4.6 Antropisch principe - Vier domeinen

De Mahatma Brieven: Geest, leven, stof, zijn geen natuurlijke beginselen die onafhankelijk van elkaar bestaan, maar de gevolgen van combinaties die door de eeuwige beweging in de Ruimte worden voortgebracht. (BRIEF No. 23B p. 172)
Thomas Henry Huxley: De belangrijkste vraag voor de mensheid – het probleem dat aan alle andere ten grondslag ligt en interessanter is dan welk ook – is het vaststellen van de plaats die de mens in de Natuur inneemt en van zijn relaties met het Heelal van de dingen.
Sir Arthur Keith Evolutie is onbewezen en onbewijsbaar. We geloven het alleen omdat het enige alternatief speciale schepping is, en dat is ondenkbaar.
H.S. Lipson Feitelijk is evolutie in zekere zin een wetenschappelijke religie geworden; bijna alle wetenschappers hebben het geaccepteerd, en velen zijn bereid om hun waarnemingen ‘om te buigen’ om deze ermee te laten overeenstemmen.
John Gribbin Het is niet omdat iedereen iets gelooft dat je het moet geloven.
Feynman: Als iemand zegt, dat-ie de Quantum-theorie begrijpt, dan liegt hij, òf hij is gek.
Juan Keymer We weten niet wat een individu is, iets halverwege de schaal tussen competitie en symbiose. (Volkskrant 28 juni 2008)

Ruimte en Tijd (Tijdsymmetrie, 'Ruimte en Tijd', Scheppingsleer, Evolutie)

Relatieve tijd en absolute tijd geven het verschil aan tussen kloktijd en innerlijke tijd respectievelijk Chronos en Kronos. De relatieve - en absolute tijd verhouden zich tot elkaar als evolutie en involutie. De relatieve tijd is de 4e dimensie, de eenheid van 'Ruimte en Tijd', de relatieve ruimtetijd. De 5e dimensie is de eenheid van het nu met de eeuwigheid, de absolute ruimtetijd (wormgat). Om deze dimensie, de evolutionaire kringloop uit te beelden wordt de lemniscaat gebruikt. De lemniscaat staat symbool voor de eeuwige wederkeer.

Antropisch principe
Volgens de hermetische spreuk 'Zo boven, zo beneden' (zie het menu) komen de eigenschappen van de geestelijke wereld, als de oorzaak ervan, tot uitdrukking in de eigenschappen van de stoffelijke wereld. Het gaat om de oude, esoterische wet van de overeenstemming: de schepper brengt zichzelf in zijn schepping tot uitdrukking.
Natuurconstanten
Het 'antropisch principe' is een denkbeeld over de betekenis die het heelal heeft voor de mens, dat is voortgekomen uit de bevindingen van natuurwetenschappers omtrent de zogenaamde 'natuurconstanten'. Een natuur(kundige)constante vormt een vast onderdeel van een wetenschappelijke formule, waarmee natuurkundige berekeningen kunnen worden gemaakt.

De grote paradox (H.P. Blavatsky TheoSofia oktober 2002 p. 179-181):
179: Een verbijsterende paradox treedt de leerling helemaal aan het begin tegemoet, en confronteert hem op steeds nieuwe manieren bij iedere bocht in de weg. Zo iemand heeft misschien het pad betreden op zoek naar een gids, een levensregel. Hij leert dat de alfa en de omega, het begin en het einde van het leven zelfloosheid is; en hij voelt de waarheid in de zegswijze dat alleen in de diepe bewusteloosheid van zelfvergetelheid, de waarheid en de realiteit van het zijn zich kunnen openbaren aan zijn verlangend hart.
181: Zo gaat het ook in het leven. Zolang een mens zich vastklampt aan zijn uiterlijk zelf – ja zelfs aan willekeurig welke van de vormen die hij aanneemt wanneer dit ‘sterfelijk omhulsel’ terzijde wordt geworpen - zo lang probeert hij een orkaan omver te blazen met de adem in zijn longen. Zo’n streven is nutteloos en ijdel; want de grote levenswinden zullen hem vroeg of laat wegblazen. Maar als hij zijn houding in zichzelf verandert, als hij handelt in het geloof dat zijn lichaam, zijn begeerten, zijn hartstochten, zijn hersens niet hemzelf zijn, ook al is hij de beheerder ervan, en ervoor verantwoordelijk; als hij ermee om tracht te gaan als een deel van de natuur, dan mag hij hopen één te worden met de grote vloedgolven van het zijn, en uiteindelijk de vredige plaats te bereiken van veilige
zelfvergetelheid.
‘FAUST’

Andrew Rooke Wat is leven?
Men kan het leven omschrijven als de enorme verscheidenheid van aspecten van bewustzijn in ruimte en tijd. G. de Purucker zegt hierover:
Bewustzijn is de bron, en deze
bron brengt door zijn eigen inherente krachten en energieën, vermogens en eigenschappen, uit zichzelf leven voort: niet op één bepaald tijdstip, maar onophoudelijk en eeuwig, en zolang zijn eigen bestaan voortduurt. Bewustzijn en leven samen verwekken de manifestaties van kracht en energie en brengen deze uit zichzelf voort, en die doen op hun beurt de stof en substanties van het universum neerslaan, zoals wijn zijn droesem doet bezinken.

G. de Purucker De Esoterische Traditie
Hoofdstuk 5
Monade, zielen en atomen (p. 119:):
Overal bewustzijnen in vele myriaden graden, van goden tot
levensatomen, die alle één algemeen pad van evolutionaire vooruitgang volgen, maar toch als individuen wegen volgen die elkaar op hoogst ingewikkelde manieren kruisen en herkruisen, en die zo de zich onderling vermengende karmische bestemming van alle dingen teweegbrengen. Zoals Einstein heeft gezegd:
Het is voor mij voldoende het
mysterie van het bewuste leven dat tot in alle eeuwigheid voortduurt te overpeinzen – na te denken over de wonderbare structuur van het heelal die we vagelijk kunnen waarnemen, en nederig te proberen ook maar een oneindig klein deeltje te begrijpen van de intelligentie die zich in de natuur openbaart.
Hoofdstuk 15
Het astrale licht en de levensatomen (p. 420,421):
Leven, beschouwd als een entiteit of als een proces, is niet iets mysterieus; het is voor de mens in feite de gewoonste zaak in de wereld, want het leven is al wat is, omdat het de
wortel of essentie van dit alles is, zonder een denkbaar begin of einde. Wat is het dat ‘leven’ geeft aan een entiteit? Het is de levenselektriciteit in de entiteit zelf; of, om onze blik te richten op meer etherische en oorzakelijke delen van de constitutie van de entiteit, we zouden het ‘leven’ van zo’n entiteit de geestelijke elektriciteit van haar monade kunnen noemen, wat maar een andere naam is voor het levenskenmerk of de individualiteit van de monade. Leven is daarom in zekere zin geest-substantie; leven is bovendien de drager van bewustzijn. Bewustzijn en leven samen verwekken de manifestaties van kracht en energie en brengen deze uit zichzelf voort, en die doen op hun beurt de stof en substanties van het universum neerslaan, zoals wijn zijn droesem doet bezinken.

G. de Purucker Gulden Regels der Esoterische Wijsbegeerte
Het Pad naar het Hart van het Universum (p. 17):
Er is een honger in elk menselijk hart, die door niets bevredigd of gestild kan worde - een honger naar iets dat meer in
overeenstemming met de waarheid is, dan waarvan de mensen in het algemeen weten, een honger naar de Werkelijkheid , een honger naar het Verhevene. Het is het heimwee van de ziel, van de geest-ziel van de mens. De oorzaak van dat verlangen ligt in het heimwee dat voortvloeit uit de herinnering van de ziel aan ons geestelijk tehuis, vanwaar wij kwamen en waarheen wij thans terugkeren.

Petra Meyer CONSCIOUSNESS - COSMIC AND HUMAN
Some aspects from the “Book of Golden Precepts”, which shares a common origin with H. P. Blavatsky’s (HPB), the “Secret Doctrine” (SD) and the “Voice of the Silence”, were translated and published in 1931 from a collection of lectures given by Dr Gottfried de Purucker. In 1935 he published a revised edition in a narrative form, which starts with a description of the 'Path to the Heart of the Universe', where it says: “… that there is a hunger in every human heart – a hunger for the Real and the Sublime – a kind of homesickness brought about by the soul-memory of our spiritual abode, whence we came and towards which we are now on our return journey, it is the saving power in men.
Traditional religious systems suggest that God produced the physical parameters as they are. Some modern scientists take the view that there must be an infinite number of parallel universes (or a multiverse), and we just happen to be in one of them that supports consciousness – the so called
‘Anthropic Principle’ that is able to ask these questions. But meanwhile another very interesting theory has emerged. Roger Penrose suggested serial rather than parallel universes (aeons within one overall universe); that the Big Bang was preceded by a previous aeon, one preceding the other, or mutated in an evolutionary process. But then the question was, what is the universe evolving towards?

Zomaar iedereen uitmaken voor racist, lees racisme (Marco Vischer interviewt Andrew Doyle Volkskrant 12 december 2020 Opinie p. 24-27):
De strijd voor
sociale rechtvaardigheid is ontspoord, meent de Britse komiek en satiricus Andrew Doyle. Spot helpt om de activisten te ontmaskeren.
In 2018 maakte Doyle een
Twitteraccount aan voor Titania McGrath, een ‘radicale, intersectionele dichter’ die strijdt voor sociale rechtvaardigheid. Ze is volgens haar bedenker het prototype van iemand die woke is: zelfingenomen en geprivilegieerd, maar levend in de waan dat ze wordt onderdrukt. Met meer dan een half miljoen volgers groeide Titania uit tot een cultheld.
U wordt vast ook uitgemaakt voor racist.
Hoe toepasselijk dus, dat Titania McGraths nieuwste boek zich richt tot kinderen tussen 6 maanden en 6 jaar. Het bevat verhalen over de meest inspirerende mensen uit de wereldgeschiedenis, zoals Hillary Clinton, Greta Thunberg en Jozef Stalin. Wat staat er zoal in? Omdat Titania een keer 24 uur was geschorst door Twitter, weet ze hoe Nelson Mandela zich moet hebben gevoeld in de gevangenis. Over Rosa Parks, de zwarte burgerrechtenactivist die in 1955 weigerde haar zitplaats in de bus af te staan aan een witte passagier, schrijft Titania dat ze iedere vergelijking met haar naast zich neerlegt: ‘Ik zou nog niet dood willen worden gevonden in het openbaar vervoer.’
U wilt een einde aan de
wokecultuur. Wat moet daar volgens u voor gebeuren?
‘We moeten moediger zijn en terugvechten. Dat zal soms vervelende gevolgen hebben: sommigen zullen hun baan verliezen, misschien ook vrienden en familie. Toch lijkt me dat beter dan het alternatief, namelijk een samenleving die steeds meer restricties zal opleggen aan wat we doen, wat we zeggen en wat we denken. De wokecultuur eindigt pas als minder mensen deze malligheid serieus nemen en als we ophouden om ons eraan over te geven.’

Kosmologie Standaardmodel
De hamvragen over het heelal (George van Hal Volkskrant 12 december 2020 Wetenschap p. 21-23):
‘Als je me twintig jaar geleden had verteld met hoeveel precisie we het heelal als geheel tegenwoordig kennen, had ik je niet geloofd’, zegt kosmoloog Rien van de Weijgaert (Rijksuniversiteit Groningen). ‘We zitten middenin wat mijn vakgenoten en ik het ‘tijdperk van de precisiekosmologie’ noemen’, zegt hij, waarin de mensheid voor het eerst verbazingwekkend exact de stand van de kosmische knoppen kan bepalen.
Met die knoppen stel je het zogeheten standaardmodel van de kosmologie in, Λ-CDM voor intimi. Dat model balt alle verzamelde kennis over de kosmos samen in één enkele wiskundige beschrijving. Het is een model dat rust op onder meer de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein en de metingen van de zogeheten kosmische achtergrondstraling: de ‘nagloed’ van de oerknal, zoals meer poëtisch ingestelde astronomen het ook wel noemen.

Column 16-12-20 (Ionica Smeets zag een getal Volkskrant Wetenschap 12 december 2020 p. 23):
Dit soort drietallen waarbij de kwadraten van twee ervan samen het kwadraat van de derde vormen, heten dan ook pythagorese drietallen. Al waren dit soort drietallen al ver vóór de oude Grieken bekend, de Babyloniërs omschreven pakweg vierduizend jaar geleden al dit soort getallen op een kleitablet, met als record het trio 12.709, 13.500, en 18.541.

Het trieste lot van het heelal (George van Hal Volkskrant 4 juli 2020 Wetenschap & Boeken p. 17-19):
Astronomen kunnen nauwkeuriger dan ooit voorspellen hoe de toekomst van het heelal eruitziet. Dit is volgens de laatste inzichten de tijdlijn van onze kosmos voor de komende miljoen googol jaar.
Over 230 miljoen jaar we hebben één galactisch rondje afgelegd
In het dagelijks leven merk je er niks van. Toch zitten we continu gevangen in een klokwerk van duizelingwekkend formaat. De maan draait in 27 dagen om de aarde, de aarde in een jaar om de zon en de zon in een galactisch jaar om het centrum van de Melkweg. Ondanks de razende snelheid van de zon – grofweg 830 duizend kilometer per uur – duurt zo'n rondje sterrenstelsel behoorlijk lang, zo’n 230 miljoen jaar.
Over 3- tot 5 miljard jaar de zon ontpopt zich tot gloeiend hete moordenaar
De zon lijkt veilig en betrouwbaar, maar astronomen weten wel beter. Door de levensloop van andere sterren nauwkeurig in kaart te brengen, ontdekten astronomen begin vorige eeuw al dat sterren
een vaste levenscyclus volgen, lees eeuwige wederkeer. Zo ook onze zon, die onder meer steeds heter zal worden.

Het paradijs bestaat niet, of toch? (Evelien van Veen interviewt Iris Hannema Volkskrant 4 juni 2016):
Beroepsavonturier Iris Hannema (31) schreef een boek over de lelijke kanten van idyllische eilanden. Daar gebeurde toen tóch iets moois.

Ik vertrek niet meer (Iris Hannema Volkskrant 4 juli 2020 Boeken & Wetenschap Ten Eerste p. 4-6):
Het coronavirus heeft het (schrijven over) reizen zoals we dat kennen de nekslag gegeven. Reisschrijver Iris Hannema zag in hotels, op vliegvelden, in de reisboekensectie en op Instagram het einde al jaren naderen: de reiziger was zijn eigen beul.
Ik dacht met een zekere weemoed terug aan het boek dat ik op reis non-stop meesleepte, zoals Amerikaanse missionarissen uit Utah in ontwikkelingslanden verkleefd zijn met hun dozen uitdeelbijbels. Narziss en Goldmund, de pagina’s vergeeld, gaffertape houdt de boel bij elkaar en op de achterkant staat de foto van de in 1962 overleden Herman Hesse die enorm op mijn opa lijkt: ouderwets, bebrild en streng. Zijn werk werd herontdekt in de jaren zestig en daarmee de lievelingsliteratuur van de hippies. Ik sleepte het vijftig jaar later, zeer post-flowerpower, ook nog eens de wereld over maar dat het boek een reiscliché was, zag ik natuurlijk niet. Zulke inzichten komen pas achteraf, als je naar jezelf kunt omkijken zonder die waas van schaamte, ouder en milder geworden.
Ik haalde het uit de kast en herlas het. God wat mooi, dacht ik weer, maar dit keer viel het me op hoezeer het bij de coronatijd paste.
De Duitse kloostervrienden Narziss en Goldmund zijn tegenpolen: Narziss de priester, Goldmund de bon vivant. In hun levenslange vriendschap vinden ze in elkaar de verloren gegane helft van zichzelf, noem het yin en yang, logo en eros, ascese en zinnelijkheid. Wie je in het leven wordt, is een soms vrijwillige, soms gedwongen keuze tussen die twee conflicterende kanten. Net als de keuze waar we nu massaal door natuurkrachten voor zijn gezet: vertrekken we nog, of blijven we nou eens een paar decennia thuis? Het moge duidelijk zijn waar de aarde het meeste profijt van zal hebben: van groots en meeslepend naar een klein leven met nul CO2-uitstoot; van Goldmund naar Narziss.

G. de Purucker Bron van het Occultisme
Hoofdstuk 5 Hiërarchieën en de leer over de emanaties - De leer over svabhåva (grondtoon)
225/226: De mens is dus een ingewikkeld web van svabhåva’s en ieder van ons heeft zijn eigen speciale svåbhåvische samenstelling. Ik zou hieraan nog kunnen toevoegen dat als iemand zou proberen na te gaan wat zijn eigen essentiële svabhåva is of die van iemand anders – als hij dat vermogen zou hebben – dit buitengewoon gevaarlijk zou zijn. Want als hij labiel of moreel zwak was, en toch genoeg kennis zou bezitten om nauwkeurig de svabhåva of
grondtoon van het karakter van een ander te kennen, dan zou het heel gemakkelijk zijn die ander aan zijn wil en denken te onderwerpen en hem op die wijze te verlagen tot het peil van een gewillige of onwillige automaat of marionet.
Hoofdstuk 5 Hiërarchieën en de leer over de emanaties - Geluid, kleur en getal
227/228: Hierop zinspeelde Pythagoras toen hij sprak over de majestueuze harmonie van de sferen. Zoals elk atoom van ieder ding in de natuur, bezield of onbezield, zijn
eigen grondtoon zingt, zijn eigen geluid voortbrengt en zijn eigen kleur en getal heeft, zo is ieder mens, iedere bloem, boom, en ieder hemellichaam een spel en samenspel van geluiden, zowel harde als zwakke, die zich tot een grandioze symfonie, en een prachtig geheel van stralende en fonkelende kleuren vermengen. Het aurische ei van een mens, bijvoorbeeld, is door de voortdurende werkingen van de pråñische aura’s niet alleen een verzameling schitterende kleuren, maar ook een levend instrument dat geluidsharmonieën voortbrengt wanneer de emoties, gedachten en gevoelens op een hoog niveau liggen, en afschuwelijke wanklanken wanneer ze worden gekenmerkt door haat en andere lage hartstochten.
Hoofdstuk 8 Goden – monaden – levensatomen
471: De volgende passage uit De Mahatma Brieven (blz. 446-7) geeft nog een sleutel: . . .
de harmonie van het heelal wordt gevormd door tegenstellingen . . . Zo volgt . . . evenals in de prachtige fuga’s van de onsterfelijke Mozart, het ene deel voortdurend op het andere, in een harmonische disharmonie op het pad van de eeuwige vooruitgang, om samen te komen en zich tenslotte op de drempel van het beoogde doel op te lossen in één harmonisch geheel, de grondtoon in de natuur. [sat].
In essentie is de stof dus even goddelijk als de geest, want ze is slechts de schaduw of de voertuiglijke kant van de geest.

Ruud Muschter MYSTIEK - schep je eigen wereld
Hoofdstuk 32. Beproeving en karma (p. 97)
Uit het voorgaande kan volgen, dat de reactie van het individu op het karma afhankelijk is van zijn bevattingsvermogen en van de omgeving waarin hij verkeert. Of hij het karma positief of negatief noemt, wordt bepaald door de wijze waarop hij tegen het leven aankijkt. Beproevingen doen zich aan ons voor in gedachten, daden en situaties en onderscheiden zich door hun aard en hun aanwezigheid. In hun meest subtiele vorm uiten beproevingen zich in de gedachtewereld en worden ze gevolgd door handelen of niet-handelen. De gedachten zijn te verdelen in twee groepen: de positieve en de negatieve. Een beproeving treft ons op de plek waar wij te treffen zijn: onze achilleshiel. Zijn we gehecht aan bezittingen? Dan worden onze bezittingen ons kwetsbare punt. Zijn we lichtgeraakt? Dan kan onze lichtgeraaktheid ons in moeilijkheden brengen. Betekent ons werk alles voor ons? Dan zal een beproeving op dat punt extra aankomen. We leren het intensiefst op de punten die in ons bestaan de toon aangeven. Is liefde voor ons het meest wezenlijke? Dan zullen onze diepstgevoelde ervaringen zich rond dat thema afspelen.

En toch is de basis van de filosofie van zowel Advaita en die van de boeddhistische geleerden dezelfde, en beiden hebben eenzelfde eerbied voor het dierlijke leven, want beiden geloven dat elk schepsel op aarde, hoe klein en nederig het ook is, ‘een onsterfelijk deel is van de onsterfelijke stof’ — want stof heeft voor hen een heel andere betekenis dan voor een christen of een materialist — en dat elk schepsel is onderworpen aan karma. (DGL Deel I p. 705 en DGL Deel II p. 725):

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I en Deel II
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 15 Goden, monaden en atomen (p. 680,681):
De monade – slechts de uitstraling en
weerspiegeling van het punt (logos) in de wereld van de verschijnselen – wordt, als de top van de gemanifesteerde gelijkzijdige driehoek, de ‘vader’. De linkerzijde of lijn is de duade, de ‘moeder’, die wordt beschouwd als het kwade, tegenwerkende beginsel (Plutarchus, De Placitis Placitorum); de rechterzijde stelt de zoon voor (in iedere kosmogonie ‘de echtgenoot van zijn moeder’, omdat hij één is met de top); de basislijn geeft het universele gebied van de voortbrengende Natuur weer, die op het gebied van de verschijnselen vadermoeder-zoon verenigt, zoals deze in de bovenzinnelijke wereld waren verenigd in de top. Door mystieke vervorming werden ze het viertal – de driehoek werd de TETRAKTIS.
Deze transcendentale toepassing van de meetkunde op de kosmische en goddelijke theogonie – de alfa en omega van de mystieke gedachte – kreeg na Pythagoras door toedoen van Aristoteles veel minder betekenis.
685: Hun eerste oorzaak werd aanvankelijk aangeduid door de drievoudige shaddai, de [drie-enige] almachtige, vervolgens door het tetragrammaton, JHVH, het symbool van het
verleden, het heden, en de toekomst2 en, laten we eraan toevoegen, van het eeuwige Is, of het IK BEN. Bovendien brengt de naam JHVH (of Jehovah) in de kabbala een hij én een zij tot uitdrukking, mannelijk en vrouwelijk, twee in één, of chokhmah en binah, en zijn (of beter gezegd hun) shekhinah of samenvattende geest (genade), die van de duade opnieuw een triade maakt. Dit wordt aangetoond in de joodse liturgie voor Pinksteren, en in het gebed: ‘In de naam van het één-zijn, van de heilige en gezegende Hû [He], en zijn shekhinah, de verborgen Hû, gezegend zij JHVH [het Viertal] voor eeuwig.’ Men zegt dat Hû mannelijk is en JAH vrouwelijk; samen vormen ze de dja hwhy, d.w.z. één JHVH. Eén, maar met een mannelijk-vrouwelijke natuur. De shekhinah wordt in de kabbala altijd als vrouwelijk opgevat.3
DGL Deel I Stanza 16 Cyclische evolutie en Karma (p. 705):
Als men een brahmaan die de Advaita-Vedånta volgt, zou vragen of hij in het bestaan van God gelooft, zal hij hoogstwaarschijnlijk hetzelfde antwoord geven dat ook Jacolliot kreeg:
‘Ikzelf ben God’; een boeddhist (vooral een Singalees) zou eenvoudig lachen en antwoorden: ‘Er is geen God, geen schepping.’ Toch is de basisfilosofie van de Advaita- en die van de boeddhistische geleerden dezelfde, en beiden hebben eenzelfde eerbied voor dierlijk leven, want beiden geloven dat elk schepsel op aarde, hoe klein en eenvoudig het ook is, ‘een onsterfelijk deel is van de onsterfelijke stof’ – want stof heeft voor hen een heel andere betekenis dan voor een christen of een materialist – en dat elk schepsel onderworpen is aan karma.
DGL Deel II Hoofdstuk 25 De mysterieёn van het zevental (p. 725):
Elk van deze grote stelsels heeft echter een
kwetsbare plek. Terwijl beide zelfs in hun esoterische interpretatie het slechts erover eens kunnen zijn dat ze het oneens zijn, komt aan alle onenigheid een einde wanneer hun respectieve kwetsbare plekken naast elkaar worden gezet, want dan zullen de twee zich op gemeenschappelijk terrein bevinden. De ‘achilleshiel’ van het orthodoxe brahmanisme is de Advaita-filosofie, waarvan de aanhangers door de vromen ‘verkapte boeddhisten’ worden genoemd; terwijl de achilleshiel van het orthodoxe boeddhisme de noordelijke mystiek is, vertegenwoordigd door de discipelen van de filosofieën van Åryåsa¥ga (de Yogåchåra-school) en het mahåyåna, die op hun beurt door hun geloofsgenoten worden uitgemaakt voor ‘verkapte Vedånta-aanhangers’. De esoterische filosofie van beide moet wel een en dezelfde zijn als men deze zorgvuldig analyseert en vergelijkt, omdat Gautama Boeddha en Shakaracharya heel nauw verwant zijn, als men de overlevering en bepaalde esoterische leringen gelooft. Zo zal men ontdekken dat elk verschil tussen deze twee eerder op de vorm dan op de inhoud betrekking heeft.

G. de Purucker geeft in zijn boek Aspecten van de Occulte Filosofie een samenvatting van de interdisciplinaire aanpak in het oeuvre van H.P. Blavatsky.
Hoofdstuk De zes grote scholen van de Ouden (p. 32):
De
zes darshana‘s of zienswijzen of scholen zijn respectievelijk
- de
Nyaya, gesticht door Gotama;
- de
Vaiseshika, gesticht door Kanåda;
- de
Sankhya, gesticht door Kapila;
- de
Yoga, gesticht door Patañjali;
- de
lagere en hogere Vedanta, gesticht door Vyasa;
- de belangrijkste school van de hogere Vedånta was de
Advaita, te danken aan de leer van de hindoe-avatåra Shakaracharya. Deze, de Advaita-Vedånta, is tegenwoordig waarschijnlijk de meest verbreide filosofische school in India.
32,33: De zes ‘zienswijzen’ of scholen kunnen in drie paren worden verdeeld die als paren optreden omdat ze overeenkomen wat systematische formulering en filosofische visie betreft; daardoor kunnen de zes grote stelsels van de hindoefilosofie
logisch tot drie worden teruggebracht, die overeenstemmen met respectievelijk de Arambha, de Parinama en de Vivarta. Deze paren zijn de volgende:
(a) de
Nyaya en Vaiseshika, die men kortweg misschien de atomistische school kan noemen en overeenkomt met de Arambha;
(b) de
Samkhya en Yoga, die men op grond van hun kenmerkende filosofische beginselen en stelsel de filosofische school kan noemen die handelt over emanatie-evolutie, gecombineerd met ademhalingsoefeningen en zelftraining. Dit tweede paar komt overeen met de Parinåma;
(c) de
lagere en hogere Vedanta, waarvan vooral de hogere Vedanta de idealistische school van de religiefilosofie van de hindoes kan worden genoemd; ze komen overeen met de Vivartavada. Vanuit een nog ander standpunt kunnen bovengenoemde filosofische paren respectievelijk worden vergeleken met de drie werkingen van de geest en het denken van de mens, in het westen bekend onder de namen wetenschap, filosofie en religie - natuurlijk niet een of andere sektarische godsdienst, maar religie per se. De Arambha kan worden ingedeeld bij de wetenschappelijke zienswijze; de Parinama is de filosofische visie; het derde paar, bij Vivarta ingedeeld, is vergelijkbaar met de religieuze manier om de waarheid te zien. Zoals gezegd worden elk van deze drie paren vanuit het standpunt van de esoterische filosofie als min of meer onvolkomen beschouwd omdat elk onvolledig is. De esoterische filosofie verenigt de drie paren (of alle zes darshana’s) tot één groots alomvattend stelsel – de esoterische filosofie zelf – die het wezen van alle bevat en verklaart.

