musicbutton

http://www.electrotherapymuseum.com/2005/1892LondonLecture/images/MiddlePage.jpg







Pamflet voor een Nieuwe Energiepolitiek



 

 
Keynote presentatie van deze pagina (in het Engels)

2) Twee vormen van duurzame energiewinning

Wat betreft duurzame energie zijn er twee opties: directe en indirecte winning van duurzame energie. De indirecte winning van de energie die vrij voorhanden is in de natuur, wordt gevormd door het omvormen van een natuurlijke en materieel waarneembare impuls tot elektriciteit met behulp van met name zonnecellen, windmolens en waterkrachtcentrales. Dit noemt het Internationale Energie Agentschap de eerste, tweede en derde generatie technologieën van de laatste eeuw:

- Eerste generatie: het sedert de 19e eeuw winnen van energie uit biomassa verbranding zoals landbouwafval, waterkracht via stuwdammen en energie uit geothermische kracht ofwel uit direct aan de oppervlakte beschikbare aardwarmte zoals in IJsland.

- Tweede generatie: het gedurende de twintigste eeuw met meer ontwikkelde technologie winnen van energie uit zonnehitte met hittepompen of bijzondere bouwconstructies, zonnecellen, windkracht en bioethanol.

- Derde generatie: het aan het begin van de 21e eeuw gebuik maken van veelal nog in ontwikkeling zijnde moderne technieken als
biomassa vergassing, bioraffinage, zonnethermische centrales met spiegels en platen, en diepte-geothermische winning door z.g. hot-dry-rock centrales met hitte van water gepompt door diep gelegen rotsige aardlagen, en getijden-centrales aan zee.

De energie van de natuur moet dus met deze technieken vanuit de materiële dynamiek van een specifiek materieel natuurverschijnsel zoals de zonnestraling, de wind, het water, aardwarmte of biomassa worden opgewekt. Deze impulsen zijn niet constant aanwezig. De zon is er 's nachts niet, de wind gaat liggen en de rivieren drogen op of lopen over. Biomassa is afhankelijk van oogsten en seizoenen en aardwarmte is niet overal even makkelijk te bereiken. Indirecte winning van duurzame energie vereist dan verder veel investeren in dure waterwerken, zonnepanelen, diepteboringen en windmolenparken. Die energie moet, om constant beschikbaar te zijn, worden opgeslagen in batterijen, waterstofcellen en dergelijke en moet vervolgens in de vorm van waterstof of electriciteit via het net worden verhandeld en gedistribueerd. Zo doorloopt de energie dan een heel circuit van menselijke handelingen waarbij men moet spreken van een grote collectieve, materiële inspanning die ook weer politieke en economische gevolgen heeft vanwege al de afhankelijkheid van de burgers en de burgerbevolkingen in relatie tot de verschillende naties, landstreken, instellingen en ondernemingen die dan een rol spelen bij de energieopwekking in kwestie. Dit levert dan weer de nodige sociale, economische, geopolitieke en ecologische bezwaren op.

Directe winning van duurzame energie met behulp van wat je dan de vierde generatie technologie kan noemen die aan het begin van de 21e eeuw nog niet of nauwelijks commercieel beschikbaar is, houdt in dat men rechtstreeks de energie omvormt die er in het universum voor verantwoordelijk is dat er secundair uiteindelijk zonlicht, wind en waterkracht is. God, als de schepper van het universum dat uit zichzelf ronddraait op basis van zijn eigen primaire energie, is in feite de uitvinder van de enige echte perpetuum mobile welke het uitgangspunt, de krachtbron vormt van de vrije-energiegenerator die voor een directe winning van energie nodig is. Deze primaire energie kent men natuurkundig aan de hand van de termen:

1) Zero-point of nulpuntsenergie, de minimale energie die aan de basis ligt van het kosmisch bestel. Deze hangt samen met de z.g. kosmische achtergrondstraling, een overblijfsel van de oerknal, en het niet bevriezen van Helium bij het absolute nulpunt.

2) De vacuümenergie, de energie inherent aan het vacuüm van de buitenruimte die de grondslag vormt voor de fundamentele natuurkrachten van de zwakke kracht, de sterke kracht, de elektromagnetische kracht en de zwaartekracht. Deze energie hangt samen met de z.g. Casimir kracht van een zekere ruimtedruk die twee platen op microscopische afstand tegen elkaar drukt.

