musicbutton




.

 


Van Vyāsadeva tot Prigogine: Wat is Tijd?

René P.B.A. Meijer & Harry P.B.M. Nijhof

Enschede, 3 Mei 2010


In dit artikel worden de verschillende filosofische, theologische, literaire, spirituele en natuurkundige ideeën besproken wat betreft het begrip tijd, van de vroegste inzichten uit de Vedische cultuur van Vyâsadeva tot aan de modernste van Ilya Prigogine en andere moderne denkers over en onderzoekers van de tijd.

download in pdf


 bron

De tijd kennen we allemaal als het veranderende moment waarin het verleden overgaat in de toekomst. Maar die natuurlijke verandering is het symptoom van de tijd, van de Tijd met een hoofdletter. Wat de tijd werkelijk is weten we niet. De vraag wat tijd is is zo een retorische. Hij staat gelijk aan de vraag wie of wat God nu is. Iedere cultuur heeft er een eigen idee van, van religie tot politiek. De tijd als de wil van God, de tijd als iets praktisch om samen iets af te kunnen spreken en onze handelingen te plannen. Maar wat is de tijd nu werkelijk? Filosofen als Heidegger en Bergson wijdden er hele boekwerken aan. Is tijd nu de tegenhanger van het zijn of de essentie ervan? Is ware tijd zuivere duur? Is tijd een subjectief iets dat we zelf ordenen zoals Kant benadrukt of is de tijd een goddelijk proces van herschepping zoals Descartes beweerde? Is tijd slechts een manier van denken zoals Spinoza beweerde of iets dat spreekwoordelijk op niemand wacht? Augustinus weet het niet als hij het wil uitleggen maar weet het wel als niemand het hem vraagt. Tijd bestaat niet los van de gebeurtenissen die veranderen, de tijd is de maat voor verandering zei Aristoteles en Plato zei dat de tijd de perfecte afspiegeling is van de onveranderlijke eeuwigheid in de wereld der verandering. Moderner zei Emmanuel Levinas dat tijd onze verhouding tot het oneindige is. Of is al dit mannengepraat maar een doden van de tijd totdat de tijd ons doodt zoals Simone de Beauvoir zo spits opmerkte? Wij zouden willen zeggen: laten we op de logica vertrouwen als het op de filosofie aankomt en niet te snel beweren dat we een definitief antwoord zouden hebben. 

De natuurkunde laat duidelijker zien hoe de zaak ervoor staat: er is duidelijk een soort van wanhoop onder de natuurkundigen waar te nemen. Er is geen tijdwet, er is geen experiment dat de tijd aan kan tonen, de tijd kan meten en de tijd kan beheersen. Tijdreizen, vergeet het maar, we krijgen de tijd zelf niet te pakken. Klokken geven de tijd aan van het verval van de energie van een batterij of een opgehesen gewicht, maar de tijd rechtstreeks meten als de beweger van het universum impliceert dat we een uit zichzelf bewegende machine zouden hebben, een perpetuum mobile! De eerste echte tijdsensor in die zin bestaat echter nog niet, zo lijkt het, of het moet het kunstwerk van de Noor Reidar Finsrud zijn die beweert dat het hem is gelukt in 1996 om magnetisme en zwaartekracht in een permanente staat van onrust te brengen. We kunnen temperatuur meten omdat ze tot uitzetting van alcohol, lucht of kwik leidt. Maar wat doet de tijd nu eigenlijk? Hoe werkt de tijd nu eigenlijk? Er is geen repliceerbaar experiment bekend dat dat laat zien. De eerste elektrische auto waar Nikola Tesla naar verluid in 1931 mee reed zonder batterijen scheen met een lange antenne op pure radiant energy te lopen, op de tijdenergie van het universum opgevangen uit de lading van de atmosfeer zelf, maar die tak van wetenschap was niet winstgevend en stierf af. Hij werd beschuldigd van zwarte magie, een waanzinnige geleerde te zijn. En ja,  met Finsruds voorbeeld, kunstenaars zijn we ook niet in de natuurkunde. Het moet na te bouwen zijn. Het beste wat we nu nog kunnen is een zonnecel maken, een windmolen of voor de tijd zelf een zelflopende klok maken die reageert op temperatuurverschillen of luchtdrukverschillen in de natuur (de z.g. Atmosklok). Maar dan meten we weer, hebben we weer de energie van afgeleiden van de tijd, niet de tijd zelf. We zitten ermee natuurkundig. We weten het niet, onze tijdfilosofie, ons tijdbewustzijn deugt niet - of niet meer - en als we niet weten wat de tijd precies is, kunnen we er ook niet doorheenreizen. Dan hebben we dus ook nooit iets als een warpdrive of vliegende schotels. Vergeet het allemaal maar dus, we tasten gewoonweg in het duister! Een filosoof als Parimedes kan zeggen dat voor het ware denken de tijd niet bestaat, maar de natuurkundige maakt zich druk over het verschil tussen absolute en relatieve tijd. Heisenberg en Einstein discussieerden erover in 1926 in Berlijn (zie Maes "Wetenschap zonder religie is kreupel"). Heisenberg wees Einstein erop dat men volgens hem niet kan spreken over een absolute tijd omdat men die niet kan waarnemen. En die uitspraak was in tegenspraak met de vraag die Einstein over het onzekerheidsprincipe kort daarvoor  aan Heisenberg stelde: of hij nu werkelijk dacht dat men in een natuurkundige theorie enkel meetbare grootheden kon opnemen? Einstein legde toen uit dat het een grap van hem betrof die hij niet steeds weer kon vertellen. Het is nonsensikaal het niet waarneembare uit te sluiten van de theorie, zei hij.