H.P. Blavatsky boek De stem van de stilte
Inleiding Het boek waaruit ik hier vertaal maakt deel uit van dezelfde reeks als die waaraan de ‘stanza’s’ van het Boek van Dzyan zijn ontleend, waarop De Geheime Leer is gebaseerd. Het grote mystieke werk getiteld Paramartha, dat volgens de legende van Nagarjuna aan de grote arhat ter hand werd gesteld door de naga’s of ‘slangen’ (in feite een naam die werd gegeven aan de ingewijden van de oudheid), en het ‘Boek van de gulden voorschriften’ zouden dezelfde oorsprong hebben. Toch worden de levensregels en denkbeelden ervan, hoe edel en origineel ook, vaak in verschillende vormen aangetroffen in Sanskrietwerken zoals de Jñanesvari, die voortreffelijke mystieke verhandeling waarin Krishna aan Arjuna de staat van een volledig verlichte yogi levendig beschrijft; en men vindt ze ook in sommige Upanishads. Dit is alleen maar natuurlijk, omdat de meeste zo niet alle grote arhats, de eerste volgelingen van Gautama Boeddha, hindoes en arya’s waren, geen Mongolen, vooral zij die naar Tibet emigreerden. De werken die alleen al door Aryasanga zijn nagelaten zijn heel talrijk.
Fragment I De Stem van de Stilte (p. 1):
Hij die de stem van
nåda2, het ‘geluidloze geluid’, zou willen horen en begrijpen, moet de aard van dhårañå3 leren kennen.
(2) De
‘geluidloze stem’ of de ‘stem van de stilte’. Letterlijk zou dit misschien de ‘stem in het spirituele geluid’ moeten zijn, want het Sanskriet nåda is het equivalent van de Sensar-term.
(3)
Dhårañå is de intense en volkomen concentratie van het denken op een of ander innerlijk onderwerp, waarbij alles wat tot het uiterlijke heelal of de wereld van de zintuigen behoort, volkomen wordt losgelaten.
Voordat de ziel kan zien moet de innerlijke harmonie worden bereikt en moeten onze aardse ogen blind worden voor alle illusie.
Als uw ziel glimlacht, terwijl ze zich baadt in het zonlicht van uw leven; als uw ziel zingt binnen haar cocon van vlees en stof; als uw ziel tranen stort binnen haar burcht van illusie; als uw ziel worstelt om de zilveren draad te verbreken die haar aan de
MEESTER4 bindt; weet dan, discipel, dat uw ziel van de aarde is.
(4) De
‘grote meester’ is een uitdrukking die door lanoes of chela’s wordt gebruikt om het ‘hogere zelf’ aan te duiden. Ze betekent hetzelfde als Avalokiteßvara en ook als ÅdiBoeddha bij de boeddhistische occultisten, als ÅTMAN of het ‘zelf’ (het hogere zelf ) bij de brahmanen en CHRISTOS bij de oude gnostici.
4/5: De Grote Wet zegt: ‘Om de KENNER van het ALZELF9 te worden, moet u eerst de kenner van het ZELFzijn’. Om de kennis van dat ZELF te bereiken, moet u het zelf aan het niet-zelf opofferen, het zijn aan het niet-zijn, en dan kunt u tussen de vleugels van de GROTE VOGEL rusten. Ja, zoet is het rusten tussen de vleugels van dat wat niet geboren is, noch sterft, maar het AUM10 is in alle eeuwigheid11.
(9) Een tattvajñani is iemand die de beginselen in de natuur en in de mens ‘kent’ en kan onderscheiden. Een atmajñani is iemand die ATMAN of het universele ENE ZELF kent.
(10) Kalahansa, de ‘vogel’ of zwaan (zie noot 12). De Nada-Bindu Upanishad (Rig Veda) door deTheosophical Society van Kumbakonam [in het Engels] vertaald, zegt: ‘De lettergreep A wordt als zijn rechtervleugel (van de vogel, hansa), de U als zijn linker, de M als zijn staart en de ardhamatra (de helft van een korte lettergreep) als zijn hoofd beschouwd.’
(11) Het woord eeuwigheid heeft in het Oosten een heel andere betekenis dan bij ons. Het slaat gewoonlijk op de 100 jaren of de ‘eeuw’ van Brahma, de duur van een mahakalpa of een tijdperk van 311.040.000.000.000 jaar.
5: Bestijg de Vogel van het Leven, als u kennis wilt verwerven.12
(12) Dezelfde Nada-Bindu zegt: ‘Een yogi die de hansa bestijgt (die aldus over Aum contempleert), wordt niet beïnvloed door karma of door tientallen miljoenen zonden.’
7: Dat wat ongeschapen is, discipel, woont in u, zoals het in die hal woont. Als u het wilt bereiken en de twee één laten worden, dan moet u zich van uw donkere gewaden van illusie ontdoen. Breng de stem van het vlees tot zwijgen, sta niet toe dat een beeld van de zintuigen zich tussen het licht van het ongeschapene en uw licht plaatst, opdat de twee kunnen samensmelten. En heeft u uw eigen
ajñana21 leren inzien, vlucht dan uit de Hal van Lering. Deze hal is gevaarlijk in haar verraderlijke schoonheid, en is alleen nodig om u te beproeven. Pas op, lanoe, dat uw ziel, verblind door een glans van illusie, er niet blijft hangen en gevangen raakt in het bedrieglijke licht ervan.
(21)
Ajñana is onwetendheid of niet-wijsheid, het tegenovergestelde van ‘kennis’, jñana.
12:
U kunt het pad niet bewandelen vóór u dat pad32 zelf bent geworden.
(32) Dit ‘pad’ wordt in alle mystieke werken genoemd. Zoals Krishna zegt in de Dhyanesvari: ‘Wanneer dit pad wordt beschouwd, drager van de boog, . . . of men zich nu naar de bloem van het Oosten of naar de academies van het Westen keert, bedenk dan dat het een pad is waarlangs men reist zonder zich te bewegen. Naar welke plaats u op dit pad ook wilt gaan, die plaats wordt uzelf.’ ‘U bent het pad’, wordt de adept-goeroe verteld en deze herhaalt het aan de discipel na de inwijding. ‘Ik ben de weg en het leven’, zegt een andere MEESTER.
12: Laat uw ziel het oor lenen aan elke kreet van
smart, zoals de lotus zijn hart opent om het morgenlicht in te drinken.
Laat niet de felle zon één traan van
smart drogen vóór u die zelf van het gezicht van iemand die lijdt heeft afgewist.
13: Dood de gehechtheid aan het leven, maar als u
tanha34 overwint, laat dat niet zijn uit dorst naar het eeuwige leven, maar om het voorbijgaande door het eeuwigdurende te vervangen.
(34) Tanha:
‘de wil om te leven’, de angst voor de dood en de gehechtheid aan het leven, de kracht of energie die wedergeboorten veroorzaakt.
U bent nu in
DHÅRANÅ37, het zesde stadium.
(37) Zie noot 3, blz. 71.
Wanneer u in het zevende bent gekomen, gelukkige, zult u de heilige drie38 niet meer waarnemen, want u zult zelf die drie zijn geworden. Boven uzelf en uw denken, als tweelingen op één lijn, schittert de ster39 die uw doel is. De drie die in onuitsprekelijke glorie en gelukzaligheid verblijven, hebben nu in de wereld van måyå hun namen verloren. Ze zijn één ster geworden, het vuur dat brandt maar niet schroeit, het vuur dat de upådhi40 is van de vlam.
Dit betekent dat in het zesde stadium van ontwikkeling, dat in het occulte stelsel
dhårañå wordt genoemd, ieder zintuig als een afzonderlijk vermogen op dit gebied ‘gedood’ (of krachteloos gemaakt) moet worden om in het zevende zintuig, het meest spirituele, op te gaan en ermee één te worden.
(38) Elk stadium van ontwikkeling in råjayoga wordt symbolisch door een meetkundige figuur voorgesteld. Van het stadium dat aan
dhårañå voorafgaat is het de heilige driehoek. De is het teken van de hoge chela’s, terwijl een ander soort driehoek dat van de hoge ingewijden is. Het is het symbool | , waarvan de Boeddha sprak, en dat door hem als symbool voor de belichaamde vorm van Tathågata werd gebruikt, wanneer deze de drie methoden van prajn~å niet meer hoeft te volgen. Zodra de leerling de voorbereidende en lagere stadia is doorgegaan, ziet hij niet meer de , maar de __, de verkorting van de __, het volledige zevental. De ware vorm ervan wordt hier niet gegeven, omdat het bijna zeker is dat bedriegers zich ervan meester zouden maken en – deze zouden ontheiligen door deze voor misleiding te gebruiken.
(39) De ster die boven u schittert, is
‘de ster van inwijding’. Het kasteteken van de Íaiva’s, de aanhangers van de sekte van Íiva, de grote beschermheer van alle yogî’s, is een zwarte, ronde vlek, misschien nu het symbool van de zon, maar vroeger, in het occultisme, van de ster van inwijding.
(40) De basis (
upådhi) van de ‘VLAM’, die nooit kan worden bereikt zolang de asceet nog in dit leven is.
(41)
Dhyåna is het voorlaatste stadium op deze aarde, tenzij men ten volle een MAHÅTMA wordt. Zoals reeds gezegd is de råjayogî in deze toestand nog spiritueel bewust van het zelf en van de werking van zijn hogere beginselen. Eén stap verder, en hij bevindt zich op het gebied boven het zevende (of volgens sommige scholen het vierde). Na het beoefenen van pratyåhåra – een voorbereidende training om het denkvermogen en de gedachten te beheersen – noemen deze scholen nog dhårañå, dhyåna en samådhi – en vatten deze drie samen onder de algemene naam SAMYAMA.

Topvrouw (Filip Borst Volkskrant 3 juli 2020 p. 29):
Merel van Vroonhoven maakte in het recente verleden een overstap van een bestuurlijke topfunctie naar een plek op de werkvloer in het onderwijs. Hiermee is ze in de ogen van de Volkskrant ‘ex-topvrouw’. Ik zou zeggen: Van Vroonhoven maakt persoonlijke groei door, maakt een bevlogen keuze en gaat een zeer eervolle functie bekleden: zij is en blijft een topvrouw!

Voetnoot Artificiële intelligentie of Kunstmatige intelligentie als vervanger van democratie (Arnon Grunberg Volkskrant 25 november 2016):
'Wat als we democratische verkiezingen vervangen door een systeem van kunstmatige intelligentie?', vroeg Louise Fresco zich in NRC af.
Ze constateert dat een van de redenen dat democratie matig werkt is dat veel mensen wel geëngageerd zijn maar niet stemmen. Als voorbeeld noemde ze jongeren die tegen Trump protesteerden. De ironie van het Amerikaanse kiessysteem echter is dat het er in veel staten nauwelijks toe doet of je stemt, het gaat om een paar swing states.
Fresco ziet big data niet uitsluitend als een gevaar, wat verfrissend is. Op basis van uw data weten we wat u zou stemmen en hoeft u het niet meer zelf te doen.
Ook pleit ze voor de vervanging van politieke leiders door artificiële intelligentie. Waarom niet? Erger dan de mens kan het niet worden. We moeten er alleen voor zorgen dat de artificiële intelligentie die ons gaat regeren niet door stervelingen wordt misbruikt.

Anthropic principle & Spacetime
Immanuel Kant argued that 3-dimensional space was a consequence of the inverse square law of universal gravitation. While Kant's argument is historically important, John D. Barrow says that it "...gets the punch-line back to front: it is the three-dimensionality of space that explains why we see inverse-square force laws in Nature, not vice-versa." (Barrow 2002: 204). This is because the law of gravitation (or any other inverse-square law) follows from the concept of flux and the proportional relationship of flux density and the strength of field. If N = 3, then 3-dimensional solid objects have surface areas proportional to the square of their size in any selected spatial dimension. In particular, a sphere of radius r has area of 4πr ². More generally, in a space of N dimensions, the strength of the gravitational attraction between two bodies separated by a distance of r would be inversely proportional to rN−1.

Spacetime in general relativity
In general relativity, it is assumed that spacetime is curved by the presence of matter (energy), this curvature being represented by the Riemann tensor. In special relativity, the Riemann tensor is identically zero, and so this concept of "non-curvedness" is sometimes expressed by the statement Minkowski spacetime is flat.

De psyche (reflexief bewustzijn, zelfreflectie) werkt als een spiegel (weerspiegeling). Het is deze spiegel, het spiegelneuron, dat zorgt voor de golfbewegingen in de geschiedenis. Welke kant van de medaille, de aardse Tetrade (Standaardmodel, de gemanifesteerde werkelijkheid) of de hemelse Triade (ongemanifesteerde werkelijkheid), laten we overheersen? Alleen wanneer we ons meer met de Triade verbinden komt de beschaving een stapje verder. Meer opties zijn er niet en dat was al bij Pythagoras (De Gulden Verzen van Pythagoras) bekend.

Bô Yin Râ is de geestelijke naam van de schrijver en kunstschilder Joseph Anton Schneiderfranken, die van 1876 tot 1943 leefde in Duitsland en Zwitserland. Tijdens zijn leven was Bô Yin Râ tegelijk bewust in zowel het aardse als het eeuwige leven. Het was het doel van de schrijver deze ervaring en zijn weten omtrent het eeuwige ter beschikking te stellen aan wie er voor openstaat.
Het hoofdwerk van Bô Yin Râ bestaat uit tweeëndertig boeken die gedurende de jaren 1919-1936 verschenen. Zonder een school of een nieuw ‘systeem van denken of geloven’ te verkondigen, toont Bô Yin Râ vanuit verschillende gezichtspunten de weg waarlangs de mens zich weer bewust kan worden van zijn onvergankelijke geestelijkheid. Ook de levensproblemen van het individu en de samenleving verschijnen in een nieuw licht.

Beroemde Bèta-Wetten voor Alfa's Verklaard Einstein's wet: E=mc2
De relativiteitstheorie van Einstein is wellicht een van de meest tot de verbeelding sprekende theorieën uit de natuurwetenschappen, en E=mc2 ongetwijfeld een van de meest bekende formules. Dat E voor energie staat, m voor massa en c voor lichtsnelheid is ook vrij algemeen bekend. Maar wat deze wet precies inhoudt, welke massa en welke energie bedoeld wordt, vergt wat meer inzicht. Al snel schrikken de formules af. Toch gaan we hier proberen juist dat uit te leggen, evenals het feit dat we bewegende klokken langzamer zien lopen, en een tweelingbroer jonger terugkomt van een ruimtereis. De stelling van Pythagoras en eenvoudige algebra zal alles zijn wat we nodig hebben.

Het is de ziel, de schakel tussen 'Geest en Lichaam', die het probleem van het ego en het hogere Zelf, van involutie en evolutie (emanationisme) kan oplossen. In essentie draait het om ‘Levensatoom en Atoom’, ‘Geest en Lichaam’, de neergaande en opgaande boog, ‘These + Antithese = Synthese', de Kwintessens. Of met andere woorden voor de mensheid op aarde geldt nog steeds "Verbeter de wereld en begin bij jezelf". Geestelijke gezondheid bevorderen houdt zich primair met het verminderen van het maatschappelijke onbehagen, het culturele onbehagen bezig. Het gesignaleerde onbehagen in de maatschappij, de cultuurneurose is alleen te doorbreken wanneer aan immateriële thema's, het waarden en normen debat meer inhoud en vorm wordt gegeven. De Bijbel, Mattheüs 7:12-14 leert al hoe het ego te ontmantelen. Het houdt de gemoederen al millennia bezig. De hamvraag voor de komende decennia is hoe voorkomen we dat door politici als Donald Trump, Marine Le Pen en Geert Wilders c.s. de cultuurneurose, escaleert naar een cultuurpsychose?

Triomf der schepping? (Margreet Vermeulen Volkskrant 17 februari 2018 Sir Egmund p. 40-43):
Van oudsher is de mens geneigd zichzelf te beschouwen als het eindpunt of zelfs hoogtepunt van de evolutie. Van dat denkbeeld blijft steeds minder overeind.
Duiven kunnen, ondanks hun ieniemienie brein, onderscheid maken tussen abstracties als tijd en ruimte.
Blijft de vraag: hebben we nu werkelijk iets uniek-menselijks gevonden of hebben we onze statistische kennis misbruikt om onze superioriteit te 'bewijzen'?
Inmiddels heeft de aandacht zich verlegd van herseninhoud naar hersenstructuren. Ook hier is het ijs spekglad. De duiven uit het begin van dit stuk, die abstracties als tijd en ruimte van elkaar kunnen onderscheiden, doen dat niet zoals mensen met het hersengebied dat we de pariëtale cortex noemen. Want die hebben duiven niet. Blijkbaar zijn mentale vermogens niet altijd afhankelijk van bepaalde hersenstructuren.
Focus op technische hoogstandjes
Als het om samenwerking gaat, vraagt Kret zich zelfs af of bonobo's daarin niet beter zijn dan mensen. 'Mensen werken op ongekende schaal samen. Maar we maken er ook vaak een potje van. We voeren oorlog. In de mate waarin wij soortgenoten afmaken, zijn we tamelijk uniek. Ik ga onderzoeken of bonobo's betere samenwerkers zijn en of ze tot betere oplossingen komen. Best controversieel.'
Maar ja, zult u denken. Wíj hebben toch maar mooi die kersenrode Tesla Roadster de ruimte in geschoten. 'Waarom focussen we toch altijd op technologische hoogstandjes?', wil Vaesen weten. 'En waarom beschouwen wij onszelf in het Westen met westerse gedragingen als representatief voor onze soort? Trouwens, we verschillen zó veel van bonobo's en chimpansees dat het arbritair is om er één eigenschap uit te vissen. En als we onszelf vergelijken met onze nauwst verwante primaten - laat ons zeggen, de bonobo's - waarom kijken we dan niet naar hoe we met elkaar omgaan. Bonobo's voeren geen oorlog, doen niet aan genocide. Bonobo's hebben een veel kleinere ecologische voetafdruk, om maar wat te noemen. En denk eens aan de mate waarin mensen verschillen van bonobo's als je kijkt naar geestelijk lijden. De focus op de Tesla laat zien dat we selectief kijken naar iets wat ons superieur zou kunnen maken.'
Wetenschappers als Frans de Waal willen aantonen hoe klein de kloof tussen mens en dier is. Andere wetenschappers, zoals de ontwikkelingspsycholoog Michael Tomasello, willen juist blootleggen wat de mens onderscheidt van de primaten die het dichtst bij ons staan. Volgens Tomasello maakt de grotere sociale intelligentie van mensen de accumulatie van kennis mogelijk die van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Is het verkeerd om te denken dat natuurwetenschappelijk onderzoek ons kan vertellen wat ons mens maakt. Homo sapiens is een biologische categorie, en die kan natuurwetenschappelijk gedefinieerd worden, maar niet op basis van een verzameling karakteristieke eigenschappen zoals gedrag of hersenomvang, want die eigenschappen evolueren. De definitie kan alleen gemaakt worden op basis van het unieke evolutionaire traject dat Homo Sapiens heeft afgelegd. De mens, echter, is geen biologische categorie, maar een filosofische.'
En als we onszelf vergelijken met onze nauwst verwante primaten - laat ons zeggen, de bonobo's - waarom kijken we dan niet naar hoe we met elkaar omgaan. Bonobo's voeren geen oorlog, doen niet aan genocide. Bonobo's hebben een veel kleinere ecologische voetafdruk, om maar wat te noemen. En denk eens aan de mate waarin mensen verschillen van bonobo's als je kijkt naar geestelijk lijden. De focus op de Tesla laat zien dat we selectief kijken naar iets wat ons superieur zou kunnen maken.'

De humanoïde robot, lees de wereldwijde ICT-infrastructuur een moreel kompas aan te leren, is net zo'n menselijke dwaasheid als eerder de antropomorfistische godheid. Door die vereenzelviging wordt alleen het stoffelijke gezien en niet meer het geestelijke, waardoor ook God niet meer een ervaarbare, geestelijke werkelijkheid kan zijn en er als verklaring van de aanname van het bestaan van goden, 'antropomorfisme' wordt aangevoerd. ICT biedt ten behoeve van het onderzoeksrapport 'E i V een uitstekend hulpmiddel om op grote hoeveelheden data queries los te laten en deze data naar informatie te converteren. Door het genereren van nepnieuws, het retorische foefje raken we het zicht op de werkelijkheid kwijt en worden er luchtkastelen, torens van Babel gebouwd.

Een heelal vol walmende sterren, Xander Tielens: ‘We zijn gaan beseffen dat we in een moleculair heelal leven.’ (Volkskrant 5 juni 2012)
U bent er de meest geciteerde Nederlandse astronoom mee geworden. Hoe doet u dat eigenlijk?
‘Door altijd met de beste mensen en beste projecten, instrumenten en technieken te willen werken. En interdisciplinair. Ik praat even gemakkelijk met fysici en chemici.’
En biologen?
‘In Nederland is dat gesprek er nog niet zo, in de VS wel. Alle koolstof in ons lijf komt uit de sterren. Dat staat vast. De open vraag is vooral hoe dat tot leven heeft kunnen leiden.’

Juan Keymer werkzaam bij het 'Kavli Institute of Nanoscience' (Nanotechnology) van Prof. Cees Dekker in Delft geeft in het boven aangehaalde citaat nog beknopter weer waar het feitelijk om draait. Dualiteit is een gegeven.

Cees Dekker kiest voor Darwin èn God (Trouw, 8 december 2008)

Russian anarchist Peter Kropotkin viewed the concept of "survival of the fittest" as supporting co-operation rather than competition. In his book Mutual Aid: A Factor of Evolution he set out his analysis leading to the conclusion that the fittest was not necessarily the best at competing individually, but often the community made up of those best at working together.

Het Ether-paradigma gaat uit van het in de publicatie Het materialisme weerlegd door Bruno D. Granger & Tjerk W. Muller toegelichte antropisch principe (Engelse versie). Het Antropisch principe (Grieks ἄνθρωπος anthropos = mens) is het door Brandon Carter voorgestelde en door John D. Barrow, Frank J. Tipler en Robert H. Dicke verder uitgewerkte idee dat er een nauw verband bestaat tussen ons menszijn en de eigenschappen van het heelal.

Het is een genot Hoyle’s ‘nieuwe visie op schepping en evolutie’ op te slaan, een boek dat – hoe controversieel ook – het religieuze denken benadert op nuchtere en gezonde wijze. Sir Fred Hoyle staat allang bekend als een origineel mens in een gemeenschap van originele geesten waar men het onorthodoxe kan verwachten, en in The Intelligent Universe brengt hij aan de hand van waarnemingen en conclusies tot uitdrukking waarover anderen speculeren of waarin ze graag geloven. Zijn stelling betreft een heelal dat is ontworpen en wordt geleid door een intelligentie die ons begrip te boven gaat – niet een superkosmische god, een personage met onbeperkte macht die het lot van wezens bepaalt, maar een inherent bewustzijn van zijn eigen soort dat is belichaamd in de totale kosmos en dat zich aan onze waarneming onttrekt.

De wetenschap en De Geheime Leer
De bron waaruit de genetische code voortkomt, is een volledig raadsel; wetenschappers weten niet hoe de natuur die voortbracht. Sir Fred Hoyle wijst erop dat er binnen het genetische materiaal in de kern van elke cel 200.000 ketens van aminozuren zijn, gerangschikt volgens een heel bijzonder en ingewikkeld patroon (weergegeven in een diagram door Watson en Crick in hun dubbele-helixmodel). De kans om door een reeks toevallen tot deze rangschikking te komen door middel van natuurlijke selectie en willekeurige mutaties is volgens Hoyle gelijk aan de kans om direct na elkaar vijf miljoen keer zes te werpen met één enkele zuivere dobbelsteen (Fred Hoyle, lezing in The Theosophist, april 1982, 219).

Ricardo Lindemann Het ontdekken van de verborgen volmaaktheid
De vooraanstaande fysicus Sir Fred Hoyle, oprichter van het Cambridge Institute of Theoretical Astronomy, zegt hierover in zijn boek The Intelligent Universe:
‘De waarschijnlijkheid dat er spontaan leven op aarde verschijnt is zo klein dat het heel moeilijk te bevatten is zonder het te vergelijken met iets dat meer vertrouwd is. Stelt u zich iemand met een blinddoek voor die probeert de kubus van Rubik, die sinds kort weer in de mode is, op te lossen … De kans dat iedere beweging leidt tot een volmaakte kleuraanpassing op alle facetten van de kubus is ongeveer 50.000.000.000.000.000.000 tegen 1.

Grace F. knoche Kosmische atomen, sporen van de goden (Sunrise juli/aug 2001):
Dit idee van levenszaden zien we ook in de wetenschap. In het begin van de 20ste eeuw blies de Zweedse natuurkundige en chemicus Svante Arrhenius weer nieuw leven in een
oude theorie – panspermia (spontane generatie), letterlijk ‘overal zaden’ – die inhield dat het leven op aarde het resultaat is van sporen die zich vrij bewegen door de interstellaire ruimte en die hier ooit zijn terechtgekomen en het begin vormden van het biologische leven. In 1983 wekte de Britse astrofysicus Sir Fred Hoyle de theorie van Arrhenius tot nieuw leven door krachtige argumenten aan te dragen, gesteund door de natuurkunde en de microbiologie, ten gunste van het idee dat micro-organismen zich door de ruimte bewegen en vandaaruit naar onze planeet zijn gekomen. Hoyle schreef:
Dit levert het decor voor de oorsprong van het leven op de ruimst denkbare schaal. Het is geen lokaal platform, niet beperkt tot ons zonnestelsel, zelfs niet tot ons melkwegstelsel, maar werkelijk kosmisch. Als er een intelligentie in het spel was bij het ontstaan van het leven, dan was die intelligentie inderdaad heel groot, en ik vermoed dat die erkend wordt door het religieuze instinct dat in ons allen woont, het instinct dat ons toefluistert vanuit een of ander verafgelegen gebied van ons bewustzijn. Het leven is daarom een kosmologisch verschijnsel, misschien wel het meest fundamentele aspect van het universum zelf. – The Intelligent Universe, blz. 161

Dit heeft wetenschappers uiteindelijk tot de conclusie gebracht: het lijkt wel alsof de werkelijkheid gemaakt is op menselijk leven. Dit is te boek komen te staan als het Antropisch Principe. Het antropisch principe stelt dat het universum precies zó is gemaakt dat het de voorwaarden schept waarin leven kan ontstaan.
De vraag die dan voor de hand ligt is
"Door wie dan?". We zagen al dat Fred Hoyle door zijn bevindingen de uitspraak ontlokt werd dat een 'super-intellect' gedokterd had met de natuurkunde. Christenen, joden en moslims gniffelen natuurlijk een beetje als ze zo'n uitspraak horen. Zij stellen immers hun vertrouwen al duizenden jaren in een persoonlijke God, die zij de Schepper noemen en van wie de menen dat deze inderdaad een intelligentie moet bezitten die de mens vele, vele malen te boven gaat (en zeker niet beneden het gemiddelde IQ van 100 komt). Het antropisch principe sluit aan bij de christelijke traditie die Gods hand in de kosmos aan probeert te wijzen via de vergelijking: alles heeft een oorzaak, dus moet ook het heelal een oorzaak hebben.
Veel geleerden antwoorden echter dat de vraag onzinnig is. Immers; indien het 'mislukt' was, indien één van de voorwaarden voor het ontstaan van het heelal en het leven niet voldaan had, dan zouden we er eenvoudig niet zijn geweest om ons te beklagen. Dit heet wel het zwakke antropisch principe.
Het ontstaan van het leven op de planeet aarde in ons heelal kan misschien het beste vergeleken worden met de geboorte van een reageerbuisbaby in een laboratorium. Iemand die uit reageerbuisbevruchting is verwekt, kan uit diverse lectuur te weet komen dat er aan een grote hoeveelheid noodzakelijke voorwaarden voldaan moet zijn, wil haar bestaan verklaarbaar zijn. Zou zo iemand na het lezen van dergelijke lectuur niet terecht concluderen dat iemand anders er op aangestuurd heeft dat zij bestaat? En zou de reactie: "de vraag is onzinnig aangezien bij een kleine afwijking van de proefopstelling en de uitvoering ik er ook niet zou zijn om de vraag te stellen" niet even incorrect zijn als de reactie van degenen die een beroep doen op het zwakke antropische principe? Let wel: we verbieden niemand het zwakke antropische principe uit te werken en zo sterk mogelijk te maken. Het mag natuurlijk. Onzes inziens klopt het beroep op het toeval echter niet. Het is het weglopen voor de vraag.

