
Synopsis
De Orde van de
Tijd samengevat
René
en de Tijd van Zijn Leven
'Zes dialogen
tussen René, de gelukzoeker
en Aadhar, de leraar der filognosie.'

Inleiding
René
aldus bezocht de Wetenschappelijke School der Magie en leerde vele
toverformules en kunsten om zijn leven en lot in de hand te hebben.
Maar hij was niet tevreden. Er waren een paar dingen die hij nog niet
wist. Hij had er werkelijk geen idee van hoe hij zijn geluk kon
bestendigen of hoe hij tot een definitief besluit moest komen. Ook wist
hij niet hoe hij onbevreesd kon zijn, noch besefte hij werkelijk wat
zijn naam nu eigenlijk inhield. Met andere woorden: René, hoewel
op zijn talenten aangesproken door zijn scholing, moest de Tijd van
Zijn Leven nog vinden.
Goed, het begint dus met de naam. De
gelukzoeker stelt de vragen en Anand Aadhar, zijn alter-ego in de
gedaante van de in het Westen opgegroeide yogabeoefenaar, geeft de
antwoorden.
Wat is nu de
betekenis van René, mijn naam?
René, een frans woord voor wedergeboren
zijn, heet dvija in het Sanskriet, hetgeen zowel het
gereincarneerd zijn kan inhouden als het in dit leven met een nieuw
leven begonnen zijn. Een nieuw leven beginnen houdt een
heroriëntatie in. Daarvoor zijn deze gesprekken van ons bedoeld.
En nu de onbevreesdheid.
Hoe raakt
René onbevreesd?
Als hij middels deze
navraag bij een vertegenwoordiger van de yoga-discipline als ik
ingevoerd of geïnitieerd raakt, moet hij, teneinde onbevreesd te
raken, een andere geestestoestand ontwikkelen. In feite moet hij zijn
troost vinden in zichzelf op een zodanige manier dat hij inziet dat
naar de fundamentele drievoudigheid van de werkelijkheid van de ziel
die staat voor 1) de velden van zijn handelen, 2) de principes van zijn
gedragswijze, en 3) zijn levensspel binnen de maatschappelijke orde,
alle mensen zoals het hoort samenwerken op weg naar een stabielere vorm
van bewustzijn. Ten einde onbevreesd te zijn moet hij de vrede van die
geestesstaat zien te vinden die naar daad, woord en gedachte 1) hem
niet in de steek laat als hij met het zijne bezig is, 2) hem niet in
het ongewisse der onwetendheid laat in geval van moeilijkheden, en 3)
zijn vertrouwen niet beschaamt, zelfs niet bij zijn dood. Met andere
woorden: hij moet een tijd van leven vinden die niet door wat dan ook
kan worden verslagen. Aldus ontdekt hij de zin van zijn bestaan en is
hij, bevrijd van zijn angst, in staat welke uitdaging ook tegemoet te
treden.
En dan het geluk.
Hoe is
René nu gelukkig dan?
Voor het heil van zijn geluk moet hij een
nascholingscursus volgen bij de Meester der Filognosie genaamd Aadhar,
zijn alter ego, een geestelijk leraar die de Heer van de Yoga
vertegenwoordigt en die hem helpt om zijn weg in de samenleving te
vinden met de magie van zijn wetenschap en het met zichzelf en met
anderen goed te kunnen vinden. Filognosie, stelt de aan de westerse
geest aangepaste wetenschap voor van het vinden en vasthouden van de
liefde voor die soort van kennis die iemand, die opgaat in het
dienstverlenen, gelukkig maakt alsook anderen gelukkig maakt die van
een soortgelijk respect zijn. In feite kunnen de twee niet worden
gescheiden. Filognosie definieert de werkelijkheid van de ziel, en
heeft niet enkel betrekking op de kennis van schoolboeken, de wijsheid,
toverformules en klassieke kunsten. Neen, het is de wetenschap van het
vinden van de liefde voor de methode, de feiten, de kunst, de
overstijging, de persoon, en het bepleiten van de zaak van het hebben
van een goede tijd met alle mensen tezamen als een gemeenschap.
De cursus 'Filognosie of
de Orde van de Tijd'
Waar bestaat
de leerstof dan allemaal uit?
René, die is verdeeld in drieën
met ieder twee secties.
-
I Wetenschap:
- Sectie a:
Ontnuchteren; teneinde bevrijd te raken van illusie ten
aanzien van de essentiële feiten van de tijd.
- Sectie b: Veldbeheersing; om evenwicht te ontwikkelen in de
verschillende velden van handelen.
-
II Spiritualiteit:
- Sectie
a: Emotionele
Expressie: om met de
juiste zin voor verhoudingen analytisch verantwoord je uit te drukken
met een kunstvorm als b.v. het zingen of het schilderen en zo ook je
innerlijke evenwicht te vinden.
- Sectie b: Waardenbeheersing: om de basisformules te beheersen - ook in
de zin van de tijden ervoor - voor het heil van de persoonlijke
stabiliteit en de zelfbeheersing, en om aan de voorwaarden te voldoen
om stand te kunnen houden in de uitoefening ervan.
-
III De Persoon
- Sectie
a: Identiteitsbeheersing: om het spel van de orde te kunnen spelen en
zo een leven te hebben en je levensopdracht te vinden.
- Sectie b: Retoriek: wat je tegen anderen moet zeggen teneinde
de zaak te bevorderen en te verdedigen.
Ben je er klaar voor? Kies een sectie, en ik,
Aadhar, zal het voor je uiteenzetten, René, in de dialoog ermee
waarin we de dualiteit van de uitgeduide drievoudigheid van de
filognosie bespreken zullen. Die dualiteit vormt de allesomvattende
benadering van de geestelijke kennis die vedisch de 'darshana's'
van de 'âtma-tattva' wordt genoemd: de visies op de
werkelijkheid van het zelf, de zienswijzen wat betreft het principe van
de ziel, de zes vormen van geestelijke liefde die je nodig hebt om
gelukkig te zijn en anderen ook naar dat geluk te kunnen leiden.
Dialoog een I-a: Ontnuchteren
Ten einde vrij te zijn van
illusie René, moet je de feiten van het leven en het
materiële universum onder ogen zien. Je moet ze zien zoals ze
zijn. Voordat je ook maar iets onderneemt, voordat je een beslissing
neemt, kijk dan eerst eens heel goed om je ervan te vergewissen waar je
mee te maken hebt.
Wat heb je
te zeggen over dat onderwerp van de illusie en de tijd?
Beste René, de tijd vormt het leven van
het universum bestaande uit de heilige drie-eenheid van de natuurkunde:
de tijd, de ruimte en de materie. De tijd brengt de geestloze materie
tot leven. In feite is alles wat bestaat iets wat leeft, en dat geldt
niet enkel maar de rondbewegende levende wezens en de niet-bewegende
zoals de planten, maar ook de stenen die een leven hebben, ook al is
het een beetje een saai bestaan. Als je zorgvuldig kijkt diep binnen in
de dode materie zal je ontdekken dat het enkel maar harde energie is,
energie die heel druk bezig is in zichzelf zodat die hard is. Zachte
materie van levende wezens is dynamischer, meer ontspannen, relaxter,
vitaler, reactiever, maar ook tijdelijker van vorm: ze gehoorzaamt aan
de wetten van de tijd op een bepaalde manier; op een
voorgeprogrammeerde manier, niet enkel maar door een eventuele cultuur,
maar ook op een manier die ingebouwd is in de genen van alle levende
wezens, in de cellen van al de levende lichamen, precies zoals een
programma geïnstalleerd op een computer. Dit geprogrammeerde leven
noemen we het geconditioneerde leven omdat het werd teweeggebracht en
gefixeerd door omstandigheden in het verleden en zo de aanpassing vormt
van het organisme aan zijn omgeving. Een deel van de conditionering
behoort tot de hardware van het lichaam en kan niet worden veranderd,
het is verantwoordelijk voor de vorm van het lichaam en de
basisfuncties. Een ander deel ervan, het culturele gedeelte, werd
tijdens het leven aangeleerd en is meer inschikkelijk, zoals het is met
het eten van een broodje of van müsli 's morgens; je hebt de
keuze. De natuur beheerst jou, het aangeleerde kan jij beheersen. Aldus
zijn, gegeven een zekere mate van eigen beheersing, al onze levens
geconditioneerd, van de levens van een enkele plant tot de levens van
gehele planeten. Maar we zijn geen simpele machines die zijn
voorgeprogrammeerd en zelfgeprogrammeerd. Er
sprake van een
positie van een zekere onbepaaldheid in ons materiële bestaan. We
kennen zo dus enige vrijheid om ons leven te kunnen overzien en op dat
niveau van normen en waarden eventueel in te grijpen. Op ieder
willekeurig moment kunnen we uitmaken voor welke leiding we kiezen met
onze voor de rest behoorlijk vergaand in gedragspatronen gefixeerde
vitale materie en genen. Zo kunnen we aldus concreet bezig zijn als
materiële vormen die materiële dingen doen of kunnen we ons
bezighouden met meer abstracte zaken die dichter in de buurt liggen van
het gedragsprogramma en het gezag van de programmering die ons onder
controle heeft. De laatste positie van het kernbelang noemen we
metafysisch, transcendentaal, bovenzinnelijk of ontstegen aan of van
het voorbije en met dat zullen we ons bezighouden in het volgende
tweetal secties van onze cursus die gaan over het spirituele. Laten we
eerst eens de manieren en de problemen bekijken van ons
recht-toe-recht-aan materiële bestaan.
Wat zijn die
problemen?
Beste René, we houden ervan te leven en
ons rond te bewegen, maar vanwege onze vrije wil zijn de dingen niet zo
zeker als we zouden willen. Je medemensen kunnen zich van je
verwijderen of een ongeluk krijgen of in de gevangenis belanden als ze
de verkeerde dingen doen, of ze zijn misschien helemaal niet zulke
goede mensen: ze kunnen je misbruiken of je verwaarlozen en je niet
respectvol behandelen of je niet accepteren zoals je bent. En ook je
vrienden en intieme relaties kunnen je verraden uit zelfzucht of je
problemen bezorgen met leugens, geweld, hebzucht en misbruik.
Natuurlijk moet je opgevoed zijn en in staat zijn uitdagingen aan te
kunnen, en heb je daarvoor ook ondersteuning nodig. Dat controle moeten
hebben van jou kant is één probleem. Een ander probleem
is dat verwanten, vrienden en buitenstaanders op hun beurt ook weer
opgevoed moeten zijn en een dergelijke ondersteuning nodig hebben om
controle te hebben met het zich naar behoren respectvol gedragen. Aldus
zijn deze waarheden ook op hen van toepassing. Daarenboven kan de
grotere natuur ook problemen geven als met hitte, kou, aardbevingen en
overstromingen, en zo moeten we dus ook daar rekening mee houden.
Wat is de
oorzaak van die problemen?
Beste René, de problemen die wij
menselijke wezens hebben zijn er vanwege de illusie: we zien de dingen
van de materie en het leven niet altijd zoals ze zijn. We zien niet
meteen in dat enkel het lichaam van dienst zijn en niet de ziel van het
metafysische kernbelang, inhoudt dat er dan geen goede sturing is van
ons gedrag en dat er dus ook niet zomaar een gecoördineerde en
veilige samenleving is die zichzelf bijstuurt en waar je dan op kan
vertrouwen. De reden hiervan is dus het materiële verlangen -
omdat mensen het anders willen hebben dan vanuit het kernbelang is
aangewezen. Men is dan, met het oppervlakkige van het enkel met de
materie leven en het missen van de kwaliteit van de ziel, ontevreden of
verveeld, geërgerd of wellustig en zo kunnen we onszelf dan dingen
zien doen die we niet zouden moeten doen. Natuurlijk moeten verkeerde
zaken worden rechtgezet, en kan zo bezien ontevredenheid, verveling,
ergernis en lust gerechtvaardigd zijn. Soms is het goed de dingen
anders aan te pakken en jezelf te corrigeren, maar soms ook is het, met
het verstand verbijsterd door het materiële belang en het dan niet
meer weten naar welke norm we zouden moeten corrigeren, niet zo goed en
leidt het tot rampspoed, chaos, toestanden en zelfs oorlog; tot zelfs
nog meer ontevredenheid, verveling, ergernis en wellust. En op die
manier kan de mensheid zich dan bevinden in een neerwaartse spiraal die
tot de hel voert. Men kan van kwaad tot erger vorderen of weer op het
goede pad geraken. Dus, om niet verkeerd terecht te komen, moeten we er
zeker van zijn een plan te hebben om dat kernbelang van de ziel te
dienen, er zeker van te zijn dat we de dingen juist bekijken, zodat we
de zaken van het leven kunnen respecteren zoals ze zijn en we aldus in
staat zijn om de juiste beslissingen te nemen.
Wat is dan
de juiste manier om tegen de zaken van het leven aan te kijken?
Beste René, we hebben wetenschappelijke
richtlijnen, morele stelregels en religieuze en politieke beginselen.
In deze twee eerste secties zullen we ons bezighouden met de
wetenschappelijke. Er is, in de wetenschap, om te beginnen een methode
die we nodig hebben om ons te verzekeren van de waarheid der dingen.
Deze methode bestaat eruit eerst te bepalen wat het onderwerp van
onderzoek is, laten we zeggen honden: b.v. 'Ik hou van honden'.
Vervolgens kan je dan stellen wat het probleem is met honden, b.v. dat
ze bijten en blaffen en dat ze andere dieren op moeten eten. Deze
worden de these en de antithese genoemd die het probleem aan de orde
stellen van ons onderwerp van studie. Vervolgens is er dan een
tegenargument nodig om het probleem op te lossen: honden moeten aan de
lijn en het kan niet worden toegestaan dat ze doden voor hun voedsel,
dat moeten we dan voor hen doen. Dan kunnen we een conclusie trekken:
ja het is mogelijk van honden te houden en ze als huisdier te houden,
mits je er goed voor zorgt en je er geen moeite mee hebt om dieren te
doden voor hun voedsel. Vervolgens kunnen we dan tot de samenvatting
komen dat dat misschien zo wel is voor alle andere dieren: ja we kunnen
de beesten in het algemeen wel houden mits we goed voor ze zorgen, maar
honden en katten dus eigenlijk niet als we een vegetariër zijn en
geen dieren willen doden. Aldus hebben we door het afwegen van
argumenten en tegenargumenten ontdekt hoe het met de honden zit. Laten
we dan nu dit argument terwille van de methode voor het achterhalen van
de waarheid uitbreiden tot het onderwerp van het leven in het algemeen.
Het leven in het algemeen, zoals we reeds bij de eerste vraag zagen,
wordt omschreven als een functie van de tijd. De tijd zegt ons of we
een leven hebben of niet. Geen tijd, is helemaal geen leven. Tijd is
dus fundamenteel voor de levenskwestie. Om zodoende dan de vraag te
beantwoorden van hoe we op de juiste manier naar het leven in het
algemeen moeten kijken, gaan we op een systematische wijze te werk
volgens de opzet van de methode zoals we die bespraken met de honden.
Dus stellen we eerst dat de tijd het leven is. Het probleem is dat de
tijd ook een eind aan ons leven maakt en dat om die reden we in angst
moeten leven te sterven en dat we dus wel eens een hekel aan de tijd
zouden kunnen hebben of er bang voor zijn. Het tegenargument luidt nu
dat de tijd niet enkel maar lineair van het ene moment naar het andere
gaat en tot de dood leidt, de tijd vormt ook patronen: de
conditioneringen waar we het zo-even al over hadden. Deze patronen, die
vastgelegd zijn als tijdverslagen in onze genen en in onze culturen,
tonen aan dat de tijd niet enkel maar een doder is maar ook een maker,
een schepper; de tijd is als een vorm van God verantwoordelijk voor de
orde van het leven van alle levende wezens. Dit wordt klassiek
gerespecteerd met de zegswijze 'zo boven zo beneden'; zoals de
orde van de tijd in de hemel is, zo is hij op aarde geschapen. We
moeten daar ook aan toevoegen dat die tijd, lineair en cyclisch als hij
is, ook een tegendeel van tijdloosheid kent dat we de ervaring van de
tijd noemen of het bewustzijn van de tijd. De conclusie dan, om de
volgende derde stap na de these/antithese en het tegenargument te maken
in de methode, is dat de tijd inderdaad destructief en angstwekkend is,
maar dat we met de tijd kunnen leven vanwege zijn positieve
eigenschappen van conditioneren en bewustzijn die ons de zekerheid
bieden van een structuur en het besef om keuzes te kunnen maken. De
samenvatting ter besluit van de methode luidt dat de tijd en het leven
op prijs kunnen worden gesteld met een gepaste indeling van respect,
als we naar behoren onderscheid maken tussen de verschillende vormen
van tijd. Als we dat niet doen zouden we in de illusie verkeren dat de
tijd en het leven enkel maar lineair zinloos zijn en het allemaal
slecht en betekenisloos enkel maar tot de dood zou leiden. Als we niet
de werkelijkheid van de drievoudigheid van de tijd zouden zien, zouden
we te lijden hebben onder de angst en de duisternis van de
onwetendheid. En nu kunnen we dus met onze levenstijden omgaan zoals ze
zijn, vrij van illusie. We zijn ontnuchterd door het methodische
respect voor de volledige werkelijkheid, de waarheid van de zaak in
kwestie.
Is dat alles
wat ons te doen staat?
Wel, nee dus
René. Er is nog veel meer te doen over de illusie aangaande het
onderwerp van de tijd en ook nog veel meer daarbuiten. Maar wat we nu
zeiden over de tijd is het meest fundamentele. Om tot een besluit te
komen over de werkelijkheid van de cyclische tijd en het tijdbewustzijn
moeten we nog een paar andere dingen met onze methode onder de loep
nemen. We hadden het nog niet over de orde van de tijd. We kwamen
alleen maar tot de conclusie van drie verschillende soorten van tijd,
niet tot enig schema om de tijd te kunnen respecteren. Als we een
samenleving willen hebben van mensen die van dienst zijn, hebben we
tijdschema's nodig, afspraken over onze tijden van werken en slapen en
dergelijke. 's Nachts bijvoorbeeld willen we geen kabaal en gedurende
de dag willen we dat onze handelingen zinvol en effectief zijn zoals
het samen de maaltijd gebruiken. En aldus hebben we klokken en
kalenders die ons zeggen welke datum het is en hoe laat het is met het
cyclische van de tijd zodat we onze handelingen kunnen coördineren
en afspraken kunnen maken.
Hoe verkeren
we dan in illusie of zijn we anders van respect voor de waarheid met
onze tijdschema's?
Beste René, wat betreft de orde van de tijd
van de mensen op deze planeet hebben we verschillende culturen die de
zaak compliceren. Dat is één zijde van de munt van de
tijd. Anderzijds kennen we verschillende referentiepunten voor het
respecteren van het cyclische van de tijd zoals die in de natuur is. We
kunnen onze dagen instellen naar de zon, de maan en de sterren. Al deze
natuurlijke fenomenen tezamen vormen, met het krachtveld van de ether,
het volledige van het natuurlijke patroon van de lineair/cyclische tijd
en het bewustzijn ermee dat we niet goed kunnen ontkennen op straffe
van een zinloos bestaan.
Wat is dan
de waarheid van de cyclische of lineaire tijd en het bewustzijn ervan?
Beste René, laten we de methode weer
toepassen. Zoals we dat deden met de honden en de verdeling van de tijd
in drieën. Nu hebben we als onze these de orde van de tijd zoals
we die respecteren in onze cultuur en dat is waar we van houden. Het
probleem daar tegenover aan de orde gesteld is dat die cultuur van onze
kalender en klok van illusie kan zijn aangezien we afwijken van andere
culturen en van de natuur ermee, en dat we dus niet stevig verankerd
zijn en met de benen op de grond staan met de aarde en onze medemensen
inzake de aangelegenheden van de tijd op deze planeet. Het
tegenargument vervolgens is dat dat helemaal niet zo'n probleem is
aangezien we het verschil kunnen aanduiden, een klok kunnen corrigeren
en een kalender kunnen schrikkelen, het politiek kunnen bespreken, of
een ritueel van respect kunnen opvoeren om de overtreding van
respectloosheid tegen te gaan. De conclusie die we dan mogen trekken is
dat het mogelijk illusoire effect van de orde van tijd van onze
voorkeur kan worden bestreden met een klok die op de zon is ingesteld
en een kalender die naar de maan luistert, zowel als middels een
filosofisch/politiek debat, door religieuze oefeningen van respect en
door het bewust vergelijken van twee kalenders en klokken of door het
afzetten van die aanduidingen tegen de actuele posities van de zon, de
maan en de sterren. De daaropvolgende samenvatting is dat al de
tijdculturen op deze planeet met ieder hun eigen gewoonten van
tijdbeheer een gemeenschappelijke orde kunnen vinden in de
wetenschap die ons klokken biedt die de zon volgen voor het heil van de
geldigheid, in religies die
ons met de noodzakelijke moraal erbij constant herinneren aan de
oorspronkelijke natuur, in politieke debatten die het onlogische, het
onredelijke en de vervreemding bestrijden in compensatie en door de
multiculturele tolerantie en het wederzijds respect dat Moslims
toestaat te buigen voor de zon en Hindoes om de maan te vieren, terwijl
de Christenen de data van Kerstmis en andere feestdagen op de
zonnekalender hooghouden. In de laatste sectie zullen we verder
uitweiden over het onderwerp van de tijdpolitiek. Tot zover hebben we
met dit methodisch onderzoek naar de waarheid van de orde van de tijd
de weg vrijgemaakt om de illusie te bestrijden in het algemeen en samen
te leven in vrede ondanks onze verschillen.
En hoe zit
het met de tijdloosheid in het ervaren van de tijd?
Met dat onderwerp zullen we ons bezighouden in
de volgende afdelingen van de spiritualiteit en de persoon, beste
René.
Hoe precies
moeten we dat wat je zei realiseren zonder enige training in de
wetenschap van de astronomie, de theologie, de filosofie en de politiek
te hebben genoten?
Beste René, om de tijd van de natuur te
checken hebben we zonnewijzers en een tempometer op het internet om de positie van de zon uit
te zoeken, we hebben kalenders die de maanfasen aangeven zodat je
regelmatig met de maan kan zijn als je dat wilt, en naar de sterren
hebben we een tijd op de kalender - die GMT op het ogenblik valt in de
nacht van de zesde op de zevende juli - die het dynamische punt
markeert in de sterrenhemel waar omheen al de sterren in ons
sterrenstelsel ronddraaien. Deze tijd op de kalender die, met de tijd
dat de aarde het dichtst bij het centrum van de melkweg staat, het
galactisch nieuwjaar zou kunnen worden genoemd, verschuift met ongeveer
20 minuten per jaar voorwaarts door de kalender (de z.g. precessie van
de equinox). De sterren kan men dus collectief vieren met een
jaarlijkse feestdag of individueel met je verjaardag die ieder
galactisch jaar dan ongeveer twintig minuten later valt. Aldus kunnen
we van een astronomisch respect zijn voor de zon, de maan, de sterren
en het krachtveld van de ether dat ze bij elkaar houdt.. Wat betreft de
theologie hebben we kerken, tempels en moskeeën met getrainde
theologen die je op de hoogte kunnen stellen en al het onderricht
kunnen geven dat noodzakelijk zou zijn om in dezen voor God te leven.
