovenzinnelijkheid, vormt de praktijk van het volledig mens zijn in het alledaagse leven met achting voor de velden waarin men zijn evenwicht heeft gevonden met de principes. Het gaat er niet om als zodanig een naam te hebben; men kan heel goed op de achtergrond met de traditionele heren der schepping, vernietiging en handhaving zijn rol spelen in de aangelegenheid van de wijsheid en de transcendentie. In dit laaste stadium gaat het om de stabiliteit van je verzonkenheid in het gelukzalige, het duurzame en het bewuste van de verbondenheid in de yoga.

Je mag je van laag naar hoog bewegen, van de materie naar het etherische, met deze niveaus of gebieden van belang van de achtvoudige yoga in je leven opklimmend naar de hemel, maar evenzogoed kan je van concrete handelingen en aanwezigheid zijn op deze manier. Dit vermogen om je opwaarts en neerwaarts te bewegen is de (âroha/avaroha) kwaliteit van het gerijpt zijn in de filognosie, of van het hebben van die liefde voor de kennis die jij en de rest van de wereld nodig hebben om te overleven, gemotiveerd te zijn en je te verheugen. Laten we er nu een punt achter zetten en deze afdeling van waardenbeheersing als afgerond beschouwen. Hierna zullen we ons bezinnen op het spel van de orde dat we met deze waarden en niveaus aan het spelen zijn.

Emancipatie is je zo dan bovenzinnelijk verenigen met discipline?

Emancipatie is het ontwikkelen van toewijding in relatie tot de verlichting. Deze bestaat uit negen activiteiten die het resultaat zijn van het combineren van de drie verschillende vormen van het je verenigen in je bewustzijn (in de kennis, de arbeid en het vrijwillig dienen) en de drie disciplines (van het onpersoonlijke - de ether -, het lokale - de materie, en het persoonlijke - je tijdorde).

Vedisch heet dit wordingsproces bhâgavata dharma en wordt het ietwat anders omschreven.

Ok, en bedankt Aadhar voor deze verheldering.

 


Dialoog vijf III-a Identiteitsbeheersing

In de nu volgende sectie komen we tot het inzicht wat het betekent een persoon te worden, een identiteit te ontwikkelen. Het idee van de persoon is van cruciaal belang als je gelukkig wilt worden. Vervreemd voelt men zich als een persoon verwaarloosd en heb je de neiging destructief te worden met het bestrijden van dat slechte gevoel. Het idee hier is dat met het juiste respect voor het onpersoonlijke van de voorgaande secties, voor al de argumenten, feiten, regels en principes, je dientengevolge de persoon bereikt, de oorspronkelijke persoon. Je leert onderscheid te maken tussen de verschillende dimensies van het spel van de orde dat we in deze wereld aan het spelen zijn.

Aadhar, de menselijke identiteit, waar gaat dat allemaal over?

Bij het proces van de persoonlijke wording, ofwel het ontwikkelen van een identiteit in zelfrealisatie, zijn alle leden van de samenleving betrokken. Hij die beter is dan hij was, die vooruitging, respecteerde de principes der vooruitgang: de regels en de feiten van de absolute waarheid, de waarheid van God die onafhankelijk van jou bestaat en van alle kwaliteiten is die we beter noemen; hoe minder daarin het gevoel van vervreemding en de neiging tot destructief gedrag, des te meer zal men zich als persoon gerespecteerd voelen en zal men ook van respect zijn voor anderen. Bij de genade van je geboorte, door de natuur, en door de cultuur ontwikkel je een zekere voorkeur voor een bepaalde vorm van dienstverlenen.
   Sommigen zijn liever een vriend of kameraad die anderen uit de nood helpt, sommigen willen de zaken aanpakken en een eigen onderneming hebben, sommigen willen wetsregels instellen en controle uitoefenen als de een of andere overheidsdienaar en sommigen willen studeren, zich ontwikkelen en les geven op het gebied van de wetenschap en de religie.
   Deze vier zijn de basisroepingen die men kan hebben als men zich geroepen voelt tot een bepaalde vorm van dienstverlenen in de samenleving. Je identiteit zit echter ingewikkelder in elkaar dan het met deze oriëntatie behoren tot een bepaalde klasse van mensen (de z.g. varna). Ook de leeftijd speelt een rol en vormt een afzonderlijke geestelijke afdeling die we de status noemen (de âs'rama). Men is allereerst een jongere, gewoonlijk een celibataire student onder het gezag staand van volwassenen, ouders en leraren op school. Na school kiest men een beroep en trouwt men, en bereikt men de status van jong-volwassene. Men vormt een gezin, verwekt kinderen en voedt ze op, en dat wordt door velen als de essentie van het leven gezien. Maar er komt meer bij kijken. Na grofweg twintig jaar van dit soort familie-aangelegenheden zijn de kinderen volwassen geworden en neemt de middelbare leeftijd zijn aanvang. Voor vrijgezellen die nooit trouwden geldt hetzelfde: zo rond hun veertigste moeten ook zij gearriveerd zijn, moeten ze weten waar ze voor staan in het leven, moeten ze de volwassenheid van hun eigen betrokkenheid of van wat ze neerzetten in de samenleving onder ogen zien. Het getrouwde stel dat door niets anders gebonden werd dan het seksuele akkoord terwille van het verwekken en opvoeden van kinderen kan zich dan in een scheiding bevinden, omdat op dat moment het contract der voortplanting afloopt. Maar dat hoeft dus niet zo te zijn. Men kan zich gebonden in de filognosie, in de liefde voor de geestelijke kennis van de ziel, tezamen terugtrekken met of zonder een bepaalde religie, die je bij elkaar houdt in toegewijde dienst. De mensen van middelbare leeftijd worden verondersteld de jong-volwassenen te begeleiden en aan hen hun ervaring over te dragen. De traditie moet worden doorgegeven en de ingenomen posities moeten worden overgedragen aan de volgende generatie. Het verwaarlozen van de cultuur van de middelbare leeftijd door mensen die gehecht zijn aan het leven van jong-volwassenen geeft een generatieconflict, daar op die manier de doorstroming in de samenleving wordt geblokkeerd. De middelbare leeftijd is de leeftijd waarop men verantwoordelijkheid moet nemen voor de samenleving in zijn geheel. Ze hangt meer af van de kennis en de cultuur dan van familierelaties en andere gehechtheden. Daarna ouder wordend, wordt men een senior die afdoende onthecht is om de klassieke wijsheid te vertegenwoordigen, de wijsheid waar zij die van een middelbare leeftijd zijn nog niet zo een, twee, drie helder in zijn, met hun nog steeds half verstrikt zijn in materiële aangelegenheden; maar ze keren ernaar terug. De senioren zijn er verantwoordelijk voor hen te herinneren aan de klassieke waarden van de inzichten die ze in hun eigen leven verwierven en van hun voorvaderen, de wijzen en de antieke filosofen meekregen die hetzelfde deden, en dat is dan meer een kwestie van tradities dan van ego. Aldus hebben we dan de identiteit van de mens in zestien mogelijke status-oriëntatiegroepen: de vier voor de status van een bepaalde leeftijdsgroep gecombineerd met de vier voor de roeping van een bepaalde betrokkenheid van dienstverlenen.

Zijn ze hetzelfde als de indiase kasten?

Min of meer, je mag het wel kasten noemen, maar het zijn universele categorieën van toepassing op alle menselijke samenlevingen. De normale werknemer is de kameraad en de vriend die achtereenvolgens de carrière doorloopt van een kennis te zijn, dan een partner te worden, vervolgens een metgezel in het leven te vormen en tenslotte als senior in ruste het leven af te ronden. Voor de ondernemer die van de verschaffing is ontwikkelt het leven zich idealiter van het assistent zijn in de leer naar het managerschap met verantwoordelijkheid, om vervolgens op middelbare leeftijd de leiding te hebben als z'n eigen baas of directeur om tenslotte na de overdracht van de zaak aan de volgende generatie nog als commissaris mee te denken in de eindverantwoordelijkheid van de bedrijfsleiding. De volgende klasse-oriëntatie in het leven geldt die van de bestuurder, de ambtenaar en militair die van initiatief is in samenhang met de maatschappelijke orde, en die naar model allereerst zich als held moet bewijzen in de jeugdbeweging of als een rekruut, en dan dat krediet moet zien te verzilveren in de vorm van het op zich nemen van een zeker leiderschap. Vervolgens is degene van initiatief als leider van een bepaald groepsbelang dan op basis van zijn ervaring geschikt om als een politicus op te treden die kan bemiddelen tussen het wenselijke en het haalbare, waarna tenslotte de bestuurder, dan op leeftijd zijnde, rijp is voor de kamers van advies of voor een meer onafhankelijke positie als adviseur. Voor het intellect tenslotte dat zorg draagt voor de begeleiding is er allereerst het leerling zijn in een schoolverband, vervolgens het zelf een leraar worden die als raadsman of therapeut de studenten of cliënten in hun ontwikkeling bijstaat en zo ondertussen zijn eigen praktische inzicht ontwikkelt. Daarna, als de werklast van het lesgeven en bijstaan ten einde is, volgt er een periode van herbezinnen waarin men met de opgedane ervaring zich verder verdiept in de wijsheid en de tradities die aan de overgedragen cultuur ten grondslag lagen, om vervolgens op hogere leeftijd dan meer onthecht, gelouterd en ervaren met de geestelijke verantwoordelijkheid, voor een zekere dienst van eerbetoon de heugenis van die wijsheid te verzorgen: het priesterschap, de spreekbuis van de bereikte cultuur. Zo is met deze indeling aan ieders leven een plaats gegeven. Duidelijk is dat bij de genade van de klassieke geschriften en de actuele menselijke werkelijkheid, de posities van de maatschappelijke identiteiten als een absolute waarheid vastliggen, maar dat de persoon zelf bepaalt in hoeverre het een tot het ander zou leiden, dan wel een abstracte of meer concrete realiteit zou vormen.