Fred Hoyle, beroemd maar omstreden astrofysicus, is overleden.
Tijdens de oorlog werkte Hoyle samen met Bondi en Gold aan militaire projecten. Uit discussies tijdens die periode ontstond zijn theorie van de Steady State of het stationair heelal. Die zou hij, samen met Bondi en Gold, blijven verdedigen "tegen" de bekende theorie dat het heelal ontstaan is uit een oerknal of "Big Bang". Hoyle was trouwens de uitvinder van de term "Big Bang", die hij in de vijftiger jaren ironiserend gebruikte tijdens een radio-interview voor de BBC (de naam verloor evenwel al snel zijn ironiserende betekenis).
Hoyle lanceerde de Steady State theorie in 1948. In essentie zegt de theorie dat het heelal er altijd hetzelfde uitziet, in tegenstelling tot wat de Big Bang voorhoudt. Dat betekent dat het heelal geen begin heeft gehad en ook geen einde zal hebben. Om te compenseren voor de kosmologische uitdijing van het heelal, stelde Hoyle dat er voortdurend nieuwe materie tussen de vliedende sterrenstelsels wordt gecreëerd. Een vreemd idee, maar voor Hoyle niet vreemder dan dat alles uit één oeratoom voorkomt, zoals de Big Bang theorie beweert. Deze astronomische discussie had een zekere filosofische achtergrond. De Big Bang kan als een schepping worden beschouwd en werd als theorie het eerst verdedigd door de Belgische priester-astronoom Georges Lemaître en later goedgekeurd door de paus. In de Steady State is het heelal nooit geschapen, het is er altijd geweest. Hoyles geestesgenoot Hermann Bondi was een militante atheïst.
Tijdens de jaren vijftig deed Hoyle bijzonder belangrijk onderzoek naar het onstaan van de chemische elementen in sterren. Dit werk culmineerde in een bijzonder lang nu klassiek geworden artikel van Geoffrey en Margaret Burbidge, William Fowler en Fred Hoyle ("B2FH") over "nucleogenese", het ontstaan van elementen via kernreacties - vandaag spreken we van "nucleosynthese". Het B2FH-artikel ontleedt alle mechanismen waardoor in het inwendige van de sterren lichtere elementen worden omgezet in zwaardere. Bij dit monumentale werk was Hoyle de theoreticus van dienst: hij stond in voor de complexe wiskundige modellering van de snelheid van kernreacties. Dit verklaarde waarom bepaalde elementen in het heelal meer of minder voorkomen dan andere. Zo slaagde hij erin te verklaren hoe heliumkernen omgezet worden in koolstofkernen.
Het B2FH-werk leidde uiteindelijk tot het toekennen van de Nobelprijs voor natuurkunde aan William Fowler in 1983, maar niet aan Hoyle, die toen een controversieel figuur was geworden in wetenschappelijke kringen.
Op zeker moment verklaarden ze zelfs dat de evolutietheorie van Darwin verkeerd was. Dat betekent uiteraard nog niet dat de man die beweerde dat het heelal geen schepping behoefde een voorstander werd van het creationisme. Hoyle en Wickramasinghe werden zo berucht met hun controverses dat de term ³in tegenstelling tot de ideeën van Hoyle en Wickramasinghe² uitgroeide tot een standaarduitdrukking onder wetenschappers.

David Pratt De ritmen van het leven
Volgens de gangbare evolutietheorie zijn de oorsprong en evolutie van het leven het resultaat van willekeurige fysiochemische processen. Men zegt dat de eerste levende organismen door toeval in de oerzeeën zijn ontstaan en zich door willekeurige genetische mutaties geleidelijk tot een grotere complexiteit en verscheidenheid hebben ontwikkeld, waarbij de minst aangepaste variaties door natuurlijke selectie werden uitgewied. In hun laatste boek, Our Place in the Cosmos: The Unfinished Revolution,1 merken de kosmologen Fred Hoyle en Chandra Wickramasinghe op:
Dit alles wordt tegenwoordig onderwezen alsof het om bewezen, onbetwistbare feiten zou gaan, maar in werkelijkheid is het weinig meer dan een dogma, een dogma dat een verstard element in ons onderwijsstelsel is geworden. – blz. 2

David Pratt Het ontkrachten van de oerknaltheorie
Astronomen die tot de heersende stroming behoren geloven dat de normaal heel grote roodverschuiving van quasars aanduidt dat ze zich nabij de rand van het zichtbare heelal bevinden en dat ze zich van ons af bewegen met snelheden die de lichtsnelheid benaderen. Om een verklaring te geven waarom veel quasars zich dichtbij melkwegstelsels met een kleine roodverschuiving bevinden, is het tegenwoordig mode om zich te baseren op de theorie van de lenswerking van de zwaartekracht in te roepen: het beeld van een quasar op de achtergrond wordt verondersteld zich te splitsen in meerdere heldere beelden door het zwaartekrachtsveld van een melkwegstelsel met een grote massa dat zich op de voorgrond bevindt. Het Einsteinkruis bijvoorbeeld bestaat uit vier quasars die kruiselings tegenover elkaar staan opgesteld rond een melkwegstelsel met een geringere roodverschuiving en wordt beschouwd als een van de voornaamste voorbeelden van de lenswerking van de zwaartekracht – ondanks het feit dat Fred Hoyle de kans op zo’n gebeurtenis berekende op minder dan twee op een miljoen en ondanks de aanwezigheid van materiaal dat de quasars en de kern van het melkwegstelsel met elkaar verbindt! De veronderstelling dat roodverschuiving uitsluitend wordt bepaald door snelheid heeft ertoe geleid dat de massa van melkwegstelsels wordt overschat, en meer redelijke schattingen duiden erop dat echte gravitationele lenseffecten waarschijnlijk heel zeldzaam zijn.

Wiel Smeets 4. Dionysius en andere mystici over bestaanslagen en hun geestelijke bewoners
Dionysius bespreekt de negen scharen van hemelwezens in drie triaden, beginnend bij de allerhoogste hemelwezens die in de onmiddellijke nabijheid van de Allerhoogste wonen:
- De eerste triade: de Serafijnen, de Cherubijnen en de Tronen;
- De tweede triade: de Heerschappijen, de Krachten en de Machten;
- De derde triade: de Hoogheden (Vorstendommen), de Aartsengelen en de Engelen.

De levensboom (Omraam Mikhaël Aïvanhov boek Angels and other Mysteries of The Tree of Life of G.A. Barborka boek Het Goddelijke Plan, p. 91) wordt ook gebruikt om de hemelse hiërarchie, de engelenleer van Dionysius tot uitdrukking te brengen. In een visioen nam Hildegard van Bingen ook de engelenscharen waar.

G.A. Barborka boek Het Goddelijke Plan, p. 91: Met inbegrip van de Hyparxis of top, ‘God’ bestaat deze hiërarchie uit tien klassen, die een tienvoudig stelsel omvatten.

De matrixstructuur, de 7*7 structuur geeft de relatie, de spiegelsymmetrie tussen de zevenvoudige samenstelling van de mens en de zevenvoudige samenstelling van de planeten weer. Deze zevenvoudige structuur maakt weer onderdeel uit van de tienvoudige matrixstructuur van de microkosmos en macrokosmos. Eerder heeft Raymond Lull in zijn hoofdwerk Ars Magna (‘de grote kunst’) of ook wel Ars Generale Ultima al van de tien categorieën van de aristotelische wijsheid gebruik gemaakt.

De elektromagnetische kracht is het medium waardoor het bewustzijn zich in stoffelijke vormen kan manifesteren. Naast de stoffelijke wereld bestaat de geestelijke wereld. Het 5D-concept heeft betrekking op de relatie tussen de gemanifesteerde wereld en de ongemanifesteerde wereld, op de microkosmos en de macrokosmos, op de Snaartheorie en de Unificatietheorie, op ‘Energie en Materie’ en ‘Ruimte en Tijd’, op de mens en de 5e dimensie. Deze relatie wordt door ‘Energie en Tijd’, de kwintessens tot uitdrukking gebracht.

René Meijer: Zo vormen de vier elementaire deeltjes samen met de relatieve, dynamische ether dan een parallel voor de vier basiskrachten die de natuurkunde kent: de zwaartekracht (het graviton), de elektromagnetische kracht (de elektronen en protonen), de sterke kernkracht die alles bij elkaar houdt (het integron) en de zwakke kernkracht (het neutron dat steeds tot verstrooiing en verval leidt op den duur). In één adem gezegd: eerst is er de tijd, dan de werveling ervan en dan de opsplitsing ervan in de drie basisdeeltjes van de materie plus een holistisch integriteits-effect dat ook wel als het lokale etherdeeltje of integron te beschrijven is. De etherdeeltjes zijn steeds deel en geheel, zijn 'part and parcel', of holondeeltjes - naar het holon zoals het hongaarse multitalent Arhur Koestler (1905-1983) en meer recent de holist Ken Wilber het als een filosofisch begrip verdedigden.

Éne werkelijkheid, 'Ongemanifesteerd en Gemanifesteerd':

Ongemanifesteerd (Hogere Tetraktis) Triade:Gemanifesteerde (Lagere Tetraktis) Tetrade:
Synthese Hans Vincent en Frank Tipler:Esoterie:
- God = Scheppende Intelligentie,De Monade symboliseerde Eenheid, de staat van zijn vóór de schepping.
God representeert het ultieme verleden (Geheugen).
- Zoon = de materiële (aardse) werkelijkheid. De ZoonDe Duade symboliseerde de eerste beweging naar schepping;
vereenzelvigt met de singulariteit van de ultieme toekomst.de splitsing van de Monade in twee polariteiten.
- Heilige geest = evolutionaire krachten in het universum.De Triade symboliseerde de vereniging van de twee polariteiten
De Geest is de verbindende singulariteit tussen hetdoor een bemiddelende hoedanigheid, de Logos of het woord.
ultieme verleden en de ultieme toekomst.
 De Tetrade Vuur, Lucht, Water en Aarde

Het volmaakte getal 10 (1 + 2 + 3 + 4) wordt in de metafysische wereld verzinnebeeld door de 4 of de Tetraktys. Het laat zien dat er aan de wereld van de eeuwig wederkerende verschijnselen (Aldous Huxley: ‘perennial’, Friedrich Nietzsche: ‘ewige Wiederkehr’), een eeuwige natuurlijke ordening, een blauwdruk [factorelement (x)] aan ten grondslag ligt.
De Triade vormt de natuurlijke eenheid en de Tetrade vormt de natuurlijke selectie. Bij levensprocessen gaat het om de natuurlijke eenheid en de natuurlijke selectie, namelijk om de Weltstoff van Teilhard de Chardin, de memen van Richard Dawkins, de geest-substantie Swabhâva (Mind stuff) in de Theosofie.

(x) Het getal zeven, als een samenstelling van 3 en 4 (Triade en Tetrade), is dus het factorelement in elke oude religie, omdat het het factorelement in de natuur is. Zeven is het grondtal van het gemanifesteerde heelal (Purucker).

In physics, the quark model is a classification scheme for hadrons in terms of their valence quarks — the quarks and antiquarks which give rise to the quantum numbers of the hadrons.

 

Er zijn 7 SI-basiseenheden.
The seven SI base units and the interdependency of their definitions.
In de Theosofie staat het factorelement 7 symbool voor een natuurconstante.

De positieve - en negatieve as van het op het yin/yang-mechanisme gebaseerde kwadranten zijn spiegelsymmetrisch. De beide polen illustreren het complementariteitsprincipe. Door een geleidelijke, kwantitatieve opeenhoping van kleine veranderingen kan de uitdaging uiteindelijk een kwalitatieve sprong ondergaan.
Dit fenomeen kan ook aan de hand van het Yin/Yang-mechanisme en de Vijf Fasen worden geïllustreerd. Het symbool brengt de natuurlijke -, de beheers - en de vernietigende kringloop tot uitdrukking. Amit Goswami, maakt in zijn boek De kwantum dokter, de nieuwe wetenschap van gezondheid en genezing, op p. 175 van hetzelfde Yin/Yang-mechanisme gebruik.

Door zijn mathematische volmaaktheid (gulden snede) werd het pentagram het symbool van de wiskundige Pythagoras. Meetkundig gezien behoort een pentagram tot de familie van de sterveelhoeken.
The Pythagoreans called the pentagram ὑγιεία Hugieia ("health"; also the Greek goddess of health, Hygieia[11]), and saw in the pentagram a mathematical perfection (see Geometry section below).

 

Een voorbeeld: Nobel-prijswinnaar Stephen Hawking noteert in zijn populaire boek A brief history of time, over de snelheid waarmee ons heelal groter wordt:
Als de mate van expansie 1 seconde na de big bang zelfs maar met een miljoenste van een miljoenste deeltje kleiner geweest was, zou het heelal ineengestort zijn voordat het ooit zijn huidige grootte bereikt had.

Wim de Lobel (kies Artikelen) boek ‘De eeuwige generatie’, Blauwdruk, p. 28:
Het scheppend vermogen van het heelal blijkt dus logisch doordacht te berusten op zelforganiserende processen. Paul Davies, de Engelse hoogleraar in de theoretische natuurkunde, beschrijft dat als een blauwdruk van de kosmos. ”Materie en energie hebben van nature een neiging tot zelforganisatie.” Hoewel hij in abstracto het bestaan van God niet ontkent constateert hij wel, dat het creatieve heelal zijn eigen zelfbewustzijn organiseert.
De Eeuwige Generatie, De Unio Mystica (p. 91):
Börger was beïnvloed door de kritische bijbelstudies vanuit de Hollandsche Radicale School. In het bijzonder benadrukten zij de Nieuw-Testamentische Evangeliën die in verhaalvorm een verdichting zijn van de oude en steeds weer nieuwe waarheid. Vanuit hun bevindingen ontkenden zij de historiciteit van de Jezusfiguur. Naar hun inzichten stoelde de Christusgedachte in de Unio Mystica, dat is de verborgen inherente universele waarheid omtrent de werkelijkheid. Waarheid in deze zin dienen we dan te verstaan als het zijn van de universele werkelijkheid zoals zij is.

W.T.S. Thackara Evolutie en schepping – 1 Intelligent ontwerp? (Sunrise sepokt 2003):
Op macroniveau bevestigde de natuurkundige Paul Davies een soortgelijk idee in Cosmic Blueprint (1988, p. 203): Alleen al het feit dat het heelal creatief is en dat de wetten het mogelijk hebben gemaakt dat complexe structuren verschijnen en zich ontwikkelen tot het niveau van bewustzijn – met andere woorden, dat het heelal zijn eigen zelfbewustzijn tot stand heeft gebracht – is voor mij een krachtig bewijs dat er achter dit alles ‘iets gaande is’. De indruk van een plan is overweldigend.

Philip Van Loocke: Metafysica en Natuurfilosofie, 7.19. Goudlokje en het antropisch principe.

Het antropisch principe houdt in dat er bepaalde natuurconstanten zijn, die het ontstaan van complexe elementen, zoals zuurstof, en daardoor ook van levensvormen, mogelijk maken. Het ‘Intelligent Design’ laat zien dat elke medaille twee kanten heeft, een bewuste en een onbewuste, een rationele en een irrationele, een theïstische en een atheïstische, incarnatie en reïncarnatie, regulier en seculier, een mentale en een gevoelsmatige. Het nu, het tijdsaspect van de ‘verborgen dimensie’ scheidt verleden en toekomst, probleem en oplossing.

Ervin Laszlo boek Bezielde Kosmos Nieuwe wetenschappelijke visie op leven en bewustzijn in het universum, Inleiding door Dr. H.J. Witteveen (oud-minister van Financiën):
Wetenschappers komen tot het opmerkelijke inzicht dat het heelal een levend en samenhangend geheel is, een concept dat de herinnering oproept aan een oeroude visie die onderdeel was van alle traditionele beschavingen: die van heen 'bezielde kosmos'. Dat beeld doet recht aan iets waar in deze moderne tijd weinig plaats voor was, zeker niet in de wetenschap. Het is de overtuiging dat wij een deel zijn van de ander en van de natuur: Alleen zijn wij een bewust deel van de kosmos, een wezen waardoor de wereld zichzelf kan leren kennen. Dit inzicht is de basis voor een diep besef van de zin van ons leven en een goede richtingwijzer nu we op een belangrijk kruispunt staan in de geschiedenis van de mensheid.
Dit inzicht is de basis voor een diep besef van de zin van ons leven (zingeving) en een goede richtingwijzer nu we op een belangrijk kruispunt staan in de geschiedenis van de mensheid.

Darwin’s Evolutietheorie - Natuurlijke Selectie
Hoewel Darwin's Evolutietheorie een relatief jong archetype is, bestaat het evolutionaire wereldbeeld zelf al sinds de oudheid. Griekse filosofen in de oudheid, zoals Anaximander, postuleerden een ontwikkeling van leven uit niet-leven en de evolutionaire afkomst van de mens uit dieren. Charles Darwin voegde slechts iets nieuws toe aan een oude filosofie -- een plausibel mechanisme genaamd "natuurlijke selectie". Natuurlijke selectie werkt om voordelige genetische mutaties te behouden en te accumuleren.

Vyâsadeva (Vyasa) Bhagavad Gita
Hoofdstuk 13 De kenner, het gekende en de kennis der filognosie
(13) Laat me je op de hoogte stellen van het kenbare waar ik de scepter over zwaai: het is het opperste van de Absolute Waarheid21, dat zijn begin niet kent en smaakt als nectar, en niet iets is dat gebeurt, noch iets is dat niet bestaat.
(20) De combinatie van de persoon en de materiële natuur22 moet je zien als zijnde zonder een oorsprong, en ook moet je de drie geaardheden23, tezamen met hun afgeleiden, zien als een tijdgebonden effect teweeggebracht door die materiële natuur. (21) De materiële natuur, zo zegt men, is de reden van oorzaak en gevolg in de zin dat er sprake is van een doener of bewerkstelliger - in de vorm van de tijd, de natuurkracht of de geaardheden24 -, terwijl men van de persoon zegt dat die ten grondslag ligt aan het hebben van ervaringen van geluk en ongeluk.
21) Dit wordt in het Sanskriet ook wel het Brahman genoemd. Het staat voor God, geest en de Absolute Waarheid, bestaat zowel van binnen als van buiten en vormt het geheel van de kenner, het gekende en de kennis.
22) Het onpersoonlijke van de materiële natuur, prakriti, en het persoonlijke van het mannelijk principe, de persoon, de purusha, kan men niet los van elkaar zien, net zoals men licht en duister niet los van elkaar kan bezien. Tezamen vormen ze de fundamentele dualiteit van de werkelijkheid die men de grotere ziel noemt of het universele zelf van Brahman, God of het Absolute, dat alle elementen van de materie en de geest bevat die het zichtbare en kenbare uitmaken van alles wat er bestaat.
23) De drie geaardheden van de onwetendheid, de goedheid en de hartstocht, tamas, sattva en rajas, waarover al eerder gesproken werd in het Lied, worden ondersteund door de drie disciplines van de goddelijkheid van respectievelijk de vernietiging (persoon: Siva, werkelijkheid: Paramatma - de Superziel), de handhaving (persoon: Vishnu, werkelijkheid: Bhagavan - de Fortuinlijke) en schepping (persoon: Brahma, werkelijkheid: Brahman - de Absolute Waarheid), welke ieder respectievelijk de kenmerken dragen van de traagheid, de kennis en beweging.
24) Deze voorbeelden van de tijd als de conditionerende orde (10.30 & 11.32), de natuurkracht van de ether als een causaal krachtveld dat de draaiing van de planeten bepaalt (9.8) en de geaardheden van de natuur als een beweger van de natuurlijke actie (14.19), worden afgeleid van verzen in het Lied die spreken over een doener die niet de individuele persoon is; ze behoren niet tot het oorspronkelijke Sanskriet van dit vers. De Heer identificeert zich met hen als behorend tot het onpersoonlijke aspect van Zijn natuur. Hijzelf is de integriteit die ze samenbindt als de ether gecondenseerd in een materiële vorm en als de tijd die alles tot leven beweegt met een specifieke kalender van lokale voorkeuren.


Rudi Jansma Evolutie in het Vishnu Purana
In dit Purana is Vishnu de aldoordringer, die in alle dingen aanwezig is, de oorzaak is van alles, uit wie alles voortkomt en tot wie alles terugkeert. Hij is niet alleen de instandhouder van de
hindoe-trimurti: de schepper Brahma is een vorm die Vishnu aanneemt om de schepping tot stand te brengen, en Vishnu kan ook de functie van vernietiger aannemen. Hij is het eeuwige beginsel waarbinnen de niet-eeuwige cycli van manifestatie of evolutie bestaan.

