
by
R.M.
Samenvatting:
Dit artikel
handelt over de mondiale tegenstellingen van het
culturele tijdrespect. Het benadrukt het belang
van een bewuste dualistische en holistische
benadering die recht doet aan de legale,
religieuze en profane claims van tijdbeheer. De
resulterende volledige kalender van orde wordt
besproken als een ideale bijdrage tot een
oplossing voor het probleem van het tijdbeheer
van de Nieuwe Wereldorde.
Inhoud
1:
Zonmensen en maanmensen.
2:
De aard van onze mondiale
schizofrenie
2.a:
Bewustzijn
3:
De genezing
3a:
De week
3b:
Logica
4:
Implementatie
1:
Zonmensen en maanmensen.
Aan het eind
van het jaar 1999 kocht ik voor mezelf een
nieuwe kalender: het jaar 2000 in druk
verschenen. Ik was er blij mee deze kalender te
hebben toen ik merkte dat er iets mee hersteld
was. De kalender die ik het jaar ervoor had
gekocht was niet meer beschikbaar: dat was een
handig soort van week voor week kalender die
vast zat op een plastic achtergrond zodat je hem
kon ophangen en beschrijven. Er mankeerde echter
één ding aan: de fasen van de maan
stonden er niet op weergegeven. Hoewel ik
toendertijd geen bijzondere belangstelling had
voor de maan trof het me niettemin als een
voorbeeld van kulturele verarming. Het was ten
tijde van de ooorlog in Kosovo. Maar dat handige
plastic achtergrondje zat er dit jaar niet meer
bij. Er was wel een kartonnen achtergrondje met
een niet ter zake doend logo erop afgedrukt: het
luidde EFFICIENCY. Wel daar was ik dus
niet zo zeker van aangezien het dus zijn plastic
kwijt was en alleen maar had gewonnen in het
adverteren van zichzelf. Maar niettemin was de
traditie herwonnnen van het respecteren van de
maan. De fasen waren netjes week voor week
uitgeduid. De traditie had het gewonnen! Hoewel
vrijwel onze gehele westerse kultuur er geen
idee meer van heeft hoe de fasen van de maan te
respecteren, bleven we niettemin die traditie
handhaven. En ik was er blij mee dat te zien. Ik
stoorde me er niet aan dat het een gehechtheid
uit het verleden zou zijn of iets dergelijks.
Nee, nu begreep ik waarom.
De oorlog in
Kosovo is voorbij, Servië werd verslagen
door de macht van de westerse alliantie. Door
puur technisch te scoren moest de vijand zich
terugtrekken en raake Kosovo bevrijdt van zijn
onderdrukking en terreur. Er waren echter twee
andere oorlogen die sedertdien de aandacht
trokken: de oorlog tussen India en Pakistan over
het gebied van Kashmir en de oorlog van Russen
met de opstandige rebellen in Dachestan en
Tsjetsjenië in '99. Het doet denken aan het
medische probleem van het bestrijden van
symptomen terwijl men beseft dat de ziekte niet
verslagen is. Op het moment dat we ons
herstellen van de wonden van de ene oorlog
dringt een andere vrijwel identieke oorlog zich
elders naar voren. Hoewel het een andere plaats
heeft op de politieke landkaart, heeft de
huidige oorlog van Rusland tegen het terrorisme
dezelfde klank als de oorlog van de
Serviërs tegen andere rebellenlegers. De
oorlog in Noord-India was van de
fundamentalistische soort: twee soortgelijke
systemen ruzieden over de historische
onzekerheid van een territoriale claim waarin de
Islam staat tegenover het Hindoeïsme. Beide
kulturen zijn (religieus gesproken)
maankulturen, maar de Islam heeft religieus een
'zuivere' maankalender die zichzelf herhaalt in
32.5 jaar terwijl India een tussengevoegde
dertiende kalender-maanmaand kent waarmee wordt
geschrikkeld naar de seizoenen. Tussen de
Christelijkheid en de Islam is er een treffender
verschil wat betreft het respect voor de tijd
als met de tegengestelde politiek van de
maankalender zelf. De oorlogen tussen de Islam
en de Christelijkheid zijn meer 'veelbelovend',
meer dreigend dan een intern lunair conflict. De
oorlog in India was snel bijgelegd met wat
diplomatie. Niet echt een bedreiging voor de
wereldvrede, alhoewel er een nieuw nucleair
vermogen was dat nieuw was in het spel. Neen,
veel gevaarlijker is de tegenstelling tussen de
Islam en de Christelijkheid. Niet enkel vanwege
allerhande historische samenhangen. We zijn oude
vijanden altijd bereid om de strijd later weer
op te pakken waar we gebleven waren, maar nog
steeds hebben we genoeg wetenschap, politiek en
economie als gemeenschappelijk belang om de
diplomatie open en vooruitstrevend te houden.