Wat betreft de filosofie hebben we paradigma's of wetenschappelijke
denkmodellen die de universiteiten en andere instituten van onderwijs
beheersen, en voor het politieke respect hebben we politieke partijen
om het debat over dit alles te organiseren.
En zijn die
verschillende opties van tijdbeheer nou allemaal even goed of bestaat
er een voorkeur?
Overeenkomen met de natuur, de oorspronkelijke
werkelijkheid van de tijd die ons leven evolutionair gestalte gaf,
bespaart je de energie van de compensatie die je nodig hebt als je niet
overeenstemt. Denk maar aan ploegendiensten in het bedrijfsleven die
mensen in een gezin of een prille relatie minder goed doen samenleven
als er steeds iemand ligt te snurken, of die iemand sneller uitputten
als men van een dag- naar een nachtritme moet omschakelen. Maar meer
energie hebben wil nog niet zeggen dat je er dan beter mee omgaat. Zo
slaagde b.v. de Islam er niet in Europa te veroveren aan het einde van
de middeleeuwen, terwijl ze toch meer overeenstemden met de maan en de
zon dan de Europeanen die christelijk gewijs zon- en maan-aanbidders
als ketters op de brandstapel hebben gezet. Het is dus zo dat in
compensaties als religieus, politiek of wetenschappelijk de zaak
overbruggen, met rituelen, discussies en paradigmatische vertogen, je
ook heel veel goede kwaliteiten en effectiviteit kan ontwikkelen. Maar
gegeven een eensluidende, gezamenlijke goede wil met de openstaande
opties van tijdbeheer en de noodzaak van een efficiënte
benadering, zou je kunnen stellen dat - net zoals voorkomen beter is
dan genezen - overeenkomen beter is dan overbruggen en dat, om bij onze
voorbeelden te blijven, het Christendom dus nog niet zomaar klaar is
met de Islam wat dit betreft, noch de Islam wat zichzelf betreft
overigens.
Wat is nu de
magie die ik hier geleerd heb?
Beste René, dat je geen enkele
goocheltruc hoeft op te voeren om jezelf en de zaken waar je mee te
maken hebt in de hand te hebben, en, dan beter bezig, een grote
voldoening kan ervaren in de filognosie, de liefde te weten, te
begrijpen en te handelen ten gunste van alle levende wezens.
Kan ik er
gelukkig mee zijn door simpelweg de illusie zo tegen te gaan?
Beste René, het leven kan je voor
uitdagingen plaatsen en het je moeilijk maken om gelukkig te zijn, maar
als je vasthoudt aan deze les voor jezelf, ligt het geluk binnen je
bereik mits je accepteert dat in deze filognosie, deze liefde voor de
kennis, er inderdaad nog een paar lessen meer te leren zijn.
Dialoog
twee: I-b Veldbeheersing
Dit is een wetenschappelijke les over feiten.
Het feit dat telt na de methodologische zorgen omtrent de tijd in de
voorgaande sectie is het feit van de zogenaamde velden van handelen. Om
je agenda te vullen is het van belang kennis te ontwikkelen van en van
evenwicht te zijn in de verschillende velden van handelen.
Wat zijn die
velden dan?
Beste René, kijk alsjeblieft eens goed
om je heen. Bezie de feiten van het materiële leven. Zoals je ziet
zijn er privé huizen en zijn er winkels, theaters en kroegen, in
de stad. Er zijn ook ontmoetingsplaatsen die beheerst worden door een
bepaalde gedachte van vereniging: sportclubs, gebedshuizen, zang- en
muziekverenigingen, en verenigingen die de natuur op een bepaalde
manier respecteren, en er zijn ook kantoren, scholen, fabrieken en
andere plaatsen waar mensen hun werk doen. Deze verschillende
materiële gebouwen in je stad zijn te herkennen als de vier velden
van handelen waar je in je levenrekening mee moet houden.
Rekening
houden?
Je moet er letterlijk mee op je tellen passen.
Je moet het op de klok en de kalender uitzoeken wanneer je wat moet
doen aangezien je je, als je een volledig leven wilt hebben, het niet
kan veroorloven welk van hen ook over het hoofd te zien en ermee te
mislukken. Het idee is dat in je leven, teneinde volledig en volkomen
te zijn, je heel bewust je handelingen moet plannen. Dit omdat je
samenleeft met anderen. Voor jezelf kan je spontaan zijn, maar tezamen
moet je tewerk gaan naar afspraken over de tijd. Dat is de z.g. mûrti,
het kruis, de moeilijkheid, die je te dragen hebt als offer voor je
eigen bestwil. Voor je filognosie is het nodig, voor je lichamelijke en
geestelijke geluk en gezondheid wat betreft de verschillende
gezichtspunten in het leven dus, dat je er niet in gefrustreerd raakt
ook maar iets van het leven te missen. Laat niemand je wijsmaken dat
ook maar één van deze velden slecht zou zijn, verboden
terrein is, of uitgesloten.
Wat is de
orde erachter, wat is de essentie van ieder van de velden?
Er is de eenheid van het leven en de veelvoud
van de vormen. Dit is een fundamentele tweevoudige verdeling van de
waarheid die we de 'fundamentele werkelijkheid' noemen die we moeten
respecteren met de stelregel van 'eenheid in verscheidenheid'.
Precies zoals in de voorgaande klas de zegswijze gold 'zo boven zo
beneden' om volledig van respect te zijn voor de feiten van het leven
en de tijd, wordt deze sectie beheerst door deze kernspreuk. Het wordt
ook wel de dualiteit genoemd van de kwantiteit tegenover de kwaliteit.
Eenheid of verenigd zijn is een kwaliteit van fundamenteel belang. Om
in jezelf verdeeld te zijn en daarvan in de samenleving vervreemd,
behoort tot de terminologie van de psychiater. Nu zullen we verder
uitweiden over de orde van het beheren van de tijd met achting voor de
verschillende velden. De twee aspecten van de kwantiteit en de
kwaliteit van het leven worden gekend aan de hand van de dualiteiten
die ze met zich meebrengen. Voor de kwaliteit is er de eenheid in het
abstracte denken zoals het idee van God of een gedeeld spiritueel
ideaal, dat staat tegenover de eenheid in het bezig zijn in het
concrete van de materie en de materiële handelingen zoals het
bezig zijn met dingen tijds je vakantie of het doen van je werk. Van de
kwantiteit heb je een soortgelijke dualiteit van de diversiteit van het
individuele van het op jezelf zijn tegenover de diversiteit van het
sociale belang van het samenzijn. Als je de aldus gevonden vier
factoren in een tabel zet zal je de vier velden zien verschijnen waar
we die vier labels aan hebben toegekend van de zakelijkheid, het
privé, het publieke en de vereniging.
1) Het zakelijk
veld (individueel/concreet). Als je een kind bent is het je zaak
naar school te gaan. Als je wat ouder bent is het je zaak geld te
verdienen of vrijwilligerswerk te doen in liefdadigheid om dankbaar te
zijn als je in de bijstand zit. Waar je ook goed in bent, dit is hoe je
van dienst bent of van plan bent om je medemens en de samenleving in
zijn geheel van dienst te zijn. Dit is een hoeksteen van je leven
waarmee je je zelfwaardering vindt en je geestelijke gezondheid. Als je
er niet in slaagt met dit veld tot actie te komen, spreken mensen van
werkeloosheid of anders van goddeloosheid. Op de een of andere manier
moet je ernst maken met je dienstbaarheid om uitdrukking te geven aan
je dankbaarheid voor wat anderen, met inbegrip van je voorvaderen, voor
jou deden. Het is hierin dat je, terwille van een goed geweten, de
zaken in evenwicht brengt om individueel van de dingen van het leven te
kunnen genieten. Dit belang in het individuele van de concrete materie
wordt ook wel 'het veld van de materiële elementen' genoemd.
2) Het
privé-veld (individueel/ideëel). Thuis zitten is een
individuele positie waarin je een zekere kwaliteit zoekt in het
ontvluchten van de invloeden van de concrete buitenwereld die je
verleidt tot wedijver en prestaties. Het is het privé-veld, dat
behoort tot de idealen van de vrijheid, waarmee je de concrete druk van
het materiële leven tegenwicht biedt. Daar geniet je van je
familierelaties, je hobby's en zoek je en geef je liefde, vertrouwen,
steun, vertrouwdheid en veiligheid. In dit individuele belangenveld
ontwikkel je, met behulp van een religie of een filosofie, je
individuele kwaliteit: je intelligentie. Dit individuele belang in het
ideële wordt ook wel 'het veld der intelligentie' genoemd.
3) Het publieke
veld (sociaal/concreet). Dit is het veld van de vrije omgang. Je
gaat de stad in naar de markt, om te gaan winkelen en om in een
restaurant te zitten, naar de bioscoop te gaan of een theater en dan
mensen te ontmoeten die ook deel uitmaken van je leefgemeenschap. Dit
is wat de mensen in de samenleving het best bindt: gelijk te zijn, zich
vrij te bewegen en wederzijds elkaars diensten te waarderen. Hoe kan
men nu van dienst zijn en verwachten dat je erom gewaardeerd wordt als
je zelf geen waardering hebt voor de diensten die anderen leveren? Dit
is waar het geld dat je verdiend hebt wordt uitgegeven en vrienden en
kennissen worden gevonden en zich ontwikkelen. Dit is waar je feest
viert en het fijn hebt met het in alle vrijheid je overal naar toe
begeven waar je maar naar toe wilt, zoals je dat doet tijdens een
vakantie. Dit is het lokale, nationale, continentale en wereldse van
het concrete sociale belang van jou en iedereen. Dit wordt genoemd 'het
veld van het valse ego' of de, sociaal bevestigde, persoonlijke
identificatie met de materiële zaken van het aanwezig zijn in de
gemeenschap.
4) Het
verenigingsveld (sociaal/ideëel). Samen met anderen moet je je
ziel voeden en versterken, alsook je rede en je morele gehalte; tezamen
is de geest gehandhaafd sterker dan in je eentje bezig zijn, een
strootje breekt gemakkelijk, maar met een hele bundel samengebonden als
een bezem kan je de straat aanvegen. Dit is het geestelijke, een door
een bepaald stel regels bepaald, veld waar mensen de zin van het leven
vinden in het samenzijn van het oefenen van respect in zang en gebed,
luisteren en spreken, eten, dansen, wandelen, sporten en herinneringen
ophalen en dergelijke. Dit is waar men de controle vindt van de
definitie van de favoriete vorm van vereniging als zijnde sportief,
artistiek, cultureel, religieus of alternatief spiritueel. Dit
ideëel opgezette belang in sociale aangelegenheden wordt ook wel
'het veld van het ongemanifesteerde' genoemd aangezien het niet zo
duidelijk is in welke vorm de geestelijke principes moeten worden
gerespecteerd, omdat de ziel, net als God die er het opperste van is,
altijd wordt gevonden voorbij de materiële greep als een
aanwezigheid in het bovenzinnelijke.
Hoe dan
combineren deze velden met de orde van de tijd die we bespraken?
Als het
allerbelangrijkste, René, moet je in gedachten houden dat,
teneinde gezond te zijn van lijf en leden, je evenwicht moet houden.
Uit de velden hierboven genoemd kan je opmaken dat de zakelijke
aangelegenheden moeten worden afgewogen tegen de religieuze of
verenigingszaken en dat de privé-zaken moeten afgewogen tegen de
publieke aangelegenheden. Ze vormen beiden een contrast van
onverenigbare tegendelen. Deze twee dimensies die de scheidslijn
bepalen van de velden in de tijd, die tezamen de basis van al de velden
van handelen vormen, vereisen aldus dat die basisvelden een
afzonderlijke positie krijgn toegewezen in de tijd, als we tenminste
onszelf alomvattend op de agenda willen zetten en een
dienovereenkomstige volkomenheid van samenleven willen hebben.
Nu hebben we
twee dimensies met één agenda....
Welnu,
René, in feite is onze agenda tweeledig opgezet. Cultureel
hebben we de dagen van de week in contrast met de datum. In de
filognosie echter bouwen we op zekere kennis, gevalideerde
wetenschappelijke kennis, zodat de weekdagen worden vervangen door
overeenkomstige dagen gefixeerd op de maan. De weekdagen zoals we die
cultureel kennen zijn commercieel opgezet in politiek overleg en
derhalve onzeker. Ze hebben niet rechtstreeks betrekking op natuurlijke
gebeurtenissen. Dat onderscheid moeten we maken, willen we zekerheid
hebben. Hoewel afgeleid van de maan worden normale weken niet
geschrikkeld naar de maan en vormen ze dus niet een natuurlijke,
onafhankelijke variabele waar we op kunnen rekenen. Ze zijn, onderhevig
als ze zijn aan politieke besluitvorming en economische nevenmotieven,
onzeker door het feit dat ze door de mens geschapen zijn en deel
uitmaken van een materialistisch bewustzijn dat, met slechts een
pretentie van vrije keuze, gebondenheid inhoudt en dus niet geschikt is
voor de stabiliteit van het geluk. We gaan voor het filognostische
bewustzijn van de wetenschappelijk zekere kennis uit van de posities
van de zon en de maan zoals ze zijn. We aanbidden zogezegd God het
liefst rechtstreeks, en liever niet bij bemiddeling van 'politieke
halfgoden' die het ons anders voorspiegelen om zichzelf of het geld als
zijnde nuttig te bewijzen. Maar het is nog steeds wel, zoals reeds
gesteld met de vier opties van het tijdbeheer, schriftuurlijk
toegestaan om de tijd te aanbidden bij bemiddeling van de bij tijden zo
kwalijke 'halfgoden' van de twintigste-eeuwse materialistische en
commerciële standaardtijd zoals daar b.v. zijn de krijgsheren
Hitler en Napoleon, die de 'kampioenen' zijn van respectievelijk het
bezorgen en institutionaliseren van de zonetijd en de gemiddelde tijd
in Europa.
Zon en maan
en de velden, hoe combineert dat dan weer?
De
aangelegenheden van het valse ego en het privé-leven zijn
geassocieerd met de zon. Bij de helderheid van de dag manifesteert men
zijn lichaam met achting voor de ware (half-)god van die orde, de
zonnegod. Met het weerstreven van die orde is men een ketter van die
orde en gedoemd te lijden onder instabiliteit van motief en bewustzijn,
en dat is niet wat we willen. Aldus zijn de private en publieke zaken
het best geregeld met de orde van de zon, d.w.z. geregeld met de data
van de zonnekalender. Denk maar aan de private en publieke verjaardagen
en feestdagen. Zo ook zijn de andere tweepolige velden van je
zakelijkheid en je verenigingsleven het best geregeld naar de orde van
de maan. De maan bestaat er als een fixatie in de hemel. Hij is altijd
gefixeerd op de aarde als de eerste toegewijde en leidende godheid van
die orde. De zaken van het verenigingsleven liggen allemaal vast. Een
vereniging kan niet zomaar zijn regels veranderen zonder in een andere
club te veranderen. De verandering wordt er dus door tegengegaan en dus
moet de vereniging worden aanvaard zoals die is of anders worden
ontkend. En zo is het ook met de zakelijkheid. Iedere zaak, iedere
arbeidsovereenkomst, wordt beheerst door een contract en een
businessplan. Een ander plan is een andere zaak. Ook die afdeling ligt
zo vast als de maan vastligt. Aldus worden de twee tegenover elkaar
geplaatst op de maankalender, net als de twee vorige velden van de zon
werden gecontrasteerd op die kalender. Zo hebben we dan een soort van
orde waarin de zakendagen nimmer samenvallen met de verenigingsdagen en
privé-zaken nimmer samenvallen met publieke dagen van
socialiseren. Golf of tennis spelen bij wijze van zakelijke ontmoeting
is simpelweg een zich verenigen in de sport om de maandimensie beter te
dekken; men moet nog steeds afzonderlijk in een kantoor plaats gaan
nemen om het contract door te nemen en de papieren te ondertekenen. De
twee dimensies van zon en maan die van nature een uiteenlopend discreet
ritme hebben vallen echter wel samen. Aldus kan het zakelijke samengaan
met socialiseren in de publieke sfeer en kan het privé-belang
samenvallen met het verenigingsleven. Ook kan het zakelijk belang in
het privé worden behartigd en kan het verenigingsleven
samenvallen met de publieke interessen van de vrije omgang. Aldus
hebben we dan een gevarieerd, dynamisch leven dat al de velden dekt in
een stabiel, niet-materialistisch maar zeker respect voor de tijd. In
de laatste sectie III-B zal ik ook nog over de timing van je leven met
deze velden uitweiden wat betreft de regulatie van de burgerlijke
deugden.
En wat als
me dat niets kan schelen?
Verwaarlozing van deze noodzakelijke balans
zal ten koste gaan van het fysieke en mentale welzijn. Je zal het
moeilijk hebben met de psychologie van de consonantie die zegt dat
alles wat je doet goed is. Aldus zal je je onevenwichtigheid gaan
verdedigen en zal je zodoende politiserend in waanzin vervallen met
uitroepen dat het verenigingsleven slecht is of dat uitgaan slecht zou
zijn of dat alle zakelijkheid slecht is of dat alle privé-dingen
corrupt zouden zijn. Je zal dan, om de waanzin met je rancune tegen het
evenwichtig bestaan tegen te gaan, een erbij passende politieke partij
vinden van vriendjespolitiek die je er eventueel toe verleidt een
schijnleven op te bouwen van leven in vijandschap jegens anderen die
mogelijkerwijze even zo, maar dan anders, gestoord zijn in hun
veldbeheersing. Aldus zal je verzwakken en je synergie verliezen, je
vermogen om sociaal saamhorig te zijn. Soort zoekt soort en in de wil
tot macht daaruit voortvloeiend zal je, met de verkeerde vrienden
verstrikt rakend, afglijden, verleid tot onrecht en het maken van
vijanden welke je levensduur zullen bekorten, je luister zullen stelen,
en je schijnleven van eenzijdigheid in een hel veranderen. Met andere
woorden zal je in onwetendheid vervallen en met allerlei psychologische
symptomen te kampen krijgen. Publieke persoonlijkheden b.v. lijden hier
vaak onder in het verlies van hun vrije associatie; ze beginnen een
hekel te krijgen aan het publiek dat ze dienen maar dat hen niet
toestaat een volkomen leven te leiden.
Dus zijn
alle politici doortrapte schurken?
Neen natuurlijk niet. De politici krijgen het
op hun brood omdat ze verantwoordelijk zijn voor de orde in de
samenleving. Maar het probleem is bij iedereen terug te vinden. Je hebt
goede en slechte mensen hierin zoals je wel weet, maar de meerderheid
leeft een niet zo zuivere mix van die materieel gemotiveerde egopassie
die zo'n kwalijke schaduwzijde kan hebben en de door het principe
gemotiveerde, aan de ziel ontleende goedheid. De politici bemiddelen
tussen het gewenste en het haalbare in de samenleving. De zo vaak
onvermijdelijke problemen met de onzuiverheid van de compromissen zijn
beroepsrisico's door hen ingecalculeerd; maar zeker is dat dit probleem
niet bevorderlijk is voor de stabiliteit van hun persoonlijke positie.
De democratische macht die het doorgaans ontbreekt aan de minder
compromisbereide adel van een meer wetenschappelijk, persoonlijk en
duurzaam systematisch respect voor God en Zijn tijd, kan ook worden
gezien als noodzakelijk. We hebben de democratie nodig teneinde ons op
een nette manier te ontdoen van de minder gewetensvolle 'edelen',
politici en partijen die met hun populisme erin slaagden de kiezers te
bedotten het met hen eens te zijn. Zij die integer zijn dienen netjes,
voor zolang ze dat kunnen, een bepaald idee van publiek belang ondanks
allerlei partijbelangen en andere tegenslagen als gevolg van het feit
dat ze een mikpunt van het ego vormen. Zij die integer zijn verwarren
niet het lidmaatschap van een politieke partij met een functie in
één van de te verwachten kiesgroepen die filognostisch
zijn opgezet om de wetten ten behoeve van een bepaald ministerie of
subdepartement te bestuderen, te bespreken, in te stellen en aan te
passen. De ware bedoeling van politieke partijen is de filognostische
orde te dienen en de zaak niet te verwarren door te leven in openlijke
en verholen afgunst, vijandigheid, en een niet-begrijpende
geesteszwakte gebaseerd op de eenzijdige opties ontleend aan hun
onevenwichtige levensstijlen en nevenmotieven.
Verwachte
kiesgroepen?
We zullen die optie voor de wetgevende macht,
die samenhangt met de identiteiten van de mens in zijn maatschappelijke
spel van orde, in de latere sectie III-B van de retoriek bespreken. Tot
zover moet je onthouden dat onevenwichtigheid in de velden van handelen
leidt tot de illusies van het politieke nepotisme of tot andere soorten
van valse eenheid in pathologie en neurose. De pathologie reageert het
af ten koste van anderen, de neurose trekt zichzelf in twijfel met een
niet-effectieve geest die het ontbreekt aan een stevige basis in het
volle van de menselijke werkelijkheid en een juiste discipline met de
ziel. De psychopathologie maakt slachtoffers op een slagveld en de
neurose eindigt totaal krankzinnig met een psychose in een gekkenhuis.
Hou dus, teneinde niet jezelf en anderen schade te berokkenen, altijd
evenwicht met respect voor de velden van handelen.
Oké
begrepen, maar, wetenschappelijk, hoe zit het met dat schrikkelen met
de orde van de tijd?
Schrikkelen is van belang om het schema van de
tijd afgestemd te houden op de natuur, zonder verliest men het contact
met het krachtveld van de ether en verliest men in zijn tijdrespect de
geldigheid. Men is niet meer van deze planeet als men niet de orde
ervan aanvaardt. Dus, om stevig verankerd te zijn alhier en stabiel in
het bewustzijn te zijn, worden de kalenders geschrikkeld, zowel de
maan- als de zonnekalenders. Maar filognostisch met de maankalender
geschrikkeld naar de zon moeten we toegeven dat het zonnejaar, dat zelf
naar behoefte iedere vier jaar wordt geschrikkeld, de dienst uitmaakt
en dat het maanjaar als zodanig niet werkelijk in de hemel bestaat. Om
die reden schrikkelen we niet de maankalender, net zoals de Islam, maar
houden we er ook geen maanjaar op na anders dan een z.g
lunatie die staat voor vier maanfasen. 29.5 dag is de lengte van de
maancyclus en haar signaaldagen zijn traditioneel de nieuwe maan
(romeins: kalends), de volle maan (ides) en de halve
maan (nones), en niets anders. Dat is nu eenmaal de
astronomische overeenkomst die men een lunatie noemt. De zonnekalender
is filognostisch, d.w.z. volgens de vedische geschriften en ook
overeenkomstig de romeinse orde van voor Constantijn 325 n. Chr.,
ingedeeld naar de verdelingen van de maan. De twaalf maanden zijn
verdeeld in 24 15-daagse halve maanden welke ieder voor zichzelf, naar
onze tradities en naar de maan, kunnen worden verdeeld in twee weken
zoals we dat gewend zijn, met de toevoeging van een extra schrikkeldag
aan het einde van iedere veertiendaagse periode. Deze dag noemen we een
cakradag van studie en vasten (naast de overige cakradagen van werken
en uitgaan) waarop het ongunstig is om materieel te willen ondernemen
omdat men dan breekt met de reguliere orde van de week. Aldus passen we
ons met de zonneorde, welke we aldus de cakra-orde noemen, aan bij de
orde van de maan, niet meer indelingen erop nahoudend dan nodig zijn of
in de natuur aanwezig. Men wordt een dwaas genoemd als men de noodzaak
voorbij streeft.