3) Radiant Energy of stralingsenergie die samenhangt met het elektrisch potentiaalverschil tussen de hogere lagen van de atmosfeer en de aarde. Het gaat hierbij om vrij in de natuur beschikbare, longitudinale elektromagnetische golven die zich verplaatsen door het medium van de buitenruimte dat in oude noties de ether (aether) werd genoemd. Het etherbegrip werd aan het eind van de negentiende eeuw vergeten door problemen met het leveren van het wetenschappelijk bewijs ervoor, maar recentelijk staat het begrip i.v.m. het onderzoek naar de mogelijkheid van een rechtstreekse winning van hernieuwbare energie weer opnieuw in de belangstelling (zie ook dit artikel, en vergelijk het met: wikipedia)

Deze termen zijn min of meer uitwisselbaar met elkaar omdat er geen scherpe scheiding te trekken valt tussen deze vormen van energie. Ze kunnen allen als afkomstig uit één en dezelfde bron worden beschouwd, als een functie van het levende universum, als een functie van de tijd. Het zijn allemaal vormen van ruimte-energie. Praktisch uitgesplitst in drie verschillende oervormen of energievelden is die energie ook te omschrijven als a) de (donkere) energie van de expansie van de tijdruimte met zijn kosmische achtergrondstraling, b) de energie van de aantrekking rondom zwarte gaten in het midden van sterrenstelsels en c) de energie van het magnetisme en de gravitatie van individuele sterren, manen en planeten. De op het gebied van het nieuwe energie-onderzoek internationaal bekende natuurkundige Dr Tom Bearden stelt dat er in het universum in het vacuüm van de ruimte een energetische dipool van virtuele energiedeeltjes of energiebelletjes bestaat. Deze deeltjes, die onzeker als ze zijn in hun waarde een bron van onbeperkte energie vormen, bevinden zich niet in evenwicht maar vormen samen wel de stabiele staat van de ruimte. De onevenwichtigheid bestaat uit de z.g. gebroken symmetrie van de kosmische oerpotentie. Dat wil zeggen dat ooit de oerkracht in evenwicht was, maar verstoord raakte, uit evenwicht raakte en zo allerlei effecten en krachten te zien gaf. Daardoor ontstond er uiteindelijk de materie van de sterrenstelsels en andere kosmische verschijnselen die we ook wel de schepping noemen. Door die onevenwichtigheid bubbelt volgens Bearden het universum in het vacuüm van de ruimte van de virtuele energiedeeltjes die naar zijn idee in een voortdurende vloed verschijnen en verdwijnen. In de bredere kring van de kwantummechanica spreekt men ook wel van kwantumschuim. De astrofysicus Tom van Flandern stelt in dit verband dat we onderscheid moeten maken tussen twee soorten van stabiele staten: een staat van niet-bewegende onderdelen en een staat van een gelijkheid die van moment tot moment bestaat, maar die bewegende onderdelen kent die voortdurend vervangen worden, zoals bij een waterval (zie de docu Energy from the Vacuüm). Zo is er dan in de stabiele staat van de ruimte van het kosmisch vacuüm deze vorm van de primaire energie aanwezig die zich gedraagt als een waterval met bewegende, virtuele energiedeeltjes. Die dynamische dipool is in zijn geheel uiteindelijk verantwoordelijk voor de vitaliteit van de biologische evenwichten op de planeten en het stationair draaien van de maan om de aarde, de aarde om de zon en de zon om het centrum van de melkweg.