De volgende tabel laat de orde van de zestien basisidentiteiten zien aan de hand waarvan mensen hun functie in de samenleving zoeken en in niveaus van abstractie en graden van ervaring en waarmee ze hun kwaliteit ontwikkelen en valsheid bestrijden. Je kan je het volledige beeld ervan voorstellen als een flatgebouw met acht verdiepingen met op iedere verdieping zestien appartementen met drie kamers per appartement. Dat is het gebouw waar de mensheid in woont, waarbij een ieder die daarin leeft op en neer gaat in de lift van de transcendentie of overstijging en zich door de kamers beweegt naar gelang de ervaring. Somtijds, gemiddeld vier keer in je leven, verhuis je naar een ander appartement, als je door je leeftijd van status verandert.

Het probleem met deze identiteiten of de z.g. varnâs'rama kasten is het zich identificeren ermee, de valse trots die mensen eraan ontlenen kunnen en waarmee ze zich van elkaar afsluiten. In de filognosie leggen we, naar het idee van het vedisch hervormen van Heer Caitanya, de nadruk op het belang dat deze identiteiten gefixeerde posities zijn in het 'Spel van de Orde' van kwaliteit ontwikkelen, maar dat men zelf vrij is om zich op en neer te bewegen langs de ladder naar de hemel. Van nature ontwikkelt men zich door deze kasten heen. Dus, hoewel je door je geboorte voorbeschikt bent voor een bepaalde klasse, kan je naar je aard een andere weg volgen. Om die reden noem ik het voor jou status-oriëntatiegroepen of maatschappelijke identiteiten. De burgerlijke status is iets natuurlijks dat in de loop van de tijd verandert, en de klasse is evenzo iets dat kan veranderen vanwege persoonlijke keuzen en een opleiding. Ook al lijkt het erop dat je je geboorte niet voor het uitkiezen hebt, werkt, zoals in de vorige dialoog werd uitgelegd, de zaak alleen goed met achting voor een zeker proces van overstijgen waarin we de nodige kwaliteit ontwikkelen. Door deze kwaliteit ontwikkelen we het bewustzijn dat je de keuze biedt, dat aldus iemand de vrijheid verleent. Alleen op deze manier kan het kastenstelsel, de rangen- en standenmaatschappij, het klasse-gebeuren, in de hand worden gehouden en worden beschermd tegen valse claims op basis van vereenzelviging en trots. Men is niet een beter mens vanwege zijn zijn maatschappelijke positie, geboorte, leeftijd of opvoeding, men is beter door zijn kwaliteit van bewustzijn, zijn talent te overstijgen, onderscheid te maken en te kiezen, door zijn abstractievermogen om de zaken te kunnen overzien en orde te houden, en zo verzonken te blijven in de goedheid en de kennis zo noodzakelijk voor de naastenliefde..

U zegt je kiest je leven niet. Is dat niet bepaald door je vorige levens?

Je huidige leven is ongetwijfeld een gevolg van wat je ervoor deed; of die vorige levens nu tijdens dit leven plaatsvonden of meer liggen in de sfeer van andere incarnaties van jezelf of van anderen waarmee je je identificeert en die aan jou voorafgingen. Zo kan ik René Descartes geweest zijn en jij Sigmund Freud en nu moeten we er dan achter zien te komen wat het analytisch inhoudt om van de rede te zijn met de ziel. Ook al heb je op ieder moment de mogelijkheid om van richting te veranderen in je leven, is het zo dat als je eenmaal een bepaalde richting opgaat, je het gevolg maar hebt te aanvaarden. In die zin heb je dan weer niet de keuze. Maar tot vlak voor de dood kan een ieder tot inkeer komen en daarmee de weg vrijmaken voor een beter leven erna. Het is niet de ziel die sterft, maar het lichaam dat sterft, dat is het uitgangspunt van de yoga en dus ook van de filognosie.

Dus wat houdt het in om 'het Spel van de Orde' te spelen?

Het betekent dat we het kastenstelsel aanvaarden, maar dan met achting voor het proces van zelfverwerkelijking in overstijging dat we ook wel emanciperen noemen. De identiteit van een kaste of status-oriëntatiegroep moet functioneel zijn. Een en dezelfde identiteit kan functioneren op verschillende niveaus in verschillende graden van ervaring. Dat tezamen is het spel van de orde waarin iedere persoon zijn levensopdracht vindt overeenkomstig zijn overstijging, zijn status, zijn klasse, zijn ervaring en zijn stijl van vorderen in het zich op of neerwaarts bewegen op de ladder naar de hemel.

Dit is nogal veel voor me om te kunnen bevatten...

Ja natuurlijk, je doet er ook je hele leven over om uit te plussen wie je bent en wat je gang door het leven zou zijn. Niemand behalve onze lieve Heer kan dit ten volle overzien. Hij vergunt je de blik middels de erfopvolging van de leraren van de traditie die de vedische literatuur in functie houdt. Ik kan het je alleen maar zeggen als een studerende en naar de geschriften zingende leerling van hen en er aldus gelukkig mee zijn om voor jou de verschillende waarheden van de oorspronkelijke wetenschap van de yoga en de opties van spirituele kennis in de zes afdelingen van de filognosie te combineren.

Er zit dus een bepaalde cultuur achter?

Ja, in mijn geval is dat de paramparâ, de geestelijke erfopvolging van de instructeurs of de âcârya's van de Caitanya-vaishnava's, zoals ze heten. Ze zijn in de straten van het Westen, maar ook in het Oosten op die manier, vertegenwoordigd door de monniken van Heer Vishnu die bekend staan als de Hare Krishna's. Velen zijn bang voor hen omdat ze zo fanatiek kunnen zijn over deze geestelijke erfopvolging en de aanbidding van de goeroes die erbij horen. Maar je hoeft niet in het klooster te gaan wonen waar zij leven. Ofschoon je dit alles ook heel snel kan oppikken daar met hen, is het ook voor de Moslims en de Christenen heel normaal om geen monniken en nonnen te zijn ten dienste van een kloosterorde. Die orde vormt de leerschool. Normaal gesproken zitten mensen op school om er af te studeren en hun verantwoordelijkheid in de samenleving op te pakken. Ook bij de Boeddhisten is het heel normaal voor jongeren om een monnik te zijn en dan later goede vaders en echtgenoten te zijn in de normale samenleving. Maar er is hoe dan ook een bepaalde vorm van systematisch respect voor nodig om niet deze dialogen te vergeten en stevig te staan in je geloof, en aldus is dit ook van toepassing op de orde van de tijd zoals we die besproken hebben; je moet het systematische respect voor deze oorspronkelijk religieuze aangelegenheid op je agenda plaatsen. Deze persoonlijke sectie stelt: als je als een persoon wilt worden gerespecteerd zal je ook andere personen moeten respecteren, en waarom dan niet de oorspronkelijke leraren, de Heren en Profeten van de religies? Religie betekent weer opnieuw gaan lezen, je opnieuw in verbinding stellen, en aldus komen we als toegewijden van het volkomene samen op de signaaldagen van de maan om te zingen en te lezen in het Bhâgavatam, het oorspronkelijke boek waarin al de wijsheid betreffende de vedische orde filognostisch is gecombineerd in één verhaal; het Verhaal van de Fortuinlijke, Hij van het geluk die jij ook wilt zijn en -ten dele - kan worden bij de genade van God.

Moet ik naar India gaan? Of moet ik naar Jeruzalem of Mekka als ik een Christen, een Jood of een Moslim ben?

Wel, natuurlijk kan een bedevaart ondernomen worden om ingevoerd te raken in de routines, de filosofie en de sociale structuur van de religie en kan je alzo daar je foute verleden vergeten, maar je zult weer terug moeten en je leven hier weer oppakken waartoe je was voorbestemd. De Moslims zeggen dat je het eens in je leven moet doen. Maar wie zal er zeggen wat een heilige plaats is? Een plaats is heilig door de mensen die er samenkomen. Dus kan je naast India ook naar Lourdes of Santiago de Compostella, of de paus bezoeken. Soms volstaat het om onderweg een sterke vertegenwoordiger in de leer te ontmoeten. Hij vertegenwoordigt al de wijsheid en zuiverheid, en de herinnering aan hem kan voldoende zijn om je op het juiste pad te brengen en je erop te houden. Aldus zijn sommige mensen volmaakt tevreden met hun eigen pandit, imam, pastoor en dominee als zijnde heilig genoeg. Laten we zeggen dat het niet slecht is verder te kijken dan je neus lang is en in te zien wat er in de wereld nog meer te ontdekken valt in dezen.

De filognosie is dus niet specifiek indiaas dan?

In mijn geval is het een mix van de christelijke achtergrond die ik heb, de ervaring met de professionele psychotherapie en de wetenschappelijke methodologie die ik had als een afgestudeerd psycholoog, en de overstap tot de yoga ermee die volgde op mijn confrontatie met de onverschilligheid van onze materialistische samenleving. Maar een Moslim mag een Moslim blijven die de Soefi's bezoekt en terugkeert van Mekka alleen maar om te participeren als een volmaakte en geheiligde gelijke in hetzelfde spel van de orde waar we het over hadden en waar we beiden bij betrokken zijn. De filognosie bindt de verschillende religies en persoonlijke geschiedenissen van zelfverwerkelijking samen in de gnosis, in de kennis van de geest, in de persoon van God en in de feitelijke werkelijkheid van de tijd in relatie tot het krachtveld van de ether en het leven waar we mee te maken hebben.

Hoe zit dat nou met al die goeroes en leraren?