Geen
dwaasheid met het vasthouden aan wat bitter noodzakelijk is voor een
stabiel bewustzijn van de tijd?
Precies, en daarmee komt een einde aan ons
tweede gesprek.
Dialoog
drie: II-a Emotionele Expressie
Het is van belang je te uiten. Enkel maar
studeren en weten geeft geen stabiliteit en vormt nog niet de juiste
leermethode. Het is de oefening die de kunst baart.
Is dat de
reden dat we in gesprek zijn?
Ja, maar praten is niet genoeg. Praten is heel
corticaal, d.w.z. van de hogere hersengebieden, en wordt beheerst door
de verdringing van de gevoelens van de lagere hersencentra. Emoties in
de geaardheid hartstocht die de rede overweldigen maken een einde aan
het begrijpen als we niet van te voren met behulp van zingen en oefenen
bewuste controle op ze uitoefenen. Het betreft een individuele
verantwoordelijkheid van niet enkel de politici.
De filosoof
moet zingen?
Zo is het. Er zal alleen maar stabiliteit van
bewustzijn zijn als we niet enkel onze handelingen in de velden van
handelen in de buitenwereld in evenwicht brengen, maar ook in de
innerlijke velden van onze hersens. Ons eigen lichaam met al zijn
functies van handelen en zinnen van waarnemen vereist een uitbalanceren
wat betreft al haar drie dimensies: het corticale zoals dat staat
tegenover het emotionele (de verticale dimensie), het ruimtelijke of
parallelle tegenover de tijdzin ofwel het seriële (lateraal/
temporeel), en het initiatief nemen dat staat tegenover de functies van
de ontvankelijkheid (frontale/occipitale gebieden).
Hangt dat
ook samen met de orde van de tijd?
Ja René dat is zo, maar dit heeft meer
betrekking op je activiteiten met de klok dan met de kalender. De dag
is van nature verdeeld in een lichte en een donkere periode. Gedurende
de lichte periode zijn we actief en gedurende de nacht rusten we uit.
Aldus hebben we gemiddeld twaalf uren van actief zijn en twaalf uren
van rust houden. De twaalf van handelen moeten in evenwicht worden
gebracht met zes uren van dienst aan anderen en zes uren ten dienste
van je eigen belang. De nachtelijke uren zijn verdeeld in zes uren
slaap, rust voor het lichaam, en zes uren van thuis wat doen, zonder
stress voor de geest. Aldus worden initiatief en ontvankelijkheid in
evenwicht gebracht in navolging van het daglicht. Dit dekt de frontale
en occipitale gebieden voor en achter in de hersenen. Onvoldoende
actief zijnd zoals met werkeloos zijn of anders bezien goddeloos zijn,
kan leiden tot overactieve achterhersenen hetgeen een kenmerk van
schizofrenie is: de hersenen kunnen dan in een psychotisch falen,
oftewel decompenseren, hun eigen denkbeeldige actie gaan verzinnen of
de vergetelheid gaan zoeken in bedwelming, maar dan strookt het
voorgestelde niet met de werkelijkheid in de handelingen: men is in
feite krankzinnig. Of anderzijds leidt een teveel aan handelen tot een,
zoals we dus al zagen, pathologisch misbruik van andere mensen of de
samenleving in zijn geheel; respectievelijk bekend als psychopathie en
sociopathie met de soorten van misdaad die daar bijhoren. Derhalve:
mediteer nimmer door lang achtereen televisie te kijken overdag. Slaap,
als volwassene, nooit meer dan zes uur. En werk voor anderen nooit meer
dan zes uur per dag (een 36-urige werkweek van zes werkdagen is
ideaal), en houdt je ook niet langer dan zes uur per dag bezig met
hobby's of huishoudelijke taken. Aldus zal je een evenwichtig, stabiel
leven leiden bevorderlijk voor het geluk.
Bevorderlijk?
Maakt me dat op zich dan niet gelukkig?
Vanzelf, de orde van de tijd, die je nodig
hebt om met het krachtveld van de ether de beheersing te hebben en
respect te houden, is maar één van de voorwaarden waar je
aan moet voldoen. Laten we het eerst eens proberen met wat geestelijk
en lichamelijk gezond is in het omgaan met de voetangels en klemmen van
de tijd in het algemeen en de moderne tijd in het bijzonder. Cultureel
waren we, in de twintigste eeuw, niet direct voorbereid op klokken en
werkschema's die ingaan tegen de geboden en de dynamiek van moeder
natuur, die samen met vadertje tijd ons het levenslicht liet zien, en
dus hadden we begrijpelijkerwijze historisch een aantal problemen met
onze zelfbeheersing.
Hoe staat
het dan met die twee andere innerlijke dimensies?
Zoals gezegd staat het mentale van de cortex
tegenover het emotionele van de lagere centra in de hersenen. En dit
kan dus actief en receptief worden beleefd zoals net uitgelegd. Deze
dimensie extra compliceert de zaak van het evenwicht houden dus, zodat
je dan, met meerdere factoren rekening houdend, makkelijk de logica uit
het oog verliest van hun samenhang. Geestelijk kan je receptief en
actief zijn en emotioneel kan je receptief en actief zijn. Voor de
kwaliteit van het hogere denken moet je zo dus zowel lezen als
schrijven en zowel naar iemand luisteren, als met iemand praten, wil je
je evenwicht houden. Het is als met de computer: uploaden en downloaden
(of uitzenden en tv kijken) of ook als een soort van stofwisseling
zoals het is met in- en uitademen of met eten en drinken en weer naar
de w.c. gaan. En emotioneel werkt het gebod der wederkerigheid net zo:
je moet zowel luisteren naar muziek als zelf gaan zingen of een
instrument beheersen, je moet zowel waardering hebben voor de
artistieke prestaties van een ander als zelf gaan dansen of componeren
of schilderen. Slaag je er niet in met deze tweede dimensie evenwicht
te houden, dan ontstaan er problemen die de vorm aannemen van een
conflict tussen gevoel en verstand. Als je met je geest te actief bent
kan je verwachten dat de emotionele aard gaat opspelen, zoals dat gaat
in een nare droom b.v. of, vastgedraaid met uitvluchten en leugens,
zoals dat zich op kan werpen in een ruzie met een 'uur van de waarheid'
of met een emotionele ineenstorting; en omgekeerd, als je te veel in de
emoties blijft rondwaren, kan je verstandelijk in de war raken en je
integriteit verliezen en zelfs verstrikt raken met het doen van dingen
die je eigenlijk niet wilt doen - net alsof je dronken bent of als je
jezelf niet kan zijn - omdat je dan onvoldoende de feiten in acht neemt
en de argumenten afweegt en je te veel op je impulsen afgaat. Zo is het
met de vierdeling die we zoeven bespraken verstandig, voor deze extra
dimensie van fysiek/emotioneel en geestelijk bezig zijn, je dag verder
op te delen. Zo kan je je dan voorstellen dat je je actieve zowel als
je receptieve periode in vieren deelt: receptief/reactief en actief
initiatiefrijk zes uur voor je zelf naar de aard, zes uur voor
je lichaam naar de vorm, zes uur voor de geest naar de persoon
en zes uur voor anderen naar de doener bezig zijnd, is dan je
etmaal gevuld met in principe drie uur gereserveerd voor ieder van de
zo ontstane onderdelen. Om de verwarring van het door elkaar lopen van
deze dingen te bestrijden, moet je dus even stil staan bij het
basisidee van je leven. De basislogica omtrent het receptief/reactieve
en actieve, initiatiefrijke van je leven is dat je naar de aard, de
vorm van de persoon respecteert als de doener. Het
receptief/reactief zijn valt dan onder de aard en de vorm als de
oorzaak van je handelen (dharma en rûpa in yoga),
en actief zijn valt dan onder de persoon - het zelf van de logica en de
rede - en de doener - het zelf onderworpen aan, maar van initiatief
zijnd met, de tijd van God of de natuur en van de medemens (kâla
en purusha, zie ook info.html
over causaliteit). Zo krijg
je dan acht perioden van drie uur waarmee je dan je dag in kan delen.
Idealiter ziet zo'n dagindeling er dan in principe zo uit:
Wat
is de redenering achter die tabel?
Je bent, receptief/reactief levend naar de aard,
mentaal met meditaties bezig en naar de vorm op dit gebied met
dromen bezig in je slaap. Daarnaast moet je dan meer fysiek reactief
zijnd naar je eigen aard je hobby's doen als tegenwicht voor je
verplichtingen en daarbij tevens in reactie op de behoeften van de vorm
van het lichaam weer voor je eigen materie zorgen met het doen van de
huishouding.
Actief zijnd op mentaal gebied, pak je als persoon,
als een wezen van rede en logica dus, een studie op of ben je
anderzijds gestimuleerd door de tijd als de doener, geestelijk
dan bezig voor God, zoals het heet of pro deo, van vrijwilligerswerk.
Daarnaast moet je ook, meer fysiek gemotiveerd, initiatief tonen om
persoonlijke relaties te onderhouden en moet je je positief als een
meer materieel gemotiveerde doener inzetten voor het dienst verlenen
terwille van anderen om je brood te verdienen of waard te zijn, zou je
ook kunnen zeggen.
Wat je, minder ideaal redenerend vanuit zoals
het gaat, kan zeggen is dat je, globaal in evenwicht verkerend met deze
visie, normaal levend als een volwassene op werkdagen, in reactie, dan
zes uur slaapt om te mediteren op je dromen, en zes uur voor de goede
orde voor jezelf bezig bent met huishoudelijke taken, eten en je
liefhebberijen, waarbij de bewuste meditatie en bezinning er dan
makkelijk bij inschiet. Actief bezig op normale dagen ga je fysiek zes
uur om met andere mensen en werk je, en heb je dan nog zes uur over om
geestelijk gemotiveerd je meer vrijwillig in te zetten voor anderen en
te studeren, met behulp van boeken, tv, de computer en andere media.
Ook hier ben je dan geneigd wat meer te werken dan te socialiseren en
wat meer tv te kijken en/of te computeren dan aan vrijwilligerswerk te
doen. Omdat zo feitelijk te weinig gestudeerd, vrijwillig gewerkt en
gesocialiseerd wordt in de moderne maatschappij die steeds weer tot
materialisme neigt, moeten, voor het evenwicht van een goed leven, voor
dat doel compensatiedagen op de kalender worden ingevoegd om de schade
in te halen; dagen dus van studie, socialiseren en een zich
onbaatzuchtig inzettend bezinnen, die feitelijk, vanuit de logica van
het evenwicht, een reële noodzaak vormen en, je daarvan bewust
zijnde, zelfs een reële behoefte in je leven zijn. Maar daarover
meer in de volgende dialoog over de waardenbeheersing.
De blokken van drie uur hoeven elkaar niet
strak in de tijd op te volgen. Ze vormen slechts een algemene maat van
evenwicht waarmee je lekker kan schuiven bij het vinden van je eigen
dagschema. Zo mediteer je overdag telkens wat er tussendoor om een
rustpunt te hebben en ben je 's avond geestelijk actief met de media -
met name met de tv, de meeste mensen. Het is dus niet zo dat je strak
actief bent gedurende de dag en helemaal passief of honkvast zou zijn
gedurende de avond en de nacht.
Wat van belang is, is je te realiseren dat een
evenwichtig dagschema een werkweek van zes werkdagen, dat is 6 x 6= 36
uur oplevert. Een veertigurige werkweek van vijf dagen van acht uur,
kan wel, maar verschuift het accent wat het actief zijn betreft op deze
manier bekeken te veel naar het fysieke vlak met de nodige gevolgen van
dien. De in de samenleving ingebouwde neiging tot onevenwichtigheid wat
betreft je oriëntatie in de tijd en de ruimte uit zich daarbij dan
als een laterale verstoring, tussen de linker en de rechterhelft van de
hersenen. Het laterale vormt de derde dimensie in de werking van de
hersenen die we in overweging moeten nemen.
Wat je, minder ideaal redenerend vanuit zoals
het gaat, kan zeggen is dat je, in evenwicht verkerend met deze visie,
normaal levend als een volwassene op werkdagen, in passief opzicht, dan
zes uur slaapt om te dromen danwel te mediteren, en zes uur voor de
goede orde bezig bent met vrijwilligerswerk en huishoudelijke taken en
eten, waar je voor extra slaap en meditatie dan weer een paar uurtjes
vanaf snoept. Actief bezig op normale dagen ga je zes uur om met andere
mensen en werk je, en heb je dan zes uur voor jezelf om bezig te zijn
met je hobby's waarmee je dan creatief kan zijn, studeert met behulp
van boeken, tv en de computer en ook re-creëert. Ook hier snoep je
dan links en rechts voor de gezelligheid wat uurtjes bij elkaar. Omdat
zo mediteren - of ook wel bidden, filosoferen en contempleren - en
dromen in het normale leven veelal samenvalt met de slaapperiode, en
onder de druk van het presteren voor het geld er ook niet genoeg
gestudeerd en vrij gesocialiseerd wordt meestal, moeten, voor het
evenwicht, voor dat doel compensatiedagen op de kalender worden
ingevoegd om de schade in te halen; dagen dus van studie, socialiseren
en bezinning die een reële noodzaak en behoefte in je leven
vormen. Maar daarover meer in de volgende dialoog over de
waardenbeheersing. Wat van belang is, is je te realiseren dat een
evenwichtig dagschema een werkweek van zes werkdagen, dat is 6 x 6= 36
uur oplevert. De onevenwichtigheid uit zich daarbij als een laterale
verstoring, tussen de linker en de rechterhelft van de hersenen, wat
betreft je oriëntatie in de tijd en de ruimte en deze onbalans is
nogal ingebouwd in de samenleving die geneigd is zich bezig te houden
met het, meer eenzijdig op de materie georiënteerde en
oppervlakkige of materialistische, enkel maar werken, eten, slapen en
recreëren. Het laterale vormt een derde dimensie in de werking van
de hersenen.
Hoe beheers
je het laterale zoals het hoort? Je hebt maar te buigen voor het
tijdsysteem en je bent ook niet altijd de baas over de ruimte.
Inderdaad vormt het tijdsysteem een gekmakende
barrière, tussen jou en de natuurlijke leefwereld, die om een
bewust optreden vraagt. Hiervoor moet je het lichaam erin trainen
onafhankelijk te zijn van het culturele tijdsysteem en aldus je
laterale integriteit zien te redden. De materialistische samenleving
heeft de tijd van de plaats afgesplitst en doet je makkelijk van jezelf
en van anderen vervreemden door je af te leiden met een geest gericht
op elders. De klok, die met het ontbreken van een tandrad om het tempo
van de passerende zon te volgen in feite verouderd is, sloeg op hol en
heeft nu wielen, vleugels, een beeldscherm, een toetsenbord,
luidsprekers, en een microfoon, en groeide zo uit tot een systeem
waarin je nooit weet waar je met je geest nu eigenlijk zit. Deze
loskoppeling van de plaats ofwel deze dislocatie van het bewustzijn van
de tijd is een kenmerk van individuele geestesziekte of in ieder geval
een gezamenlijke cultuurneurose. Zelfs de geest van het tijdloze zelf
en de eeuwige wijsheid die we in meditaties delen in de kennis van de
ziel, vereist een correcte oriëntatie op de plaats en tijd: het
z.g. momentane bewustzijn. Psychiaters controleren bij patiënten
altijd de zin voor de tijd en de plaats die bij hen typisch gestoord
is. De genezing bestaat eruit mensen geregelde dagelijkse activiteiten
te bieden, 'structuur' zoals dat heet, met een strak werkschema, om hun
oriëntatie naar de plaats en de tijd te herstellen. Maar voordat
het met jou zover is gekomen, kan je de dreiging van een gespleten
geest gericht op een van de plaats afgespleten tijd tegengaan door drie
maal daags yoga-oefeningen te doen met behulp van mantra's voor je
emotionele expressie: 's morgens voor het ontbijt, 's avonds voor het
avondeten en 's nachts voordat je gaat slapen, zodat je je zuivert voor
de verschillende activiteiten van de dag en ze kan afgrenzen. Doe âsana's
als de sûrya-namskar, de begroeting van de zonnegod, en
doe de pranava, door AUM tien maal in je neus vibrerend te laten
weerklinken, de oefening besluitend met de gâyatrî mantra om je brein opnieuw in te stellen op
respectievelijk het oergeluid van God dat alle andere geluiden in de
ether van je geest verenigt en op de oorspronkelijke orde van de natuur
van de zon. De filognost bouwt op het bestaan van de ether en dus luidt
een filognostische versie van de vedische drievoetmantra, de gâyatrî,
als volgt:
' Aum...,
aarde, de ether, de hemel;
dat vitaal dat bidden wij;
de genade van God voor iedereen;
denken zuiver in harmonie.'
De gâyatrî-mantra
zelf is meer specifiek gericht op de goddelijkheid of de orde van de
zon, maar aangezien we de zon al met de tempometer respecteren is deze versie meer algemeen van
toepassing op de gehele orde van de tijd om verzoening met jezelf en
God te vinden. Natuurlijk moet je voor dat doel, om het zonder een
computer te kunnen, een meditatie-klok instellen op de zon omdat de sociale tijd die tegen de natuur
ingaat zal leiden tot de vergeetachtigheid niet die natuur en that
ether te respecteren die van essentieel belang is voor je ziel als haar
bestaansgrond. Ook is het van belang om een rustige en heilige plaats
te vinden om je oefeningen te kunnen doen. Dit is niet altijd
gemakkelijk. In geval je verward en verstoord bent als je de zaak niet
in de hand hebt, kan je je geest en het lichaam tot gehoorzaamheid
dwingen met behulp van de z.g. mahâmantra, verdedigd door de feitelijk
niet-sektarische maar wel heel traditionele Hare Krishna's, die een
link legt naar de beheersers van de vedische filosofie Heer Krishna en
Heer Râma. Ook andere gezangen ter ere van de heilige namen en hun respectievelijke
culturen van kennis zijn behulpzaam. Met de heilige namen vindt je ook
de ware betekenis van je gereïncarneerd zijn, van het René
zijn, van een nieuw leven begonnen zijn in relatie tot Hari, de
Fortuinlijke, de Heer of Hoogste Persoonlijkheid van God: Hij, het veld
in alle velden, is degene die Ik zegt tegen het onpersoonlijke als het
grootste offer dat mogelijk is zodat niets meer onpersoonlijk is. Een
goede wetenschapper weet dat alles geclaimd is na zo vele millennia van
beschaving - zelfs de fouten - en dat refereneren een basisplicht is
van valideren of geldig verklaren.
De muzikale oefeningen van de afdeling van de
emotionele controle zoals ik je eerder zei, moeten altijd gericht zijn
op de oplossing die door de ziel en zijn vertegenwoordigers wordt
gevormd, omdat gericht zijn op het wereldse je als een
stimulus-respons-junkie verstrikt zal doen raken en je je discipline
zal doen verliezen. Wees in de wereld, maar niet van de wereld.
Dus je
herinneren en werken voor je integriteit met de yoga herstelt het
laterale evenwicht dat verloren ging in de materialistische, culturele
betrokkenheid?
Ja, mits je de tijd goed in de gaten houdt
dus. Daarenboven is de yoga ook bevorderlijk voor het beheersen van de
z.g. kleine hersenen, het cerebellum laag achterin je hersens, dat de
fysieke controle beheerst die je hebt over je lichaam. Het is goed dat
centrum te trainen om onafhankelijk te zijn van de stormen die kunnen
woeden in de emotionele en corticale centra. Het bewustzijn dat stabiel
is, is van de tijden ingesteld naar de natuurlijke signalen; die van de
cultuur hangen af van politici, bazen en intieme relaties die materieel
gemotiveerd zijn en dus af kunnen branden; het materialistisch bepaalde
bewustzijn is niet stabiel. Dus je kan ofwel materialistisch je
discipline vergeten van integer en emotioneel expressief zijn, het zelf
verprutsend in de relatie met de natuur, of je kan door anderen in de
war worden geschopt die storen in die relatie. Er met de derde vorm van
verstoring die afkomstig is van de geaardheden der natuur zoals de
zomer en de winter, natuurlijke calamiteiten als overstromingen,
aardbevingen, en algemene weersveranderingen, moet je ook rekening
houden. De bedoeling van de yoga in het algemeen is om in de
stabiliteit van je bewustzijn en de lichaamsbeheersing onafhankelijk te
zijn van deze geaardheden, hoewel - of meer als gevolg van het feit dat
- ze grote invloed uitoefenen. Slaap dus niet te weinig gedurende de
zomer noch te veel gedurende de winter. Soms sta je, levend op de
breedtegraden verder verwijderd van de evenaar, op in het donker en
soms als het licht is. Het moet met je yoga niet zo zijn dat die
verloren gaat als je van klimaat verandert of als de seizoenen voor jou
veranderen.
Is de
filognosie een soort van yoga?
Ja en nee. De yoga die je kent als een fysieke
oefening van meditatie en zithoudingen is er maar een deel van, dus zou
je ja kunnen zeggen. Je mag het filognostische yoga noemen of Aadhar
yoga, de syncretische yoga van je basisbelangen van geestelijk,
maatschappelijk en lichamelijk welbevinden. Maar niet afgekeerd zijnde
van de samenleving met het normaal doen van je werk en het bezig zijn
met op de persoon gerichte activiteiten ermee, mag je het ook enkel gnosis
noemen: het spirituele weten ingebed, en het verband leggend, tussen de
belangen van het onpersoonlijke van de wetenschap, de argumentatie en
de feiten enerzijds en het persoonlijke van de religie en de politiek
anderzijds. Het is een syncretische benadering van verschillende
overlappende bereiken van kennis die belangrijkste gezichtspunten in
het leven omvat. Je mag het ook een vedisch begrip van reformatie
noemen of de culturele restauratie van klassieke normen en
gedragswijzen. We keren ons slechts incidenteel, hoewel regelmatig, af
van de wereld in een yoga-oefening om tegenwicht te bieden en de
laterale functies te herstellen, maar we keren ons niet op andere
tijden af van de wereld of van de andere velden van handelen. Dus zijn
we over het algemeen filognosten en incidenteel zijn we yogî's in
de stricte zin. We bevorderen de heelheid van het leven, niet zozeer
een geïsoleerde oefening die dan anders tot het escapisme zou
behoren. Van de yoga kennen we schriftuurlijk de yoga van de arbeid (karma),
van het denken (jñâna) en van de toegewijde dienst (upâsana),
dus zeggen we dat we bidden en werken, maar ook van de liefde voor de
kennis zijn. Dan heb je de yoga compleet als een filognost, als een âdhara-yogî,
een yogî die staat voor al de
fundamentele belangen.
Je zegt wij,
sta je dan niet alleen als een onafhankelijke autoriteit?
Neen, de verlichting van een aanpassing op
eigen gezag wordt gecombineerd met het bevrijd zijn in het in dienst
staan van en aandacht hebben voor het traditionele; zoals je kan
opmaken uit mijn advies aan jou om yoga-oefeningen te doen. Maar hiermee zullen we ons uitvoeriger
bezighouden in de dialoog van sectie vijf over de beheersing van de
identiteit.