     De deeltjestoestanden van de primaire energie - d.w.z. van de 1) verstrooiende of dissipatieve oer-expansie en 2) de samentrekking of contractie van de virtuele belletjes of energiepakketjes (quanta) -, vormen de oorspronkelijke, kosmische, energetische dipool waarop de nieuwe technologie van de vrije-energiewinning gebaseerd is. Ze vormen min of meer de fundamentele polariteit van wat we de tijd noemen: de lineaire tijd van de uitdijing van het heelal en de cyclische tijd van de schepping met de hemellichamen die zich kenmerken door zwaartekracht. Zodoende kan men met de directe energiewinning dan ook spreken van een manier van denken en werken die samenhangt met hoe we omgaan met de orde van de tijd. De door de tijd bepaalde, geconditioneerde, leefwerelden hebben allen hun bestaan in de onevenwichtige maar stabiele staat van het dynamisch bewegende bewegende universum. Met de oerenergieën van de schepping, die met de tijd steeds in beweging is, is er zo sprake van een waarneembaar energetisch effect, die de wetenschap de kosmische achtergrondstraling noemt, waarin er een geringe energie bij het absolute nulpunt van de temperatuur aanwezig is. Op atomair en subatomair niveau is deze nulpuntsenergie aanwezig, maar die is niet zomaar aanspreekbaar omdat ze de laagst mogelijke energie van het systeem vormt. Ze is niet materieeel, ze is massaloos en kent niet een bepaalde driedimensionale richting. Die energie is chaotisch, is duister, maar kan worden waargenomen. Niettemin vormt die energie, zoals gezegd, met de dynamiek van de stabiele of constante onevenwichtigheid van het universum een vrijwel onbeperkte en oneindige energiebron, ook al lijkt die op nulpuntsniveau maar gering en nutteloos. Het is in de dynamische relatie tussen de verschillende soorten van ruimte-energie dat er een groot vermogen wordt gevonden. Ze vomt vormt zo'n 40-50 Mw per cm3 ruimte volgens o.a. de ingenieur Dr. Paul Czysz van de Disclosure Group die we in het volgende hoofdstuk zullen bespreken. Met die energie hebben we dan wel, secundair als een afgeleide, als een condensaat, van die oorspronkelijke primaire, natuurlijke energie van de draaiende motor die het universum is, met de energie van de zon waaromheen wij draaien, zonlicht zonder erin te verbranden, met de atmosfeer de wind zonder dat de atmosfeer wegwaait, met hoogteverschillen en de verdamping op aarde, waterkracht zonder dat we wegspoelen of droog komen te staan en hebben we met de aarde aardwarmte zonder meteen in magma te versmelten.