Je hebt ze inderdaad in soorten en maten. De basisdualiteit voor hun indeling wordt gevormd door het verschil tussen de discipline en de bron van de kennis. Wat betreft de bron van de kennis zijn er drie soorten leraren: de medegelovigen die meer op basis van gelijkheid met raad en daad bijstaan en je met voorbeeld en inspiratie inwijden in het veld; de leraren van de in opeenvolging overgedragen geestelijke en intellectuele disciplines en religieuze tradities die instructie geven; en je hebt de goeroes van binnenuit die je kent via de geschriften. Deze drie verschillende typen leraren kennen ook drie verschillende disciplines, zodat je in feite negen verschillende soorten van goeroe-disciplines of afzonderlijke leermeesters voor de geestelijkheid hebt. De drie disciplines zijn die van wat de Indiër brahman, paramâtma en bhagavân noemt: het onpersoonlijke, het lokale en het persoonlijke met God. Zo krijg je dan de tabel hieronder weergegeven. De leraren die je inwijden zijn allereerst, als het je ouders niet waren, de therapeut die je respect bijbrengt voor jezelf, de ander en de algemene regels; dan is er de new ager die de principes van het ware zelf introduceert en je leert te mediteren; en vervolgens zijn er de filognosten en andere vertegenwoordigers van spirituele tradities die je liefde voor de structuur van de kennis in het algemeen en de orde van de tijd bijbrengen, zodat je een leven hebt met de regulerende beginselen. Geleidelijk aan, met vallen en opstaan en zich heroriënteren ervaring opdoend, ontwikkelt zich met deze categorie van hulpverleners een eigen weg en een stabiele omgang en cultuur van instructie.

Die feitelijke instructie is afkomstig van degenen die, meer formeel als leiders, het intellect, de verlichting en de traditie vertegenwoordigen: ten eerste, de professoren en andere leraren en denkers van de wetenschap en de wetenschappelijke verlichting die allereerst bij de zoeker een nuchtere zin voor het juiste argument en de feitelijkheid bevorderen; dan zijn er de spirituele filosofen en mystici van de geestelijke soort van verlichting die je leren in die zin op eigen benen te staan en verantwoordelijkheid te nemen voor de kennis; en tenslotte zijn er dan de theologen, priesters en leraren van het voorbeeld in erfopvolging (de z.g. paramparâ âcârya's) die je invoeren in de heilige geschriften en de cultuur van het behoud, ofwel de religie van het zich steeds weer opnieuw verbinden in ritueel, bezinning en gebed.

De leraren van binnen zijn christelijk gezien de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, maar filognostisch zien we ze meer als de verschillende aspecten van God van schepping, behoud en vernietiging. Daarbij vertegenwoordigt de Heilige Geest of de Absolute Waarheid het principe van de Schepper terwille van een manier van denken die je kan delen - de homologie; staat de Zoon voor het principe van de Vernietiger die de obstakels van het geloof, het karma, wegneemt; en staat de Vader voor de Behouder die, ongezien vanuit het voorbije, je stabiliteit van bewustzijn, cultuur, welvaart, geluk, omgang, gemeenschapszin en duurzaamheid brengt. De laatste drie worden uitsluitend gekend via de geschriften en vereisen, opdat je met God van binnenuit kan leven, een zekere leergang met de voornoemde groepen leraren. In india zijn die geschriften de drie keer zes bijbels of Purâna's van Vyâsadeva die naast de s'ruti van de op de rituelen gerichte Veda's en op de filosofie gerichte upanishads, de smriti-kern van de in de verhalen herinnerde hindoe-cultuur vormen. Een uitzondering op deze regel van schriftuurlijke sturing vormt de incarnatie van de Allerhoogste Heer, de z.g. avatâra, die afhankelijk van de plaats en tijd steeds weer een andere gedaante aanneemt om de hele zaak van al deze leraren weer terug in goede banen te leiden. Alleen in Hem is er volkomen heugenis, continuïteit en beheersing van de velden, de kennis en de materie (zie ook de definitie van leraar/goeroe/filognost).

Kan je voorbeelden geven van deze soorten van leraren?

Oké, Freud was een van de eerste echte psychotherapeuten. Van hem leerden we op ons hoede te zijn met tijdschema's, met stelling nemen tegen de 'Vader' en met seksuele zaken. Osho Rajneesh, de goeroe uit Poona, was de peetvader van de new age die zich als een gelijke vriend opstelde. Tijdelijk werkzaam in een new-age meditatiecentrum dat was ongericht n.a.v. zijn predikingen, vond het idee van de filognosie in 1993 zijn ontstaan, in eerste instantie als een manier om regelmatig samen te praten en te mediteren. De avatar Sathya Sai Baba is met Zijn multiculturele sarva-dharma benadering een schoolvoorbeeld van een filognost in de religieuze zin, van iemand die, met veel liefde voor de integratie van de kennis op vedische basis, je voorbereidt op de traditie en de geschriften. Van Hem b.v. is de dagindeling in vier keer zes afkomstig evenals een verzameling van z.g. vahini-boeken waarin Hij de vedische cultuur op Zijn manier introduceert. De griekse filosoof Socrates is een van de grote geestelijk leraren die de basis legde voor de moderne westerse wetenschap. Van hem komt het principe van deze dialoog. De indiër Krishnamurti is een typische filosoof van de verlichting in spiritueel opzicht die veel instructie gaf en zo bijdroeg tot de motivatie voor de regulerende beginselen, en Swami A.C. Bhaktivedanta Prabhupâda is het schoolvoorbeeld van de leraar der bevrijding in toegewijde dienst, de monnik, de âcârya of leraar van het voorbeeld, die de mensen liefde voor zowel de hervormingsgezindheid als de traditie van het vaishnavisme, de vishnu-cultuur bijbracht. Van deze traditionalist hebben we Vyâsa's boeken gekregen, zoals ze zijn, compleet met het Sanskriet erbij.

Vader, Zoon en Heilige Geest kennen we in abstracto van het Christendom, maar als personen kennen we ze van de Hindoes die er in de achttien bijbels - de Purâna's - van Vyâsâdeva, zes voor iedere halfgod, Vishnu, S'iva en Brahmâ tegen zeggen. De laatste van binnenuit-cultuur van zelfverwerkelijking is typisch de indiase manier om de diversiteit van de verschillende disciplines gestalte te geven in eindeloze reeksen verschillende tempels, tradities, heilige personen en leerscholen.

Hoe moet ik denken over dat idee van de ether waar je regelmatig aan refereert?

Je moet de ether zien als het krachtveld van het universum in het formaat van een sterrenstelsel, dat de sterren, en zo ook onze zon, de maan en de aarde bijeenbindt in hun gezamenlijke omloop rond het zwarte gat in het midden van de melkweg dat ook wel als een gouden berg, de berg Meru, wordt voorgesteld in de geschriften. Het is een berg van sterren in het midden die we ook door de telescoop kunnen zien in andere sterrenstelsels die er soms ook, astronomisch en vedisch ouder zijnde, als een gouden ei uitzien. Het krachtveld van de ether is de eenheid of de overkoepeling van alle krachten die op ons van invloed zijn in de materiële wereld. Zo zijn er in feite drie vormen van de ether: die van de lineaire tijd van de expanderende universa in de tijdruimte en die Mahâvishnu ofwel Kâranodakas'âyi-vishnu vertegenwoordigt; die van het sterrenstelsel of dit universum die staat voor de cyclische tijd, voor de cakra van de Vishnu die Garbhodakas'âyî-vishnu wordt genoemd en als derde die van de lokale orde, de normale radio-ether van de planeten en de zon die Ks'irodakas'âyi -vishnu heet. Het gaat erom die eenheid van Vishnu harmonieus te ervaren, en om die reden is het je dan ook geraden om, naast de orde van de zon en de maan zoals besproken, de sterrenhemel te achten door je verjaardag ieder jaar twintig minuten later te vieren of, minder ego-gericht, het galactische nieuwjaar te vieren dat vanaf het jaar 2000 middernacht (van 6-7 juli het dichtst bij het centrum) ieder jaar zo'n twintig minuten later valt. In relatie tot die cakra-orde, de orde van het grote wiel, dat heer Vishnu bij de Hindoes als een wapen hanteert, moet je proberen Zijn geestelijke orde te achten, de orde die Vyâsa ons met zijn boeken bijbrengt. De Heer, als onze geestelijk leraar van binnen, is het geluid in de ether en je moet Hem zelf ook zien als de verpersoonlijking en persoonlijke integriteit ervan, evenals dat je de ether zelf weer moet zien als Zijn aanwezigheid. In het Bhâgavatam staat ook dat Hij, de Ongeziene, zichtbaar is in de vorm van de sterrenhemel. De draaiing van de sterrenhemel, de z.g. roodverschuiving, en de z.g. zwaartekracht-lens-werking om sterren heen, vormen naar Zijn lineaire, cyclische en lokale Tijd, dan ook het bewijs van het bestaan van de ether als zijnde het effect van de eenheid van het krachtveld ervan, om precies te zijn. Dhruva b.v., een vedisch heerser uit het Bhâgavatam (zie 4.8 & 9), kwam tot realisatie in de relatief korte tijd van een paar maanden door te mediteren, op het ene been, op de in de ether verenigde geest, met voor ogen de sterrenhemel, de cakra-orde, de orde van de tijd van Vishnu. In de yoga gaat het om deze beheersing van de lichaams- en geesteskracht in de ether. Respecteer daarom de cakra-orde van de ware tijd van de zon, de maan en de sterren en waak tegen de sleur van het lineaire, commerciële en vertroebelende misbruik; het is de natuurlijke orde met de ether die je de beheersing geeft van Vishnu, de beheersing die alle andere vormen van beheersing te boven gaat. Ook de vedische drievoet, de gâyatrî, die we bespraken helpt je te denken aan de vereniging en harmonie met de ether in je respect voor de natuurlijke verhoudingen van de tijd die het effect van die grote kracht in de natuur vertegenwoordigen. Daarom doe je die mantra drie maal daags als je goed bezig bent met yoga-oefeningen en andere devotionele activiteiten in de sfeer van je vereniging, in de sfeer van dat veld van handelen. De ether heet ook het eerste effect in de schepping te zijn van de Heer die de vorm aanneemt van de Tijd (S.B. 11.22: 19, en in de Brahma-sûtra, pada 3.1, 1-7); het is een basiselement van de schepping dat deel uitmaakt van de Absolute Waarheid. Je kan er eigenlijk alleen maar respect voor hebben; die zaak naar je hand willen zetten, er een zeker voordeel mee willen behalen in materiële zin, heeft geen zin. Maak van je verjaardag b.v. een vrije dag. Het nevenmotief met de krachtbeheersing is de duistere kant, vermijdt die, want dat bereidt je een val, je raakt erdoor begoocheld. Dat is de betekenis van absolute waarheden; je moet de zaken gewoon zien en respecteren zoals ze zijn in de natuur. Nuchter blijven is het gebod der transcendentie.