Dus om even
het gesprek samen te vatten: we blijven gezond door niet enkel door de
week de velden van handelen in evenwicht te brengen, maar door ook de
drie dimensies van het brein gedurende de dag uit te balanceren met
respect voor je initiatief en ontvankelijkheid, je emotionaliteit en
rationaliteit en je tijd-ruimtelijke lateraliteit?
Ja, gelijk heb je René, je hebt de kern
van de analytische discipline begrepen van het onderscheid maken tussen
het belang van het lichaam en de ziel, in relatie tot het individuele
en het sociale, het concrete en het abstracte van de velden van
handelen.
Is er nog
veel meer dan dit hierover of niet?
Dit vat het heel aardig samen voor zover het
je expressie in de materiële wereld betreft, maar er zit een hele
cultuur achter die met nog veel meer begaan is, met een soort van
bijbel die de Bhâgavata Purâna wordt genoemd: het Verhaal van
de Fortuinlijke. Voor de filognosie neemt die toewijding analytisch
en lyrisch aangepast aan onze cultuur en ons idee van God, een iets
andere vorm aan. Sanskriet namen en woorden zijn een begrip in India,
maar hier vreemd voor de mensen. We moeten zo, vedisch hervormd
aangepast aan tijd en omstandigheid, ons eigen nederlandse begrip voor
de zaak vormen. De lofzang in het Sanskriet blijft daarbij altijd als
een 'latijnse mis', als een optie voor de meer traditionele gevorderden
en de monniken bestaan. Deze vertaalslag, deze filognostische brug
geslagen naar de klassieke cultuur, drukt zich b.v. uit in een versie
van de z.g. 'Grote Verzen' (i.p.v. de heilige, feitelijk dus niet
vertaalbare mahâmantra) waarin je dan zingt:
Met de ether,
met de tijd,
met elkaar zo bevrijd.
Samen zingen, luisteren, eten
praten uitgaan, werken weten.
Goed afwegen,
feiten waarheid,
snappen kunst, als één erboven
ken de Beste, spreek in vrijheid
alle zes, wil ik beloven.
Of een 'Ten name van'
i.p.v. de z.g. pranâti die als een begroeting van de geestelijk
leraar geldt:
In naam van
Behoud en Zegen,
de Liefde van Gelukkig zijn,
leerden wij van lang geleden,
doe geen 'ik' en 'mijn'.
Waarheidliefde,
zuiver, delen, helpen;
de waarden van een goede geest,
niks onpersoonlijks, niet vervreemd,
zijn wij de ziel en onbevreesd.
Zo kan een voor de
emotionele expressie en saamhorigheid gezamenlijk bezongen
filognostische toewijding die vedisch van oorsprong is, toch heel
nederlands vroom klinken met een voor onze cultuur correct,
begrijpelijk en invoelbaar idee van de Godspersoon. In dialoog vijf
gaan we verder in op deze in feite ook sterk identiteits-bepalende
kwestie.
Dialoog
vier: II-b Waardenbeheersing
René, voor de stabiliteit van je
bewustzijn moet je omgang hebben en om die omgang te behouden moet je
verenigd zijn. Aldus is de yoga, ofwel de wetenschap van het verenigen
van het bewustzijn, van essentieel belang voor je geluk. Het onderwerp
van de tijd en de ether is zo ook hier van belang: je moet jezelf met
de krachtbeheersing van je yoga op de agenda houden.
Je noemt het
waardenbeheersing, is de yoga niet meer een kwestie van zelfbeheersing?
Het zelf van het lichaam en het zelf van de
principes zijn niet hetzelfde. Het zelf van de principes noemen we de
ziel die we gemeenschappelijk hebben, die niet sterft als het lichaam
sterft. Daarom is dat de meester die de beheersing van de waarden
vormt. Je individuele stijl van ermee omgaan is je individuele ziel die
wordt herinnerd als je lichaam is heengegaan. In de voorgaande dialogen
leerde je over de methode, de feiten en de analyse van de tijdfactor
die erbij komt kijken, zodat je enerzijds je handelingen kan plannen en
een volledig leven kan hebben, maar anderzijds nog steeds het evenwicht
weet te houden. Maar het is alleen maar je tijd van leven als je erin
slaagt in de ether verenigd te blijven, gezelschap te houden en
verdraagzaam te zijn in standvastigheid.
Wat moet ik
precies uithouden?
Behalve het eenvoudigweg vasthouden aan de
discipline, moet je geduld hebben met de werking der geaardheden die
van buitenaf hun invloed uitoefenen. Er zijn drie geaardheden in de
natuur die je verbijsteren kunnen, ze vormen het illusoire effect van
het materiële universum. Het is het onwetende, het
hartstochtelijke en het goede. Onthechting vormt de weg van de ziel. De
onthechting herinnert men zich in vier basisprincipes voor het gedrag
die de aard van de continentie van de ziel uitmaken. Met deze
regulerende beginselen kan je jezelf bij elkaar houden, ongeacht wat er
gaande is in het universum of wat anderen zeggen en doen. Het idee is
dat het eeuwige zelf van de oorspronkelijke ziel niet verloren kan
gaan, je hoeft enkel maar de principes te volgen om er aan vast te
houden.
Geaardheden
en principes, het kwade en het goede?
Nee. De geaardheden zijn niet slecht, de
geaardheden zijn natuurlijk en de principes ook. Maar je hebt het ene
nodig om met het andere te kunnen omgaan. De geaardheid van de
hartstocht, die samenhangt met beweging; de geaardheid van de goedheid
die samenhangt met de kennis en de geaardheid van het onwetende die
samenhangt met de traagheid, dagen jou als de ziel er toe uit vast te
houden aan de principes die je je transcendentie en je stabiliteit
verzekeren. De hindoes herkennen er de goden S'iva (onwetendheid),
Brahma (hartstocht)) en Vishnu (goedheid) in.
Ik bereik
als het ware de objectiviteit?
Dat zou je
kunnen zeggen, maar de blik is meer naar binnen gericht dan naar
buiten. Je kan maar beter je geluk in de gaten houden, de ziel is de
stabiele basis van de kennis, en de zetel van het bewustzijn en het
geluk. Keer je daarom in de oefeningen steeds naar binnen weg van de op
je inwerkende geaardheden zodat je je geluk weer hervindt, bestendigt
en herinnert. Het is je moment van filognostisch bidden waarin de geest
zijn basis vindt. Laat de beweging van je lichaam voor wat het is, je
bent nu de getuige, niet degene, het valse ego, die
geïdentificeerd is. Laat ook de goedheid dan voor wat hij is, die
moet niet zo zeer van handelingen afhankelijk zijn, maar meer tot
handelingen inspireren; die is als de lieve Heer in de hemel, aanwezig
in het voorbije, maar mogelijk ook gemanifesteerd voor je neus ter
verdediging van de belangen van de ziel. Laat het onwetende voor wat
het is, manipuleer de materie niet langer, waag het voor een tijdje
vruchteloos te zijn. Mediteer aldus drie maal per dag beginnend zoals
gezegd met de algemene zithoudingen en de pranava, het tien
keer AUM zeggen.
Dus hoe zit
dat met deze principes, hoe krijg je daar je stabiliteit van?
De principes
zijn die van de waarheid, de zuiverheid, de onthechting en van het
mededogen. Het vedische woord stelt dat het de vier poten zijn van de
stier die staat voor wat de Indiërs het dharma noemen,
de religie of de natuurlijkheid of het juiste gedrag; ze zijn
respectievelijk: satya, s'auca, tapas, en dayâ.
Dit zijn de vier basisgeboden. Niet de gebruikelijke tien geboden dus,
maar enkel deze vier waar je voldoende aan hebt om mee te beginnen;
dezen vormen de grondslag. Het eerste principe van de waarheid, satya,
is een kwestie van het respecteren van de feiten van de schepping zoals
ze zijn. Geen illusies hebben is de bedoeling van de wetenschap en in
dat verband hadden we het reeds over het onderwerp van de tijd die je
nodig hebt om jezelf in de hand te hebben. Het houdt eveneens in dat je
niet voor de waarheid op de vlucht slaat door je toevlucht te zoeken in
alcohol, drugs of andere bedwelmende middelen. Zelfs cafeïne en
zwarte thee, bruine chocola en frisdranken waar stimulerende middelen
in zitten moet je in de gaten houden. Je moet de dingen zien zoals ze
zijn, en niet afgaan op kunstmatige zaken die je een vals geluk
voorspiegelen. Laat je gelukzaligheid echt zijn. Het is ook wijs om
regelmatig de geschriften te respecteren zoals het luisteren naar de
Bhagavad Gîtâ iedere ochtend voordat je aan je werk begint.
Richt je naar de leidraad van de klassieke waarheden der wijsheid. Met
hun standhouden bewezen ze van de eeuwigheid te zijn. De absolute en
duurzame waarheid van de werkelijkheid die je niet kan veranderen, van
zielen, de materiële elementen, de ether en de tijd, overtreft de
relatieve waarheden van de wolk van gedachten wat betreft de zaken en
vormen die van jouw beheersing afhankelijk zijn. Zo waren we dus reeds
aangeland bij het respect voor de natuurlijke orde als de manier om
boven de tijden van de baatzuchtige arbeid uit te komen die door de
mens zelf werden verzonnen. Heel de klassieke wijsheid is gebaseerd op
die natuurlijke orde.
Dus wat
houdt zuiveren nou eigenlijk in?
De tweede regel is die van de zuiverheid, s'auca.
Gewoonlijk betekent het het aanvaarden van seksuele frustratie ofwel
het celibaat, of je nu getrouwd bent of niet; maar het dekt ook de
betekenis van dâna: delen, communiceren en wegschenken.
seksuele frustratie is een normaal iets, het is er niet enkel voor de
menselijke wezens. Dieren groeien er hoorns en bossen veren mee en
mensen ontwikkelen er een cultuur mee. Maar begrijp me niet verkeerd,
seks is niet slecht. Je moet eenvoudigweg dat hondse en aapachtige lijf
aan de lijn zien te krijgen. Op de eerste plaats ben je een menselijk
wezen of een individuele ziel van respect voor de Superziel van God in
den hoge die boven dat alles staat, die de zuiverheid is die we moeten
delen. Maar zuiverheid is nog meer dan het delen en het celibaat. Het
betekent ook dat je de geest gericht moet houden met de mantra's waar
we het over hadden. Hoedt je voor het nevenmotief. De lust verschaft
ook inspiratie en leidt de geest af. Lust vereist regulatie, ontkennen
helpt niet echt. Seks is goed als je verliefd bent en je de natuur zijn
gang wilt laten gaan. Zo krijgen we nu eenmaal kinderen. Maar als een
gewoonte, een vorm van dwangmatigheid, een soort van lol en als een
mechanisch iets moet je er nee tegen zeggen; het is dan niet echt meer
het delen, het is dan zelfzuchtig en destructief. Bederf het
natuurlijke niet met zo'n bedorven geest of steen van gehechtheden in
je hart. En tenslotte betekent zuiverheid ook het schoon zijn
natuurlijk, mentaal zowel als fysiek. Niet enkel geen bedorven en
afgeleide geest van begeerte, maar ook het altijd maar weer doen van de
afwas, schoon ondergoed aan hebben iedere dag, iedere ochtend een bad
nemen, je handen wassen na de stoelgang, je wassen voordat je gaat
slapen, het grondig drie maal daags je tanden poetsen en het regelmatig
de was doen en andere huishoudelijke taken. Aldus is s'auca ook
het letterlijk schoon zijn. De mentale en fysieke zuiverheid, met het
delen en al, is je trouw zijn of anders ben je ontrouw in verraad en
neergang. Geloof erin.
Boete doen
is iets moeilijks. Hoe doe je dat en waarom zou ik mezelf eigenlijk
beperkingen op moeten leggen, heerst de natuur niet over ons?
Het derde principe is dat van de boete, tapas.
Je hebt vrijwillige boete en opgelegde boete. Je kan het maar beter
niet aan God of het lot overlaten om de boete op te leggen. Met alles
wat je doet moet je van ophouden weten, zelfs met het ophouden moet je
ophouden, zoals het is met 's nachts je bed uit moeten komen om een
plas te doen. Niet van ophouden weten betekent dat je feitelijk ook
niet in staat bent ergens goed mee bezig te zijn. Zo werkt die auto nou
eenmaal die je lichaam is. Het rijbewijs van de boete is wat je nodig
hebt zogezegd. Dat is de beheersing die je nodig hebt met de ether en
daar hebben we dan weer de noodzaak van de orde van de tijd. Dus voor
je eten, is er vasten: iedere nacht doe je dat en ook iedere vijftiende
dag op de cakrakalender moet je dat doen zodat je niet zit te vasten op
een dag dat je sociaal moet zijn (dat je uitgaat, je actief bent op het
vlak van het valse ego, als je je gezicht moet laten zien), hetgeen,
formeel, de zevende en de veertiende cakradag is van een 15-daagse
periode van twee werkweken die bestaan uit zes werkdagen. Vasten kan je
het best doen door helemaal niet te eten, enkel maar water drinkend,
melk of vruchtensap. Het lichaam moet je zo nu en dan in de
reservestand zetten om het zo maar te zeggen. Als je gezond wil blijven
moet je regelmatig en met een goede planning die schakelaar omgooien.
Teveel eten is een van de grote problemen van de moderne samenleving.
Mensen consumeren maar, met een valse, geconditioneerde schreeuwhonger,
maar hebben met de ether niet de beheersing zonder meer. Ze ontwikkelen
allerlei soorten ziekten omdat ze vergeten hun schakelaar om te zetten.
Je eet toch ook de kliekjes op die je in de koelkast hebt? Dit is het
zelfde. Ruim die koelkast uit, leef een dagje op je reservevet. Verder
heeft boete ook betrekking op handelingen, met name baatzuchtige
handelingen. Op cakrazondagen van socialiseren, op de signaaldagen van
de maan van studeren en/of religieus vieren en op de zonnedagen van
schrikkelen (de vijftiende cakradag en de tweemaandelijkse extra dag om
de cakramaand te schrikkelen), zou je je niet bezig moeten houden met
productieve of baatzuchtige arbeid. Maar onthoudt, jezelf corrigeren is
iets van alle dagen, precies zoals je ouders je ook alle dagen op
moesten voeden. En let er ook goed op dat je je lichaam niet gaat
kwellen door te lang te vasten, niet genoeg te slapen of andere vormen
van zelfontkenning. Het is allemaal een kwestie van regulatie op een
zodanige manier dat het aangenaam blijft en natuurlijk voor je is. Het
normale eten is ook beperkt tot de tijden die ervoor vastgesteld zijn.
Door je zaakjes goed te regelen vermoei je jezelf niet en hoef je om
die reden dan ook niet zo veel te slapen. Een moeder die d'r kind niet
goed opvoed, krijgt een dreinend kind waar ze doodmoe van wordt. Dus,
met achting voor wat we hierboven behoorlijk noemden in het
filognostisch niet vergooien van je leven met nevenmotieven, probeer in
dezen altijd de natuurlijke orde aan te houden: de dagen van de zon en de maan en de klok die op de zon is ingesteld; het gezag van de natuur is het juiste
gezag, het dharmische gezag, de rest is compensatie van een mindere
kwaliteit. Mislukkend in deze meer gewetensvolle zelfregulatie zal je
vroeg of laat de prijs ervoor moeten betalen in de vorm van een
opgelegde boete. Je zal ziek worden of anderszins geplaagd worden door
je psyche of door wendingen van het lot. Tijdens een oorlog b.v. kan je
zien wat er gebeurt in de vorm van een opgelegde boete: de lol van het
consumeren is eraf, alles wordt dan gerantsoeneerd, oftewel boetvaardig
delen moet dan opgelegd worden. Boete is, niet meer nemend dan nodig
is, dus ook delen. Blijf dus het lot voor, doe het uit eigen beweging
of naar eigen inzicht. Je weet wel beter.
Andere noodzakelijke vormen van boete zijn het vasten
van melkproducten voor een maand (in mei b.v.) en het afzien van de
televisie, tenminste een dag in de week teneinde te kunnen
deconditioneren van, het af te leren met, die dictatoriale
tegenstreving van het lokale principe. De griekse Odysseus moest zich
ook aan de schapen (de lokale gemeenschap) vastklampen om aan de
cycloop (de tv) die hem gevangen hield te ontsnappen. Dat,
geconditioneerd als je bent, zal je niet meevallen zonder een
alternatieve kalender en klok; het systeem heeft de neiging je te
verslinden en je niets toe te staan wat er buiten valt. Wil je een
systeem verslaan en weerstaan, dan heb je een systeem nodig.
Het laatste
principe is dat van het mededogen.. dus moet ik in de yoga mijn naaste
liefhebben of hoe zit dat ?
Zeker is een goede yogî een mens vol
mededogen. Hij herkent zijn eigenbelang in dat van anderen en lijdt als
anderen lijden. Dus helpt hij. Dat is mededogen, dayâ. Ik
moet wel dom zijn als ik ervan geniet als een ander te lijden heeft.
Wens dat een ander niet toe en aanvaard niet voor anderen wat je voor
jezelf ook niet accepteert. De wet van het karma is die van de actie en
de reactie. Het slaat altijd weer op jezelf terug. Je belandt in de
wereld die jezelf hebt opgebouwd. Om die reden zegt men: zet je in voor
de hemel en een betere wereld. Maar natuurlijk is het deze wereld, maar
dan beter gedaan. Dat wat beter is omsluit zonder repressie het goed
van dat wat eraan voorafging; wat is een boom nu zonder zijn wortels?
Mededogen is het vredesprincipe, dat is hoe de menselijke zaak recht
wedervaart. Zinloze zelfvernietiging is de moordenaar van alle geloof.
Onnodig geweld moet koste wat het kost worden vermeden. Het is erg
genoeg om van noodzakelijk geweld te moeten zijn, in de
zelfverdediging, met het wapen van je vijand. De Gîtâ,
waarin Heer Krishna zijn vriend Arjuna ertoe aanzet zijn wapens op te
pakken en te vechten zegt het op deze manier: 'gezegend zijn zij die het op zich af zien
komen, aan hen is het koninkrijk der hemelen.' Ook is het van belang om van liefdadigheid
te zijn: geef hen die behoeftig zijn waar ze om verlegen zitten:
voeding, onderdak, kleding, zekerheid en andere basisbenodigdheden.
Zorg ervoor dat niemand heeft te klagen. Aldus volgt dit principe
vanzelf het principe dat eraan voorafgaat. Zonder delen en helpen is de
menselijke samenleving helemaal niet menselijk, maar bevindt ze zich op
de weg van de zelfvernietiging. De vier principes genoemd
definiëren de menselijkheid, en dat is niet de dierlijkheid die
zwakheid ermee is, die misleidt, doodt, promiscue is en steelt. En niet
op de laatste plaats is er dan ook het mededogen met andere schepselen.
Wees ook met hen geweldloos. Het is niet nodig om dieren voor het
voedsel te doden. De levensvreugde die je hen gunt zal de jouwe zijn
als je ze hun volle leven laat leven. Je doodt toch ook niet je moeder
als ze jou niet meer te eten geeft? Waarom zou je dan wel moedertje koe
doden als ze geen melk meer geeft, is dat niet immoreel? En laat ook de
andere dieren leven. Deel in de levensvreugde, niet zozeer in de
levenslust, dat is de weg naar God. Vermijdt niet-noodzakelijk geweld.
Ik zeg het je nog eens: de noodzaak voorbij ben je een dwaas die stap
voor stap afglijdt in de hel.
Dus hoe moet
ik dan een goede vegetariër zijn? Alleen maar bonen eten in plaats
van vlees maakt me hongerig, dat kan toch niet goed zijn? Dat zou me
verzwakken!
Gelijk heb je. Maar de kracht die je zoekt is
niet de kracht van het onnodige geweld dat vleeseters koesteren tegen
dieren. Het is meer de kracht van de defensief gewelddadige olifant en
het rund, dan de kracht van de offensief gewelddadige tijger en de wolf
die je zoekt als mens. Het vegetarisch dieet vraagt wat meer inspanning
van jouw kant om gezond en krachtig te blijven. Maar de resulterende
levensvreugde maakt het zeker de moeite waard. Dus let goed op je
eiwitten, je vitaminen en mineralen als ijzer. Voor je eiwitten eet je
bonen gecombineerd met granen. Ze vormen z.g. complementaire eiwitten,
samen verschaffen ze je al de bouwstenen voor je lichaamseigen
eiwitsynthese. Vlees is net een vitaminepil: je krijgt alles in een hap
binnen. Dat is aardig, en smaakt nog goed ook, maar het afbreken van
hoogwaardige, complexe eiwitten in de samenstellende delen die nodig
zijn voor je eigen eiwitaanmaak, geeft giftige afvalstoffen in de
darmen die schade doen aan je spijsvertering en werkt, volgens sommige
onderzoekers, ziekten in de hand als kanker van de maag en de dikke
darm, zeker als het vlees gerookt of geblakerd is. Vleeseters als
katten en honden hebben korte darmen. Maar jij als een primaat met
beperkte talenten in dezen hebt dat niet; jij hebt een lang darmkanaal.
Jij vergiftigt jezelf met vleeseten en daarom zegt de dokter ook
altijd: je moet aan je conditie werken, je lichaam in beweging zetten,
je in het zweet hollen, al is het alleen maar om je spijsvertering te
stimuleren. En zo is veel van de vleeseterscultuur er alleen maar is
voor digestieve doeleinden: om je stront te bezorgen. Letterlijk
verzuurt men als vleeseter bij de noodzaak van een sterker maagzuur. En
verzuurd speeksel is ook niet goed voor je dentale gezondheid. Dus wees
ook om de redenen van een vreedzaam en comfortabel leven, een
vegetariër. De planeet kan bovendien ook niet zoveel vleeseters
herbergen. Dus zet het uit je hoofd, er zit geen toekomst in. De
eiwitten zijn, met bonen en granen gecombineerd, het probleem niet; je
moet er zelfs op letten dat je het lichaam niet al te veel tevreden
stelt door alle eiwitten in een maaltijd tegelijk te gebruiken, tenzij
je natuurlijk een feestje hebt of wat extra's kan gebruiken. Eet brood
of iets van granen bij het ontbijt, maar niet steeds rijst of pasta bij
je warme eten. Eet in plaats daarvan, als je niet te dik bent,
aardappels. Gebruik slechts (bij voorkeur biologische) bonen of andere
peulvruchten bij de aardappels en groenten in het vervangen van je
vleesmaaltijd. Het lichaam zal er dan ijverig in blijven om het
noodzakelijke aanvullende koekje bij de thee te krijgen of een boterham
wat later op de dag. Eet weinig, maar regelmatig; maar laat je ook af
en toe eens gaan, b.v. op een cakradag als je sociaal bent. Drink
kruidenthee. Dat tezamen houdt het lichaam zowel als de geest gretig
zowel als bevredigd. Voor je vitaminen moet je ervoor zorgen dat je
drie stuks fruit per dag eet zowel als een half bord verse groente. De
vitamine C is absoluut noodzakelijk. Je zal gebukt gaan onder
depressies en ziek worden als je ze niet binnen krijgt. Voor je ijzer,
een element dat ook vrij voor handen is in de vleesmaaltijd, moet je
ijzerrijke groenten en vruchten eten, zoals broccoli, witlof en vijgen
om geen last te krijgen van bloedarmoede. Voor je vitamine b12 - de
vitamine die je hongerig maakt als die ontbreekt - moet je
melkproducten eten (je kan maximaal een maand zonder B12). Het is een vitamine nodig voor je
zenuwstelsel. Drink, behalve met het melkvasten dan, twee glazen melk
per dag of anders, als je allergisch bent voor lactose, kunnen een paar
plakjes kaas volstaan die dezelfde hoeveelheid melk dekken. Kaas is
samengeperste en gefermenteerde melk waar het water aan ontbreekt. Het
is veilig voor mensen met de allergie. Veganisten zijn ertoe
veroordeeld zeewier te nuttigen in plaats van melkproducten te
gebruiken. Een dergelijk dieet is veel moeizamer. Wees niet een fanaat,
of anders lijdt je aan een gebrek aan filosofie. De koe is je welvaart
en welzijn, en in een vegetarische cultuur is ze heilig dus. Noten zijn
ook een bron van vitamine B (maar niet van B-12), selenium (paranoten)
vetzurenen eiwit (zie een overzicht). Eet, zij het spaarzaam, echte boter op je brood en geen
margarine, de kunstmatige vitamine D erin kan je namelijk
ernstige moeilijkheden bezorgen. Een teveel ervan geeft, i.t.t. de
natuurlijke vitamine D, kalkafzettingen (hypercalcemie)
door het hele lichaam. Ook kunnen er problemen ontstaan met b.v. je
gewrichten en zenuwen. Vitamine D heeft te maken met het immuunsysteem
dat, ontregeld met een verkeerde D, kan leiden tot chronische
ontstekingen zoals gezien in ziekten als M. S.
en artritis. De les is dus: eet natuurlijk en niet te veel, niet alles
tegelijk, en eet gevarieerd; dan zal je langer en gelukkiger leven dan
menig een vleeseter en zal je zonder al het zweet zijn (en de extra
medische onkosten en ellende) om gezond te kunnen blijven.