Er bestaat een elektrische lading in de ruimte. Dit kunnen we afleiden uit b.v. het noorder licht, de zogenaamde aurora, hetgeen het oplichten van de atmosfeer is veroorzaakt door de stroom van geladen deeltjes die door de zon worden uitgestoten. Ook zien we dat de stralingsenergie van de ruimte regelmatig een soort van kortsluiting oplevert in de vorm van de bliksem. Niettemin weten we niet hoe we onze bekabeling moeten aansluiten op die elektrische lading van de ruimte, de ruimte die op de eerste plaats wordt beschreven door de lokale magetische en zwaartekrachtvelden van wat Einstein de 'gekromde ruimte' noemde. Ten tweede zijn er dan ook de universele zwaartekrachtvelden tussen de sterren en planten in die we ook de virtuele, polaire kracht van het vacuüm noemen, en ten derde is er de 'donkere', intergalactische energie, de energie van de tijdruimte, de energie van het expanderende universum. Die energie van de verschillende vormen van de ruimte is niet zo makkelijk aanspreekbaar omdat die immers chaotisch is. Het bubbelen van de deeltjes geeft dan geen direct te gebruiken elektriciteit, omdat het, zoals de uitvinder John Bedini het stelt, negatieve of potentiële energie is die pas waar te nemen is als het b.v. als een extra tegengesteld 'radiant' effect met een stroom van elektronen in een circuit terugloopt. De materie zoekt met dat effect steeds zijn oertoestand van singulariteit. Die energie moeten we zien af te vangen met een machine die de tegenwerking door de negatieve energie omvormt in bruikbare overunity energy of extra surplus stroom en dan hebben we een systeem dat meer energie oplevert dan we erin stoppen. De reguliere elektrotechnische wetenschap sluit steeds die terugloop buiten als zijnde storing en gaat daarbij voorbij aan de druk van de 'bubbelende werking' van de kosmische dipool van het vacuüm. Normale elektrotechnische constructie maakt een eind aan de dipool en creëert daarentegen een vraatzuchtig systeem dat de hele wereld verorbert en realiseert op die manier nimmer enige overunity in het opvangen van de vrij in de ruimte beschikbare energie. De energie van een batterij die in een klok zit kan je gebruiken om een lamp te laten branden, maar om de energie die de kosmische klok laat draaien van de planeten en de sterren te isoleren en die voor ons eigen gebruik in te kunnen zetten is een andere zaak. Waar zit die batterij? Die batterij is dus virtueel, ofwel, die is er slechts als een potentie, als een mogelijkheid die we eerst met een kunstgreep aan het werk moeten zien te zetten. We weten met de klassieke elektrotechnische aanpak niet precies hoe we rechtstreeks gebruik moeten maken van de gebroken symmetrie van de oerstof, en zo lijkt op het eerste gezicht de primaire energie van het planetair en solair magnetisme, de vrije straling en de vacuümenergie in de ruimte en de zwaartekrachtwerking van zwarte gaten, een vorm van energie te zijn die alleen maar indirect te winnen is uit waterkrachtwerken, zonnecellen en windmolens e.d.
   De wisselwerking van lokale velden, de interlokale velden en het tijdruimtelijke kosmische krachtveld - ofwel de tijdruimtewerkingen in relatie tot de materie zoals Einstein het graag ziet - is wat uiteindelijk de beweging van de hemellichamen te zien geeft. De moderne natuurkunde spreekt niet graag meer van etherische krachtvelden, omdat die kracht, chaotisch als ze is, moeilijk experimenteel is aan te tonen. Er zijn alleen maar de indirecte bewijzen van bepaalde tijdruimte-effecten. Uiteindelijk vormt de tijd in de moderne analyse als een extra dimensie voor de ruimte een vierde dimensie, een dimensie die we alleen maar goed kunnen waarnemen met een sterke telescoop. Met het indirecte bewijs zien we dan in tweede instantie pas de beweging van het water en het licht (als de ijlste materie van fotonen) op onze planeet. Maar de onderliggende structuur is zo complex als een
kubus van Rubik met een extra dimensie. Wat we zien zijn enkel de afgeleiden van die oerenergie. En of we daarbij modern dan spreken van tijdruimtelijke deuken of klassiek van etherische velden is slechts een taalkwestie. Er zit energie in de schepping. Dat is een feit. Anders zou er geen beweging, geen tijd zijn. Alle materie en de relaties ervan, alle tijdfenomenen, zijn manifestaties van de kosmische energie en het is die energie die we als duurzame energie, met wat inventieve handigheid zoals we verderop zullen zien, kunnen omzetten in elektriciteit. Om de dynamische energie van de elektriciteit, of het mechanische moment, te krijgen die we nodig hebben met de directe winning van de oorspronkelijke energie in de natuur zijn aldus die energie-omvormers, generatoren of omzetters (converters) nodig die de energie omzetten van de 1) op het nulpuntsniveau naarbuiten toe druk leverende verstrooiende kracht van het driedimensionale bereik van de aantrekking, 2) de bubbelende interactie van de vacuümpolaire kracht van het driedimensionale bereik van de aantrekking en 3) de stralingsenergie van de multidimensionaal integratieve krachtvelden die aanwezig zijn in de natuur - dus in één woord de energie transformeren van de 'grote batterij' die om ons heen bestaat. Als we dan rechtstreeks motoren, zoals de Monopole Magnetic Motor van Bedini (zie het logo van zijn website), kunnen laten lopen op die energiebron, zijn we bevrijd van de omslachtige, risicovolle en minder efficiënte procedures die we moeten volgen met de indirecte winning van secundaire, duurzame energie. Deze winning van de vrije energie zonder de tussenkomst van de zon, de wind, het water en andere media, kunnen we ideaal noemen omdat die, onafhankelijk en voor alle plaatsen, het meest doelmatig is en de geringste kans biedt op een verstoring van ons milieu en van de machtsevenwichten in de menselijke samenleving zoals die er vanuit een emancipatoir oogpunt uiteindelijk behoren te zijn.