En hoe zit het met de emancipatie van karma naar dharma?

Er is verlichting en bevrijding, burgerplicht en de weg van de toegewijden. Laat het me je uitleggen. Verlichting is niet enkel het vanuit jezelf redeneren zoals we in het Westen wel eens denken, het is het eindresultaat van het opgeven van verlangens, waarin het hele gewicht van je materiële zorgen van je af valt en je letterlijk dan lichter bent. Natuurlijk draag je een lading met je mee van gewoonten waarin je verlangens koestert. Dat noemen we karma. Het karma is het verstrikt zijn in baatzuchtige handelingen, het werk dat je doet voor het resultaat, het verlangen naar een effect, naar succes, geld, aanzien, seks en al de overige materiële beloningen van je dromen. Maar in de verlichte staat lijken die beloningen meer op een last. Men heeft zijn instelling of denkmodel veranderd en heeft daardoor een andere waardering voor de dingen. Een dergelijke paradigmaverschuiving, welke de japanse Zen-boeddhisten satori noemen, kan een plotselinge ervaring zijn. Plotseling zie je dan de wolken van beide kanten. De werkelijkheid blijft hetzelfde, maar het gezichtspunt verandert. Vandaag gelooft men met het relativisme dat het element van de ether niet bestaat, maar morgen kan men de ether gerespecteerd en bevestigd hebben gekregen middels wetenschappelijk empirisch bewijs en zo dan verder borduren op het vedisch beheerste paradigma van de filognosie dat wel uitgaat van het verbindende element, en aldus een beter leven hebben van respect voor het universum.

Maar de leraren leren ons dat de verlichting enkel maar een begin vormt, je bent werkelijk alleen maar bevrijd als je er in slaagt die zaak van het niet verlangen en gezegend zijn te dienen. De zaligheid, de uiteindelijke staat van bewustzijn, geluk en eeuwigheid beoogd in de emancipatie, in het proces van persoonlijke wording, wordt bereikt door het dienen van die zaak. En zo worden de verlichten stap voor stap toegewijden langs de weg der geleidelijkheid.

Er is ook de snelle weg van het je aansluiten bij de monniken en het allemaal in één keer laten varen van je materiële zorgen. Alle verlangens krijgen opnieuw richting in de dienst aan de Heer dan, maar het eindresultaat is hetzelfde. De bevrijde monniken en nonnen moeten ook worstelen om verlichting te vinden met het gebonden zijn aan de orde van hun dienstverlening en zo kan je, in zekere zin, dat ook wel weer als de langzame weg zien. Je moet je eigen weg vinden, je svarûpa, je oorspronkelijke positie van dienstverlenen in het bevrijd zijn in de toewijding en het verlicht zijn in het niet-verlangen. Niet enkel de monniken zijn toegewijd. Iedere serieuze volwassene is van een soort van toewijding met een zekere wetenschap van respect. Dit kan diep ingeprent zijn in de ziel als een essentieel kenmerk van de identiteit dat vanaf de geboorte aanwezig is. De realisatie van deze svarûpa of oorspronkelijke identiteit van dienstverlenen naar het dharma is het doel van het emancipatieproces. In dit proces leert men het om te luisteren naar de geschriften, de liederen te zingen die de persoon van God hooghouden, zich de Handhaver, de Heer, te heugen; het instituut van dienst te zijn, zowel als de leermeester, de toegewijden als de vorm van God die men gekozen heeft; de gebeden en de mantra's op te zeggen; een vertrouwde vriend te worden en tenslotte in volle overgave de goeroe naar de leringen van binnenuit te accepteren. Men zegt dat je hem eerst voor je ziet, dan zie je hem binnen in je en dan wordt je dat deel van Hem dat je altijd al was, namelijk je svarûpa.

Wat zijn de belemmeringen?

Simpel gezegd je gehechtheden. Als een jong volwassene, maar ook later, bestrijd je je gehechtheid met regulatie, in achting voor de orde van de tijd; het verlangen, de lust, de seksuele gehechtheid overwin je geleidelijk aan middels regulatie. In het vrijwillig aanvaarden van de frustratie van de lust, heeft men zoals gezegd een geest van boete nodig. Het verlangen naar geld wordt afgeroepen door de economie. De samenleving belast de geldverdiener en dwingt hem ertoe zich verantwoordelijk te gedragen met de ruilmiddelen. Geld en verantwoordelijkheid, middel en doel, moeten gekoppeld. Geld vormt een last, een verantwoordelijkheid welke, zoals ook Jezus dat bevestigde, een ernstige hindernis kan vormen in je gang naar de hemel. Dus is dit gereguleerd. In de bijstand mag je niet meer dan zoveel bezitten, met een eigen zaak mag je niet de belasting ontduiken en met een salaris moet je ervoor oppassen dat je hypotheek niet te hoog uitvalt. Aldus bekommert men zich gepast om de materiële behoften en verlangens. Ook is er de religie om je op te linken en je helpen te herinneren aan de schriftuurlijke waarheid die je geneigd bent te vergeten in je materiële bestaan. Hou je focus is de boodschap in de vroege stadia van de emancipatie. Ook het opdragen van de arbeid aan de zaak der transcendentie vormt een belangrijke richtlijn. Het baatzuchtig ego kan haaks staan op de geestelijke motivatie, en daarom is er het zich verenigen in het werken voor het goede doel als een vrijwilliger. tenminste een deel van je tijd moet je eraan besteden, alleen maar om de poort naar de hemel open te houden en gemotiveerd te blijven terwille van de levensvreugde die je deelt met alle levende wezens. Maar die bevrijding houdt dus ook in het bewust tegengaan van het tijdsysteem van geld verdienen en conflicten hebben in politieke tegenstellingen. De burgerdeugden alzo, van het reguleren van de lust, de economie, de religie en de bevrijding, werken enkel progressief als men de eigenlijke orde in gedachten houdt. De religie biedt de cultuur, de traditie der heugenis, de bevrijding biedt de oorspronkelijke orde van de natuur en de menselijkheid, van de filognosie dus, als een keuzemogelijkheid daarnaast die men dan van dienst moet zijn als men ook, dan wel uitsluitend, onbaatzuchtig zijn bijdrage wil leveren in de samenleving. Als je dat niet doet zal je een slachtoffer zijn van de moderne neurose met al de psychische symptomen van een lage zelfwaardering, onbeheerste emoties, angsten en wat al niet. Over het algemeen is het goed om in gedachten te houden dat de hindernissen van de cultuur (seks, geld, vergeten en ego), van de natuur (de geaardheden, het klimaat, rampen) en als gevolg van je eigen gebrek aan discipline (je ongeloof, je psychologie) moeten worden overwonnen.

Dus om dit gesprek samen te vatten: emanciperend met de burgerlijke deugden, moet ik het spel van de orde spelen met achting voor de ether, de leraren en de hindernissen?

Ja, zo is dat met het georganiseerde respect voor de persoon in zowel de zin van de volwassen zelfverwerkelijking als in de religieuze zin. Er is geen scherpe grens te trekken tussen de twee. Het ene leidt tot het andere. In politiek opzicht echter zijn de dingen nog niet allemaal gezegd. Dat is de laatste dialoog.

 


Dialoog zes III-b: Retoriek

Nu moeten we de noodzaak en de manier bespreken van het verdedigen van wat werd gerealiseerd in de voorgaande secties. We moeten de aangelegenheid van de filognosie afronden en tot een samenhangend begrip komen. De zaak moet worden uitgedragen en verdedigd. De praktijk wordt de retoriek genoemd: de manier waarop we erover spreken, niet enkel zoals we indruk maken en overtuigen, maar zoals we het in gedachten houden als een standaardgebed.

Noodzaak? Moet ik dan prediken?

Ja en nee. Ja het is noodzakelijk er anderen over te vertellen voor zover ze er open voor staan, omdat, met het helpen van anderen je jezelf zal helpen, maar prediken moet je niet; je mag het doen, maar je kan maar beter praten als je welkom bent met je wetenschap. Leg nooit de liefde op die zijn armen open moet houden. Je mag verdedigen en helpen verdedigen, dat is het Koninkrijk Gods, maar wees er voorzichtig mee jezelf naar voren te plaatsen, dat kan resulteren in het tegendeel waarin je tegen je eigen gelding oploopt. Ware liefde is de liefde van God op deze manier. Liefde is liefde in vrijheid en vertrouwen, gezegend zijn degenen die het op zich af zien komen, zo stellen de klassieken het. De filognosie ervan moet stap voor stap deel van je identiteit worden. Zo moet het uiteindelijk ook deel gaan uitmaken van ons, van jouw en mijn, schoolsysteem. Maar met het doordrukken ervan, moet degene die van verlangen is en er mee aanvalt, altijd weer terugkeren naar waar hij vandaan kwam en daar zijn vrede dan vinden. Niet de verovering van de aarde is de bedoeling, maar de verovering van de hemel. Dat is waarin je je verlossing vindt. Dit is aldus je eer, dit is je verdediging. Wees er dus trots op, maar wees voorzichtig met formaliseren. Als je het allemaal wilt formaliseren met heersende instituten mag dat niet ten koste gaan van de dynamische natuur en keuzevrijheid van jou als een individu zowel als van anderen die met zichzelf gelukkig zijn naar eigen standaarden. Zie het meer als een systeem van bidden, het gebed om een leven te hebben als een normaal mens die een model kan zijn, een baken voor anderen. Verwacht daarom niets en wees blij met wat je hebt, probeer het niet te winnen, wees een winnaar.