Dus nu ben
ik klaar met het transcenderen van de geaardheden met de principes?
Mits je je dagelijkse oefeningen doet wel ja,
om te beginnen. Natuurlijk is de weg naar binnen een volledig proces
van zelfrealisatie dat zich bezighoudt met de diverse aangelegenheden
van de verlichting en de bevrijding, niet enkel maar met het vijf
minuten neerzitten voor de meditatie met een vegetarische maaltijd. Je
hele leven zal een transformatie ondergaan als je een meer
bovenzinnelijke persoon wordt die zichzelf beter in de hand heeft. Je
zal tot het inzicht komen dat je een zeker abstractievermogen aan het
ontwikkelen bent dat de weg vrijmaakt voor hogere niveaus van
functioneren met je identiteit van dienstverlenen. Maar onthoudt dat
opstijgen naar het abstracte nimmer tot escapisme moet leiden. Blijf
betrokken in het concrete bestieren van het evenwicht in de velden van
handelen die we bespraken.
Er zijn dus
realisatieniveaus?
Het zijn meer verschillende soorten van
betrokkenheid. Iedere ziel heeft zijn eigen mix van concrete en
abstracte talenten in dezen. Het hogere abstracte is niet noodzakelijk
heiliger of beter dan het meer concrete. Hoe men dit spel van de orde
speelt is iets hoogst persoonlijks. Dit is wat de menselijke identiteit
effectief maakt die rechtvaardig is, die niet als een gefixeerd ego
vals is van verbeelding en hooghartigheid, maar een ego is dat in
overeenstemming verkeert met de dictaten van dit absolute van de
menselijke en goddelijke waarheid van identiteiten op verschillende
niveaus, met verschillende graden van ervaring en stijlen van vorderen.
We zullen het daar uitvoeriger over hebben in onze volgende
conversatie. Tot zover is het genoeg dat je inziet dat de yoga niet
zomaar wat oefeningen inhoudt, maar dat het een volledige
filognostische werkelijkheid is van het hebben van verschillende
gezichtspunten van spiritueel weten die je hele leven dekken. Die
volheid van het leven is wat de filognosie beoogt, dat is wat de yoga
werkelijk maakt. Zoals ik je al zei is de yoga in enge zin zelf maar
een van de zes gezichtspunten in de filognosie. De kwestie van het
verzonken raken in de anga's, de niveaus of geledingen van de
yoga, die in werkelijkheid meer een soort van bereiken zijn die elkaar
overlappen, is enkel maar deze dialoog in feite, de voorgaande hield
zich meer analytisch bezig met de tweevoudige aard van de
yogafilosofie, en de rest daarvoor en wat nu nog volgt is meer een
kwestie van wetenschap en respect voor de persoon.
Maar wat
zijn nu deze niveaus of leden van de transcendentie?
Zoals men in de yoga eerst acht wat men niet
doet volgens de gelofte om deze principes te volgen en dan wat men wel
doet ter regulering van de handelingen zoals besproken, je daarna gaat
zitten in houdingen om je ademhaling te reguleren, je je dan naar
binnen keert, om je te concentreren met een mantra om te mediteren en
dan verzonkenheid te vinden in het zelf, is ook je hele leven in de
filognosie een proces dat overeenkomt met een dergelijke individuele
oefening. En denk alsjeblieft niet al te lineair over de nu volgende
opsomming.
- 1) Het
yama-niveau: In het begin kan je nogal lichamelijk zijn jong als je
bent en begerig om een leven op te bouwen, anderen aan te trekken en
met jezelf voor de dag te komen. Het beginnersniveau is een worsteling
met de gelofte van de yoga om zuiver te zijn in dezen met het
geweldloos, waarheidlievend, niet-bezitterig en niet stelend van
boetvaardigheid zijn in het celibataire, zelfs in geval je getrouwd
bent.
- 2) Het
niyama-niveau: Op het volgende niveau of veld van respect in de
overstijging, worstel je met de orde van een geregelde praktijk. Je
moet aan het studeren raken, rein zijn, de zaak dienen, offers brengen,
gastvrij zijn, tevreden zijn, liefdadig zijn, trouw zijn en van
aanwezigheid. Het kost wat tijd om dit in je leven zo in te richten met
het zoeken van evenwicht met de orde van de tijd. Het is als een sport
die je beoefent om de handelingen op elkaar af te stemmen. Het valt
zwaar in het begin, maar gaat fijn op den duur.
- 3) Het
âsana-niveau: Bij het volgende belang van de
bovenzinnelijkheid leer je de juiste houding van dienstbaarheid aan te
nemen met het beheersen van je lichaam. De zaken uitproberen in
wedijver, wedijverend met de zwakkere benadering van je voorgaande
leven, moet je het leren om samen te werken, naar de algemene
aanwijzingen van de klassieke wetenschap der wijsheid. Naast de
meditatiehouding om de lichaamskracht te beheersen, is het ook de
levenshouding in het algemeen die je ontwikkelt om sportief te zijn in
het gezag over de hond die je lichaam is. Het is nog niet zo makkelijk
als het wel lijkt om jezelf de baas te zijn. Wat je ervoor nodig hebt
is de gelofte en de oefening van het niveau hiervoor. Je moet dus de
verzaking in de praktijk brengen, de houding ontwikkelen en zo de
beheersing hebben.
- 4) Het
prânâyâma-niveau: Op het volgende niveau leer je
het je adem te beheersen zodat je je kan concentreren. In de
werkelijkheid van je leven is dit gewoonlijk de adem die je bezigt in
het beheersen van je spraak. Je moet het juiste zien te zeggen zodat je
vertrouwelijkheid kan vinden met anderen, gehuwd kan raken en een
betrouwbare partner kan zijn die zichzelf in de hand heeft. En daar ben
je dan weer; teneinde relaties op te kunnen bouwen en te kunnen
onderhouden, heb je de gelofte nodig, de regulatie en de beheersing
over je lichaam als de voorwaarde. Op dit niveau nu, in dit veld van
yogabelang, komen we, van het private ons in het publieke begevend,
boven de gordel uit om het zo te zeggen, en bouwen we moreel
gemotiveerd met het lichaam onder controle een formele samenleving op
van verantwoordelijke en trouwhartige mensen.
- 5) Het
pratyâhâra-niveau: Het volgende niveau is het niveau
waarop je je naar binnen keert. Je kan jezelf niet enkel op de
verscheidenheid van de buitenwereld richten zonder je concentratie te
verliezen, zonder je gerichtheid op de zaak van een gelukkig leven voor
allen kwijt te raken. Nu moet je betekenis ontwikkelen in je relaties.
Je moet je daarop concentreren en verantwoord bezig zijn, betrouwbaar,
aanspreekbaar, als een baken van helderheid om een betekenisvolle ander
te zijn. Je zou kunnen denken dat de yoga een zelfzuchtige praktijk is
van je blik naar binnen richten, maar filognostisch zie je in dat je
geen enkele kwaliteit kan ontwikkelen zonder de betekenis in te zien
van de ziel als de realiteit van de waarden en de God die je deelt met
anderen. Zelfs de strengste yogî die probeert in het bos te
mediteren voor zijn verlichting moet in relatie tot zijn omgeving een
leven opbouwen op een zodanige manier, dat een zekere kwaliteit tot
stand komt die liefde en vrede inhoudt voor al het leven binnen in hem
en buiten hem. De mediteerder kan zich niet afscheiden van het leven.
Hij is het leven en ziet het gelijkelijk overal om zich heen;
dat gezichtspunt van de ziel is de concentratie op de innerlijke
realiteit die er nodig is. In feite wordt men meer reëel, wordt
men werkelijker, als men zich verdiept in het zinnig bezig zijn met
andere levende wezens; niet als men meer afstand ontwikkelt als een
escapist en een vreemdeling wordt die op de vlucht is voor
maatschappelijke verantwoordelijkheden. 'Laat deze yoga niet ten koste gaan van
voorgeschreven plichten'
schrijft de wijze Vyâsa in de Gîtâ. Aldus
concentreert men zich op de ziel in het in contact blijven staan met
anderen middels afspraken naar de oorspronkelijke orde van de tijd, en
zo maak je het leven zinvol, zo maak je een verschil. Dit niveau is
cruciaal, hier draagt men zorg, vestigt men zich en heeft men lief als
de filognost, als de persoon van begrip en overzicht, met een hart dat
je hebt om vol van leven te zijn, echt als je bent met de yoga.
- 6) Het
dhâranâ-niveau: Verder transcenderend in emancipatie
begint de kennis een rol te spelen. Om een meer nauwkeurig omschreven
overeenkomst met jezelf en met anderen te hebben, om jezelf te doen
gelden, besprekingen te hebben en je te bezinnen, is van doorslaggevend
belang voor de samenleving waar je deel van uitmaakt en waar je
verantwoordelijkheid voor moet leren dragen. Dit is de feitelijke
concentratie die jou als persoon vormt en je leven uitmaakt. Strikt
individueel bezien is het de praktijk van de mantra's, de beknopte
zegswijzen van je wijsheid en ervaring. Maar om met anderen samen in
overeenstemming van dienst zijn voor de filognostische zaak en daarin
een voorbeeld voor anderen te vormen, moet je je concentreren op alles
wat bevorderlijk is voor de menselijkheid en de gerechtigheid voor alle
levende wezens en de hele planeet. Dat is het verlichte eigenbelang
ervan waarvoor je jezelf moet doen gelden in discussies en het moet
leren de zaken geconcentreerd in overweging te nemen.
- 7) Het
dhyâna-niveau: Hierna volgt de meditatie waarin men komt tot
begrip, tot het weten-hoe. Nu is het menens met de zaak, is het een
wetenschap van handelen zonder te handelen; van aanwijzingen geven
zonder te dirigeren. Je leerde het een hart te hebben en een model te
zijn. Nu, om een stille getuige te kunnen zijn, moet je onderzoek doen,
en betwijfelen wat haaks op de zaak zou staan. Nu vindt de concentratie
zijn functie. Als je eenmaal deze meer onthechte positie van de stille
getuige hebt bereikt, reik je tot het volgende niveau.
- 8) Het
samâdhi-niveau: wat volgt als gevolg van de gelofte, de
regulatie, de oefening, de praktijk, de relaties, het hart, de gelding
en het verstaan, is de verzonkenheid van de zelfrealisatie waarin het
ongewenste zijn vernietiging vindt, het gewenste tot stand wordt
gebracht en de cultuur zijn viering bereikt in het handhaven. Het als
een ziener in het moment van het hier en nu met de ether stabiliteit
vinden in deze positie van bovenzinnelijkheid, vormt de praktijk van
het volledig mens zijn in het alledaagse leven met achting voor de
velden waarin men zijn evenwicht heeft gevonden met de principes. Het
gaat er niet om als zodanig een naam te hebben; men kan heel goed op de
achtergrond met de traditionele heren der schepping, vernietiging en
handhaving zijn rol spelen in de aangelegenheid van de wijsheid en de
transcendentie. In dit laaste stadium gaat het om de stabiliteit van je
verzonkenheid in het gelukzalige, het duurzame en het bewuste van de
verbondenheid in de yoga.
Je mag je van laag naar hoog bewegen, van de
materie naar het etherische, met deze niveaus of gebieden van belang
van de achtvoudige yoga in je leven opklimmend naar de hemel, maar
evenzogoed kan je van concrete handelingen en aanwezigheid zijn op deze
manier. Dit vermogen om je opwaarts en neerwaarts te bewegen is de (âroha/avaroha)
kwaliteit van het gerijpt zijn in de filognosie, of van het hebben van
die liefde voor de kennis die jij en de rest van de wereld nodig hebben
om te overleven, gemotiveerd te zijn en je te verheugen. Laten we er nu
een punt achter zetten en deze afdeling van waardenbeheersing als
afgerond beschouwen. Hierna zullen we ons bezinnen op het spel van de
orde dat we met deze waarden en niveaus aan het spelen zijn.
Emancipatie
is je zo dan bovenzinnelijk verenigen met discipline?
Emancipatie is het
ontwikkelen van toewijding in relatie tot de verlichting. Deze bestaat
uit negen activiteiten die het resultaat zijn van het combineren van de
drie verschillende vormen van het je verenigen in je bewustzijn (in de
kennis, de arbeid en het vrijwillig dienen) en de drie disciplines (van
het onpersoonlijke - de ether -, het lokale - de materie, en het
persoonlijke - je tijdorde).
Vedisch heet
dit wordingsproces bhâgavata dharma en wordt het ietwat
anders omschreven.
Ok, en
bedankt Aadhar voor deze verheldering.
Dialoog
vijf III-a Identiteitsbeheersing
In de nu volgende sectie komen we tot het
inzicht wat het betekent een persoon te worden, een identiteit te
ontwikkelen. Het idee van de persoon is van cruciaal belang als je
gelukkig wilt worden. Vervreemd voelt men zich als een persoon
verwaarloosd en heb je de neiging destructief te worden met het
bestrijden van dat slechte gevoel. Het idee hier is dat met het juiste
respect voor het onpersoonlijke van de voorgaande secties, voor al de
argumenten, feiten, regels en principes, je dientengevolge de persoon
bereikt, de oorspronkelijke persoon. Je leert onderscheid te maken
tussen de verschillende dimensies van het spel van de orde dat we in
deze wereld aan het spelen zijn.
Aadhar, de
menselijke identiteit, waar gaat dat allemaal over?
Bij het proces van de persoonlijke wording,
ofwel het ontwikkelen van een identiteit in zelfrealisatie, zijn alle
leden van de samenleving betrokken. Hij die beter is dan hij was, die
vooruitging, respecteerde de principes der vooruitgang: de regels en de
feiten van de absolute waarheid, de waarheid van God die onafhankelijk
van jou bestaat en van alle kwaliteiten is die we beter noemen;
hoe minder daarin het gevoel van vervreemding en de neiging tot
destructief gedrag, des te meer zal men zich als persoon gerespecteerd
voelen en zal men ook van respect zijn voor anderen. Bij de genade van
je geboorte, door de natuur, en door de cultuur ontwikkel je een zekere
voorkeur voor een bepaalde vorm van dienstverlenen.
Sommigen zijn liever een vriend of kameraad die
anderen uit de nood helpt, sommigen willen de zaken aanpakken en een
eigen onderneming hebben, sommigen willen wetsregels instellen en
controle uitoefenen als de een of andere overheidsdienaar en sommigen
willen studeren, zich ontwikkelen en les geven op het gebied van de
wetenschap en de religie.
Deze vier zijn de basisroepingen die men kan hebben
als men zich geroepen voelt tot een bepaalde vorm van dienstverlenen in
de samenleving. Je identiteit zit echter ingewikkelder in elkaar dan
het met deze oriëntatie behoren tot een bepaalde klasse van mensen
(de z.g. varna). Ook de leeftijd speelt een rol en vormt een
afzonderlijke geestelijke afdeling die we de status noemen (de âs'rama).
Men is allereerst een jongere, gewoonlijk een celibataire student onder
het gezag staand van volwassenen, ouders en leraren op school. Na
school kiest men een beroep en trouwt men, en bereikt men de status van
jong-volwassene. Men vormt een gezin, verwekt kinderen en voedt ze op,
en dat wordt door velen als de essentie van het leven gezien. Maar er
komt meer bij kijken. Na grofweg twintig jaar van dit soort
familie-aangelegenheden zijn de kinderen volwassen geworden en neemt de
middelbare leeftijd zijn aanvang. Voor vrijgezellen die nooit trouwden
geldt hetzelfde: zo rond hun veertigste moeten ook zij gearriveerd
zijn, moeten ze weten waar ze voor staan in het leven, moeten ze de
volwassenheid van hun eigen betrokkenheid of van wat ze neerzetten in
de samenleving onder ogen zien. Het getrouwde stel dat door niets
anders gebonden werd dan het seksuele akkoord terwille van het
verwekken en opvoeden van kinderen kan zich dan in een scheiding
bevinden, omdat op dat moment het contract der voortplanting afloopt.
Maar dat hoeft dus niet zo te zijn. Men kan zich gebonden in de
filognosie, in de liefde voor de geestelijke kennis van de ziel,
tezamen terugtrekken met of zonder een bepaalde religie, die je bij
elkaar houdt in toegewijde dienst. De mensen van middelbare leeftijd
worden verondersteld de jong-volwassenen te begeleiden en aan hen hun
ervaring over te dragen. De traditie moet worden doorgegeven en de
ingenomen posities moeten worden overgedragen aan de volgende
generatie. Het verwaarlozen van de cultuur van de middelbare leeftijd
door mensen die gehecht zijn aan het leven van jong-volwassenen geeft
een generatieconflict, daar op die manier de doorstroming in de
samenleving wordt geblokkeerd. De middelbare leeftijd is de leeftijd
waarop men verantwoordelijkheid moet nemen voor de samenleving in zijn
geheel. Ze hangt meer af van de kennis en de cultuur dan van
familierelaties en andere gehechtheden. Daarna ouder wordend, wordt men
een senior die afdoende onthecht is om de klassieke wijsheid te
vertegenwoordigen, de wijsheid waar zij die van een middelbare leeftijd
zijn nog niet zo een, twee, drie helder in zijn, met hun nog steeds
half verstrikt zijn in materiële aangelegenheden; maar ze keren
ernaar terug. De senioren zijn er verantwoordelijk voor hen te
herinneren aan de klassieke waarden van de inzichten die ze in hun
eigen leven verwierven en van hun voorvaderen, de wijzen en de antieke
filosofen meekregen die hetzelfde deden, en dat is dan meer een kwestie
van tradities dan van ego. Aldus hebben we dan de identiteit van de
mens in zestien mogelijke status-oriëntatiegroepen: de vier voor
de status van een bepaalde leeftijdsgroep gecombineerd met de vier voor
de roeping van een bepaalde betrokkenheid van dienstverlenen.
Zijn ze
hetzelfde als de indiase kasten?
Min of meer, je mag het wel kasten noemen,
maar het zijn universele categorieën van toepassing op alle
menselijke samenlevingen. De normale werknemer is de kameraad en de
vriend die achtereenvolgens de carrière doorloopt van een kennis
te zijn, dan een partner te worden, vervolgens een metgezel in het
leven te vormen en tenslotte als senior in ruste het leven af te
ronden. Voor de ondernemer die van de verschaffing is ontwikkelt het
leven zich idealiter van het assistent zijn in de leer naar het
managerschap met verantwoordelijkheid, om vervolgens op middelbare
leeftijd de leiding te hebben als z'n eigen baas of directeur om
tenslotte na de overdracht van de zaak aan de volgende generatie nog
als commissaris mee te denken in de eindverantwoordelijkheid van de
bedrijfsleiding. De volgende klasse-oriëntatie in het leven geldt
die van de bestuurder, de ambtenaar en militair die van initiatief is
in samenhang met de maatschappelijke orde, en die naar model allereerst
zich als held moet bewijzen in de jeugdbeweging of als een rekruut, en
dan dat krediet moet zien te verzilveren in de vorm van het op zich
nemen van een zeker leiderschap. Vervolgens is degene van initiatief
als leider van een bepaald groepsbelang dan op basis van zijn ervaring
geschikt om als een politicus op te treden die kan bemiddelen tussen
het wenselijke en het haalbare, waarna tenslotte de bestuurder, dan op
leeftijd zijnde, rijp is voor de kamers van advies of voor een meer
onafhankelijke positie als adviseur. Voor het intellect tenslotte dat
zorg draagt voor de begeleiding is er allereerst het leerling zijn in
een schoolverband, vervolgens het zelf een leraar worden die als
raadsman of therapeut de studenten of cliënten in hun ontwikkeling
bijstaat en zo ondertussen zijn eigen praktische inzicht ontwikkelt.
Daarna, als de werklast van het lesgeven en bijstaan ten einde is,
volgt er een periode van herbezinnen waarin men met de opgedane
ervaring zich verder verdiept in de wijsheid en de tradities die aan de
overgedragen cultuur ten grondslag lagen, om vervolgens op hogere
leeftijd dan meer onthecht, gelouterd en ervaren met de geestelijke
verantwoordelijkheid, voor een zekere dienst van eerbetoon de heugenis
van die wijsheid te verzorgen: het priesterschap, de spreekbuis van de
bereikte cultuur. Zo is met deze indeling aan ieders leven een plaats
gegeven. Duidelijk is dat bij de genade van de klassieke geschriften en
de actuele menselijke werkelijkheid, de posities van de
maatschappelijke identiteiten als een absolute waarheid vastliggen,
maar dat de persoon zelf bepaalt in hoeverre het een tot het ander zou
leiden, dan wel een abstracte of meer concrete realiteit zou vormen.
De volgende tabel
laat de orde van de zestien basisidentiteiten zien aan de hand waarvan
mensen hun functie in de samenleving zoeken en in niveaus van
abstractie en graden van ervaring en waarmee ze hun kwaliteit
ontwikkelen en valsheid bestrijden. Je kan je het volledige beeld ervan
voorstellen als een flatgebouw met acht verdiepingen met op iedere
verdieping zestien appartementen met drie kamers per appartement. Dat
is het gebouw waar de mensheid in woont, waarbij een ieder die daarin
leeft op en neer gaat in de lift van de transcendentie of overstijging
en zich door de kamers beweegt naar gelang de ervaring. Somtijds,
gemiddeld vier keer in je leven, verhuis je naar een ander appartement,
als je door je leeftijd van status verandert.