Rationeel zijn op het materieel nivo de
historische verschillen niet het echte probleem.
Het is meer de ongrijpbare psychologie van de
geloofssystemen, het fundamentalistische
materialime en het fundamentalistisch moralisme,
die bedreigend is.
Deze
psychologie kan worden geanalyseerd als een
tegenstelling tussen zonmensen en maanmensen. De
enige deugd van tijdrespect van de
Christelijkheid bestaat uit het respect voor de
lengte van het zonnejaar. Dat is zo'n beetje het
enige dat de Christelijkheid gepresteerd heeft
in twee millennia van experimenteren met de
tijd, naast het bijprodukt van een politiek
monster van historische gehechtheid genaamd de
standaardtijd van de klok en de
juliaans/gregoriaanse romeinse kalender. In
tegenstelling tot die egokultuur van een
zonmatige deugd - de zon is het symbool van het
ego - hebben we de maanjongens van de Islam. Zij
eveneens hebben als een van hun grote deugden
het tijdrespect voor de regelmaat van de Maan
hun Ramadan [het mediteren op de zonnewijzer
met de gebedstijden daargelaten, waarmee ze dus
ook een ander soort van zonnejongens op de
seizoensgebonden onregelmatige uren van de
zonnewijzer zijn] met het bijprodukt van een
tijdperk van lang redetwisten over wat nu
precies een maanjaar zou zijn met b.v. het
lunisolaire personalistische India. De maan
symboliseert de fixatie zoals door God ingesteld
- gefixeerd als hij is op de zon zonder zich
zelf om te wentelen - en de Islam wijst in
samenhang daarmee het zich vormen van het beeld
van een mens of een dier af. Pakistan en India
zouden een oorlog kunnen hebben met hun
maanverschillen - want India zou de Zon niet
weerleggen, het ego, de persoon (of Kashmir) met
de Maan - en het Westen kon het maar nauwlijks
begrijpen of serieus nemen vanuit het
perspectief van een economisch en politiek
gezond ego. In hun ogen leek de maan-ruzie een
kinderachtig en onbegrijpelijk iets. Wat is nu
de economische grond voor dergelijke
meningsverschillen? Is Kashmir dan van een
zodanig economisch of strategisch belang? Niet
echt nee. Het is een zooitje bergen. Dus een
eind eraan. Simpel. De zonmensen zijn niet zo
gek. Natuurlijk. Zij zijn rationeel, pragmatisch
en economisch en de maanmensen zijn
sentimenteel, principieel, onpraktisch en
kinderachtig .... Anderzijds zoals wordt
aangetoond door eerst Servië en later door
Rusland is het Westen ook niet echt onschuldig
te noemen in zijn ego-politiek van het claimen
van grondgebied in islamitische landen.
Natuurlijk hebben die rebellen alleen maar een
goede uitkering nodig, maar ze maken er een
behoefte aan een onafhankelijke staat van met de
drang tot die zekerheid. De westerse
ego-politiek bewijst zich dan als meer
destructief, repressief en ook economisch
irrationeler dan de interne maanverschillen van
de oosterse maankalendersystemen voor zichzelf,
personalistisch of niet. De westerse
ego-politiek heeft zelfs de macht al die lunaire
claims te verenigen in een wereldoorlog van
maanmensen die verklaren dat de eenzijdig, niet
aan de reële maan [en ook reële
zon qua weekorde en klok dus] gebonden,
zonmensen goddeloos zijn en bezeten zijn van de
materialistische duivel. Er zijn vele Islam
fundamentalisten die het reeds zo zien. Kan de
wereld deze dreiging van vervreemding en
vernietiging te boven komen?
2:
De aard van onze mondiale
schizofrenie
Christenen
zijn slimme politici: ze weten hoe genade te
beoefenen met de materiële zonden tot op
het punt van zelf beschuldigd worden van
materialisme. De paus zou enkel maar een andere
zakenman zijn repressief over zijn eigen
moralistische manipulaties van de tijd en de
mensen. De zonnegod J.