Dus nu moet ik gaan bidden?

Laten we zeggen dat bidden betekent dat je de geest stuurt terwille van de zaak van de filognosie.

Wat is dan het gebed van de filognosie? We bespraken zo veel onderwerpen dat een hele Bijbel nog niet genoeg lijkt, nog niet eens een stapel van al de heilige boeken die er zijn in de wereld. Hoe moeten we dan de zaak afronden?

Laten we vasthouden aan de basisdingen. Het gebed ingesteld op de basiswaarden luidt als volgt:
'laat vrede met de natuurlijke orde,
over de wereld heersen met respect voor de waarheid,
alles met een ieder delend in matiging,
trouw aan de zaak der eenheid
'.
   Filognosie heeft betrekking op het vinden van stabiliteit met de ziel in achting voor de orde van de tijd en het krachtveld van de ether. In dit verband moeten we nog een aantal zaken meer in gedachten houden. Op de eerste plaats impliceert de tijd een dynamisch levend universum. Het betekent dat in feite geen fixatie zal volstaan, precies zoals het is met een mechanisch gebed dat zonder begrip uitgevoerd zo goed als nutteloos is. De orde van de tijd is per slot van rekening de orde van de zon, de maan en de sterren recht voor ons, ongeacht wat we er ook over denken. De wolk van gedachten noemen we de relatieve waarheid, de eigenlijke werkelijkheid is die van het door God gegeven dynamische universum dat we met de eenheid van de ether het absolute noemen. Zolang we met onszelf als stille getuige alles in beweging zien is dat de absolute waarheid, gaan we uit van fixaties, van materiële vormen die slechts relatieve waarheden zijn, dan hebben we illusies. Ieder beeld van God vormt dan ook een illusie als we niet die levende God en die stille getuige met zijn kennis, eeuwigheid en geluk erachter ontdekken; wegbewijzering als de cakra-orde mag natuurlijk, of neen is zelfs geboden, maar de persoon moet worden gekend.

Dus allereerst maken we een onderscheid tussen de relatieve en de absolute waarheid?

Juist, de Heer is de Tijd van het universum en niet zozeer de tijd die we ervan maken; die eigengereide tijd is meer wat men heeft met de politieke 'halfgoden', door wiens bemiddeling we een aanpassing aan de oorspronkelijke, volledige orde krijgen. God is de oorspronkelijke orde, de liefde van de goedheid in de natuur zoals die in z'n geheel is. Als we erin mislukken dat dynamische geheel te respecteren vanwege onze fixaties en vooropgezette ideeën, verkeren we in staat van illusie. Het basisprobleem is dus de ontkenning van de fout die we geneigd zijn te hebben als we vasthouden aan onze menselijke begrippen van relatieve waarheid, het mechanisme wordt 'de psychologie van het ontkennen van de fout' genoemd. Vanwege dat mechanisme is er de misère van het hebben van een leven in de materiële wereld dat vol van strijd is in het gepolitiseerde valse ego van het zich meer identificeren met de fixaties dan met het voorwerp van de fixaties en de eenheid van en met de ether erachter.

Dus fixeren we ons op de verandering en veranderen we dan niet in die fixatie?

Precies, de politiek gaat allemaal over orde. In het politieke debat relativeert men zijn begrip van orde in tegenstelling tot een ander begrip. Succesvolle politiek is de politiek die weet heeft van de absolute waarheid achter al deze praktisch noodzakelijke discussie. Succesvolle filognosie houdt in dat we rekenen met de verschillende opties van wetenschap, spiritualiteit en religie. Dat houdt in dat we, ons verhoudend tot God in de vorm van de tijd en de ether, fundamenteel uitgaan van de vier posities van ons fixeren op de waarheid wat betreft de orde die we reeds in de eerste sectie over de methode realiseerden met het juist argumenteren. Dit is geen nieuw inzicht; dit werd vijfduizend jaar geleden reeds hooggehouden door de wijze Vyâsa in de Bhâgavata Purâna (in 11.21: 10).

1) Men kan overeenstemmen door een klok in te stellen op de zon. Dat is de eerste wetenschappelijke optie van het extern valideren van de klok om er een tempometer van te maken. Deze optie is hoogst efficiënt; men verspilt zijn energie niet aan afwijken en het rationaliseren ervan, maar het bezorgt je een compleet andere geest en cultuur. En dat kan tot onaangepastheid leiden als men geen rekening houdt met de bestaande cultuur van een regeld en overeengekomen afwijken en compenseren. Dat is het risico van deze optie van het in zijn geheel overgaan tot een ander paradigma.

2) De tweede optie is die van vergelijken. De natuurlijke tijd is de these van onze oorspronkelijke natuur en de standaardtijd is de praktische en culturele antithese van de relativiteit. Het tegenargument luidt dat het relatieve van de standaardtijd op zich een eindeloos debat geeft zonder een autoriteit. Daarom moet de conclusie luiden dat de standaardtijd alleen kan worden aanvaard met de autoriteit van een tempometer die de positie van de zon weergeeft. Samengevat zeggen we dan dat de tijd het best wordt beheerd met twee klokken en niet met een: een meester-tempometer en een slaaf van het maatschappelijke verstrikt zijn in pragmatische argumenten. Zolang de hond is aangelijnd kan het beestje geaccepteerd worden: het systeem als een noodzakelijke gevangenis van compensaties waar we niet zomaar buiten kunnen.

 3) De derde optie is die van het vertoog. In het politieke, wetenschappelijke en spirituele vertoog kan men een geest handhaven, een wolk van gedachten die het verschil compenseert dat de cultuur met zijn valse absoluten vormt met het absolute en onweerlegbare van de natuur haar dynamische werkelijkheid. Om die reden spreken we zoals de Hindoes dat doen van het politieke tijdperk van de redetwist. Door debat, door een bewuste moeite terwille van de rede en de logica, compenseren we onze mislukking het dynamische van de natuur te volgen. We zijn gebonden aan het kruis van de fixatie van de cultuur. We hebben een overeenkomst nodig, een vaststaande orde van de tijd. Die gehechtheid vormt een bedreiging voor onze geestelijke gezondheid en intelligentie, omdat de gehechtheid leidt tot hartstocht in ontkenning van alternatieven en de hartstocht zelf leidt tot de agressie van het vastzitten in de illusie van de dode materie; de agressie die zich zo manifesteert in oppositie overtreft het onderscheidingsvermogen en leidt aldus tot verbijstering. Aldus moet de constante moeite om redelijk te blijven met dat mogelijke mislukken van jouw en mijn geheugen en intelligentie, zich uitdrukken in vertogen en hij die agressief wordt is de verliezer; men moet het constant bespreken om zich te verzekeren van de rede en de logica die de persoon recht doen die we van origine waren, nog steeds zijn en zullen moeten zijn. De rede is de weg.

 4) De vierde optie is die van het geritualiseerde respect. Door plechtigheden van een sportieve, religieuze aard of een andere soort van formaliteit - zoals het buigen voor een judo-gevecht of het heffen van de kelk in een heilige mis, of het uitdelen van een eremedaille aan een oorlogsheld -, kunnen we ons verzekeren van het respect dat we voor elkaar en voor de Heer, of de held die we vereren, moeten hebben als zijnde manifestaties van de wil en de natuur van God. Hoe regelmatiger dit respect wordt betoond, hoe beter het is. Het is namelijk het gebrek aan respect voor de persoon waar we onder lijden als we er niet in slagen het onpersoonlijke van God te dienen in de vorm van het absolute van Zijn natuurlijke cyclische tijd van de ronddraaiende zon, maan en sterren en Zijn eenheid in de ether. Aldus herstellen we middels een geritualiseerd begrip van viering dat respect bewust en vergevingsgezind met die oorspronkelijke zon, maan en sterren waaronder we geboren werden met onze feilbare materiële natuur van een bepaalde cultuur. In dit verband spreken we van genade, vergeving en verlossing. Dit is de vierde optie.

En dit is dan wat we aan de mensen uitleggen? Is dat niet te ingewikkeld allemaal?

Ja het is ingewikkeld, maar dat is de werkelijkheid die we moeten accepteren als we trouw aan de methode gewetensvol tot een conclusie willen komen. Dit is het begrip dat we nodig hebben. Het respect voor de persoon waar we op uitkomen met onze systematische benadering van de filognosie houdt in dat we te maken hebben met de complexiteit van een paradox. De persoon is in essentie uniek, niet enkel spiritueel maar ook materieel in zijn eigen genen, en iedere ontkenning daarvan leidt vroeg of laat tot een overtreding van foute toeschrijving, van een verkeerde categorisering. Aldus hebben we in een systematische vorm van respect het probleem dat met het voorspelbaar zijn in formele afspraken het unieke van de persoon het gevaar loopt te worden verwaarloosd. Maar het probleem kan worden opgelost. Het voorspelbare unieke waar we naar uitkijken is precies de stand van zaken in het universum. Het zonnestelsel is als een klok met negen of acht wijzers: op ieder moment definieert het volmaakt het unieke van het moment terwijl het nog steeds volmaakt voorspelbaar is bij de wetten van Newton. Het is daarom niet noodzakelijk om het unieke af te dwingen door Newton te ontkennen met kwantummechanische overwegingen van energetische onbepaaldheid. Dat is wetenschappelijke overkill. Newton is perfect voor mensen die zich normaal gedragen op een normale planeet. We moeten met de benen op de grond in contact staan met de planeet en niet wetenschappelijk geobsedeerd zijn met uitzonderingen op de regel die alleen maar van belang zijn op een macrokosmische schaal. Het respect voor de dynamische tijd van de zon en de maan tegen de achtergrond van de sterren en de ether maakt onze levens divers op een interessante manier, maar is nog steeds voorspelbaar genoeg om er mee in staat te zijn rekening met elkaar te houden. We hebben, in de filognosie met de principes in evenwicht zijnde met de velden van de burgerdeugden, inderdaad niet de moeilijke zware sleur nodig van de lineaire tijd en de erbij behorende onzekerheidsvergelijkingen om die sleur te vermijden; laat de rebel in vrede rusten met de voorspelbaar unieke dynamiek van het universum. Het waren de fixaties daar tegenin waar hij tegen vocht, niet de oorspronkelijke natuur.