Het
probleem met deze identiteiten of de z.g. varnâs'rama
kasten is het zich identificeren ermee, de valse trots die mensen eraan
ontlenen kunnen en waarmee ze zich van elkaar afsluiten. In de
filognosie leggen we, naar het idee van het vedisch hervormen van Heer
Caitanya, de nadruk op het belang dat deze identiteiten gefixeerde
posities zijn in het 'Spel van de Orde' van kwaliteit ontwikkelen, maar dat men
zelf vrij is om zich op en neer te bewegen langs de ladder naar de
hemel. Van nature ontwikkelt men zich door deze kasten heen. Dus,
hoewel je door je geboorte voorbeschikt bent voor een bepaalde klasse,
kan je naar je aard een andere weg volgen. Om die reden noem ik het
voor jou status-oriëntatiegroepen of maatschappelijke
identiteiten. De burgerlijke status is iets natuurlijks dat in de loop
van de tijd verandert, en de klasse is evenzo iets dat kan veranderen
vanwege persoonlijke keuzen en een opleiding. Ook al lijkt het erop dat
je je geboorte niet voor het uitkiezen hebt, werkt, zoals in de vorige
dialoog werd uitgelegd, de zaak alleen goed met achting voor een zeker
proces van overstijgen waarin we de nodige kwaliteit ontwikkelen. Door
deze kwaliteit ontwikkelen we het bewustzijn dat je de keuze biedt, dat
aldus iemand de vrijheid verleent. Alleen op deze manier kan het
kastenstelsel, de rangen- en standenmaatschappij, het klasse-gebeuren,
in de hand worden gehouden en worden beschermd tegen valse claims op
basis van vereenzelviging en trots. Men is niet een beter mens vanwege
zijn zijn maatschappelijke positie, geboorte, leeftijd of opvoeding,
men is beter door zijn kwaliteit van bewustzijn, zijn talent te
overstijgen, onderscheid te maken en te kiezen, door zijn
abstractievermogen om de zaken te kunnen overzien en orde te houden, en
zo verzonken te blijven in de goedheid en de kennis zo noodzakelijk
voor de naastenliefde..
U zegt je
kiest je leven niet. Is dat niet bepaald door je vorige levens?
Je huidige leven is
ongetwijfeld een gevolg van wat je ervoor deed; of die vorige levens nu
tijdens dit leven plaatsvonden of meer liggen in de sfeer van andere
incarnaties van jezelf of van anderen waarmee je je identificeert en
die aan jou voorafgingen. Zo kan ik René Descartes geweest zijn
en jij Sigmund Freud en nu moeten we er dan achter zien te komen wat
het analytisch inhoudt om van de rede te zijn met de ziel. Ook al heb
je op ieder moment de mogelijkheid om van richting te veranderen in je
leven, is het zo dat als je eenmaal een bepaalde richting opgaat, je
het gevolg maar hebt te aanvaarden. In die zin heb je dan weer niet de
keuze. Maar tot vlak voor de dood kan een ieder tot inkeer komen en
daarmee de weg vrijmaken voor een beter leven erna. Het is niet de ziel
die sterft, maar het lichaam dat sterft, dat is het uitgangspunt van de
yoga en dus ook van de filognosie.
Dus wat
houdt het in om 'het Spel van de Orde' te spelen?
Het betekent dat we het kastenstelsel
aanvaarden, maar dan met achting voor het proces van
zelfverwerkelijking in overstijging dat we ook wel emanciperen noemen.
De identiteit van een kaste of status-oriëntatiegroep moet
functioneel zijn. Een en dezelfde identiteit kan functioneren op
verschillende niveaus in verschillende graden van ervaring. Dat tezamen
is het spel van de orde waarin iedere persoon zijn levensopdracht vindt
overeenkomstig zijn overstijging, zijn status, zijn klasse, zijn
ervaring en zijn stijl van vorderen in het zich op of neerwaarts
bewegen op de ladder naar de hemel.
Dit is nogal
veel voor me om te kunnen bevatten...
Ja natuurlijk, je doet er ook je hele leven
over om uit te plussen wie je bent en wat je gang door het leven zou
zijn. Niemand behalve onze lieve Heer kan dit ten volle overzien. Hij
vergunt je de blik middels de erfopvolging van de leraren van de
traditie die de vedische literatuur in functie houdt. Ik kan het je
alleen maar zeggen als een studerende en naar de geschriften zingende
leerling van hen en er aldus gelukkig mee zijn om voor jou de
verschillende waarheden van de oorspronkelijke wetenschap van de yoga
en de opties van spirituele kennis in de zes afdelingen van de
filognosie te combineren.
Er zit dus
een bepaalde cultuur achter?
Ja, in mijn
geval is dat de paramparâ, de geestelijke erfopvolging
van de instructeurs of de âcârya's van de
Caitanya-vaishnava's, zoals ze heten. Ze zijn in de straten van het
Westen, maar ook in het Oosten op die manier, vertegenwoordigd door de
monniken van Heer Vishnu die bekend staan als de Hare Krishna's. Velen
zijn bang voor hen omdat ze zo fanatiek kunnen zijn over deze
geestelijke erfopvolging en de aanbidding van de goeroes die erbij
horen. Maar je hoeft niet in het klooster te gaan wonen waar zij leven.
Ofschoon je dit alles ook heel snel kan oppikken daar met hen, is het
ook voor de Moslims en de Christenen heel normaal om geen monniken en
nonnen te zijn ten dienste van een kloosterorde. Die orde vormt de
leerschool. Normaal gesproken zitten mensen op school om er af te
studeren en hun verantwoordelijkheid in de samenleving op te pakken.
Ook bij de Boeddhisten is het heel normaal voor jongeren om een monnik
te zijn en dan later goede vaders en echtgenoten te zijn in de normale
samenleving. Maar er is hoe dan ook een bepaalde vorm van systematisch
respect voor nodig om niet deze dialogen te vergeten en stevig te staan
in je geloof, en aldus is dit ook van toepassing op de orde van de tijd
zoals we die besproken hebben; je moet het systematische respect voor
deze oorspronkelijk religieuze aangelegenheid op je agenda plaatsen.
Deze persoonlijke sectie stelt: als je als een persoon wilt worden
gerespecteerd zal je ook andere personen moeten respecteren, en
waarom dan niet de oorspronkelijke leraren, de Heren en Profeten van de
religies? Religie betekent weer opnieuw gaan lezen, je opnieuw in
verbinding stellen, en aldus komen we als toegewijden van het volkomene
samen op de signaaldagen van de maan om te zingen en te lezen in het
Bhâgavatam, het oorspronkelijke boek waarin al de wijsheid
betreffende de vedische orde filognostisch is gecombineerd in
één verhaal; het Verhaal van de Fortuinlijke, Hij van het
geluk die jij ook wilt zijn en -ten dele - kan worden bij de genade van
God.
Moet ik naar
India gaan? Of moet ik naar Jeruzalem of Mekka als ik een Christen, een
Jood of een Moslim ben?
Wel,
natuurlijk kan een bedevaart ondernomen worden om ingevoerd te raken in
de routines, de filosofie en de sociale structuur van de religie en kan
je alzo daar je foute verleden vergeten, maar je zult weer terug moeten
en je leven hier weer oppakken waartoe je was voorbestemd. De Moslims
zeggen dat je het eens in je leven moet doen. Maar wie zal er zeggen
wat een heilige plaats is? Een plaats is heilig door de mensen die er
samenkomen. Dus kan je naast India ook naar Lourdes of Santiago de
Compostella, of de paus bezoeken. Soms volstaat het om onderweg een
sterke vertegenwoordiger in de leer te ontmoeten. Hij vertegenwoordigt
al de wijsheid en zuiverheid, en de herinnering aan hem kan voldoende
zijn om je op het juiste pad te brengen en je erop te houden. Aldus
zijn sommige mensen volmaakt tevreden met hun eigen pandit, imam,
pastoor en dominee als zijnde heilig genoeg. Laten we zeggen dat het
niet slecht is verder te kijken dan je neus lang is en in te zien wat
er in de wereld nog meer te ontdekken valt in dezen.
De
filognosie is dus niet specifiek indiaas dan?
In mijn geval is het een mix van de
christelijke achtergrond die ik heb, de ervaring met de professionele
psychotherapie en de wetenschappelijke methodologie die ik had als een
afgestudeerd psycholoog, en de overstap tot de yoga ermee die volgde op
mijn confrontatie met de onverschilligheid van onze materialistische
samenleving. Maar een Moslim mag een Moslim blijven die de Soefi's
bezoekt en terugkeert van Mekka alleen maar om te participeren als een
volmaakte en geheiligde gelijke in hetzelfde spel van de orde waar we
het over hadden en waar we beiden bij betrokken zijn. De filognosie
bindt de verschillende religies en persoonlijke geschiedenissen van
zelfverwerkelijking samen in de gnosis, in de kennis van de
geest, in de persoon van God en in de feitelijke werkelijkheid van de
tijd in relatie tot het krachtveld van de ether en het leven waar we
mee te maken hebben.
Hoe zit dat
nou met al die goeroes en leraren?
Je hebt ze inderdaad in soorten en maten. De
basisdualiteit voor hun indeling wordt gevormd door het verschil tussen
de discipline en de bron van de kennis. Wat betreft de bron van de
kennis zijn er drie soorten leraren: de medegelovigen die meer op basis
van gelijkheid met raad en daad bijstaan en je met voorbeeld en
inspiratie inwijden in het veld; de leraren van de in opeenvolging
overgedragen geestelijke en intellectuele disciplines en religieuze
tradities die instructie geven; en je hebt de goeroes van binnenuit die
je kent via de geschriften. Deze drie verschillende typen leraren
kennen ook drie verschillende disciplines, zodat je in feite negen
verschillende soorten van goeroe-disciplines of afzonderlijke
leermeesters voor de geestelijkheid hebt. De drie disciplines zijn die
van wat de Indiër brahman, paramâtma en
bhagavân noemt: het onpersoonlijke, het lokale en het
persoonlijke met God. Zo krijg je dan de tabel hieronder weergegeven.
De leraren die je inwijden zijn allereerst, als het je ouders niet
waren, de therapeut die je respect bijbrengt voor jezelf, de ander en
de algemene regels; dan is er de new ager die de principes van het ware
zelf introduceert en je leert te mediteren; en vervolgens zijn er de
filognosten en andere vertegenwoordigers van spirituele tradities die
je liefde voor de structuur van de kennis in het algemeen en de orde
van de tijd bijbrengen, zodat je een leven hebt met de regulerende
beginselen. Geleidelijk aan, met vallen en opstaan en zich
heroriënteren ervaring opdoend, ontwikkelt zich met deze categorie
van hulpverleners een eigen weg en een stabiele omgang en cultuur van
instructie.
Die feitelijke instructie is afkomstig van
degenen die, meer formeel als leiders, het intellect, de verlichting en
de traditie vertegenwoordigen: ten eerste, de professoren en andere
leraren en denkers van de wetenschap en de wetenschappelijke
verlichting die allereerst bij de zoeker een nuchtere zin voor het
juiste argument en de feitelijkheid bevorderen; dan zijn er de
spirituele filosofen en mystici van de geestelijke soort van
verlichting die je leren in die zin op eigen benen te staan en
verantwoordelijkheid te nemen voor de kennis; en tenslotte zijn er dan
de theologen, priesters en leraren van het voorbeeld in erfopvolging
(de z.g. paramparâ âcârya's) die je invoeren in de
heilige geschriften en de cultuur van het behoud, ofwel de religie van
het zich steeds weer opnieuw verbinden in ritueel, bezinning en gebed.
De leraren van binnen zijn christelijk gezien
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, maar filognostisch zien we ze
meer als de verschillende aspecten van God van schepping, behoud en
vernietiging. Daarbij vertegenwoordigt de Heilige Geest of de Absolute
Waarheid het principe van de Schepper terwille van een manier van
denken die je kan delen - de homologie; staat de Zoon voor het principe
van de Vernietiger die de obstakels van het geloof, het karma,
wegneemt; en staat de Vader voor de Behouder die, ongezien vanuit het
voorbije, je stabiliteit van bewustzijn, cultuur, welvaart, geluk,
omgang, gemeenschapszin en duurzaamheid brengt. De laatste drie worden
uitsluitend gekend via de geschriften en vereisen, opdat je met God van
binnenuit kan leven, een zekere leergang met de voornoemde groepen
leraren. In india zijn die geschriften de drie keer zes bijbels of Purâna's
van Vyâsadeva die naast de s'ruti van de op de rituelen
gerichte Veda's en op de filosofie gerichte upanishads, de smriti-kern
van de in de verhalen herinnerde hindoe-cultuur vormen. Een
uitzondering op deze regel van schriftuurlijke sturing vormt de
incarnatie van de Allerhoogste Heer, de z.g. avatâra, die
afhankelijk van de plaats en tijd steeds weer een andere gedaante
aanneemt om de hele zaak van al deze leraren weer terug in goede banen
te leiden. Alleen in Hem is er volkomen heugenis, continuïteit en
beheersing van de velden, de kennis en de materie (zie ook de definitie
van leraar/goeroe/filognost).
Kan je
voorbeelden geven van deze soorten van leraren?
Oké, Freud was een van de eerste echte
psychotherapeuten. Van hem leerden we op ons hoede te zijn met
tijdschema's, met stelling nemen tegen de 'Vader' en met seksuele
zaken. Osho Rajneesh, de goeroe uit Poona, was de peetvader van de new
age die zich als een gelijke vriend opstelde. Tijdelijk werkzaam in een
new-age meditatiecentrum dat was ongericht n.a.v. zijn predikingen,
vond het idee van de filognosie in 1993 zijn ontstaan, in eerste
instantie als een manier om regelmatig samen te praten en te mediteren.
De avatar Sathya Sai Baba is met Zijn multiculturele sarva-dharma
benadering een schoolvoorbeeld van een filognost in de religieuze zin,
van iemand die, met veel liefde voor de integratie van de kennis op
vedische basis, je voorbereidt op de traditie en de geschriften. Van
Hem b.v. is de dagindeling in vier keer zes afkomstig evenals een
verzameling van z.g. vahini-boeken waarin Hij de vedische cultuur op Zijn manier introduceert.
De griekse filosoof Socrates is een van de grote geestelijk leraren die
de basis legde voor de moderne westerse wetenschap. Van hem komt het
principe van deze dialoog. De indiër Krishnamurti is een typische
filosoof van de verlichting in spiritueel opzicht die veel instructie
gaf en zo bijdroeg tot de motivatie voor de regulerende beginselen, en
Swami A.C. Bhaktivedanta Prabhupâda is het schoolvoorbeeld van de
leraar der bevrijding in toegewijde dienst, de monnik, de
âcârya of leraar van het voorbeeld, die de mensen liefde
voor zowel de hervormingsgezindheid als de traditie van het
vaishnavisme, de vishnu-cultuur bijbracht. Van deze traditionalist
hebben we Vyâsa's boeken gekregen, zoals ze zijn, compleet met
het Sanskriet erbij.
Vader, Zoon en Heilige Geest kennen we in
abstracto van het Christendom, maar als personen kennen we ze van de
Hindoes die er in de achttien bijbels - de Purâna's - van
Vyâsâdeva, zes voor iedere halfgod, Vishnu, S'iva en
Brahmâ tegen zeggen. De laatste van binnenuit-cultuur van
zelfverwerkelijking is typisch de indiase manier om de diversiteit van
de verschillende disciplines gestalte te geven in eindeloze reeksen
verschillende tempels, tradities, heilige personen en leerscholen.
Hoe moet ik
denken over dat idee van de ether waar je regelmatig aan refereert?
Je
moet de ether zien als het krachtveld van het universum in het formaat
van een sterrenstelsel, dat de sterren, en zo ook onze zon, de maan en
de aarde bijeenbindt in hun gezamenlijke omloop rond het zwarte gat in
het midden van de melkweg dat ook wel als een gouden berg, de berg
Meru, wordt voorgesteld in de geschriften. Het is een berg van sterren
in het midden die we ook door de telescoop kunnen zien in andere
sterrenstelsels die er soms ook, astronomisch en vedisch ouder zijnde,
als een gouden ei uitzien. Het krachtveld van de ether is de eenheid of
de overkoepeling van alle krachten die op ons van invloed zijn in de
materiële wereld. Zo zijn er in feite drie vormen van de ether:
die van de lineaire tijd van de expanderende universa in de tijdruimte
en die Mahâvishnu ofwel Kâranodakas'âyi-vishnu
vertegenwoordigt; die van het sterrenstelsel of dit universum die staat
voor de cyclische tijd, voor de cakra van de Vishnu die
Garbhodakas'âyî-vishnu wordt genoemd en als derde die van
de lokale orde, de normale radio-ether van de planeten en de zon die
Ks'irodakas'âyi -vishnu heet. Het gaat erom die eenheid van
Vishnu harmonieus te ervaren, en om die reden is het je dan ook geraden
om, naast de orde van de zon en de maan zoals besproken, de
sterrenhemel te achten door je verjaardag ieder jaar twintig minuten
later te vieren of, minder ego-gericht, het galactische nieuwjaar te
vieren dat vanaf het jaar 2000 middernacht (van 6-7 juli het dichtst
bij het centrum) ieder jaar zo'n twintig minuten later valt. In relatie
tot die cakra-orde, de orde van het grote wiel, dat heer Vishnu bij de
Hindoes als een wapen hanteert, moet je proberen Zijn geestelijke orde
te achten, de orde die Vyâsa ons met zijn boeken bijbrengt. De
Heer, als onze geestelijk leraar van binnen, is het geluid in de ether
en je moet Hem zelf ook zien als de verpersoonlijking en persoonlijke
integriteit ervan, evenals dat je de ether zelf weer moet zien als Zijn
aanwezigheid. In het Bhâgavatam staat ook dat Hij, de Ongeziene,
zichtbaar is in de vorm van de sterrenhemel. De draaiing van de
sterrenhemel, de z.g. roodverschuiving, en de z.g.
zwaartekracht-lens-werking om sterren heen, vormen naar Zijn lineaire,
cyclische en lokale Tijd, dan ook het bewijs van het bestaan van de
ether als zijnde het effect van de eenheid van het krachtveld ervan, om
precies te zijn. Dhruva b.v., een vedisch heerser uit het Bhâgavatam (zie 4.8 & 9),
kwam tot realisatie in de relatief korte tijd van een paar maanden door
te mediteren, op het ene been, op de in de ether verenigde geest, met
voor ogen de sterrenhemel, de cakra-orde, de orde van de tijd van
Vishnu. In de yoga gaat het om deze beheersing van de lichaams- en
geesteskracht in de ether. Respecteer daarom de cakra-orde van de ware
tijd van de zon, de maan en de sterren en waak tegen de sleur van het
lineaire, commerciële en vertroebelende misbruik; het is de
natuurlijke orde met de ether die je de beheersing geeft van Vishnu, de
beheersing die alle andere vormen van beheersing te boven gaat. Ook de
vedische drievoet, de gâyatrî, die we bespraken
helpt je te denken aan de vereniging en harmonie met de ether in je
respect voor de natuurlijke verhoudingen van de tijd die het effect van
die grote kracht in de natuur vertegenwoordigen. Daarom doe je die
mantra drie maal daags als je goed bezig bent met yoga-oefeningen en
andere devotionele activiteiten in de sfeer van je vereniging, in de
sfeer van dat veld van handelen. De ether heet ook het eerste effect in
de schepping te zijn van de Heer die de vorm aanneemt van de Tijd (S.B. 11.22: 19, en in de Brahma-sûtra, pada 3.1, 1-7); het is een basiselement van de schepping dat deel uitmaakt
van de Absolute Waarheid. Je kan er eigenlijk alleen maar respect voor
hebben; die zaak naar je hand willen zetten, er een zeker voordeel mee
willen behalen in materiële zin, heeft geen zin. Maak van je
verjaardag b.v. een vrije dag. Het nevenmotief met de krachtbeheersing
is de duistere kant, vermijdt die, want dat bereidt je een val, je
raakt erdoor begoocheld. Dat is de betekenis van absolute waarheden; je
moet de zaken gewoon zien en respecteren zoals ze zijn in de natuur.
Nuchter blijven is het gebod der transcendentie.
En hoe zit
het met de emancipatie van karma naar dharma?
Er is verlichting en bevrijding, burgerplicht
en de weg van de toegewijden. Laat het me je uitleggen. Verlichting is
niet enkel het vanuit jezelf redeneren zoals we in het Westen wel eens
denken, het is het eindresultaat van het opgeven van verlangens, waarin
het hele gewicht van je materiële zorgen van je af valt en je
letterlijk dan lichter bent. Natuurlijk draag je een lading met je mee
van gewoonten waarin je verlangens koestert. Dat noemen we karma. Het
karma is het verstrikt zijn in baatzuchtige handelingen, het werk dat
je doet voor het resultaat, het verlangen naar een effect, naar succes,
geld, aanzien, seks en al de overige materiële beloningen van je
dromen. Maar in de verlichte staat lijken die beloningen meer op een
last. Men heeft zijn instelling of denkmodel veranderd en heeft
daardoor een andere waardering voor de dingen. Een dergelijke
paradigmaverschuiving, welke de japanse Zen-boeddhisten satori
noemen, kan een plotselinge ervaring zijn. Plotseling zie je dan de
wolken van beide kanten. De werkelijkheid blijft hetzelfde, maar het
gezichtspunt verandert. Vandaag gelooft men met het relativisme dat het
element van de ether niet bestaat, maar morgen kan men de ether
gerespecteerd en bevestigd hebben gekregen middels wetenschappelijk
empirisch bewijs en zo dan verder borduren op het vedisch beheerste
paradigma van de filognosie dat wel uitgaat van het verbindende
element, en aldus een beter leven hebben van respect voor het
universum.
Maar de leraren leren
ons dat de verlichting enkel maar een begin vormt, je bent werkelijk
alleen maar bevrijd als je er in slaagt die zaak van het niet verlangen
en gezegend zijn te dienen. De zaligheid, de uiteindelijke staat van
bewustzijn, geluk en eeuwigheid beoogd in de emancipatie, in het proces
van persoonlijke wording, wordt bereikt door het dienen van die zaak.
En zo worden de verlichten stap voor stap toegewijden langs de weg der
geleidelijkheid.
Er is ook de snelle
weg van het je aansluiten bij de monniken en het allemaal in
één keer laten varen van je materiële zorgen. Alle
verlangens krijgen opnieuw richting in de dienst aan de Heer dan, maar
het eindresultaat is hetzelfde. De bevrijde monniken en nonnen moeten
ook worstelen om verlichting te vinden met het gebonden zijn aan de
orde van hun dienstverlening en zo kan je, in zekere zin, dat ook wel
weer als de langzame weg zien. Je moet je eigen weg vinden, je svarûpa,
je oorspronkelijke positie van dienstverlenen in het bevrijd zijn in de
toewijding en het verlicht zijn in het niet-verlangen. Niet enkel de
monniken zijn toegewijd. Iedere serieuze volwassene is van een soort
van toewijding met een zekere wetenschap van respect. Dit kan diep
ingeprent zijn in de ziel als een essentieel kenmerk van de identiteit
dat vanaf de geboorte aanwezig is. De realisatie van deze svarûpa
of oorspronkelijke identiteit van dienstverlenen naar het dharma is het
doel van het emancipatieproces. In dit proces leert men het om te
luisteren naar de geschriften, de liederen te zingen die de persoon van
God hooghouden, zich de Handhaver, de Heer, te heugen; het instituut
van dienst te zijn, zowel als de leermeester, de toegewijden als de
vorm van God die men gekozen heeft; de gebeden en de mantra's op te
zeggen; een vertrouwde vriend te worden en tenslotte in volle overgave
de goeroe naar de leringen van binnenuit te accepteren. Men zegt dat je
hem eerst voor je ziet, dan zie je hem binnen in je en dan wordt je dat
deel van Hem dat je altijd al was, namelijk je svarûpa.