Het Vishnu Purana beschrijft vervolgens de zeven of negen ‘scheppingen’ of perioden van evolutie. Oorspronkelijk waren de drie guna’s of kwaliteiten – sattva (goedheid), rajas (hartstocht) en tamas (kalmte) – in evenwicht in pradhana. Uit de ‘ongelijke ontwikkeling’ of manifestatie van deze kwaliteiten komt mahat of kosmisch intellect voort, dat onder invloed van de kwaliteiten drievoudig wordt (1:33-5). Mahat brengt manas (het denkende beginsel) voort en ahankara (zelfheid, persoonlijkheid, of het gevoel van ‘ik ben ik’). Volgens de theosofische opvatting is mahat in werkelijkheid het geheel van de goddelijke en spirituele intelligenties van de kosmos, de menigte dhyani-chohans. Aldus is de eerste schepping de schepping van mahat of de menigte kosmische intelligenties.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I, Stanza 3 Het ontwaken van de kosmos (p. 97):
(a) Het gebruik van meetkundige figuren en de veel voorkomende verwijzingen ernaar in alle oude geschriften (zie de Purana’s, Egyptische papyri, het ‘Dodenboek’ en zelfs de Bijbel) moet worden verklaard. In het ‘Boek van Dzyan’, evenals in de Kabbala, zijn er twee soorten getallen die men kan bestuderen – de cijfers, vaak eenvoudige sluiers, en de heilige getallen, waarvan de waarden alle door inwijding aan de occultisten bekend zijn. De eerstgenoemde zijn alleen maar gebruikelijke tekens, de laatstgenoemde zijn de basissymbolen van alles. Dat wil zeggen, de eerste soort is zuiver materieel, de andere zuiver metafysisch; zij verhouden zich tot elkaar als stof tot geest – de tegenpolen van de ENE substantie.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 6 Onze wereld, haar groei en ontwikkeling (p. 172):
Onder de grootste natuur- en scheikundigen zijn enkele geleerden die dit feit beginnen te vermoeden, dat aan de occultisten al eeuwenlang bekend is geweest. De spectroscoop laat alleen de waarschijnlijke overeenkomst zien (gebaseerd op uiterlijke gegevens) van aardse en sterrenstof; hij kan niet verdergaan, noch aantonen of de atomen elkaar op dezelfde manier en onder gelijke omstandigheden fysisch en chemisch aantrekken, als ze worden geacht op onze planeet te doen. Men kan zich voorstellen dat de temperatuurschaal, van de hoogste tot de laagste denkbare graad, één en dezelfde is in en voor het gehele Heelal; niettemin verschillen haar eigenschappen, behalve die van ontleding en herverbinding, op iedere planeet. Zo gaan atomen over tot nieuwe bestaansvormen, waarvan de natuurkunde nooit heeft gedroomd en die voor haar onkenbaar zijn. Zoals al in ‘Five Years of Theosophy’ tot uiting werd gebracht, vertoont bijvoorbeeld de essentie van komeetstof ‘geheel andere schei- of natuurkundige eigenschappen dan die, waarmee de grootste scheikundigen en natuurkundigen van de aarde bekend zijn’ (blz. 242). En zelfs die stof ondergaat tijdens een snelle doorgang door onze atmosfeer een bepaalde verandering van aard. Zo verschillen dus niet alleen de elementen van onze planeten maar zelfs die van al haar zusters in het zonnestelsel in samenstelling evenveel van elkaar, als van de kosmische elementen buiten de grenzen van ons zonnestelsel8.
8) Dit wordt door dezelfde geleerde in de aangehaalde voordracht nog eens bevestigd; hij citeert Clerk Maxwell, die zegt ‘dat de elementen niet absoluut homogeen zijn’. Hij schrijft: ‘Het is moeilijk zich een selectie en een eliminatie van tussensoorten voor te stellen, want waar kunnen deze geëlimineerde moleculen zijn gebleven, indien – wij hebben namelijk redenen om dit te geloven – de waterstof, enz. van de vaste sterren bestaat uit moleculen die in alle opzichten met de onze identiek zijn.’ En hij voegt eraan toe: ‘In de eerste plaats kunnen we deze absolute moleculaire identiteit in twijfel trekken, want we hebben tot dusver geen andere middelen gehad om tot een conclusie te komen, dan door de spectroscoop worden verschaft, terwijl men erkent dat, om de spectra van twee lichamen nauwkeurig te vergelijken en te onderscheiden, deze moeten worden onderzocht onder gelijke omstandigheden van temperatuur, druk en alle andere fysische voorwaarden. We hebben ongetwijfeld in het spectrum van de zon stralen gezien die we niet hebben kunnen identificeren.’
175: De lezer moet voor ogen houden dat, volgens onze leer die dit Heelal van verschijnselen als een grote illusie beschouwt, een lichaam meer nadert tot de werkelijkheid naargelang het zich dichter bevindt bij de ONBEKENDE SUBSTANTIE, omdat het dan verder afstaat van deze wereld van maya. Hoewel dus de moleculaire samenstelling van hun lichamen niet is af te leiden uit hun manifestaties op dit bewustzijnsgebied, bezitten zij niettemin (gezien van het standpunt van de adept-occultist) in het relatief noumenale Heelal – in tegenstelling tot het Heelal van de verschijnselen – een karakteristieke objectieve, zo niet een stoffelijke structuur.
180: Astronomen, geologen en natuurkundigen, aan wie geen enkel, al was het maar benaderend, chronologisch gegeven bekend is, dat als uitgangspunt zou kunnen dienen bij een poging de leeftijd van onze planeet of de oorsprong van het zonnestelsel te bepalen, verwijderen zich bij iedere nieuwe hypothese verder en verder van de kust van de feiten naar de peilloze diepten van de speculatieve ontologie18. De Wet van de Analogie in het bouwplan van de stelsels buiten en van de planeten binnen ons zonnestelsel, heeft niet noodzakelijk betrekking op de eindige voorwaarden waaraan ieder zichtbaar lichaam op ons bestaansgebied is onderworpen. In de occulte wetenschap is deze wet de eerste en de belangrijkste sleutel tot de kosmische natuurkunde, maar zij moet tot in de kleinste bijzonderheden worden bestudeerd en ‘zeven keer worden omgedraaid’ voordat men haar begrijpt.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk Aanvullende feiten en verklaringen over de bollen en de monaden (p. 204/205):
De MONADE komt haar toestand van geestelijke en intellectuele onbewustheid te boven, slaat de eerste twee gebieden over – die te dicht bij het ABSOLUTE liggen om enige wisselwerking met iets op een lager gebied toe te laten – en gaat direct naar het gebied van het denken. Maar er is geen gebied in het heelal dat, in zijn bijna eindeloze gradaties van de eigenschappen van waarneming en zelfwaarneming, een grotere speelruimte of een ruimer werkterrein biedt dan dit gebied. Dit heeft op zijn beurt een geschikt kleiner gebied voor iedere ‘vorm’, vanaf de delfstoffenmonade tot het moment dat die monade zich door evolutie heeft ontwikkeld tot de GODDELIJKE MONADE. Maar zij blijft al die tijd dezelfde monade en verschilt slechts in haar incarnaties, tijdens haar steeds elkaar opvolgende cyclussen van gedeeltelijke of totale verduistering van de geest, of gedeeltelijke of totale verduistering van de stof – twee tegengestelde polen – terwijl zij opstijgt naar de gebieden van het vergeestelijkte verstand of afdaalt in de diepten van de stoffelijkheid.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 6 Vervolg (p. 230):
Men heeft ons verzekerd dat er, voornamelijk in het Duits, verschillende moderne boeken bestaan met speculatieve fantasieën over dergelijke worstelingen om het bestaan in de sterrenhemel. Het verheugt ons dit te horen, want wij bezitten een occulte leer die zich verliest in het duister van archaïsche tijden. Wij hebben deze in ‘Isis Ontsluierd’ volledig behandeld, en het denkbeeld van een min of meer darwinistische evolutie, van ‘strijd om het bestaan’ en de suprematie, en van het ‘overleven van de geschiktsten’, onder zowel de menigten boven als de menigten beneden, kan men volgen door de beide delen van ons vroegere boek, dat in 1876 is geschreven. (Zie de Index in ‘Isis Ontsluierd’ bij de woorden ‘evolutie’, ‘Darwin’, ‘Kapila’, ‘strijd om het bestaan’, enz.) Maar het denkbeeld was niet van ons, het is afkomstig uit de oudheid. Zelfs de schrijvers van de Purana’s hebben allegorieën op een vindingrijke manier met kosmische feiten en gebeurtenissen van de mensheid samengeweven.
231: Al deze verhalen hebben betrekking op hemel en aarde, en hebben een dubbele en vaak zelfs een drievoudige betekenis, en een esoterische toepassing, zowel op dingen boven als beneden. Elk ervan doelt op astronomische, theogonische of menselijke worstelingen, op de onderlinge aanpassing van hemellichamen en de suprematie onder volkeren en stammen. De ‘strijd om het bestaan’ en het ‘overleven van de geschiktsten’ heersten oppermachtig vanaf het moment dat de Kosmos zich manifesteerde en tot bestaan kwam, en konden nauwelijks ontsnappen aan het opmerkzame oog van de oude wijzen. Vandaar de voortdurende gevechten van Indra, de god van het uitspansel, met de Asura’s – die van hoge goden waren verlaagd tot kosmische demonen; en met Vritri of Ah-hi; de gevechten tussen sterren en sterrenbeelden, tussen maan en planeten – later geïncarneerd als koningen en stervelingen. Vandaar ook de oorlog in de hemel van Michaël en zijn leger tegen de draak (Jupiter en Lucifer-Venus), toen een derde deel van de sterren van het opstandige leger de Ruimte in werd geslingerd, en ‘hun plaats niet meer in de hemel werd gevonden’. Zoals wij lang geleden zeiden: ‘Dit is de grondslag en de hoeksteen van de geheime cyclussen. Het bewijst dat de brahmanen en de tanaïm . . . op een nogal darwinistische manier beschouwingen hielden over de schepping en de ontwikkeling van de wereld en dat beiden hem en zijn school vóór waren op het punt van de natuurlijke selectie, het overleven van de geschiktsten, en de verandering van de soorten. . . . Er waren oude werelden die vergingen en door nieuwe werden overwonnen’, enz. (‘Isis Ontsluierd’, Deel II, blz. 260, Engelse uitgave.) De bewering dat alle werelden (sterren, planeten, enz.) – zodra een kern van oorspronkelijke substantie in de laya (ongedifferentieerde) toestand door de vrijgekomen beginselen van een kort geleden gestorven hemellichaam wordt bezield – eerst kometen en dan zonnen worden en vervolgens afkoelen tot bewoonbare werelden, is een leer die zo oud is als de rishi’s.
Wij zien dus dat de Geheime Boeken nadrukkelijk een sterrenkunde leren, die zelfs door moderne denkers niet zou worden verworpen, als de laatstgenoemden de leringen volledig zouden kunnen begrijpen.
Want de archaïsche sterrenkunde en de oude wis- en natuurkunde formuleerden opvattingen die identiek waren met die van de moderne wetenschap, en een groot aantal had een meer doorslaggevende betekenis. Een ‘strijd om het bestaan’ en een ‘overleven van de geschiktsten’, zowel in de werelden boven als op onze planeet hier beneden, worden uitdrukkelijk verkondigd. Hoewel deze leer niet ‘volledig door de wetenschap zou worden verworpen’, zal zij als geheel beslist worden afgewezen. Want zij beweert dat er maar zeven uit zichzelf geboren oorspronkelijke ‘goden’ zijn, die zijn uitgestraald door de drie-enige ENE.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 245):
(d) De derde orde correspondeert met atma-buddhi-manas: geest, ziel en verstand; zij wordt de ‘triaden’ genoemd.
(e) De vierde bestaat uit substantiële wezens. Dit is de hoogste groep van de rupa’s (atomaire vormen). Het is de kinderkamer van de menselijke, bewuste, geestelijke zielen. Zij worden ‘onvergankelijke jiva’s’ genoemd en vormen, door bemiddeling van de orde onder hen, de eerste groep van de eerste zevenvoudige menigte – het grote mysterie van het menselijke bewuste en verstandelijke Zijn. Want deze laatste vormen het terrein waarin de kiem, die zich zal gaan voortplanten, in afzondering ligt verborgen. De kiem zal in de stoffelijke cel de geestelijke kracht worden die de ontwikkeling van het embryo leidt, en de oorzaak is van de overerving van vermogens en van al de inherente eigenschappen van de mens. De theorie van Darwin over de overdracht van verkregen eigenschappen wordt echter in het occultisme niet onderwezen en niet aanvaard. Het occultisme zegt dat de evolutie volgens een heel ander patroon plaatsheeft; het stoffelijke ontwikkelt zich volgens de esoterische leer geleidelijk uit het geestelijke, het verstandelijke en het psychische. Deze innerlijke ziel van de stoffelijke cel – dit ‘geestelijke plasma’, dat het kiemplasma beheerst – is de sleutel die eens de poorten moet openen van de terra incognita van de bioloog, die nu het duistere mysterie van de embryologie wordt genoemd.
De Geheime Leer Deel I, Samenvatting (p. 304/305):
De hele orde van de natuur toont een voortgaande beweging naar een hoger leven. Aan de werking van de schijnbaar meest blinde krachten ligt een plan ten grondslag. Het hele evolutieproces met zijn eindeloze aanpassingen is een bewijs daarvan. De onveranderlijke wetten die de zwakke en krachteloze soorten uitroeien om plaats te maken voor de sterke, en die zorgen voor het ‘overleven van de geschiktsten’, werken alle naar het grootse doel toe, al zijn ze nog zo wreed in hun directe werking. Juist het feit dat er aanpassingen voorkomen, dat de geschiktsten inderdaad overleven in de strijd om het bestaan, toont aan dat wat ‘onbewuste Natuur’3 wordt genoemd, in werkelijkheid een samenstel van krachten is, die worden gehanteerd door half-intelligente wezens (elementalen), die worden geleid door hoge planeetgeesten (Dhyan-Chohans). Deze laatsten gezamenlijk vormen het gemanifesteerde woord van de ongemanifesteerde LOGOS en vormen tegelijkertijd het DENKVERMOGEN van het Heelal en zijn onveranderlijke WET.
311: De geest leeft en leven is geest, en leven en geest (prakriti purusha) (?) brengen alles voort, maar ze zijn in essentie één en niet twee. . . . Ook de elementen hebben ieder hun eigen Yliaster, omdat alle werkzaamheid van de materie in elke vorm slechts een uitvloeisel uit dezelfde bron is. Maar zoals uit het zaadje de wortels met hun vezels groeien en daarna de stengel met zijn takken en bladeren en tenslotte de bloemen en de zaadjes, zo werden ook alle wezens uit de elementen geboren en bestaan ze uit elementaire substanties waaruit andere vormen kunnen ontstaan, die de eigenschappen van hun ouders dragen. (De vertaler merkt op, dat ‘deze leer, die 300 jaar geleden werd verkondigd, overeenkomt met de leer die, nadat deze door Darwin in een nieuwe vorm was gegoten en verder uitgewerkt, een ommekeer in het moderne denken heeft teweeggebracht. Deze was nog meer uitgewerkt door Kapila in de sankhyafilosofie’). . . . Als moeders van alle schepselen hebben de elementen een onzichtbare, geestelijke aard en hebben ze zielen10. Ze komen alle uit het ‘mysterium magnum’ voort. (Philosophia ad Athenienses.)
10) De oosterse occultist zegt: ‘worden geleid en bezield door geestelijke wezens’, de werklieden in de onzichtbare werelden en achter de sluier van de occulte natuur, of van de natuur in abscondito.
313: Dit wordt tegengesproken door dezelfde Trismegistos, die zegt: ‘Het is onmogelijk van God te spreken. Want het lichamelijke kan het niet-lichamelijke niet uitdrukken. . . . Dat wat noch lichaam, noch gestalte, vorm of materie heeft, kan niet door de zintuigen worden bevat. Ik begrijp het, Tatios, ik begrijp het, wat onmogelijk kan worden omschreven – dat is God.’ (Physical Eclogues, Florilegium van Stobaeus.)
Het is duidelijk dat deze twee passages elkaar tegenspreken en daaruit blijkt (a) dat een aantal generaties van mystici van allerlei soort onder het algemene pseudoniem van Hermes schreven en (b) dat een groot onderscheidingsvermogen nodig is vóór men een Fragment als esoterische lering aanvaardt, alleen omdat het onmiskenbaar oud is. We gaan nu het bovenstaande vergelijken met een soortgelijke aanroeping uit de hindoegeschriften, die ongetwijfeld even oud, zo niet veel ouder is. Hier is het Parasara, de Arische ‘Hermes’, die Maitreya, de Indiase Asclepios, onderwijst en Vishnu als drievoudig wezen aanroept.
‘Eer aan de onveranderlijke, heilige, eeuwige verheven Vishnu, die één universele aard heeft, de machtige over alles; aan hem die Hiranyagarbha, Hari en Sankara is (Brahma, Vishnu en Siva), de schepper, de instandhouder en de vernietiger van de wereld; eer aan Vasudeva, de bevrijder (van zijn aanbidders); aan hem van wie de essentie zowel enkelvoudig als veelvoudig is; die zowel ijl als lichamelijk is en zowel een geheel vormt als niet een geheel vormt; eer aan Vishnu, de oorzaak van de uiteindelijke verlossing, de oorzaak van de schepping, van het bestaan en van het einde van de wereld; die de wortel van de wereld is en die uit de wereld bestaat.’ (Vish. Purana, Deel I.)
314: ‘Werkelijkheid bestaat niet op aarde, mijn zoon, en kan daar niet bestaan. . . . Niets op aarde is werkelijk, er is slechts schijn. . . . Hij (de mens) is als mens niet werkelijk, mijn zoon. Het werkelijke bestaat alleen in zichzelf en blijft wat het is. . . . De mens is vergankelijk en hij is daarom niet werkelijk, hij is maar schijn en schijn is de hoogste illusie.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 3 Oorspronkelijke substantie en goddelijke gedachte (p. 355):
Ether, deze hypothetische Proteus, een van de ‘representatieve verzinsels’ van de moderne wetenschap – dat niettemin al zo lang werd aangenomen – is een van de lagere ‘beginselen’ van wat wij de OORSPRONKELIJKE SUBSTANTIE (in het Sanskriet akasa) noemen, een van de dromen van voorheen, die nu opnieuw de droom van de moderne wetenschap is geworden. Het is de grootste, en ook de stoutmoedigste, van de nog bestaande speculaties van de filosofen uit de oudheid. Voor de occultisten is echter zowel de ETHER als de oorspronkelijke substantie een werkelijkheid. Om het duidelijk te stellen, ETHER is het astrale licht, en de oorspronkelijke substantie is AKASA?, de upadhi van de GODDELIJKE GEDACHTE.
355/356: Volgens het moderne taalgebruik zou men laatstgenoemde beter KOSMISCHE VERBEELDING kunnen noemen – geest – en het eerstgenoemde KOSMISCHE SUBSTANTIE – stof. Deze, de alfa en de omega van het Zijn, vormen slechts de twee facetten van het ene Absolute Bestaan.
356: Zelfs een groot denker als Herbert Spencer spreekt soms over het ‘Onkenbare’ in termen waaruit de dodelijke invloed van het materialistische denken blijkt, dat als de moordende sirocco alle tegenwoordige
ontologische speculaties heeft doen verdorren en verwelken1.
1) Wanneer hij bijvoorbeeld de ‘Eerste Oorzaak’ – het ONKENBARE – een vermogen noemt, ‘dat zich door de verschijnselen manifesteert’ en ‘een oneindige eeuwige energie’(?), is het duidelijk dat hij slechts het stoffelijke aspect van het mysterie van het Zijn heeft begrepen – alleen de energieën van de kosmische substantie. Het eeuwig bestaande aspect van de ENE WERKELIJKHEID – kosmische verbeelding – (wat het noumenon daarvan betreft, dit schijnt niet te bestaan in de geest van de grote denker) wordt volledig buiten beschouwing gelaten. Ongetwijfeld is deze eenzijdige manier om het probleem te behandelen voor een groot deel het gevolg van de verderfelijke westerse gewoonte om bewustzijn ondergeschikt te maken aan of te beschouwen als een ‘bijproduct’ van moleculaire beweging.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 8 Leven, Kracht of Zwaartekracht (p. 585):
595: ‘Het is waar dat we niet weten wat leven is; maar evenmin weten we wat de kracht is die de sterren in beweging brengt . . . Levende wezens hebben gewicht en zijn daarom onderhevig aan de zwaartekracht. Ze zijn de zetel van talrijke en verschillende fysisch-chemische verschijnselen die onmisbaar zijn voor hun bestaan en die men moet toeschrijven aan de werking van etherodynamica (elektriciteit, warmte, enz.). Maar deze verschijnselen worden hier gemanifesteerd onder invloed van een andere kracht . . . Het leven staat niet vijandig tegenover de onbezielde krachten, maar het bestuurt en beheerst hun werking door zijn wetten.’
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 9
De zonnetheorie (p. 596):
In zijn antwoord op de aanval door dr. Gull op de theorie van de levenskracht (in de occulte filosofie onafscheidelijk verbonden met de elementen van de Ouden) heeft prof. Beale, de grote fysioloog, enige woorden te zeggen die even suggestief als mooi zijn:
‘Er is een mysterie in het leven, een mysterie dat nog nooit is doorgrond en dat groter lijkt naarmate de verschijnselen van het leven dieper worden bestudeerd en overdacht. In levende centra – die veel centraler liggen dan de centra die men bij de sterkste vergroting kan zien, in centra van levende stof, waar het oog niet kan doordringen, maar waarop het verstand zich kan richten – vinden veranderingen plaats, over de aard waarvan de verst gevorderde natuurkundigen en scheikundigen ons geen idee kunnen geven. Ook is er niet de minste reden om te denken dat de aard van deze veranderingen ooit door natuurkundig onderzoek zal worden vastgesteld, omdat zij ongetwijfeld van een orde of een aard zijn die volkomen verschilt van die waaraan ieder ander ons bekend verschijnsel kan worden toegeschreven.’
Het occultisme plaatst dit ‘mysterie’, of de oorsprong van de LEVENSESSENTIE, in hetzelfde centrum als de kern van de prima materia van ons zonnestelsel (want ze zijn één).
‘De zon is het hart van de zonnewereld (het zonnestelsel) en zijn brein is verborgen achter de (zichtbare) zon. Vandaar worden gewaarwordingen uitgezonden naar ieder zenuwcentrum van het grote lichaam, en de golven van de levensessentie vloeien in iedere slagader en ader. . . . De planeten vormen zijn ledematen en geven zijn ritme aan. . . .’ (Toelichting.)
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 14 Wetenschappelijke en esoterische bewijzen voor en bezwaren tegen de moderne nevelvlektheorie (p. 664/665):
In een artikel in Popular Science Review (Deel XIV, blz. 252) over ‘Recente onderzoekingen naar de kleinste levensvormen’ zegt H.J. Slack, F.C.S., Sec. R.M.S.: ‘Er is een duidelijke convergentie van alle wetenschappen, van de natuurkunde tot de scheikunde en de fysiologie, naar de een of andere evolutie- en ontwikkelingsleer, waarvan de feiten van het darwinisme deel zullen uitmaken, maar over de vraag hoe deze leer er tenslotte zal uitzien, zijn er weinig aanknopingspunten, en misschien zal deze leer pas door het menselijke denkvermogen vorm krijgen als zowel het metafysische als het fysische onderzoek veel verder is gevorderd.’
Dit is inderdaad een gelukkige voorspelling. Dan breekt misschien de tijd aan waarop de ‘natuurlijke selectie’, zoals verkondigd door Darwin en Herbert Spencer, in haar uiteindelijke gedaante slechts een deel zal vormen van onze oosterse evolutieleer, dat is die van Manu en Kapila, esoterisch verklaard.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 18 Samenvatting van de wederzijdse standpunten (p. 744/745):
In een boek van S. Laing, Modern Science and Modern Thought, dat wordt beschouwd als een standaardwerk over de wetenschap, en waarvan de schrijver volgens een prijzende recensie in de Times ‘met veel gezag en doeltreffendheid de ontzaglijke ontdekkingen van de wetenschap laat zien en haar talrijke overwinningen op de oude opvattingen, wanneer deze ZO ONDOORDACHT ZIJN HAAR CONCLUSIES TE BESTRIJDEN’, leest men in hoofdstuk III, ‘Over de stof’, het volgende:
WAARUIT BESTAAT HET STOFFELIJKE HEELAL? ETHER, STOF, ENERGIE’ . . . is het antwoord.
Wij onderbreken nu en vragen: ‘Wat is ether?’ En Laing antwoordt in naam van de wetenschap:
Eigenlijk kennen we de ether UIT GEEN ENKELE PROEFNEMING WAARVAN DE ZINTUIGEN KENNIS KUNNEN NEMEN, maar het is een soort wiskundige substantie die wij WEL MOETEN AANNEMEN om de verschijnselen van licht en warmte te verklaren.’
En wat is stof? Weet u er meer van dan over het ‘hypothetische’ agens, ether?
Strikt genomen is het waar, dat scheikundige onderzoekingen ons . . . NIETS RECHTSTREEKS kunnen zeggen over de samenstelling van levende stof en . . . strikt genomen is het ook waar, DAT WE NIETS WETEN over de samenstelling van ENIG (stoffelijk) LICHAAM, ZOALS HET IS.’ (Lezing over protoplasma door Huxley.)
En energie? U kunt toch wel de derde persoon van de drie-eenheid van uw stoffelijke heelal omschrijven?
‘DE ENERGIE IS DAT WAT ONS ALLEEN BEKEND IS DOOR HAAR GEVOLGEN.’ (Boeken over natuurkunde.)
Verklaart u dit alstublieft, want het is nogal vaag.
‘IN DE MECHANICA IS ER WERKELIJKE EN POTENTIËLE ENERGIE: WERKELIJK VERRICHTE ARBEID EN HET VERMOGEN OM DIE TE VERRICHTEN. WAT DE AARD VAN DE MOLECULAIRE ENERGIE OF KRACHTEN BETREFT: DE VERSCHILLENDE VERSCHIJNSELEN DIE DE LICHAMEN VERTONEN, BEWIJZEN DAT HUN MOLECULEN ONDER INVLOED STAAN VAN TWEE TEGENGESTELDE KRACHTEN – EEN DIE ERTOE NEIGT ZE NAAR ELKAAR TOE TE BRENGEN EN DE ANDERE ZE TE SCHEIDEN . . . DE EERSTE KRACHT IS MOLECULAIRE AANTREKKING, DE TWEEDE IS TOE TE SCHRIJVEN AAN DE vis viva OF KINETISCHE KRACHT’ . . . (Ganot, Physics.)
Inderdaad, het is de aard van deze kinetische kracht, de vis viva die we wensen te kennen. Wat is die? . . .
‘WIJ WETEN HET NIET!’ IS HET ONVERANDERLIJKE ANTWOORD. ‘HET IS EEN LEGE SCHADUW VAN DE VERBEELDING’, zegt Huxley in zijn Physical Basis of Life.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II hoofdstuk Archaïsche leringen in de purana’s en in genesis Stoffelijke evolutie (p. 295:)
Verder wordt ons geleerd dat de transformaties die de mens doormaakte op de neergaande boog – die middelpuntvliedend is voor de geest en middelpuntzoekend voor de stof – en die waarop hij zich vervolgens voorbereidt en die hij moet doormaken op zijn opgaande pad, dat de richting van de twee krachten zal omkeren (de stof zal middelpuntvliedend worden en de geest middelpuntzoekend) ook de antropoïde aap te wachten staan. Dit geldt in elk geval voor de soorten die in deze Ronde de het dichtst bij de mens staande trap hebben bereikt. En deze zullen alle in de vijfde Ronde mensen zijn, zoals de tegenwoordige mensen in de derde, de voorgaande Ronde, aapachtige vormen bewoonden.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De rassen met het ‘derde oog’ (p. 337):
In het begin waren alle klassen en families van levende soorten hermafrodiet en objectief één-ogig. Bij het dier – waarvan de vorm even etherisch (astraal) was als die van de mens, vóór de lichamen van beide hun rokken van vellen begonnen te evolueren, d.w.z. vóór ze van binnen naar buiten het dikke omhulsel van substantie of stof met zijn inwendige fysiologische mechanisme gingen ontwikkelen – was het derde oog oorspronkelijk, evenals bij de mens, het enige ziende orgaan. De twee stoffelijke ogen aan de voorkant ontwikkelden17 zich later zowel bij het dier als de mens, van wie het fysische gezichtsorgaan aan het begin van het derde Ras zich op dezelfde plaats bevond als dat van sommige blinde gewervelde dieren in onze tijd, nl. onder een ondoorzichtige huid18.
17) Maar op een heel andere manier dan zoals Haeckel het voorstelde, als een ‘evolutie door natuurlijke selectie in de strijd om het bestaan’ (‘Pedigree of Man’, ‘Sense Organs’, blz. 335). Het is totaal ontoereikend om de mooie combinatie van aanpassingen die in het oog aanwezig is, te verklaren op basis van alleen de ‘warmtegevoeligheid van de huid’ voor hypothetische lichtgolven. Bovendien is al eerder aangetoond dat ‘natuurlijke selectie’ een zuivere mythe is, als hieraan de oorsprong van de variaties wordt toegeschreven (zie hieronder, Afdeling III, over darwinistische mechanische veroorzaking); omdat het ‘overleven van de geschiktsten’ pas kan plaatsvinden nadat er bruikbare variaties en verbeterde organismen zijn ontstaan. Waar kwamen de ‘bruikbare variaties’ vandaan die het oog ontwikkelden? Alleen uit ‘blinde krachten . . . zonder doel en zonder plan?’ Deze redenering is kinderachtig. De ware oplossing van het mysterie is te vinden in de onpersoonlijke goddelijke wijsheid, in de VERBEELDINGSKRACHT ervan – weerkaatst door de stof.
De Geheime Leer Deel II, De oorspronkelijke manu's van de mensheid (p. 353):
In de symboliek van alle volkeren staat ‘de zondvloed’ voor chaotische ongeordende stof – de Chaos zelf – en het water voor het vrouwelijke beginsel: de ‘grote diepte’. Het Griekse Lexicon van Parkhurst zegt: ‘ Ἀρχή – (ark) komt overeen met het Hebreeuwse rasit of wijsheid . . . en (tegelijk) met het embleem van het vrouwelijke voortbrengende vermogen, de arg of arca, waarin de kiem van de natuur (en van de mensheid) zweeft of broedt op de grote afgrond van de wateren, tijdens het interval na elke wereld- (of ras-) cyclus.’ Ark is ook de mystieke naam van de goddelijke geest van het leven die zweeft boven de chaos. Maar Vishnu is de goddelijke geest als abstract beginsel en ook als de instandhouder en voortbrenger, of schenker van het leven – de derde persoon van de trimurti (die bestaat uit Brahma, de schepper, Siva, de vernietiger en Vishnu, de instandhouder). Volgens de allegorie leidt Vishnu, in de vorm van een vis, de ark van Vaivasvata Manu veilig over de wateren van de vloed. Het heeft geen zin over de esoterische betekenis van het woord vis uit te weiden. (Zie Payne Knight, Inman, Gerald Massey, enz.) De theologische betekenis is fallisch, maar de metafysische is goddelijk. Jezus wordt de ‘vis’ genoemd, evenals Vishnu en Bacchus: ΙΗΣ, de ‘verlosser’ van de mensheid, is slechts het monogram van de god Bacchus, ΙΧΘΥΣ, de vis genaamd12. Wat de zeven rishi’s in de ark betreft, zij symboliseerden de zeven beginselen, die in de mens pas volledig werden nadat hij zich had gescheiden, en een menselijk, en niet langer een goddelijk, wezen was geworden. (Zie voor verdere bijzonderheden ‘De zevende Manu’.)
12) Augustinus zegt over Jezus: ‘Want hij is een vis die leeft omringd door de wateren.’ De christenen noemden zich in hun heilige mysteriën kleine vissen – pisciculi. ‘Zoveel in het water voortgebrachte vissen, en gered door één grote vis ’, zegt Tertullianus over de christenen, Christus en de kerk.
De Geheime Leer Deel II Stanza 11
De beschaving en vernietiging van het derde en vierde ras (p. 372,373):
Er zijn dus sinds de mensheid van
Vaivasvata Manu op deze aarde verscheen, al vier van dergelijke verstoringen in de aardas geweest, toen de oude continenten – behalve het eerste – door de oceanen werden verzwolgen, andere landen verschenen en reusachtige bergketens verrezen waar er tevoren geen waren. Het oppervlak van de aarde werd iedere keer volledig veranderd; het overleven van de geschiktste volkeren en rassen werd door tijdige hulp gewaarborgd; en de ongeschikte – de mislukkingen – werden opgeruimd doordat zij van de aarde werden weggevaagd. Een dergelijk rangschikken en verschuiven gebeurt niet tussen zonsondergang en zonsopgang, zoals men misschien denkt, maar vereist vele duizenden jaren, voordat in het nieuwe huis orde op zaken is gesteld.
De Geheime Leer Deel II, Over de mythe van de 'gevallen engel' in haar verschillende aspecten (p. 539):
Ook is het niet minder natuurlijk dat de materialist en de natuurkundige zich voorstellen dat alles is toe te schrijven aan blinde kracht en toeval, en vaker aan het overleven van de sterksten dan van de geschiktsten. Maar de occultisten, die de stoffelijke natuur beschouwen als een verzameling van de meest uiteenlopende illusies op het gebied van de bedrieglijke waarnemingen; die in elke pijn en elk lijden slechts de noodzakelijke weeën zien van de steeds voortgaande voortplanting – een reeks trappen naar een aldoor
toenemende vervolmaking, die zichtbaar is in de stille invloed van het zich nooit vergissende karma of de abstracte natuur – de occultisten beschouwen de grote Moeder anders. Wee degenen die leven zonder te lijden. Stilstand en dood zijn de toekomst van alles wat vegeteert zonder te veranderen. En hoe kan er een verandering ten goede zijn zonder een evenredig lijden in het daaraan voorafgaande stadium? Zijn het niet slechts degenen die de bedrieglijke waarde van aardse verwachtingen en de misleidende verlokkingen van de uiterlijke natuur hebben leren kennen, die zijn bestemd om de grote problemen van leven, pijn en dood op te lossen?
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 24 Het kruis en het Pythagorische tiental (p. 655):
Zo waren de dieren slechts drietallen, de mens alleen was een zevental, als hij deugdzaam was; een vijftal wanneer hij slecht was, want:
Het getal 5 was samengesteld uit een tweetal en een drietal; dat tweetal bracht alles met een volmaakte vorm in wanorde en verwarring. De volmaakte mens, zeiden zij, was een viertal en een drietal, of vier stoffelijke en drie onstoffelijke elementen; deze drie geesten of elementen vinden we ook in 5, als deze de microkosmos voorstelt. Deze laatste is een samenstelling van een tweevoud dat rechtstreeks in verband staat met de grove stof, en van drie geesten: ‘want 5 is de slim bedachte vereniging van twee Griekse accenten ‘, geplaatst boven klinkers die al of niet moeten worden geaspireerd.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 672):
Deze heilige getallen (3, 4, 7) zijn de heilige getallen van licht, leven en eenmaking – vooral in het tegenwoordige manvantara, onze levenscyclus, waarvan het getal zeven de bijzondere vertegenwoordiger of het factorgetal is. Dit moet nu worden aangetoond.
681: Het getal zeven, als een samenstelling van 3 en 4, is dus het factorelement in elke oude religie, omdat het het factorelement in de natuur is. Het gebruik ervan moet worden gerechtvaardigd, en er moet worden aangetoond dat zeven het getal par excellence is, want sinds het verschijnen van Esoteric Buddhism zijn vaak bezwaren gemaakt en is vaak twijfel geuit over de juistheid van deze bewering.
697: ‘Ruimte en tijd zijn één. Ruimte en tijd zijn naamloos, want ze zijn het onkenbare DAT, wat alleen kan worden gevoeld door middel van zijn zeven stralen – die de zeven scheppingen, de zeven werelden, de zeven wetten zijn’, enz. . . .
707: Dat aan de Ouden zoveel geheimen van de natuur werden onthuld, kwam door de kennis van de natuurwetten, die van de zeven om zo te zeggen het wortel-getal van de natuur in de gemanifesteerde wereld maken – in elk geval in onze huidige aardse levenscyclus – en door het wonderbaarlijke inzicht in de werking ervan. Verder stelden deze wetten en hun werkingen op het siderische, het aardse en het morele gebied de oude sterrenkundigen in staat de duur van de cyclussen en hun respectievelijke gevolgen op de loop van de gebeurtenissen precies te berekenen; om vooraf de invloed vast te stellen (profetie wordt het genoemd) die zij zullen hebben op de loop en de ontwikkeling van de mensenrassen. Omdat de zon, de maan en de planeten de nooit falende tijdmaten waren, waarvan het vermogen en de periodiciteit goed bekend waren, werden zij zo de grote heerser en heersers van ons kleine stelsel in al zijn zeven gebieden of ‘sferen van werkzaamheid’1.
1) De werkingssferen van de gecombineerde krachten van zijn: (1) de boven-geestelijke of noumenale; (2) de spirituele; (3) de psychische; (4) de astro-etherische; (5) de sub-astrale; (6) de vitale en (7) de zuiver fysieke sferen.
713: Voor christenen en gelovigen zou deze verwijzing naar Zacharia en vooral naar de brief van Petrus (1 P. ii, 2-5) voldoende moeten zijn. In de oude symboliek wordt de mens, in het bijzonder de innerlijke spirituele mens, ‘een steen’ genoemd. Christus is de hoeksteen, en Petrus noemt alle mensen ‘levendige’ (levende) stenen. Daarom kan een ‘steen met zeven ogen’ slechts betekenen wat we zeggen, d.i. een mens van wie de samenstelling (of ‘beginselen’) zevenvoudig is.
Om het voorkomen van de zeven in de Natuur nog duidelijker aan te tonen, voegen we hieraan toe dat het getal zeven niet alleen de periodiciteit van de levensverschijnselen beheerst, maar dat het ook een sterke invloed heeft op de reeks scheikundige elementen en even oppermachtig is in de wereld van het geluid en in die van de kleur, zoals deze ons door de spectroscoop wordt geopenbaard. Dit getal is de factor sine qua non bij het voortbrengen van occulte astrale verschijnselen.
Wanneer men de scheikundige elementen volgens hun atoomgewicht in groepen rangschikt, zal men ontdekken dat ze een reeks vormen van groepen van zeven; het eerste, tweede, enz., lid van elke groep vertoont in al zijn eigenschappen een sterke analogie met het overeenkomstige lid van de volgende groep.
714: ‘We zien dus dat scheikundige verscheidenheid, voorzover we de innerlijke aard ervan kunnen begrijpen, berust op getalsverhoudingen, en we hebben verder in deze verscheidenheid een bepalende wet gevonden, waarvoor we geen oorzaak kunnen aanwijzen; we vinden een wet van periodiciteit die wordt beheerst door het getal zeven.’
Het is niet nodig in detail te verwijzen naar het aantal trillingen dat de noten van de toonladder vormt; ze zijn volkomen analoog aan de schaal van scheikundige elementen, en ook aan de schaal van de kleuren die de spectroscoop laat zien, hoewel we in het laatste geval slechts met één octaaf te maken hebben, terwijl we zowel in de muziek als in de scheikunde theoretisch een reeks van zeven octaven vinden, waarvan er in beide wetenschappen zes vrijwel volledig en geregeld in gebruik zijn.
724: Dat (Dit), de ongeopenbaarde oorzaak van geest en stof, het Ene Leven de grondslag van alles.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 1 Archaïsche of hedendaagse antropologie? (p. 736):
Wat de natuurlijke selectie zelf betreft, daarover heersen bij veel hedendaagse denkers, die de conclusies van het darwinisme stilzwijgend aanvaarden, de grootste misvattingen. Het is bijvoorbeeld een retorische handigheid om aan ‘natuurlijke selectie’ het vermogen toe te schrijven om soorten te laten ontstaan. ‘Natuurlijke selectie’ is geen entiteit, maar een geschikte uitdrukking om de manier te beschrijven waarop het overleven van de geschikten en het verwijderen van de ongeschikten onder de organismen in de strijd om het bestaan plaatsheeft. Elke groep van organismen heeft de neiging zich sterker te vermenigvuldigen dan de middelen van bestaan toelaten; de voortdurende strijd om het leven – de ‘strijd om voldoende te eten te krijgen en niet te worden opgegeten’, gevoegd bij de omstandigheden van de omgeving – maakt een voortdurend verwijderen van de ongeschikten noodzakelijk.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 18 Samenvatting van de wederzijdse standpunten (p. 745):
‘Maar als u zo fataal onbekend bent met de oorsprong en de verborgen natuur van een zandkorrel, hoe zou u dan een intuïtie kunnen hebben over het ontstaan van een enkel levend wezen? Waar komt in een levend wezen het leven vandaan? Waar begint het? Wat is het levensbeginsel?’1
1) Père Félix de Notre Dame, Le Mystère et la Science, Conférences; Des Mousseaux, Hauts Phén. Magiques.

====

Energie en Tijd (Geest en Lichaam, 5D-concept, 5e Dimensie)

Bruce H. Lipton boek De biologie van de overtuiging -Hoe je gedachten je leven bepalen
In plaats van een slecht omschreven ‘geest’, die op een of andere manier elektromagnetische energie voortbrengt en misschien zelfs daaruit bestaat, en waarvan de oorsprong, de plaats waar deze zich bevindt en de bestemming door Lipton niet duidelijk worden gemaakt, gaat de theosofie uit van een reeks innerlijke lichamen of zielen van niet-fysieke graden van energie-substantie; de lagere vallen na de dood uiteindelijk uiteen in de fysieke en astrale gebieden, terwijl onze hogere aspecten veel langer voortbestaan. Al onze gedachten, daden en ervaringen worden vastgelegd in deze verschillende bewustzijnsvoertuigen of zielen, zoals alle gebeurtenissen een afdruk achterlaten in de innerlijke gebieden; en karma verwijst naar de fundamentele tendens van de natuur om het evenwicht te herstellen door op elke actie een passende reactie te laten volgen, gericht op degene die voor de oorspronkelijke actie verantwoordelijk was. Met andere woorden, we oogsten wat we zaaien.

Vrijwel alle materie staat in relatie met de eigenschappen van atomen. Atomen zijn op hun beurt uit drie bouwstenen namelijk neutronen, protonen en electronen opgebouwd.

In de snaartheorie zijn 'Energie en Tijd' twee complementaire grootheden. Uiteindelijk draait het om de vraag hoe kijken we tegen de primaire energiebron, de oerbron (eeuwige levensbron Antahkarana) aan?

Elektromagnetische spectrum
Gerangschikt van uiterst lage tot ultrahoge frequentie, omvat het elektromagnetische spectrum:
• extreem lage frequenties
• laagfrequente golven
• radiogolven
• microgolven
• infrarode stralen
• zichtbaar licht
• ultraviolette stralen
• röntgenstralen
• gammastralen

Fotonen (φοτος, photos=licht) ("lichtdeeltjes") zijn een verschijningsvorm van elektromagnetische straling. Afhankelijk van de gebruikte meetopstelling zal straling (een vorm van energie) zich voordoen als golven of als een stroom van massaloze deeltjes, de fotonen.
Een biofoton betreft in elk geval fotonen van kortere golflengte dan die welke het lichaam in het diepe infrarood uitstraalt volgens de Wet van Planck vanwege zijn temperatuur.

Lode Stevens Misschien nog vreemder is een versie van de Snaartheorie (superstringtheorie), de M-theorie.
In 1977 vatten de theoretische fysici alle kennis samen in het standaardmodel. Volgens dit model bestaat alle materie uit twee soorten deeltjes: quarks en leptonen. Daarnaast bevat het model nog krachtvoerende deeltjes. Er zijn zes quarks met wat wonderlijk aandoende namen up, down, charm, strange , top en bottom. Er zijn eveneens zes leptonen. Het bekendste is het elektron; daarnaast onderscheidt men nog de bosonen; het muon, het tauon, het elektronneutrino, het mounneutrino en het tauonneutrino (neutrino). De quarks en leptonen worden gerangschikt in drie families. De drie families zijn kopieën van elkaar; ze verschillen alleen in massa. Gewone materie bestaat uitsluitend uit deeltjes van de lichtste familie. De andere deeltjes kunnen alleen in het laboratorium geproduceerd worden.

Nieuw standaardmodel van de deeltjesfysica:

In de superstringtheorie, de M-theorie zijn elementaire deeltjes in feite golfachtige vibraties van uiterst dunne zogenaamde strings. Driedimensionale membranen (het ruimtelijk equivalent van een string) drijven hierin in de vijfde dimensie (tijd is de vierde dimensie). Parallele branen botsen (dit geeft een big bang) en drijven terug uit elkaar. Dit proces kan zich herhalen in een voortdurende cyclus van creatie en destructie. Maar laat ons wel wezen, alhoewel de superstringtheorie successen kent, die dan wel (nog) steeds louter theoretisch zijn, ontbreekt elk experimenteel bewijs.

De wetten van ‘Opgaan, Blinken en Verzinken’ vertaalt Blavatsky (Deel III, p. 514) naar de levenscyclus ‘Kindsheid - Aankomende leeftijd – Volwassenheid – Ouderdom’. Maar naast de uiterlijke cyclus bestaat er ook een innerlijke cyclus van 'Verschijnen en Verdwijnen'.
In dit kader is bijzonder interessant het artikel ‘Het mysterie van de dood’ van Ria Hopman in het tijdschrift Urania van Jan 2003. Tot slot stelt zij: Het mysterie van de dood is niets anders dan het mysterie van het bewustzijn dat in staat is transparant te worden voor talloze werelden en niveaus. De dood geeft het leven een speciale zin die het zonder de dood nooit zou krijgen. In het iets ervaren van de hemelsfeer (
Christogenesis) verandert de persoonlijkheid fundamenteel. In de paradox van het leven strekt het menselijk bestaan zich uit tot in de eeuwigheid en is het in de tijdelijkheid. Net zoals de heilige zich tegelijkertijd uitdrukt in de eeuwigheid en in de tijd.

Bruce Lipton is wereldwijd bekend vanwege de geniale manier waarop hij wetenschap en bewustzijnsontwikkeling met elkaar verbindt. Als celbioloog doceerde Bruce Lipton aan de medische faculteit van Wisconsin University en werkte als onderzoeker aan de medische faculteit aan de Stanford University. Zijn baanbrekende inzichten in het celmembraan maakte hem tot een pionier van de nieuwe wetenschap van epigenetica.

Dr. Amit Goswami boek Creatieve Evolutie Darwinisme en Intelligent Design (p. 123):
Ik was opgeleid tot een bioloog voor wie de celkern centraal stond, en wel met evenveel overtuiging als Copernicus was opgeleid tot een astronoom voor wie de aarde centraal stond. Daarom was het een schok voor mij toen ik me realiseerde dat de celkern die de genen bevat niet de cel programmeert. Data [vanuit de omgeving] worden via de receptoren op het celmembraan [speciale proteïnen die in het membraan liggen ingebed] ingegeven in de computer van de cel, zodat het celmembraan min of meer als ‘toetsenbord’fungeert. De receptoren activeren de effectoren [actieproteïnen] van het membraan, die als de Central Procesor Unit (CPU) van de celcomputer fungeren. De effectproteïnen vertalen de informatie uit de omgeving in de biologische gedragstaal (1992).

Jude Currivan boek Het 8e Chakra (p. 28):
Bruce Lipton en anderen hebben aangetoond dat niet de celkern, maar de celmembraan, de uiterste begrenzing van de cel en het enige orgaan dat alle organismen met elkaar gemeen hebben, het eigen 'brein' van de cel moet zijn.
Hoofdstuk 10 De reis van de zielenheld
169: Stap 6 - Wederkerigheid in liefde, respect en dankbaarheid
We moeten nu kiezen: blijven we deel uitmaken van het materialistische probleem of kunnen we deel hebben aan de integrale oplossing?

Rupert Sheldrake and Bruce Lipton - A Quest Beyond the Limits of the Ordinary (Part 1 of 10)

Bruce H. Lipton boek De biologie van de overtuiging: Hoe je gedachten je leven bepalen
Het ‘centrale dogma’ van de moderne orthodoxe biologie is dat het leven wordt beheerst door genen. In De biologie van de overtuiging legt celbioloog Bruce Lipton uit dat recent onderzoek heeft aangetoond dat genetisch determinisme fundamenteel tekortschiet, en presenteert een zeer leesbaar verslag van de ‘nieuwe biologie’. Hij zegt dat het onderzoek naar de manier waarop cellen informatie ontvangen en verwerken laat zien dat het leven van een cel niet door de genen wordt bepaald, maar door de fysieke en energetische omgeving, die in het geval van de mens ook onze gedachten omvat. Hij schrijft: ‘De overtuiging dat we broze biochemische machines zijn die door genen worden bestuurd maakt plaats voor het inzicht dat we krachtige scheppers van ons leven zijn en van de wereld waarin we leven’ (blz. 15). De ‘nieuwe’ biologie is een stap vooruit vergeleken met de oude maar, zoals we zullen zien, ze heeft nog steeds ernstige beperkingen.

De 4e dimensie, de relatieve tijd scheidt verleden en toekomst, de 'Ruimte-tijd - Spiegelsymmetrie'. Of met andere woorden de relatieve tijd verbindt de Ruimte-tijd, Zeitraum met het spiegelneuron en op een hoger aggregatieniveau met het superspiegelneuron. In de snaartheorie zijn energie en tijd twee complementaire grootheden. De complementariteit brengt de verbinding tussen verleden en toekomst tot uitdrukking. De verborgen 5e dimensie, de wederkerigheid tussen de micro- en de macrokosmos is kandidaat voor de verborgen complementariteit (evolutionaire kringloop), die een ommekeer in het denken, een paradigmawisseling mogelijk maakt.

Wim de Lobel (kies: Artikelen) boek De eeuwige generatie, Blauwdruk, (p. 47): Steeds weer met een vaste regelmaat geeft geeft Börger in zijn verhandelingen van deze procesgang en bewustwording een samenvattende definitie. Namelijk dat de ether gedacht als oergegeven het andere is van het electro-magnetische veld, dat zich omzet tot spiraalnevel, tot sterrenhoop, tot zonnestelsel. In het zonnestelsel bevinden zich de planeten waarop mogelijkerwijs de organische evolutie van het plantenrijk, dierenrijk en mensenrijk plaatsvindt.

Michael Fromfeld (artikel Een Elektrisch Universum PRANA nr. 171, feb/mrt 2009) verbindt de lineaire beweging met Shiva, de spiraal beweging met Vishnu en de circulaire beweging met Brahma. De spiraal beweging is als het ware de combinatie van een lineaire (eerste aspect) en circulaire (tweede aspect) beweging. In een zwaartekrachttheorie is een spiraal beweging uitzondering, in een elektrodynamische theorie praktisch regel. Van het kleinste deeltje tot de grootste galactische formatie is er een web van elektrische circuits dat alles in de natuur verbindt en verenigt, sterrenstelsels organiseert, sterren energie geeft, planeten geboren doet worden, en op onze eigen wereld het weer controleert en biologische organismes tot leven brengt. In een elektrisch universum zijn er geen geïsoleerde eilanden.

Over onverschillig en verschillig zijn (Haro Kraak Volkskrant 6 mei 2020 p. 11): Omstanderseffect
Toch kunnen we ons niet al het leed van anderen aantrekken. ‘Er zijn grenzen aan empathie en betrokkenheid’, zegt de Vlaamse filosoof Ignaas Devies, die in 2017 een pleidooi schreef voor onverschilligheid in het boek 'Het empatisch teveel. ‘Als er te vaak een appèl op ons geweten wordt gedaan, bijvoorbeeld door goede doelen, worden we daar juist apathisch van.’
In wezen beschreef de koning het ‘omstanderseffect’, zegt Devisch. ‘Dat iedereen veronderstelt dat de ander wel zal helpen, waardoor niemand ingrijpt. De gedachte die mooi in de speech naar voren kwam: verschuil je daar niet achter. Daarmee legt hij de vinger op de wonde kennelijk, ik heb althans begrepen dat half Nederland is platgegaan voor die speech.’

Zal stockholsyndroom crisisherstel dwarsbomen? (Peter de Waard Volkskrant 6 mei 2020 p. 20):
De sympathie die slachtoffers ontwikkelen voor daders, kreeg de naam ‘stockholmsyndroom’. Die onverwachte sympathie blijkt in deze crisis ook toe te slaan. De gijzelnemer is dit keer het coronavirus. Naast de mensen die de maatregelen als een aanslag op hun bewegingsvrijheid zien of de economische gevolgen vrezen, zijn er ook velen die de intelligente lockdown als uitermate prettig ervaren.

Catherine Wilson How to Be an Epicurean The Ancient Art of Living Well
What did these pleasure-seekers believe? They start with the elementary particles, atoms—tiny, colorless, without smell, shaped this way and that, indestructible, reshuffling themselves infinitely into all the marvelous forms we see, including ourselves. Their forms get swept away by time, only to recombine again into something new —possibly another universe. Blurred in this haze of metaphysics, most atoms fall straight downward into the void, but a few swerve, and from these deviations arise our free will and all that we see. At the California Institute of Technology, physicist Richard Feynman began his lectures by wondering what single sentence would be passed on to future generations, if, in a cataclysm, all scientific knowledge was destroyed. His answer: “The atomic hypothesis that all things are made of atoms.”

Je bent zelf een oudje (Wilma de Rek Volkskrant 6 mei 2020 p. V4-6):
Als straks het grote coronaterugkijken begint, zijn de meeste mensen het over één ding vermoedelijk eens: ‘we’ hebben ‘onze’ ouderen toch maar mooi gered. Wat zullen ‘ze’ blij zijn. Of niet?
In
Oud genoeg om dood te gaan (2018) beschrijft de Amerikaanse schrijver en immunoloog Barbara Ehrenreich (1941) hoe ze de gezondheidszorg in de VS in de afgelopen decennia heeft zien veranderen ‘van huisnijverheid in een industrie waarin jaarlijks drie biljoen dollar omgaat, en die werk verschaft aan miljoenen mensen.’ Voor dat geld biedt de gezondheidszorg mensen controle over hun lichaam – of liever gezegd: de illusie van controle, want in werkelijkheid is het lichaam geen ‘geoliede machine waarin elk onderdeel gehoorzaam zijn taak uitvoert ten dienste van het geheel. Het is een plaats waar op celniveau een onophoudelijke strijd woedt die altijd eindigt in de dood.’
Epicurus is ook de held van de Amerikaanse filosoof Daniel Klein (81), auteur van het erg leuke boek De wijsheid van de tandeloze glimlach. Gelukkig ouder worden met Epicurus (2016). De Nederlandse titel, voor de verandering eens beter dan de Amerikaanse (Travels with Epicurus), refereert aan het verhaal dat Klein in de proloog vertelt over het bezoek dat hij als zeventiger bracht aan zijn tandarts.
Epicurus was niet bang voor de dood. Als we sterven, bestaan we niet meer; omdat we niet meer bestaan, kunnen we geen pijn of plezier meer voelen. Epicurus voert nog een andere, verrassend geraffineerde ‘atomaire’ redenering aan die de angst voor de dood kan verlichten.
Die komt erop neer dat, aangezien we gemaakt zijn van atomen die samenkomen en uit elkaar vallen in de oneindige tijd, het niet onmogelijk is dat we ooit weer als onszelf zullen worden gerecombineerd. Persoonlijk zal ik dat geloven als ik het zie. En natuurlijk roept het de vraag op of het gerecombineerde zelf zich zijn vroegere incarnatie wel of niet zal herinneren. Zo niet, dan is het niet echt een bonus.’
Hoe goed er voor ouderen is gezorgd tijdens deze coronacrisis weten we pas als de balans wordt opgemaakt en duidelijk is hoeveel mensenlevens door de vergaande maatregelen zijn gered, gerekt dan wel verpest. En of een goed leven per se een lang leven is, moet iedereen natuurlijk zelf bepalen. Maar dan moet hij wel die mogelijkheid hebben. Persoonlijk geloof ik dat
kwaliteit boven kwantiteit gaat, maar misschien denk ik daar straks, als covid-39 dreigend aan mijn poortje staat te rammelen, heel anders over. In elk geval hoop ik dat ik tegen die tijd mijn eigen keuzes kan maken en over mijn eigen lot mag beslissen. In alle vrijheid, als autonoom individu. In de gloria!

Weer passen de Nederlanders zich zo goed mogelijk aan (Toine Heijmans Volkskrant 5 mei 2020 p. 21):
Het is Bevrijdingsdag dinsdag, en Arie Elshout schreef terecht in de krant:
‘Laten we in godsnaam een beetje voorzichtig zijn met vergelijkingen tussen deze coronatijd en de oorlog’ – maar ik dacht aan een lezing van historicus Hans Blom. Ik studeerde nog en het was de eerste keer dat ik de term ‘accommodatie’ hoorde, die eerder door Ernst Kossmann was gebruikt: de manier waarop de Nederlanders zich schikten naar de nieuwe machtsverhoudingen tijdens de bezetting. Ze zochten de weg van het minste kwaad, niet uit morele overtuiging, maar als een manier om de oorlogstijd zo zakelijk en ordelijk mogelijk te doorstaan, en zoveel mogelijk van het oude leven te behouden.
Wat me opviel was het gemak waarmee de minister van Financiën een
begrotingstekort aankondigde van 92 miljard, en niets wilde zeggen over de gevolgen ervan. Over de bezuinigingen die straks nodig zijn – op de bijstand, de rechtszekerheid, het onderwijs, de thuiszorg, de ggz, de bibliotheken; op alles wat lastig te vatten is in waarde en winst.
Want dat is ook accommoderen: vasthouden aan hoe het was.

Dit werkt niet meer! (Doortje Smithuijsen interviewt Esther Perel Volkskrant 5 mei 2020 p. V8-9):
Relatietherapeut Esther Perel (62) draait overuren. Niet alleen bij mensen thuis gaat het mis, maar ook op het werk. Het verlies van je baan is evengoed een relatie die uitgaat.
Er wordt vaak over u gezegd dat u expert bent op het gebied van ‘moderne relaties’. Wat is een moderne relatie?
‘Eigenlijk hebben we in de seculiere, westerse samenleving twee manieren om onze identiteit vorm te geven; enerzijds hebben we onze privérelaties, anderzijds de werkrelaties. En dat vormgeven is een proces dat nooit ophoudt. Door de opkomst van het individualisme en het wegvallen van gemeenschappen om bij te horen, is onze identiteit onze eigen verantwoordelijkheid geworden. Bovendien geloven we niet meer in het hiernamaals – al het geluk moet tijdens ons leven worden behaald.
Biedt de coronacrisis kans op meer gelijkheid?
‘Dat zou mooi zijn, maar dat denk ik niet. Die enorme druk op
‘alles uit jezelf halen’, is sterk verbonden met een kapitalistisch systeem. Met een economie en samenleving die niet omkijkt naar de medemens, maar alle deelnemers alleen maar opjut harder te werken en door te groeien. Hier in de Verenigde Staten is het ieder voor zich, zonder steun, zonder bescherming. Dat wordt eens te meer duidelijk in deze situatie, en ik vrees dat dat niet snel zal veranderen.’

Zomergasten (5 september 2018):
Psychotherapeut en schrijver Esther Perel is de zesde Zomergast van 2018. Janine Abbring sprak met haar op 2 september. Haar avond ging over mensen, hun relaties en hun verlangens.

De kosmos door een libelle-oog Govert Schilling Volkskrant 2 mei 2020 Wetenschap p. 22-23):
Door camera’s met elkaar te verbinden heeft Pieter van Dokkum, Nederlands astronoom in de VS, zijn eigen telescoop gemaakt. Hij heeft er al een nieuw soort sterrenstelsel mee ontdekt – en kennis over donkere materie mee opgedaan.\\ Dragonfly is inmiddels volledig operationeel. Er staan nieuwe waarnemingsprojecten op stapel. Komende zomer gaat de Hubble-telescoop weer in detail naar DF-2 kijken om de eerste conclusies te checken. En later dit jaar hopen Van Dokkum en Abraham de financiering rond te hebben voor een upgrade naar niet minder dan 120 camera’s. ‘In principe kun je het concept uitbreiden tot duizenden camera’s’, zegt Van Dokkum. ‘Wie weet kunnen we ooit nog eens een equivalent realiseren van een 10- of 20-meter telescoop.’

Verzet je tegen kolonisatie door China, kijk naar de microscoop (Erdal Balci Volkskrant 5 mei 2020 p. 24):
De lenzen die achter elkaar werden gezet, verschaften de nieuwe mens het inzicht dat objecten die te klein zijn om met het blote oog te kunnen worden gezien, de essentie van het leven zijn. Het is alsof vanaf de ontdekking van de microscoop niet alleen het besef over het belang van de kleine objecten is neergedaald over Europa, maar ook over dat van de kleinschaligheid van de gemeenschap, de regio en het land. De energie, die vanuit de miljoen krochten van de kleinschaligheid altijd vrijkomt, deed Europa telkens weer sterker uit de epidemieën, de oorlogen en de crises komen.
Het is de
kleinschaligheid die ervoor zorgt dat de energie die in een regio vrijkomt niet weggekaapt wordt door een dominant machtscentrum. Kleinschaligheid betekent daarom welvaart. Kleinschaligheid redt levens.

Kunst & Cultuur Zomergasten #5: Alfred Birney
Feel the Birn (Joost de Vries De Groene Amsterdammer 16 augustus 2021):
Alfred Birney sprak over zijn leven alsof het hem ook verbaasde, alsof hij het ook nog niet snapte. Bijvoorbeeld toen hij vertelde over de periode in zijn leven waarin hij in feite dakloos was.
Maar dat is niet wat Birney wilde laten zien.
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg de verslaggever een soldaat die van het schip kwam. ‘Cilacap’, zei hij. Neeee, zei de journalist – waar in Nederland?
Zo ziet
geschiedvervalsing eruit, legde Birney uit. Impliciet legt de journalist de veteraan meteen op welk verhaal verteld moet worden (over zijn leven in Nederland) en wat hij moet weglaten (zijn ervaringen in Indonesië). Dat zijn de beste zomergastmomenten – waar iemand je iets laat zien wat je zelf anders niet zo had gezien.

