musicbutton

 

 

  De Droom | Werkeloosheid? Propaganda! | De Geboorte van de Tijd | De Leugen en de Val | Een Valse Vereniging 

De Geboorte van de Tijd.

Hoe is het allemaal begonnen de tijd, de ruimte en de materie? Wat is nu mijn positie daarin?

Door R.P.B.A.

 
                                          schilderij: Vlad Holst

Goed, laten we bij het begin beginnen. Wie ben ik en waar kom ik vandaan? De bijbel begint met een scheppingsverhaal. Dus waar kom ik vandaan en waar komt de propaganda vandaan? Er is waarheid en er is leugen, er is bekentenis en er is propaganda. Propaganda is zand in de ogen, een roze bril, maar pijn in je dinges. En niet steeds hetzelfde graag, afwisseling is waarheid. Maar nog steeds is het propaganda. Als een ander dit leest denkt ie: dat is propaganda, bekijk het maar, met je oorlogsverhaal, met je gezeur, met je gezanik. Verzin het een beetje! Ik ben al gek van al dat gemeen en gebedoel. Ik wil rust, ik wil liefde, ik wil vrijheid. Maar wat dat is zal me een worst wezen. Dat gedenk. IK WORDT ER GEK VAN! Maar goed. Accepteer wie je bent. Als je niet gek bent ben je krankzinnig, ja toch? Je moet toch ergens gek op zijn, gek van zijn, wat ben je anders. Dan ben je een zeur en een treur, een leur en een rode kleur! Dus weg ermee met die ellende. Ik ben gewoon ergens gek van, of gek op: denken. Denken is een soort van gekte. De cultuur maalt maar door, je zegt het, men luistert niet, je schrijft het, men leest het niet. Nou en, het zal wel. Ik ben maar zo dus. Dus ik denk dus ik ben gek. Jammer dan Descartes, dat in gedachten zijn je gekte is. Mijn gekte. Ik ben jou wel René. René Descartes, waarom gaf mijn vader mij diezelfde naam? Komen we nog wel op.
    Dus beginnen met iets. Propaganda is een verhaal, en geen zeurverhaal graag. Propaganda is het kwaad en daar moeten we vanaf. We schrijven het op en we verkopen het. Als een slaaf die van gevangenis tot gevangenis gaat en steeds wordt gewantrouwd en gehaat of onderzocht en gemanipuleerd. Dat is het doel van de propaganda. Ergens moeten we ons op afreageren. Best, maar hoe kwam de propaganda ter wereld? De vrijheid stierf ermee, de dictatuur werd ermee, maar.... wat? Wat was het begin van deze ellende een werkeloze te worden genoemd als je je kapot werkt twaalf uur per dag om er gewoon gezond te zijn, onafhankelijk van wat een ander zegt? Waarom ben ik niks waard als ik niet verkoop? Hoe kon het zover komen dat we zo gek zijn; gek van geld dan wel te verstaan. Niet gek van denken. Dat is wel duidelijk. Goed ik dan maar gek van of op denken. Bezint eer ge begint. Dat kan niet verkeerd zijn. Zo hoort het gewoon. Denken is niet verkeerd, je mag er gek op zijn. Maar er gek van zijn is meer een kwestie van niet meer van ophouden weten: je verdwijnt in je eigen waanwereld en je praat niet meer. Oké dan, schrijven, praten en we zien wel. Dat is gezond. Dat doen we. En nu beginnen we.