De tijd zelf is onzichtbaar en de symptomen zijn allemaal relatief. Hoe meten we de tijd als een absolute fundamentele factor dan rechtstreeks? Is de tijd nu een energie of een kracht, is de tijd een element, een deeltje, een snaar? Of is de tijd een dimensie? Zowel de esotericus Ouspenski als de natuurkundige, maar toch ook wel spirituele Einstein beweren het. De tijd is de vierde dimensie. Er is een dimensie van ruimtetijd die alles non-causaal verbindt. De moderne profeet van de nieuwe wetenschap Ervin Laszlo spreekt zelfs van een informatiedragend veld, een Akashaveld aan God gelijk dat meer inhoudt dan het oude begrip van een uniforme ether. Kwantummechanische inzichten leveren voorzichtige bewijzen van experimenten van non-lokale verbondenheid van deeltjes. Notabene in een experiment van Einstein (Rosen & Podolski) zelf die de kwantumtheorie wilde ontzenuwen kwam deze verbondenheid aan het licht. De tijd is een aparte dimensie! Of je het nu over de ether hebt of niet. De filosoof Vyāsadeva die de hele religiositeit van India te boek stelde in Veda en Purāna stelt dat de materiële energie van de gemanifesteerde wereld een gedeeltelijke vermenging van de tijd is (S'rīmad Bhāgavatam 3.5: 33). Wat een opmerkelijk moderne uitspraak voor een filosoof van 5000 jaar geleden! Zo'n uitspraak begrijpen we nu alleen maar op basis van de kennis van de moderne natuurkunde van gebroken symmetrie, ruimtetijd, donkere materie en kernfysica! Deze uitspraak over de tijd in relatie tot de materie maakt duidelijk dat de tijd, als we die kunnen waarnemen, per definitie iets relatiefs is. Net zoals Einstein het zei. Ze bestaat uit verschillende vormen van tijd die samen de manifestatie van de materie opleveren, ongeveer zoals genen op basis van enkele bouwstenen de hele complexiteit van een individueel organisme weergeven. Wat zijn nu die vormen van de tijd?