Directe energiewinning vormt dus een paradigmatisch probleem. We hebben steeds gedacht dat machines die uit zichzelf lopen zonder een zichbare invoer van brandstof of een andere krachtbron, ofwel machines die perpetuum mobile's vormen, niet mogelijk zijn. Nu moeten we chaotische, massaloze energie als een serieuze mogelijkheid in overweging gaan nemen. Natuurlijk draait een machine niet zonder input. Maar met zo'n overwegend onzichtbare bron als die van de ruimte-energie die we bespraken, moeten we helemaal anders 'buiten de kaders' gaan denken over oorzaak en gevolg wat betreft de energetische verhoudingen in de natuur. Het is niet meer een tastbaar, duidelijk aanwijsbaar proces. Het vereist een verklaring van energetische processen die we vanuit de methode van de indirecte winning niet zonder meer hebben kunnen accepteren binnen het wetenschappelijke denkmodel van de 20e eeuw. Patentraden willen niets met onbekende energiebronnen te maken hebben, want zoiets valt in de categorie van misleiding en bedrog. Overunity, ofwel meer output dan input is een taboe. We lijken er de natuurwetten die voor het zichtbare van de wereld gelden mee te schenden als we de chaotische energie van de ruimte, van de batterij van het universum, op orde brengen. En toch, zo beweert Bearden, maken we ons niet schuldig aan het schenden van natuurwetten en beweren we niet echt iets nieuws. Voorgaande geleerden hebben dit allemaal al eens beredeneerd. Het is alleen nog niet effectief geïmplementeerd op zo'n manier dat we begin 21e eeuw, laten we zeggen 2020 å 2030, deze vrije-energiegeneratoren in de winkel kunnen kopen of ze samen in energiecentrales aan het werk kunnen zetten en zo onze duurzame vrije energie rechtsreeks kunnen opwekken.
    Deze wetenschap is weliswaar geboren, er is al veel ontdekt, maar het kind ligt nog in de wieg, het kan nog niet echt op eigen commerciële en onderwijskundige benen staan aan het begin van de 21e eeuw. Het lijkt de normale wetenschap van mensen die mensen napraten iets onmogelijks. Voor hen is energie winnen uit het ogenschijnlijke 'niets' naijver met God, Hij is immers de enige echte uitvinder, de enige echte patenthouder van de zelfdraaiende machine die het universum is. En dat is niet alleen ketterij, het is in strijd met de modernste religie van de natuurkunde die vecht voor het behoud van de wet van behoud van energie! Een batterij van b.v. 'donkere energie' bestaat niet in zo'n opvatting, die kan je immers niet zien en vastpakken of die is te ver van ons weg ergens in het centrum van het universum. De gebruikelijke manier van doen komt op zijn kop te staan en daar vrezen we dan het ergste bij.
    Maar goed, zoals de filosoof
Descartes het al zei en zoals we het ook verderop nog zullen besproken: al het materiële is een omvorming van de ether en de lege ruimte bestaat niet. Het universele bestaat volgens hem uit allemaal aaneengesloten en door elkaar heen werkende krachtvelden en ook Einstein moest in 1920 kort voor zijn lezing hierover in Leiden zwart op wit toegeven dat hij te radicaal was geweest met zijn ontkennen van de ether en dat ruimte zonder fysieke eigenschappen iets ondenkbaars is. Als we de energiekwestie tot een goed einde willen brengen gaat het erom de energie van die fysieke eigenschap van de ruimte waar Einstein het over had rechtsreeks aan te spreken. We stellen daarbij i.v.m. onze 'angsten van behoud', als axioma, nogmaals, expliciet dat er geen energie met dit soort vrije-energiegeneratoren wordt tevoorschijn getoverd uit een 'niets', of dat we energie zouden maken, maar dat er wordt geput uit een bestaande en wetenschappelijk onderkende, natuurlijke bron als de 'donkere energie', de 'nulpuntsenergie', de 'vacuümenergie' of de 'radiant energy', die samenhangt met de tijdruimte, dan wel met de dwingende kracht van de tijd in het vacuüm van de stellaire tussenruimte, dan wel met de polaire elektromagnetische energie van de hemellichamen, van magneten en van kristallen zelf. De essentie van het geheim van het winnen van energie uit het vacuüm vat Bearden als volgt samen: "There is no problem at all in extracting all the energy one wishes from the active vacuum, anywhere in the universe, at any time. Just make a dipole. The problem is in (1) catching some of that freely gushing EM energy in a circuit containing a load, and (2) dissipating the caught and collected EM energy in that load to power it, without using half the caught energy to destroy the source dipole's. That is the ONLY real energy problem on the planet, and always has been." Daarnaast stelt hij wat betreft de definities die we noemden voor de duidelijkheid: "Energy from the Vacuum is NOT zero point energy, since the latter is an observable state and the vacuum energy is nonobservable." Met zo'n formulering en het onderscheid van het manifeste tegenover het niet-manifeste van de natuurlijke energie, bestaat er dan wel de mogelijkheid van een paradigmaverschuiving die de energieproblemen en de problemen die eraan verwant zijn kan oplossen waar de mensheid nu aan het begin van de 21e eeuw mee worstelt.

 




 

 

                         

 


 

 

©5-9-2007 theorderoftime.com:
copying only for ptivate and research purposes.

 

 


 

  

 
 

 

website metrics