In den beginne was er het ene. Anders was er niks. Geen schepping, geen tijd, geen energie, geen manifestatie. Gewoon lekker slapen in de rust van de droomloze slaap. Zo ben ik begonnen, of was het God die zo begon of niet begon? Of mijn vader en mijn moeder en ik kom tot bewustzijn in de baarmoeder? Geen idee. O ja, dat was God die begon, dat ben ik niet. Dat was de vader, de Vader. Ik ben het niet, of althans, niet meer. Ik ben nu democratisch, gelijk en even goed verschillend met iedereen. Ik ben begonnen aan een leven, of werd het me opgedrongen. Ik twijfel eraan, je kan maar beter verantwoordelijkheid nemen. Dus eigen schuld. Ik wou er zelf zijn. In den beginne sliep ik dus. En plotseling werd ik wakker. Ik was geen droomloos eenzijn meer, maar zelfbewust. Ik ben er godver..geet me niet.. o sorry, daar ga ik al. Dat doe ik nooit meer dan. Weg met de minachting is ook een goed begin. Maar ja, nu ben ik God niet meer. Jammer dan, wakker zijn is niet erg. Of ben ik nu gaan dromen en eigenlijk niet meer helder wakker? Zo begint het gelazer met de filosofie. Ik droom dat ik wakker ben. En ik zie nog niet eens wat. Ik kan alleen maar wat. Alles is duister om me heen, geen barst te zien, maar ja ik ben wakker geworden. Wat ben ik dan nu? Ja mezelf natuurlijk, maar waar kwam ik vandaan? Uit de ene kwam ik voort, als een soort ontwaken. En hier zit ik dan, of lig ik. Weet ik veel, wat maakt het uit. Er is gewoon mijn bewustzijn van mezelf in relatie tot de ene, in relatie tot het enkelvoudige, het singuliere chique gezegd. Maar hoe noem ik mezelf? Ik moet toch wat. Nou dan noem ik mezelf gewoon Potentie. Aangenaam kennis te maken. Hallo u kan wat. U kan tegen uzelf praten. Ik kan beleefd zijn met mezelf dus. Niet gaan schelden, niet meer vloeken jongens. Ik kan een spelletje gaan spelen. Bent u God o Heer. Zeg nou niet nee, niet in den beginne a.u.b. Vertrouwd met mezelf, beleefd met mezelf. U en jij tegen mezelf zeggen. Maar ja met jezelf praten is wel een beetje gekte dus. Misschien kunnen we het wiskundig doen. Wetenschap redt. Sta erboven, weet niet meteen, maar probeer en vergis. We starten het denken wel opnieuw bij de singulariteit als het vastloopt... Dus de singulariteit realiseerde zich de potentie. De Schepping was begonnen. Singulariteit en potentie vormen een integriteit. Dat ben ik dus: een integriteit, een persoon. God, niet God, je schudt het door elkaar en je hebt een mens. Er gebeurt iets tussen die dualiteit, die tweevoudigheid van mezelf als de ene en mezelf als de wakkere dromer. Er is bewustzijn. Aha. Bewustzijn! Moest aaneengesloten eenzijn. Dus in den beginne was er de ene, de potentie, de integriteit van mijn persoon en het bewustzijn. Eerst ben je maar een en dan ben je opeens er met zijn vieren. Hoe krijg ik het voor mekaar. Vier? Ik zie er maar drie! Ja zo gaat het. Je ziet er altijd eentje niet. Ali Baba principe. Oké dan. Interessant! Op basis van dat principe weet ik dat ik vergeet. Er zijn er vier maar ik herinner me er maar drie. Ik zie mezelf niet helemaal. Nooit niet. Het bewustzijn is altijd onvolkomen. Dus... welke vier ook al weer? Even repeteren. Toch belangrijk dat je goed begint. Dus de ene, de potentie, het bewustzijn en eehhh.. o ja dat ben ik, de persoon. Wat ik ben, die potentie, dat heb ik, dat ben ik niet. Als ik denk dat ik de potentie ben, als ik me vereenzelvig met wat ik kan, ben ik vals. O dan is dat ego dus. Vergeten dat je een persoon bent. Nou is de propaganda al niet meer ver weg. Ik ruik hem al aankomen. Want propaganda komt als vliegen op de stroop op het ego af. Dat is goed ego, niks mis mee, ik doe dus ik ben wat ik doe dus ik ben ego, ik ben propaganda. Stom want dan vergeet ik wie ik werkelijk ben: integriteit en persoon. Goed zo beginnen we goed.
   Hoe gaat het nu verder met ons vieren? Het ego gaan we even uit de weg. Ik als de persoon kijk naar de ene en naar Zijn potentie. Is die potentie wel van Hem? Wel van Hem, maar Hij is het zelf niet, anders zou Hij een Superegoïst zijn i.p.v. een God. De Ene is God natuurlijk, het ideaal, de ongebroken harmonie, de Almachtige. Fijn. Die afdeling hebben we voor elkaar. Moet ook meedoen. Want anders hebben geen geloof en ongeloof, en wat is er anders dan nog voor een lol aan het leven. Fijn. Als we het denken herstarten dan gaan we weer naar Hem terug en beginnen we opnieuw. Hij is de oorspronkelijke persoon, de ene, de singuliere omvat alles en is dus ook de integriteit de persoon. En nu zijn we dus altijd met zijn tweeën en kan ik goed denken, of nee, dan is het bidden zelfs, als ik met God, met mijn ideaal zit te soebatten, och vroeger was alles beter, toen hadden we dit gedoe allemaal nog niet enz. Dat moeten we hebben. Want dan kan je gek zijn op denken zonder er gek van te zijn, dan weet je immers waar de rem op je denkmachine zit. Zonder rem krijg je ongelukken. Wie de rem niet weet mag de weg niet op. Dus dat is duidelijk. Ik mag denken als ik weet te stoppen, weet te herstarten, weer opnieuw met de ene verenigd mag beginnen, maar zo gauw ik begin ben ik God helaas niet meer. Meer een kind dat speelt dan en Hij is de pappie. Leuk! dat is het 'm. Herinner je dat steeds maar.
   Dus hoe gaat het verder met de ene en de potentie, de persoon en het bewustzijn? De ene en de potentie zijn concrete materiële bestaansvormen die we kunnen aanwijzen. Persoon en potentie zijn dat niet, dus ehhh.. tja dan ben ik de zaak heel wetenschappelijk aan het indelen alvast. Er is dus de dualiteit van de ene en de potentie. God en Zijn geknoei - netjes gezegd: de onvolkomenheid - dat het universum heet. En anderzijds is er de persoon en zijn bewustzijn. Dat denkt dan een beetje, en dat is goed als het van ophouden weet. Een goed begin zo. We beginnen aan een volgend hoofdstuk als we het denken moeten herstarten. Dus iedere schepping eindigt in mislukking en chaos en dan gaan we weer terug naar de ene ware God. Als het maar leuk was, of interessant. Zo hebben we dan een boek en komen we er wel achter wat de bron en de aard van de propaganda is waar we vanaf willen. Verder dan. De ene en de potentie zijn dus materieel. De persoon en het bewustzijn zijn meer abstract of spiritueel of geestelijk. Die categorie, die tweevoudigheid. Dualiteit. Maar oppassen... Er is een begin. Kijken we verder. Zien we de materie: niks dan de Ene met Zijn potentie. We hebben bewustzijn, dus geven die potentie een naam. We noemen die potentie, het oervermogen van de ether. Er is geen tijd, geen ruimte, geen manifestatie, maar er is wel potentie. God in Zijn potentie is 100% materieel, maar Hij stelt dan niks voor natuurlijk. Niks te zien. Er is alleen maar vermogen, dat zonder mij als persoon en bewustzijn gewoon geen betekenis en bestaan heeft. Ben ik er niet, dan is God met Zijn gedoe er ook niet. Afgesproken. Die moeten we onthouden. Kan je lekker dreigen tegen God, zo van, als je nou niet ophoudt met je ellendige schepping dan maak ik er een eind aan, en dan ben jij er ook niet. Lekker puh. Zo heb ik ook potentie en vermogen, net als hij, ook al is dat dan maar een idee. Hij is gewoon er met zijn ether als een enorm vermogen van materiële potentie. Hij is die ether dus niet, maar je bent dicht in de buurt als je ervan uitgaat, als je je betrekt op de ene als de Ether of de Ene mét de ether. Eenvoudig begin. In den beginne was er God en was er duisternis. Twee waren er dus, de ether was zuiver donkere materie 100% en God moest aan Zijn schepping beginnen. Nu snap ik die heilige boeken een beetje. Zitten we goed. Mogen we verder redeneren, want ja ik ben dus die mens met zijn bewustzijn en zijn verbeelding van macht over God. Fijn. Leuk spelletje, het leven moet een spel zijn. Maar wat zeg ik? Leven? Leef ik wel? Ik kijk maar wat naar God tot ie eindelijk eens met zijn schepping begint. Heeft ie een wekker nodig of zo. Hij doet niks, zit maar een beetje almachtige met de donkere zuivere materie te zijn... doe eens wat o Heer, ik verveel me zo ontzettend... Ja bidden kan ik wel dus. Maar goed, veel zelfverzonnen, maar dat is niet erg.
   Oké er is de manifeste God en Zijn materie. En er is de geestelijke persoon met zijn bewustzijn. Aan elkaar gewaagd, want die materie is toch altijd onvolkomen, wat ie ook probeert. En mijn denken daartegenover is ook mogelijk op de verkeerde weg, gelijkwaardige partners in het Zijn. Maar goed, we zijn feitelijk nog helmaal niets. We hebben geen schepping, geen tijd, geen ruimte of wat dan ook. Alleen nog maar een hopeloos schreeuwende persoon in de duisternis die zegt: God alstUblieft doe iets. Ik heb geen macht, ik heers niet over de materie, ik zanik maar wat zonder U. AlstUblieft geef me iets te doen, een schepping met bomen en bloemen en mooie vrouwen en geld en auto's en geheimen van vliegende schotels en graancirkels en zo... ja zoiets. En veel liefde en seks, maar dan alleen als ik het wil hoor. Begrijpt U me God. Ik wil wel gerespecteerd worden, anders krijg ik er de balen van. Ik moet wel mezelf in bedwang kunnen krijgen en mijn vrije wil uitoefenen, dat is dan een voorwaarde. Aan U de taak om gebeden te verhoren. Ja toch? Wordt ie nou wakker, of althans doet ie nou wat met Zijn duisternis. Ik zie nog steeds niets gebeuren, het lijkt wel een eeuwigheid van leegte en duisternis. Dat kan niet langer zo. Maar inderdaad er gebeurt iets . Ik krijg emoties en ik zie inderdaad om mij heen ook iets in beweging komen! Ja daar gaat ie dan de grote draaimolen van God. Zijn kermis, zijn toneelvoorstelling en schepping en al het moois en spannends dat erbij hoort. Er gebeurt iets. Ik zit gewoon mee te leven en mijn emoties zijn die beweging van het duister dat ik zie. Maar dan moet er een beetje licht inzitten. Ja, emoties zijn het licht van mijn leven. En de emoties van de duisternis zijn een tijdverschijnsel. Er moet tijd zijn en materie zijn, want ik zie beweging. Of verbeeld ik het me, spelen mijn emoties mij parten. Was ik het nou die aan het scheppen is geslagen of is God mij een voorstelling aan het verzorgen? Nou rustig blijven, me niet opwinden. Ik zie wat licht in de duisternis, of God het nou wilde of ik, wat maakt het uit. Ik ben veel te blij dat er wat gebeurt. Anders wordt het zo'n saai verhaal allemaal. Dus die emoties van mij zijn de beweging van de materie in de tijd en de ruimte. En verder is er eigenlijk niks te zien. Materie, ruimte, tijd. Een beetje vaag licht, een grijs en grauw schimmenspel. Ik moet me niet opwinden. Rustig aan met de schepping! God heb genade. Ik ben maar een eenvoudig mens die effe wil zien hoe het allemaal begonnen is. Oké dan. Interessant. Ik zie inderdaad, zoals de Bijbel het al zei, licht in de duisternis, gelukkig. De schepping is begonnen. Rustigjes aan. Niet teveel emoties nog. Even aan het licht wennen, dan zie ik vast wel wat meer. Ja.
   Ik moet mijn hoofd erbij houden. Rustig blijven en steeds een beetje aan de rust van de ene in het begin blijven denken. Dus wat is dat die beweging die ik zie? het licht speelt een spelletje lijkt het wel. De grijswaarden spelen wat als een kolkende zee. Er zit ook diepte in. Zit ik er middenin of kijk ik er tegenaan? Ja dat is een beetje gezichtsbedrog. Dat kan ik zo nog niet zeggen. Laat ik het eerst maar even benoemen. De ruimte is geschapen met een soort van beweging van de materie. De beweging is dan de tijd natuurlijk. Dat is het leven van de materie. Best, simpel zat, dat snapt iedereen. Maar goed, ik zie de ene niet, de potentie niet en mezelf zie ik ook nog niet. Komt misschien wat later. We zullen zien. Eerst maar eens met de natuurkunde aan de slag. Wetenschappelijk nuchter blijven. De materie is in beweging en is een beetje een soort van zee die kolkt vanbinnen en vanbuiten. Overal om me heen of overal buitenom, is moeilijk te zeggen dus. Daarbuiten ligt de ene weer met Zijn roerloze vrede en potentie. Ook fijn om te weten. Een tegenhanger van de schepping. Maar wat stelt die nou voor? Een soort van eeuwig bewegen zonder dat er wat gebeurt. Alweer hetzelfde liedje. Ik zit in een zee van materie en ruimte de tijd te verdoen met het overdenken wat dit allemaal nu voor moet stellen. Waar gaat die materie naar toe met zijn tijdleven? Wordt het meer, wordt het minder. Moeilijk te zeggen. Het lijkt in evenwicht, maar toch is er beweging. Het is niet perfect in evenwicht, want anders zag ik niks en waren we weer bij het begin. Dus die schepping is alles wat er is minus dat wat erachter steekt met de ene en Zijn potentie. Dat noem ik dan maar de vierde dimensie. De oerpotentie die alles laat zien aan alle kanten. De vierde dimensie is dan de eenheid van tijd, ruimte en materie, de donkere materie van de oerpotentie van de Ene ware God. Als de wereld er is, moet dat of Hij - of was ik het? - er ook zijn. Ergens is het zo begonnen. Het kan niet anders, althans niet in dit hoofdstuk. Wellicht als ik mijn geloof in dezen kwijt ben, dan lijkt het misschien allemaal anders. We zien wel. Goed dan, de materie is er in de ruimte en die komt allemaal uit de vierde dimensie voort die de tijdruimte-potentie van de Ene is. Die schrijf ik dan met of zonder hoofdletter U of u, Gij of jij. Dat is dan mijn vertrouwdheid en mijn respect. Moet er ook allebei zijn.
   Maar ja nu heb ik wel drie verschillende potenties: de tijdruimte-potentie van de ene oertoestand, de potentie van het verschijnen, en de potentie van het verdwijnen. Want, wat verschijnt, kan ook weer verdwijnen, dat hoort erbij. Dat betekent dus dat de ene oeroude, lieve, vertrouwde, rustige ether, een zooitje is geworden van materie die wat licht afgeeft en in beweging is. Er zijn dus drie soorten van ether: Drie soorten van potentie, vermogen of kracht. Er is nog niks bijzonders te zien in het schemerduister nu, maar het wordt al behoorlijk ingewikkeld allemaal. Jezus, ik moet ook nog aan mezelf denken! Effe bij mezelf nagaan wat er gebeurt. Ik kreeg emoties en toen vergat ik mezelf. Ik zag iets. Maar wat doet dat met me dan? Die emotie was de tijd. Maar zit er dan nu ook materie en ruimte in mezelf? En wat is dat dan. Ja ik moet nou eenmaal meeleven met God en Zijn schepping dus. Ik kan wel zeggen dat met die ruimte en materie om me heen ik ook een soort binnen- en buitenkant heb gekregen, dat kan niet anders. Mijn binnenkant is dan de materie natuurlijk, en de buitenkant is de ruimte dan. Oké, dat is dan helder. Ik kan het volgen en de tijd is dan mijn leven. We moeten gelijk optrekken hadden we afgesproken... God en ik. Ik moest niet onderdoen, maar het overvalt me wel een beetje allemaal. Een binnen- en een buitenkant en emoties die de beweging van die..., van die... binnenkant zijn! Ik kan me bewegen. Verrek. Ik kan eens rond gaan kijken in de schepping met mijn binnenkant vol van emoties. Nou als ik aan alle kanten nu er eens omheen kijk dan. Dat doen we. Ik kan natuurlijk ook vanbinnen uit gaan kijken. Maar dat was mijn eigen materie. Dat is gauw saai dus. Zie ik nog niet direct licht in. Goed, de buitenkant dan maar.
   Ik zweef door de ruimte en zie van alle kanten een grote kolkende zee van materie die een beetje licht en donker laat zien. Ik ga maar verder en verder en er komt inderdaad weer eens geen einde aan. Dat gaat saai worden. Dat wordt weer bidden om meer. Dat weten we nou al dat principe. Helemaal niet erg, ik heb mijn geloof nog. De zee is duidelijk materieel, maar wat is het nou eigenlijk? Het kon net zo goed de ruimte zijn als de materie. En mijn buitenkant kon net zo goed materie zijn als ruimte. Het is meer een soort van grote mist, of een grote wolk waarvan ik het oppervlak wel zie, maar toch zit ik er middenin. Wel verwarrend hoor dat begin van de schepping. De potentie heeft duidelijk een soort van positief effect gegeven van een soort van wolk waar ik in zit en waar ik tegenaan kijk. Ik ben toch niet de mist in gegaan? Moet ik mijn logica weer herstarten? Het lijkt eigenlijk allemaal nog nergens op. Ik wil wel opnieuw beginnen, maar ik geef het niet zo gauw op. Ik krijg de smaak te pakken. De zee die ik zie om me heen, waar ik buiten sta, dat wel, is dus een soort wolk en de vierde dimensie zorgt ervoor dat ie er kwam. Maar wordt het nou steeds meer die wolk? Moeilijk te zeggen. De zee kolkt in ieder geval en misschien veranderd er wat, nu ik zo de mist in ben gegaan met mijn redeneringen, met mijn bewustzijn als een persoon van geloof. Ik zie wat licht- en donkerverschillen. Als ik me nu maar weer eens heel rustig houdt en me concentreer op de lichtplekken....wellicht dat ik het dan wat helderder zie allemaal, met mezelf ben ik klaar. Ik ben rustig. Ik kan erop mediteren. Zie het licht, wordt het licht, wees verlicht. Dat gaat dan vanzelf als je je hoofd er maar bijhoudt. Niet vergeten wie jezelf bent. Persoon bewustzijn en de rest is maar een spelletje met of van God. De buitenkant is de manifestatie, de materie, en de binnenkant is dan mijn herinnering aan waar ik begon met de Ene en Zijn donkere potentie. Ik was bang in het donker me te vervelen, maar nu ben ik een beetje bang in de mist van het grijze tussengebied. Ik wil of duidelijk donker of duidelijk licht. Nou misschien verhoort God me wel in mijn meditatie. Misschien doe ik het zelf zo dan weer. Maakt niet uit. Ik wil het gewoon.
   Rustig zie ik midden in de zee van vaagheid een lichtere plek. Ik concentreer me erop. Ik zie niets anders meer. Ik denk: die ether toch.., een en nu weer in drieën. Lijkt God wel, maar is het niet. God is de ene persoon van de almacht met Zijn potentie. Na aan mijn hart. De ether, die damp om me heen die eerst maar duistere macht was, is meer een effect van God. Maar als ik daaraan denk zit ik dicht bij Hem en vindt ik rust en zelfvertrouwen. Dus wat ze ook zeggen, die ether moet ik onthouden als de deur naar God. Ik zie de tijd nu ook, want ik leef en denk en het universum van de zee van mist daarbuiten. God is het leven, Hij is begonnen, daar kwam ik vandaan. Maar dan is Hij ook de tijd, de tijd die de ruimte schept, de materie beweegt en in orde houdt en ergens ook weer overal een einde aanmaakt. Als je een leven hebt komt er ook een einde aan. Ik moet daar dus geen hekel aan krijgen en steeds terugdenken aan het begin toen het allemaal rustig sluimerde zonder iets te willen. De ether, de tijd, samen met die twee ben ik bevrijdt. Zo vind ik de weg, de deur en het leven dat eeuwig en rustig is. Ik maak er maar een gebed van: met de ether met de tijd zo ben ik bevrijdt. Moet nog een paar regels meer krijgen. Zien we nog wel. Ik heb een gebed. Nu weer de natuurkunde. Anders zwam ik weer teveel met mezelf.
   Er zijn drie vormen van de ether en die zie ik nu alleen maar als een grote mist met een lichte plek erin. O ja die lichtplek, beter kijken nu. Hij beweegt en wordt groter lijkt het. Of kom ik gewoon dichterbij? Nou wat maakt het uit. Concentreren is dichterbij halen in je bewustzijn, mankeert niks aan. Ik doe echt niks verder. God moet wat doen toch? Ik kijk alleen maar goed naar die voorstelling van Hem. Ik kom dichter bij die lichte plek of die plek bij mij. Ik zie ook meer en meer licht. Ik zit er nu helemaal in. Ik zie alles is licht! Geweldig, wat is dat nou dat licht? Dat wil ik even weten, natuurkunde weer. In het donker is er niks te doen weet ik nog. Dus op die lichte plek moet dan het meeste te doen zijn. Daar gebeurt iets. Maar wat is dat? De materie had zich gemanifesteerd. Nu moet licht dan de grootste drukte van de materie zijn. Zo druk dat het licht afgeeft of licht wordt. Maar dat betekent dat er een soort van wrijving van deeltjes of zo moet zijn. Of is de ene ether nu tegen de andere aan het wrijven dat het wat gaat worden misschien. Is het echte liefde wat ik daar zie? Is dit de eerste verliefdheid in het universum? Daar moet ik bij wezen! Van leven komt leven. Dus vooruit, het positieve van de materie verdringt zich om ergens weer in zichzelf op te gaan en dat geeft dan licht. Want dat gaat niet zomaar. Het positieve, de positieve kracht van de materie die zich vertoonde als een uitgebreid geheel, kruipt naar zichzelf toe. Even om me heen kijken. Ja achter me ziet het donkerder, maar ook weer minder mistig. Dat zal dan wel de ruimte wezen die door de materie wordt opengelaten nu ze zo op zichzelf aan het kruipen is met een soort lichteffect. De oerether breidde zich uit met een positieve kracht waarbij de ene steeds een soort saaie neutraliteit probeerde te behouden. Ik wilde dat niet en zag toen dit gezellige liefdeslicht in hoop op leven. Nou dat komt me bekend voor. Dat weet ik nog op een of andere manier. Dat vindt ik fijn. Dus de positieve ether kruipt op een hoop om in zichzelf te verdwijnen of het gezellig te hebben of zo, maar dat is dan wel tegengesteld eigenlijk. Je kan wel uitbreiden, maar als je op een hoop gaat zitten is dat het omgekeerde natuurlijk, dat is dan eigenlijk een tegengestelde kracht, een negatieve kracht. Maar die kracht electrificeert, fascineert, boeit, want die geeft licht en gezelligheid. Ik wil geen koude duisternis of mist meer. Ik wil dat licht en die liefde. De ether is dus zowel een positieve kracht als een negatieve kracht en de oertoestand van de ether toen die nog helemaal rustig en krachtig materieel was en is de neutrale toestand die overal nog steeds doorheen dringt om rust te brengen. Natuurkundig heb ik dan een pluskracht, een minkracht en een neutrale kracht. En als ik mezelf niet vergeet is er ook een integratie van die krachten die een binnen- en een buitenkant heeft. Dat moet ik ook niet vergeten. Niet weer de natuurkunde die de persoon vergeet, want dat ben ikzelf dus. Er is dus een integratiekracht die de binnen- en buitenkant in de gaten houdt van het zijn of niet zijn, van het materieel of het geestelijk bestaan. Dat onderscheid was fundamenteel en mag ik nooit, nooit vergeten. In de ruimte bestaan als een materieel ding met een binnen- en een buitenkant is akelig als ik niet met de ether en de tijd het leven en het gelaat van de Ene kan vinden. Dus pluskracht, minkracht, neutraliteit. Dat is de materie: de protonen van de manifestie, de electronen die negatief zijn en de neutronen die de zaak op orde houden. En er is een electrificerend, magnetisch effect, een soort van aantrekking tot, of van de integriteit van, de liefde of de samenkomst met het licht. Daar verdicht zich de zaak. Daar wordt het gezellig, maar daar ontstaat ook zwaartekracht. Misschien pijn zelfs. Nu zal dan de schepping echt plaats vinden. De ether begon te bewegen en toonde een mist die zich verdicht heeft tot licht. Positieve ether, negatieve ether, neutrale kracht. Mijn integratie. Het zijn krachtvelden: het veld van de uitbreiding en het veld waar zich alles verdicht; dat het lokale veld is dan. En dan is er ook het achterliggende veld van de tijdruimte die zich uitbreidde, het oerveld, de oerether die alles rustig en gescheiden houdt. De ether relatief gezien bestaat dus uit krachtvelden. Verder is er ook nog de integratie van die etherkrachten die ikzelf ben en die een binnen- en een buitenkant geeft, een integratie die er al was vanaf het oerbegin. Ik ga naar het licht en zie het gebeuren: de manifestatie kan beginnen. De schepping houdt niet op, het is een proces van diversificatie. Er komen steeds meer elementen bij. Ik kan het bijna niet bijhouden vanbinnen en vanbuiten, spiritueel en materieel. Maar het gaat goed. Zolang ik maar weet: met de ether, met de tijd, met elkaar zo bevrijdt. Ik zal het gaan zingen, als gewoonte, als gebed. Propaganda? Nog nooit van gehoord! De schepping moet nog beginnen aan zijn vertoning.

September 2007 © R.P.B.A.

Reageren op dit verhaal?               
Meer verhalen over het onderwerp Tijd
Voeg uw eigen verhalen on line toe via de feedback-pagina van de Orde van de Tijd.


___

 

 

 

 


_