Het is lastig verder te redeneren op dit punt zonder te kijken tot welke categorie van termen het tijdbegrip hoort. De tijd vormt natuurkundig een drie-eenheid met de materie en de ruimte. Tijd, ruimte en materie vormen de heilige drie-eenheid op basis waarvan de hele natuurkunde haar bouwwerk heeft opgericht. Zonder deze drie elementaire begrippen is er niets bestaanbaars denkbaar. Alles wordt erdoor gedefinieerd. We kunnen niet verder reduceren dan tot deze termen. Zonder de tijd is er geen bewustzijn of beweging van de manifestatie en bestaat dus ook deze redenering niet, zonder de materie is er niks te zien en zonder de ruimte is alles alleen maar dichtheid. Het zijn absolute natuurkundige grootheden die de zuivere relativiteit bepalen. De vierde dimensie van de ruimtetijd vormt de zuivere expansie van het universum die er is als een absoluut gegeven. Alles dijt in een eindeloze beweging naar buiten toe uit als na een explosie. De materie is dan het resultaat van de vermenging van die oertijd, van die alles doordringende en mogelijk informatiedragende tijddimensie, met de tijd die daar het tegenovergestelde van is: de samentrekking, de contractie van het universum waarmee we de zwaartekracht zien. Zo is de materie er dan als een mix. Die mix van de uitgaande en naar binnen bewegende tijd, van die twee lineaire tijdrichtingen of vormen van tijd, geeft dan een derde tijd: de cyclische tijd van de elektrodynamische materie die altijd roteert op micro-kosmisch en macro-kosmisch niveau. En zelfs de mensen en dieren van de meso-kosmos draaien om elkaar heen! Met de cyclische tijd zijn we dus een soort van broodje kosmos een dun laagje organisch leven tussen het broodje van het grote en het kleine van de tijd. Zo kennen we de absolute tijd die we niet kunnen zien als een relatief fenomeen in drieën: expansie, contractie en rotatie. Alles beweegt, 'panta rhei' zei Herakleitos reeds in het oude Griekenland. De beweging is een tijdvorm. Het universum leeft. Dat is de tijd. De tijd is het leven van het universum. Het universum is met de tijd een levend wezen. De Hindoe zegt: de tijd is trikālika, verdeeld in drieën en daar bedoelt hij het verleden, het heden en de toekomst mee. Maar de driedeling gaat dus verder dan dit inzicht in de pijl van de tijd die nooit terugloopt. De tijd bepaalt de verhouding tussen de fundamentele natuurkrachten van de materiële schepping, van de werkelijkheid van dat wat door de macht van de tijd is geconditioneerd, uit de ruimtetijd is gecondenseerd. Alle materie is een tijdstolsel, een neerslag, een condensaat, een bevroren moment. En de natuurkunde werkt met die cyclische tijd, alles is in principe een tijdfunctie in de formules en daarom is alles ook illusoir, is alles māyā in feite, zo zegt Vyāsadeva. En inderdaad zoiets fundamenteels als de tijd zelf kan ze niet bewijzen. Net als de ether die zich niet laat vangen met spiegels en metingen van de lichtsnelheid die gelijk is in alle richtingen binnen hetzelfde medium. De dynamiek van het universum werd er door Michelson en Morley niet mee aangetoond en dus bestond de ether niet en dus kunnen we sedertdien met Einsteins theoretische, relativistische conversie van de oude ethertheorie alleen maar praten over de relatieve ruimte en de relatieve tijd. En dat terwijl de ether toch de basis van de beschaving vormt zoals de Nederlandse filosoof/theoloog Jan Börger (1888-1965) zegt: 'De Basis van alle cultuur is de ether, d.w.z. de eenheden voorzich gedacht en de eenheden in-een gedacht en dat tegelijkertijd.' Maar klokken vormen niet een bewijs van de drijvende kracht die de tijd is. Is de batterij leeg, dan stopt het klokje onverbiddelijk. Het heeft niks te maken met de tijd dat ding. Klokken meten volgens zelfverzonnen regels het verval van opgeslagen energie, maar de tijd zelf is eerder de bron van alle energie dan het verval ervan. Met klokkenpraatjes komen we er niet dus, ook al stelde Einstein tegenover Heisenberg dat uurwerken de tijd zouden bepalen. Notabene wat wij maken, dat wat wij afhankelijk gesteld hebben zou de oorzaak der oorzaken, de tijd bepalen.... Goed, Einstein maakte dus grappen zullen we maar zeggen. De waarheid is dat we onwetend zijn, ook Einstein kon de grote samenhang, de verenigde theorie niet formuleren voor de natuurkunde.
Maar is de tijd dan nu, natuurkundig bezien, een vorm van energie? We blijven voorlopig maar even hangen op de natuurkundige problematiek met het tijdbegrip omdat dat het enige geloof is dat ons in de moderne wereld nog rest als heersende denkrichting voor het onderwijs. Met de wetenschap zijn we dan vrij van illusie en nuchter..., althans dat was de bedoeling. Natuurlijk zijn er speculaties, gissingen en mislukkende theorieën en geldt het experiment dat kan worden gerepliceerd als doorslaggevend voor het bewijs van iets. Dus kunnen we de tijd nu bewijzen als een vorm van energie? Energie is materie maal de lichtsnelheid in het kwadraat zei Einstein. Leuk gesteld, maar waar is de tijdfactor in de vergelijking als de snelheid van het licht een constante is? Materie is tijdenergie mag je misschien wel zeggen van Einstein. Maar die formule van hem houdt in dat we dan de wereld af moeten branden voor energie. Of je nu een houtvuurtje stookt of een kerncentrale, dat is om het even, de energie moet van materie komen met deze visie op energie. En dat vormt een bedreiging zo langzamerhand voor ons voortbestaan, niet alleen Irvin Laszlo van de Club van Boedapest en de Club van Rome stelt het, maar de hele wereld weet het zo langzamerhand. 