 

Met het voorspelbaar zijn in dynamisch opzicht, wat zeggen we dan over de deugden in relatie tot de velden van handelen en hun orde van de tijd?

De burgerlijke deugden worden de gewone man voorgehouden als degene die betrekking hebben op de religiositeit, de bevrijding, de lust en de economie (artha, dharma, kâma, moksha). Deze zaken vereisen regulatie met de B, P, C and S-velden van handelen (zie dialoog 1).

1) B (van buisiness - artha). De economie wordt geregeld met het zakelijk veld dat een kwart van je leven beslaat: zes uren werk, zes dagen van de week leveren praktisch gesproken een zesendertigurige werkweek op waarvan we er achtenveertig in een jaar hebben (zie ook dialoog drie en vier). De B-dagen die extra staan aangegeven op de maankalender zijn er ter contrastering van de S- dagen van je verenigingsleven. Op deze B-dagen kom je samen om praktische zaken te bespreken in de zakelijke sfeer of, als je op jezelf bent, je te verdiepen in deze of gene praktische kwestie (zie Volledige Kalender van Orde).

2) P (van privé - dharma). De religiositeit is er vervolgens als een individuele, dagelijkse plicht om je te verzekeren van de kwaliteit van je persoonlijke leven welke gedekt wordt met het privé-veld waarin men:
a - zorgt voor zichzelf voor de duur van zes uren actief zijn per dag,
b - waarin men zorg draagt voor de eigen aard en het lichaam met het zes uren slapen per dag en men
c - zorg draagt voor de persoonlijke meditaties losstaande van de omgang die men heeft in de vereniging, de kerk, de moskee of de tempel.
De religiositeit bestaat uit het talent je oorspronkelijke aard en verantwoordelijkheid terug te vinden. De natuur en de natuurlijke tijd is de vorm van God die je aanbidt in de privé-sfeer. De meeste mensen mediteren op de tv om een hart te hebben voor de verhalen van de wereld en betrokken te zijn met wat er gaande is. Er komt niet veel ego bij kijken, men mediteert op de universele gedaante van de Heer zogezegd in de vorm van Zijn diversiteit in de wereld, met in het achterhoofd de stille hoop dat de lieve persoon van God zijn twee-armige gedaante voor je zal manifesteren als je vriend in de strijd des levens. Men is bevrijd, vindt zijn toewijding, in het hierna besproken S-veld van de club van je voorkeur, maar men vindt verlichting in de privé-sfeer waarin men de verantwoordelijkheid voor zichzelf aanvaardt en men afstand neemt van de wereld. Dit kan alleen stabiel worden gerealiseerd bij de genade van de controle van
een klok die op de zon is ingesteld. Zonder dat zal het karma-tijdsysteem dat je in je opneemt middels de tv en de politieke treintijdenklok je te pakken nemen met een soapserie b.v. of een film die je te laat nog uit wil kijken. De tv is een communicatiemiddel met vele voordelen, maar kan ook, zoals we al zeiden, de cycloop zijn, het monster, dat je opsluit in huis - zoals Odysseus was opgesloten in de grot - in een vals idee van eenheid, van vervreemding, eenzaamheid en illusie. Aldus kan je dit privé-belang uitleven voor maximaal zes dagen per week, maar de zevende dag moet je van respect zijn voor het C-veld van de sociale cakradagen.
    Gehuwde mensen moeten ervoor zorgen dat ze tenminste één avond vrij maken om een goede tijd te hebben met het gezin en vrijgezellen moeten tenminste één dag in de week een avond thuis doorbrengen met een vriend of vriendin, een verwant of een ander vertrouwd iemand of, het zonder hen stellend, tenminste de tv één dag afzetten om tijd voor jezelf te vinden in een innerlijke vereniging met behulp van een goed boek b.v. Dit zijn de P-dagen op de cakrakalender die nimmer samen vallen met de C-dagen van het de stad ingaan. De cakrakalender is de kalender die de orde van de maan geprojecteerd op de zonnekalender weergeeft. Ook moet je op de vijftiende dag dit veld behartigen maar dan zonder het materiële ondernemen van het verrichten van arbeid. Dit is een dag van extra studeren en vasten in de privé-sfeer waarop je met je schema's terugschrikkelt naar de dynamiek van het universum. Doe je dat niet dan ligt je levenstempo te hoog t.o.v. de orde van de maan met 52 i.p.v. 48 weken in het jaar.

3) C (van cakra - kâma). Vervolgens spaar je je vakantiedagen niet op tot een 'dertiende maand' van vier weken waarin je dan luiert op een buitenlands strand aan het eind van het jaar dat je werkte. Deze afdeling van de lust van een natuurlijk, ongeregeld bestaan vrij van culturele dictaten, wordt geregeld met de zevende en de veertiende dag van de cakrakalender. Ze zijn ongeveer ingesteld op de orde zoals we die hadden met de afgeschafte romeinse, juliaanse kalender met zijn signaaldagen van een solaire Ides, Kalends en Nones. De cakradagen of vakantiedagen gespreid over het jaar zijn er voor de regulatie van je lusten. Je gaat zogezegd met de hond wandelen in de stad en laat het beestje op een natuurlijke manier zijn rondje snuffelen. Dit bouwt en onderhoudt de gemeenschapszin en zo maak je dan vrienden met de sociale cakradagen.

4) S (van spiritueel - moksha). De bevrijding is vervolgens geregeld met de maankalender op de signaaldagen van de astronomische maanfasen die contrasteren en nooit samenvallen met de specifieke B-dagen ervan. Op deze spirituele en/of sportieve S-dagen in het clubveld maakt men een studie van de fixaties. In de vorm van boeken en liederen, maar ook in de vorm van verenigingen als de sport van je voorkeur, acht men de rituelen van de gefixeerde routines die men erop nahoudt met het oefenen van het respect; het respect dat nodig was om terug te keren naar het begrip van de ether dat werd vastgelegd door de spelregels, het heilige boek of een andere fixatie, zoals b.v. een vaststaande wandelroute. Aldus ben je bevrijd van alle materialistische beslommeringen, aangezien je het niet waagt op deze dagen om toe te voegen aan, iets te veranderen of het elders te zoeken. Maar vergissingen mag je altijd recht zetten. Dit zijn je feitelijke zondagen van niet naar je werk gaan voor het geld of om een ander resultaat te behalen. Je maakt je er dan alleen maar druk over om samen te komen om je te herinneren hoe het allemaal behoort te zijn in het dharma, de oorspronkelijke plicht naar de aard van de ziel, in het in de moksha bevrijd zijn van dat karma, de last, het kruis dat je draagt in het zakelijke veld.

In het kort stellen we: het zaken- en verenigingsleven brengt met de maan de deugd van de belangen van het financiële en de bevrijding in evenwicht; en het private en het sociale belang brengt met de zon het deugdzaam zijn met de belangen van het religieuze en het lustmatige in evenwicht. De vijftiende dagen zijn er om te vasten en te studeren en de tweemaandelijkse schrikkeldagen om feestelijk te zijn. Je normale werkdagen moeten, zoals ik al zei dus, in evenwicht worden gebracht met het voor de duur van twaalf uren actief zijn voor jezelf en voor anderen en een gelijk aantal uren van rusten en mediteren voor de andere helft van de dag. Als je niet zo systematisch bent, en faalt in het respect voor de regulerende beginselen, zal je, door de cycloop worden verslonden, het eenogige monster dus van de commerciële tv-tijd van het karmische systeem dat jou als zelfverwerkelijkend individu diskwalificeert. Begrijp goed dat dit schema maar een richtlijn is; als je andere deelnemers hierin uit de weg wilt gaan moet je alles een dag later plannen b.v., maar als je iedereen ervan en ermee wil tegenkomen, ook iedereen die op een andere golflengte zit, dan is dit de manier.

Hoe worden deze regulerende beginselen ook al weer hooggehouden?

Ze worden gerespecteerd met het filognostisch gebed dat zegt: wees waarachtig, zuiver, boetvaardig en mededogend. Satya, tapas, s'auca, dayâ. Daar komt het op neer. Ze staan tegenover de dierlijke waarden van het eten, slapen, voortplanten en vechten die de mens niet van het dier onderscheidt. Soms vertalen we het ook met: waarheidlievend en trouw, beloven we te delen en te helpen. Die zin kan je met iemand anders uitspreken als een soort van gelofte ter bezegeling van je relatie in de filognosie. Je kan elkaar dan voortaan begroeten door cakra! te zeggen ter herinnering aan de orde van de tijd en de harmonie ermee in de ether. Als handgebaar kan je een naar binnen opgestoken wijsvinger rond laten draaien. Of soms zeg je spiritueel ook: gewetensvol met de waarheid, vindt je de liefde met geweldloosheid. Soms zeg je ook gebiedenderwijs: geen drank of drugs, geen promiscuïteit, geen gokken, jacht op geld en geen onnodig geweld vreugdevol zijnd als een vegetariër. In feite kennen onze culturen een geschiedenis van het improviseren op deze basisregels, principes, geboden en waarden die Christenen kennen als de geboden van het niet stelen, het niet begeren maar respecteren, en het niet liegen noch doden. Het zijn de regels van het maatschappelijk spel van identiteiten in ontwikkeling dat wij mensen spelen om goede mensen te zijn.

Behoren we ons ook op een bepaalde manier te kleden?