aanbeden op de heidense zon-dag weekorde van
Babylon geheiligd(?) door het ware solaire jaar
en een geperfectioneerde schrikkelmethode, zou
iedere relevantie worden ontzegd van kalenderen
naar de andere lunaire weelde en het andere
lunaire geluk van liefhebben en handhaven naar
de feitelijke genade van de natuurlijke orde van
God onze Schepper (met uitzondering van de
lunisolaire datum van Pasen). Dit is hoe een
maanmens de zotte zonmens van verdringen en
ontkennen kan bezien. Hij tekent serieus
bezwaren aan tegen de heiligheid en de
ruggegraat van de andere helft van de wereld op
deze manier. De Chistelijkheid reformeerde
vanwege deze argumenten, zich ervan bewust in
een intern conflict over wat de vrijheid van het
aanbidden van J.
zou zijn. Wat betreft de Islam was de hele
personalistische aanpak fout. Voor hen, hoewel
in de praktijk de maankalender alleen voor de
ramadan wordt gerespecteerd, was
J.
uit de hemel nedergedaald vanwege de romeinse
Maankalender die was verdrongen en ontkend in
zijn goddelijke werkelijkheid van het respect
voor de Schepping - de wil - van God, middels de
Juliaanse reformatie 46 voor Christus die de
oorspronkelijke romulus' romeinse maan kalender
van de ene dag op de andere dag solair maakte.
Met het verliezen van de greep op de maan had de
verdeling van de juliaanse versie van onze
kalender, met uitzondering van de datum van het
nieuwe jaar, niet langer betrekking op de
natuur, de wil van God. De verdeling van het
jaar was een politieke ego-kwestie geworden
zoals geïllustreerd door de benaming van de
maanden naar de keizers (Juli en Augustus) op
een zodanige manier dat alle rationaliteit van
de hervorming onmiddellijk daarna over boord
werd gegooid met het doorbreken van de
30/31-regelmaat van de solaire maand met de
zogenaamde augustijnse reformatie ten tijde van
J.,
hetgeen een travestie was van wat een
kalenderhervorming zou moeten zijn en een
inleiding vormde op de eigenlijke val van het
romeinse rijk in 410 A.D.: de totale neergang
van de oorspronkelijke romeinse orde van de tijd
minder dan een eeuw nadat de juliaanse weekorde
van Ides en Nones voor de burgerij werd
afgeschaft.
Tijdbeheer is
typisch iets dat de politiek verbindt met de
religie. Het is wat politici en priesters gemeen
hebben. De staat of de religie stelt de klok en
de kalender in en de burgerbevolking heeft dat
eenvoudigweg maar te respecteren en het gebod
van orde na te volgen. Ter wille van de Nieuwe
Wereldorde moeten we dit culturele basisprobleem
van politiek/religieuze claims van
ondemocratische en onwetenschappelijke
'pragmatische' geboden en (historisch gezien
Romeinse, Napoleontische, Fascistische en
Communistische) diktaturen van tijdbeheer onder
ogen zien. Geanalyseerd naar zijn historische
werkelijkheid kan het tijdprobleem worden
teruggebracht tot de moeilijkheid van het hebben
van zowel solaire jaren als een door de maan
geînspireerde verdeling van maanden en
maanfase-achtige weken om de wettelijke dagen
van vruchtdragend handelen in te stellen. Zon en
Maan vormen diskrete ritmische natuurlijke
gebeurtenissen die elkaar niet bepalen. Dit
geldt ook voor de sterrenhemel die een derde
faktor is van diskrete regelmaat om rekening mee
te houden, maar die echter niet het historische
en culturele gewicht kent als de zon-maan
tegenstelling (zie het boek Calendar van
D.E.D..
voor een historisch overzicht). De realiteit
zelf van diskrete natuurlijke gebeurtenissen
vormt een uitdaging voor de wereldkultuur: voor
praktische doeleinden hebben we een mondiaal
respect voor de seizoenen nodig: de landbouw
heeft dit soort van tijdrespect nodig met het
plannen van het zaaien en het oogsten. Ook is
veel van onze staatsorde ingesteld op de
seizoenen: vakanties en dagen voor overheids- en
commercieel handelen als het innen van
belastingen of berekenen van statistieken en het
houden van politieke debatten of verkopen van
seizoensafhankelijke produkten. Dit zorgt ervoor
dat een zonnekalender onmisbaar is: we hebben
niet alleen een zonnejaar nodig, maar ook een
verdeling van dat jaar in regelmatige seizoenen,
maanden en weken.
2a:
Bewustzijn
We zouden
kunnen zeggen: wat is het verschil tussen een
weekorde die tegen het zonnejaar ingaat zoals
met de fasen van een maankalender of met de
Babylonische weekorde die is ingesteld door de
keizer
C. in
de vierde eeuw na Chr. (321), en een weekorde
die een logische verdeling van het
zonnejaar vormt zoals met de oude
cakra-kalender
gesuggereerd door de Hindoe-bijbel de
Bhagavata
Purâna
(niet hetzelfde boek als de Bhâgavad
Gîtâ dat ermee kan worden vergeleken
als de bergrede van Heer J.