'Tegen de achtergrond van onze westerse consumptiemaatschappij tekent zich een somber beeld af van de toestand van het ecosysteem Aarde' (Peter Tom Jones in: De Entropische Wereldorde1). We moeten anders gaan nadenken over tijd en energie. We moeten met de chaostheorie de tijd als iets creatiefs gaan zien, als iets dat energie en materie schept. Er is in de chaostheorie sprake van non-lineariteit in de wordingsprocessen van het universum: ze vertonen naast onvoorspelbaarheid ook recursie, systemen raken betrokken op zichzelf en geven in negentropie, de neiging tot orde, patronen en bewustzijn. Chaos kan determinisme kennen, een zekere drang tot zijn in bepaalde patronen. Samen met Isabelle Stengers schreef Prigogine het Boek Order out of Chaos waarin hij het verband met het tijdbegrip duidelijk maakt: 'We kunnen het oude a priori onderscheid tussen wetenschappelijke en ethische waarden niet langer accepteren…. Tegenwoordig weten we dat tijd een constructie is en daarom een ethische verantwoordelijkheid met zich draagt…. Als gevolg daarvan is de individuele activiteit niet tot betekenisloosheid gedoemd.' Dat de tijd schepping van massa en energie inhoudt lijkt een heel logisch gegeven van onze ontstaansgeschiedenis. Freek van Leeuwen merkt in zijn boek Geestkunde het verband met de tijd hierbij op: 'Zoals energietoename en massatoename hangen ook lengtecontractie (ruimte) en tijddilatatie (tijd) met elkaar samen: zij houden elkaar in evenwicht en bij hoge snelheden worden zij meetbaar met elkaar uitgewisseld: de ruimte krimpt en de tijd zet uit. Ruimte en tijd staan niet los van elkaar, maar vormen als vierdimensionaal ‘ruimtetijd-continuüm’ een eenheid: ruimte geeft daar drie dimensies aan en tijd de vierde. Alle gebeurtenissen vormen punten in die ruimte, die in de ruimte-tijd langs een ingewikkeld netwerk van ‘wereldlijnen’ bewegen: een wereldlijn is de tijd als het voortstromen van een gebeurtenis in de ruimte.' Maar dat redeneren over de expansie en contractie van de tijd waar van Leeuwen zo vrij en logisch mee bezig is kan de zittende natuurkunde op basis van haar huidige thermodynamische stellingen niet zomaar accepteren. Ze reserveert die gebeurtenis van de schepping voor de oerknal waardoor alles er ineens was, ook al moest men dan later opeens gaan rekenen met z.g. 'donkere energie' om de zaak kloppend te krijgen. De schepping van de energie en de materie die nu niet meer zou gebeuren, gebeurde echter niet ergens vaag in een kosmisch verleden. Nee, dat gebeurt nog steeds nu en het houdt ook niet op totdat alle 'donkere materie' manifest is of totdat de balans met de 'donkere materie' zo doorslaat dat het universum instort in plaats van steeds verder en sneller uitdijt zoals we nu weten. God was niet een steen die met de oerknal uit elkaar vloog zodat het nooit méér wordt dan de materie van die steen. Dus ja, de tijd vormt energie in zijn relatieve tegen zichzelf indraaiende vorm dus. Een creatieve tijd waar we ethischer mee moeten zijn. Een meer ethisch tijdbesef houdt ook een bewustzijnsomslag in het onderwijs in. Het leerproces, zo stelt  Wim van Dungen in Chaos, 'hangt immers samen met de mate waarin een systeem in staat is veranderingen in het dynamisch patroon te assimileren en om te vormen tot nieuwe interne operatoren die de  totale samenstelling van het systeem beïnvloeden & veranderen'. We moeten komen tot een nieuw leren. Laszlo heeft volkomen gelijk met wat hij stelt in zijn boek Chaospunt: over Ecologische ethiek: we werken ons negentropisch naar een hoger niveau van organisatie of we krijgen entropisch een totale ineenstorting. En de tijdfilosofie is de kern van deze zaak, zowel natuurkundig als filosofisch/spiritueel. We moeten vertrouwen op de zelforganisatie van natuurlijke systemen. Hij haalt er de systeemtheorie bij en spreekt met nobelprijswinnaar Prigogine van Manfred Eigens cross-katalytische systemen in de natuur die samen orde genereren ongeveer zoals bedrijven dat doen die samen een auto produceren. In zijn boek Kwantum Shift in het Wereldbrein stelt hij in hoofdstuk 6, Een Planetaire Ethiek: "Ecologische ethiek is gericht op het harmoniseren van ritmen, dynamiek en de bewuste en onbewuste invloeden van menselijk leven op de natuur met de ritmen en dynamiek van de natuur zelf." We moeten ons dus meer bewust zijn van de tijd in haar natuurlijke vorm en ritmiek van zon en maan en daarbij het subjectivisme, ook filosofisch, op dit punt laten voor wat het is. In de natuur gaat het volgens Ilya Prigogine om non-lineaire onomkeerbare processen en niet om enkel eenvoudige, lineaire omkeerbare processen. Prigogine toonde aan dat onevenwichtige open systemen zich spontaan organiseren. In Prigogine's ogen was de tijd van de zekerheden definitief voorbij. Meer nog, hij zag onzekerheid als een bron van rijkdom. Daarmee demonstreerde hij een rotsvast geloof in de kracht van de mens die die openheid en onzekerheid zou kunnen accepteren. Net zoals Karl Popper noemde hij zich 'de waarschijnlijk meest optimistische pessimist'. Als optimisten moeten we gezien onze lineair georiënteerde standaardtijd-manipulaties dus stellen dat, om met Prigogine te spreken, we de ethische - en ecologische - waarde van het tijdbegrip moeten proberen te accepteren. Maar lukt dat als vrijheid en subjectiviteit hand in hand gaan? We kunnen niet meer redeneren als b.v. Berkley die stelde dat de tijd niets is los van de opeenvolging van beelden in onze geest. We zouden meer met het principe van panta rhei moeten gaan stellen: 'Dat is nu de wet van de tijd: de verandering is het absolute, niet dat wat verandert'. En zo moeten we consequent doorredenerend ook het idee van een absolute lichtsnelheid als de maatstaf aller dingen dan loslaten (René P.B.A. Meijer in De Ether Bestaat!).