Alfred Birney (Zomergasten 15 augustus 2021 NPO2):
In zijn avond staan de Nederlands-Indische geschiedenis, de oorlog en de bagage die je meedraagt in het leven centraal. Lees hieronder vijf redenen waarom jij moet kijken.
1. Hij is het schoolvoorbeeld van een doorzetter
Al in 1987 debuteerde Alfred Birney als schrijver met de experimentele roman Tamara’s Lunapark. Na de publicatie van dertien boeken had Birney de hoop op een bestseller allang opgegeven. “Ze hebben gedacht: een goeie schrijver, maar niet te verkopen,” aldus Birney.
Dertig jaar lang schreef Birney voor een select publiek, tot hij in 2017 bij het grote publiek doorbrak met zijn (grotendeels) autobiografische roman
De tolk van Java, een genadeloze roman gebaseerd op de memoires van zijn door de oorlog getraumatiseerde vader en zijn eigen jeugdherinneringen. Birney rekent in het boek af met de mythen over ons koloniale verleden en de directe gevolgen daarvan voor de betrokkenen en hun nazaten. Voor deze roman werd hij bekroond met zowel de Libris Literatuur Prijs als de Henriette Roland Holst-prijs.
2. Hij schijnt een persoonlijk licht op de koloniale geschiedenis
Birney heeft een groot oeuvre van romans, novellen, verhalen en essays op zijn naam staan, waarin zijn Nederlands-Indische familiegeschiedenis een centrale rol speelt. Toch wil hij zich oorspronkelijk niet als ‘postkoloniale’ auteur profileren. Birney zegt in De Standaard in 2017:
“Als ik een Indische roman schreef vroeg men waarom ik me zo beperkte, als ik over de liefde schreef vroeg men waarom ik niet over Indië schreef.”
3. Hij maakt het leed van oorlogen en veteranen-kinderen voelbaar
De vader van Alfred Birney was van Indische komaf en vocht in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog aan de kant van Nederland.
In deze oorlog doodde hij naar schatting meer dan honderd mensen.
Na de oorlog bleef Birneys vader
vechtlustig. Hij verlangde terug naar de oorlog. Zelfs zo, dat hij zich vrijwillig had aangemeld om mee te vechten met de Amerikanen in Vietnam. Maar hij werd afgewezen.
4. Hij geeft een podium aan virtuoze gitaristen\\
Oorspronkelijk wilde Birney gitarist worden, maar door een chronische blessure aan zijn hand moest hij deze droom opgeven. Hij werd gitaarleraar en introduceerde het gecombineerde noten- en tabulatuurschrift voor gitaristen, dat grote navolging kreeg. Door zijn handblessure ging hij het schrijven serieuzer nemen, waar hij voorheen alles wat hij opschreef meteen weggooide.
5. Hij is ’s avonds (en dus tijdens Zomergasten) op zijn best
Alfred Birney is een echte nachtbraker. Hij werkt ‘s nachts en slaapt overdag. ‘Ik ben het helemaal niet gewend om voor vier, vijf uur in de ochtend in slaap te vallen, ik ben een nachtdier, mijn werkdagen beginnen om drie uur in de middag in mijn gitaarlespraktijk en na het eten ga ik verder van zeven tot tien uur,’ schrijft Birney in zijn boek In de wacht.

Koloniale leeslijst (samengesteld door Rasit Elibol)
Als een eekhoorn uit de sparrenboom (Alfred Birney De Groene Amsterdammer 12 maart 2021 p. 124):
Lang heeft Orpheus in de dessa de boekenlijsten aangevoerd als indrukwekkende weergave van Nederlands-Indië. In Augusta de Wits novelle over Oost versus West is een dubieuze rol weggelegd voor een naamloze Indo.

Alfred Birney boek In de Wacht (Mondo 9 mei 2020)
Wachtend op een operatie ziet Alan Noland vanaf zijn ziekenhuisbed de multiculturele samenleving aan zich voorbijtrekken. Ongegeneerd etnisch profilerend en wars van politieke correctheid legt hij zijn tijdelijke leefomgeving onder de microscoop. Daarbij spaart hij ook zijn eigen falen op persoonlijk vlak niet. Wat Alan ziet verbaast, ergert en vermaakt hem zodanig dat hij zijn levensgevaarlijke fysieke toestand bijna vergeet.

Gerrit Teule De formule van de mentescoop een onderzoek naar de geest en de ziel van de evolutie/evolutie 2.0: gebaseerd op eenvoudige, maar fascinerende wis- en natuurkunde
Is de evolutie niets anders dan een domme samenloop van toevalligheden vanaf de oerknal en overleving van de meest geschikten? Komt daar geen geest en bewustzijn aan te pas, zoals de huidige aanhangers van het neodarwinisme schijnen te denken? Of is er vanaf de oerknal een geestelijk initiatief werkzaam, een creatieve macht, die de evolutie voor zich uit stuwt in de richting van een steeds scherper en breder bewustzijn? Is het mogelijk dat deze creatieve macht een deel is van de natuur zelf, diep verborgen in de binnenkant van alle materie? Als dat zo is, dan is er dus een verbeterde evolutietheorie nodig die dit nauwkeurig beschrijft, gebaseerd op moderne natuurkunde. In deze theorie eisen geest, ziel en bewustzijn hun rechtmatige plaats op.

Gerrit Teule ALLEMAAL ONZIN! Hoewel?
In ons informatietijdperk worden wij allemaal overvoerd met berichten. Sinds de komst van de social media (twitter, facebook, instagram, etc.) is het aantal berichten zelfs tot onmenselijke proporties gegroeid, met een hoog percentage leugens of halve waarheden. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat veel van deze berichten zelfs moedwillige nep zijn, fake news, alleen maar bedoeld om u op het verkeerde been te zetten. Sommige politici maken daarvan gretig gebruik, in de hoop dat u als een verdwaalde naïeveling achter hun verkeerde vlaggen gaat aanlopen. En dat lijkt te werken! Wie kan nog onderscheid maken tussen feit en fictie, tussen zin en onzin, tussen waarheid en leugen, realiteit en fantasie?
Dit boekje met gedichtjes kan dienen als een kleine handleiding, een denkoefening in het scheiden van het kaf en het koren. In principe is alles in dit boekje onzin, nep, fictie, zoals de titel al zegt. Maar achter die onzingedichtjes gaan vaak waarheden schuil, al moet je daar soms even naar zoeken.
Uiteindelijk gaat dit boekje over een hunkering naar waarheid. Daarover kunnen we iets leren door te oefenen met onzin.

Gerrit Teule beschrijft in zijn boek Ethiek, schoonheid en eonen (p.16/19) het ‘en-en’/‘of-of’-mechanisme aan de hand van ‘schering en inslag’?, of met andere woorden de relatie tussen 'Geest en Materie', het 'verticaal - en horizontaal' bewustzijn.
Hoofdstuk 18 Kwantummechanica en ethiek – Onzekerheid en creativiteit (p. 179)
Vanuit de schutter gezien is het balgedrag echter gewild en nauwkeurig bepaald. Voor de schutter is dit het creatieve moment. Het hangt er dus vanaf aan welke kant van de bal je staat. Het creatieve eonische bewustzijn staat achter de bal.
Waarschijnlijkheidsgolven en superpositie (p. 180)
Dat elektron kan dus, indachtig Heisenbergs principe, net zoals de bal op de stip, alle kanten op vliegen (al zal het bij voetbal wel beperkt zijn tot de doelmond, of er vlak naast of overheen) en we weten niet welke. Het elektron kan dus overal rondom de bron opduiken. We tekenen daarom een waarschijnlijkheidsgolf, die zich cirkelvormig uitbreidt vanaf het middelpunt, net zoals in een plas water gebeurt als je er een steen in gooit.
199: Een interview met Jean E. Charon in 1989
201: Jacques Languirand: Het werkte ook inspirerend voor verschillende benaderingen van het spirituele veld. Om iets te noemen, u hebt de weg gewezen door ons te vertellen dat de wereld niet inert is, maar dat het
Universum leeft.

Gerrit Teule boek Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan? – De evolutie van geest , ziel en bewustzijn als een natuurlijk proces
Bij het schrijven van dit boek hebben vier hoofdpersonen Gerrit Teule geïnspireerd: Carl Gustav Jung, Teilhard de Chardin, Jean Emile Charon en de grondlegger van de psychosynthese Roberto Assagioli.
Naar een holistische ecologie (p. 116):
Het bovenbewuste is volgens Assagioli de oorsprong van esthetische, ethische en religieuze ervaringen, mystiek, intuïtie en inspiratie.
Carl Jung schreef in zijn boek Aion de passage:
Vroeg of laat zullen de kernfysica en de psychologie van het onbewuste elkaar naderen als ze allebei, onafhankelijk van elkaar en vanuit tegenovergestelde richtingen, vooruitstoten naar het gebied van het buitenzintuiglijke.

De gedachten van de paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin (evolutie van het bewustzijn, binnenkant van de materie, de noösfeer), de fysicus Jean Emiel Charon (elektronen, fotonen, psychomaterie en eonen), de psychologen Carl Jung (het onbewuste, archetypen en synchroniciteit) en Roberto Assagioli (het gemeenschappelijk bovenbewuste) krijgen in dit verhaal een hernieuwde impuls. Stuk voor stuk lijken deze wetenschappers misschien eigenwijze Einzelgänger, die zich van de academische consensus weinig aantrokken. Maar samen schreven ze een groots en gedurfd verhaal over geest, ziel, bewustzijn en de fundamentele natuurkracht elektromagnetisme, dat in deze tijd van alomtegenwoordige elektronica, computers en telecommunicatie verteld moet worden.

Sinds de oerknal dragen de eonen het oorspronkelijke licht van het singuliere punt in zich. Eonen bezitten fysische eigenschappen, die rechtstreeks te vertalen zijn naar psychische eigenschappen. Eonen zijn daarom ‘geestdeeltjes’ (menticles). De basiseigenschappen van deze menticles zijn volgens Charon: geheugen (Knowledge), contemplatie (Reflection), communicatie (Love) en daadkracht (Action).

De Nederlandsheid van de Nederlandse literatuur (3, slot)
Elektriciteit (Arie Storm De Groene Amsterdammer 9 mei 2008):
In twee eerdere essays ging
Arie Storm op zoek naar wat de Nederlandse literatuur zo Nederlands maakt. Het land, de grond, de luchten, het licht en de zee bleken belangrijk. Ten slotte ontdekt Storm aan de hand van een klassieker van H.G. Wells, die hij vertaalde, en de roman Gevoel, die hij zelf schreef, het belang van ‘elektriciteit’ voor de Nederlandse kunst.
Ik heb echter in deze roman niet geprobeerd als een soort literaire Char het
spiritisme nieuw leven in te blazen. Wat er opmerkelijk aan is, is het decor dat erin wordt gebruikt en de functie die dat decor heeft. De vader van de hoofdpersoon is weliswaar overleden en de band tussen zoon en vader is niet al te sterk geweest, maar ze zijn beiden wel in hetzelfde decor opgegroeid, dat gebied achter de zee, vlak bij de duinen, Den Haag, het Westland, Nederland. Daar hangt iets van die ‘elektriciteit’ waar Wells het over heeft. Die elektriciteit wekt hun lichaam en hun geest in de roman als het ware tot leven, zowel het lichaam en de geest van de levende als het lichaam en de geest van de dode. Daar komt het gebruik van de tijd bij. In Gevoel rolt de tijd niet onafwendbaar voort naar een bepaald punt, naar het einde dus, nee, de tijd gaat aan de ene kant verder en ergens anders staat die stil om vervolgens toch weer op een ander punt samen te komen.

Het thema elektriciteit en magnetisme is door Gerrit Teule in zijn boek Wat Darwin niet kon weten in samenhang met de chaostheorie uitgewerkt. Op 5 november 2009 heeft Gerrit Teule in een Studium Generale bij de TU Delft zijn boek toegelicht.
- Introductie Darwin en overzicht van wat er na hem in de 20ste eeuw gebeurde
- Max Planck en het spletenexperiment van Young
- Kernvraag "Wat denken wij hiervan te begrijpen", actieve metaforen
- Voorbeeld van dwingende actieve metafoor: de evolutieboom van Darwin
- Idem: het gangbare materiebegrip
- De vier natuurkrachten en QED
- Evolutie van actieve metafoor: deeltjes in de 20ste eeuw, van massief naar onstoffelijk, van reëel naar imaginair.
- Introductie Teilhard de Chardin en Charon: de geestelijke binnenkant van materie
- Tijdruimten en eonen, complexe relativiteitstheorie, negatieve entropie
- Fysische en psychische eigenschappen van eonen, psychomaterie
- Naar een "kwantummechanica van de geest"? Non lokaliteit.
- Evolutie van eonische kennis, het Zelf-eon (de ziel)
- De eonische matrix, grotere verbanden, verwante gedachten
- Gevolgen van de eonenhypothese, hersenwerking, BDE/BLE, toekomstverwachtingen
- Afsluiting met tekst uit Oepanishad.

Het boek Wat Darwin niet kon weten van Gerrit Teule biedt een uitstekend houvast om zowel de ‘binaire code' van machinetalen als het verschijnsel recursie toe te lichten. Gerrit Teule schrijft (p. 47): Je kunt een computer begrijpen op meer niveaus dan je op één hand kunt tellen.
48a: Hoe werkt dat dan, welke (natuur)wetten liggen hieraan ten grondslag? Hoe verloopt de interactie tussen het oerbewustzijn - als grondslag van al het bestaande – en de andere lagen (Energie en Materie?).
48b: Hoewel … in de oude Veda’s was al sprake van “de drie Guna’s”, van een Scheppende kracht, een Instandhoudende kracht en een Vernietigende kracht. Alleen hadden ze er nog geen mooie formule voor. Er ligt dus nog een onderzoeksterrein braak voor de liefhebbers.
249: Hoofdstuk Membranen en negatieve entropie
256: Een gulden middenweg?
257: De scheiding van de twee – stof en geest – is een abstractie. De basis is altijd één.
294: De chaostheorie
Ook ons hart kent twee toestanden: de regelmatige hartenklop met tempovariaties en de toestand van fibrilatie, waarbij alle cellen zich ongecoördineerd samentrekken.
Ken uzelf
Hoe iemand omgaat met de eigen chaos en onzekerheid (lees:
creativiteit) lijkt mij bepalend en kenmerkend voor iemands geestelijke gezondheid. 'Ken uzelf' kan hier betekenen: herken je eigen chaos de impliciete orde.
297: Deze ‘gelijkvormigheid op elke schaal’ is de wiskundige pendant van het bekende gezegde ‘zo boven, zo beneden’.
298,299: De gelijkvormigheid op elke schaal en de eonenhypothese (figuur p. 299)
301: Ik ben er van overtuigd dat grote en kleine componisten hun nieuwe melodieën rechtstreeks schrijven vanuit hun eonische bronbewustzijn.
181,310: Het oerbewustzijn en het grote zwijgen
315:
De bewustzijnsevolutie die in de theorie van Darwin ontbreekt, is nog lang niet ten einde. De mens is nog maar net tot zelfbewustzijn gekomen, en we hebben nog miljarden jaren voor de boeg.

(47) Om de éne werkelijkheid te begrijpen maakt Gerrit Teule van een complex computersysteem gebruik. In het rapport 'E i V' staat echter niet de computer, maar de samenleving, de organisatiecultuur centraal. Om het fenomeen organisatie(cultuur) en de éne werkelijk te begrijpen wordt in het rapport ‘E i V’ van zeven bewustzijnsniveaus gebruik gemaakt.
(48a) Rapport ‘E i V’ hoofdstuk 1.5, Samenvatting
De ultieme blauwdruk van het leerproces (‘Avatar’, oerbron) blijft in de schepping verborgen. Wel is het mogelijk voor de mensheid van kennis uit de oerbron gebruik te maken. Het is met behulp van meditatie of gebed, het Onze vader mogelijk om orde te scheppen in de chaos. Het is een illusie te geloven dat we de schepping kunnen beheersen. Het geloof in een nieuwe toren van Babel, met de huidige kredietcrisis als gevolg, is daar een duidelijk voorbeeld van.
Rapport ‘E i V’ hoofdstuk 4, ‘Energie en Materie’ Samenvatting Bij de presentatie van het boek Omhoog kijken in platland van Cees Dekker e.a liet Ronald Plasterk blijken het grondig oneens te zijn dat het christelijk geloof uitstekend kan samengaan met de evolutietheorie door uit te gaan van een ‘intelligente ontwerper’. Wetenschap heeft geen argumenten voor of tegen het geloof; ze hebben niets met elkaar te maken, zei Plasterk tegen de verzamelde pers. Daar zouden de oude wijsgeren als Pythagoras en Plato het zeker mee oneens zijn.
(48b) De natuur (prakriti) heeft drie basishoedanigheden, of geaardheden, (de drie guna's: sattva, rajas, en tamas).
Canto 10 (3) S'rî S'uka zei: 'S'iva, die altijd verenigd is met zijn s'akti, wordt aanbeden in zijn drie manifeste guna-aspecten: de emotie [zijn sattva], de autoriteit [zijn rajas] en de traagheid [zijn tamas], en is aldus [de belichaming van] het drievoudige van het ego.
Vyâsadeva boek S'rîmad Bhâgavatam, Canto 7, Hoofdstuk 1:
(10) Als Hij het zo verlangt om materiële lichamen te scheppen voor de levende wezens manifesteert de Allerhoogste, Hij overwegend in Zijn eigen schepping, de geaardheid hartstocht; verlangend op te treden in verschillende gedaanten is Hij in de geaardheid goedheid en als de Beheerser er aan toe is de zaak af te ronden geeft Hij als zodanig aanzet tot de geaardheid der onwetendheid [zie: B.G. 9: 10].
Tekst 10:
Wanneer de Allerhoogste Godspersoon de verschillende soorten lichamen schept en elk levend wezen naargelang zijn aard en baatzuchtige activiteiten een bepaald lichaam toekent, reactiveert Hij de geaardheden der materiële natuur - sattva-guna, rajo-guna en tamo-guna. Dan gaat Hij, als Superziel, elk lichaam binnen en zet de geaardheden aan het werk: sattva-guna voor de instandhouding, rajo-guna voor de schepping en tamo-guna voor de vernietiging.
Fay van Ierlant De drie guna’s zijn: tamas van de wortel tam wat verstopping, uitputting, zonder beweging betekent; rajas van de wortel raòj wat verkleurd, rood worden betekent, in hoge activiteit; sattva van sat, staat van zijn, wat slaat op een toestand van evenwicht tussen het stoffelijke en het geestelijke beginsel in dingen of toestanden wanneer vorm en energie in evenwicht trillen.
Bij de drie guna’s tamas, rajas en sattva draait het om het basisprincipe van de ‘eenheid der tegendelen’, het overbruggen van tegenstellingen, het principe van complementariteit dat al door Heraclitus naar voren is gebracht.
Het rapport ‘E i V’ draagt het karakter van een researchproject.
(249) Creativethink maakt het mogelijk de ongeordendheid van een systeem, de entropie te verminderen. Aan de hand van het '5D-concept en Ether-paradigma', de kwintessens is het mogelijk de ommekeer tot uitdrukking te brengen.
(257) In hoofdstuk 1.1.1 ‘Geest en Lichaam’ wordt de ‘Gulden middenweg’ toegelicht.
Het rapport ‘E i V’ maakt van de integrale visie (integrale denktrant) van Ervin Laszlo en Ken Wilber gebruik. Elke medaille heeft twee complementaire kanten, die door de spiegelsymmetrie, het projectiemechanisme tot uitdrukking wordt gebracht. De eenheid der tegendelen is het basisingrediënt in het rapport ‘E i V’. De eenheid der tegendelen brengt echter ook een tegenstelling tussen twee polen, de keerzijde tot uitdrukking.
(297) De wiskundige Benoît Mandelbrot stelt dat de werkelijkheid veel beter met zijn fractale geometrie kan worden beschreven. Het is net als met de telling van Pythagoras zeker een manier om op de complexe werkelijkheid grip te krijgen.
De gebroken dimensie van Mandelbrot heeft op het getal 1,618 van de Gulden snede betrekking.
(301) Net als Gerrit Teule gaat het rapport ‘E i V’ uit van de veronderstelling dat de fractalformules als het ware ingebakken zijn in ons eonische geheugen, want onze eonen kennen deze formules van binnenuit, maar dan in een voor ons onbekende vorm van ‘eonische muziek’ (Dierenriem, Dodecaëder) en niet in de vorm van de wiskundige fractalformules.
(315) Het fenomeen bewustzijnsontwikkeling, de ’bewustzijnsschil’ is het hoofdthema in het rapport 'E i V'.

Gerrit Teule Website (QED, Lawrence Fagg)
Gerrit Teule Lezing TU Delft Studium Generale

Gerrit Teule start zijn gezichtspunt vanuit de hardware. Het rapport ‘E i V’ vertrekt daarentegen ook vanuit de 'mentale software' (Geert Hofstede), het 5D-concept, namelijk de doelmatige ordening van de informatievoorziening.

Sander Bais Interview NRC Handelsblad, 7 november 2009):
Toen de Britse natuurkundige en schrijver C.P. Snow in 1959 zijn beroemde essay The Two Cultures publiceerde was theoretisch fysicus Sander Bais veertien jaar.
Breking van licht (Brekingsindex)of refractie is het verschijnsel dat lichtstralen van richting veranderen als ze van het ene medium (doorzichtige stof) in het andere terecht komen. Het elementaire inzicht in de breking van licht leidde bijvoorbeeld tot lenzen, en zo tot telescopen waarmee mensen hun horizon in de ruimte steeds verder verlegden, en tot microscopen waarmee zij steeds dieper in cellen, moleculen en atomen doken. Tot zij tegen harde grenzen aanliepen. Astronomen die steeds dieper in de kosmos tuurden, en zo ook steeds verder terug reikten in de tijd, stuitten bij 13,7 miljard jaar op de oerknal.
Bais wijst ook onbetreden gebieden aan. Wat zich vlak voor, tijdens en direct na de oerknal heeft afgespeeld gaat ons verstand te boven. En we hebben geen idee hoe – nagenoeg midden tussen die allergrootste en allerkleinste schalen van de kosmos – het complexe samenspel van hersencellen het menselijk bewustzijn voortbrengt.

Newton beschreef diffractie (buiging) van licht - het experiment met de stoffige spiegel - dat in 1801 door Thomas Young werd verklaard, al was het dan met het golfmodel. Ter voorkoming van chromatische aberratie ten gevolge van kleurschifting, die bij breking door lenzen onvermijdelijk is, bedacht en construeerde Newton de Newton telescoop, waarvan het beginsel nog steeds toegepast wordt.

Een ander succesvol werk van Feynman is het boek QED. Behalve voor 'quod erat demonstrandum' staat dat voor quantum electrodynamics (kwantumelektrodynamica).
Eric Bruijnis (GAMMA december 2009): In het boek van Feynman staat een alternatieve mogelijkheid. Het blijkt dat er door de elektronen voortdurend fotonen worden geabsorbeerd en uitgezonden. Hij illustreert dat o.a. aan de weerkaatsing van fotonen door een ruit. Het is niet zo dat het foton wordt teruggestuiterd door het glas, maar het foton wordt opgenomen door een elektron in het glas. Vervolgens wordt er een nieuw foton geproduceerd door dat elektron en met eenzelfde hoek in een tegengestelde richting teruggekaatst.
Penrose beschrijft in de The emperor’s new mind dat hij in de neuronen een soort gelaagde buisjes vindt, die het mogelijk maken voor kwantumeffecten om tot bewust waarnemen te komen. Op elk moment van bewustzijn ontstaat een kwantummechanische collaps, die zich afspeelt in de microtubulus.

Een cyborg (van het Engelse cybernetic organism oftewel cybernetisch organisme) is de fysieke samensmelting van mens en machine. (Zie ook: cybernetica.)
Volgens Miguel Nicolelis (Volkskrant 13 augustus 2011) kun je schoonheid, poёzie, altruïsme, solidariteit of sympathie niet nabootsen (na-apen) in een machine.

Peter Gabriël Visser boek De schaduwzijde van draadloze communicatie
Samenvatting van 'De schaduwzijde van draadloze communicatie' Vijftien jaar geleden is de mensheid begonnen aan een nieuw avontuur ‘draadloze communicatie’. GSM, UMTS, WiFi, PDA, DECT of WLAN waren toen onbekende begrippen. Inmiddels zijn er 4 miljard GSM’s en navenante hoeveelheden DECT’s en WLAN’s. Huisartsen worden steeds vaker geconfronteerd met moeilijk te duiden klachten die mogelijk verband houden met elektrostress als gevolg van straling van draadloze apparatuur.
De elektrostresspandemie die op ons afkomt en de gevolgen daarvan voor de economie, zal kredietcrisis en griepgolven doen verbleken.
Van griep bent u kortstondig ziek en als u zwak bent gaat u dood, maar van EMSS (Elektro Magnetisch Stress Syndroom) heeft u blijvend last. Eenmaal gevoelig altijd gevoelig! De samensteller doet een boekje open over elektrostress en de gevolgen hiervan voor de gezondheid van de mens.

====

Energie en Materie (Materiesymmetrie, Materie-bewustzijn, Genetica en Celbiologie)

Stelling: Het Akasha-veld vormt de basis voor ‘de integrale theorie van alles’, de unificatietheorie. In het onderzoeksrapport 'E i V' wordt om het ‘allesverbindende informatieveld’ te verklaren het Ether-paradigma gebruikt. Dit rapport wil aantonen dat de holos-beschaving een stapje dichterbij komt door de absolute waarheid (G. de Purucker: Drie stadia van het zien van Waarheid), de éne werkelijkheid als vast referentiepunt te kiezen.

The international air force and the Inner Government of the World (Brett Holman 22 February 2012):
Here's something I didn't know before. In 1939, an Indian chemistry professor and Theosophist named D.D. Kanga edited a collection of articles entitled Where Theosophy and Science Meet: A Stimulus to Modern Thought. Peter Freeman's basic premise is that of Theosophy: that the universe and everything in it is evolving in accordance with what he calls '"the Plan"'.2 This applies to societies too, 'in the gradual civilization and progress of humanity towards its destined end -- the full realization of Universal Brotherhood'.3 But this process is helped along both by enlightened people (e.g. Theosophists) and by 'a body of super-men, the Masters[...] who, having passed through the many stages of life, are now competent to help and guide the affairs of the earth'.

Babbelende bacteriën (Maarten Keulemans Volkskrant 8 oktober 2017 Sir Edmund p. 40-43):
Overal in uw lichaam gaan bacteriën met elkaar in gesprek om hun gedrag af te stemmen: wel of niet ten aanval? Bonnie Bassler, die volgende maand de Anatomische Les uitspreekt, doet baanbrekend onderzoek naar die communicatie en hoopt daar-mee te voorkomen dat bacteriën u ziek kunnen maken.
Want het is kritiek die u vaker hoort?
Wegwuivend armgebaar: 'Constant. Natuurlijk hoor ik dit de hele tijd. Altijd, poeh poeh, ik zit mijn hele leven met mensen die roepen dat quorum sensing niet bestaat, dat bacteriën niet kunnen praten, dus vergeef me dat ik er een beetje... moe van word.'
Dan klapt ze in haar handen. Ploef, wég is de onweersbui.
'Maar ik ben een aardig mens, geen mopperkont. Stay tuned! Dit onderzoeksveld is nog maar een jaar of twintig oud. We staan nog zó aan het begin. '
...of ziet Bassler het verkeerd?
Bacteriën mogen dan signaalstoffen afscheiden, dat doen ze heus niet alleen om elkaars aanwezigheid te 'voelen', op zoek naar samenwerking. Veel logischer is dat ze vooral uit zijn op eten.
Dat is de kritiek die Bassler ook volgens haar critici onomstreden pionier en autoriteit in het onderzoeksveld al jaren achtervolgt. Bassler zou bacteriën te veel vermenselijken en te veel nadruk leggen op 'praten'. Terwijl voor de hand ligt dat bacteriën veel meer redenen hebben om met moleculen de omgeving af te tasten. Om aan de weet te komen of er niet te veel stroming staat bijvoorbeeld, voordat ze gespecialiseerde enzymen eropuit sturen om voedingsstoffen te oogsten. Een beetje zoals de kampeerder die eerst zijn hand buiten de tent steekt om te kijken of het wel droog is, voordat hij brood gaat halen.

Je bent je connecties interview met Martijn van den Heuvel (Malou van Hintum Volkskrant 7 mei 2011)
Er zijn geen hersenaandoeningen waarbij het bewustzijn wordt uitgeschakeld. Ik verwacht daarom dat bewustzijn een eigenschap van een hogere orde is, die het resultaat is van de totale activiteit in de verbindingspatronen, en niet iets wat je kunt aanwijzen in een of meerdere hersengebieden.

In het onderzoeksrapport 'E i V' gaat het primair om de interpretatie van de ‘Monade + Duade’, die Sabine van Osta geeft: ik en de ander zijn eigenlijk één (Theosofia november 2011 p. 142) in de microkosmos. Dit komt ook in de in de relatie tussen mannen en vrouwen tot uitdrukking.

Henk Hogeboom van Buggenum (GAMMA jrg. 13 nr. 1 en jgr. 15 nr. 3):
Na de atmosfeer verscheen zo de biosfeer, de levende laag rond onze planeet. Uit deze biosfeer kwam door toeneming van complexiteit-bewustzijn ongeveer 5 miljoen jaar geleden een soort voort met een zeker zelfreflecterend vermogen. Deze australopithecus was het begin van een reeks hominiden of mensachtigen, waaruit zich door toenemende schedelinhoud van 400 tot 1600 cm3 de huidige homo sapiens ontwikkelde. Ook dit proces van cerebra-lisatie wordt gekenmerkt door oprolling. De mens vormt dan zelf weer een nieuwe laag rond onze planeet, die Teilhard de Chardin de noösfeer (Vladimir Vernadski) noemt, de laag van denkende korrels, bewustzijnspartikels, die samen bezig zijn een nieuwe eenheid te vormen, de mensheid.
Voor Teilhard betekent het christendom een cruciaal moment in de antropogenese, onze bewustwording als mens. Dat blijkt wel uit de invloed, die de figuur van Jezus heeft gehad. Zijn levenswandel werd als waardevol erkend, een richting die navolging verdiende. Het was een nieuw omslagpunt in de evolutie. In de mens werd God als het ware geboren, d.w.z. het besef van ieders verbondenheid met de schepper. Als iedereen - of hij nu boeddhist is of jood, christen of moslim - verbonden is met de schepper, is de liefde voor de medemens een uiting van verbondenheid met God.
Wij tappen het bewustzijn af met onze hersenen. Het bewustzijn is alomtegenwoordig en wij zijn er een deel van, dat zichzelf steeds kan verruimen aan de ander. De ander wordt zo tot een noodzakelijke voorwaarde voor onze groei.

De overlevingsstrategie, survival of the fittest heeft op goed en kwaad, de grondbeginselen van de ethiek die nooit veranderen betrekking. Binnen de zeer lange tijdperken van de mensheid zijn er voortdurend opkomende en neerdalende perioden van 'wijsheid'.

Kwantummechanica is een natuurkundige theorie die het gedrag van materie en energie met interacties van kwanta op atomaire en subatomaire schaal beschrijft.

Behoudswetten en bijbehorende symmetrieën beschrijven de transformaties tussen energie en materie.
Een positron (ook: positon) is het antideeltje van het elektron (foton + proton = elektron + positron + proton).

Een molecuul is opgebouwd uit atomen die in een vaste rangschikking van chemische bindingen met elkaar verbonden zijn. Een chemische stof is gedefinieerd door de atomen waaruit het molecuul bestaat en de onderlinge scheikundige verbindingen die tussen de atomen bestaan.

De elektromagnetische kracht houdt de elektronen rondom de kern. Bij een neutraal atoom is het aantal protonen gelijk aan het aantal elektronen. Wanneer een atoom een verschillend aantal protonen en elektronen bevat, en dus niet neutraal is, spreekt men van een ion. Ionen met een tekort aan elektronen worden kationen genoemd; ionen met overschot aan elektronen anionen.

Elektrische lading, vaak kortweg lading genoemd, is een natuurkundige grootheid (symbool Q) die aangeeft op welke manier een deeltje wordt beïnvloed door elektrische en magnetische velden. Voorwerpen kunnen zowel positief als negatief geladen zijn. Gelijke ladingen stoten elkaar af, terwijl tegengestelde ladingen elkaar juist aantrekken. Lading wordt gemeten in de Coulomb (C).
2. Eenheden van lading
Voor zover bekend komt elektrische lading in de natuur alleen voor in heeltallige veelvouden van de elementaire lading, e. Deze is gelijk aan de lading van het proton en heeft een waarde van 1.60217653 × 10-19 C. Het elektron heeft precies dezelfde lading, maar dan negatief. Ladingen die geen veelvoud zijn van e komen alleen voor in quarks, waarvan de lading een veelvoud is van e/3 maar die in tegenstelling tot protonen en elektronen niet los kunnen voorkomen.

Elektromagnetische kracht (actieve en passieve elektronica)
Een computer is niets zonder een besturingssysteem en een daarin werkend programma, en omgekeerd. Zo ook is de mens niet werkelijk mens zonder een gemeenschappelijk overeengekomen vreedzame maatschappelijke orde en een persoonlijke overtuiging of geest daarin ontwikkeld, die de integriteit en het functioneren van zijn persoon in dat systeem uitmaakt. En dus is er ook met het noodzakelijke nee-zeggen van het niet te vermijden ego ermee zoiets als het gehecht zijn aan het goede van de platonische God waarmee we niet zomaar uit de zelfzucht kunnen komen die zich, karmisch verbonden met moeder aarde, bij de gewone sterveling steeds voordoet, zodat we dus meer waarden dan enkel die van de goedheid nodig hebben om God in termen van eeuwige waarden recht te doen.

Planté onderzocht - met behulp van batterijen - ook het verschil tussen en statische elektriciteit en dynamische elektriciteit.

Paulrca Franck Elementaire elektriciteit:
Een reeks grondige experimenten om de beweging van de materiële ether te detecteren leidde niet tot resultaten. Michelson en Morley werden gezien als diegenen die de "ether" teniet deden. Ook al bewezen hun experimenten enkel de afwezigheid van een materiële ether! En dus niet het eventuele bestaan van de Lorentz-constante niet-materiële ether. De Maxwell vergelijkingen en het veld-concept werden als hoogste waarheid verdedigd. Na Einsteins fundamentele relativiteits theorie kort na het begin van de vorige eeuw, vervaagde de idee van een ether en het veld-concept regeerde als nooit tevoren. Inderdaad ging men zo ver in de INTERPRETATIES van Einsteins relativiteitstheorie dat men bevestigde dat men een golf kan hebben ZONDER een medium. Dat wil dus zeggen, men kan iets doen golven zonder dat er iets is om te doen golven!! Hierna kondigde men het finale einde aan van de ether-gedachte als medium zonder dat Einstein zelf zoiets ooit gesugerreerd had. En met de geboorte van Einsteins General Theory of Relativity werd zelfs massa benoemd als simpele "verbuiging" van ruimte-tijd of het vacuum, NIETS. De quantummechanica kwam en daarmee verdwenen ook zekerheid en determinatie als betekenisvolle concepten. Chaos , waarschijnlijkheid en willekeurigheid werden de heersende ideeën. Er ontstonden "waarschijnlijkheidsgolven" en "waarschijnlijkheidsvelden" alsook quantumvelden van vele soorten. Het onderling verweven geraken van deze uitgebreidheid aan concepten van de elektrodynamica duwde de idee van een eenheidsveld of een niet materiële ether nog verder in de richting van de zuivere esoterie.
Het oxymoron F=m.a
wat is er eerst
F van waar komt die
a hoe is die versnelling op zich mogelijk
Wetende dat massa gevoelig is aan snelheid; massa neemt toe als lichtsnelheid benaderd wordt.

Om een energietoestand, een energieniveau (elektromagnetisme) te beschrijven maakt Paul Walrecht op zijn website van vier symbolen - , ~ , 0 , + gebruik. Paul Walrecht heeft in zijn elektrisch atoom model (kies: LDAT-Wet) het magnetisme geëlimineerd. Hij maakt gebruik van een kern van Chrisonen, Neutronen en Protonen, respectievelijk negatief geladen, nul-geladen en positief geladen, met daaromheen wentelende wisselend geladen elektronen.
Paul Walrecht koppelt in zijn model natuurkundige begrippen, de elektrische ladingen ‘- , ~ , 0 en +‘ aan de levende, biologische begrippen ‘Chrison, Elektron, Neutron en Proton‘.
Aggregatietoestanden:
- I Gassen; volk zwervend, atomen zwervend
- II Vloeistoffen; volk plaatszoekend, atomen plaatszoekend
- III Vaste Stoffen, volk plaatsgebonden, atomen plaats gebonden
- IV Plasma's; Elektronen-paren zwervend.

Om een specifieke toestand in een kwadrant te beschrijven wordt van vier symbolen +, - (plus-min-spanning), nulpunt (snijpunt) en de lemniscaat gebruik gemaakt.
Om een energietoestand, een energieniveau (elektromagnetisme) te beschrijven maakt Paul Walrecht op zijn website ook van vier
symbolen - , +, 0 en ~ gebruik. Het elektrisch atoom model van Paul Walrecht beschrijft aggregatietoestanden. Dit model leent zich voor verder onderzoek.

Ervin Laszlo boek De Akasha-ervaring Wetenschap en het kosmisch geheugenveld (met bijdragen van Jude Currivan, Pim van Lommel, Swami Kriyananda, Alex Gray, Eric Pearl, Stanislav Grof, Edgar Mitchell, Larry Dossey, e.a.)
10: In zijn vermaarde Raja Yoga heeft Swami Vivekananda het oude Akasha-concept als volgt beschreven:
Het hele universum bestaat uit twee hoedanigheden een ervan wordt Akasha genoemd [het tweede is prana, de energie van het leven]. Akasha is het alomtegenwoordige, allesdoordringende bestaan. Al wat vorm heeft, al wat het eindresultaat is van combinatie, is voortgekomen uit dit Akasha.
11: Het verenigd veld is een ruimtevullend medium dat ten grondslag ligt aan alle manifeste dingen en processen van het universum. Het is een complex en fundamenteel medium, dat alle universele velden omvat: elektromagnetisme, zwaartekracht en de sterke en zwakke kernkrachten. Het is bovendien de drager van het nulpuntenenergieveld. Bovendien is het het kosmische element dat informatie registreert, conserveert en overdraagt. In deze laatste hoedanigheid is het verenigd veld het Akasha-veld, het herontdekte oude concept Akasha-kroniek. Een levende connectie met dit veld is daarom hét kenmerk van iedere Akasha-ervaring.
Ervin Laszlo en Jude Currivan boek KOSMOS een integrale visie op de wereld (p. 71):
Non-lokaal bewustzijn is bewustzijn dat aan ruimte en tijd ontstijgt en openstaat voor ervaringen die voor onze beperkte fysieke zintuigen ontoegankelijk zijn.

'Het gelijk van Descartes' De herontdekking van de ziel (Jim van der Heijden GAMMA maart 2011):
Descartes’ stelling dat de geest volledig onafhankelijk is van het lichaam was verre van nieuw. Hij herhaalde een gedachte die zo oud is als de beschouwende mens, namelijk dat er meer is dan alleen de stof en dit ‘meer’ - de geest - los staat van de stof. In deze opvatting is de werkelijkheid dualistisch, de fysieke en de psychische realiteit bestaan autonoom. Ook zijn aanwijzing van de pijnappelklier als ontmoetingsplek van lichaam en geest was al eerder verondersteld. Toch wordt vooral Descartes verantwoordelijk gehouden voor dit zogeheten ‘interactionistisch dualisme’, meestal verkort tot 'interactionisme'(1). De wetenschap liet zich vrijwel direct laatdunkend uit over Descartes’ interactionisme. Op hetzelfde moment begon namelijk het materialistische reductionisme zich op te maken voor haar zegetocht. Die heeft geleid tot de breed aangehangen gedachte dat alle verschijnselen kunnen worden teruggeleid naar natuurkundige en chemische processen van de dode stof. Leven en geest zijn slechts tijdelijke bijverschijnselen daarvan.
Pijnappelklier
De pijnappelklier of epifyse is een orgaantje ter grootte van een erwt aan de bovenkant van de tussenhersenen. Het is in onze kinderjaren goed ontwikkeld, wordt na de puberteit kleiner en verkalkt vaak op hogere leeftijd en werkt dan niet meer. De pijnappelklier produceert het hormoon melatonine dat een rol wordt toegedacht bij de seksuele rijping en de regeling van het dag- en nachtritme. Bij lagere gewervelde dieren is de pijnappelklier een lichtgevoelig orgaan dat als zintuig werkt en zelfs als een volledig derde oog kan zijn ontwikkeld zoals bij sommige hagedissen(8). Van oudsher worden allerlei paranormale functies aan de pijnappelklier toegeschreven. Het is de zetel van de ziel, van de 6e chakra, kosmische antenne waarmee contact met een diepere, mystieke, realiteit wordt onderhouden, het maakt dat men kan helderzien/-horen/-voelen/-weten, enz.. Dit werd en wordt afgedaan als het opportunistisch gebruikmaken door de ‘esoterie’ van alles waar weinig over bekend is en waarover een waas van mysterie hangt.

Een zintuig is een gespecialiseerd orgaansysteem dat een organisme in staat stelt tot perceptie van bepaalde voor het zintuig specifieke stimuli.
In de non-remslaap laat het EEG langzame golfbewegingen zien met frequenties van 4-13 Hz en maken de ogen langzaam rollende bewegingen.
Slapen is een manier om leren beter te laten verlopen.
De bedenkers van de bioresonantie methode beweren dat ieder orgaan een specifieke elektromagnetische trillingsfrequenties heeft. Bij ziekte zouden deze trillingen verstoord zijn. De trillingen zouden vermoedelijk van elektromagnetische aard zijn[2].

Dr. Wolfgang Ludwig, the Authority of Pulsed Magnetic Therapy
Dr. Wolfgang Ludwig from Germany is known as the absolute authority or as "the father" of Pulsed Magnetic Therapy. Dr. Wolfgang Ludwig has significantly contributed to the development in the field of complementary medicine in Germany. Dr. Ludwig's name is well known amongst alternative therapists in Europe and North America.

S. Bosman Het stimuleren van zelfherstel door de Schumann-resonantie
Er zijn aanwijzingen dat de Schumann-resonantie, een elektromagnetische trilling in de atmosfeer, een rol speelt bij genezing en gezondheid. Hieronder het bewijsmateriaal en de verklaringen.

YIN and YANG During his research Dr Ludwig came across the ancient Chinese teachings which state that Man needs two environmental signals: the YANG (masculine) signal from above and the YIN (feminine) signal from below. This description fits the relatively strong signal of the Schumann wave surrounding our planet being YANG and the weaker geomagnetic waves coming from below, from within the planet, being the YIN signal.
The Chinese teachings state that to achieve perfect health, both signals must be in balance. Dr Ludwig found that this is indeed the case. He writes in his book `Informative Medizin' that research carried out by E.Jacobi at the University of Duesseldorf showed that the one sided use of Schumann (YANG) wave simulation without the geomagnetic (YIN) signal caused serious health problems.
The urgent need for further research into the Schumann Resonance Effect
Although Schumann Resonance could easily be confirmed by measurements at the time of its discovery, it is no longer so obvious due to our atmosphere being filled with manmade radiation noise at different frequencies. This is almost drowning out the natural signals - signals that have been there through aeons of evolution. It is possible that these signals act like a natural tuning fork, not just for the biological oscillators of the brain, but for all processes of life.

I have been doing lots of research into the Soul.
What I have found so far:
The pineal Gland is called the seat of the Soul
The pineal Gland creates chemicals like DMT this chemical creates dreams, some take DMT in a Tea form in Shamanic practises in Brazil to have Astral like states. There have been DMT trials in controlled medical situations and those on the trial all reported Out of Body like experiences a separation of mind and body, pure freedom, rushes of colour and light and a feeling of not being alone. The Pineal gland is represented by the Pinecone and feature on symbology across the world, like outside the Vatican or aloft of the caduceus.
Humanity acts like a cancer up on the surface of this planet. Our population rises exponentially. We asset strip and pollute our environment. We do not exhibit a symbiotic or balanced harmony with the Earth.
Technologically, we now have the technology to visit other planets in our solar system, but lack of a scientific or technological breakthrough restricts us to only explore within the confines of the inner solar system. It is as if we were a small child who is not old enough to be allowed outside or out of the close supervision of its mother (the sun).
If we did have a breakthrough in science technology at this present time within our humanity, I have no doubt that we would spread so incredibly fast throughout our galaxy that we would seem like an untreatable cancer. We would plunder the natural resources we encountered, taking whatever we required and leaving pollution and refuse wherever our trail spread.

Harness the healing power of the earth The Schumann Resonance was first used for healing by Dr. Ludwig in Germany, who is known as the Father of Magnetic Therapy. Dr. Ludwig convinced NASA to install Schumann Resonance devices on spacecraft to have a stabilizing effect on the astronaut’s health in space.
The Schumann Resonance™ CD is a 60 minute audio CD tool which consists of 60 minutes binaural beat brainwave entrainment designed to harmonically entrain a brain frequency of 7.83 Hertz known as the Schumann Resonance. This is the frequency that the entire Earth’s magnetosphere resonates at. When we are in natural environments away from big cities, this is the predominant frequency which our body feels. It has a profound "healing" effect. When we go back to the city, there are many other frequencies that override this resonance putting our body into a more “chaotic” state of being.

Communicatie in het Veld
Max Planck, de man die door velen als de vader van de kwantumtheorie wordt beschouwd, schokte de wereld in 1944 door te verklaren dat er een matrix, of oergrond van energie is die de blauwdruk levert voor onze fysieke realiteit. Verder onderzoek van de laatste 60 jaar tonen aan dat de kleinste deeltjes, o.a. neutronen en protonen, beïnvloedbaar zijn door onze observatie. Als we het observeren is het een deeltje en wanneer we dat niet doen is het een golf, een golf van mogelijkheden. Het deeltje vormt zich op een bepaalde locatie in ruimte en tijd door de invloed van onze observatie. Dit suggereert dat ons bewustzijn de realiteit om ons heen zou kunnen beïnvloeden. Daarbij moeten we ook bedenken dat we zelf bestaan uit deze kleine deeltjes en dus onderdeel uitmaken van dit kwantum veld. Wij staan niet los van onze omgeving maar zijn daar innig mee verbonden.
Wij zijn de spiegel en het gelaat in de spiegel. Wij zijn het heerlijke koude water en de kruik die het schenkt. (Rumi)
Alle materie is opgebouwd uit atomen. De atomen nemen een bepaalde positie in en gaan een specifieke verbinding aan zodat er allerlei objecten en organismen gevormd kunnen worden. Datgene wat de atomen bij elkaar houd is elektro-magnetische energie. Alle materie en organismen stralen in meer of mindere mate elektrische en magnetische energie uit die prima meetbaar is. Al deze elektro-magnetische velden vormen één groot communicatieveld. Ditzelfde veld gebruiken wijzelf om beelden en geluiden te versturen naar onze tv’s, computers en radio’s. De organismen in de natuur gebruiken dit veld zelf ook voor hun communicatie zowel intern, binnen het eigen lichaam, als extern met soortgenoten. Walvissen en dolfijnen zijn daar goede voorbeelden van en wanneer er zich storingen voordoen in het veld dan kunnen ze op stranden aanspoelen.
De cellen van ons lichaam staan ook continue in communicatie met elkaar en de omgeving door middel van dit veld. Ons lichaam stemt zich automatisch en onbewust af op de informatie die het krijgt uit dit veld. Dit kan je bv gewaar worden doordat je spanning ervaart of juist ontspanning naargelang de omgeving. In een stressvolle omgeving zal je lichaam geneigd zijn de stress over te nemen. Daarom is niet alle stress die je ervaart van jezelf maar kan van de omgeving zijn. Als je een wandeling in de natuur maakt ervaar je dit wellicht als een verkwikking en weldadigheid. Dat komt omdat het elektro-magnetisch van de aarde (Schumann Resonantie) in de vrije natuur het sterkst te voelen is.
De belangrijkste elektro-magnetische geleider in ons lichaam is het hart. Het magnetisch veld van het hart is meetbaar en wel 6 tot 8 meter van het lichaam af.

De brug naar de andere wereld
Elk evolutiestadium getuigt van een grote intelligentie en wijsheid. De innerlijke krachten van het bewustzijn en hun onmisbare circulatie werken door middel van de uitwendige functies van de zintuigen en het lichaam. Het denkvermogen en de zintuigen zijn paden voor occulte energieën die werken door middel van verschillende psychofysieke centra of chakras, waarvan de hoogste de pijnappelklier is.
Deze centra blijven zich ontwikkelen terwijl wij evolueren tot geest. Dus terwijl het derde oog of de pijnappelklier bepaalde fysiologische werkingen heeft in combinatie met de hypofyse – samen reguleren ze het ritme van stofwisseling en groei – is het ook het fysieke orgaan van intuïtie, inspiratie, geestelijk inzicht, en goddelijk denken. Blavatsky zegt dat de pijnappelklier ‘precies de sleutel is naar het hoogste en meest goddelijke bewustzijn in de mens – zijn alwetende, geestelijke en allesomvattende geest’. Wanneer het hart, het centrum van de menselijke geestelijke monade, volkomen in harmonie met de pijnappelklier vibreert, worden de twee als één. De hypofyse, het orgaan van de wil, vibreert dan gelijktijdig, waardoor een goddelijk wezen ontstaat met een vrijwel onbeperkte visie.
Wetenschap
In Nederland wordt er al jaren onderzoek gepleegd naar de werking van de pijnappelklier. Saskia Bosman is Biologe en hoofd van dit project. Ook doet zij onderzoek naar het verband tussen de pijnappelklier en de Schumann resonantie, de hartslag van de aarde.

Dr. Saskia Bosman Biogeometrie, DNA, Vormvelden en Resonantie (Schumann resonantie).
Robert Becker beschrijft dat het frequentiespectrum van een EEG (dat rijk is aan alfagolven) als twee druppels water lijkt op het frequentiespectrum van de micropulsaties van het aardmagnetisch veld, die we kennen als de Schumann-resonantie. De Schumann-resonantie is de trilling van een elektromagnetisch veld tussen het aardoppervlak en de onderkant van de ionosfeer, de bovenste luchtlaag. De voornaamste en basisfrequentie van de Schumann-resonantie bedraagt 7,8 Hz. De overeenkomst met het Schumann-frequentiespectrum geldt ook voor het EEG van alle levende organismen, die hersenen hebben. Ik vermoed dat dit zelfs het basisspectrum van elektromagnetische trillingen is van alle levende cellen op Aarde, ook van planten. In de hersenen komen de alfagolven waarschijnlijk uit de diepte; de hersenstam, die in het verlengde ligt van ons ruggenmerg en waaraan de twee helften van de grote hersenen, de kleine hersenen, de hypofyse en de pijnappelklier (epifyse) vast zitten.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Deel 1 hoofdstuk Vóór de sluier (p. 7/8):
Een worsteling op leven en dood tussen wetenschap en theologie om de onfeilbaarheid – ‘een conflict van eeuwen’.
In Rome, dat zich de zetel van het christendom noemt, ondermijnt de veronderstelde opvolger op de stoel van Petrus de maatschappelijke orde met zijn onzichtbare maar alomtegenwoordige netwerk van fanatieke vertegenwoordigers, en zet hen aan om in Europa radicale veranderingen teweeg te brengen ten gunste van zijn wereldlijke en spirituele oppermacht. We zien hem die zich de ‘plaatsvervanger van Christus’ noemt, zich verbroederen met de antichristelijke moslim tegen een ander christelijk land en in het openbaar Gods zegen afsmeken voor de wapens van degenen die zich eeuwenlang te vuur en te zwaard tegen de aanspraken op goddelijkheid van zijn Christus hebben verzet!
Hoofdstuk 1 Oude dingen met nieuwe namen (p. 66):
De wetenschap erkent nu een allerhoogste kracht, een onzichtbaar beginsel, maar ontkent een Opperwezen of een persoonlijke God.1 Logisch gezien zou men het verschil tussen deze twee kunnen betwijfelen, want in dit geval zijn de kracht en het wezen identiek. Het verstand van de mens kan zich nauwelijks een intelligente allerhoogste kracht voorstellen zonder die in verband te brengen met het denkbeeld van een intelligent wezen.
Hoofdstuk 4 Theorieën over paranormale verschijnselen (p. 165):
Deze guerilla-schermutselingen tussen de voorvechters van de geestelijkheid en de materialistische Academie van Wetenschappen vormen een overvloedig bewijs hoe weinig laatstgenoemde heeft gedaan om het blinde fanatisme van zelfs heel ontwikkelde personen uit te roeien. Kennelijk heeft de wetenschap de theologie noch volledig overwonnen, noch gemuilkorfd. Ze zal haar pas de baas worden als ze zich verwaardigt om in de spiritistische verschijnselen meer te zien dan alleen hallucinaties en kwakzalverij. Maar hoe kan ze dat doen zonder een grondig onderzoek? Laten
we eens aannemen dat prof. Oersted uit Kopenhagen, de ontdekker van het elektromagnetisme, vóór de tijd waarin dit algemeen werd geaccepteerd, een aanval had gehad van wat we psychofobie of pneumatofobie noemen.
Hoofdstuk 6 Psychofysieke verschijnselen (p. 233):
De eerste oorzaken van de ziekten waarmee de mensen worden geplaagd, het geheime verband tussen fysiologie en psychologie waarnaar nu door wetenschappers met moeite vergeefs wordt gezocht om een of ander aanknopingspunt te vinden waarop zij hun beschouwingen kunnen baseren, de bijzondere therapieën en geneesmiddelen voor elke kwaal van het menselijk lichaam zijn alle in zijn omvangrijke werken beschreven en verklaard. Elektromagnetisme, de zogenaamde ontdekking van prof. Oersted, werd drie eeuwen tevoren door Paracelsus gebruikt. Dit kan worden bewezen door een kritisch onderzoek van zijn manier om ziekten te genezen. Het is niet nodig over de door hem bereikte resultaten op het gebied van de scheikunde uit te wijden, want eerlijke en onbevooroordeelde schrijvers erkennen dat hij een van de grootste scheikundigen van zijn tijd was.2 Brierre de Boismont noemt hem een ‘genie’, en is het eens met Deleuze dat hij een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de geneeskunde schiep. Het geheim van zijn geslaagde en, naar men zei, magische genezingen ligt in zijn diepe minachting voor de zogenaamd geleerde ‘autoriteiten’ van zijn tijd. Paracelsus zegt:
Ik zocht naar waarheid en overlegde bij mezelf hoe ik, indien er in deze wereld geen leraren in de medicijnen waren, die kunst zou kunnen leren? Niet anders dan uit het grote, geopende boek van de natuur, geschreven door de vinger van God. . . . Ik word beschuldigd en aangeklaagd dat ik niet via de juiste deur bij die kunst ben binnengekomen. Maar wat is de juiste? Galenus, Avicenna, Mesua, Rhazes, of de natuur zelf ? Ik geloof de laatste! Door deze deur trad ik binnen, en het licht van de natuur, en niet de apothekerslamp, wees me de weg.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Deel 2 hoofdstuk 11 Een vergelijking van de resultaten van boeddhisme en christendom (p. 640/641):
Weg met zo’n beledigende opvatting over de goddelijke rechtvaardigheid, zoals ze door priesters op eigen gezag wordt verkondigd. Die past alleen lafaards en misdadigers! Al staat er een heel leger kerkvaders en priesters achter hen, wij worden gesteund door de grootste autoriteit van alle, een instinctief gevoel van eerbied voor de eeuwige, alomtegenwoordige wet van harmonie en rechtvaardigheid.

H.P. Blavatsky Geheime Leer Deel I, Proloog (p. 32):
Zij is het ENE LEVEN, eeuwig, onzichtbaar en toch alomtegenwoordig, zonder begin of einde en toch periodiek in haar geregelde manifestaties, terwijl tussen die perioden het duistere geheim van het niet-zijn heerst; onbewust en toch absoluut Bewustzijn ('bijna-dood ervaringen'); niet te verwerkelijken en toch de ene op zichzelf bestaande werkelijkheid; inderdaad ‘een chaos voor het gevoel, een Kosmos voor de rede’. Haar ene absolute kenmerk, namelijk HETZELF, de eeuwige, onophoudelijke beweging, wordt in esoterische taal de ‘grote adem’2 genoemd, dat is de eeuwigdurende beweging van het Heelal in de zin van grenzeloze, altijd aanwezige RUIMTE. Wat bewegingloos is, kan niet goddelijk zijn. Maar er is ook in feite en in werkelijkheid niets absoluut onbeweeglijk binnen de universele ziel.
38: De occultisten zijn het dus voor wat betreft het bovenstaande leerstuk eens met de filosofen van de Adwaita-Vedanta. Zij tonen aan dat het onmogelijk is op filosofische gronden het denkbeeld te aanvaarden, dat het absolute AL het ‘gouden ei’ schept of zelfs evolueert, waarin het zoals men zegt intreedt om zich in Brahma, de schepper, te veranderen, die zich later ontwikkelt tot de goden en het hele zichtbare Heelal. Zij zeggen dat absolute eenheid niet kan overgaan in oneindigheid, want oneindigheid vooronderstelt de onbegrensde uitbreiding van iets en de duur van dat ‘iets’. Het ene AL is als de Ruimte – die er op deze aarde of op ons bestaansgebied de enige verstandelijke en fysieke voorstelling van is noch een object noch een subject van waarneming. Als men kon veronderstellen dat het eeuwige oneindige Al, de alomtegenwoordige eenheid, in plaats van in eeuwigheid te zijn, door periodieke manifestatie een veelvoudig Heelal of een meervoudige persoonlijkheid werd, zou die eenheid ophouden er een te zijn.
41: De occulte catechismus bevat de volgende vragen en antwoorden:
‘Wat is het dat altijd is?’ ‘Ruimte, de eeuwige anupadaka12.’
‘Wat is het dat altijd was?’ ‘De kiem in de wortel.’
‘Wat is het dat altijd komt en gaat?’ ‘De grote adem.’
‘Is er dus drie keer iets eeuwigs?’ ‘Neen, de drie zijn één.
Wat altijd is, is één; wat altijd was, is één; wat altijd bestaat en wordt, is ook één: en dit is Ruimte.’
‘Verklaar dit, o lanoo (leerling).’ ‘Het Ene is een ongebroken cirkel (ring) zonder omtrek, want het is nergens en overal;
het Ene is het grenzeloze vlak van de cirkel, die alleen gedurende de tijdperken van een manvantara een middellijn manifesteert; het Ene is de ondeelbare punt die tijdens die perioden nergens wordt gevonden en overal wordt waargenomen; het is het verticale en het horizontale, de vader en de moeder, de top en de basis van de vader, de twee uitersten van de moeder, dat in werkelijkheid nergens heen reikt, want het Ene is de ring en evenzo de ringen die binnen die ring zijn.
43: De Geheime Leer formuleert drie grondstellingen:
(a) Een alomtegenwoordig, eeuwig, grenzeloos en onveranderlijk BEGINSEL, waarover elke speculatie onmogelijk is, omdat het het menselijke begripsvermogen te boven gaat en door menselijke uitdrukkingen of vergelijkingen alleen kan worden verkleind. Het ligt buiten het gebied en het bereik van het denken – met de woorden van Mandukya, ‘ondenkbaar en onuitsprekelijk’.
De Geheime Leer Deel I Stanza 1 De nacht van het heelal (p. 76/77):
(a) Het moderne denken heeft de neiging terug te keren naar het archaïsche denkbeeld van een homogene basis voor schijnbaar sterk verschillende dingen – heterogeniteit, die zich heeft ontwikkeld uit homogeniteit. Biologen zoeken nu naar hun homogene protoplasma en scheikundigen naar hun protyle10, terwijl de natuurwetenschap zoekt naar de kracht waarvan elektriciteit, magnetisme, warmte, enz. de differentiaties zijn. De Geheime Leer brengt dit denkbeeld over naar het gebied van de metafysica en gaat uit van ‘één bestaansvorm’ als de basis en de bron van alle dingen. Maar misschien is de uitdrukking ‘één bestaansvorm’ niet helemaal juist. Het Sanskrietwoord is prabhavapyaya, ‘de plaats, of liever het gebied, waaruit de oorsprong voortkomt en waarin alle dingen weer worden opgenomen’, zegt een commentator. Het is niet de ‘moeder van de wereld’, zoals Wilson het vertaalt (zie Deel I, Vishnu Purana); want jagad yoni (zoals FitzEdward Hall aantoont) is niet zozeer ‘de moeder van de wereld’ of ‘de baarmoeder van de wereld’ als wel de ‘stoffelijke oorzaak van het Heelal’. De commentatoren van de Purana’s verklaren het als karana – ‘oorzaak’ – maar de esoterische filosofie als de ideële geest van die oorzaak. Het is in zijn tweede stadium het svabhavat van de boeddhistische filosoof, de eeuwige oorzaak en het eeuwige gevolg, alomtegenwoordig en toch abstract, de op zichzelf bestaande plastische essentie en de wortel van alle dingen, beschouwd in hetzelfde tweevoudige licht als de Vedanta-kenner zijn Parabrahm en Mulaprakriti beschouwt, het ene onder twee aspecten.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 5 Zij brengen fohat voort (p. 142):
Dit plan is besloten in het denkvermogen van de natuur, of in het goddelijke Denken. Hij is, metafysisch opgevat, de geobjectiveerde gedachte van de goden, op een lagere trap het ‘vleesgeworden woord’ en de boodschapper van de kosmische en menselijke verbeeldingskracht: de werkzame kracht in het universele leven. In zijn secundaire aspect is fohat de zonne-energie, het elektrische levensfluïdum5 en het instandhoudende vierde beginsel, de levende ziel van de Natuur, om zo te zeggen, of – elektriciteit.
De Geheime Leer Deel I Stanza 6. Onze wereld, haar groei en ontwikkeling (p. 169):
Want ‘evenals een mens is samengesteld uit zeven beginselen, bestaat gedifferentieerde stof in het zonnestelsel in zeven verschillende toestanden’ (ibid). Dat geldt ook voor fohat ('bouwer van de bouwers'). Hij is één en zeven, en staat op kosmisch gebied achter alle manifestaties zoals licht, warmte, geluid, adhesie, enz., en is de ‘geest’ van de ELEKTRICITEIT, die het LEVEN van het Heelal is. Als abstractie noemen wij hem het ENE LEVEN; als objectieve en zichtbare werkelijkheid spreken wij van een zevenvoudige ladder van manifestatie, die op de bovenste sport begint met de ene onkenbare OORZAKELIJKHEID, en eindigt als alomtegenwoordig Denkvermogen en Leven, dat in ieder atoom van de stof woont.
De Geheime Leer Deel I Stanza 7. De voorvaderen van de mens op aarde (p. 280/281):
Die van de vierde Ronde hebben aarde als stoftoestand aan hun voorraad toegevoegd, naast de drie andere elementen in hun tegenwoordige transformatie. Kortom, in de voorafgaande drie Ronden was geen van de zogenaamde elementen wat ze nu zijn. Voorzover wij weten, is VUUR misschien zuiver AKASA geweest, de eerste materie van het magnum opus van de scheppers en ‘bouwers’ – dat astrale licht, dat de paradoxale Eliphas Lévi in één adem ‘het lichaam van de heilige geest’ en dan ‘Baphomet’, de ‘androgyne geit van Mendes’41 noemt; LUCHT, eenvoudig stikstof, ‘de adem van de dragers van de hemelkoepel’, zoals de mohammedaanse mystici haar noemen; en WATER, dat oorspronkelijke fluïdum dat volgens Mozes nodig was om er een levende ziel mee te maken.
41) Eliphas Lévi omschrijft het terecht als ‘een kracht in de Natuur’, door middel waarvan ‘één enkel mens die haar kan beheersen . . . de wereld in verwarring zou kunnen brengen en haar aangezicht veranderen’; want het is het ‘grote geheim van de transcendentale magie’. Als wij de woorden van de grote westerse kabbalist citeren (zie de vertaling in The Mysteries of Magic, door A. E. Waite), kunnen wij die misschien het best verklaren door er hier en daar een paar woorden aan toe te voegen, om het verschil te laten zien tussen de westerse en de oosterse uitleg over hetzelfde onderwerp. De schrijver zegt over dit grote magische agens: ‘Dit alles omringende en doordringende fluïdum, deze straal, losgemaakt van de glans van de (centrale of ‘geestelijke’) zon . . . vastgelegd door het gewicht van de dampkring (?!) en de centrale aantrekkingskracht . . . het astrale licht, deze elektromagnetische ether, deze levende en lichtgevende warmtebron (caloric), wordt op oude monumenten voorgesteld door de gordel van Isis, die zich om de beide polen slingert . . . en in oude theogonieën door de slang die haar eigen staart verslindt, het symbool van voorzichtigheid en van Saturnus’ – het symbool van oneindigheid, van onsterfelijkheid, en van Kronos – ‘tijd’ – niet de god Saturnus of de planeet. ‘Het is de gevleugelde draak van Medea, de dubbele slang van de Mercuriusstaf, en de verleider uit Genesis; maar het is ook de koperen slang van Mozes, die zich om de Tau slingert . . . en tenslotte is het de duivel van de exoterische dogmatiek, en in werkelijkheid de blinde kracht (zij is niet blind, en Lévi wist dit), die de zielen moeten overwinnen om zich los te maken van de ketenen van de aarde; ‘want als zij dit niet doen’, zullen zij weer opgaan in dezelfde kracht die hen eerst voortbracht en zij zullen terugkeren naar het centrale en eeuwige vuur.’ Deze grote archaeus is nu ontdekt door en slechts voor één mensJ.W. Keeley uit Philadelphia. Voor anderen echter is die wel ontdekt, maar moet vrijwel nutteloos blijven. ‘Tot zover zult u gaan. . . .’
Al het bovenstaande is even praktisch als juist, afgezien van één fout, die wij verderop in de tekst zullen verklaren. Eliphas Lévi begaat een grote blunder door altijd het astrale licht te vereenzelvigen met wat wij akasa noemen. Wat het in werkelijkheid is, zal worden uiteengezet in Afdeling II van Deel II.
De Geheime Leer Deel I Stanza 7
De voorvaderen van de mens op aarde (p. 291/292):
Daarbij is de monade van elk levend wezen – tenzij haar morele verdorvenheid de band verbreekt en teugelloos ‘afdwaalt naar het maanpad’, om de occulte uitdrukking te gebruiken – een individuele Dhyan-Chohan, verschillend van andere, tijdens één manvantara een soort geestelijke individualiteit op zichzelf. Haar beginsel, de geest (atman) is natuurlijk één met paramatma (de ene universele Geest), maar het voertuig (vahan) waarin zij is besloten, de buddhi, maakt deel uit van de essentie van de Dhyan-Chohan; en hierin ligt het mysterie van die
alomtegenwoordigheid dat een paar bladzijden terug werd besproken. Mijn vader, die in de hemel is, en ik – zijn één, zegt de christelijke Schrift; en tenminste in dit opzicht is zij de trouwe echo van de esoterische leer.
De Geheime Leer Deel I Samenvatting (p. 300):
Ook is het nutteloos op te merken dat eeuwenlang de ‘wijzen’ van het vijfde Ras, van het geslacht dat werd gered en gespaard bij de laatste wereldramp en het verschuiven van continenten, hun levens hadden doorgebracht met leren, niet met onderwijzen. Hoe deden zij dat? Het antwoord luidt: door op elk gebied van de natuur de oude tradities te toetsen, te onderzoeken en te controleren op basis van de onafhankelijke visioenen van grote adepten, dat wil zeggen mensen die hun fysieke, mentale, psychische en geestelijke gestel tot de hoogst mogelijke graad hebben ontwikkeld en vervolmaakt. Van geen adept werd het visioen aanvaard, voordat het was gecontroleerd en bevestigd door de visioenen van andere adepten – zó verkregen dat zij als op zichzelf staande bewijzen konden dienen – en door eeuwen van ondervinding.
Het wordt ‘substantie-beginsel’ genoemd, want op het gebied van het gemanifesteerde Heelal wordt het ‘substantie’, een illusie, terwijl het in de beginloze en eindeloze abstracte, zichtbare en onzichtbare RUIMTE een ‘beginsel’ blijft. Het is de alomtegenwoordige werkelijkheid: onpersoonlijk, omdat het alles en iedereen omvat. De onpersoonlijkheid ervan is de grondgedachte van het stelsel. Het sluimert in ieder atoom van het Heelal en is het Heelal zelf. (Zie in de hoofdstukken over symboliek, ‘Oorspronkelijke substantie en goddelijke gedachte’.)
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 14 De vier elementen (p. 510)
Sir W. Grove, F.R.S. zegt over de wisselwerking van krachten (Wederkerigheid): ‘Wanneer de Ouden een natuurlijk verschijnsel waarnamen, waarop gewone analogieën niet van toepassing waren en dat niet door enige aan hen bekende mechanische werking kon worden verklaard, schreven zij het toe aan een ziel, een geestelijke of bovennatuurlijke kracht. . . . Lucht en gassen beschouwde men eerst ook als geestelijk, maar later werd er een meer stoffelijk karakter aan gegeven; en met dezelfde woorden πνεῦμα, geest, enz. werden de ziel en een gas aangeduid; zelfs het woord gas, van geist, een spook of geest, is een voorbeeld van de geleidelijke omzetting van een geestelijk in een stoffelijk begrip . . .’ (blz. 89). De grote geleerde beschouwt dit (in zijn voorwoord tot de vijfde druk van Correlation of Physical Forces) als de enige zorg van de exacte wetenschap, die niet tot taak heeft zich met de oorzaken bezig te houden. 'Oorzaak en gevolg', verklaart hij, ‘zijn dus in hun abstracte betrekking tot deze krachten slechts woorden die het gemak dienen. We zijn geheel onbekend met de uiteindelijke voortbrengende kracht hiervan, en zullen dat waarschijnlijk altijd blijven; we kunnen alleen vaststellen volgens welke normen ze werken; we moeten nederig hun oorzaak zoeken in één alomtegenwoordige invloed, en ons tevredenstellen met het bestuderen van hun gevolgen en met het door proefnemingen opsporen van hun onderlinge verband’ (blz. xiv).
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 15 Over Kwan-shi-yin en Kwan-yin (p. 517):
Ook is Kwan-Shi-Yin niet de ‘geest van de Boeddha’s die aanwezig is in de kerk’, maar letterlijk betekent het ‘de Heer die wordt gezien’, en in één betekenis ‘het goddelijke ZELF, dat door het zelf (van de mens) wordt waargenomen’ – de atman, of het zevende beginsel, die is opgegaan in het universele, wordt waargenomen door of voorwerp van waarneming is van buddhi, het zesde beginsel of de goddelijke ziel in de mens. In een nog hogere betekenis is Avalokiteśvara = Kwan-Shi-Yin, aangeduid als het zevende universele beginsel, de logos, waargenomen door het universele buddhi – of ziel, als het synthetische geheel van de Dhyani-Boeddha’s: en niet de ‘geest van Boeddha die aanwezig is in de kerk’, maar de alomtegenwoordige universele geest, gemanifesteerd in de tempel van de Kosmos of de Natuur. Deze oriëntalistische etymologie van Kwan en Yin staat op één lijn met die van ‘yogini’, wat volgens Hargrave Jennings ‘een Sanskrietwoord is, in de dialecten uitgesproken als yogi of zogie(!) en gelijkwaardig met sena, en precies hetzelfde als duti of duti-ca – d.w.z. een heilige tempelprostituée, die als yoni of sakti wordt vereerd’ – (blz. 60).
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 18 Samenvatting van de wederzijdse standpunten (p. 745):
. . . is in staat geweest het geheim te doorgronden van het vormen van een lichaam, van het voortbrengen van een enkel atoom? Wat is er, ik zal niet zeggen in het middelpunt van een zon, maar in het middelpunt van een atoom? Wie heeft de diepte die ligt in een zandkorrel, tot op de bodem gepeild? De zandkorrel, heren, is vierduizend jaar door de wetenschap bestudeerd; zij heeft die om en om gedraaid; zij ontbindt hem en deelt hem in; zij kwelt hem met haar proefnemingen; zij valt hem lastig met haar vragen om hem het laatste woord over zijn geheime samenstelling te ontrukken; zij vraagt hem met een onverzadigbare nieuwsgierigheid: ‘Zal ik u tot in het oneindige verdelen?’ Maar dan, terwijl ze boven deze diepte hangt, aarzelt de wetenschap, ze struikelt, ze voelt zich verblind, ze wordt duizelig en zegt in wanhoop: ik weet het niet.’
‘Maar als u zo fataal onbekend bent met de oorsprong en de verborgen natuur van een zandkorrel, hoe zou u dan een intuïtie kunnen hebben over het ontstaan van een enkel levend wezen? Waar komt in een levend wezen het leven vandaan? Waar begint het? Wat is het levensbeginsel?’

De Geheime Leer Deel II, Stanza 5 De evolutie van het tweede ras (p. 132):
Darwin is er kennelijk afkerig van de hypothese te aanvaarden waarop de feiten zo nadrukkelijk wijzen, namelijk die van een oorspronkelijke androgyne stam, waaruit de zoogdieren voortkwamen. Zijn verklaring luidt: ‘Het feit dat verschillende bijkomstige organen die behoren tot elk geslacht, in rudimentaire toestand worden gevonden bij het tegenovergestelde geslacht, kan misschien worden verklaard door te veronderstellen dat zulke organen geleidelijk door het ene geslacht zijn verworven en daarna in een min of meer onvolmaakte toestand aan het andere geslacht zijn overgedragen.’ Hij noemt als voorbeeld ‘sporen, veren en schitterende kleuren, die de mannelijke vogels hebben voor de strijd of als versiersel’ en die slechts gedeeltelijk worden overgeërfd door hun vrouwelijke afstammelingen. Voor het te behandelen probleem is echter kennelijk een bevredigender verklaring nodig, want de feiten zijn van een veel meer op de voorgrond tredend en belangrijker karakter dan de oppervlakkige details waarmee Darwin ze vergelijkt. Waarom wordt niet eerlijk de juistheid erkend van het argument ten gunste van het hermafroditisme, dat de oude fauna kenmerkt? Het occultisme biedt een oplossing waarin de feiten op alomvattende en eenvoudige manier voorkomen. Deze overblijfselen van een vroeger androgyn geslacht moeten in dezelfde categorie worden ondergebracht als de pijnappelklier en andere even geheimzinnige organen, die stille getuigen zijn van de realiteit van functies die in de loop van de dierlijke en menselijke vooruitgang al lang zijn geatrofieerd, maar die eens een belangrijke rol hebben gespeeld in de algemene huishouding van het oorspronkelijke leven.
De Geheime Leer Deel II Stanza 6 Enkele woorden over ‘zondvloeden’ en ‘noachs’ (p. 174):
De schrijfster is zich goed bewust dat de specialisten die zich de minste beperkingen oplegden bij hun berekeningen van de ouderdom van de aardbol en van de mens, altijd de meer angstvallige meerderheid tegen zich hadden. Maar dit bewijst heel weinig, omdat de meerderheid op de lange duur zelden of nooit gelijk blijkt te hebben. Harvey stond jaren lang alleen. De voorstanders van het idee om de Atlantische Oceaan met stoomboten over te steken, liepen het gevaar hun leven in een krankzinnigengesticht te eindigen. Mesmer wordt tot vandaag toe (in de encyclopedieën) met Cagliostro en St. Germain tot de kwakzalvers en bedriegers gerekend. En nu Mesmer door Charcot en Richet in het gelijk is gesteld en nu het ‘mesmerisme’ onder zijn nieuwe naam van hypnotisme – een valse neus op een heel oud gezicht – door de wetenschap wordt aanvaard, vergroot dat onze eerbied voor die meerderheid niet, als wij de lichtvaardigheid en de zorgeloosheid zien waarmee haar leden ‘hypnotisme’, ‘telepatische invloeden’ en andere verschijnselen behandelen. Kortom, zij spreken erover alsof zij er sinds de tijd van Salomo in hadden geloofd en niet slechts enkele jaren eerder de voorstanders ervan ‘krankzinnigen en bedriegers’ hadden genoemd28!
28) Hetzelfde lot staat de spiritistische verschijnselen en alle andere psychologische manifestaties van de innerlijke mens te wachten. Sinds de tijd van Hume, van wie de onderzoekingen culmineerden in een nihilistisch idealisme, is de psychologie geleidelijk veranderd in een grof materialisme. Hume wordt als een psycholoog beschouwd, en toch ontkende hij a priori de mogelijkheid van verschijnselen waarin nu miljoenen geloven, waaronder veel wetenschapsmensen. De hylo-idealisten van tegenwoordig zijn zuivere annihilationisten. De scholen van Spencer en van Bain zijn respectievelijk positivistisch en materialistisch, en helemaal niet metafysisch. Het is psychisme en geen psychologie; het doet even weinig denken aan de leer van de Vedanta als het pessimisme van Schopenhauer en Von Hartmann aan de esoterische filosofie, het hart en de ziel van het ware boeddhisme.
175: Dezelfde plotselinge ommekeer in het denken is te verwachten met betrekking tot de lange tijdsduur die de esoterische filosofie aanneemt als de ouderdom van de geslachtelijke en fysiologische mensheid.
De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk De rassen met het ‘derde oog’ (p. 336):
Het is bekend dat Descartes in de pijnappelklier de zetel van de ziel zag (en dit wordt nu ook als een verzinsel opgevat door diegenen die niet langer geloven in het bestaan van een onsterfelijk beginsel in de mens). Hoewel de ziel met elk deel van het lichaam is verbonden, zegt hij, is er één speciaal deel van het lichaam waarin zij haar functies meer in het bijzonder uitoefent dan in enig ander. En omdat noch het hart, noch de hersenen die ‘speciale’ plaats konden zijn, concludeerde hij dat het die kleine klier was die met de hersenen is verbonden, maar toch een werking heeft die daarvan onafhankelijk is, omdat zij gemakkelijk in een soort slingerende beweging kon worden gebracht ‘door de levensgeesten15 die de holten van de schedel in alle richtingen doorkruisen’.
Hoe onwetenschappelijk dit in onze tijd van exacte kennis ook mag schijnen, Descartes kwam toch veel dichter bij de occulte waarheid dan welke Haeckel ook. Want de pijnappelklier is, zoals gezegd, veel meer verbonden met de ziel en de geest dan met de fysiologische zintuigen van de mens.
15) De ‘zenuw-ether’ van dr. B.W. Richardson, F.R.S. – de zenuw-aura van het occultisme. De ‘levensgeesten’ (?) zijn gelijkwaardig aan de stromen van de samengestelde circulatie van de zenuw-aura.
340: Men moet niet vergeten dat dit alleen maar fysieke overeenkomsten zijn, zoals de gewone menselijke hersenen het orgaan zijn dat de herinnering registreert, maar dat niet de herinnering zelf is.
Dit dan is het orgaan dat aanleiding gaf tot zoveel legenden en overleveringen, o.a. tot die van een mens met één hoofd maar twee gezichten. Deze kan men vinden in verschillende Chinese boeken, terwijl er ook naar wordt verwezen in de Chaldeeuwse fragmenten. Afgezien van het al geciteerde boek – de Shan Hai King, samengesteld door Kung Chia uit inscripties op negen urnen die 2255 v.Chr. door keizer Yü zijn gemaakt – kan men ze vinden in een ander boek, de ‘Bamboe-boeken’, en in een derde, de ‘Rh Ya’ – ‘waaraan volgens de overlevering werd begonnen door Chow Kung, oom van Wu Wang, de eerste keizer van de Chow-dynastie, in 1122 v.Chr.’, zegt Ch. Gould in zijn ‘Mythical Monsters’. De Bamboe-boeken bevatten de oude annalen van China, gevonden in 279 n.Chr. bij het openen van het graf van koning Seang van Wai, die in 295 v.Chr. stierf. Beide boeken maken melding van mensen met twee gezichten aan één hoofd – een van voren en een van achteren (blz. 27).
Wat de beoefenaars van het occultisme echter behoren te weten, is dat HET ‘DERDE OOG’ ONVERBREKELIJK IS VERBONDEN MET KARMA. Deze leer is zo geheimzinnig dat slechts enkelen ervan hebben gehoord.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 12 Het vijfde ras en zijn goddelijke leermeesters (p. 452):
Het [water des levens] stroomt rond en bezielt haar lichaam (van moeder aarde). Het ene einde ervan komt uit haar hoofd; het wordt vuil bij haar voeten (de zuidpool). Het wordt gezuiverd (bij zijn terugkeer) naar haar hart – dat klopt onder de voet van het heilige Shambala, dat toen (in het begin) nog niet was geboren. Want in de gordel van de woonplaats van de mens (de aarde) liggen het leven en de gezondheid van alles wat leeft en ademt, verborgen18. Tijdens het eerste en het tweede (ras) was de gordel bedekt door de grote wateren. (Maar) de grote moeder verkeerde in barensnood onder de golven en een nieuw land werd toegevoegd aan het eerste, dat onze wijzen het hoofddeksel (de kap) noemen. Haar barensnood was groter bij het derde (ras) en haar middel en navel verschenen boven het water.
18) De occulte leer bevestigt de volksoverlevering die zegt dat er in de ingewanden van de aarde en in de noordpool een bron van leven bestaat. Het is het bloed van de aarde, de elektromagnetische stroom die rondgaat door alle aderen, en waarvan men zegt dat die is opgeslagen in de ‘navel van de aarde’.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De voorouders die de wetenschap aan de mensheid biedt (p. 762):
Waarom zouden de aanhangers van Haeckel in dit specifieke geval dan mogen protesteren?
Ze hebben natuurlijk een antwoord klaar: ‘Omdat wij het bestaan van de monadische essentie niet erkennen.’ De manifestatie van de logos als individueel
bewustzijn'' in de dierlijke en menselijke schepping wordt door de exacte wetenschap niet aanvaard, en dit denkbeeld geeft natuurlijk niet alle aspecten ervan weer.

Blavatsky, Deel III, (p. 439/440):
De mystieke tienheid [van Pythagoras] (1 + 2 + 3 + 4 = 10) is een wijze om het denkbeeld van de emanatie in het heelal weer te geven. De één is God (x), de twee is stof, de drie, die één en twee verenigt en aan beider aard deel heeft, is de wereld van verschijnselen, de vier, of de vorm der volmaking, geeft de ledigheid van alles te kennen, en de tien, de som van hen alle, omvat de ganse Cosmos. De sleutel tot de Pythagoreesche dogma’s is de sleutel tot elke grote wijsbegeerte. Hij is de algemene formule van de eenheid in de veelheid, de Eén die het vele doet ontstaan en het al doordringt. Hij is de archaïsche leer der emanaties in enkele woorden samengevat.
x) De “God” van Pythagoras, is geen persoonlijke God. Men bedenke dat hij als een hoofdstelling verkondigde dat er achter alle vormen, veranderingen en andere verschijnselen van het heelal een blijvend beginsel van eenheid bestaat.
Het "geëerde", het geopenbaarde iets, is zowel in het middelpunt als in de omtrek aanwezig, doch het is slechts de weerkaatsing van de Godheid - de wereldziel (of anima mundi). In deze leer vinden wij de geest van het esoterisch Boeddhisme.
En dat is ook de geest van het esoterisch Brahanisme en van de, Advaita Vedanta. De twee hedendaagse wijsgeren Schopenhauer en von Hartmann, verkondigen dezelfde denkbeelden.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel III, hoofdstuk Wat magie in werkelijkheid is (p. 515):
Er zijn miljoenen Christenen, die de naam van Simon Magus en het weinige wat in de Handelingen over hem staat kennen, doch er zijn slechts weinigen die zelfs maar gehoord hebben van de vele bonte, fantastische en tegenstrijdige bijzonderheden, welke de overlevering over zijn leven meedeelt.
516: Simon verkondigde, evenals alle andere Gnostici, dat onze wereld geschapen was door de lagere engelen, die hij Aeonen noemde.
517: Simon noemde deze emanaties syzygieën (een verenigd paar), want zij emaneerde twee aan twee, de een als een actieve, de ander als een passieve Aeon.
518: In de Philosophumena lezen wij dat Simon de Aeonen met de
”boom des levens” vergeleek.
519: Hij [Simon] noemt de eerste syzygie van de zes machten en van de zevende, die daarbij is, nous en epinoia, hemel en aarde; het mannelijke ziet van boven neer en neemt de gedachte tot syzygie of echtgenote, want de aarde omlaag ontvangt de verstandelijke vruchten die uit de hemel naar beneden worden gebracht en met de aarde verwant zijn.
Blavatsky, Deel III
647: Er zijn in de mens drie hoofdmiddelpunten: hart, hoofd en navel, waarvan twee ten opzichte van elkaar + of – zijn, al naar het betrekkelijk overwicht van de middelpunten.

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.