Wat zijn de
belemmeringen?
Simpel gezegd
je gehechtheden. Als een jong volwassene, maar ook later, bestrijd je
je gehechtheid met regulatie, in achting voor de orde van de tijd; het
verlangen, de lust, de seksuele gehechtheid overwin je
geleidelijk aan middels regulatie. In het vrijwillig aanvaarden van de
frustratie van de lust, heeft men zoals gezegd een geest van boete
nodig. Het verlangen naar geld wordt afgeroepen door de economie.
De samenleving belast de geldverdiener en dwingt hem ertoe zich
verantwoordelijk te gedragen met de ruilmiddelen. Geld en
verantwoordelijkheid, middel en doel, moeten gekoppeld. Geld vormt een
last, een verantwoordelijkheid welke, zoals ook Jezus dat bevestigde,
een ernstige hindernis kan vormen in je gang naar de hemel. Dus is dit
gereguleerd. In de bijstand mag je niet meer dan zoveel bezitten, met
een eigen zaak mag je niet de belasting ontduiken en met een salaris
moet je ervoor oppassen dat je hypotheek niet te hoog uitvalt. Aldus
bekommert men zich gepast om de materiële behoften en verlangens.
Ook is er de religie om je op te linken en je helpen te
herinneren aan de schriftuurlijke waarheid die je geneigd bent te
vergeten in je materiële bestaan. Hou je focus is de boodschap in
de vroege stadia van de emancipatie. Ook het opdragen van de arbeid aan
de zaak der transcendentie vormt een belangrijke richtlijn. Het
baatzuchtig ego kan haaks staan op de geestelijke motivatie, en daarom
is er het zich verenigen in het werken voor het goede doel als een
vrijwilliger. tenminste een deel van je tijd moet je eraan besteden,
alleen maar om de poort naar de hemel open te houden en gemotiveerd te
blijven terwille van de levensvreugde die je deelt met alle levende
wezens. Maar die bevrijding houdt dus ook in het bewust
tegengaan van het tijdsysteem van geld verdienen en conflicten hebben
in politieke tegenstellingen. De burgerdeugden alzo, van het
reguleren van de lust, de economie, de religie en de bevrijding, werken
enkel progressief als men de eigenlijke orde in gedachten houdt. De
religie biedt de cultuur, de traditie der heugenis, de bevrijding biedt
de oorspronkelijke orde van de natuur en de menselijkheid, van de
filognosie dus, als een keuzemogelijkheid daarnaast die men dan van
dienst moet zijn als men ook, dan wel uitsluitend, onbaatzuchtig zijn
bijdrage wil leveren in de samenleving. Als je dat niet doet zal je een
slachtoffer zijn van de moderne neurose met al de psychische symptomen
van een lage zelfwaardering, onbeheerste emoties, angsten en wat al
niet. Over het algemeen is het goed om in gedachten te houden dat de
hindernissen van de cultuur (seks, geld, vergeten en ego), van de
natuur (de geaardheden, het klimaat, rampen) en als gevolg van je eigen
gebrek aan discipline (je ongeloof, je psychologie) moeten worden
overwonnen.
Dus om dit
gesprek samen te vatten: emanciperend met de burgerlijke deugden, moet
ik het spel van de orde spelen met achting voor de ether, de leraren en
de hindernissen?
Ja, zo is dat met het georganiseerde respect
voor de persoon in zowel de zin van de volwassen zelfverwerkelijking
als in de religieuze zin. Er is geen scherpe grens te trekken tussen de
twee. Het ene leidt tot het andere. In politiek opzicht echter zijn de
dingen nog niet allemaal gezegd. Dat is de laatste dialoog.
Dialoog zes III-b: Retoriek
Nu moeten we de noodzaak en de manier
bespreken van het verdedigen van wat werd gerealiseerd in de voorgaande
secties. We moeten de aangelegenheid van de filognosie afronden en tot
een samenhangend begrip komen. De zaak moet worden uitgedragen en
verdedigd. De praktijk wordt de retoriek genoemd: de manier waarop we
erover spreken, niet enkel zoals we indruk maken en overtuigen, maar
zoals we het in gedachten houden als een standaardgebed.
Noodzaak?
Moet ik dan prediken?
Ja en nee. Ja het is noodzakelijk er anderen
over te vertellen voor zover ze er open voor staan, omdat, met het
helpen van anderen je jezelf zal helpen, maar prediken moet je niet; je
mag het doen, maar je kan maar beter praten als je welkom bent met je
wetenschap. Leg nooit de liefde op die zijn armen open moet houden. Je
mag verdedigen en helpen verdedigen, dat is het Koninkrijk Gods, maar
wees er voorzichtig mee jezelf naar voren te plaatsen, dat kan
resulteren in het tegendeel waarin je tegen je eigen gelding oploopt.
Ware liefde is de liefde van God op deze manier. Liefde is liefde in
vrijheid en vertrouwen, gezegend zijn degenen die het op zich af zien
komen, zo stellen de klassieken het. De filognosie ervan moet stap voor
stap deel van je identiteit worden. Zo moet het uiteindelijk ook deel
gaan uitmaken van ons, van jouw en mijn, schoolsysteem. Maar met het
doordrukken ervan, moet degene die van verlangen is en er mee aanvalt,
altijd weer terugkeren naar waar hij vandaan kwam en daar zijn vrede
dan vinden. Niet de verovering van de aarde is de bedoeling, maar de
verovering van de hemel. Dat is waarin je je verlossing vindt. Dit is
aldus je eer, dit is je verdediging. Wees er dus trots op, maar wees
voorzichtig met formaliseren. Als je het allemaal wilt formaliseren met
heersende instituten mag dat niet ten koste gaan van de dynamische
natuur en keuzevrijheid van jou als een individu zowel als van anderen
die met zichzelf gelukkig zijn naar eigen standaarden. Zie het meer als
een systeem van bidden, het gebed om een leven te hebben als een
normaal mens die een model kan zijn, een baken voor anderen. Verwacht
daarom niets en wees blij met wat je hebt, probeer het niet te winnen,
wees een winnaar.
Dus nu moet
ik gaan bidden?
Laten we zeggen dat bidden betekent dat je de
geest stuurt terwille van de zaak van de filognosie.
Wat is dan
het gebed van de filognosie? We bespraken zo veel onderwerpen dat een
hele Bijbel nog niet genoeg lijkt, nog niet eens een stapel van al de
heilige boeken die er zijn in de wereld. Hoe moeten we dan de zaak
afronden?
Laten we vasthouden aan de basisdingen. Het
gebed ingesteld op de basiswaarden luidt als volgt:
'laat vrede met de natuurlijke orde,
over de wereld heersen met respect voor de waarheid,
alles met een ieder delend in matiging,
trouw aan de zaak der eenheid'.
Filognosie heeft betrekking op het vinden van
stabiliteit met de ziel in achting voor de orde van de tijd en het
krachtveld van de ether. In dit verband moeten we nog een aantal zaken
meer in gedachten houden. Op de eerste plaats impliceert de tijd een
dynamisch levend universum. Het betekent dat in feite geen fixatie zal
volstaan, precies zoals het is met een mechanisch gebed dat zonder
begrip uitgevoerd zo goed als nutteloos is. De orde van de tijd is per
slot van rekening de orde van de zon, de maan en de sterren recht voor
ons, ongeacht wat we er ook over denken. De wolk van gedachten noemen
we de relatieve waarheid, de eigenlijke werkelijkheid is die van het
door God gegeven dynamische universum dat we met de eenheid van de
ether het absolute noemen. Zolang we met onszelf als stille getuige
alles in beweging zien is dat de absolute waarheid, gaan we uit van
fixaties, van materiële vormen die slechts relatieve waarheden
zijn, dan hebben we illusies. Ieder beeld van God vormt dan ook een
illusie als we niet die levende God en die stille getuige met zijn
kennis, eeuwigheid en geluk erachter ontdekken; wegbewijzering als de
cakra-orde mag natuurlijk, of neen is zelfs geboden, maar de persoon
moet worden gekend.
Dus
allereerst maken we een onderscheid tussen de relatieve en de absolute
waarheid?
Juist, de Heer
is de Tijd van het universum en niet zozeer de tijd die we ervan maken;
die eigengereide tijd is meer wat men heeft met de politieke
'halfgoden', door wiens bemiddeling we een aanpassing aan de
oorspronkelijke, volledige orde krijgen. God is de oorspronkelijke
orde, de liefde van de goedheid in de natuur zoals die in z'n geheel
is. Als we erin mislukken dat dynamische geheel te respecteren vanwege
onze fixaties en vooropgezette ideeën, verkeren we in staat van
illusie. Het basisprobleem is dus de ontkenning van de fout die we
geneigd zijn te hebben als we vasthouden aan onze menselijke begrippen
van relatieve waarheid, het mechanisme wordt 'de psychologie van het
ontkennen van de fout' genoemd. Vanwege dat mechanisme is er de
misère van het hebben van een leven in de materiële wereld
dat vol van strijd is in het gepolitiseerde valse ego van het zich meer
identificeren met de fixaties dan met het voorwerp van de fixaties en
de eenheid van en met de ether erachter.
Dus fixeren
we ons op de verandering en veranderen we dan niet in die fixatie?
Precies, de politiek gaat allemaal over orde.
In het politieke debat relativeert men zijn begrip van orde in
tegenstelling tot een ander begrip. Succesvolle politiek is de politiek
die weet heeft van de absolute waarheid achter al deze praktisch
noodzakelijke discussie. Succesvolle filognosie houdt in dat we rekenen
met de verschillende opties van wetenschap, spiritualiteit en religie.
Dat houdt in dat we, ons verhoudend tot God in de vorm van de tijd en
de ether, fundamenteel uitgaan van de vier posities van ons fixeren op
de waarheid wat betreft de orde die we reeds in de eerste sectie over
de methode realiseerden met het juist argumenteren. Dit is geen nieuw
inzicht; dit werd vijfduizend jaar geleden reeds hooggehouden door de
wijze Vyâsa in de Bhâgavata Purâna (in 11.21: 10).
1) Men kan overeenstemmen
door een klok in te stellen op de zon. Dat is de eerste
wetenschappelijke optie van het extern valideren van de klok om
er een tempometer van te maken.
Deze optie is hoogst efficiënt; men verspilt zijn energie niet aan
afwijken en het rationaliseren ervan, maar het bezorgt je een compleet
andere geest en cultuur. En dat kan tot onaangepastheid leiden als men
geen rekening houdt met de bestaande cultuur van een regeld en
overeengekomen afwijken en compenseren. Dat is het risico van deze
optie van het in zijn geheel overgaan tot een ander paradigma.
2) De tweede optie
is die van vergelijken. De natuurlijke tijd is de these van
onze oorspronkelijke natuur en de standaardtijd is de praktische en
culturele antithese van de relativiteit. Het tegenargument luidt dat
het relatieve van de standaardtijd op zich een eindeloos debat geeft
zonder een autoriteit. Daarom moet de conclusie luiden dat de
standaardtijd alleen kan worden aanvaard met de autoriteit van een tempometer die de positie van de zon weergeeft.
Samengevat zeggen we dan dat de tijd het best wordt beheerd met twee
klokken en niet met een: een meester-tempometer en een slaaf van het
maatschappelijke verstrikt zijn in pragmatische argumenten. Zolang de
hond is aangelijnd kan het beestje geaccepteerd worden: het systeem als
een noodzakelijke gevangenis van compensaties waar we niet zomaar
buiten kunnen.
3) De derde
optie is die van het vertoog. In het politieke,
wetenschappelijke en spirituele vertoog kan men een geest handhaven,
een wolk van gedachten die het verschil compenseert dat de cultuur met
zijn valse absoluten vormt met het absolute en onweerlegbare van de
natuur haar dynamische werkelijkheid. Om die reden spreken we zoals de
Hindoes dat doen van het politieke tijdperk van de redetwist. Door
debat, door een bewuste moeite terwille van de rede en de logica,
compenseren we onze mislukking het dynamische van de natuur te volgen.
We zijn gebonden aan het kruis van de fixatie van de cultuur. We hebben
een overeenkomst nodig, een vaststaande orde van de tijd. Die
gehechtheid vormt een bedreiging voor onze geestelijke gezondheid en
intelligentie, omdat de gehechtheid leidt tot hartstocht in ontkenning
van alternatieven en de hartstocht zelf leidt tot de agressie van het
vastzitten in de illusie van de dode materie; de agressie die zich zo
manifesteert in oppositie overtreft het onderscheidingsvermogen en
leidt aldus tot verbijstering. Aldus moet de constante moeite om
redelijk te blijven met dat mogelijke mislukken van jouw en mijn
geheugen en intelligentie, zich uitdrukken in vertogen en hij die
agressief wordt is de verliezer; men moet het constant bespreken om
zich te verzekeren van de rede en de logica die de persoon recht doen
die we van origine waren, nog steeds zijn en zullen moeten zijn. De
rede is de weg.
4) De vierde
optie is die van het geritualiseerde respect. Door
plechtigheden van een sportieve, religieuze aard of een andere soort
van formaliteit - zoals het buigen voor een judo-gevecht of het heffen
van de kelk in een heilige mis, of het uitdelen van een eremedaille aan
een oorlogsheld -, kunnen we ons verzekeren van het respect dat we voor
elkaar en voor de Heer, of de held die we vereren, moeten hebben als
zijnde manifestaties van de wil en de natuur van God. Hoe regelmatiger
dit respect wordt betoond, hoe beter het is. Het is namelijk het gebrek
aan respect voor de persoon waar we onder lijden als we er niet in
slagen het onpersoonlijke van God te dienen in de vorm van het absolute
van Zijn natuurlijke cyclische tijd van de ronddraaiende zon, maan en
sterren en Zijn eenheid in de ether. Aldus herstellen we middels een
geritualiseerd begrip van viering dat respect bewust en
vergevingsgezind met die oorspronkelijke zon, maan en sterren waaronder
we geboren werden met onze feilbare materiële natuur van een
bepaalde cultuur. In dit verband spreken we van genade, vergeving en
verlossing. Dit is de vierde optie.
En dit is
dan wat we aan de mensen uitleggen? Is dat niet te ingewikkeld allemaal?
Ja het is ingewikkeld, maar dat is de
werkelijkheid die we moeten accepteren als we trouw aan de methode
gewetensvol tot een conclusie willen komen. Dit is het begrip dat we
nodig hebben. Het respect voor de persoon waar we op uitkomen met onze
systematische benadering van de filognosie houdt in dat we te maken
hebben met de complexiteit van een paradox. De persoon is in essentie
uniek, niet enkel spiritueel maar ook materieel in zijn eigen genen, en
iedere ontkenning daarvan leidt vroeg of laat tot een overtreding van
foute toeschrijving, van een verkeerde categorisering. Aldus hebben we
in een systematische vorm van respect het probleem dat met het
voorspelbaar zijn in formele afspraken het unieke van de persoon het
gevaar loopt te worden verwaarloosd. Maar het probleem kan worden
opgelost. Het voorspelbare unieke waar we naar uitkijken is precies de
stand van zaken in het universum. Het zonnestelsel is als een klok met
negen of acht wijzers: op ieder moment definieert het volmaakt het
unieke van het moment terwijl het nog steeds volmaakt voorspelbaar is
bij de wetten van Newton. Het is daarom niet noodzakelijk om het unieke
af te dwingen door Newton te ontkennen met kwantummechanische
overwegingen van energetische onbepaaldheid. Dat is wetenschappelijke
overkill. Newton is perfect voor mensen die zich normaal gedragen op
een normale planeet. We moeten met de benen op de grond in contact
staan met de planeet en niet wetenschappelijk geobsedeerd zijn met
uitzonderingen op de regel die alleen maar van belang zijn op een
macrokosmische schaal. Het respect voor de dynamische tijd van de zon
en de maan tegen de achtergrond van de sterren en de ether maakt onze
levens divers op een interessante manier, maar is nog steeds
voorspelbaar genoeg om er mee in staat te zijn rekening met elkaar te
houden. We hebben, in de filognosie met de principes in evenwicht
zijnde met de velden van de burgerdeugden, inderdaad niet de moeilijke
zware sleur nodig van de lineaire tijd en de erbij behorende
onzekerheidsvergelijkingen om die sleur te vermijden; laat de rebel in
vrede rusten met de voorspelbaar unieke dynamiek van het universum. Het
waren de fixaties daar tegenin waar hij tegen vocht, niet de
oorspronkelijke natuur.
Met het
voorspelbaar zijn in dynamisch opzicht, wat zeggen we dan over de
deugden in relatie tot de velden van handelen en hun orde van de tijd?
De burgerlijke deugden worden
de gewone man voorgehouden als degene die betrekking hebben op de
religiositeit, de bevrijding, de lust en de economie (artha, dharma,
kâma, moksha). Deze zaken vereisen regulatie met de B, P, C
and S-velden van handelen (zie dialoog 1).
1) B (van buisiness - artha). De economie
wordt geregeld met het zakelijk veld dat een kwart van je leven
beslaat: zes uren werk, zes dagen van de week leveren praktisch
gesproken een zesendertigurige werkweek op waarvan we er achtenveertig
in een jaar hebben (zie ook dialoog drie en vier). De B-dagen die extra
staan aangegeven op de maankalender zijn er ter contrastering
van de S- dagen van je verenigingsleven. Op deze B-dagen kom je samen
om praktische zaken te bespreken in de zakelijke sfeer of, als je op
jezelf bent, je te verdiepen in deze of gene praktische kwestie (zie Volledige Kalender van Orde).
2) P
(van privé - dharma). De religiositeit is er
vervolgens als een individuele, dagelijkse plicht om je te verzekeren
van de kwaliteit van je persoonlijke leven welke gedekt wordt met het
privé-veld waarin men:
a - zorgt voor zichzelf voor de duur van zes uren actief zijn per dag,
b - waarin men zorg draagt voor de eigen aard en het lichaam met het
zes uren slapen per dag en men
c - zorg draagt voor de persoonlijke meditaties losstaande van de
omgang die men heeft in de vereniging, de kerk, de moskee of de tempel.
De religiositeit bestaat uit het talent je oorspronkelijke aard en
verantwoordelijkheid terug te vinden. De natuur en de natuurlijke tijd
is de vorm van God die je aanbidt in de privé-sfeer. De meeste
mensen mediteren op de tv om een hart te hebben voor de verhalen van de
wereld en betrokken te zijn met wat er gaande is. Er komt niet veel ego
bij kijken, men mediteert op de universele gedaante van de Heer
zogezegd in de vorm van Zijn diversiteit in de wereld, met in het
achterhoofd de stille hoop dat de lieve persoon van God zijn
twee-armige gedaante voor je zal manifesteren als je vriend in de
strijd des levens. Men is bevrijd, vindt zijn toewijding, in het hierna
besproken S-veld van de club van je voorkeur, maar men vindt
verlichting in de privé-sfeer waarin men de verantwoordelijkheid
voor zichzelf aanvaardt en men afstand neemt van de wereld. Dit kan
alleen stabiel worden gerealiseerd bij de genade van de controle van een klok die op de zon is ingesteld. Zonder dat zal het
karma-tijdsysteem dat je in je opneemt middels de tv en de politieke
treintijdenklok je te pakken nemen met een soapserie b.v. of een film
die je te laat nog uit wil kijken. De tv is een communicatiemiddel met
vele voordelen, maar kan ook, zoals we al zeiden, de cycloop zijn, het
monster, dat je opsluit in huis - zoals Odysseus was opgesloten in de
grot - in een vals idee van eenheid, van vervreemding, eenzaamheid en
illusie. Aldus kan je dit privé-belang uitleven voor maximaal
zes dagen per week, maar de zevende dag moet je van respect zijn voor
het C-veld van de sociale cakradagen.
Gehuwde mensen moeten ervoor zorgen dat ze
tenminste één avond vrij maken om een goede tijd te
hebben met het gezin en vrijgezellen moeten tenminste één
dag in de week een avond thuis doorbrengen met een vriend of vriendin,
een verwant of een ander vertrouwd iemand of, het zonder hen stellend,
tenminste de tv één dag afzetten om tijd voor jezelf te
vinden in een innerlijke vereniging met behulp van een goed boek b.v.
Dit zijn de P-dagen op de cakrakalender die nimmer samen vallen met de
C-dagen van het de stad ingaan. De cakrakalender is de kalender die de
orde van de maan geprojecteerd op de zonnekalender weergeeft. Ook moet
je op de vijftiende dag dit veld behartigen maar dan zonder het
materiële ondernemen van het verrichten van arbeid. Dit is een dag
van extra studeren en vasten in de privé-sfeer waarop je met je
schema's terugschrikkelt naar de dynamiek van het universum. Doe je dat
niet dan ligt je levenstempo te hoog t.o.v. de orde van de maan met 52
i.p.v. 48 weken in het jaar.
3) C
(van cakra - kâma). Vervolgens spaar je je
vakantiedagen niet op tot een 'dertiende maand' van vier weken waarin
je dan luiert op een buitenlands strand aan het eind van het jaar dat
je werkte. Deze afdeling van de lust van een natuurlijk, ongeregeld
bestaan vrij van culturele dictaten, wordt geregeld met de zevende en
de veertiende dag van de cakrakalender. Ze zijn ongeveer ingesteld op
de orde zoals we die hadden met de afgeschafte romeinse, juliaanse
kalender met zijn signaaldagen van een solaire Ides, Kalends en
Nones. De cakradagen of vakantiedagen gespreid over het jaar zijn
er voor de regulatie van je lusten. Je gaat zogezegd met de hond
wandelen in de stad en laat het beestje op een natuurlijke manier zijn
rondje snuffelen. Dit bouwt en onderhoudt de gemeenschapszin en zo maak
je dan vrienden met de sociale cakradagen.
4) S
(van spiritueel - moksha). De bevrijding is vervolgens
geregeld met de maankalender op de signaaldagen van de astronomische
maanfasen die contrasteren en nooit samenvallen met de specifieke
B-dagen ervan. Op deze spirituele en/of sportieve S-dagen in het
clubveld maakt men een studie van de fixaties. In de vorm van boeken en
liederen, maar ook in de vorm van verenigingen als de sport van je
voorkeur, acht men de rituelen van de gefixeerde routines die men erop
nahoudt met het oefenen van het respect; het respect dat nodig was om
terug te keren naar het begrip van de ether dat werd vastgelegd door de
spelregels, het heilige boek of een andere fixatie, zoals b.v. een
vaststaande wandelroute. Aldus ben je bevrijd van alle materialistische
beslommeringen, aangezien je het niet waagt op deze dagen om toe te
voegen aan, iets te veranderen of het elders te zoeken. Maar
vergissingen mag je altijd recht zetten. Dit zijn je feitelijke
zondagen van niet naar je werk gaan voor het geld of om een ander
resultaat te behalen. Je maakt je er dan alleen maar druk over om samen
te komen om je te herinneren hoe het allemaal behoort te zijn in het dharma,
de oorspronkelijke plicht naar de aard van de ziel, in het in de moksha
bevrijd zijn van dat karma, de last, het kruis dat je draagt in
het zakelijke veld.
