musicbutton

 

 

 De Droom | Werkeloosheid? Propaganda! | De Geboorte van de Tijd | De Leugen en de Val | Een Valse Vereniging

Werkeloosheid? Propaganda!

Een beschrijving van de frustraties van de kromme geest der werkeloosheid.

Door R.P.B.A.


Geen Baan

Nee, meneer wij hebben geen werk,
we  hebben geen baan voor u.

Echt niet nee,we voelen met u mee maar ook wij
hebben geen plaats meer vrij.


Daar kan ik met mijn kop niet bij.
Hoe moet dat nou? Zoiets is toch niet mogelijk.

Wat is dit voor maatschappij?
Het brengt een man totaal tot razernij.

Dat is toch waanzin!
Ik begrijp het niet, dit is niet te geloven.

Daar sta je dan en wel beschouwd
met twintig al te oud.

Nee, meneer wij hebben geen werk,
we  hebben geen baan voor u.

Echt niet nee,we voelen met u mee maar ook wij
hebben geen plaats meer vrij.


We zitten in de rode cijders, we moeten echt zolang saneren
totdat de zaak een zaakje wordt.

Het spijt ons, we kunnen echt niet meer
studeren accepteren, u zult  iets anders moeten doen.

Jammer, ik kan het ook niet helpen maar u heeft daar
een verkeerd diploma voor.

Helaas, ik kan u helemaal niet vinden
in ons systeem komt u niet voor.

Nee, meneer wij hebben geen werk,
we  hebben geen baan voor u.

Echt niet nee,we voelen met u mee maar ook wij
hebben geen plaats meer vrij.

(Tekst: Herman van Veen)

 

Ik ben werkloos maar gelukkig. Ik ben de Jood van het kapitalisme, ik mag niet bestaan. Waar ik voor leef wordt bestreden. Werkeloosheid is verkeerd. Ik moet ongelukkig zijn zonder iemand die me zegt wat ik moet doen. Ik ben een tweederangs burger zonder een salaris. Ik moet tot arbeid worden gedwongen want ik ben lui.
   Ik ben de zondaar van het fundamentalisme, want ik sluit me niet aan. Alles wat ik buiten het arbeidsbestel om doe is een illusie, is niets waard, is egoïsme. Ik heb geen gezin, geen auto en geen vakantie. Ik ben niemand. Ik ben nutteloos. Als ik geen geld verdien ben ik goddeloos. Ik moet de samenleving dienen, een tegenprestatie leveren. De uitkering die ik krijg verdien ik niet; klaarstaan, aan de weg timmeren en de vrede bewaren, aangepast zijn en God dienen is in feite tot iets goddeloos verklaard. En dat mag ikzelf niet uitmaken. Ik ben een kind van God en de Vader zit in Den Haag. En Vader zegt met een valse stem: 'Mijn zoon, werk voor mij'.
   Ik ben de vloek van het socialisme want ik heb geen baan. Ik ben de oorzaak en het gevolg van het individualisme. Tegen mij vecht de hele maatschappij en iedere partij, want ik sta buiten de maatschappelijke orde die beschaafd en beheerst is. Ik moet worden gecontroleerd en geherintegreerd. Ik lig eruit en deed nooit goed mee, en wat ik doe is verkeerd als het niet tot een arbeidsverband leidt. Het is mijn plicht een bijdrage te leveren die mij economisch zelfstandig maakt, die mij economisch afhankelijker maakt.... die mij economisch zelfstandig maakt, die mij economisch afhankelijker maakt.... etc.

   Ik ben de vijand van de natie en de nationalist, de verschoppeling die zich niet vrij mag vestigen, de klaploper en de profiteur omdat ik een soort van parasiet ben die alleen maar eet en niets meer presteert dan afval. Ik ben asociaal en een verrader van de trots van het vaderland. Ik moet een uniform aan en een andere werkeloze gaan doodschieten die ik mijn vijand moet noemen, want zo gaat dat met nutteloze mensen. Ik ben iemand zonder eigenwaarde, zonder gelijke burgerrechten; ik mag geen bezit hebben, ik mag niet spreken, Ik heb het recht niet want ik wordt er niet met een salaris voor gewaardeerd. Ik ben minder dan een huishond. Kan ik niet met geld omgaan, dan wordt ik bij de vuilnisbak gezet.