De tijd laat zich praktisch gewoon afmeten aan de ruimte. Ieder punt in de ruimte is in tijd uit te drukken en zo heeft iedere plaats zijn eigen tijd. Dat is relativiteit, relatieve tijd of anders hebben we een identieke-tijdscrisis, een identiteitscrisis... (denk aan Hitler die de zonetijd introduceerde in Europa). De ruimte is een fenomeen van de relatieve tijd. En dit is een inzicht dat levens kan veranderen. Zo schrijft Fred Matser in zijn boek Rediscover Your Heart: 'Dit inzicht in de aard van tijd en ruimte had voor mij uiterst ingrijpende consequenties. Ik ging beseffen dat ieder van ons – ja, zelfs elk deeltje in het universum – vreedzaam zijn eigen unieke positie in de matrix van ruimte en tijd inneemt en naast al het andere bestaat, ofwel coëxisteert.' In de literatuur weet men het soms nog mooier te zeggen. Tenessee Williams zei b.v.: 'tijd is de grootste afstand tussen twee plaatsen'. En inderdaad het tijdloze is de kortste afstand. Heel goed getroffen. Onze vaderlander Harry Mulisch stelde daarbij: 'Als we binnenkort alle raadsels hebben opgelost, zullen we nog altijd het raadsel van de tijd overhouden. Dat zijn we namelijk zelf.' En inderdaad. Als we de wanhoop van de natuurkunde achter ons hebben dan landen we aan bij de noodzaak van de zelfkennis. Maar de natuurkunde is koppig: zij ontkent alles, voor haar bestaat er geen cultuurneurose en geen wanhoop. Althans niet in haar boeken. Zij vindt, met uitzondering van enkelen als F. Capra en D. Bohm, de spiritualiteit en de zelfkennis der wijzen maar geklets, nee zelfs een flauw excuus en een uitvlucht. Concreet moeten we zijn voor de zittende heren der natuurkunde. In hun visie zijn de verschillende krachten van de tijd de bron van de energie, ze vormen het condensaat van de materie. De krachten die we kennen als fundamenteel zijn de zwaartekracht, de elektrodynamische kracht en de sterke en zwakke kernkracht. Maar de vraag met hen is dan: hebben we nu de tijd te pakken als we experimenteel de zwaartekracht (of inertiële kracht volgens het equivalentieprincipe) afzetten tegen de reactiekracht van magneten b.v.? Die krachten moeten toch een dynamische verhouding hebben als we op basis daarvan een bewegend universum zien? Levert de zwaartekracht in enig experiment zo'n constante druk dat de magneetkracht zijn rust niet kan vinden en zo de tijd zelf weergeeft als de wet van de onrust, de tijdwet? Zo'n experiment is nog niet gelukt ondanks de vele pogingen en de make-belief artiesten die met die verwachtingen voor een zelflopende machine een sociopatisch spelletje schijnen te spelen van verstrikt raken in beloften en leugens (zie 'De Energiekwestie en de Orde van de Tijd' - ).  De geschiedenis van de perpetuum mobile is die van de speurtocht naar de wet van het behoud van beweging en, ondanks de gevallen van bedrog, niet die van de wet van behoud van de aandacht (en het geld) van een publiek. Want dat laatste is meer iets voor goochelaars. We zien die tijdwet de hele dag werkzaam om ons heen. De tijd is niet te stoppen en toch kunnen we natuurkundig niet de formule voor dat energiebegrip opstellen. Dat is nu de wanhoop van de natuurkunde. Ze verliest zich in theorieën over de tijd, maar respecteert die tijd niet zingend op het vinkentouw van de politiek bepaalde pragmatische standaardtijd, de tijd-is-geld-tijd die alle natuurlijke cyclische dynamiek uit de tijd haalt door de dag en week niet te schrikkelen en ons zo een verkeerd tijdbewustzijn geeft dat haaks staat op wat Laszlo hierboven vermeld zei (zie nogmaals de site theorderoftime/ned). We zien wetenschappelijk de tijd van het universum en vragen ons af hoe we die moeten vangen in een mechanische opzet die de krachten zo in evenwicht brengt dat de tijdwet wordt verraden. Maar nee, nee en nog eens nee, die wet is evident geheim. Iedereen ziet het als het patent van God. We moeten geloven in Hem. Hij is de uitvinder van het tijdgebeuren, van de perpetuum mobile die het universum is, en wij mogen Hem gaan zoeken experimenteel of spiritueel.

En als het met een natuurkundig experiment dan niet lukt Zijn wil van de tijd als een krachtbron aan te tonen, dan blijft vanzelf de spiritualiteit over. Weg met de wanhoop, we geloven het wel met de bewijskunde. Wie ontkent nu de tijd? De mediteerder toch zeker... En waarom, is dan duidelijk: zo vinden we het geluk, de bevrijding uit de materiële ellende van geboorte, ouderdom, ziekte en dood. Dat is klassieke wijsheid. Spiritueel plaatsen we het tijdloze tegenover de tijd. Stop de beweging van de tijd in de geest, die de geest bezighoudt, die de geest afleidt van haar basis in het stabiele zelf van de getuigenis. 'Yogas'cittavrittinirodhah' zegt Patañjali kort (Yoga Sûtra I-2). Dat is yoga. De tijd stoppen kan alleen als je aan yoga doet, als je loslaat met die filosofie en die oefeningen doet van meditatie en gebed (met mantra's). Dan wendt je de blik van de tijdwereld af en kan je het tijdloze, gelukzalige, duurzame bewustzijn genieten. En dan ken je de tijd zoals die is omdat je er niets meer mee wil. Pas dan ken je de tijd zuiver. De tijd zoals die is, niet zoals je hem zelf indeelde of samenlevend maakte met of zonder standaardtijdklokken en kalenders. Dat is yoga. Maar wie is nu een zuivere yogi? Het is zo moeilijk als het beheersen van de wind, zegt Arjuna in de Bhagavad Gītā tegen Krishna zijn vriend en wagenmenner. Krishna helpt hem dan en zegt vervolgens drie keer in Zijn betoog dat Hij de tijd is. De tijd van vernietiging die je alleen met Hem overleeft, de tijd als de essentie van het leven, ook het behoud van het leven, de tijd van de werkelijkheid van de schepping. De religies laten zien dat het onderkennen van de tijd een noodzakelijk kwaad is. Jezus zegt ons de vader op aarde te volgen zoals Hij in de hemel is. Wou hij de maankalender van het oude Rome weer terug? Meer zonnewijzers? Horloges waren er nog niet. Je moet dat wat van de tijd is goed regelen zoals Laszlo het ook al zei, want dan heb je er geen problemen mee en kan je je er vanaf keren in het gebed en de meditatie om het eeuwige, de verlossing te bereiken. De goden bidden daarbij: 'O Ongeborene, leidt ons in het op de juiste tijd brengen van onze offers waardoor we samen de maaltijd kunnen delen en ook alle andere levende wezens te eten hebben zodat we met het aanbieden van het voedsel ongestoord kunnen eten.' (S.B 3.5: 49). Goed op tijd ons eten, voor iedereen, geen oorlog. Prima. Maar als we niet precies weten wat tijd is, wat is dan de juiste tijd? Het ritme van de natuurlijke tijd zoals Laszlo zegt? Is Zijn tijd de natuurlijke tijd en is de tijd die we met klokken en kalenders doen de verkeerde? De islam gebruikt tabellen om de klok de les te lezen: volg de zuivere zonne- en maantijd. En Mohammed is in die aanwijzing voor het geloof niet origineel. Niet alleen Plato sprak al over het zich richten naar het hemelse patroon, ook Krishna zei dat al in de Gītā duizenden jaren eerder: Ik ben het licht van de Zon, Ik ben de orde van de maan onder de sterren. Een twaalftallig stelsel dus met een zonnewijzer en een maankalender wat Hem betreft. In de ogen van de Islamiet vormen klokken eigenlijk een perversie, omdat daarmee de tijd is geregeld terwille van het geld. Tijd is geld? Hoezo, een klokkenfabriek in Arabië? Tijd is God! Nu weten we het. Willen we vrede in Afghanistan, moeten we dan de zuivere zon respecteren om van Allah's fundamentalistische wraakzucht verlost te raken? De politiek kan hier geen antwoord op geven. Dat is immers ieders eigen overtuiging. Het beste wat de politiek kan is zich er niet mee bemoeien socratisch zeggend: 'We weten niet wat het is eerlijk gezegd, wat kunnen we er dan wettelijk van voorschrijven? Wat zouden we dan anders voorschrijven dan, in Gods schoenen staand, ons machtscomplex de ander te willen beheersen terwille van het geld? De tijd is van God, niet van de mensen en ook niet van het geld'. En de actuele wijsheid van India ondersteunt dit inzicht: 'Time is God. All things happen according to the dictates of Time; Both good and bad depend on Time; Prosperity and poverty likewise depend on Time; Time is the determinant of all things, there is none who is not subject to Time in this entire world; that's the Truth.' (Quote: Sathya Sai Baba). Het is inderdaad precies wat Harry Mulish zegt: de tijd houdt de opdracht in van de zelfverwerkelijking om je eigen frequentie, ritme, regelmaat en orde te vinden met de tijd. Wat maak ik - of wij als subcultuur - ervan, van die paradox dat ik de tijd pas zuiver kan zien als ik me ervan afkeer en er dan spiritueel gelukkig mee ben als ik er als een deus ex machina buiten sta en geen last meer van heb? Alleen met je eigen verantwoordelijkheid voor de tijd kan je je eigen hier en nu bereiken en verwerkelijken wat zo vele spirituele predikers zeggen: 'De meeste mensen zijn afgescheiden van die levensstroom. Ze vechten tegen zichzelf en staan niet meer open voor het leven, dat nu zijn uiterste best doet om voor hen te werken. Stop met vechten, geef je over aan het nu en zie hoe zaken zich vanzelf en moeiteloos manifesteren. Een probleem bestaat nooit in het heden, maar heeft alles met toekomst en verleden te maken – en beiden bestaan alleen in onze geest.' Eckhart Tolle (Magazine Ode juli 2004).
'Tijd is alleen maar een illusie, voortgebracht door de opeenvolging van onze bewustzijnstoestanden op onze reis door de eeuwige duur; hij bestaat niet waar er geen bewustzijn is waarin die illusie kan worden teweeggebracht, maar ‘ligt dan te slapen’. Het nu is slechts een wiskundige lijn die dat deel van de eeuwige duur dat wij de toekomst noemen, scheidt van het gedeelte dat wij het verleden noemen. Niets op aarde heeft werkelijke duur, want niets blijft ook maar tijdens het miljardste deel van een seconde onveranderd of gelijk. De gewaarwording die wij hebben van de werkelijkheid van het deel van de ‘tijd’ dat bekend staat als het nu, wordt veroorzaakt door het vervagen van dat kortstondige beeld, of opeenvolging van beelden, die door onze zintuigen worden opgevangen, terwijl de waargenomen dingen overgaan van het gebied van idealen dat wij de toekomst noemen, naar dat van herinneringen dat wij het verleden noemen.' Dit zei degene die meer dan honderd jaar geleden als een van de eerste denkers al de filosofie van India wilde integreren in het Westen: de theosofe Madame H.P. Blavatski. En terecht, India is een voorbeeld van een geslaagd idee van de zelfverwerkelijking met de tijd, met kāla zoals het Sankriet woord luidt. In India staat de tijd, tot de wanhoop van vele onwetende toeristen, stil en is de geest van duizenden jaren ook nu nog, ondanks de standaardtijd van het geld verdienen, helder aanwezig: de tijd is er God en die indiase God van de Tijd laat ieder zijn eigen weg ermee.

Spiritueel leven we in het heden als de enige werkelijkheid die er is. Het is eenvoudig gezegd, maar bestaat het heden nu uit één halve nanoseconde verleden en één halve nanoseconde toekomst of duurt het nu één nanoseconde? Een verklaring ligt verborgen op metaniveau. In het nu schuilt een mysterie van verbondenheid in de oertijd, in het ware zelf, het Akashaveld dat meer is dan een natuurkundig, onpersoonlijk fenomeen. Het persoonlijke tegenover het onpersoonlijke is ook maar een dualiteit die je niet in tweeën kan knippen omdat de andere helft je niet aanstaat. Zien we de tijd goed, dan zien we ook de persoon, ook de klassieke persoon van Mohammed die ons gebedstijden geeft, of Krishna die ons meditatietijden geeft en zelfs Jezus die ons het gezag van de Vader ermee voorhoudt. Of je het nu wetenschappelijk opvat of niet, het Nu omvat het Nu van alle tijden. Er is wat men Universele Symmetrie noemt.  Hierin geldt zowel het ‘of-of’ als het ‘en-en’. Het geldt de volledigheid van alle tijd die in het Nu holografisch wordt weerspiegeld. Dat is de totaliteit van de kosmische visie van de tijd, de blik van God waarin we geheel verlicht alles van alle tijden kunnen zien. In het idee van het enge heden geldt ook voor een nog kleinere eenheid dan het miljardste deel van een seconde opnieuw deze ‘these, antithese en synthese’ van de keuze die we hebben met de tijd. De tijd als een Hegeliaanse these-slinger blijft een proces volledig in zichzelf in al zijn aspecten. Wanneer je zo consequent logisch doorredeneert blijkt uiteindelijk zelfs dat het nu niet bestaat. De verandering van de werkelijkheid van de tijd is absoluut, hoe relatief of spiritueel ook bekeken. Einstein vindt dat men de absolute tijd niet kan waarnemen, Blavatsky heeft het over een wiskundige lijn en Ouspensky schrijft dat verschijnselen uit het gebied van de vierde dimensie niet door onze zintuigen kunnen worden waargenomen. Het mysterie van het leven zit in deze dimensie verborgen. De tijd dimensionaal bezien herbergt het hele mysterie van onze kleine ziel tot aan de grootste Superziel, ongeacht de religie. De vrije keuze, de vrije wil die we hebben ligt als het ware op deze grenslijn tussen het absolute en het relatieve van de toekomst en het verleden. De absolute tijd, het eeuwige nu dat tot op het punt van niet-zichtbaar-bestaan tussen verleden en toekomst is ingeklemd, impliceert dat de waarheid van de keuzes die we maken steeds in het midden ligt. Als we in die persoonlijke keuze dan met een positief beeld van de tijd de zaken meer open laten en vertrouwen op het zelforganiserend vermogen dat er is in de negentropie van de cyclische tijd van het universum, kunnen we de vrees de baas worden die er bestaat voor de chaos, vereenzaming en verwildering die er is als gevolg van de entropie van de lineaire tijdvormen. De tijd is niet alleen maar destructief.


Dit artikel schreef René P.B.A. Meijer

samen met Harry P.B.M. Nijhof
voor de
 Filognostische Associatie, 3 mei 2010.







Personen:
Jan Börger
 http://www.ibizweb.nl/borger
Wim van den Dungen
 http://www.sofiatopia.org/equiaeon/nchaos.htm
Peter Tom Jones
 http://www.yabasta.be/De-entropische-wereldorde-Deel-I
Freek van Leeuwen
 http://www.geestkunde.net
Christian Maes
 http://itf.fys.kuleuven.ac.be/~christ/jour/kreupel.pdf
René Meijer
 http://theorderoftime.org/aadhar/boeken/deetherbestaat.htmlhttp://theorderoftime.com/ned/persoonlijk/lied/index.html
Harry Nijhof
  http://theorderoftime.org/ned/leden/harry/index.php/Site/Inhoud
Ila Prigogine http://www.stichtingtijd.nl/publicaties_prigogine.html
Eckhart Tolle http://nl.odemagazine.com/doc/0068/Tijd-voor-nu-Een-gesprek-met-Eckhart-Tolle
Reidar Finsrud 
 http://www.youtube.com/watch?v=E9GucVwc36Q
 http://www.galleri-finsrud.no/sider/mobile/mobile.html
       
Sites:
http://theorderoftime.org/ned
http://www.timeshadow.nl/
http://bhagavata.org




© 2010 theorderoftime.com. Voor de copyrights op dit artikel geldt het z.g. Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License copyright. Dit betekent dat men vrij is te kopiëren en te bewerken onder voorwaarde dat men de bron vermeld 
(de auteursnamen en de sites theorderoftime.com en/of bhagavata.org), het resulterende werk alleen maar kan worden gedistribueerd onder dezelfde of soortgelijke licentie en dat men zonder schrifelijke toestemming de tekst niet kan gebruiken voor commerciële doeleinden.






 

 

          



 


© De Orde van de Tijd