In het kort stellen we: het
zaken- en verenigingsleven brengt met de maan de deugd van de belangen
van het financiële en de bevrijding in evenwicht; en het private
en het sociale belang brengt met de zon het deugdzaam zijn met de
belangen van het religieuze en het lustmatige in evenwicht. De
vijftiende dagen zijn er om te vasten en te studeren en de
tweemaandelijkse schrikkeldagen om feestelijk te zijn. Je normale
werkdagen moeten, zoals ik al zei dus, in evenwicht worden gebracht met
het voor de duur van twaalf uren actief zijn voor jezelf en voor
anderen en een gelijk aantal uren van rusten en mediteren voor de
andere helft van de dag. Als je niet zo systematisch bent, en faalt in
het respect voor de regulerende beginselen, zal je, door de cycloop
worden verslonden, het eenogige monster dus van de commerciële
tv-tijd van het karmische systeem dat jou als zelfverwerkelijkend
individu diskwalificeert. Begrijp goed dat dit schema maar een
richtlijn is; als je andere deelnemers hierin uit de weg wilt gaan moet
je alles een dag later plannen b.v., maar als je iedereen ervan en
ermee wil tegenkomen, ook iedereen die op een andere golflengte zit,
dan is dit de manier.
Hoe worden
deze regulerende beginselen ook al weer hooggehouden?
Ze worden gerespecteerd met
het filognostisch gebed dat zegt: wees waarachtig, zuiver, boetvaardig
en mededogend. Satya, tapas, s'auca, dayâ. Daar komt het
op neer. Ze staan tegenover de dierlijke waarden van het eten, slapen,
voortplanten en vechten die de mens niet van het dier onderscheidt.
Soms vertalen we het ook met: waarheidlievend en trouw, beloven we
te delen en te helpen. Die zin kan je met iemand anders uitspreken
als een soort van gelofte ter bezegeling van je relatie in de
filognosie. Je kan elkaar dan voortaan begroeten door cakra! te
zeggen ter herinnering aan de orde van de tijd en de harmonie ermee in
de ether. Als handgebaar kan je een naar binnen opgestoken wijsvinger
rond laten draaien. Of soms zeg je spiritueel ook: gewetensvol met de
waarheid, vindt je de liefde met geweldloosheid. Soms zeg je ook
gebiedenderwijs: geen drank of drugs, geen promiscuïteit, geen
gokken, jacht op geld en geen onnodig geweld vreugdevol zijnd als een
vegetariër. In feite kennen onze culturen een geschiedenis van het
improviseren op deze basisregels, principes, geboden en waarden die
Christenen kennen als de geboden van het niet stelen, het niet begeren
maar respecteren, en het niet liegen noch doden. Het zijn de regels van
het maatschappelijk spel van identiteiten in ontwikkeling dat wij
mensen spelen om goede mensen te zijn.
Behoren we
ons ook op een bepaalde manier te kleden?
Niet
persé nee, maar in een formele context kan je de volgende min of
meer wetenschappelijke filognostische, op observatie gebaseerde, kleurencode aanhouden: zwart voor de
intellectuelen (oorspronkelijk de christelijke clerus), grijs voor
zakenmensen (hun gebruikelijke uitdossing), rood voor politici (de
kleur van de koning), en beige/bruin voor de arbeiders (zoals van een
overal). Aan de status kan uitdrukking worden gegeven met groen voor
celibatairen ('groentjes'), wit voor getrouwde mensen (zoals met een
bruid), blauw voor de teruggetrokken mensen (gescheiden met een
'blauwtje') en oranje voor onthechte mensen (zoals een sâdhu
in India). Je kan improviseren met je eigen stijl van modieus zijn in
deze kleuren, maar je mag het ook groepsgewijs eens zijn over een
bepaalde formele uitdossing met de statuskleuren voor het hemd en de
kleuren van de roeping voor de broek en het jasje en een eventuele
kraag erbij in dezelfde kleur als het pak. Zelfs eretekenen als
emblemen, medailles en strepen zijn er mogelijk als de sociale situatie
vraagt om een dergelijke bevestiging van de identiteit. In het
formaliseren is de noodzaak altijd de meester en niet een
individueel verlangen van het ego. Men moet waken tegen de mogelijke
valsheid van deze zaken.
Om de zaken hier recht te doen: er is,
wat betreft verschijningsvormen, het formele en het
informele, het bevrijde en het niet bevrijde. Vrijetijdskleding is
informeel en niet van de bevrijding, d.w.z. men is niet rechtstreeks
van dienst aan de zaak, noch gekleed naar een zeker gebod. Men heeft in
zijn eigen tijd het volste recht een gehechtheid van het ego tentoon te
spreiden. Mensen in uniform zijn formeel, maar ook weer niet bevrijd.
Zij leveren weliswaar dienst, maar niet aan de zaak van de ook - in de
filognosie dan - formeel bevestigde differentiatie van identiteiten. De
geüniformeerden mogen niet van klasse-justitie zijn; ze mogen geen
voorkeur of partijdigheid koesteren. Ze staan in dienst van de algemene
orde in weerwil van een corrupte persoonlijke identiteit. Ze ontlenen
hun bestaan dus aan een staat (of noodtoestand) die tegengesteld is aan
het ideaal - en brengen dus mogelijkerwijze, de misdaad of het
terrorisme bestrijdend, deze met een vals idee van eenheid in gevaar -
en zijn aldus in het gebonden zijn aan het minachten van individuele
verschillen dan niet van de bevrijde staat. De bevrijde staat staat
altijd in dienst van de eenheid zonder de verscheidenheid te
weerstreven. Dat is wat we bevrijding noemen en daarom is een formele
uitdossing van een filognost als beschreven, of een meer
klassiek-religieuze of spirituele verschijning van een autoriteit ter
verdediging van de menselijke identiteiten, een representatie die we
formeel bevrijd zijn noemen. Er is tenslotte ook nog de groep van de
informeel bevrijde zielen. Ze zijn niet zozeer uitgedost naar een
bepaald formeel gebod maar komen toch in aanmerking als zijnde bevrijd
omdat ze hun respect tentoon spreiden als een populaire
vertegenwoordiger in dienst van de zaak van een bewuste individualiteit
en verantwoordelijkheid met de sociale orde, d.w.z. zij conformeren
zich - zij het ietwat trots en ijdel somtijds - aan kleding-codes door
smokings te dragen, stropdassen, avondjurken en andere nette en keurige
'zondagse en feest-kledij of avondkleding. Gezonde mensen verwisselen
zonder moeite van kleding met een goede garderobe. Dat is uiteindelijk
de norm. B.v. een politieman kan zijn werk doen in uniform, thuis in
vrijetijdskleding rondlopen, zich netjes aankleden voor een feest en
eveneens uiterlijk van een positieve geestelijke identificatie zijn
participerend in een religieuze of spirituele eredienst. Een dergelijk
iemand staat het dichtst bij de filognostische integriteit van
verschijnen.
Dus wat is
dan voor de orde van de tijd en de ether samengenomen de retoriek?
Ter wille van
de natuurlijke orde van de tijd met de ether in het algemeen zeggen we:
'evenwichtig naar de velden van handelen
overeenkomen, vergelijken, bespreken of bidden', de keuze
wat betreft de verouderde klok waar een tandwiel aan ontbreekt om de
zon te kunnen volgen is de jouwe; wees er enkel zeker van dat je jezelf
corrigeert wat betreft de menselijke fout gehecht te zijn aan feilbare
fixaties (praktisch corrigeer je je normale klok
één keer per cakraweek om bij te benen met de zon). Schrikkel of verschrik. Compensaties
storten in en geven verschrikking, overeenstemmen is dus het beste en
vereist het schrikkelen van de dag, de week, de maand en het jaar, maar
dat kan ook weer te afwijkend zijn van wat anderen doen soms. Wees dus
niet een square en een stijve hark, pas je aan, maar vergeet je eigen
ding niet, en.... hoedt je voor valse causaliteit, het idee dat er
één enkele oorzaak voor de dingen zou bestaan; want de
tijd is niet enkel rechtlijnig, maar ook cyclisch rond en zo zijn er
dan ook verschillende vormen van oorzakelijkheid. De kip en het ei, dat
weet je wel, God en de mens, de evolutietheorie van Darwin en de
bijbelse creationistische verklaring, enz. Beide causale argumentaties
voor deze dualiteiten zijn waar, niet enkel maar een. Er bestaat een
standaardgelijkenis wat betreft het hebben van verschillende
gezichtspunten: mensen die God en Zijn orde omschrijven zijn te
vergelijken met vijf blinden die een en dezelfde olifant beschrijven.
De ene blinde zegt dat het stevig en compact is, de ander zegt dat het
soepel en dun is, terwijl die daarop beweert dat het dik en solide is,
en die daaropvolgend weer zegt dat het koel en hard is en de vijfde
verdedigt dat het harig en dun is. Ze voelen allemaal dezelfde olifant,
maar ieder van hen beschrijft een verschillend onderdeel: de slurf, de
oren, de poot, de slagtand en de staart. Zo ook is er één
Absolute Waarheid van God, maar zijn er even zoveel verschillende
gezichtspunten als er humanoiden zijn in het universum.
En wat
hebben we dan met dit alternatieve bewustzijn, dit idee van een betere
wereld dat we nodig hebben om depressies te voorkomen en dergelijke?
Dat wordt gedekt door de klassieke waarheden
van geloof, hoop en liefde. Hoezeer men ook verstrikt zij in de
compensaties van het verschillen, bespreken en bidden, er is altijd de
wetenschappelijke overeenstemming als een ideaal om op te koersen, om
in te geloven, mee te hopen en lief te hebben. Veroordeel de mensen
niet vanwege hun verstriktheid, noch complimenteer ze ervoor; vecht met
hen tegen illusies, niet tegen hen met illusies. De betere wereld is de
wereld waarin iedereen ijverig is in dezen, is de wereld waarin we niet
bang hoeven te zijn voor onze eigen achteloosheid en onwetendheid.
Vecht b.v. niet tegen de goddeloosheid door de werkelozen goddeloos te
noemen; op de eerste plaats is het mensen werkeloos noemen een
economisch geïnspireerde illusie van goddeloosheid. Voor God is er
niemand werkeloos. Illusie is het probleem en onwetendheid is de
aandoening. Materialisme is de ziekte, en de tirannie van het -isme
vormt de corruptie. Filognosie is de oplossing. En de praktijk ervan
met deze retoriek is de genezing. Geef het nooit op een dienaar te zijn
van de syncretische visie van de zesvoudige filosofie die in de grond
zegt: methodisch met de feiten analyseer je de zaken met achting voor
de principes van de spiritualiteit, zodat je met een systematisch en
vroom respect voor de persoon komt tot een toepasselijk stel geboden en
een praktische politiek. Dus, keer je nooit tegen de methode die je het
juiste argument aanreikt en de waarheid duidelijk maakt. Ontken nooit
de feiten, hoewel het paradigmatisch een uitdaging vormt; wees het
nooit moe je intelligentie tot uitdrukking te brengen - artistiek of
niet - met een analytisch inzicht; vergeet nimmer de principes waarmee
je tewerk moet gaan in waarachtigheid, zuiverheid, boetvaardigheid en
mededogen; geef het nooit op het spel van de orde te spelen zodat je
identiteit inhoud krijgt hoezeer je ook ten val mocht komen; en geef
tenslotte nooit de politiek op van het leveren van het juiste
commentaar dat aangepast en doelmatig is wat betreft de tijd en plaats.
Je hoeft geen politicus te worden als zodanig, maar je eer gebiedt het
oprecht te zijn en aldus trouw te zijn aan deze volledige praktijk van
de filognosie. Wees helder, duidelijk zijn is liefde. Liefde voor je
naaste, is liefde voor jezelf, is liefde voor God.
Hoe moet ik
dan de duivel bestrijden?
Door orde te houden, je te zuiveren van je
eigen vergissingen en zo van het voorbeeld te zijn zoals beschreven:
zing o filosoof, draag de persoon een hart toe! Maar probeer niet je
Utopia op te leggen, die we nu simpel de wereld zonder nalatigheid
noemen, maar zweer die ook niet af als zijnde een model waar anderen
vrijelijk voor kunnen kiezen als ze dat willen. Houd, zoals gezegd, je
deur op een kier, maar sleep niemand tegen zijn wil je hemel binnen.
Per slot van rekening is het iets vertrouwelijks en persoonlijks, de
bekering en het geloof in een betere wereld. Denk er altijd aan
dankbaar te zijn. Voel je verplicht tot wat je redde, en blijf je
ontwikkelen in kritische zelfbeheersing met je fixaties. Wees nimmer al
te zeker van dat schijfwapen van de orde van de tijd, het kan ook de
gebruiker doden. Wees trouw maar niet dwangmatig, wees progressief,
maar niet offensief of chaotisch. Weet waar je vandaan kwam en waar je
op af stevent. Het moment is niets dan de realisatie van het verleden
dat de toekomst ingaat. Scheidt die drie niet van elkaar. Je kent de
God van de Tijd op die manier.
Welke visie moeten mensen voorstaan om het fortuin
dat ze in het leven zoeken te vinden? En wat is het gevolg als dat
verkeerd wordt aangepakt?
De zes volheden van het
fortuin (bhaga) gekoppeld aan de zes filognostische visies (darshana's),
te weten die van de intelligentie en kennis gekoppeld aan de nyâya
of de filosofie; de macht gekoppeld aan de wetenschap van de vais'eshika;
de schoonheid gekoppeld aan de sânkhya of analyse; de
verzaking gekoppeld aan de yoga of de verbondenheid; de roem
gekoppeld aan de mîmâmsâ of de religie, en
tenslotte de rijkdom gekoppeld aan de vedânta of de
commentaren van de politiek, vormen in schema gebracht een aanduiding
van wat de consequentie is van het niet vinden van de juiste definitie
van het fortuinlijke, van het missen van het juiste evenwicht
tussen de volheid en de visie: men is dan een materialist met een
onevenwichtige of corrupte overtuiging.
De tabel
hiervoor laat de dertig vormen van onevenwichtigheid van het
materialisme zien die zo te constateren zijn. Het materialisme kan
aldus bezien worden omschreven als een gebrek aan evenwicht tussen de
volheden van het welzijn enerzijds en de orde van het leven en denken
dat daarbij hoort anderzijds. Het denken, als het onevenwichtig is in
de velden van handelen en de burgerdeugden, erodeert tot een -isme, een
eenzijdige opvatting, die, ten koste van anderen, is gefixeerd op een
bepaald idee van geluk dat juist het gebrek van de opvatting in kwestie
illustreert. Deze -ismen kunnen, politiek de macht grijpend, ontaarden
in dictaturen. Daarom zoeken we de filognosie van het evenwicht in
dezen. Daarin is de filosofie b.v. in evenwicht als ze bestaat uit
liefde voor de kennis, maar bouwend op het machtsidee verwordt ze tot
relativisme of postmodernisme, dat uit de neiging bestaat om, uit
behoefte aan de controle over alles, alle absoluten die die controle in
de weg staan, weg te wuiven. Zo zijn er in theorie zes correcte vormen
van overeenkomen in volheid en visie, die in de filognosie tezamen de
fortuinlijke persoon als een persoon van God definiëren: de kennis
vindt zijn evenwicht in de filosofie, de macht in de wetenschap, de
schoonheid in de analyse, de verzaking in de verbondenheid, de roem in
de religieen de rijkdom in de politiek. Alleen in de filognosie, in de
spirituele kennis van de âtma-tattva, de werkelijkheid en
het principe van de ziel, is er dus volledige verwerkelijking mogelijk
van alle volheden en visies. Alle overige pogingen om eenzijdig met een
andere volheid een zelfde visie voor ogen te hebben leidt tot de
onevenwichtigheid van een bepaald -isme dat te herkennen is als een
vorm van materialisme. De onevenwichtigheid bestaat dan uit een zotte,
of foute koppeling van een volheid van fortuin - ofwel een kennismiddel
- aan het doel van een bepaalde visie. De corruptie bestaat dan uit het
aanzien van het middel voor het doel. De onevenwichtigheid is wat we
normaal verdragen moeten van het materialisme, maar de corruptie is de
verduistering van de visie die bestreden moet worden. Die tweeledigheid
gaat ook op voor de zes vormen van evenwicht. Ze vormen op zichzelf
staand de -ismen die de filosofieën zijn van het verdedigen van
een enkelvoudig, en niet filognostisch-syncretisch evenwicht: kennis
met filosofie leidt idealiter tot Hindoeïsme. macht met wetenschap
leidt in evenwicht tot Boeddhisme, schoonheid met de analyse leidt zo
tot het Taoisme waarvan het Confucianisme - ondanks de schoolstrijd -
de retoriek is, verzaking met verbondenheid leidt verlicht tot
gnosticisme of spiritualiteit in het algemeen, roem op z'n plaats met
de religie leidt tot Universeel Soefisme en rijkdom met de politiek
perfect samengevoegd leidt tot Vaishnavisme. Daarbij kent het
Hindoeïsme ter bewaking van haar integriteit nog drie sub-ismen
vanwege haar kastenvalsheid: het Parsisme, het Sikhisme en het
Jainisme. Filognosie behoort dus niet tot het gnosticisme of
Vaishnavisme, maar het gnosticisme en Vaishnavisme wel tot de
filognosie. De filognosie van de ziel is inclusief, omvat alles, maar
het -isme van het ego is exclusief, het beperkt zich tot een enkele
bijdrage. Daarom moet de filognosie ook niet tot een van de vele, meer
materialistische en zotte, -ismen worden gerekend, ook al maken die er
wel onderdeel van uit als het gaat om het beschrijven van de zwakheden
van het individuele, valse ego of een collectief Superego. Zo kan de
filognosie b.v. makkelijk ontaarden in structuralisme als de referentie
aan de klassieke schema's wordt losgelaten en er te veel op eigen gezag
wordt ingedeeld. Dit treft men b.v. vaak in de psychologie aan, waar de
verschillende indelingen van persoonskenmerken in de
persoonlijkheidstheorieën zodanig over elkaar heen buitelen dat
men al te makkelijk kan gaan twijfelen aan het gezag en de integriteit
van die wetenschap.
(zie verder de bespreking hiervan).
Hoe moet ik
dan nu het verleden zien en daarvan de toekomst?
Cultureel hebben we de waardesystemen van de
verschillende religies en politieke culturen die worstelen voor het
evenwicht en de volledigheid. Alles wat er bij komt compliceert de zaak
omdat repressieve vooruitgang vooruitgang in ontkenning is hetgeen in
het geheel geen werkelijke vooruitgang is. Vooruitgang houdt in dat je
het volledige ontdekt en in je handelen dekt, in heel zijn
complexiteit, en dat je aldus stabiel staat in je bewustzijn. Repressie
leidt vroeg of laat tot een val. De god der vernietiging is er om
hindernissen te overwinnen, de god der schepping is er om structuur te
ontdekken, en de god der handhaving is er voor de goedheid, het geluk
en de standvastigheid.
Maar ik
bedoel in detail, hoe moeten we nadenken over ons culturele erfgoed en
wat is de toekomst ervan?
Kort gezegd hadden we op deze planeet ten
eerste de vedische orde die ons de yoga bijbrengt in al zijn
diversiteit van filosofie, dienstverlenen en toegewijd zijn; toen
hadden we de Chinezen om ons het evenwicht van de Tao bij te brengen,
de weg met de Yin en de Yang van de dualiteit in het algemeen en de zon
en de maan in relatie tot het verhelderen van de ether in het bijzonder
- dezelfe hemellichamen die ondertussen ook werden hooggehouden door de
oude Egyptenaren en de zuid-amerikaanse Indianen met hun astronomische
respect voor de goden; toen hadden we de Boeddhisten die het ons
bijbrachten de werkelijkheid zonder het denken te vinden; toen hadden
we de Grieken die ons de dialoog bijbrachten als de essentie van de
rede waarmee we nu tot een filognostisch besluit komen; toen kregen we
de parallel daaraan de Joden (en hun perzische buren) van wie we het
leerden te leven naar de geest van het absolute, meer dan naar wonderen
en andere uiterlijke manifestaties van God; vervolgens hadden we
Christus die het ons leerde onze last te dragen in de liefde voor de
naaste; toen leerden we de profeet Mohammed kennen die de nadruk legde
op het belang van het respecteren van God bij het zuivere van nog eens
de zon en de maan; toen hadden we de reformatie en de verlichting om
ons te herinneren aan onze persoonlijke verantwoordelijkheid meer te
leven naar de geest dan naar de letter; en tenslotte leerden we de
democratie kennen als de uitdaging om het volledige van de
werkelijkheid te dekken van de complexiteit van onze multiculturele
wereldorde. Zo moet je het verleden van ons mensen op deze planeet
bezien. Het is de worsteling geweest om tot de samenhang van het
viervoudige begrip van orde te komen waarvan ik sprak aan het begin van
deze laatste dialoog. De toekomst is er om met elkaar als de mensheid
stabiliteit te vinden door ten eerste in onze persoonlijke levens de
verschillende opties met de velden van handelen in evenwicht te brengen
en ten tweede in het representeren van die belangen in de vorm van
overeenkomstige politieke partijen ook daarin de balans te vinden. De
wetgevende macht ofwel de politiek, zal, zoals we in de tweede dialoog
al zagen, in gelijke mate rekening moeten houden met de
financiële, nationale, sociale en private belangen in speciale,
naar deze filognosie ingerichte, kiesgroepen die de nepotistische,
politieke tendensen te boven gaan, zodat de democratie zijn stabiliteit
vindt in een representatief parlement dat naar behoren is ingesteld op
de uitvoerende macht van de ministeries opgezet volgens dezelfde
belangenverdeling van statusoriëntaties.
De
toekomst is dat we onze identiteiten zullen kennen en aanvaarden in hun
onvermijdelijke verbonden zijn met het beroep, de burgerlijke status
die samenhangt met de leeftijd, het abstractieniveau in overstijging en
de individuele graad van ervaring van het zelf dat via het ego tot
wijsheid komt; en het aldus leren het spel van de orde ermee te spelen
en al de trauma's te vergeten van de klassenstrijd van de vroegere
nepotistische democratieën en hun dictatoriale perversies van met
name de twintigste eeuw. Religies zullen er altijd blijven als
klassieke scholen van onderricht, maar geen van hen zal ooit overwegen
in de wereld. Beschouw ze als de hoofdstukken van een boek, en probeer
dan waardering te hebben voor heel het boek. Zo ook zullen politieke
partijen nooit individueel de wereld regeren maar eerder hun plaats en
functie vinden overeenkomstig de basisdualiteit en de analytische
conclusie van de ondoorgrondelijke Eenheid in verscheidenheid die ons
hart en onze ziel is, onze God, onze liefde en ons leven in het
krachtveld van de ether.
Ik dank je
Aadhar voor deze allesomvattende blik op het volledige van de orde van
de tijd met de ether. Het heeft mij vele hoofdbrekens bezorgd, die
complexiteit, maar nu, met de handreiking van al dit kennisgereedschap,
is het me duidelijk hoe ik de zaken van het leven op orde kan brengen
en houden. Nu realiseer ik me wat de tijd van mijn leven is in de zin
van het herboren zijn: het is de realisatie van deze filognosie.
Bestel het boek De Ether Bestaat!

De
site lineair als een perfectie van de causale illusie:

|