DIT IS PROPAGANDA! Geloof er niet in. Dit is mijn verhaal: geloof er niet in. Kom voor jezelf op, geloof er niet in. Vecht voor je rechten, maar dan zal een ander tegen jouw vechten! Komt de wereld zo in orde...? Ja!? Waar moet ik beginnen? De geloofsbekentenis van de propaganda is zo smerig dat mensen nog liever eenmaal daags zichzelf ruiken op de wc dan dat ze hier kennis van nemen. Nog liever zet men regelmatig het huisvuil buiten dan deze vuile was aan te moeten zien. Ik ben vervloekt, verdrongen, bespot, gewantrouwd, vals voorgesteld, met minachting besproken en verdreven. Het is allemaal mijn eigen schuld, want ik ben de ongehoorzame, de goddeloze, de asociale en de eerloze. En, dat was ik nog vergeten, natuurlijk, ik ben dom. Een beetje slim weet wel hoe hij geld moet krijgen en eervol moet zijn. Verder is er niets van belang voor ons maatschappelijk zelfbeeld. We gaan op zwart en zien niets meer. Einde verhaal. Je bent vergeten, en je hebt het vergeten, en je mag blij zijn nog een nummer te hebben op je huisdeur, in je paspoort, op je bankpasje. Wees blij, je hebt nog een nummer, ook al wordt je niet herkend als een mens. Waar hoorde ik dat eerder? Was dat niet iets op de buis? Op het propagandakanaal misschien?
   Ik dacht: ik ga alle illusies aanwijzen en opschrijven. Ik kwam erachter dat ik dan de hele wereld kan afschrijven als een illusie. Alleen ikzelf blijf dan over als de werkelijkheid. En ik zonder de rest eromheen, ben dan niet alleen liefdeloos, neen, ik besta dan zelfs helemaal niet meer. Ook in gedachten kan je zelfmoord plegen. Ik schrijf de propaganda wel af.
   Ik draag de vloek van de moderne tijd. Ik ben dus tegen de moderne tijd, ik wil niet vloeken. Ik wil niet vervloekt zijn. Ik moet het iedereen kwijtschelden. Ik ben wel van de oude tijd, ik ben wel de zegen van de natuur, donder en bliksem inbegrepen. Was de natuur niet de basis voor de gelijkheid die de Franse Revolutie moest opleveren? Helaas mislukte de tijdhervorming van die revolutie. Napoleon vond oorlog beter. We herinneren het ons als de wil der democratie en als de ondergang van onze Gouden Eeuw. Een pijn in je reet. Verbannen maar gebleven. We houden er toch niet van? Zullen we hem dan maar overdoen die revolutie, want ergens ging er iets mis dus.
   Ik ben werkeloos en heb het nog nooit zo druk gehad. Zonder een baas moet je immers alles zelf doen. Mijn eigen priester, mijn eigen leraar, mijn eigen politicus, mijn eigen soldaat, mijn eigen inkoper, mijn eigen verkoper, mijn eigen partner, mijn eigen kind moet ik zijn. Ik heb het er zo druk mee dat ik nauwelijks nog liefde over heb voor anderen. Ik kan alleen mijn eigen wereld liefhebben. En wie woont daar nog meer? Een meisje misschien? Of was het weer de droomkoningin die je 's morgens alleen achterlaat met een misbruikt gevoel en een bedorven humeur. Het verkeerde been, stap er over heen. En dat was het dan weer. Ik moet overleven voordat de anderen me te pakken krijgen. Anders sterf ik in een van mijn synthetische schoenen, anders verdrink ik in een vloed van buitenaf, anders wordt ik ziek van de stress van de macht van de wil van een ander die denkt dat hij er goed aan doet mijn leven te bepalen. Het zijn de priesters, de politici, de bazen en de familieleden die dat willen. Allen willen ze een ander iemand: een gelovige, een gehoorzame, een werknemer, een kostwinner. Maar ik geloof niet, ik weet zeker, zelfs wat ik niet weet, dàt ik niet alles weet. Ik ben geen gehoorzame, want ik luister naar mezelf. Ik ben niet in dienst te nemen want ik ben te ver heen, ik dien de orde reeds, mijn orde... maar mag ik wel mijn zeggen? Ik moet ik vergeten en wij gaan weten. Maar ook wij zijn ik de mens. Ik kan de kost niet verdienen, ik moet het leven verdienen. Ik ben oké in mijn ogen, maar waarom noem jij dat niet oké, jij baas, jij ritualist, jij regelneef en jij begeertige? Dien ik jou niet ook, ookal is het maar vrijwillig? Is dat dan de schande? Die vrijwilligheid?

september 2007 © R.P.B.A.

 Reageren op dit verhaal?             

Meer verhalen over het onderwerp Tijd
Voeg uw eigen verhalen on line toe via de feedback-pagina van de Orde van de Tijd.


___

 

 

 

 


_