Niet persé nee, maar in een formele context kan je de volgende min of meer wetenschappelijke filognostische, op observatie gebaseerde, kleurencode aanhouden: zwart voor de intellectuelen (oorspronkelijk de christelijke clerus), grijs voor zakenmensen (hun gebruikelijke uitdossing), rood voor politici (de kleur van de koning), en beige/bruin voor de arbeiders (zoals van een overal). Aan de status kan uitdrukking worden gegeven met groen voor celibatairen ('groentjes'), wit voor getrouwde mensen (zoals met een bruid), blauw voor de teruggetrokken mensen (gescheiden met een 'blauwtje') en oranje voor onthechte mensen (zoals een sâdhu in India). Je kan improviseren met je eigen stijl van modieus zijn in deze kleuren, maar je mag het ook groepsgewijs eens zijn over een bepaalde formele uitdossing met de statuskleuren voor het hemd en de kleuren van de roeping voor de broek en het jasje en een eventuele kraag erbij in dezelfde kleur als het pak. Zelfs eretekenen als emblemen, medailles en strepen zijn er mogelijk als de sociale situatie vraagt om een dergelijke bevestiging van de identiteit. In het formaliseren is de noodzaak altijd de meester en niet een individueel verlangen van het ego. Men moet waken tegen de mogelijke valsheid van deze zaken.
     Om de zaken hier recht te doen: er is, wat betreft
verschijningsvormen, het formele en het informele, het bevrijde en het niet bevrijde. Vrijetijdskleding is informeel en niet van de bevrijding, d.w.z. men is niet rechtstreeks van dienst aan de zaak, noch gekleed naar een zeker gebod. Men heeft in zijn eigen tijd het volste recht een gehechtheid van het ego tentoon te spreiden. Mensen in uniform zijn formeel, maar ook weer niet bevrijd. Zij leveren weliswaar dienst, maar niet aan de zaak van de ook - in de filognosie dan - formeel bevestigde differentiatie van identiteiten. De geüniformeerden mogen niet van klasse-justitie zijn; ze mogen geen voorkeur of partijdigheid koesteren. Ze staan in dienst van de algemene orde in weerwil van een corrupte persoonlijke identiteit. Ze ontlenen hun bestaan dus aan een staat (of noodtoestand) die tegengesteld is aan het ideaal - en brengen dus mogelijkerwijze, de misdaad of het terrorisme bestrijdend, deze met een vals idee van eenheid in gevaar - en zijn aldus in het gebonden zijn aan het minachten van individuele verschillen dan niet van de bevrijde staat. De bevrijde staat staat altijd in dienst van de eenheid zonder de verscheidenheid te weerstreven. Dat is wat we bevrijding noemen en daarom is een formele uitdossing van een filognost als beschreven, of een meer klassiek-religieuze of spirituele verschijning van een autoriteit ter verdediging van de menselijke identiteiten, een representatie die we formeel bevrijd zijn noemen. Er is tenslotte ook nog de groep van de informeel bevrijde zielen. Ze zijn niet zozeer uitgedost naar een bepaald formeel gebod maar komen toch in aanmerking als zijnde bevrijd omdat ze hun respect tentoon spreiden als een populaire vertegenwoordiger in dienst van de zaak van een bewuste individualiteit en verantwoordelijkheid met de sociale orde, d.w.z. zij conformeren zich - zij het ietwat trots en ijdel somtijds - aan kleding-codes door smokings te dragen, stropdassen, avondjurken en andere nette en keurige 'zondagse en feest-kledij of avondkleding. Gezonde mensen verwisselen zonder moeite van kleding met een goede garderobe. Dat is uiteindelijk de norm. B.v. een politieman kan zijn werk doen in uniform, thuis in vrijetijdskleding rondlopen, zich netjes aankleden voor een feest en eveneens uiterlijk van een positieve geestelijke identificatie zijn participerend in een religieuze of spirituele eredienst. Een dergelijk iemand staat het dichtst bij de filognostische integriteit van verschijnen.

Dus wat is dan voor de orde van de tijd en de ether samengenomen de retoriek?

Ter wille van de natuurlijke orde van de tijd met de ether in het algemeen zeggen we: 'evenwichtig naar de velden van handelen overeenkomen, vergelijken, bespreken of bidden', de keuze wat betreft de verouderde klok waar een tandwiel aan ontbreekt om de zon te kunnen volgen is de jouwe; wees er enkel zeker van dat je jezelf corrigeert wat betreft de menselijke fout gehecht te zijn aan feilbare fixaties (praktisch corrigeer je je normale klok één keer per cakraweek om bij te benen met de zon). Schrikkel of verschrik. Compensaties storten in en geven verschrikking, overeenstemmen is dus het beste en vereist het schrikkelen van de dag, de week, de maand en het jaar, maar dat kan ook weer te afwijkend zijn van wat anderen doen soms. Wees dus niet een square en een stijve hark, pas je aan, maar vergeet je eigen ding niet, en.... hoedt je voor valse causaliteit, het idee dat er één enkele oorzaak voor de dingen zou bestaan; want de tijd is niet enkel rechtlijnig, maar ook cyclisch rond en zo zijn er dan ook verschillende vormen van oorzakelijkheid. De kip en het ei, dat weet je wel, God en de mens, de evolutietheorie van Darwin en de bijbelse creationistische verklaring, enz. Beide causale argumentaties voor deze dualiteiten zijn waar, niet enkel maar een. Er bestaat een standaardgelijkenis wat betreft het hebben van verschillende gezichtspunten: mensen die God en Zijn orde omschrijven zijn te vergelijken met vijf blinden die een en dezelfde olifant beschrijven. De ene blinde zegt dat het stevig en compact is, de ander zegt dat het soepel en dun is, terwijl die daarop beweert dat het dik en solide is, en die daaropvolgend weer zegt dat het koel en hard is en de vijfde verdedigt dat het harig en dun is. Ze voelen allemaal dezelfde olifant, maar ieder van hen beschrijft een verschillend onderdeel: de slurf, de oren, de poot, de slagtand en de staart. Zo ook is er één Absolute Waarheid van God, maar zijn er even zoveel verschillende gezichtspunten als er humanoiden zijn in het universum.

En wat hebben we dan met dit alternatieve bewustzijn, dit idee van een betere wereld dat we nodig hebben om depressies te voorkomen en dergelijke?

Dat wordt gedekt door de klassieke waarheden van geloof, hoop en liefde. Hoezeer men ook verstrikt zij in de compensaties van het verschillen, bespreken en bidden, er is altijd de wetenschappelijke overeenstemming als een ideaal om op te koersen, om in te geloven, mee te hopen en lief te hebben. Veroordeel de mensen niet vanwege hun verstriktheid, noch complimenteer ze ervoor; vecht met hen tegen illusies, niet tegen hen met illusies. De betere wereld is de wereld waarin iedereen ijverig is in dezen, is de wereld waarin we niet bang hoeven te zijn voor onze eigen achteloosheid en onwetendheid. Vecht b.v. niet tegen de goddeloosheid door de werkelozen goddeloos te noemen; op de eerste plaats is het mensen werkeloos noemen een economisch geïnspireerde illusie van goddeloosheid. Voor God is er niemand werkeloos. Illusie is het probleem en onwetendheid is de aandoening. Materialisme is de ziekte, en de tirannie van het -isme vormt de corruptie. Filognosie is de oplossing. En de praktijk ervan met deze retoriek is de genezing. Geef het nooit op een dienaar te zijn van de syncretische visie van de zesvoudige filosofie die in de grond zegt: methodisch met de feiten analyseer je de zaken met achting voor de principes van de spiritualiteit, zodat je met een systematisch en vroom respect voor de persoon komt tot een toepasselijk stel geboden en een praktische politiek. Dus, keer je nooit tegen de methode die je het juiste argument aanreikt en de waarheid duidelijk maakt. Ontken nooit de feiten, hoewel het paradigmatisch een uitdaging vormt; wees het nooit moe je intelligentie tot uitdrukking te brengen - artistiek of niet - met een analytisch inzicht; vergeet nimmer de principes waarmee je tewerk moet gaan in waarachtigheid, zuiverheid, boetvaardigheid en mededogen; geef het nooit op het spel van de orde te spelen zodat je identiteit inhoud krijgt hoezeer je ook ten val mocht komen; en geef tenslotte nooit de politiek op van het leveren van het juiste commentaar dat aangepast en doelmatig is wat betreft de tijd en plaats. Je hoeft geen politicus te worden als zodanig, maar je eer gebiedt het oprecht te zijn en aldus trouw te zijn aan deze volledige praktijk van de filognosie. Wees helder, duidelijk zijn is liefde. Liefde voor je naaste, is liefde voor jezelf, is liefde voor God.

Hoe moet ik dan de duivel bestrijden?

Door orde te houden, je te zuiveren van je eigen vergissingen en zo van het voorbeeld te zijn zoals beschreven: zing o filosoof, draag de persoon een hart toe! Maar probeer niet je Utopia op te leggen, die we nu simpel de wereld zonder nalatigheid noemen, maar zweer die ook niet af als zijnde een model waar anderen vrijelijk voor kunnen kiezen als ze dat willen. Houd, zoals gezegd, je deur op een kier, maar sleep niemand tegen zijn wil je hemel binnen. Per slot van rekening is het iets vertrouwelijks en persoonlijks, de bekering en het geloof in een betere wereld. Denk er altijd aan dankbaar te zijn. Voel je verplicht tot wat je redde, en blijf je ontwikkelen in kritische zelfbeheersing met je fixaties. Wees nimmer al te zeker van dat schijfwapen van de orde van de tijd, het kan ook de gebruiker doden. Wees trouw maar niet dwangmatig, wees progressief, maar niet offensief of chaotisch. Weet waar je vandaan kwam en waar je op af stevent. Het moment is niets dan de realisatie van het verleden dat de toekomst ingaat. Scheidt die drie niet van elkaar. Je kent de God van de Tijd op die manier.

Welke visie moeten mensen voorstaan om het fortuin dat ze in het leven zoeken te vinden? En wat is het gevolg als dat verkeerd wordt aangepakt?