)? Het
is een kwestie van bewustzijn. Terwille van het
bewustzijn moet men van een verschil weten. In
het tijdsbewustzijn is dat het verschil tussen
twee soorten van regelmaat of cyclische tijd.
Zonder de keuze wordt men geleefd door het
systeem en is men in consonantie niet werkelijk
van beheersing of zich ervan bewust. Als een
wereldburger heeft men in feite de keuze van het
op de westerse manier contrasteren van de
kultuur met de natuur waarbij men komt tot
babylonische commercieel/religieus cultureel
gefixeerde weken afgezet tegen een gregoriaanse
verdeling van het zonnejaar in vaste data en
maanden. Men kan ook in de oosterse stijl de
natuurlijke maanfasen van een maankalender
afzetten tegen de werkelijkheid en (een mogelijk
andere) verdeling van het natuurlijke zonnejaar.
Men kan dan van een kultureel en een natuurlijk
tijdsbewustijn spreken op deze manier.
Maar dit is niet wat we aantreffen in de huidige
wereldkultuur aan het eind van het millennium.
Wat we zien is maanmensen die vechten tegen
zonmensen waarbij ze hun (claims van) bewustzijn
verliezen, elkaar beschuldigend van de
eenzijdigheid van hun eigen (sociale kontrole
van) egopolitiek (personalistisch of niet). De
maankalenders zijn gelijkgericht met ofwel de
zon op een lunisolaire manier zoals met de
Chinezen en met de Indiërs ingesteld op
personalistische diktaten of gaan religieus
[m.u.v. de solaire gebedstijden] in
tegen alle zonnemanagement in een door
M.
geboden 'zuivere' maankalender [d.w.z. een
'maanjaar' van twaalf maanmaanden dat zomaar
ergens begint niet gevalideerd zijnde aan een
natuurlijk fenomeen] die in het geheel geen
respect heeft voor de seizoenen en ontspoort in
een fundamentalistisch moralistische diktatuur.
Anderzijds gaan de zonnejongens voor de
chaostheorie van vrijheid en bevrijding uit van
vrij ondernemen en het verheerlijken van het
individuele (of commerciële) ego in weerwil
van naar het schijnt alle geloof en sociale
samenhang en continentie, lijdend onder almaar
stijgende misdaadcijfers, kulturele vervreemding
en moreel verval. Waar de wereld in zijn geheel
onder lijdt is de schizoïde toestand van
psychologisch uitgeplitst zijn naar de extremen
van consonantie met het eigen
systeem.
Geestesziekte
individueel of collectief kan worden herkend als
een blokkeren van de vooruitgang. Als we vanuit
ons eigenbelang uitlopen op valse trots en eer
ter verdediging van onze culturele ego's, komen
we in de problemen als we de wijsheid ontberen
van een holistische geest die kan staan voor de
gehele complexiteit van de culturele
tegenstellingen. Voortuitgaand in zelfzucht of
op basis van een eenzijdig subcultureel ego, zal
men nooit de vrede en gelijkheid tussen de
klassen bereiken van een positieve identificatie
met je leeftijd en je roeping. Er is geen
werkelijke wereldorde mogelijk als dit
holistische respect van het relativeren van het
ego naar het gebod van de ware vooruitgang in de
wijsheid van de ziel niet is bereikt. Nimmer zal
één enkel systeem de wereld
overheersen behalve dan het systeem dat ten
minste de dualiteit omvat van de - in dit geval
- zon-maan oppositie van het cultuur-natuur
bewustzijn waarmee aldus het reductionisme wordt
afgezwakt dat inherent is aan de consonantie van
ieder systeem. Tenslotte zal ook een dergelijke
holistische non-repressieve cultuur naar de
zon-maan dualiteit een derde relativering moeten
vinden in de sterrenhemel. Maar het
belangrijkste eerst. Ter wille van een
realistisch begrip van wereldorde kan men niet
ontsnappen aan de kwestie van het politieke en
religieuze bepalen van de tijd.
Op dit moment
- aan het einde van het millennium verkeert de
wereld in een schizofrene staat: middels de
media zijn we constant met onszelf in gesprek
zonder werkelijk een goede beheersing te hebben
over wat wordt weerspiegeld in die media. De
cinema verkoopt volslagen nachtmerries.
Populisme en commercie eist dat alles wordt
onthuld en onze psychologieën zijn
ingericht op niet-repressief zijn om een andere
vloedgolf van het onderbewuste te voorkomen.
Maar de schizofrene patiënt is altijd met
zichzelf aan het vechten. Talloze oorlogen doen
zich voor over de gehele planeet en er is geen
collectief zelfvertrouwen vanuit enig zicht op
een mogelijkheid er ooit uit te komen. We hebben
zelfs een liefdesplaag genaamd Aids die onze
minder deugdzame sexualiteit blokkeert (een
blokkering die op zich ook een kenmerk van de
schizofrenie is). Westerlingen klampen zich vast
aan hun klimaat-afhankelijke weelde en proberen
de noodzaak te vergeten van het delen op
mondiaal nivo. Zoals een psychiater het zou
zeggen: alleen als de patiënt een juiste
discipline van leven wil accepteren van zich
voeden, socialiseren en huishouden, kan zo'n
persoon als genezen worden beschouwd van zijn
vervreemding en interne strijd. Maar vanuit het
individu bezien is ons wereldprobleem van praten
tegen onszelf en vechten met onszelf tot op het
punt dat niemand het meer begrijpt van hoe of
wat, moeilijk te genezen anders dan door
chemische dwangbuizen die (naar het schijnt) een
leven lang moeten worden aangehouden aangezien
er nimmer afdoende gezonde, vrij
associërende sociale controle is in een
samenleving die bewust vasthoudt aan menselijke
waarden in het juiste respect voor dierlijke
zwakheden en het grotere van de natuurlijke
orde. Als individueel het probleem van de
schizofrenie niet kan worden opgelost, zouden we
dan deze slopende ziekte op mondiaal nivo wel
kunnen oplossen? Kunnen we ermee ophouden een
georganiseerde halucinatie erop na te houden met
behulp van televisietoestellen, radio's en
GSM-telefoons? Kunnen we alle oorlog in de
wereld beëindigen en de welvaart delen met
alle wereldburgers gelijkberechtigd wat betreft
een eerlijk aandeel? Bestaat er enige kans op
genezing vanuit onze modernistische
vervreemdingen en misdaadcijfers en kunnen we
het zelfvertrouwen en het sociale leven
herstellen van een wijzer en rijper concept en
werkelijkheid van een plaatselijke gemeenschap
en een in cultuur gebrachte
discipline?
3:
De genezing
Met het oog op
de zon en de maan en onze kulturen van
personalistisch en impersonalistisch ego
daaromtrent, moeten we zeggen dat het nogal een
klus is om uit te voeren. Zoals gezegd moet het
motief de wijsheid gelden: een juist
zich
herinneren van onze ervaringen in het verleden
en dat zich gelijkrichtend naar schriftuurlijke
waarheden en bevestigingen vanuit de
gemeenschap.
Met het verkeerde idee van vooruitgang langs de
lijnen uitgezet door de liberale eigenbelangen
alleen of eigengereide democratische egobelangen
en de defensiestrategieën die erbij horen,
kunnen we nimmer reiken tot een wereldorde van
een gepaste menselijke gezondheid van geest en
rechtspraak. We moeten de psychologie onder ogen
zien van het natuurlijke en kultuurgebonden
tijdbewustzijn: beide opties vormen culturele
ego's die een holistische benadering moeten
omarmen ten einde niet terug te vallen en te
belanden in onrechtgeaarde handelingen of vormen
van repressie en ontkenning over de eigen
eenzijdigheid. Ten eerste zijn deze ego's op
zichzelf niet verkeerd. Slechts
één been is niet verkeerd t.o.v.
een ander been of zelfs maar beter of slechter.
Om te beginnen is de genezing zoals gezegd te
vinden in de dualistische optie (zie ook het
artikel Een
Nieuw Dualisme)
dat een gregoriaanse kalender voorschrijft met
maanfasen als ook een maankalender [in de
zin van ingericht naar de indeling van de
maan] ingesteld op gregoriaanse data. En
vervolgens moeten deze natuurlijke opties van de
zon en de maan bewust tegen elkaar worden
afgezet met de kulturele opties van de weekorde,
solaire maanden en de standaard-timing.
Natuurlijk is dit in eerste instantie een
kwestie van persoonlijk respect voor de 'wil van
God' zowel als uitgedrukt in de natuur als in de
devotie van kulturele systemen daaromtrent.
Wetenschappelijk houdt dit in dat men eenvoudig
het uitgangspunt van de validiteit moet
aanvaarden: waar hebben we het over en wat meten
we nu eigenlijk?
3a:
De Week
Als zodanig,
vanuit een wetenschappelijk gezichtspunt, loopt
de babylonische weekorde van Constantijn het
risico te worden afgeschaft door de
wetenschappelijke logica. Ze kent geen
wetenschappelijke bestaansgrond. Het feit dat
het theologisch is voorgeschreven een rustdag te
hebben na zes dagen van werken wil nog niets
zeggen over hoe een dergelijk begrip van een
enkele week zou moeten worden aangewend als een
meeteenheid in een tijdsindeling (naar de maan
en het zonnejaar). Met de sociale wetenschap der
theologie kunnen we niet buiten een dergelijke
meeteenheid, maar het is als met de atomaire
meeteenheid die de lengte van een seconde
uitdrukt in trillingen van een Cesium-atoom: de
meeteenheid vereist nog steeds een vast meetpunt
met een schaal om precies te weten wat men nu
eigenlijk aan het meten is met de aldus
gerealiseerde tijdsindeling. Als we Zondag
zeggen b.v. op een kalender, moeten we voor haar
naleving nog steeds een definitie hebben die
niet afhankelijk is van een willekeurige
autoriteit. We vragen het de paus niet, omdat de
paus geen antwoord zal geven, daar de Heilige
Schrift, d.w.z. de christelijke praktijk,
eenvoudigweg niet zegt welke datum de zondag zou
uitmaken (zij het dat de sabbat feitelijk
behoort te beginnen op de negende van de maand -
Lev.23: 32). Hij heeft nog maar pas genade
opgebracht voor de heidense babylonische
weekorde, na het romeinse afschaffen van de, van
de maanfasen vervreemde, Nones en Ides van de
gereformeerde Juliaans kalender. Noch kunnen we
de dag van een maanfase uitroepen tot een nieuwe
Zondag, aangezien dat helemaal niet een zevende
dag zou vormen, onregelmatig als de maan is wat
betreft een datum. Voor een wetenschappelijk
respect voor de orde van een week hebben we twee
opties: 1) De schriftuurlijke waarheid: bestaat
er enig geschrift van religieus gewicht in de
wereld dat verklaart welke datum met een
natuurlijk fenomeen - een onafhankelijke
variable dus - een zondag zou vormen? 2) De
logica: vanuit de regels van de formele logica
kan men proberen te komen tot een karige
redenering terwille van een tijdsindeling die
strookt met het zevendaagse begrip.
1: Er is
schriftuurlijk bewijs van een verdeling van het
jaar die leidt tot een tweewekelijkse periode
van een (lunaire?) maand. De Bhagavata
Purana,
de 'Hindu-Bijbel', maakt melding van
(canto
3 hoofdstuk 11)
een zo genaamde paksah of panca
dasa die behoort tot een vatsara, een
jaar beschreven door de 'gang van de zon van
noord naar zuid en terug'. Maar er is daarbij
geen sprake van een zevendaagse week of een
voorschrift een rustdag in acht te nemen: liever
heeft men dat men iedere dag een offer brengt
voor het altaar van God. Werken is aanbidden en
waarom zou men daarmee moeten ophouden? De
Bijbel als zodanig maakt deel uit van een
voortgaande geschiedenis van zich verhouden tot
God als het op de tijd aankomt. Van de Veda's
hebben we de ware god van de zon (genaamd
I
of S.,
maar ook
Heer
K.
legt een claim op het licht van de
zon),
ons in
andere hoofdstukken zeggend dat we z0wel het
zonnejaar moeten respecteren als de maan en de
sterrenhemel als het zichbare deel van God (zie
Bhagavad
Gita).
Met de verstrooide schriftuurlijke waarheden
moeten we ons een volledige orde in elkaar
knutselen: het jaar en de maand en haar
verdeling in 12 en de 15-daagse halve maand
('fortnight') worden ontleend aan
de Veda's.
De week wordt ontleend aan de Heilige Schrift,
de preciese duur ontlenen we aan
astronomische
tabellen.
De diskrete gebeurtenissen van de maan zijn
zoals het zich laat aanzien niet van de zelfde
solaire indeling, maar holistisch bezien behoren
ze overeenkomstig de antieke romulaanse kalender
te voorzien in signaaldagen die aangeven wanneer
er sprake zou zijn van legaal en commercieel
vruchtdragend handelen. Aldus hebben we een
weekorde voor 'solaire' doeleinden van ego-zaken
(christelijke verjaardagen b.v.) en maanfasen
van een 'legale en commerciële' opzet voor
het instelllen van de werkdagen. Dit is een heel
anderere kijk op de geschiedenis van de mensheid
in verhouding tot de 'God van de Tijd'. Vanuit
een niet-repressieve benadering zijn al deze
argumenten van punt 1 van gelijke waarde. Het
volgende punt no 2 van de formele logica zou de
praktische vraag moeten beantwoorden op wat voor
soort kalender onze geschiedenis feitelijk en
holistisch is uitgekomen.
3b:
Logica
Logisch willen
we een systeem dat zo karig als mogelijk to the
point is en niettemin nog van respect is voor de
volledige complexiteit van natuurlijke discrete
gebeurtenissen en culturele voorschriften en
tradities. Zo een volledige
kalender van
orde
bant zoals gezegd het onlogische en willekeurige
uit. Dat is de reductie noodzakelijk om alle
aanspraken te bevredigen zowel als het
intelllect daaromtrent. Logisch dan heeft de
heidense weekorde niet te klagen over een
verlies van de 'dag van Thor'- de donderdag - of
de dag van Wodan - de woensdag -. De
christelijke Bijbel staat garant voor deze
definitie van de week. Wat verandert is wat zich
aandient met het concept van de 15-daagse halve
maand: een extra weekdag vernoemd naar zijn
oorsprong: Cakra (verwant aan chakra, de
energieknopen), de vedische term voor de
sterrenhemel (betekent wiel of schijf of
tijdorde). Deze zogeheten
'Sisumara-Cakra', in feite de melkweg -
wordt geacht als het zichtbare van de Heer van
de Tijd (zie
citaten).
Op deze manier zou men iedere veertien dagen een
extra 'zon'-dag hebben waarvoor geen specifieke
handelingen schriftuurlijk ingesteld zijn en
waarmee men de spirituele, filognostische (de
kennis minnende) literatuur zou kunnen (moeten)
bestuderen. Ingericht naar de zon zouden deze
Cakra-zondagen uitlopen op een (Cakra)
kalender
van 48 weken van 7-8 dagen die zes
(sterren-)dagen overlaat gelijkelijk over het
jaar te verdelen overeenkomstig een andere
verdeling in dezelfde Purana van het hebben van
zes seizoenen. Op die manier zou men dan na
iedere twee maanden vanaf de 22e dec (het begin
van het astronomische en logische cakrajaar) een
extra seizoensdag hebben behalve dan met het
wegglaten van de midzomer seizoensdag hetgeen
zal moeten gebeuren omdat men een zonnekalender
en niet een sterrenkalender hanteert. Aldus de
weekorde schrikkelend om een lunaire verdeling
te hebben op een solaire kalender, hebben we
24
vijftiende dagen (FD's) en vijf seizoensdagen
(SD's) naast 48 werkweken van zes werkdagen
ieder met 48 normale
zondagen
zoals we gewend waren met de oude
gregoriaans/babylonische verdeling van weken
(zie
tabel).
Een dergelijke vernieuwde gregoriaans/vedische
logische en astronomisch gefundeerde
jaarindeling zou beantwoorden aan alle vereisten
van de logica en de theologie die we kennen. De
volledige kalender van orde aldus zou bestaan
uit een gregoriaanse aanduiding van data en het
zonnejaar, waarmee onze duizenden jaren oude
geschiedenis van kalenderen is gerespekteerd.
Ten tweede zou de kalender dan een nieuwe
weekorde krijgen met het afschaffen van de
babylonisch heidense optie van niet
gelijkgerichte, niet geschrikkelde lineaire
weken die van dan af aan verschillend wordt
gerespecteerd middels de Cakraverdeling in 48
weken, daarbij iedere weekdag een eigen datum
toekennend (andere
hervormingen
van het fixeren van data op weekdagen kunnen als
willekeurig worden beschouwd omdat ze niet zijn
gebaseerd op een andere logica dan de
pragmatische). Zo zou men dus minder zondagen
hebben dan oorspronkelijk en op deze
sociale-orde-ego-dagen zou het dan legaal zijn
(zie
voetnoot *)
om te werken onder voorwaarde dat het het
sociale ego dient van vrije associatie en
sociale controle. Dit houdt in dat de hele
kultuur van het afstand houden met de media een
rustdag zou krijgen op die zondagen. Die dagen
zijn bedoeld voor vrij socialiseren en het
herstel van sociale kontakten in de publieke
sfeer om de verbondenheid van de gemeenschap te
bevestigen, of men er nu voor werkt of niet. Op
de avonden van die zondagen zou men geen
televisie moeten kijken, geen aandacht moeten
besteden aan internet of de radio of er
telefonades op na moeten houden. Aldus kunnen de
problemen van de sociale vervreemding met de
moderne media naar behoren aangepakt worden. Ten
derde zal die kalender nog steeds de dagen
handhaven van het sluiten van winkels en
kantoren en het individueel afzien van
vruchtdragende handelingen met de fasen van de
maan die eenvoudig reeds zijn aangegeven op
iedere gregoriaanse kalender wereldwijd. Die
dagen lenen zich uitstekend voor de bezinning,
voor religieuze erediensten en voor de studie
van de (lunaire) kulturele fixaties. Aldus wordt
het respect gehonoreerd voor zowel de (tot dan
nog) wettelijke tradities, de religieuze
tradities van zon- en maanrespekt zowel als de
heidense tradities van de naamgeving van de
weekdagen in een volledig begrip van orde (voor
een feitelijke kijk erop ga
naar tabellen)
4:
Praktische toepassing
Deze kalender
die zoveel bekende trekjes heeft als het hebben
van gregoriaanse data met hetzelfde gregoriaanse
jaar met andere minder religieuze solaire
sociale zondagen en meer
religieuze/contemplatieve maan-studiedagen naar
de maanfasen van legaal afzien van betaalde
arbeid en gelijke (maar minder) weken met de
zelfde heidense namen voor de dagen, biedt een
volledig vernieuwde en historische correcte
visie van de gehele wereldorde die zich verhoudt
tot God in de vorm van de tijd. Het lijkt erop
dat het een ideale oplossing is ware het niet
dat vier weken uitlichten uit de indeling van
het zonnejaar het werktempo doet afnemen tot een
meer stress-arm nivo zodat men er een negatief
psychologisch of economisch effect van zou
kunnen verwachten. Maar dat is een illusie. De
volledige kalender van orde biedt weliswaar een
lager tempo van werken maar in werkelijkheid
niet minder vrije dagen. Tegen 235 werkdagen op
de oude gregoriaanse kalender afgeleid van 52
werkweken van 5 werkdagen en 25 vakantiedagen,
zou men dan 237 werkdagen hebben verdeeld over
48 werkweken van zes werkdagen elk en 25
vakantiedagen in het
jaar 2753 AUC
(met inbegrip van 48 soms samenvallende vrije
signaaldagen naar de maan). De twee werkdagen
extra worden dan gecompenseerd door een handiger
gebruik van vakantiedagen. In het jaar 2000 b.v.
hoeft men slechts tien vakantiedagen op te nemen
om 19 dagen achtereen weg te kunnen blijven.
Aldus biedt deze kalender niet aleen een meer
relaxed tempo met minder (maar één
werkdag langere) weken maar biedt ze ook
makkelijker vakanties door een beter economisch
gebruik ervan. Omdat men ook werk kan verrichten
op Cakra-dagen kunnen de hoeveelheid uren die
men per dag werkt economisch terug worden
gebracht tot een beter uitgebalanceerde 6 uren
per dag in plaats van de gebruikelijke 8 uren
per dag. Op die manier zou de praktische
toepassing geen ernstige economische effecten
geven en zelfs een verbetering kunnen opleveren,
vanwege een mogelijk geringer ziekteverzuim met
een meer verstandige indeling als deze. Politiek
echter kan dit syteem niet worden opgelegd,
alleen subkultureel kan dit door individuen en
individuele ondernemingen worden uitgeprobeerd.
Alleen nadat een aanvaardbare meerderheid van de
mensen deze volledige kalender van orde in de
praktijk heeft gebracht en er de voordelen van
een grote sociale cohesie en betere temporele
dualistische en modiale interculturele logica
van geniet, kan de regering proberen dat te
representeren en formeel [voor zichzelf]
in te stellen. Men moet niet vergeten waar de
heilige Schrift tegen waarschuwt dat
tijdopleggingen een kenmerk van het beest vormen
in religieuze zin en een inbreuk vormen op de
privélevens van mensen in legale zin en
een breuk met de volwassen optie van
zelfbeschikking inhouden in psychologisch
opzicht. (zie
citaten).
In die zin is alles wat de politiek kan doen om
mee te beginnen het liberaliseren, dereguleren
en afschaffen van alle wettelijke
tijdregelingen, aldus een appèl doend op
de individuele verantwoordelijkheid van de
volwassen burger. Ook moet niet vergeten worden
dat het enkel veranderen van de kalender wel
eens niet toereikend zou kunnen zijn om te
motiveren tot en bekrachtigen van een
individueel alternatief tijdbewustzijn, daar
zonder gebruik te maken van een
gelijksoortige hervorming van het
klokkentijdbeheer,
niet het gehele systeem van konditionering naar
de eenzijdig schizoide confliktbeladen
oorlogszucht is overwonnen (daarom wordt er bij
de
tabellen van de volledige kalender van orde
de
vereffening
van de tijd
geboden die nodig is om een referentie-klok op
de zon in te stellen).