De zes volheden van het fortuin (bhaga) gekoppeld aan de zes filognostische visies (darshana's), te weten die van de intelligentie en kennis gekoppeld aan de nyâya of de filosofie; de macht gekoppeld aan de wetenschap van de vais'eshika; de schoonheid gekoppeld aan de sânkhya of analyse; de verzaking gekoppeld aan de yoga of de verbondenheid; de roem gekoppeld aan de mîmâmsâ of de religie, en tenslotte de rijkdom gekoppeld aan de vedânta of de commentaren van de politiek, vormen in schema gebracht een aanduiding van wat de consequentie is van het niet vinden van de juiste definitie van het fortuinlijke, van het missen van het juiste evenwicht tussen de volheid en de visie: men is dan een materialist met een onevenwichtige of corrupte overtuiging.

De tabel hiervoor laat de dertig vormen van onevenwichtigheid van het materialisme zien die zo te constateren zijn. Het materialisme kan aldus bezien worden omschreven als een gebrek aan evenwicht tussen de volheden van het welzijn enerzijds en de orde van het leven en denken dat daarbij hoort anderzijds. Het denken, als het onevenwichtig is in de velden van handelen en de burgerdeugden, erodeert tot een -isme, een eenzijdige opvatting, die, ten koste van anderen, is gefixeerd op een bepaald idee van geluk dat juist het gebrek van de opvatting in kwestie illustreert. Deze -ismen kunnen, politiek de macht grijpend, ontaarden in dictaturen. Daarom zoeken we de filognosie van het evenwicht in dezen. Daarin is de filosofie b.v. in evenwicht als ze bestaat uit liefde voor de kennis, maar bouwend op het machtsidee verwordt ze tot relativisme of postmodernisme, dat uit de neiging bestaat om, uit behoefte aan de controle over alles, alle absoluten die die controle in de weg staan, weg te wuiven. Zo zijn er in theorie zes correcte vormen van overeenkomen in volheid en visie, die in de filognosie tezamen de fortuinlijke persoon als een persoon van God definiëren: de kennis vindt zijn evenwicht in de filosofie, de macht in de wetenschap, de schoonheid in de analyse, de verzaking in de verbondenheid, de roem in de religieen de rijkdom in de politiek. Alleen in de filognosie, in de spirituele kennis van de âtma-tattva, de werkelijkheid en het principe van de ziel, is er dus volledige verwerkelijking mogelijk van alle volheden en visies. Alle overige pogingen om eenzijdig met een andere volheid een zelfde visie voor ogen te hebben leidt tot de onevenwichtigheid van een bepaald -isme dat te herkennen is als een vorm van materialisme. De onevenwichtigheid bestaat dan uit een zotte, of foute koppeling van een volheid van fortuin - ofwel een kennismiddel - aan het doel van een bepaalde visie. De corruptie bestaat dan uit het aanzien van het middel voor het doel. De onevenwichtigheid is wat we normaal verdragen moeten van het materialisme, maar de corruptie is de verduistering van de visie die bestreden moet worden. Die tweeledigheid gaat ook op voor de zes vormen van evenwicht. Ze vormen op zichzelf staand de -ismen die de filosofieën zijn van het verdedigen van een enkelvoudig, en niet filognostisch-syncretisch evenwicht: kennis met filosofie leidt idealiter tot Hindoeïsme. macht met wetenschap leidt in evenwicht tot Boeddhisme, schoonheid met de analyse leidt zo tot het Taoisme waarvan het Confucianisme - ondanks de schoolstrijd - de retoriek is, verzaking met verbondenheid leidt verlicht tot gnosticisme of spiritualiteit in het algemeen, roem op z'n plaats met de religie leidt tot Universeel Soefisme en rijkdom met de politiek perfect samengevoegd leidt tot Vaishnavisme. Daarbij kent het Hindoeïsme ter bewaking van haar integriteit nog drie sub-ismen vanwege haar kastenvalsheid: het Parsisme, het Sikhisme en het Jainisme. Filognosie behoort dus niet tot het gnosticisme of Vaishnavisme, maar het gnosticisme en Vaishnavisme wel tot de filognosie. De filognosie van de ziel is inclusief, omvat alles, maar het -isme van het ego is exclusief, het beperkt zich tot een enkele bijdrage. Daarom moet de filognosie ook niet tot een van de vele, meer materialistische en zotte, -ismen worden gerekend, ook al maken die er wel onderdeel van uit als het gaat om het beschrijven van de zwakheden van het individuele, valse ego of een collectief Superego. Zo kan de filognosie b.v. makkelijk ontaarden in structuralisme als de referentie aan de klassieke schema's wordt losgelaten en er te veel op eigen gezag wordt ingedeeld. Dit treft men b.v. vaak in de psychologie aan, waar de verschillende indelingen van persoonskenmerken in de persoonlijkheidstheorieën zodanig over elkaar heen buitelen dat men al te makkelijk kan gaan twijfelen aan het gezag en de integriteit van die wetenschap. (zie verder de bespreking hiervan).

Hoe moet ik dan nu het verleden zien en daarvan de toekomst?

Cultureel hebben we de waardesystemen van de verschillende religies en politieke culturen die worstelen voor het evenwicht en de volledigheid. Alles wat er bij komt compliceert de zaak omdat repressieve vooruitgang vooruitgang in ontkenning is hetgeen in het geheel geen werkelijke vooruitgang is. Vooruitgang houdt in dat je het volledige ontdekt en in je handelen dekt, in heel zijn complexiteit, en dat je aldus stabiel staat in je bewustzijn. Repressie leidt vroeg of laat tot een val. De god der vernietiging is er om hindernissen te overwinnen, de god der schepping is er om structuur te ontdekken, en de god der handhaving is er voor de goedheid, het geluk en de standvastigheid.

Maar ik bedoel in detail, hoe moeten we nadenken over ons culturele erfgoed en wat is de toekomst ervan?

Kort gezegd hadden we op deze planeet ten eerste de vedische orde die ons de yoga bijbrengt in al zijn diversiteit van filosofie, dienstverlenen en toegewijd zijn; toen hadden we de Chinezen om ons het evenwicht van de Tao bij te brengen, de weg met de Yin en de Yang van de dualiteit in het algemeen en de zon en de maan in relatie tot het verhelderen van de ether in het bijzonder - dezelfe hemellichamen die ondertussen ook werden hooggehouden door de oude Egyptenaren en de zuid-amerikaanse Indianen met hun astronomische respect voor de goden; toen hadden we de Boeddhisten die het ons bijbrachten de werkelijkheid zonder het denken te vinden; toen hadden we de Grieken die ons de dialoog bijbrachten als de essentie van de rede waarmee we nu tot een filognostisch besluit komen; toen kregen we de parallel daaraan de Joden (en hun perzische buren) van wie we het leerden te leven naar de geest van het absolute, meer dan naar wonderen en andere uiterlijke manifestaties van God; vervolgens hadden we Christus die het ons leerde onze last te dragen in de liefde voor de naaste; toen leerden we de profeet Mohammed kennen die de nadruk legde op het belang van het respecteren van God bij het zuivere van nog eens de zon en de maan; toen hadden we de reformatie en de verlichting om ons te herinneren aan onze persoonlijke verantwoordelijkheid meer te leven naar de geest dan naar de letter; en tenslotte leerden we de democratie kennen als de uitdaging om het volledige van de werkelijkheid te dekken van de complexiteit van onze multiculturele wereldorde. Zo moet je het verleden van ons mensen op deze planeet bezien. Het is de worsteling geweest om tot de samenhang van het viervoudige begrip van orde te komen waarvan ik sprak aan het begin van deze laatste dialoog. De toekomst is er om met elkaar als de mensheid stabiliteit te vinden door ten eerste in onze persoonlijke levens de verschillende opties met de velden van handelen in evenwicht te brengen en ten tweede in het representeren van die belangen in de vorm van overeenkomstige politieke partijen ook daarin de balans te vinden. De wetgevende macht ofwel de politiek, zal, zoals we in de tweede dialoog al zagen, in gelijke mate rekening moeten houden met de financiële, nationale, sociale en private belangen in speciale, naar deze filognosie ingerichte, kiesgroepen die de nepotistische, politieke tendensen te boven gaan, zodat de democratie zijn stabiliteit vindt in een representatief parlement dat naar behoren is ingesteld op de uitvoerende macht van de ministeries opgezet volgens dezelfde belangenverdeling van statusoriëntaties.

   De toekomst is dat we onze identiteiten zullen kennen en aanvaarden in hun onvermijdelijke verbonden zijn met het beroep, de burgerlijke status die samenhangt met de leeftijd, het abstractieniveau in overstijging en de individuele graad van ervaring van het zelf dat via het ego tot wijsheid komt; en het aldus leren het spel van de orde ermee te spelen en al de trauma's te vergeten van de klassenstrijd van de vroegere nepotistische democratieën en hun dictatoriale perversies van met name de twintigste eeuw. Religies zullen er altijd blijven als klassieke scholen van onderricht, maar geen van hen zal ooit overwegen in de wereld. Beschouw ze als de hoofdstukken van een boek, en probeer dan waardering te hebben voor heel het boek. Zo ook zullen politieke partijen nooit individueel de wereld regeren maar eerder hun plaats en functie vinden overeenkomstig de basisdualiteit en de analytische conclusie van de ondoorgrondelijke Eenheid in verscheidenheid die ons hart en onze ziel is, onze God, onze liefde en ons leven in het krachtveld van de ether.

Ik dank je Aadhar voor deze allesomvattende blik op het volledige van de orde van de tijd met de ether. Het heeft mij vele hoofdbrekens bezorgd, die complexiteit, maar nu, met de handreiking van al dit kennisgereedschap, is het me duidelijk hoe ik de zaken van het leven op orde kan brengen en houden. Nu realiseer ik me wat de tijd van mijn leven is in de zin van het herboren zijn: het is de realisatie van deze filognosie.

 
Bestel het boek De Ether Bestaat!



 

De site lineair als een perfectie van de causale illusie: