Zeven Domeinen - Goddelijke wijsheid - Zeven wijsheidssleutels

Xenophanes: De stervelingen menen dat de goden verwekt zijn evenals zij, en kleren, een stem en gestalte hebben als zij... ja, als de ossen en paarden en leeuwen handen bezaten en kunstwerken konden scheppen, zoals de mensen, zouden de paarden de goden als paarden afbeelden, de ossen daarentegen als ossen.
En God zei: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen in de zee en over het gevogelte aan de hemel en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipende gedierte dat op de aardbodem kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. (Genesis 1:26; vergelijk 9:6)
Aristoteles: Alles wat in de ziel zit, is slechts een weerspiegeling van voorwerpen in de natuur.
Eliphas Levi: De logos van God is de openbaarder van de mens, en de logos (het woord) van de mens is de openbaarder van God.
Aurelius Augustinus: In de Vader is de eenheid, in de Zoon de gelijkheid, in de Heilige Geest het harmonieuze samengaan van eenheid en gelijkheid.
In het Evangelie volgens Filippus (een tekst uit de Nag Hammadi-kruik):
God schiep de mens
en de mensen schiepen zich een god.
Zo gaat het in de wereld:
de mensen scheppen zich goden
en vereren hun scheppingen.
Waarlijk! (Zo) zouden de goden
de mensen moeten vereren!
François Rabelais: Wanneer ge nooit meer een dwaas wilt zien, moet ge beginnen uw spiegel stuk te slaan.
Helena Blavatsky: Het Heelal wordt van binnen naar buiten bestuurd en geleid. Zoals boven, zo is het ook beneden, zoals in de hemel, zo ook op aarde; en de mens – de microkosmos en het verkleinde evenbeeld van de macrokosmos – is de levende getuige van deze universele wet en van haar manier van werken. (Geheime Leer, Deel I, p. 301)
H.P. Blavatsky: … hetzij men zich naar de bloem van het oosten of naar de academies van het westen keert, het reizen langs het pad gebeurt zonder zich te bewegen. U bént het pad (De stem van de stilte).

Eeuwige wederkeer (Recursie, Triade, Iteratie - Zelfgelijkvormigheid - Asymmetrie, Inhoud - Vorm, Chaostheorie)

Zostrianus
Zostrianus is een gnostisch geschrift, dat in een Koptische vertaling onderdeel was van de vondst van de Nag Hammadigeschriften in 1945. Er moet een oorspronkelijk Griekse tekst zijn geweest, maar daar is nooit iets van gevonden. Het is de langste van de bij Nag Hammadi gevonden teksten. Het manuscript was bij de vondst al zwaar beschadigd. Bijna dertig pagina's bevatten geen of nauwelijks leesbare tekst.
Essentie van de inhoud
Zostrianus beschrijft een hemelreis, een literair genre dat in de late oudheid vaker gehanteerd werd. Andere bij Nag Hammadi gevonden geschriften van dit genre zijn de Eerste openbaring van Jacobus, de Gnostische Openbaring van Paulus en de tot het hermetisme behorende Inwijding in de achtste en negende sfeer.

De geschiedenis leert dat de oplossing van de unificatietheorie, het levensmysterie al millennia bekend is. Het hangt er alleen maar vanaf hoe je het probleem formuleert. Hoe selectief zijn we als waarnemer?

Het gaat er om dat we ons weer met de natuurlijke eenheid, de oerbron verbinden. Het volmaakte getal 10 (1 + 2 + 3 + 4) wordt in de metafysische wereld verzinnebeeld door de 4 of de TETRAKTIS. Het laat zien dat er aan de wereld van de eeuwig wederkerende verschijnselen (Aldous Huxley:perennial’, Friedrich Nietzsche: ewige Wiederkehr’, een eeuwige natuurlijke ordening, een blauwdruk zevenvoudige samenstelling van de mens), het mystieke factorelement (x), een bepaalde natuurconstante? aan ten grondslag ligt. De Triade vormt de natuurlijke eenheid 'Ruimte, Materie en Tijd' en de Tetrade vormt de natuurlijke selectie. Bij levensprocessen gaat het om de natuurlijke eenheid en de natuurlijke selectie, namelijk om de Weltstoff van Teilhard de Chardin, de memen van Richard Dawkins, de geest-substantie Swabhâva (Mind stuff) in de Theosofie. Bij de natuurlijke selectie gaat het primair om de context Uw wil geschiede. Richard Dawkins heeft gelijk wanneer hij stelt dat het bij levensprocessen om natuurlijke selectie gaat. Het mechanisme achter het aanpassingsvermogen van de mens aan zijn omgeving is al millennia bekend.
(x) Het getal zeven, als een samenstelling van 3 en 4 (de Wet van Zeven, de Triade en Tetrade,
Trivium en Quadrivium), is dus het factorelement in elke oude religie, omdat het het factorelement in de natuur is. Zeven is het grondtal van het gemanifesteerde heelal (Purucker).

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen Deel 1 1875 –1882
Een mysterieus land (p.238):
Zo zouden de
lama en de kameel verschillen, hoewel ze tot dezelfde soort behoren; hetzelfde geldt voor de algoraba en espino bomen; zo gebruiken de Irokezen van NoordAmerika en de oudste Arabieren voor het sterrenbeeld de ‘Grote Beer’ dezelfde naam; zo verdelen verschillende volkeren, die van elk contact en kennis over elkaar zijn afgesneden, de dierenriem in twaalf sterrenbeelden, geven er dezelfde namen aan, en de noordelijke hindoes passen de naam Andes toe op hun Himålaya, evenals de Zuid-Amerikanen op hun belangrijkste bergketen.1 Moeten we tot de oude gedachtegroef vervallen en veronderstellen dat er geen ander middel was om het westelijk halfrond te bevolken dan ‘via de Beringstraat’?
1) In Isis ontsluierd (1:730) zei ik drie jaar geleden: ‘Men ontdekt misschien ooit dat de naam America meer verband houdt met Meru, de heilige berg in het midden van de zeven continenten.’ Toen Amerika voor het eerst werd ontdekt, bleken enkele
inheemse stammen het Atlanta te noemen. In de landen van Midden-Amerika vinden we de naam Amerih, die, evenals Meru, een grote berg betekent. De oorsprong van de Kamas-indianen van Amerika is ook onbekend.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Deel 1 Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie
Hoofdstuk 12 De ‘
onoverkomelijke afgrond’ (p. 553):
In de Donau-vorstendommen werd een van de bloedigste hoofdstukken geschreven in de geschiedenis van oorlog en roof, een hoofdstuk van gewelddadigheden van moslims tegen christenen, dat nauwelijks is geëvenaard sinds katholieke soldaten de argeloze inheemse bevolking van Noord- en Zuid-Amerika bij tienduizenden slachtten, en protestantse Engelsen stap voor stap door rivieren van bloed waadden naar de keizerlijke troon in Delhi. Al was de profetie van Saar-Louis maar een krantensensatie, toch verhief de loop van de gebeurtenissen haar tot de rang van een vervulde voorspelling; 1875 was een jaar van grote overvloed, en 1876 tot ieders verbazing een jaar van bloedige slachtingen.
Het is ons niet bekend of de echtheid van dit wonder door de burgerlijke autoriteiten officieel is vastgesteld – van de geestelijkheid zouden we dit natuurlijk niet verwachten, omdat er geen voordeel of eer door kon worden verkregen – maar zelfs als een fatsoenlijke Britse handelskrant niet voor het verhaal verantwoordelijk was, werd het van bijzonder belang door het resultaat. Het jaar 1876 dat juist voorbij is (we schrijven in februari 1877) was zeer zeker, en vanuit het standpunt van maart 1875 onverwacht, een jaar van bloed. In de Donau-vorstendommen werd een van de bloedigste hoofdstukken geschreven in de geschiedenis van
oorlog en roof, een hoofdstuk van gewelddadigheden van moslims tegen christenen, dat nauwelijks is geëvenaard sinds katholieke soldaten de argeloze inheemse bevolking van Noord- en Zuid-Amerika bij tienduizenden slachtten, en protestantse Engelsen stap voor stap door rivieren van bloed waadden naar de keizerlijke troon in Delhi. Al was de profetie van Saar-Louis maar een krantensensatie, toch verhief de loop van de gebeurtenissen haar tot de rang van een vervulde voorspelling; 1875 was een jaar van grote overvloed, en 1876 tot ieders verbazing een jaar van bloedige slachtingen.
Hoofdstuk 15 India –
de bakermat van de mensheid (p. 735,736):
Het verhaal betreft de beroemde schatten van de laatste van de Inca’s. De Peruviaan verzekerde dat het geheim sinds de bekende, verachtelijke moord op laatstgenoemde door Pizarro, aan alle indianen bekend was geweest, behalve aan de mestiezen, die men niet kon vertrouwen. Het gaat als volgt: De Inca was gevangengenomen, en zijn vrouw bood voor zijn bevrijding een kamer vol goud aan ‘van de vloer tot aan het plafond, zo hoog als zijn overwinnaar kon reiken’, te leveren op de derde dag vóór zonsondergang. Zij hield haar belofte, maar volgens Spaanse gewoonte brak Pizarro zijn woord. Verwonderd over het tentoonspreiden van zulke schatten, verklaarde de veroveraar dat hij de gevangene niet zou loslaten, maar hem zou vermoorden, indien de koningin niet de plaats aanwees waar de schat vandaan kwam. Hij had gehoord dat de Inca’s ergens een onuitputtelijke mijn hadden, een onderaardse weg of tunnel die zich vele kilometers ver onder de grond uitstrekte, en waar de opeengehoopte rijkdommen van het land werden bewaard. De ongelukkige koningin vroeg om uitstel, en ging de orakels raadplegen. Gedurende het offer toonde de hoofdpriester haar in de heilige ‘zwarte spiegel’1 de onvermijdelijke moord op haar echtgenoot, ongeacht of ze de schatten van de kroon aan Pizarro overhandigde of niet. Toen gaf de koningin bevel de ingang te sluiten, die werd gevormd door een in de rotsmuur van een kloof uitgehouwen deur. Onder leiding van de priester en magiërs werd dus het ravijn tot bovenaan toe gevuld met grote rotsmassa’s, en werd de oppervlakte bedekt om dat werk te verbergen. De Inca werd door de Spanjaarden vermoord, en zijn ongelukkige koningin pleegde zelfmoord. De Spanjaarden werden het slachtoffer van hun eigen hebzucht, en het geheim van de begraven schatten lag opgesloten in het hart van enkele trouwe Peruvianen.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Deel 2 Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie
Hoofdstuk 1 De kerk waar is zij? (p. 31,32):
Max Müller schreef in 1860:
De
godsdienstwetenschap staat nog maar in de kinderschoenen. . . . In de afgelopen 50 jaar zijn de authentieke documenten van de belangrijkste religies in de wereld op een heel onverwachte en bijna wonderbaarlijke manier teruggevonden.2 We zijn nu in het bezit van de canonieke boeken van het boeddhisme; de Zend-Avesta van Zarathoestra is niet langer een gesloten boek voor ons; en de hymnen van de Rig-Veda hebben ons religies geopenbaard in een stadium dat voorafgaat aan het eerste begin van die mythologie die in Homerus en Hesiodus al een vervallen ruïne was. 1
2) Een van de verbazingwekkendste feiten die onder onze aandacht zijn gekomen, is dat onderzoekers die deze zaken diepgaand bestuderen het herhaaldelijk voorkomen van deze ‘
onverwachte en bijna wonderbaarlijke’ ontdekkingen van belangrijke documenten op heel geschikte momenten, niet in verband brengen met een vooropgezet plan. Is het zo vreemd dat de bewaarders van ‘heidense’ kennis, als ze zien dat het juiste moment is aangebroken, ervoor zorgen dat het benodigde document, boek of overblijfsel als bij toeval in handen valt van de juiste man? Zelfs knappe geologen zoals Von Humboldt en Tschudi hebben de verborgen mijnen waaruit de Peruviaanse Inca’s hun schatten dolven, niet gevonden, hoewel de laatstgenoemde erkent dat de huidige indianen het geheim kennen. In 1839 bood de archeoloog Perring aan de sjeik van een Arabisch dorp twee geldzakken met goud, als hij hem hielp de toegang te ontdekken tot de verborgen gang die naar de grafkamers in de noordelijke piramide van Dahshur leidt. Maar hoewel zijn mannen geen werk hadden en halfverhongerd waren, weigerde de sjeik trots ‘het geheim van de doden te verkopen’, en beloofde om die gratis te laten zien, wanneer daarvoor de tijd zou zijn aangebroken. Is het dan onmogelijk dat in andere streken op aarde de overblijfselen worden bewaard van die roemrijke literatuur van het verleden die de vrucht was van haar majestueuze beschaving?
1)
Chips from a German Workshop, 2de ed., 1868, deel 1, blz. 378-9.

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen Deel 2 1882 –1887
Hoofdstuk De religie van Zarathoestra in het licht van de occulte filosofie (p. 136):
Daarom zou Zarathoestra – de zevende profeet (de dertiende volgens de Desåtìr, waarvan de samenstellers de veertien Zara-Ishtars, 1 de hogepriesters en ingewijden van de Chaldeeuwse aanbidding van magiër-hiërofanten, hebben verward en door elkaar gehaald) – worden beschouwd als een atheïst in de moderne zin van het woord. Alle oriëntalisten met Haug voorop zijn het erover eens dat in de oudste, of het tweede deel van de Yasna, niets wordt gezegd of vastgelegd over de leer over God, noch over welke theologie dan ook. 137: De geleerde kolonel zei dat de pårsì’s de erfgenamen zijn van de Chaldeeuwse kennis, en dat de Chaldeeuwse en de Hebreeuwse kabbala veel licht zouden werpen op de betekenis van de Avesta. Kan iemand me vertellen waar en in welke taal deze boeken zijn te vinden, en of deze werken niet eveneens zozeer allegorisch zijn dat men de occulte filosofie nodig heeft om hun ware betekenis te begrijpen?
Het woord ‘
Chaldeeuws’ heeft niet zozeer betrekking op de bevolking of inwoners van Chaldea, maar op ‘chaldeïsme’, de oudste wetenschap van astrologie en occultisme. En in die zin zijn de volgelingen van Zarathoestra de echte erfgenamen van Chaldeeuwse wijsheid, ‘het licht dat in de duisternis schijnt’, hoewel de (moderne) ‘duisternis het niet heeft begrepen’, en de pårsì’s zelf weten nu niets daarover.

Wie was de echte Jezus?x (David Pratt):
x) Vertaling van ‘Who was the real Jesus?’.
H.P. Blavatsky beweerde dat het verhaal van Jezus na de 1ste eeuw in elkaar werd gezet. Jezus, zegt ze, is een vergoddelijkte verpersoonlijking van het verheerlijkte voorbeeld van de grote hiërofanten van de tempels, en zijn verhaal, zoals dat in het Nieuwe Testament wordt verteld, is een allegorie, die ongetwijfeld diepe esoterische waarheden bevat, maar niettemin een allegorie is. . . . Elke handeling van de Jezus van het Nieuwe Testament, elk woord dat aan hem wordt toegeschreven, elke gebeurtenis waarbij hij betrokken zou zijn geweest gedurende de drie jaar van de opdracht die hij zou hebben volbracht, is gebaseerd op de cyclus van inwijding, een cyclus die berust op de precessie van de equinoxen en de tekens van de dierenriem.3
De evangeliefiguur Jezus is een joodse aanpassing van de mythische god-mens die men onder veel verschillende namen in de oude heidense mysteriereligies aantreft: in Egypte was hij Osiris, in Griekenland Dionysos, in Klein-Azië Attis, in Syrië Adonis, in Italië Bacchus, in Perzië Mithras. Alle belangrijke elementen uit het verhaal van Jezus, van de maagdelijke geboorte tot de kruisiging en de opstanding, zijn te vinden in eerdere verhalen van heidense god-mensen. Zoals G. de Purucker zegt:
het ‘evangelie’-verhaal is slechts een geïdealiseerde fictie, door christelijke mystici geschreven naar het voorbeeld van esoterische mysteriën van de ‘heidenen’ waarin de beproevingen van de kandidaat voor inwijding worden beschreven; en het is niet al te best gedaan, want er staan veel fouten en vergissingen in de ‘evangeliën’.4
3. H.P Blavatsky Collected Writings, Wheaton, IL: Theosophical Publishing House, 1950-91, 9:225; zie ook 8:373, 11:495. Zie H.J. Spierenburg (samensteller), The New Testament Commentaries of H.P. Blavatsky, San Diego, CA: Point Loma Publications, 1987.
4. G. de Purucker, Aspecten van de Occulte Filosofie, Den Haag: TUPA, 1999, blz. 722; zie ook Dialogen van G. de Purucker, Den Haag: TUPA, 2005, 2:670.

Resurrection A rising again, implying a previous descent; a rebirth after death. In its widest sense, the universal law of cyclic renewal manifested in cosmic, solar, terrestrial, and human phenomena, applying to manvantaras, and to reawakenings of the earth and of man — whether humanity as a whole, races, or individuals. In the last case it means regeneration, the second birth, initiation, symbolized by the resurrection of the mystic Christ enacted in the Mysteries, when the candidate rose from that cruciform couch which he had undergone the experiences of death. In Christianity this has become an actual physical or bodily resurrection of Jesus, supported by the stories of the empty tomb and the appearances to the disciples. The dogma of the resurrection of the body, however, is pointedly related to the teaching of the migration of the life-atoms, whereby the reincarnating entity draws together the elements which it had previously discarded. There is an Arabic legend of the bone Luz, said to be one of the bones at the bottom of the spinal column, the os coccygis, as indestructible and forming the nucleus of the resurrection body. In the adytum or Holy of Holies of ancient temples was found a sarcophagus symbolizing the universal process of resurrection, but in degenerate times it was occasionally turned by ignorance into a symbol of physical procreation. Other emblems of resurrection are the frog, phoenix, and egg.

De metafoor ‘Veilig en Verdoemd’ (p. 324, 326, 337, 425, 481, 482) in het boek van Amanda Gefter is analoog aan ‘Verlossing en Verdoemenis’ in de esoterie en Genadeleer en Erfzondeleer in het christendom. Het belicht de in het universum verborgen 5e Dimensie. De eindconclusie van Amanda Gefter is dat we allen in ons eigen referentiekader leven en daardoor komt opnieuw de discussie centraal te staan vanuit welk referentiekader wordt beoogd Probleem en Oplossing ('Zaaien en Oogsten') met elkaar te verbinden.

Is het paasverhaal actueler dan ooit? (Jacobine op zondag 16 april 2017):
Met drie vertellers uit The Passion gaat Jacobine Geel op zoek naar hun persoonlijke verhaal van hoop en opstanding: met Jorgen Raymann, Lenette van Dongen en Remco Veldhuis. Pasen is het feest van de opstanding. Ieder jaar kijken er miljoenen mensen naar The Passion. De verscheidenheid en de veelheid der menselijke werken berust op Pasen, symboliek rond de kruisiging, opstanding, verrijzenis, wederopstanding en wedergeboorte.

Pierre Teilhard de Chardin - Het goddelijke milieu
Ze ontdekt, steeds gelijk onder de verscheidenheid en de veelheid der menselijke werken, een soort uniek milieu waarin wij ons kunnen vestigen zonder het ooit te hoeven verlaten.
Deze verschillende trekken zijn een eerste en essentiële benadering van de oplossing die wij zoeken. Wij nemen ons voor ze ongeschonden te bewaren ten behoeve van een meer bevredigende inrichting van het innerlijke leven die weldra aan de orde zal komen. Maar het schijnt ons dat ze een volmaaktheid ontberen die onze vrede en onze geestelijke vreugde gebiedend vereisen. De vergoddelijking van onze inspanning door de waarde van de intentie die hierbij in het geding komt, doortrekt al onze handelingen met een kostbare bezieling, maar ze schenkt hun lichaam niet de hoop op een opstanding. Deze hoop hebben wij evenwel nodig opdat onze blijdschap volledig zij. Het is reeds veel te kunnen denken dat, indien wij God beminnen, iets van onze innerlijke werkzaamheid, van onze operatio, nooit verloren zal gaan. Maar het werk zelf van onze geesten, onze harten en onze handen - onze resultaten, onze werken, ons opus - zal dat niet ook op enigerlei wijze 'vereeuwigd', gered worden...?

Het opofferen van het zelf (Paul Zwollo Theosofia oktober 2007 p. 195):
Filantropie zou een ander equivalent kunnen zijn voor het woord ‘altruïsme’ en dit woord is vaak gebruikt door de Mahatma's en HPB. In een van de eerste Mahatmabrieven wordt aan de heer Sinnett uitgelegd, dat het belangrijkste doeleinde van de Theosofische Vereniging niet zo zeer is om tegemoet te komen aan individuele aspiraties, maar wel om onze medemens te dienen. De Mahatma zegt verder dat volgens hem de hoogste aspiraties voor het welzijn van de mensheid gekleurd worden door zelfzuchtigheid, als er in het denken van de filantroop ook maar het geringste verlangen opduikt om er zelf beter van te worden. De Mahatma vond het nodig duidelijk te maken om welke reden de Vereniging werd gesticht en enkele verkeerde denkbeelden van de heer Sinnett te corrigeren, die het idee van universele broederschap bekritiseerd had, het nut ervan ter discussie stelde en de Meester had geadviseerd om de Theosofische Vereniging op een andere leest te schoeien, gebaseerd op het principe van een college voor de speciale studie van het occultisme. De Meester antwoordde:
Dit, mijn gewaardeerde en geachte vriend en broeder, zal nooit gebeuren.’

In de Pronaos van de Tempel der Wijsheid (Franz Hartmann, M.D.):
HOOFDSTUK IV - Onder adepten De Broederschap van het Gouden Rozekruis; occulte en geheimzinnige krachten; adepten en wijzen; alchemisten en goudmakers; de ware geschiedenis van Flamel; de graaf van Saint Germain; Cagliostro; de kunst van het maken van alchemistisch goud; goed gedocumenteerde feiten ..................71
Het is niets nieuws om te geloven dat er mensen zijn die abnormale of buitengewone psychische eigenschappen of magische krachten bezitten waarmee zij wonderbaarlijke effecten teweeg kunnen brengen die met de gewoonlijk geaccepteerde theorieën van de exoterische wetenschap niet worden verklaard. De bijbel en de Acta Sanctorum46 zijn vol verslagen van zogeheten wonderen, een term die iets wonderbaarlijks aanduidt, maar desondanks niet iets wat tegen de natuurwetten ingaat. Dergelijke wonderen worden volbracht door de kracht van de spiritueel ontwaakte wil. De yogafilosofie noemt deze krachten bij naam en beschrijft hoe men ze kan verwerven.
82,83: Tot kunsten van deze aard behoren het op kunstmatige wijze maken van puur goud of zilver; het transformeren van onedele metalen in edeler metalen; het toebereiden van een universeel geneesmiddel vanuit het levensbeginsel; het genezen van alle ziekten; het fabriceren van een lamp die, door de wijze waarop zij brandt, de gezondheidstoestand van een niet aanwezige vriend aanduidt, waarmee ze empathisch is verbonden; het produceren van een gelijksoortige sympathische of magnetische verbinding tussen een persoon en een edelsteen, een boom of een spiegel; het produceren van een levend miniatuurbeeld van de wereld in een gesloten glazen stolp; het doen herrijzen van de vormen van planten of dieren uit hun as nadat zij verbrand zijn; of het produceren van een artificiële mens (homunculus) zonder de hulp van een vrouwelijk organisme; het toebereiden van een vloeistof die opstijgt en daalt in de fles waarin die is opgesloten, in overeenstemming met het wassen of afnemen van de maan; of het prepareren van een glas waarin het zal onweren en steeds de bliksem zal verschijnen wanneer dit in de lucht plaatsvindt; het produceren van een onblusbaar magisch vuur, een eeuwigbrandende lamp; een magische spiegel, waarin gebeurtenissen kunnen worden gezien die in enig deel der wereld plaatsvinden; een
perpetuum mobile, waarvan de omwenteling wordt veroorzaakt door de omwenteling der aarde; een wichelroede om water of mineralen te vinden of iets anders dat men wenst te vinden; een magische ring die de drager waarschuwt voor dreigend gevaar en vele geheimen aan hem onthult; het naar wens veroorzaken van liefde of haat; hetmaken van parels, diamanten of andere soorten juwelen die niet van echt zijn te onderscheiden, of het doen groeien daarvan; het verkrijgen van macht over de elementaire krachten in de Natuur en het ze dwingen om diensten te verlenen; het doen verschijnen van de astrale spectra van dode personen en het hen doen praten en vragen beantwoorden; en vele andere soortgelijke verrichtingen, te veel om op te noemen.

Mahatmabrieven (Engelse versie):
Inleiding
viii: Sanskriet.'In de Brieven No. l, 4, 132 en 87 komt een zin voor in Sanskriet of oosterse lettertekens onder de handtekeningen.
Fotografische reprodukties van de eerste drie komen voor op blz. xxix terwijl in de laatste brief de zin op de juiste plaats werd ingelast. Op blz. 383 is het Sanskriet equivalent van de woorden “Mahakasha” en op blz. 384 “guna’s” toegevoegd overeenkomstig het origineel en ook een woord op blz. 447. Een fotografische reproduktie van een strookje met K.H.’s handschrift dat in dezelfde envelop zat als Brief No. 92 is opgenomen op blz. xxix. Brief'No.'13.'Antwoorden 4 en 6 kregen een andere plaats overeenkomstig het origineel.
xii,xiii: “xii: Het zijn de priesterkaste, het priesterdom en de kerken; het is in die illusies die de mens als heilig beschouwt dat hij de bron moet zoeken van die vele vormen van kwaad die de grote vloek van de mensheid zijn en haar bijna overweldigen.
Onwetendheid schiep Goden en sluwheid maakte van de gelegenheid gebruik.”1 En verder “De gedachte ooit een nieuwe hiërarchie te stichten voor de toekomstige onderdrukking van een door priesters beheerste wereld, zij verre van ons.”2 De strekking en inhoud van deze woorden is in onze tijd duidelijk genoeg.
3: ‘Beoordeel iemand liever op
basis van de vragen die hij stelt dan op basis van zijn antwoorden’, zegt de scherpe Voltaire. Het advies gaat in ons geval maar voor de helft op. Voor de volledigheid moeten we eraan toevoegen, ‘probeer het motief van de vraagsteller te achterhalen’. Iemand kan een vraag stellen uit een oprechte drang om te leren en te weten. Een ander blijft vragen stellen met geen beter motief dan kritiek te willen leveren, en te bewijzen dat zijn tegenstander ongelijk heeft. Veel ‘belangstellenden in de theosofie’, zoals ze zich noemen, vallen in laatstgenoemde categorie. Daartoe behoren o.a. materialisten en spiritisten, agnosten en christenen. Sommigen van hen staan, hoewel zelden, ‘open voor andere overtuigingen’, zoals ze zeggen; anderen – die met Cicero denken dat een liberale waarheidszoeker nooit een ander mag beschuldigen van onstandvastigheid omdat hij van mening is veranderd – raken echt overtuigd en sluiten zich bij ons aan.
Brief No. 1
2: Het succes van een poging zoals U die voorstelt, moet worden berekend aan de hand van een grondige kennis van de mensen om U heen en daarop zijn gebaseerd. Het hangt geheel af van de maatschappelijke en morele toestand van de mensen met betrekking tot deze diepste en geheimzinnigste vragen die de menselijke geest kunnen bezighouden – de
goddelijke vermogens in de mens en de mogelijkheden die in de natuur besloten liggen. Hoeveel mensen zijn er in Uw naaste omgeving, zelfs onder Uw beste vrienden, die meer dan oppervlakkig in deze abstracte problemen zijn geïnteresseerd?
5: De openbare veiligheid is uitsluitend verzekerd, omdat wij de vreselijke wapens geheimhouden die anders tegen haar gebruikt zouden kunnen worden en die, zoals U werd gezegd, in de handen van de kwaden en zelfzuchtigen dodelijk zouden zijn.
Brief No. 8
33:
Onstoffelijke Kosmos verbindt, Verleden, Heden en Toekomst, en zullen zij zijn waarnemingen verscherpen, zodat hij niet alleen alle dingen van de stof, maar ook die van de Geest, beter gaat begrijpen. Het irriteert mij zelfs deze drie ontoereikende woorden te moeten gebruiken – verleden, heden en toekomst! Armzalige begrippen voor de objectieve fasen van het Subjectieve Geheel, die voor het doel bijna even ongeschikt zijn als een bijl voor fijn houtsnijwerk. O, mijn arme, teleurgestelde vriend, was U maar zover gevorderd op HET PAD, dat deze eenvoudige overdracht van ideeën niet werd belemmerd door de eigenschappen van de stof, en de vereniging van Uw denken met het onze – niet werd belet door zijn eigen onvermogen! Zo is helaas de overgeerfde en zelfverworven grove aard van het Westerse denken; en de terminologie voor het tot uitdrukking brengen van moderne gedachten heeft zich zo sterk in de richting van het praktische materialisme ontwikkeld, dat het nu voor hen vrijwel onmogelijk is iets te begrijpen van dat delicate, schijnbaar ideale mechanisme van de Occulte Kosmos, en voor ons om dat in hun eigen taal onder woorden te brengen.
36,37: Tot de uiteindelijke vrijmaking de
Ego reabsorbeert, moet hij zich bewust zijn van de zuiverste gevoelens van sympathie, opgeroepen door de esthetische uitwerking van ware kunst, en moeten zijn gevoeligste snaren meeklinken met de roepstem van de heiliger en edeler menselijke gehechtheden. Hoe meer men natuurlijk op de weg naar de bevrijding is gevorderd, des te minder zal dit het geval zijn, totdat als bekroning alle menselijke en zuiver individuele persoonlijke gevoelens – bloedverwantschap en vriendschapsbanden, vaderlandsliefde en rasvoorkeur – alle zullen verdwijnen om samen te smelten in één universeel gevoel, het enig ware en heilige, het enig onzelfzuchtige en Eeuwige – Liefde, een Onmetelijke Liefde voor de mensheid – als Geheel! Want het is de “Mensheid” die de grote Wees is, de enige onterfde op aarde, mijn vriend. En het is de plicht van ieder mens, die gevoelig is voor een onzelfzuchtige impuls, om iets, hoe weinig ook, voor haar welzijn te doen. Arme, arme mensheid! Het doet mij denken aan de oude fabel over de oorlog tussen het Lichaam en zijn ledematen; ook hier is elk lid van deze enorme – vader en moederloze – “Wees” zo zelfzuchtig, dat het alleen voor zichzelf zorgt. Het verwaarloosde lichaam lijdt eeuwig, of de leden in oorlog met elkaar zijn of niet. Zijn lijden en foltering houden nooit op ... En wie kan het haar kwalijk nemen – zoals Uw materialistische filosofen doen – dat ze in deze voortdurende staat van isolement en verwaarlozing goden heeft voortgebracht die “zij steeds aanroept om hulp, maar die niet antwoorden!” Zodat —
“Daar voor de mens slechts hoop is in de mens wil
ik niet
één laten wenen die ik kan redden! . . .”
Brief No. 9
49: Over Uw vraag – Is Imperator “een Planeetgeest” en “kan een Planeetgeest menselijk geïncarneerd zijn geweest,” wil ik eerst zeggen dat er geen Planeetgeest kan bestaan die niet eens stoffelijk was, of wat U menselijk noemt. Toen onze grote Boeddha – de beschermer van alle adepten, de hervormer en bewerker van het occulte stelsel, voor het eerst op aarde
Nirvana nbereikte, werd hij een Planeetgeest; d.w.z. – zijn geest kon tegelijk in vol bewustzijn door de interstellaire ruimten zwerven en als hij dat wilde op Aarde in zijn oorspronkelijke, eigen lichaam blijven leven. Want het goddelijk Zelf had zich zo volkomen van de stof losgemaakt, dat het naar verkiezing een innerlijke vervanger voor zichzelf kon scheppen, en door die dagen, weken, soms zelfs jaren in de menselijke vorm achter te laten, werd door deze verandering het levensbeginsel ^of het stoffelijk brein van het lichaam in geen enkel opzicht aangetast. Terloops zij opgemerkt dat dit de hoogste vorm van adeptschap is waarop de mens op onze planeet mag hopen. Maar dit komt even zelden voor als de Boeddha’s zelf, de laatste Khobilgan die het bereikte was Tsong-ka-pa van Kokonor (XIV Eeuw), de hervormer van het esoterisch zowel als van het volks Lamaïsme. . . .
49,50: Een zodanige Planeetgeest (als Boeddha) kan naar believen overgaan in andere lichamen – van min of meer geëtherialiseerde stof, die andere gebieden van het Heelal bewonen. Er zijn vele andere graden en orden, maar er bestaat geen afzonderlijke en voor eeuwig gevestigde orde van Planeetgeesten.
50: “U hebt gelijk; . . . ‘naast mens en dier, heeft iedere diamant, ieder kristal, iedere plant en ster zijn eigen individuele ziel. . .’ en,
‘er is een hiërarchie van zielen, van de laagste vormen van stof tot de Wereldziel,’ maar U vergist zich als U aan het bovenstaande de verzekering toevoegt dat ‘de geesten van de overledenen direct psychisch contact onderhouden met Zielen die nog met een menselijk lichaam zijn verbonden’ – want dat doen ze niet.”
57,58: Intussen zal ik mijn beloften aan U niet vergeten. Na in Uw slaapvertrek te zijn geïnstalleerd zal ik meteen proberen* ....
Ik hoop dat mij zal worden toegestaan dat voor U te doen. Als wij
generaties lang “de wereld hebben uitgesloten van Kennis omtrent onze Kennis,” dan was dat omdat ze daarvoor absoluut ongeschikt was; en als zij, ondanks de geleverde bewijzen, blijft weigeren zich voor de feiten gewonnen te geven, dan zullen wij ons aan het Einde van deze cyclus nogmaals in afzondering en in ons rijk van stilte terugtrekken. . . . Wij hebben aangeboden de oerlagen van het wezen van de mens, zijn fundamentele aard, bloot te leggen en de wonderlijke samengesteldheid van zijn innerlijk Zelf te onthullen – iets dat nooit door de fysiologie of zelfs de psychologie in het uiterste dat zij naar buiten kunnen brengen kan worden bereikt – en het wetenschappelijk aan te tonen. Het maakt voor hen niets uit of de opgravingen zo diep zijn, de rotsen zo ruw en scherp dat, bij het duiken in die voor hen peilloze oceaan, de meesten van ons bij die gevaarlijke verkenningstocht omkomen; want wij waren het die de duikers en de pioniers waren, en de wetenschapsmannen behoeven slechts te oogsten waar wij hebben gezaaid. Het is onze taak te duiken en de parels van aan de oppervlakte te brengen; de hunne – ze te reinigen en ze in wetenschappelijke juwelen te zetten. En als zij weigeren de onooglijke oesterschelp aan te raken, en volhouden dat er [niet] een kostbare parel in verscholen zit of kan zitten, dan zullen wij ons opnieuw van elke verantwoordelijkheid jegens de mensheid ontslagen achten. Ontelbare generaties lang heeft de adept een tempel gebouwd van onvergankelijke stenen, een Reuzentoren van ONEINDIG DENKEN, waarin de Titan woonde en, als het nodig is, alleen zal blijven wonen, om er slechts uit te voorschijn te treden aan het eind van iedere cyclus om de uitverkorenen van de mensheid te vragen met hem samen te werken en op hun beurt te helpen de bijgelovige mens te verlichten. En wij zullen dat periodieke werk van ons voortzetten; we zullen ons van onze filantropische pogingen niet laten afbrengen, tot op die dag dat de grondslagen voor een nieuw continent van denken zo stevig zijn gelegd dat geen enkele tegenstand en domme kwaadwilligheid, geleid door de Broeders van de Schaduw, de zege zal kunnen behalen.
Maar tot die dag van de
eindoverwinning zal er iemand moeten worden geofferd – al aanvaarden wij alleen vrijwillige slachtoffers.
Brief No. 10
59: Parabrahm is niet een God, maar absolute, onveranderlijke wet en Iswar is het gevolg van Avidya en Maya, onwetendheid gebaseerd op de grote begoocheling.
60: Maar terwijl wij aan alle verschijnselen die uit de oneindige en
onbegrensde ruimte, duur en beweging, voortkomen, materiële natuurlijke,waarneembare en bekende (voor ons althans) oorzaken toekennen, kennen de theïsten er geestelijke, bovennatuurlijke en onbegrijpelijke en onbekende oorzaken aan toe. De God van de Theologen is eenvoudig een denkbeeldige macht, un loup garou, zoals d’Holbach het uitdrukte – een macht die zich nog nooit heeft geopenbaard. Ons hoofddoel is de mensheid van deze nachtmerrie te verlossen, de mens het goede te leren ter wille van het goede, en met zelfvertrouwen door het leven te gaan in plaats van op een theologische kruk te steunen, die ontelbare eeuwen lang de directe oorzaak was van vrijwel alle menselijke ellende. Wij mogen pantheïstisch worden genoemd – maar NOOIT agnostisch. Wil men ons ENE LEVEN, onveranderlijk en onbewust in zijn eeuwigheid, aanvaarden en zien als God, dan mag men dat doen en zo aan nog een totaal verkeerde benaming vasthouden. Maar dan zal men met Spinoza moeten zeggen, dat er geen andere substantie bestaat en voor ons denkbaar is dan God; of, zoals die beroemde en ongelukkige filosoof het in zijn veertiende stelling uitdrukt: “praeter Deum neque dari neque concepi potest substantia” – en daardoor Pantheïsten worden. . . . wie anders dan een Theoloog, die is grootgebracht in mysteriën en het meest ongerijmde supernaturalisme, kan zich een op zichzelf staand wezen voorstellen dat uiteraard oneindig en alomtegenwoordig is, buiten het gemanifesteerde onbegrensde heelal.
Brief No. 12
76,77: De perioden die vallen tussen elke grote manvantarische “ronde” zijn verhoudingsgewijs lang, als tegemoetkoming voor de duizenden levens die op de verschillende bollen zijn doorgebracht; terwijl de tijd die beschikbaar is tussen elke “rasgeboorte” – of ringen zoals U ze noemt – lang genoeg is om tijdens de periode die in bewuste gelukzaligheid wordt doorgebracht na de wedergeboorte van de
Ego, op te wegen tegen ieder leven van strijd en ellende. Het denkbeeld van eeuwige zaligheid of smart als vereffening van alle denkbare goede of slechte daden van een wezen, dat een eeuw, of zelfs duizend jaar in het vlees heeft doorgebracht, kan alleen zijn opgekomen in iemand die nog nooit de ontzagwekkende realiteit van het woord Eeuwigheid volledig heeft begrepen, of heeft nagedacht over de wet van volmaakte rechtvaardigheid en evenwicht die in de natuur heerst.
Brief No. 13
80,81: (2) Zij polariseren zichzelf gedurende het proces van beweging, en worden voortgedreven door de onweerstaanbare Kracht die aan het werk is. In de Kosmogonie en in het werk van de natuur corresponderen de positieve en negatieve, ofwel de actieve en passieve krachten met de mannelijke en vrouwelijke beginselen. Uw “geestelijke uitvloeiing” komt niet van “achter de sluier” maar is het mannelijk zaad dat in de sluier van de kosmische stof valt. Het actieve wordt aangetrokken door het passieve beginsel en de Grote Nag, het slang-embleem van de eeuwigheid, neemt zijn
staart in de bek (Ouroboros) en vormt hier door een cirkel (cyclussen in de eeuwigheid) in die onophoudelijke opeenvolging van het negatieve en het positieve. Vandaar het embleem van de lingam, de fallus en de ktei. De ene en voornaamste eigenschap van het universele, geestelijke beginsel – de onbewuste, maar altijd actieve levengever – is uitbreiden en uitstorten; die van het universele stoffelijke beginsel verzamelen en ontkiemen. Gescheiden zijn ze onbewust en niet-bestaand, tezamen gebracht worden zij bewustzijn en leven. Vandaar ook – Brahma, van de wortel “brih”, Sanskriet voor “uitbreiden, groeien, of bevruchten,” en Brahma is slechts de bezielende, expansieve kracht van de natuur in haar eeuwige evolutie.
Brief No. 15
97: (1) Altijd; noem het echter liever de
kiem van een toekomstige entiteit, wat het al eeuwenlang was. Neem het menselijke foetus. Vanaf zijn eerste ontstaan tot het einde van zijn zevende maand van ontwikkeling, worden in het klein de kringlopen van de mineralen, planten en dieren herhaald waar zij doorheen ging in haar vroegere omhulsels, en pas in de laatste twee ontwikkelt zich de toekomstige menselijke entiteit. Het is pas voltooid tegen de tijd dat het kind zijn zevende jaar bereikt. Toch bestond ze zonder enige toename of afname, aeonen en aeonen voor ze zich een weg baande, door en in de schoot van moeder natuur, zoals ze nu doet in de schoot van haar aardse moeder. Terecht zei een geleerd wijsgeer, die meer op zijn intuïtie vertrouwt dan op de uitspraken van de moderne wetenschap: “De stadia van het voorgeboortelijke bestaan van de mens zijn een verkorte weergave van enkele ontbrekende bladzijden uit de geschiedenis van de Aarde. .” Etc.
98,99: Het scheppende beginsel, wordt – een kracht die gewoonlijk God wordt genoemd, die verdwijnt en sterft met de rest wanneer pralaya komt. Of U kunt meegaan met de noordelijke Boeddhistische wijsgeren en het
Adi-Buddhi noemen, de alles doordringende opperste en absolute intelligentie met haar zich periodiek openbarende Godheid – “Avalokiteshvara” (een manvantarische, intelligente, met menselijkheid bekroonde natuur) – de door ons aan de scharen van Dhyan Chohans gegeven mystieke naam (N.B. de solaire Dhyan Chohans of de schare van ons zonnestelsel alleen) gezamenlijk genomen, welke schare de moederbron vertegenwoordigt, het totaal van alle intelligenties die er ooit waren, zijn of zullen zijn, hetzij op onze keten van mensdragende planeten of in enig ander deel van ons zonnestelsel. En dit zal U door analogie doen zien dat Adi-Buddhi op haar beurt (zoals in de letterlijke vertaling van de naam al is opgesloten) de gezamenlijke intelligentie van de universele intelligenties is, met inbegrip van die van de Dhyan Chohans, zelfs van de hoogste orde.
Brief No. 16
98: Toch krijgt ze op haar weg van differentiatie iets nieuws. Deze zogenaamde “kracht” blijkt werkelijk
onvernietigbaar te zijn, maar staat niet met iets in correlatie, en kan niet worden omgezet op de wijze als door de Leden van de R.S. wordt aanvaard, maar men kan veeleer zeggen dat ze zich uitbreidt en groeit tot “iets anders”, terwijl noch haar eigen vermogen, noch haar wezen, in het minst door de transformatie worden beïnvloed. Eigenlijk kan het ook geen kracht worden genoemd, daar deze alleen een eigenschap is van Yin-sin (Yin-sin of de ene “Vorm van bestaan”, ook Adi-Buddhi of Dharmakaya, de mystieke universeel verspreide essentie), tijdens zijn openbaring in de waarneembare wereld van de zinnen, namelijk, niets anders dan Uw oude bekende Fohat. Zie in dit verband het artikel van Subba Row “Esoterische Leringen van de Arische Arhats” over de zevenvoudige beginselen in de mens; zijn recensie van Uw Fragments, blz. 94 en 95. De ingewijde Brahmaan noemt het (Yin-sin en Fohat) Brahman en Sakti wanneer het zich als die kracht openbaart. Het is misschien juister het oneindig leven te noemen en de bron van alle leven, zichtbaar en onzichtbaar, een onuitputtelijke, altijd aanwezige essentie, kortom Swabhavat. (S. in zijn universele toepassing, Fohat wanneer het zich overal in onze wereld van verschijnselen openbaart, of liever in het zichtbare heelal en dus in zijn beperkingen).
101: Op iedere bol van de keten zijn er
zeven openbaringen van vuur, waarvan de eerste, wat geestelijke aard betreft, kan worden vergeleken met de laatste openbaring op de onmiddellijk voorafgaande planeet: het proces gaat, zoals U zult begrijpen, in omgekeerde volgorde op de tegenovergestelde boog. De ontelbare bijzondere openbaringen van deze zes universele elementen zijn op hun beurt slechts de vertakkingen, de twijgen of loten van die ene oorspronkelijke “Levensboom”. Neem Darwins levensstamboom van het menselijk ras en andere en probeer, terwijl U steeds het wijze oude gezegde in gedachten houdt: “Zo boven, zo beneden”— dat wil zeggen het universele stelsel van [DrieLogoiTheseAntitheseSyntheseTetragrammaton#Wet|overeenkomsten]] – tot begrip te komen door middel van de analogie. U zult dan zien dat in deze tijd op deze tegenwoordige aarde er in ieder mineraal, enz., zulk een geest is. Ik wil nog verder gaan. Iedere zandkorrel, iedere kei of granieten rots is die gekristalliseerde of versteende geest. U aarzelt. Neem een handboek over geologie en zie wat de wetenschap daarin verklaart over de vorming en de groei van mineralen. Wat is de oorsprong van alle gesteenten, sedimentaire of vulkanische. Neem een stuk graniet of zandsteen en U zult zien dat het ene is samengesteld uit kristallen, het andere uit korrels van verschillende steensoorten (organische gesteenten of stenen, gevormd uit overblijfselen van eens levende planten en dieren, zijn voor ons huidig doel ongeschikt; zij zijn overblijfselen van latere ontwikkelingen, terwijl wij ons slechts bezighouden met de oorspronkelijke).
110: Natuurlijk is het een toestand, één van
intense zelfzucht, om zo te zeggen, waarin een Ego de beloning oogst van zijn onzelfzuchtigheid op aarde. Hij gaat ten volle op in het geluk van al zijn persoonlijke aardse genegenheden, voorkeuren en gedachten, en haalt de vruchten binnen van zijn verdienstelijke daden. Pijn noch smart of zelfs de geringste droefheid zullen de heldere horizon van zijn onvermengd geluk verduisteren: want het is een toestand van een voortdurendMaya”. . . Aangezien de bewuste waarneming van iemands persoonlijkheid op aarde slechts een vluchtige droom is, zal dat gevoel in Devachan evenzeer dat van een droom zijn – maar honderdvoudig versterkt.
112,113:: Iedereen, behalve de
ego die, aangetrokken door het grove magnetisme ervan, terecht komt in de stroom die hem meevoert naar de “planeet van de Dood” – de mentale zowel als fysieke satelliet van onze aarde – is 'geschikt om over te gaan in een betrekkelijk “geestelijke” toestand die past bij zijn voorafgaande toestand van leven en wijze van denken. Voor zover ik weet en mij herinner, legde H.P.B. aan de heer Hume uit dat het zesde beginsel van de mens, als iets zuiver geestelijks niet kon bestaan, of een bewust' leven kon hebben in Devachan, tenzij het enkele van de meer abstracte en zuivere mentale kenmerken van het vijfde beginsel of de dierlijke Ziel opnam: zijn manas' (het denken) en geheugen. Als de mens sterft, sterven zijn tweede en derde beginselen met hem; de lagere triade verdwijnt, en het vierde, vijfde, zesde en zevende beginsel vormen het overlevende Viertal.'(Lees opnieuw bladzijde 6 in Fragments of O.T.)*' Van die tijd af is het een strijd op “leven en dood” tussen het Hogere en het Lagere tweetal. Als het hogere wint, zal het zesde, dat de kwin\ tessens van het Goede uit het vijfde tot zich heeft getrokken – zijn nobeler eigenschappen, zijn heilige (zij het aardse) aspiraties, en de meest Vergeestelijkte delen van zijn denken – zijn goddelijke meerdere(het 7e) volgen in de “Kiem” Toestand; en het vijfde en vierde blijven verbonden als een lege schil – (de uitdrukking is volkomen juist) – om in de atmosfeer van de aarde rond te dolen, terwijl de helft van het persoonlijke geheugen weg is, en de meer dierlijke instincten gedurende zekere tijd nog volop levend zijn – kortom een “Elementaar”. Dit is de “geleiengel” van het gemiddelde medium. Als aan de andere kant het Hogere Tweetal de nederlaag lijdt, dan is het het vijfde beginsel dat alles in zich opneemt wat er eventueel is overgebleven aan persoonlijke herinneringen en waarnemingen van zijn persoonlijke individualiteit in het zesde.
*) [“
Fragments of Occult Truth” verscheen in The Theosophist, 1881\1883.—Red.]
114: (6) De vraag is nu voldoende toegelicht, geloof ik: het
zesde en zevende beginsel vormen, los van de rest, de eeuwige, onvergankelijke, maar ook onbewuste “Monade”. Voor het daarin tot leven wekken van het latente bewust zijn, in het bijzonder dat van die' persoonlijke' individualiteit, is de monade nodig plus de hoogste eigenschappen van het vijfde – de “dierlijke Ziel”; en dat is het wat de etherische Ego'vormt die in Devachan leeft en gelukzaligheid geniet. De Geest, of de onvermengde emanaties van het ENE – dat met het zevende en zesde beginsel de hoogste triade vormt – zijn geen van beide in staat iets anders op te nemen dan wat goed, zuiver en heilig is; derhalve kan geen zinnelijke, stoffelijke of onheilige herinnering het gezuiverde geheugen van de Ego' volgen naar het gebied van Gelukzaligheid. Het Karma voor deze herinneringen aan verkeerde daden en gedachten zal de Ego bereiken wanneer hij zijn persoonlijkheid' verwisselt in de volgende wereld van oorzaken. De 'Monade,' of de “Geestelijke Individualiteit”, blijft in' alle' gevallen' onbesmet. “Geen verdriet of Pijn voor hen die daar worden geboren (in het Rupa-loka van Devachan); want dit is het Reine land. Alle gebieden in de Ruimte hebben zulke landen (Sakwala),'maar dit land van Gelukzaligheid is het meest zuivere.” In de Jnāna' Prasthāna'Shastra'wordt gezegd: “Door persoonlijke reinheid en ernstige meditatie overschrijden wij de grenzen van de Wereld van Begeerte en betreden we de Wereld van Vormen.”
114,115: (7) Opnieuw een mooi voorbeeld van de gebruikelijke wanorde die er heerst in het mentale huisraad van mevr. H.P.B. Zij spreekt over
“Bardo” en zegt haar lezers zelfs niet wat het betekent! Zoals in haar studeerkamer alles overhoop ligt, zo zijn de ideeën in haar brein zo chaotisch opgestapeld dat, wanneer zij probeert ze tot uitdrukking te brengen, de staart voor de kop naar buiten komt. “Bardo” heeft niets te maken met de tijdsduur in het geval waarop U doelt. “Bardo” is de periode tussen dood en wedergeboorte – en kan van een paar jaar tot een kalpa duren. Het wordt verdeeld in drie subperioden (1) wanneer de Ego, ontdaan van zijn sterfelijk omhulsel Kama-loka* (de verblijfplaats van Elementaren) binnengaat; (2) wanneer hij zijn “Kiem Toestand” ingaat; (3) wanneer hij wordt herboren in het Rupa-Loka van Devachan. Subperiode (1) kan duren van een paar minuten tot een aantal 'jaren'– de zin “enkele jaren” wordt raadselachtig en volkomen waardeloos zonder een vollediger verklaring; Subperiode (2) is “erg lang”, zoals U zegt, soms langer dan U zich zelfs kunt voorstellen, en toch in verhouding tot de geestelijke kracht van de Ego; Subperiode (3) duurt in verhouding tot het goede KARMA, waarna de monade opnieuw wordt gereïncarneerd. Wanneer de Agama' Sutra' zegt: — “In al deze Rupa-loka's zijn de Deva’s (Geesten) evenzeer aan geboorte, verval, ouderdom en dood onderworpen,” betekent dat alleen dat een Ego daarheen gaat, dan begint weg te kwijnen en tenslotte “sterft”, d.w.z. in die onbewuste toestand raakt die aan de wedergeboorte voorafgaat; en de Sloka eindigt met deze woorden: “Als de deva’s uit deze hemelen te voorschijn komen, treden zij opnieuw de lagere wereld binnen;” d.w.z. zij verlaten een wereld van gelukzaligheid om in een wereld van oorzaken te worden herboren.
*) Tibetaans: Yuh-Kai.
In
Kama- Loka, het land van intense begeerten, kunnen zij hun aardse verlangens alleen bevredigen door middel van een levende tussenpersoon; en door dat te doen, verliezen zij aan het einde van de natuurlijke termijn in het algemeen voor altijd hun monade. Wat de slachtoffers van een ongeval betreft – zij zijn er nog slechter aan toe. Hun staat een droevig lot te wachten, behalve wanneer zij zo goed en rein waren dat zij on\ middellijk overgaan in het Akasische Samadhi, d.w.z. in een toestand van rustige sluimer vallen, een slaap vol gelukkige dromen, waarin zij geen herinnering hebben aan het ongeval, maar temidden van hun vertrouwde vrienden en omgeving verkeren en leven totdat hun natuurlijke levenstijd is voltooid, waarna zij in Devachan worden geboren.
Brief No. 18
130,131: (II) Rijkdom noch armoede, hoge noch lage geboorte hebben hierop enige invloed, want het is allemaal een gevolg van hun Karma. Ook heeft – wat U noemt –
beschaving niet veel met de vooruitgang te maken. De innerlijke mens, de spiritualiteit, de verlichting van het stoffelijk brein door het licht van de geestelijke of goddelijke intelligentie, is het criterium.
De Occulte Wetenschap is een jaloerse meesteres en duldt zelfs niet de schaduw van toegeeflijkheid; en zij
is “fataal” niet alleen voor de normale gang van het huwelijksleven, maar zelfs voor het gebruik van vlees en wijn.'Ik ben bang dat de archeologen van de zevende ronde bij het opgraven en blootleggen van het toekomstige Pompeji in de Punjab – Simla, op zekere dag, in plaats van de kostbare relikwieën van de Theosofische “Eclectici” te vinden, slechts enkele versteende of glasachtige resten van de “Sumptuary allowance”* zullen opvissen. Dit is de jongste profetie die in Sjigatse de ronde doet.
Brief No. 22
150: En het is eveneens diezelfde onwillekeurige mechanische kracht, die wij zo intens actief bezig zien in alle vaste natuurwetten – die, wat het Heelal of de Kosmos wordt genoemd,
bestuurt en beheerst. Er zijn enkele moderne filosofen die het bestaan van een Schepper willen afleiden uit beweging. Wij zeggen en houden staande dat die beweging – de universele eeuwigdurende beweging, die nooit ophoudt of haar snelheid vergroot of verkleint, zelfs niet tijdens de pauzes tussen de pralaya’s, of “nachten van Brahma”, maar doorgaat als een in beweging gezette molen, of er iets te malen is of niet (want pralaya betekent het tijdelijk verlies van elke vorm, maar in geen geval de vernietiging van kosmische stof die eeuwig is) – wij zeggen dat deze eeuwigdurende beweging de enige eeuwige en ongeschapen Godheid is die wij kunnen erkennen. God te zien als een intelligente Geest en tegelijkertijd zijn absolute onstoffelijkheid te aanvaarden, staat gelijk met zich iets niet-bestaands voor te stellen, een ijle leegte-, God te zien als een Wezen, een Ego, en zijn intelligentie om zekere mysterieuze redenen onder een korenmaat te zetten – is de grootst mogelijke onzin; hem met verstand te begiftigen betekent, gezien het blinde brute kwaad, een duivel van hem te maken – een heel gemeen soort God.
153: Ik heb mij ook nooit schuldig gemaakt aan de ketterij waarvan ik word beschuldigd met betrekking tot geest en stof. De opvatting dat stof en geest volkomen verschillend en beide eeuwig zijn, kon beslist nooit in mijn hoofd zijn opgekomen, hoe weinig ik er ook van mag weten, want het is een van de elementaire en fundamentele leringen van het Occultisme, dat
de twee één (DGL Deel 1 p. 46) zijn, en alleen verschillen in hun respectieve manifestaties, en dan nog slechts in de beperkte waarnemingssfeer van de wereld van de zinnen. Verre van “filosofische breedheid te missen”, kennen onze leringen slechts één beginsel in de natuur – geest-stof of stof-geest, en als derde het uiteindelijk Absolute of de kwintessens van beide – als ik een onjuiste term in dit verband mag gebruiken – dat zich aan het gezicht en de geestelijke waarnemingen van zelfs de “Goden” of Planeetgeesten onttrekt. Dit derde beginsel, zo zeggen de Vedantijnse Filosofen – is de enige werkelijkheid, al het andere is Maya, daar geen van de Proteïsche openbaringen van geest-stof of Purusha en Prakriti ooit in enig ander licht zijn beschouwd dan in dat van tijdelijke zinsbegoocheling.
Brief No. 23B*
172: Geest, leven en stof, zijn geen natuurlijke beginselen die onafhankelijk van elkaar bestaan, maar de gevolgen van combinaties die door de eeuwige beweging in de Ruimte worden voortgebracht; en het zou beter zijn als ze daar kennis van namen.
*K.H.’s antwoorden op de vragen in Brief 23A II. —Red.
188: Waar is die
wetenschappelijke (bewustzijns)schil, die ooit het bewijs heeft geleverd van wat de “ontlichaamde Geest” wordt toegeschreven – namelijk, dat een vrije Ziel, de van de kluisters van zijn lichaam bevrijde Geest, dat opmerkt en ziet, wat voor de sterfelijke ogen van de levenden is verborgen? Daag zonder enige vrees de Spiritisten uit, zeg ik! Stel het beste, het meest betrouwbare medium voor – Stainton Moses bijvoorbeeld – U door middel van die hoge ontlichaamde schil, die hij ten onrechte voor de “Imperator” uit de eerste dagen van zijn mediumschap houdt, te zeggen wat U in een doos verborgen houdt, als S.M. (Stainton Moses) dat niet weet; of U een regel te laten horen uit een Sanskriet manuscript, dat zijn medium niet kent, of iets van dien aard. Pro pudore! Geesten noemen zij ze? Geesten met persoonlijke herinneringen? Men kan evengoed de zinnen die een papegaai krijst persoonlijke herinneringen noemen. Waarom vraagt U C.C.M. (C.C. Massey) niet + op de proef te stellen? Waarom stelt U Uw beider gemoed niet gerust door hem voor te stellen een vriend of kennis, die aan S.M. (Stainton Moses onbekend is, te vragen een voorwerp te kiezen, waarvan de aard weer aan C.C.M. (C.C. Massey) onbekend moet blijven, en kijk dan eens of + in staat is dat voorwerp te noemen – iets dat zelfs voor een goede helderziende mogelijk is. Laat de “Geest” van Zöllner – nu hij in de “vierde dimensie van de ruimte” verblijft, en al aan verscheidene mediums is verschenen – hun het laatste woord van zijn ontdekking vertellen, en zijn astrofysieke wijsbegeerte voltooien.
Brief No. 25
215: Welnu, de eerstgenoemde entiteit kan ondanks al zijn slechtheid niet naar de achtste sfeer gaan – daar zijn slechtheid van
een te geestelijke, verfijnde aard is. Hij is een monster – niet slechts een Zielloze bruut. Hij dient niet zonder meer vernietigd te worden maar GESTRAFT; want vernietiging, d.w.z. totale vergetelheid, en het feit dat het bewuste bestaan wordt uitgeblust, houdt op zich geen straf in, en zoals Voltaire het uitdrukte: “le néant ne laisse pas d’avoir du bon.” Er is hier geen sprake van een zwak kaarslichtje, dat door een zuchtje wind wordt uitgedoofd, maar van een sterke, positieve, boosaardige energie, gevoed en ontwikkeld door omstandigheden, die hij misschien werkelijk ten dele niet onder controle had. Voor zo’n natuur moet er een toestand bestaan die met Devachan overeenkomt, en die vindt men in Avitchi – de volmaakte antithese van Devachan – door de Westerse volken gepopulariseerd tot Hel en Hemel, en iets dat U in Uw “Fragment” geheel over het hoofd hebt gezien. Bedenk wel: “Om onsterfelijk in het goede te zijn, moet men zich vereenzelvigen met het Goede (of God); om onsterfelijk te zijn in het kwaad – met het kwaad (of Satan).” Misvattingen ten aanzien van de werkelijke betekenis van uitdrukkingen als Geest”, “Ziel”, “individualiteit”, “persoonlijkheid” en (in het bijzonder) “onsterfelijkheid” – geven aanleiding tot woordenstrijd, niet alleen tussen de heren C.C.M. en Roden Noel, maar ook tussen een groot aantal idealistische debaters.
Brief No. 29
241,242: Het dapperste lid van Uw Alpenclubs zou de overtocht nauwelijks durven wagen, want zij hangt daar als een spinneweb en schijnt verrot en onbegaanbaar. Toch is zij dit niet; en hij, die de proef durft te nemen en slaagt – wat het geval zal zijn als hij verdient te worden toegelaten – komt in een ravijn van weergaloos natuurschoon – in een van onzeplaatsen en bij enkele van onze mensen, waarvan, en van wie de Europese geografen geen kennis dragen of optekeningen bezitten.
Op een steenworp afstand van het oude Lamaklooster staat de oude toren, in welks binnenste het wordingsproces zich voltrok van generaties van Bodhisatwa’s. Dat is de plaats waar nu Uw levenloze vriend rust – mijn broeder, het licht van mijn ziel, aan wie ik de oprechte belofte heb gedaan om tijdens zijn afwezigheid over zijn werk te waken.
Brief No. 47
300: De
cyclus waarover ik sprak slaat op de gehele beweging. Europa zal niet over het hoofd worden gezien, wees daar nooit bang voor; maar misschien hebt U er zelfs geen vermoeden van hoe 'het licht daar zal worden verspreid. Vraag Uw SerafK.H. om U daarover bijzonderheden te geven. U hebt het over Massey en Crookes; herinnert U zich niet dat Massey 4 jaar geleden de kans werd geboden aan het hoofd van de Engelse beweging te staan en – bedankte? In zijn plaats werd toen dat oude grimmige idool van de Joodse Sinaï aangesteld – Wyld, die met zijn Christelijke bombast en fanatieke gezwets ons helemaal buiten de beweging sloot. Onze Chohan verbood ons absoluut er op enige wijze aan deel te nemen. Massey heeft het alleen aan zichzelf te danken, en U kunt hem dat ook zeggen. U zoudt nu langzamerhand onze werkwijze moeten kennen. Wij adviseren – en geven nooit bevelen. Maar wij oefenen wel invloed uit op individuele mensen. Snuffel, als U wilt, de Spiritistische literatuur eens door tot het jaar 1877.* Lees deze goed door en zie – als U kunt of U er één enkel woord in vindt over occulte wijsbegeerte of esotericisme, of iets van dat element waarvan de geestelijke stroming nu in zo ruime mate is doordrongen.
*) [Waarschijnlijk omdat in 1877
Isis Unveiled werd gepubliceerd.— Red.]
Brief No. 48
304: Maar toch moet ik zeggen, dat van alle Engelse “profeten” van deze tijd W. Oxley de'enige'is die enig idee van de
waarheid heeft; dus ook de enige die geschikt is onze beweging doeltreffend te helpen. Voortdurend gaat en verlaat de man de rechte weg en hij dwaalt er telkens van af als hij een nieuw pad meent te zien; maar als hij merkt in een cul-de-sac te zijn geraakt, keert hij steevast tot de juiste koers terug. Ik moet toegeven dat er hier en daar veel gezonde wijsbegeerte schuilt in wat hij schrijft; en hoewel zijn verhaal over “Busiris” met zijn antropomorfistische voorstelling lachwekkende onzin is, en zijn weergave van Sanskriet namen meestal onjuist is; en hij slechts zeer vage ideeën schijnt te hebben over wat hij de “astro-maçonnieke grondslag van de Bhagavad Gita” en de Mahabharata noemt, die hij blijkbaar aan dezelfde auteur toeschrijft – is hij toch beslist en absoluut de enige, wiens algemene opvattingen omtrent Geest, en de vermogens en functies daarvan na de eerste scheiding die wij de dood noemen, over het geheel genomen, zo niet volkomen juist zijn, dan toch in elk geval de Waarheid zeer dicht naderen.
306: Zonder één enkele uitzondering waren zij door en door
eerlijk, oprecht, en even intelligent als goed ontwikkeld; ja, zelfs geleerd. Elk van hen heeft of had naast deze kwaliteiten een eigen +; een “Beschermer” en Openbaarder'– onder welk “mysterie” en welke “mystieke naam” ook – wiens taak het is – of is geweest om voor zijn geestelijke pupil – een nieuw stelsel uit te spinnen, dat alle bijzonderheden van de wereld van de Geest omvat. Zeg mij eens, mijn vriend, kent U er twee die het met elkaar eens zijn? En, terwijl de waarheid toch één is en we de kwestie van detailverschillen geheel buiten beschouwing laten – waarom zien we niet dat zij het over de belangrijkste problemen eens zijn – problemen die moeten “zijn, of niet-zijn” — en waarvoor geen twee oplossingen kunnen bestaan? Resumerende komt het op het volgende neer: – Alle “Rozenkruisers”, alle middeleeuwse mystici, Swedenborg, P.B. Randolf, Oxley, enz.,enz.: “er zijn geheime Broederschappen van Ingewijden in het Oosten, in het bijzonder in Tibet en Tartarije; alleen daar kan het VERLOREN WOORD (dat geen Woord is) worden gevonden”; en, er zijn Geesten van de Elementen, en Geest-Vlam-men, die (in deze cyclus) nooit incarneren, en onsterfelijkheid is voorwaardelijk.
309: Voor aan de wereld het verschil kan worden duidelijk gemaakt tussen het
“Sutratma” (draadziel) en “Taijasa”, (het stralende of lichtgevende) moet haar eerst de aard van de grovere elementen worden geleerd.
313: De waarheid is dat, tenzij de neofiet de toestand heeft bereikt die nodig is voor die graad van Verlichting waarop hij recht heeft en waarvoor hij geschikt is, de meeste, zo niet alle Geheimen onmededeelbaar zijn. De ontvankelijkheid moet even groot zijn als het verlangen om onderricht te geven.
De verlichting moet van binnenuit komen. Tot op dat ogenblik kunnen geen hocus pocus met toverformules, geen komedie met hulpmiddelen, geen metafysische voordrachten of discussies, en geen zelfopgelegde boetedoeningen haar brengen. Het zijn alle slechts middelen tot een doel, en al wat wij kunnen doen is aanwijzingen geven voor het gebruik van die middelen, waarvan proefondervindelijk en op grond van eeuwenlange ervaring is komen vast te staan, dat zij ertoe bijdragen het beoogde doel te bereiken.
Brief No. 49
310: Er zal U evenwel te zijner tijd nieuwe “stof tot nadenken” worden gegeven; en het weinige dat mij is toegestaan uit te leggen, zal, hoop ik, misschien begrijpelijker blijken te zijn dan de
Haute Magie van Eliphas Levi. Geen wonder dat U het duister vindt, want het was nooit bedoeld voor de oningewijde lezer. Eliphas heeft de MSS. van de Rozenkruisers bestudeerd (in Europa nu tot drie exemplaren teruggebracht). Deze geven een uiteenzetting van onze oosterse leerstellingen aan de hand van wat Rosencreuz onderwees, die ze bij zijn terugkeer uit Azië in een semi-Christelijk kleed stak, dat voor zijn leerlingen als schild moest dienen tegen klerikale wraak. Men moet de sleutel ertoe bezitten en die sleutel is een wetenschap per se. Rosencreuz onderwees mondeling. Saint Germain tekende de goede leringen op in cijferschrift, en zijn enige MS. in cijferschrift bleef in het bezit van zijn trouwe vriend en beschermheer, de edele Duitse Vorst, in wiens woning en in wiens tegenwoordigheid hij heenging — NAAR HUIS. Mislukking, volslagen mislukking! Sprekende over “cijfers” en “getallen”, richt Eliphas zich tot hen die iets weten van de leringen van Pythagoras.
Brief No. 54
Als U hem niet goed in het oog houdt, zal hij
de kaarten zo voor U schudden dat zij de Society naar de ondergang kunnen voeren, want hij heeft een dure eed gezworen, dat de Society met hem zal ondergaan of groeien. Als hij volgend jaar opnieuw faalt – en wat kan zo’n onverbeterlijke kleine jezuïet en leugenaar, ondanks al zijn grote gaven, anders doen dan falen? – zal hij zijn best doen de Society met hem neer te halen – althans met betrekking tot het geloof in de “Broeders”. Probeer hem zo mogelijk te redden, mijn beste vriend; doe Uw best om hem te bekeren tot waarheid en onzelfzuchtigheid. Het is werkelijk jammer dat zulke gaven zouden verzinken in een poel van ondeugd – die hem door zijn eerste opvoeders zo sterk is ingeprent. Pas er inmiddels voor op dat hij ooit een van mijn brieven te zien krijgt.
346,347: En zo is zij doorgegaan met zichzelf langzamerhand te doden, bereid om – ter wille van ons en onze glorie, zoals zij dacht – haar levensbloed druppel voor druppel te geven en toch tegenover getuigen
onveranderlijk te ontkennen dat zij er iets mee te maken had. Zoudt U deze sublieme, zij het dwaze zelfverloochening – “oneerlijk” willen noemen? Wij niet; evenmin zullen wij het ooit in dat licht willen zien. Om tot de zaak te komen: gedreven door die gevoelens, en destijds in het vaste geloof (omdat zij daarin werd gelaten), dat Hurrychund een waardige chela* van de Yogi Dayanand was, liet zij C.C.M. en alle aanwezigen in de waan, dat het Hurrychund was die de verschijnselen teweegbracht; en bleef toen veertien dagen doorratelen over de grote vermogens van Swami en de deugden van Hurrychund, zijn profeet. Hoe vreselijk zij werd gestraft, is iedereen in Bombay (evenals Uzelf) – zeer welbekend. Eerst – de “chela” die een verrader werd van zijn Meester en bondgenoten, en – een gewone dief; vervolgens de “grote Yogin”, de “Luther van India” die haar en H.S.O. aan zijn onverzadigbare eerzucht opofferde. Het was heel natuurlijk dat, hoewel het verraad van Hurrychund – hoe schokkend dit destijds voor C.C.M. en andere theosofen ook was – haar ongedeerd liet, want Swami, die zelf ook was bestolen, had de verdediging van de “Stichters” op zich genomen, het verraad van de “Opperste Chef van de Theosofen van Arya Samaj” niet in het juiste licht werd gezien; hij' had geen vals spel gespeeld, maar alle schuld kwam neer op het hoofd van de ongelukkige en te toegewijde vrouw die, na hem hemelhoog te hebben verheven, uit zelfverdediging genoodzaakt was zijn mala'fides' en werkelijke motieven in de Theosophist' uit de doeken te doen.
Brief No. 57
369: Met al zijn
vernuft en diplomatie, schijnt hij werkelijk aan geheugenverlies te lijden. Niet alleen had hij de “goede oude dame” de opzet laten weten in een lange persoonlijke brief, die hij haar schreef enkele uren nadat het genoemde “doeltreffende wapen” voor publikatie was verzonden (een brief die zij U toezond en die U kwijtraakte tijdens het inpakken bij Uw vertrek uit Simla), maar hij had, tegen zijn gewoonte in, op de achterzijde van genoemde “Brief enkele woorden als toelichting geschreven. Hij wordt net als alle andere MSS. door Damodar bewaard en de aantekening luidt aldus . . . “U gelieve dit met zorg en zonder wijzigingen te drukken. Het is een prachtig antwoord op de brief van Davison en andere brieven uit het moederland.” . . . (Uittreksels uit deze brieven werden bij zijn manuscript ingesloten) .... “Ik vrees, dat wij ons niet lang staande kunnen houden – maar wenken' als deze zullen helpen de val te breken” enz. . . . Brief No. 59
375: Omstreeks juli 1883 te Londen ontvangen. Van welke tekortkomingen mijn steeds inschikkelijke “leke-chela” mij wel moet betichten, toch schijnt hij te willen toegeven, dat ik hem een nieuwe bron van genoegen heb verschaft. Want zelfs de sombere voorspelling van Sir Charles Turner (een recente verduistering van hem) dat U tot het Rooms-Katholicisme zou vervallen als het onvermijdelijk gevolg van Uw geliefhebber in de Theosofie en Uw geloof in de “K.H.” maya – heeft het vuur van Uw propaganda in de bonte wereld van Londen niet doen verflauwen. Mocht deze ijver door de Altruïst van Rothney worden aangevoerd om er zijn bewering mee te staven, dat Uw grijze hersencellen oververzadigd zijn met Akasa van Sjigatse, dan zal het voor Uw gekwetste gevoelens stellig als balsem zijn te weten, dat U in wezen behulpzaam bent bij het bouwen van een brug, waarover de Britse metafysici binnen denkafstand van ons kunnen komen!
381: Wanneer het op de juiste wijze wordt
geïnterpreteerd, heeft het enerzijds de betekenis van “het goddelijk Zelf waargenomen of gezien door het Zelf,'” het Atman of het zevende beginsel ontdaan van het maya waardoor het zich onderscheidt van zijn Universele Bron – dat het voorwerp van waarneming wordt voor en door de individualiteit zetelend in Buddhi, het zesde beginsel, iets dat alleen in de hoogste toestand van Samadhi plaatsvindt. Dit wat de toepassing op de microkosmos betreft. Anderzijds betekent Avalokitesvara het zevende Universele Beginsel, als het voorwerp van waarneming door het Universele Buddhi, het “Denken” of de Intelligentie, het synthetisch aggregaat van alle Dhyan Chohans, en ook van alle andere intelligenties, hetzij groot of klein, die er ooit waren, zijn of zullen zijn.
382,383: Een veel voorkomende
list van Uw aanhangers van Aristoteles! Met de koppigheid van een speurhond achtervolgen zij een idee tot aan de rand van de “onoverbrugbare kloof”, en als zij in het nauw zijn gedreven, laten zij het aan de metafysici over het spoor zo mogelijk verder te volgen of laten ze het verloren gaan. Het is niet meer dan natuurlijk dat een Christelijk theoloog, een zendeling of missionaris, deze gedragslijn volgt, omdat – zoals gemakkelijk kan worden afgeleid uit het weinige dat ik zojuist meedeelde – een al te nauwkeurige weergave van onze Avalokitesvara en Kwan-Shai-Yin zeer rampzalige gevolgen zou kunnen hebben. Het zou er zonder meer op neerkomen, dat aan het Christendom de ware en onloochenbare oorsprong wordt getoond van de “ontzagwekkende en onbegrijpelijke” Communicatie2#Mys|mysteriën]] van zijn Drieëenheid, Transsubstantiatie, Onbevlekte Ontvangenis, alsmede de herkomst van hun ideeën omtrent de Vader, Zoon, Spiritus en – Moeder. Het is minder gemakkelijk om al piacere* wanorde te scheppen in de Boeddhistische chronologie dan in die van Chrishna en Christus. Het is hun onmogelijk – hoe graag zij het ook zouden willen — de geboorte van onze Heer Sangyas Boeddha na die van Christus te stellen, zoals zij dat met die van Chrishna hebben klaargespeeld. Maar dat een atheïst en materialist als de heer Rhys Davids dermate de juiste vertolking van onze dogma’s (axioma's) omzeilt – zelfs wanneer hij ze toevallig begrijpt – wat niet dagelijks gebeurt – is toch wel uiterst merkwaardig! In dit geval brengt de blinde en schuldige Rhys Davids de blinde en onschuldige heer Lillie van de wal in de sloot; vanwaar de laatste de toegestoken strohalm vastgrijpt, en zich verheugt in de gedachte dat het Boeddhisme in werkelijkheid — een persoonlijk God onderwijst!!
*) [Naar believen. —Red.]
383,384: Kent Uw B.T.S. (British Theosophical Society) de betekenis van de in elkaar gevlochten witte en zwarte driehoeken in het
zegel van de Moedervereniging, dat zijzelf ook heeft aangenomen? Zal ik het uitleggen? De dubbele driehoek, die door de Joodse Kabbalisten als het Zegel van Salomo wordt beschouwd, is, zoals velen van U ongetwijfeld weten, de Sri-yantra van de archaïsche Arische Tempel, het “mysterie der Mysteriën”, een geometrische synthese van de gehele occulte leer. De twee verstrengelde driehoeken zijn de Buddhangams van de Schepping. Zij omvatten de “kwadratuur van de cirkel”, de “steen der wijzen”, de grote problemen van Leven en Dood en – het Mysterie van het Kwaad. De chela die dit teken uit elk van zijn aspecten kan verklaren – is wezenlijk een adept. Hoe komt het dan dat de enige onder U, die de ontsluiering van het mysterie zo dicht is genaderd, tevens de enige is die geen enkele van haar ideeën aan boeken heeft ontleend? Zonder het te beseffen, geeft zij – aan hem die de sleutel bezit — de eerste lettergreep van de Onuitsprekelijke Naam! Natuurlijk weet U dat de dubbele driehoek – de Satkona Chakram vanVishnu – of de zespuntige ster, de volmaakte zeven is. In alle oude Sanskriet werken – Vedische en Tantrische – ziet U dat het getal 6 vaker wordt vermeld dan 7 – omdat dit laatste getal, het middelpunt, erbij is inbegrepen, want het is de kiem van de zes en hun matrix. Het ziet er dus zo uit . .† – de punt in het midden stelt hier het zevende voor, en de cirkel, het Mahākāsha – de eindeloze ruimte – het zevende Universele Beginsel. In één opzicht worden beide als Avalokitesvara beschouwd, want zij zijn respectievelijk de Macrokosmos en de microkosmos. Van de in elkaar gevlochten driehoeken – is die met de punt naar boven de verborgen Wijsheid, en die met de punt naar beneden de geopenbaarde Wijsheid (in de wereld van de verschijnselen). De cirkel duidt op de beperkende en begrenzende hoedanigheid van het Al, het Universele Beginsel, dat zich vanuit elk willekeurig punt uitstrekt, zodat het alle dingen omvat, terwijl het de potentialiteit van iedere handeling in de Kosmos belichaamt.
†) Hier staat in het origineel een ruwe schets van de
verstrengelde driehoeken, binnen een cirkel. —Red.
384: Daar het punt dus het centrum is waaromheen de cirkel wordt getrokken – zijn zij identiek en één, hoewel vanuit het standpunt van
Maya en Avidya – (illusie en onwetendheid) – het een van de ander is gescheiden door de geopenbaarde driehoek, waarvan de 3 zijden de drie guna’s — de eindige eigenschappen voorstellen. In de symboliek is het centrale punt Jivātma (het 7e beginsel), en dus Avalokiteshvara, het Kwan-Shai-yin, 'de geopenbaarde “Stem” (of Logos),' het kiempunt van de gemanifesteerde activiteit; derhalve in de terminologie van de Christen Kabbalisten, “de Zoon van de Vader en Moeder”, en overeenkomstig de onze – “het Zelf gemanifesteerd in het Zelf” – Yi-hsin.
De
dubbele driehoeken symboliseren het Grote Passieve en het Grote Actieve; het mannelijke en het vrouwelijke; Purusha en Prakriti. Iedere driehoek is een Drieëenheid, omdat hij een drievoudig aspect voorstelt. De witte vertegenwoordigt in zijn rechte lijnen: Jnanam – (Kennis); Jnata – (de Kenner); en Jneyam – (dat wat gekend wordt). De zwarte – vorm, kleur en substantie, alsmede de scheppende,onderhoudende en vernietigende krachten (Trimurti), en [deze] staan in wisselwerking met elkaar, enz., enz. Wel mag U bewondering hebben en nog meer zich verbazen over de geweldige helderheid van geest van die opmerkelijke zieners die, onbekend met Sanskriet of Pali, en derhalve verstoken van hun metafysische schatten, toch een groot licht heeft zien schijnen van achter de donkere heuvels van de exoterische godsdiensten.
Brief No. 62
390: U werd evenwel gezegd, dat het
pad naar de Occulte Wetenschappen moeilijk is te volgen en met levensgevaar wordt gegaan; dat er bij elke nieuwe stap die naar het einddoel leidt, valkuilen en scherpe doornen zijn; dat de pelgrim die zich erop waagt, genoopt wordt eerst de duizend en één furiën het hoofd te bieden en te overwinnen, die zijn onwrikbare poorten en toegangen bewaken — furiën, wier namen Twijfel, Scepticisme, Smaad, Spot, Afgunst en tenslotte Verzoeking zijn — vooral de laatste; en dat hij die erachter wil zien, eerst deze levende muur moet vernietigen; dat hij een hart en ziel van staal moet hebben, en een ijzeren, onwankelbare vastberadenheid, en toch zachtmoedig, vriendelijk en nederig moet zijn, en iedere menselijke hartstocht, die naar het kwade leidt, uit zijn hart moet hebben gebannen. Bent U dit alles?
Brief No. 68
413: Geloof me, mijn “
pupil”, de man of vrouw die zich door Karma temidden van kleine eenvoudige plichten en opofferingen en liefdevolle attenties geplaatst ziet, zal door deze trouw te volbrengen, tot hogere Plicht, Offervaardigheid en Liefde jegens de gehele Mensheid komen – bestaat er een beter pad naar de verlichting waarnaar U streeft, dan de dagelijkse overwinning van het Zelf, de volharding, zelfs wanneer een merkbare psychische vooruitgang ontbreekt, het ondergaan van tegenspoed met die kalmte en kracht, waardoor deze in geestelijke winst wordt omgezet – aangezien goed en kwaad niet kunnen worden afgemeten naar wat er op het lagere of stoffelijke gebied gebeurt. Laat U niet ontmoedigen, wanneer de praktijk bij Uw aspiraties ten achter blijft, maar stel U er niet mee tevreden dit te erkennen,' daar U heel goed beseft, dat U maar al te vaak neigt tot mentale en morele traagheid, eerder geneigd bent om mee te drijven met de levensstromen, dan zelf Uw eigen koers te bepalen.
Brief No. 69
414: (2) U hebt gelijk, als U bij “Werkelijke Kennis” en “Ware Oorzaak” uit de geciteerde verzen, denkt aan het hoogste gebied van geestelijke verlichting; de “grotere duisternis” waarin de volmaakte “Siddha” daardoor tenslotte opgaat, is die Absolute Duisternis die Absoluut Licht is.
De Werkelijke Kennis waar van hier sprake is, is geen mentale maar een geestelijke toestand, die de volkomen eenwording van de Kenner met het Gekende impliceert.
Brief No. 85
446,447: Misleide
slachtoffers van verminkte waarheden als zij zijn, vergeten zij, of hebben zij nooit geweten, dat de harmonie van het Heelal wordt gevormd door tegenstellingen. Zo volgt in de Theos. Society, evenals in de prachtige fuga’s van de onsterfelijke Mozart, het ene deel voortdurend op het andere, in een harmonieuze disharmonie op het pad van de Eeuwige vooruitgang, om samen te komen en zich tenslotte op de drempel van het beoogde doel op te lossen in één harmonieus geheel, de grondtoon in de natuur. Absolute Gerechtigheid maakt geen verschil tussen de velen en de weinigen. Daarom moeten we, terwijl we de meerderheid van de “L.L.” (betekenis) Theosofen dankzeggen voor hun “loyaliteit” jegens ons, hun onzichtbare leraren, hen er tegelijkertijd aan herinneren dat hun Presidente, mevr. Kingsford, eveneens loyaal en trouw is – ten opzichte van dat wat zij meent dat de Waarheid is. En daar zij dus loyaal en trouw is aan haar overtuigingen, kan, hoe klein ook de minderheid is die nu misschien haar kant heeft gekozen, de meerderheid, die door de heer Sinnett, onze vertegenwoordiger in Londen, wordt geleid, haar niet terecht iets ten laste leggen, wat – daar zij nadrukkelijk ieder voornemen heeft ontkend om tegen de letter of de geest van Artikel VI van de Reglementen van de Moeder Theos. Society (die U toch vooral moet lezen) te handelen – alleen een vergrijp is in de ogen van hen die te streng in hun oordeel zijn. Iedere Westerse Theosoof moet weten en bedenken, vooral diegenen die onze volgelingen willen zijn – dat in onze Broederschap alle persoonlijkheden opgaan in één gedachte – abstract recht en absolute praktische gerechtigheid voor allen. En dat wij, al zeggen we misschien niet met de Christenen, “vergeld kwaad met goed”, – Confucius nazeggen “vergeld goed met goed; kwaad met – GERECHTIGHEID”.
Brief No. 90
461,462: Dat zijn
Jezus en Johannes de Doper voor Edward Maitland; even waarachtig en even eerlijk en oprecht als S.M. (Staiton Moses); hoewel geen van beiden de ander kende, en Johannes de Doper nooit van Jezus had gehoord, die een geestelijke abstractie is en geen levend mens uit die tijd. En ziet E. Maitland Hermes de eerste en tweede niet en Elia, enz.? Is tenslotte mevr. Kingsford er niet even zeker van als S.M. met betrekking tot +, dat ze God zag en met hem sprak!!; en dat ze slechts enkele avonden daarna met de Geest van een hond had gesproken en een geschreven mededeling daarvan ontving? Lees en herlees Maitlands Soul, enz., mijn vriend, zie blz. 180, 194, 239, 240, en 267-8-9, enz. Wie is reiner of waarheidlievender dan die vrouw of Maitland! Een mysterie, mysterie, zult U uitroepen. ONWETENDHEID, antwoorden wij: de schepping van dat, waarin we geloven en wat we willen zien.
Brief No. 98
485: Dan nog iets over de Engels sprekende
Vakil. Heeft de man er zo verkeerd aan gedaan? U en de Uwen hebben hem nooit geleerd dat er in 'Yog Vidya iets zit. De enige mensen die de moeite hebben genomen hem ook maar enigszins op te voeden, hebben hem zodoende het materialisme geleerd – U hebt een afkeer van hem, maar wie draagt de schuld? ...
AANHANGSEL, Brieven 130 t/m 145 - 509/544
Had ik gisteravond geweten wat ik intussen heb vernomen – nl. dat U zich
verbeeldt, of liever, Uzelf dwingt zich te verbeelden, dat de brief van de Mahatma niet helemaal echt is en door een chela werd geschreven om mij een genoegen te doen, of iets dergelijks, dan zou ik niet naar U toe zijn gesneld als de enige reddingsplank. De dingen worden inderdaad duister en ondoorzichtig. Ik heb het gisteravond klaargespeeld de Psychic Research Society te bevrijden van haar nachtmerrie, Olcott; ik zal er misschien in slagen Engeland te verlossen van zijn schrikbeeld – de Theosofie. Als U – de meest toegewijde en de beste van alle Theosofen – geheel en al het slachtoffer wilt worden van Uw eigen vooroordelen, en wilt geloven in nieuwe goden uit Uw eigen fantasie die de oude onttronen – dan is ondanks alles de Theosofie te vroeg in dit land gekomen. Laat Uw L.L.T.S. (betekenis) blijven doorgaan zoals zij doet – ik kan daar niets aan veranderen, en wat ik bedoel zal ik U zeggen als ik U zie. Maar ik wil niets met de nieuwe regeling te maken hebben en – trek me er geheel uit terug, tenzij we het erover eens zijn dat we het niet langer oneens moeten zijn.
De Uwe,
H.P.B.

Wijsheid is het ware geluk (Frédéric Lenoir F Filosofie Magazine nr. 7/2014):
Stoïcijnen en boeddhisten wijzen dezelfde weg naar innerlijke rust en diep geluk. Ze leren hoe we ons van verlangen kunnen bevrijden.
De vele overeenkomsten tussen het boeddhisme en het stoïcisme hebben me altijd getroffen. Daarom wil ik het hebben over de wegen naar wijsheid die zowel in het Oosten als in het Westen voorkomen – verlangen ombuigen, flexibel meegaan met de loop van het leven, en de vrolijke bevrijding van het ik – om een antwoord te vinden op het huidige pessimisme. Hoe kunnen we het diepe geluk bereiken dat de wijsheid ons belooft?
Genot uitbannen
‘Leven in het nu’ is een van de belangrijkste voorschriften van de stoïcijnse praktijk, die leert om niet in het verleden te vluchten, niet uit te wijken naar de toekomst, om elke angst en elke hoop te verdrijven, om ons te concentreren op het moment, waarin alles te verdragen en te veranderen is, en ons niet te laten meesleuren door verdriet, angst, woede en verlangen.

Dharma: de leer van de Boeddha
De weg naar innerlijke bevrijding wordt het Pad genoemd. Wie het Pad wil gaan, oefent zich in deugdzame gedachten, woorden en handelingen, en is voortdurend achtzaam op de activiteiten van de eigen geest. Deze inzichten, die in de vorm van Leringen werden gegeven, worden de Dharma genoemd.
Het Mahayana Boeddhisme
Mahayana betekent 'Het Grote Voertuig'. De motivatie van beoefenaars van het Mahayana Boeddhisme om de Dharma te volgen, is gebaseerd op mededogen: de grote wens, dat alle levende wezens bevrijd worden van lijden en de wens om actief te zijn dat doel te bereiken.
Door het nastreven van persoonlijke bevrijding streven wij tegelijkertijd ernaar om voor andere levende wezens van betekenis te zijn. Het pad dat naar geestelijke vrijheid leidt bestaat uit het luisteren naar Leringen, bestudering van de Dharma, beoefening van concentratie, meditatie en een deugdzame leefwijze.

De vuile oorlog in Indonesië (Ad van Liempt de Volkskrant 31 oktober 2015, bijlage Sir Edmund p. 34):
En nu is er
Soldaat in Indonesië, 1945-1950 van de Leidse hoogleraar Gert Oostindie die, op grond van egodocumenten van 1362 soldaten, hetzelfde beweert. Oostindie berekent dat het aantal geweldsincidenten in de tienduizenden loopt, en dat kun je niet meer incidenteel noemen.
Politionele acties
Nu kun je je afvragen of dit opzienbarende conclusies zijn die ons zelfbeeld op z'n kop zetten. Wie zich realiseerde dat er daarginds een heuse oorlog aan de gang was, met alles erop en eraan, kan niet verbaasd zijn: excessief geweld komt in elke oorlog voor, aan alle kanten Het probleem was hooguit dat Nederland die strijd lange tijd geen oorlog noemen wilde; wij moesten van '
politionele acties' spreken. Zo had minister Eelco van Kleffens het zijn ambtgenoten in een vergadering in juni 1947 op het hart gebonden - zonder twijfel het meest geslaagde voorbeeld van 'framing' in onze geschiedenis. Dat heeft gewerkt, gezien de opwinding die zich al 45 jaar lang periodiek voordoet in de Nederlandse samenleving als er weer eens een foto van gedode vijanden opduikt.
Preventief neerschieten
Dat neemt niet weg dat de studie van Oostindie en zijn onderzoeksteam bijzonder materiaal heeft opgeleverd. Ze komen 97 gevallen tegen van 'preventief' neerschieten van gevangenen, en 33 executies tijdens verhoren. En dat terwijl ze maar van een fractie van de 220.000 Nederlandse soldaten die in Indië vochten een egodocument beschikbaar hadden.
Het is er bikkelhard aan toegegaan. Gert Oostindie formuleert het zelf zo:
'Het blijkt een echte oorlog te zijn, guerilla en contraguerilla. Een vuile oorlog, die diep ingreep.' Dat staat nu wel vast.

Europa valt terug in nationaal egoïsme (Jacques Schuster Volkskrant 31 oktober 2015 p. 20-21):
Wat zou het Westen zijn, wat zou Europa zijn, zonder de rechtsstaat? De rechtsstaat beschermt de vrijheid van het individu tegen elke vorm van geweld. De rechtsstaat behoedt ons voor despotisme. Met de rechtsstaat 'hebben we de sleutel die ons in staat stelt de demonen onder bedwang te houden', schreef Karl Popper in zijn boek De open samenleving en haar vijanden.
Nationaal egoïsme
Wat tegenwoordig in Europa valt te aanschouwen, zijn permanenten rechtsschendingen, het collectieve verzaken van staten en het ten onder gaan van de Europese idee, om van de institutionele degeneratie van de Europese autoriteiten maar te zwijgen. Dat zal in kortere of langere tijd tot een verlies aan vertrouwen in de democratische instellingen leiden dat voor Duitsland en Europa gevaarlijk kan worden.

Blijven helpen is de enige oplossing (Jonathan Huseman Volkskrant 31 oktober 2015 katern Vonk p. 14-15):
Nederland presenteert zich als partner in vrede en ontwikkeling, maar ervoor betalen, ho maar. Wie durft hardop te zeggen, vraagt Jonathan Huseman zich af, dat voorkomen beter is dan blussen?
Ja, dit is idealisme; de kern is: in wat voor wereld willen wij leven?
Iedereen die het wereldnieuws volgt begrijpt dat de huidige crises niet verholpen zullen worden met business as usual. De meningsverschillen betreffen de te volgen weg. En dan komt het neer op keuzes, op moraal, op politiek.
Overheden spenderen miljarden aan uitzichtloze oorlogen. Ze vertrouwen op een private sector die evengoed, zie Volkswagen, de zaak beduvelt, ten koste van consument en milieu. De subsidie op fossiele energie, becijferde het IMF, bedraagt wereldwijd 5,3 biljoen dollar. De redding van banken kostte tientallen miljarden, en die bleken beschikbaar. Waarom lijkt het dan onmogelijk om dat soort bedragen te investeren in Ruttes droom over 'peace, justice and development'?
De PvdA, medeverantwoordelijk voor de grootste korting ooit, heeft altijd gezegd weer te investeren in ontwikkelingssamenwerking zodra dat kan. Maar waar minister van Defensie Hennis zich de blaren op haar tong praat om haar ministerie te ontzien, horen we PvdA-ministers zelden. Onlangs had minister Dijsselbloem van Financiën 5 miljard te verdelen. Was dat niet hét moment om te pleiten vóór internationale samenwerking? Om het verband te laten zien tussen armoede, conflict en migratie? Om te vertellen dat voorkomen verstandiger is dan blussen of oorlogvoeren? Dat cosmetische ingrepen onvoldoende zijn?

Mars van de poolreiziger of 'Wetenschap is net een detective. Handig voor een filmmaker' (Tonnie Mudde Volkskrant 31 oktober 2015 bijlage Sir Edmund p. 50-51):
Hebben al die jaren op Antarctica hem veranderd?
'Hij raakte steeds gefrustreerder. Jaar in jaar uit zag hij het landschap veranderen door de opwarmende aarde. Maar ondanks het wetenschappelijk bewijs voor de rol van broeikasgassen gebeurde er op politiek niveau maar weinig. Aan het begin van zijn wetenschappelijke carrière is zijn taalgebruik nog behoorlijk rationeel: ik constateer dit verband. Later wordt hij emotioneler: halló, we maken de planeet kapot, dóé iets, grijp in.'
Bent u zelf veranderd door het maken van deze film?
'Ik maakte tot nu toe vooral films over de schoonheid van de natuur. Toen dit verhaal op mijn pad kwam, dacht ik: hier kan ik mijn ogen niet voor sluiten, deze film móét ik maken. Zelfs al is het thema ernstiger en meer politiek geladen dan bijvoorbeeld March of the Penguins. We zullen als mensheid echt moeten veranderen om een grote klimaatramp te voorkomen,
iedereen op zijn eigen manier. Ik doe dat met deze film en door samen te werken met de Franse overheid om de elektrische auto's goedkoper te maken. Misschien dat ik er zelf dan ook ooit een kan kopen. Nu rijd ik een hybride; da's goedkoper, maar ook halfslachtig. En met halfslachtige oplossingen redden we het niet.'

Toelichting: PEDAGOGIEK.NET (Kies: Psyche):
De menselijke psyche is geen eenheid, maar bestaat uit verschillende elementen. Onderscheiden kunnen worden:

  • begeerte,
  • wilskracht en
  • verstand.

Plato verdeelde de werkelijkheid in twee zijnssferen, materie en geest met als schakel de ziel. Het antahkarana, nous legt de imaginaire verbinding tussen epithumia en thumos. Het zelfbewustzijn, dat meta-leren mogelijk maakt, kan als een recursiefproces worden opgevat. Het universum (universele quintessens) creëert een levend wezen dat in staat is zichzelf te aanschouwen en te reguleren. Het universum kijkt als het ware op een bewust niveau naar zichzelf. De in het brein, het geheugen opgeslagen informatie kan opnieuw worden geprojecteerd. We zijn aan onze eigen perceptie, het eigen perspectief overgeleverd. Het reflexieve ik, het zelfbewustzijn ondergaan we niet alleen als een ontologisch gegeven, maar veeleer als een fenomenologisch feit.

Simon Vinkenoog: De eenheid in oneindige verscheidenheid. De macro- en de microkosmos, en wij mensen precies in het midden daarvan aanwezig.

Dit citaat van Simon lijkt in tegenspraak met dat in de esoterie de microkosmos de mens voorstelt, maar met mens bedoelt Simon de psyche. Het is deze relatie waar het in het rapport 'E i V', lees Unificatietheorie om draait.

Rijnlandmodel (kies: Alg. semantiek en vervolgens Zelfreferentie):
Als je een abstractieladder neemt waarin ook het niveau "afbeelding" voorkomt, dan is dus ook één van de niveaus waarop je een afbeelding kan laten werken dat van "afbeelding" zelf - je kan van je eigen afbeelding weer een afbeelding maken, enzovoort. De meeste mensen zullen dit kennen als het Droste effect: dat van de afbeelding op het cacaoblik van de gelijknamige fabrikant, waarop het blik zelf staat afgebeeld, ad infinitum - klik op het plaatje voor een animatie.

Gemeenschappelijke basis van fractals
Fractals vertonen drie eigenschappen tegelijkertijd: iteratie, gebroken dimensie en zelfgelijkvormigheid.
Enkel het laatste is visueel zichtbaar. De zelfgelijkvormigheid is de eigenschap dat als men een stukje van een fractal vergroot men terug de oorspronkelijke figuur verkrijgt. Deze eigenschap heeft ook nog andere gevolgen : als men slechts een stukje kent van een fractal, kan men hieruit de volledige fractal terug verkrijgen (zie ook geschiedenis van fractals).
Chaostheorie (kies: Classificatie, ‘B. Driehoek en vierkant van Sierpinski’ en ‘G Bomen van Pyhagoras’ ).

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen deel 2: 1882 –1887
Het indelen van ‘beginselen’ (p. 560,561):
Het toont aan dat overal op de wereld dezelfde getallen en maten voor dezelfde esoterische symboliek bestonden; het toont in de woorden van de schrijver aan dat de kabbala een ‘hele reeks ontwikkelingen is, gebaseerd op het gebruik van geometrische elementen; uitgedrukt in numerieke waarden, gebaseerd op de verhouding tussen de diameter en de omtrek van de cirkel uitgedrukt in gehele getallen’1 (één van de zeven sleutels die tot nu toe alleen aan ingewijden bekend was), die door Adriaan Anthonisz Metius werd ontdekt in de 16de eeuw, en opnieuw is ontdekt door wijlen John A. Parker. 2 Bovendien dat van het stelsel waaruit al deze ontwikkelingen werden afgeleid ‘vroeger werd gedacht dat dit berustte bij de natuur (of God), als basis of wet voor de praktische realisatie van wat men wil voortbrengen’;3 en dat het ook ten grondslag ligt aan de bijbelse bouwwerken, zoals is terug te vinden in de opgegeven maten voor de tempel van Salomo, de ark van het verbond, de ark van Noach, enz., kortom in alle symbolische mythen van de Bijbel.
En wat zijn de getallen, de maat op basis waarvan de heilige el is afgeleid van de
esoterische kwadratuur, waarvan de ingewijden weten dat ze besloten liggen in de tetraktis van Pythagoras? Het is natuurlijk het universele oorspronkelijke symbool. De getallen die zijn te vinden in het ansatakruis van Egypte, en ook (zeg ik) in de Indiase swastika, ‘het heilige teken’ dat de duizend koppen van ßesha siert, de slangcyclus van de eeuwigheid, waarop Vishñu rust, de godheid in de oneindigheid; en die ook kunnen worden aangetroffen in het drievoudige (treta) vuur van Purûravas, het eerste vuur in het huidige manvantara, van de negenenveertig (7 × 7) mystieke vuren. Het ontbreekt misschien in veel boeken van de hindoes, maar het Vishñu- en andere Puråña’s staan vol met dit symbool en getal in alle mogelijke vormen, wat ik in De geheime leer zal bewijzen. De schrijver van de Source of Measures beseft zelf natuurlijk nog niet de hele draagwijdte van wat hij heeft ontdekt.

De Geheime Leer Deel 1 Stanza 6 Onze wereld haar groei en ontwikkeling (p. 166):
(a) De moeder van genade en kennis wordt ‘het drievoud’ van Kwan-Shai-Yin genoemd, omdat zij in haar metafysische en kosmische wisselwerkingen de ‘moeder, de vrouw en de dochter’ van de logos is, juist zoals zij in de latere theologische vertalingen ‘de vader, de zoon en (de vrouwelijke) heilige geest’ werd – de sakti of energie – de essentie van de drie. In de esoterie van de Vedanta is daiviprakriti, het door Eswara – de logos2 – gemanifesteerde licht, tegelijk de moeder en de dochter van de logos, of het woord, van Parabrahmam. In de esoterie van de leringen van over de Himalaja is zij echter – in de hiërarchie van de allegorische en metafysische theogonie – ‘de MOEDER’ of abstracte ideële stof, Mulaprakriti, de wortel van de Natuur; – van metafysisch standpunt staat zij in verband met adi-bhuta, gemanifesteerd in de logos, Avalokiteshvara; – en uit een zuiver occult en kosmisch oogpunt met fohat3, de ‘zoon van de zoon’, de androgyne energie die voortkomt uit dit ‘licht van de logos’ en die zich op het gebied van het objectieve Heelal manifesteert als de verborgen en ook als de zichtbaar gemaakte elektriciteit – die het LEVEN is.
2) Zie ‘The Theosophist’ van februari 1887, blz. 305, de eerste lezing over de Bhagavad-gita.
3) De spreker zegt op blz. 306: ‘De evolutie begint door de verstandelijke energie van de logos, en niet alleen maar tengevolge van de mogelijkheden die in Mulaprakriti liggen besloten. Dit licht van de logos is de schakel . . . tussen de objectieve stof en de subjectieve gedachte van Eswara (of logos). In verschillende boeddhistische boeken wordt het fohat genoemd. Het is het ene werktuig waarmee de logos werkt.’
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 5 Over de verborgen Godheid, haar symbolen en tekens (p. 388):
Deze twee sephiroth, vader, abba en moeder, amona genoemd, zijn de duade of de tweeslachtige logos waaruit de andere zeven sephiroth voortkwamen. (Zie de Zohar.) Deze eerste joodse triade (sephira, chochmah en binah) is de trimurti van de hindoes.

Michael Fromfeld (artikel Een Elektrisch Universum Prana nr. 171, feb/mrt 2009) verbindt de lineaire beweging met Shiva, de spiraal beweging met Vishnu en de circulaire beweging met Brahma. De spiraal beweging is als het ware de combinatie van een lineaire (eerste aspect) en circulaire (tweede aspect) beweging. In een zwaartekrachttheorie is een spiraal beweging uitzondering, in een elektrodynamische theorie praktisch regel. Van het kleinste deeltje tot de grootste galactische formatie is er een web van elektrische circuits dat alles in de natuur verbindt en verenigt, sterrenstelsels organiseert, sterren energie geeft, planeten geboren doet worden, en op onze eigen wereld het weer controleert en biologische organismes tot leven brengt. In een elektrisch universum zijn er geen geïsoleerde eilanden.

De natuur (prakriti) heeft drie basishoedanigheden, of geaardheden, (de drie guna's: sattva, rajas, en tamas).
Canto 10 (3) S'rî S'uka zei: 'S'iva, die altijd verenigd is met zijn s'akti, wordt aanbeden in zijn drie manifeste guna-aspecten: de emotie [zijn sattva], de autoriteit [zijn rajas] en de traagheid [zijn tamas], en is aldus [de belichaming van] het drievoudige van het ego.
Vyâsadeva boek S'rîmad Bhâgavatam, Canto 7, Hoofdstuk 1:
(10) Als Hij het zo verlangt om materiële lichamen te scheppen voor de levende wezens manifesteert de Allerhoogste, Hij overwegend in Zijn eigen schepping, de geaardheid hartstocht; verlangend op te treden in verschillende gedaanten is Hij in de geaardheid goedheid en als de Beheerser er aan toe is de zaak af te ronden geeft Hij als zodanig aanzet tot de geaardheid der onwetendheid [zie: B.G. 9: 10].
Tekst 10:
Wanneer de Allerhoogste Godspersoon de verschillende soorten lichamen schept en elk levend wezen naargelang zijn aard en baatzuchtige activiteiten een bepaald lichaam toekent, reactiveert Hij de geaardheden der materiële natuur - sattva-guna, rajo-guna en tamo-guna. Dan gaat Hij, als Superziel, elk lichaam binnen en zet de geaardheden aan het werk: sattva-guna voor de instandhouding, rajo-guna voor de schepping en tamo-guna voor de vernietiging.
Fay van Ierlant De drie guna’s zijn: tamas van de wortel tam wat verstopping, uitputting, zonder beweging betekent; rajas van de wortel raòj wat verkleurd, rood worden betekent, in hoge activiteit; sattva van sat, staat van zijn, wat slaat op een toestand van evenwicht tussen het stoffelijke en het geestelijke beginsel in dingen of toestanden wanneer vorm en energie in evenwicht trillen.

Bij de drie guna’s tamas (these) rajas (antithese) en sattva (synthese) draait het om het principe van de ‘eenheid der tegendelen’, het overbruggen van tegenstellingen, het principe van complementariteit dat al door Heraclitus naar voren is gebracht.

Deel III (p. 620): Âtmâ-Buddhi-Manas in de mens komt overeen met de drie Logoi in de Kosmos (zie p. 9 Evolutie en Involutie). Zij komen niet slechts overeen, doch ieder hunner is de uitstraling van de Kosmos in de microkosmos.

Atma-Buddhi-Manas (Geest, hogere ongemanifesteerde Zelf) in de mens wordt door de drie Logoi {'Vader, Zoon en Heilige Geest' of 'Brahma, Vishnu en Shiva' (‘Scheppen, Onderhouden en Vernietigen’) of 'Isis, Osirus en Horus'} in de Kosmos weerspiegeld (Weerkaatsing, Toverlantaarn, Tetragrammaton). Alles in het universum ontstaat als gevolg van de interacties van polaire tegenstellingen, de dualiteit in de gemanifesteerde werkelijkheid.

De lemniscaat ('attractors') symboliseert het leerproces tussen het geestelijke en het lichamelijke, de binnenwereld en de buitenwereld. De éne werkelijkheid heeft net als bij Ayurveda op de "kennis van het leven", de oerbron betrekking. De lemniscaat verbindt het aardse met het hemelse, de eeuwige kringlopen.

Het transformatieproces, het 5D-mechanisme wordt door de lemniscaat gesymboliseerd. Het creërend vermogen berust op dynamische, universele krachten. Universele krachten zorgen voor balans. De lemniscaat, de band van Möbius verbindt de continu met elkaar afwisselende binnen - en buitenkant met elkaar. Wat binnen is wordt buiten en omgekeerd. De lemniscaat geeft aan dat we niet in een loop (Schizoîdie cq. Schizofrenie) zitten maar met de spirituele energie, de Triade zijn verbonden. Het onmogelijke wordt mogelijk.

De beschavingstransformatie die in het holos tijdperk plaats vindt bouwt op eerdere transformaties voort.

De verticale as door het midden van het Ei van Assagioli symboliseert de door Maslow genoemde zelfrealisatie, de Derde weg in de psychologie of de weg van het universele soefisme. De verticale dimensie brengt ook de evoluerende waardensystemen van de Spiral Dynamics van Don Beck in beeld. Elk mens heeft een natuurlijke aanleg (nature), maar onze sociale vaardigheden zijn niet aangeboren doch tijdens de opvoeding (nurture) aangeleerd. Bij de verticale as door het centrum gaat het om de moraal van het verhaal, de waarden en normen, de geschreven en ongeschreven leefregels. Jezelf met de ascensie van het universum te verbinden.

Het snijpunt van de drie assen van het morele kompas toont het punt waar de synthese tussen hemel en aarde plaatsvindt, de psyche de relatie tussen de microkosmos en de macrokosmos. Dit snijpunt symboliseert het eeuwige nu. Er kan ook verwezen worden naar de doorsnede die het Boek van de schepping (zoeken: Titel 'Sefer Yetsirah' en Auteur: 'Kirsten van Dijkhuizen') in hoofdstuk 1:13 geeft. In het snijpunt, het nulpunt van de drie assen, zit de alles samenvattende 9, vindt de synthese plaats.
'Sefer Yetsirah' hoofdstuk 2.1: De 3 moederletters zijn Mêm, Sjien en Alef (Chochmah, Binah en Kether) de G'ddelijke these-antithese-synthese structuur. Dit gegeven staat in de Sefer Jetsiràh centraal, omdat de these-antithese-synthese het basisdrietal zijn. These staat gelijk met het non-verbale bewustzijn (vertikale bewustzijn) Chochmah. Antithese staat gelijk met het verbale bewustzijn (horizontale bewustzijn) Binah en de synthese staat gelijk met de 6 daarop volgende Sefiroth.

In het boek Mysterie scholen van Konrad Dietzfelbinger is een paragraaf aan de OMMEKEER gewijd (p. 91):
Het belangrijkste voor de pythagoreeërs was, hun ziel los te maken uit de gebondenheid aan strijd, disharmonie en begeerte en de in haar heersende wanorde te vervangen door de ordening van de ziel en de Geest. Zij moest zich ‘omkeren’ en ‘rechtgezet’ worden, een nieuwe structuur en richting verkrijgen, die in overeenstemming was met de structuur van de geestelijke wereld.

Ruimte-tijd     'E i V' UniverseleKwintessens
Pythagoras Esoterie:  Filognosiemorele kompasUnificatietheorieDühring
1. MonadeLeegte1e Logos1e Manifestatie ScheppingOmmekeerZwaartekracht4e Wet
2. DuadeRuimte2e LogosGeest-stof Deel IHoofdstuk 2.2Tijdsymmetrie3e Wet
3. TriadeMaterie3e LogosHiërarchie Deel IIHoofdstuk 2.2.1 -bijlageSpiegelsymmetrie2e Wet
4. TetradeTijdTetraktysPeriodiciteit, Karma Deel IIIHoofdstuk 4.4Materiesymmetrie1e Wet

De 1e, 2e en 3e Logos komen met de scheppende orde 'Kether, Chockmah & Binah', de weerkaatsing van En-soph (Dat en Dit) overeen.
In de levensboom verloopt de schepping van boven naar beneden. De evolutie van de mens, de 'ommekeer' gaat van beneden naar boven.

Friedrich Nietzsche der Anti-Vegetarier
Voor Nietzsche was de eenzame jager een heroïsche figuur, de mens als kuddedier daarentegen een verachtelijk wezen. Uit deze metafoor van de jacht blijkt een instinctief verlangen om zich met het roofdier in de mens te vereenzelvigen. De favoriete dieren van Zarathustra (de held in het epos Also sprach Zarathustra) zijn de slang en de adelaar. Nietzsche verachtte de angstige, plantenetende kuddedieren. Dat wil zeggen: in zijn metaforiek.
In Jenseits von Gut und Böse beschimpt Nietzsche zijn intellectuele tijdgenoten.

Het rapport E i V beoogt aan het gezichtspunt van Ervin Laszlo een steentje bij te dragen. Dit aanvullende inzicht is niet alleen door E-learning tot stand gekomen, maar berust ook op het dualisme, tegenstellingen en de binaire code van machinetalen. Voor het delen van kennis is internet een uniek medium. In tegenstelling tot moderne computers werken onze hersenen niet op basis van de digitale, binaire code maar op een analoge (wet van analogie) manier. In deze wet ligt de mogelijkheid van een 'ommekeer' besloten.

De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De chronologie van de brahmanen (p. 70/71):
Water is overal het symbool van het vrouwelijke element; mater, waaraan de letter M is ontleend, is als afbeelding afkomstig van , een hiërogliefe voor water. Het is de universele baarmoeder of de ‘Grote Diepte’. Venus, de grote moedermaagd, komt tevoorschijn uit de golven van de zee, en Cupido of Eros is haar zoon. Maar Venus is de latere mythologische variant van Gaia (of Gaea), de aarde, die in haar hogere aspect de Natuur is (prakriti), en metafysisch aditi, en zelfs mulaprakriti, de wortel van prakriti of haar noumenon.
Daarom is Cupido of de liefde in zijn oorspronkelijke betekenis Eros, de goddelijke wil, of het verlangen om zich door zichtbare schepping te manifesteren. Vandaar dat fohat, het prototype van Eros, op aarde de grote kracht ‘levenselektriciteit’ of de geest van het ‘leven schenken’ wordt. Laten wij denken aan de Griekse theogonie en doordringen in de geest van haar filosofie. De Grieken leren ons (zie ‘Ilias’ IV, 201, 246) dat alle dingen, de goden inbegrepen, hun bestaan danken aan de Oceaan en zijn vrouw Tethys; de laatste is Gaea, de Aarde of de Natuur. Maar wie is Oceaan? Oceaan is de onmetelijke RUIMTE (geest in Chaos), die de godheid is (zie Deel I); en Tethys is niet de aarde, maar oorspronkelijke stof tijdens het vormingsproces. In ons geval is het niet langer Aditi-Gaea die Ouranos of Varuna voortbrengt, de voornaamste aditya onder de zeven planeetgoden, maar Prakriti, verstoffelijkt en gelokaliseerd. De maan, mannelijk in haar theogonische karakter, is alleen in haar kosmische aspect het vrouwelijke voortbrengende beginsel, zoals de zon het mannelijke embleem daarvan is. Water is de nakomeling van de maan, die bij alle volkeren een androgyne godheid is.
De evolutie voltrekt zich zowel in de Kosmos als bij het vormen van de kleinste bol volgens de wetten van de analogie.

281,282: De Indo-Europese rassen bijvoorbeeld, die nu variëren van donkerbruin, bijna zwart, rood-bruin-geel, tot de witste roomkleur, hebben toch alle een en dezelfde afkomst – het vijfde wortelras – en komen voort uit één enkele voorouder. Deze wordt in de exoterie van de hindoes aangeduid met de soortnaam Vaivasvata-manu; men moet bedenken dat laatstgenoemde het collectieve wezen is, de wijze, van wie men zegt dat hij meer dan 18.000.000 jaar geleden leefde, en ook 850.000 jaar geleden – in de tijd van het verzinken van de laatste overblijfselen van het grote continent Atlantis1 – en dat hij zelfs nu in zijn mensheid leeft.2 Lichtgeel is de kleur van het eerste mensenras met een VASTE VORM, dat verscheen na het punt halverwege het derde wortelras (nadat het tot voortplanting was vervallen – zoals zojuist is uitgelegd), toen het de laatste veranderingen onderging. Want pas in die tijd vond de laatste transformatie plaats, die de mens voortbracht zoals hij nu is, alleen op een grotere schaal. Dit ras bracht het vierde ras voort; ‘Íiva’ veranderde dat deel van de mensheid dat ‘zwart van zonde’ werd, geleidelijk in rood-gele (waarvan de Indianen en Mongolen de na komelingen zijn) en ten slotte in bruin-witte rassen – die nu, samen met de gele rassen, de grote meerderheid van de mensheid vormen. De allegorie in het Li¥ga-Puråña is opmerkelijk, omdat hieruit de grote etnologische kennis van de Ouden blijkt.

De Geheime Leer Deel II Stanza 11 De beschaving en de vernietiging van het Derde en Vierde ras (p. 360):
De
beschaving heeft altijd het stoffelijke en verstandelijke ontwikkeld ten koste van het psychische en geestelijke. De beheersing van en de leiding over zijn eigen psychische natuur, die dwaze mensen nu in verband brengen met het bovennatuurlijke, waren de eerste mensheid aangeboren en waren voor de mens even natuurlijk als lopen en denken. ‘Er bestaat niet zoiets als magie’, filosofeert ‘SHE’, waarbij de schrijver vergeet dat ‘magie’ in haar jeugd nog de grote WETENSCHAP VAN DE WIJSHEID betekende en dat Ayesha onmogelijk iets kon weten over de hedendaagse ontaarding van het denken – ‘hoewel er zoiets is als kennis van de geheimen van de Natuur’ (blz. 152). Maar deze zijn pas in ons ras ‘geheimen’ geworden, en waren algemeen bezit bij het derde.
372: Dit betekent weer dat onze bol zeven periodieke totale veranderingen moet doormaken die
gelijktijdig verlopen met de rassen. Want de Geheime Leer zegt dat er in deze Ronde zeven aardse pralaya’s moeten zijn, waarvan er drie worden teweeggebracht door de verandering in de helling van de aardas. Dit is een wet die op de daarvoor vastgestelde tijd werkt en volstrekt niet blindelings, zoals de wetenschap misschien denkt, maar in strikte overeenstemming en harmonie met de karmische wet. In het occultisme wordt deze onverbiddelijke wet aangeduid als ‘de grote VEREFFENAAR’. De wetenschap erkent haar onwetendheid over de oorzaak van klimaatwisselingen en van de veranderingen in de richting van de aardas, waarop altijd deze wisselingen volgen; ook schijnt zij van die veranderingen van de aardas niet zo zeker te zijn. En omdat zij niet in staat is deze te verklaren, is zij geneigd liever de verschijnselen rond de aardas helemaal te ontkennen, dan het bestaan toe te geven van de intelligente hand en wet van karma, want alleen die kan een redelijke verklaring geven voor zulke plotselinge veranderingen en hun gevolgen. Zij heeft geprobeerd hiervoor een verklaring te geven door middel van verschillende min of meer fantastische speculaties; één daarvan zou de plotselinge en even denkbeeldige botsing zijn van onze aarde met een komeet (de hypothese van De Boucheporn), als oorzaak van alle geologische veranderingen. Maar wij houden liever vast aan onze esoterische verklaring, omdat FOHAT even goed is als welke komeet ook en daarbij de universele intelligentie heeft om hem te leiden.

====

Spiegelsymmetrie (Absolute waarheid, Akasha-veld, Oerbron, 'Immaterieel en Materieel')

Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon.
Je bijt niet in de hand die je voedt.

Het is mogelijk de éne werkelijkheid vanuit een nieuw gezichtspunt te belichten. Het op de zeven wijsheidssleutels gebaseerde nieuwe gezichtspunt heeft op de zeven eigenschappen, perspectieven van het bewustzijn, lees aggregatieniveaus van de éne werkelijkheid betrekking. Het rapport 'E i V' wil aantonen dat de kwintessens, de vijfde wijsheidssleutel van het verhaal echter gelijk blijft. Het is de ‘Eeuwige wederkeer’ die de kwintessens tot uitdrukking brengt.

Bram Moerland: Gnosis en Christusbewustzijn Wij hebben als mens twee naturen.
Er is hier een grote verwantschap met het boeddhistische begrip 'boeddha-natuur'. Elk mens, alle wezens en alle dingen hebben
boeddhanatuur, leert het boeddhisme. Het spirituele pad van het boeddhisme heeft als doel het bewustzijn van de individuele mens te verenigen met zijn eigen boeddha-natuur, die tegelijk ook de boeddha-natuur is van de ganse werkelijkheid.
Precies zoals in het boeddhisme wordt verteld dat een mens die de boeddha-natuur in zichzelf heeft gerealiseerd, tegelijkertijd ook de innerlijke vereniging met de boeddha-natuur van de ganse werkelijkheid zal ervaren, zo leert de gnostiek dat kennis van het zelf tegelijkertijd ook kennis van het Al is:
Wie zichzelf kent, kent het Al.

De wijsheidssleutels 1, 2 en 3 dragen een macro en de sleutels 5, 6 en 7 een micro karakter. In de vierde Ronde ligt het accent op de schakel tussen binnen en buiten namelijk op de 4e sleutel, het vierde beginsel Kama. De schakel, de ziel brengt de reflexieve dynamiek 'zo binnen, zo buiten; zo buiten, zo binnen' tot uitdrukking. Sleutel 1 kan in samenhang worden gezien met sleutel 7, sleutel 2 met 6, en sleutel 3 met 5. De sleutels weerspiegelen zich in elkaar waardoor de macrokosmos en de microkosmos met elkaar worden verbonden.
De supersymmetrie in het universum wordt daarmee (1 + 7, 2 + 6 en 3 + 5 = 8) tot uitdrukking gebracht en kan met behulp van een lemniscaat (Hermeneutische cirkel) worden gesymboliseerd.
De Geheime Leer Deel III, p. 547: Metafysisch en wijsgerig is de mens als volledige eenheid samengesteld uit vier eeuwige grondbeginselen (
wijsheidssleutels 1 t/m 4''') en door de beginselen voortgebrachte tijdelijke drie aanzichten (wijsheidssleutels 5, 6 en 7) op deze aarde.

Het vijfde juweel, evolutie of het van binnenuit ontvouwen van latente kwaliteiten, ‘is de sleutel tot zelfbewust leven en bestaan, . . . want het doel, de methode en de werking van het universele bestaan is geheel gericht op de verheffing van het lagere tot het hogere. Dit grootse werk kan nooit worden volbracht door het ‘pad voor zichzelf’ . . . te volgen’ (op. cit.).
Het zevende juweel, wordt âtma vidyâ genoemd, dat letterlijk ‘kennis van het zelf’ of goddelijke wijsheid betekent.

Om het aardse met het hemelse te verbinden gebruikt de Theosofie het begrip Individualiteit, Carl Jung Individuatie en de filognosie Onpersoonlijkheid. Er wordt van uitgegaan dat het synoniemen betreft.

Het leven op aarde is een medaille met twee kanten, een geestelijke en een fysieke. Blavatsky en in haar voetspoor Ervin Laszlo legt de nadruk op de eerste en Darwin op de tweede. Net als Ervin Laszlo houdt Blavatsky zich bezig met zowel de symmetrie als de gebroken symmetrie (7 gemanifesteerde 'missing links'), die in de schepping zitten verborgen en de éne werkelijkheid, de oerbron tot uitdrukking brengen.

Big Bang-hypothese versus 'Big Bounce en Big Crunch'-hypothese. Gerrit Teule licht in zijn artikel Enkele opmerkingen over energie, materie en geest de 'Big Bounce en Big Crunch'-hypothese toe.

H.P. Blavatsky Geheime Leer Deel II hoofdstuk 22 De symboliek van de mysterienamen IAO en Jehova (p. 613):
De getallen van de naam Mozes zijn die van ‘IK BEN DIE IK BEN', zodat de namen Mozes en Jehova numeriek in harmonie zijn.
. . . Dit is zijn (Gods) naam, en de som van de samenstellende waarden 21, 501 en 21 bedraagt 543, of eenvoudig een vorm van de cijfers in de naam van Mozes . . . maar nu zo gerangschikt dat de naam 345 wordt omgekeerd en als 543 wordt gelezen. . . . Als dus Mozes vraagt: ‘Laat mij uw gezicht of heerlijkheid zien’, antwoordt de ander terecht en naar waarheid: ‘Gij kunt mijn gezicht niet zien’ . . . maar gij zult mij van achter zien (de ware betekenis, hoewel niet de juiste woorden); omdat het omgekeerde en de achterkant van 543 de voorkant van 345 is – ‘ter controle en voor een juist gebruik van een reeks getallen om bepaalde grootse uitkomsten te krijgen, en voor dat doel worden zij in het bijzonder gebruikt’. De geleerde kabbalist voegt eraan toe: ‘Bij andere vormen van het getal zagen zij elkaar van aangezicht tot aangezicht. Het is vreemd dat wanneer wij 345 en 543 bij elkaar optellen, we 888 (Hoger denken) krijgen, de gnostische kabbalistische waarde van de naam Christus, die Jehoshua of Jozua was. En zo geeft ook de verdeling van de 24 uren van de dag drie achten als quotiënt. . . . Het belangrijkste doel van dit hele stelsel van getalcontroles was om de exacte waarde van het maanjaar in de natuurlijke maat van de dagen voor altijd te bewaren.’
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 672):
Deze heilige getallen (3, 4, 7) zijn de heilige getallen van licht, leven en eenmaking – vooral in het tegenwoordige manvantara, onze levenscyclus, waarvan het getal zeven de bijzondere vertegenwoordiger of het factorgetal is. Dit moet nu worden aangetoond.
707: Maar is dit alles een reden om te zeggen dat wanneer de hindoe-Puråña’seen zonnejaar’ zeggen, ze één zonnedag bedoelen! Dat de Ouden zoveel natuurgeheimen wisten te onthullen, kwam door hun kennis van de natuurwetten die van de zeven als het ware het basisgetal van de natuur in de gemanifesteerde wereld maken – in elk geval in onze huidige aardse levenscyclus – en door hun verbazingwekkende inzicht in de werking ervan. Door deze wetten en hun werkingen op het siderische, aardse, en ethische gebied konden de oude astronomen ook de duur van de cyclussen en hun respectieve gevolgen voor de loop van de gebeurtenissen precies berekenen; en vooraf de invloed vaststellen (profetie wordt het genoemd) die ze zullen hebben op de loop en de ontwikkeling van de mensenrassen. Omdat de zon, de maan, en de planeten de feilloze tijdmaten waren, waarvan de invloed en de periodiciteit goed bekend waren, werden ze de grote heerser en heersers van ons kleine stelsel in al zijn zeven gebieden, of ‘werkingssferen’3

In het rapport ‘E i V’ wordt er van uitgegaan dat het ‘onbewust absoluut bewustzijn’ een synoniem is voor non-lokaal bewustzijn.
Het zelfbewustzijn en het non-lokale bewustzijn zijn net als het persoonlijk bewustzijn en het Christusbewustzijn complementair.
De Geheime Leer Deel I, Samenvatting (p. 314):
‘Werkelijkheid bestaat niet op aarde, mijn zoon, en kan daar niet bestaan. . . . Niets op aarde is werkelijk, er is slechts schijn. . . . Hij (de mens) is als mens niet werkelijk, mijn zoon. Het werkelijke bestaat alleen in zichzelf en blijft wat het is. . . . De mens is vergankelijk en hij is daarom niet werkelijk, hij is maar schijn en schijn is de hoogste illusie.

Madame Blavatsky over de studie van de Theosofie:
Wat je ook in De Geheime Leer wilt bestuderen , houd steeds de volgende denkbeelden voor ogen, die de basis moeten zijn van je ideeën-vorming:
(c) Het derde denkbeeld dat vastgehouden moet worden is: DE MENS IS DE MICROCOSMOS. Aangezien hij dat is, bestaan alle hiërarchieën des hemels in hem. Maar in waarheid is er noch macrocosmos noch microcosmos, maar één Bestaan. Groot en klein bestaan alleen maar zo als voorstellingen van een beperkt bewustzijn.
(d) Het vierde en laatste basis-idee dat je moet vasthouden is dat wat uitgedrukt wordt in het grote Hermetische axioma. Het somt alle anderen op en vat ze samen:
Zo binnen, zo buiten
zo groot, zo klein
zo boven, zo beneden
er is slechts één Leven en Wet
en de besturende Kracht is één
Er is geen binnen, geen buiten
geen groot, geen klein
geen hoog, geen laag
in het goddelijk bestel

De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De voorouders die de wetenschap aan de mensheid biedt (p. 762):
Waarom zouden de aanhangers van Haeckel in dit specifieke geval dan mogen protesteren?
Ze hebben natuurlijk een antwoord klaar: ‘Omdat wij het bestaan van de monadische essentie niet erkennen.’ De manifestatie van de logos als individueel bewustzijn in de dierlijke en menselijke schepping wordt door de exacte wetenschap niet aanvaard, en dit denkbeeld geeft natuurlijk niet alle aspecten ervan weer.
763/764: Want (b): evenals de individuele ziel altijd dezelfde is, zijn de atomen van de lagere beginselen (het lichaam, zijn astraal of dubbelganger , enz.) dat ook, omdat zij door verwantschap en de karmische wet altijd tot dezelfde individualiteit in een reeks van verschillende lichamen worden aangetrokken, enz.17.
17) (Zie ‘Transmigration of the Life Atoms’, Five years of Theosophy, blz. 533-539.) Het collectieve aggregaat van deze atomen vormt zo de anima mundi van ons zonnestelsel, de ziel van ons kleine heelal, waarvan ieder atoom natuurlijk een ziel, een monade, een klein heelal is, in het bezit van bewustzijn en dus van een geheugen. (Deel I, Afdeling 3, ‘Goden, monaden en atomen’.)

Macrokosmos en Microkosmos
Cyclussen: Raderen binnen raderen
Zon en Maan (en natuurlijke de Aarde) vormen de basis van alle kalenders, ze zijn de zichtbare wijzers van de tijd die voorbij gaat, van de ritmische veranderlijke processen van het leven.
Cycli en ritmes
De aardse cycli van waterstof, stikstof, fosfor, zwavel en koolstof.
Verdeling elektronen: Er bestaan 8 elektronenschillen.

H.P. Blavatsky, De Geheime Leer Deel II, Stanza 1 Het begin van bewust leven (p. 46):
De grenzeloze en oneindige EENHEID bleef bij elk volk een maagdelijk verboden terrein, onbetreden door het denken van de mens, onberoerd door vruchteloze speculaties. De enige verwijzing ernaar was de vereenvoudigde voorstelling van haar eigenschap van uitzetting en samentrekking, van haar periodieke expansie of verwijding en contractie. In het Heelal met al zijn onberekenbaar vele myriaden van stelsels en werelden, die in de eeuwigheid verdwijnen en weer verschijnen, moesten de vermenselijkte machten of goden, hun zielen, tegelijk met hun lichamen uit het gezicht verdwijnen: ‘De adem die terugkeert in de eeuwige schoot, die ze uitademt en inademt’, zegt onze catechismus.
In iedere kosmogonie is er achter en boven de scheppende godheid een hogere godheid, een ontwerper, een architect, van wie de schepper slechts de uitvoerder is. En nog hoger, boven en rondom, op innerlijke en uiterlijke gebieden, is er het ONKENBARE en het onbekende, de bron en oorzaak van al deze emanaties . . .

H.P. Blavatsky, De Geheime Leer Deel III, (p. 439/440): De mystieke tienheid [van Pythagoras] (1 + 2 + 3 + 4 = 10) is een wijze om het denkbeeld van de emanatie in het heelal weer te geven.
De Geheime Leer Deel III, hoofdstuk Wat magie in werkelijkheid is (p. 515):
Er zijn miljoenen Christenen, die de naam van Simon Magus en het weinige wat in de Handelingen over hem staat kennen, doch er zijn slechts weinigen die zelfs maar gehoord hebben van de vele bonte, fantastische en tegenstrijdige bijzonderheden, welke de overlevering over zijn leven meedeelt. 516: Simon verkondigde, evenals alle andere Gnostici, dat onze wereld geschapen was door de lagere engelen, die hij Aeonen noemde. 517: Simon noemde deze emanaties syzygieën (een verenigd paar), want zij emaneerde twee aan twee, de een als een actieve, de ander als een passieve Aeon.

De éne werkelijkheid heeft net als bij Ayurveda op de "kennis van het leven", de oerbron En-soph betrekking. De oerbron manifesteert zich door het eeuwige nu, de 11e Dimensie.
De
verticale as (Axis mundi, de Staf van Hermes, de staf van Mercurius, Sutratman, de Caduceus, Esculaap, de verborgen 5e Dimensie) toont ook de middenzuil van de levensboom. De Staf van Hermes wordt beschouwd als de sleutel en de weg van persoonlijke (spirituele) ontwikkeling.

Wie het Ene kent, heeft alles volbracht. Wie het Ene kent, kent alles. Wie het Ene niet kent, is niet in staat om wat dan ook te kennen. De Tao openbaart zich voor alles in het Ene. Als we het kunnen bewaren, is het Ene aanwezig; als we het verwaarlozen, gaat het verloren. Er naar streven brengt geluk, het de rug toekeren ongeluk. Zij die het weten te bewaren kennen een geluk zonder grenzen, maar van hen die het verliezen verdort het leven en raken de energieën uitgeput. Heraclitus (ca.500 v.Chr.): ‘Alles stroomt en niets blijft’. Dat is een prachtig beeld van het menselijk leven.

Carl Jung gaf aan het punt waar de fysische wereld en de psychische wereld samenvallen de naam Unus Mundus. Het gaat er om de materiële en de immateriële wereld, de rationele en de irrationele kant van een persoon met elkaar te verbinden. Uit het mensbeeld van Jung blijkt duidelijk de relatie met het Hindoe-denken, waarbij Atman als maya (illusie, oneigenlijk) moet opgaan in Brahman of wereldziel.

De memen van Richard Dawkins lijken verdacht veel op de eerder door Carl Jung geformuleerde evolutionaire mechanisme numen van noumenon, van datgene wat boven alle fysieke waarneming uitgaat, wat weer met de acausale geordendheid samenvalt.

Wellicht bieden de begrippen numen, memen, mind stuff, Weltstoff of nomen ooit een handvat om homeostase te helpen verklaren. Ook al zouden we stofjes ontdekken die voor het terugkoppelingsmechanisme verantwoordelijk zijn dan verandert daarmee nog niet de werkelijkheid.

Het is opvallend dat Teilhard de Chardin en Carl Jung, tijdgenoten van Blavatsky, ook de mens als een microkosmos van de universele macrokosmos opvatten. H.P. Blavatsky beschrijft Kosmos en mens, respectievelijk de macrokosmos en microkosmos in de Delen I en II van De Geheime Leer. De beide boeken dragen als ondertitel: ‘De synthese van wetenschap, godsdienst en wijsbegeerte’.
In het informatie registrerende en overdragende Akasha-veld (‘In-formatie’) van het universum worden de correlaties tussen de micro - en macrokosmos tot stand gebracht.

====

Complementariteit (Antahkarana, Schepping en Bewustzijnsevolutie, Micro en Macro)

Shirley J. Nicholson: Geniale mensen op alle gebieden door de hele geschiedenis heen laten ons niet alleen de erfenis na van hun creatieve inzichten.
Ze openbaren ons ook de mogelijkheden van de menselijke geest, mogelijkheden die we allemaal eens zullen ontplooien.
(Ancient Wisdom — Modern Insight)

Exoterische en Esoterische Theosofie WAT DE HEDENDAAGSE THEOSOPHICAL SOCIETY NIET IS P. 18):
B: Aan welk stelsel, behalve de boeddhistische zedenleer, geeft u dan de voorkeur of volgt u?
Th: Aan geen enkel en aan alle. Wij houden aan geen enkele godsdienst en geen enkele filosofie in het bijzonder vast: wij kiezen uit ieder het goede dat wij erin vinden. Maar ook hier moet weer worden aangetekend dat theosofie, net als alle andere oude stelsels, is verdeeld in exoterische en esoterische afdelingen.

Esoterisch is de éne werkelijkheid Ain-Soph (Parabrahm) en exoterisch is de éne werkelijkheid 'Scheppingsleer en de Evolutieleer'.
Ain-Soph staat symbool voor de basis en bron van de Eenheid in Verscheidenheid. Er wordt van de esoterische uitleg van de openbaring van Johannes gebruik gemaakt. Exoterisch staat de éne werkelijkheid voor het concept van de Hoofdroute (waarheidsvinding).

Het ‘of-of’ bestaat bij gratie van het 'en-en', dualisme bij gratie van het non-dualisme. Schepping en evolutieleer staan niet los van elkaar, maar vullen elkaar aan. De ENE WERKELIJKHEID (de ‘Werkelijkheid’ met hoofdletter W), bestaat echt. De evolutieleer bestaat bij gratie van de scheppingsleer, het atheïsme bij gratie van het theïsme, tweespalt bij de gratie van eenspalt, de dood bij gratie van het leven.

Het morele kompas is niet alleen een scheppingsmodel op macrokosmisch niveau, maar ook een pedagogisch denkmodel op microkosmisch niveau. Dit denkmodel kan op het levenspad van de mens een ommekeer teweeg brengen.
Het morele kompas is een model dat gebruikt wordt om van boven naar beneden de scheppingsleer en van beneden naar boven de evolutieleer te verklaren. Het brengt de universele quintessens, het universele en eeuwige perpetuum mobile, het 'Reflexief Bewustzijn' tot uitdrukking.
‘Het getal zeven’, zegt de Kabbala, ‘is het grote getal van de goddelijke Mysteriën’; het getal tien is dat van alle menselijke kennis (de decade van Pythagoras); 1000 is het getal tien tot de derde macht en daarom is het getal 7000 ook symbolisch.

Ancient Sources of Knowledge
The teachings of the Ageless Wisdom are thus to be found at the heart of the great world faiths as a group of central doctrines common to them all. The Ancient Wisdom is indeed the oldest of all religions, having from the first included the highest and noblest conceptions of the Soul of humanity which have ever been presented to or recognized by the human mind and knowledge of the nature of the divinity within. Theosophia is the wisdom of divine beings and carries with it the idea that divine wisdom has been and can be attained by human beings as the natural and legitimate goal of evolution.
The Path to Peace
The lives of Christ and his disciples, as well as of other great teachers, may be regarded as dramatic representations of the experiences of the Soul on this path. The teachings of the Lord Christ, particularly those in the Sermon on the Mount, of the Lord Buddha concerning the Noble Eightfold Path and its applications to the spiritual life, and of the Lord Shri Krishna as recorded in the Bhagavad Gita indicate the motives and the conduct necessary for this attainment.

HET VIOLETTE VUUR-Genezing voor Lichaam, Geest en Ziel
De Meesters zeggen dat wanneer onze fysieke en spirituele lichamen verstopt raken met negatieve energie en slecht karma, dit ervoor zorgt dat de trillingssnelheid in onze elektronen en vier lagere lichamen vertraagd raakt. Wij beginnen dan steeds meer te resoneren met negativiteit en minder met de zuivere kosmische energie die stroomt vanuit onze Goddelijke Aanwezigheid, en uiteindelijk kunnen wij hierdoor ziek worden. Hoe meer vervuilde substantie er zich in onze vier lagere lichamen bevindt, hoe lager onze trillingsfrequentie wordt en hoe meer we daardoor worden neergedrukt. Spiritueel gezien is dit de oorzaak waardoor een mens sterft.

Flavius Josephus beschreef de tijd van Jezus - maar met een verborgen agenda (Marcel Hulpas Volkskrant 31 oktober 2015 bijlage Sir Edmund p. 33): Maar Jezus 'realiseerde' zich dat hij 'in het spanningsveld dat hij creëerde enorme tegenstand kon verwachten'. Volgens Meijer vonden de Romeinen hem een potentieel gevaarlijke figuur. Maar wie op Josephus afgaat, loopt vast. De evangelisten pleitten de Romeinen juist vrij. De volgens Josephus zo wrede Pontius Pilatus was volgens hen een redelijk mens die machteloos stond tegenover bloeddorstige Joden. Op dat moment geeft Meijer Josephus het voordeel van de twijfel: de evangelisten schilderden Pontius Pilatus ten onrechte gunstig af om aan te geven dat christenen 'het gezag van de Romeinen wél erkenden'.
MARKETING
Twintig jaar na De Joodse Oorlog schreef Josephus De oude geschiedenis van de Joden. Dit keer noemde hij Jezus wél - althans, het werk bevat een passage waarin Jezus voorkomt. Deze is naderhand door een christelijke redacteur bewerkt, maar ontdaan van christelijke frasen resteert de mededeling dat
Jezus een 'wijs man' was die 'op aanwijzing van de eerste mannen bij ons' gekruisigd was. Misschien, schrijft Meijer, realiseerde Josephus zich dat zijn lezerspubliek in toenemende mate bestond uit christenen en wilde hij hun ter wille zijn met deze zinnetjes, gebaseerd op wat hij had gehoord. De beroemde passage is met andere woorden een slim stukje marketing.

Gelukkig zijn we nu de fase van ontkenning dat er wat aan de hand is met het ecologische systeem gepasseerd. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de Chaostheorie de ontbrekende schakel is van de Algemene relativiteitstheorie. De chaostheorie beschrijft de verborgen ordening en complementeert de Unified field theory. Het laat zien hoe 'elektriciteit en magnetisme' in de Unified field theory kan worden ingepast. Anderzijds bevordert het een nieuwe bifurcatie, een kwantumshift in het wereldbrein volgens Ervin Laszlo. Praktisch komt het er op neer dat door bewustwording de publieke opinie verandert.

In Nederland wordt gewerkt aan een Ecologische Hoofdstructuur om de afname van de biodiversiteit in Nederland af te remmen.

Volgens Paul Gilding die het boek The Great Disruption (De grote ontwrichting) over de volgens hem onverbiddelijke grenzen aan de groei heeft geschreven, consumeren we nu al 40 tot 50% meer dan de aarde op duurzame wijze kan opbrengen.
Paul Gilding 'De planeet is niet meer te redden' (Volkskrant 24 september 2011)
Een paar miljard mensen zullen er wel sterven, denkt Paul Gilding. HIj was de internationale baas van Greenpeace tot 1994. In het gunstigste geval. Want in het slechte scenario, het scenario waarin de mensheid niet op het laatste moment besluit in te grijpen en haar consumptie gedrag drastisch terugschroeft, blijven er misschien niet mer dan en een paar honderd miljoen mensen over. 'Dan kunnen we helemaal opnieuw beginnen. Dan is de beschaving weg en is het iedereen tegen iedereen.'
"We hoeven echt niet meer te werken aan het redden van de planeet. Het probleem is niet de ijsbeer die moet zwemmen. We moeten nu alles op alles zetten om de beschaving te redden." Al die mensen, en dan ook nog allemaal levend in welvaart: het past gewoon niet, zegt Gilding. "Het punt is niet dat er een klimaat probleem is; dat is maar een symptoom. We zeggen al tijden dat de productie niet duurzaam is. Het kan niet. Of je het leuk vindt of niet: het einde van het winkelen is nabij."
Milieudeskundige professor Rik Leemans denkt dat het zo’n vaart niet loopt. Volgens hem is de capaciteit van de aarde om de mens te voeden aanzienlijk op te voeren. Bovendien zijn de berekeningen van de ecologische voetafdruk niet waterdicht (Volkskrant 24 september 2011).

Wat kunnen we leren van dominicanen uit het verleden?
Nieuwwij ging hierover in gesprek met Stefan Mangnus OP, die in september zijn professie deed en daarmee toetrad tot de dominicanen.
Je rondt dit collegejaar je proefschrift over Thomas van Aquino, dominicaan en theoloog uit de 13e eeuw, af. Wat kunnen wij van Thomas leren? “Thomas is een van die denkers uit de geschiedenis van de kerk die over alle aspecten van geloof iets interessants geschreven heeft. Wat voor vraag over God of geloof je ook hebt, bij Thomas vind je eigenlijk altijd iets dat je aan het denken zet. Wie zijn belangrijkste boek, de Summa Theologiae, openslaat, ziet dat het helemaal is opgebouwd uit quaestiones, vragen waarover Thomas een gesprek opent. Thomas is een man die van vragen houdt, en bij wie je met vragen terechtkunt. Daarbij is hij iemand die heel aandachtig luistert naar verschillende kanten: hij schrijft ideeën niet zo maar af, maar zoekt open naar wat er aan waars en goeds in te vinden is, ook in de ideeën die hij niet deelt. Dat is een houding die je van Thomas kunt leren.

Koo van der Wal Nieuwe vensters op de werkelijkheid contouren van een natuurfilosofie in ontwikkeling
De auteur onderscheidt historisch drie natuurbeelden: het mythisch-religieuze dat vanaf de vijftiende eeuw werd verruild voor een mechanistisch natuurbeeld, dat nu echter niet langer voldoet. Op basis van hedendaagse natuurwetenschappelijke inzichten pleit de auteur voor een nieuw holistisch en relationeel natuurbeeld waarin de natuur wordt gezien als een geheel van open, complexe, niet-lineaire, niet in evenwicht verkerende, zelf-organiserende systemen. Dit boek laat zien hoe dit 'postklassieke' natuurbeeld nieuwe, niet-reductionistische perspectieven opent omtrent kwesties als de aard van het fenomeen leven, het bewustzijn, emergentie, causaliteit en finaliteit, de intrinsieke waarde van natuurlijke entiteiten, en de menselijke samenleving. Onze omgang met de natuur, zo is de stelling, wordt immers bepaald door ons natuurbeeld. Een helder en toegankelijk boek, met een duidelijke structuur. Een aanrader voor wie zich interesseert voor filosofische reflectie over de implicaties van de natuurwetenschappen voor ons wereld- en mensbeeld. Actueel door de expliciete link met discussies omtrent klimaatverandering en milieu (Dr. Taede A. Smedes)

J.G.H. Wessels Wetenschap en religie zijn bondgenoten Leven, Kosmos En God
Prof. dr. Jos G.H. Wessels (1934) doceerde microbiologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en vervolgens gedurende bijna 30 jaar moleculaire biologie van schimmels en planten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek leidde onder meer tot de ontdekking van hydrophobins, een bijzondere groep oppervlakactieve eiwitten, en resulteerde in meer dan 200 wetenschappelijke publicaties.
Zijn belangstelling voor filosofie en theologie leidde tijdens zijn emeritaat tot een bezinning op het feit dat hij als actieve wetenschapper een belijdend christen bleef, terwijl wetenschap en religie toch in het algemeen als onverenigbaar worden beschouwd. Zijn visie hierop is te vinden in dit essay, waarin hij betoogt dat wetenschap en religie in dezelfde richting wijzen. Hierbij speelt religie geen rol in de wetenschap, maar het wetenschappelijk wereldbeeld heeft wel veel te vertellen over de interpretatie van oeroude religieuze beelden. Wetenschap en religie zijn samen nodig om het bestaan van de wereld en de mens te begrijpen en zin te geven.

Onderzoek naar 'Wijsheid of Dwaasheid' (Prediker hoofdstuk 1 vers 12-18):
12 Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart.

Bij een compromis kan het wenselijk zijn de kool en de geit te sparen. Dat deze oplossing in het kleine Nederland werkt, wil nog niet per definitie zeggen dat het ook in relatie met het grote buitenland tot goede oplossingen leidt. Het gedoogbeleid laat zien dat daardoor de problemen eerder groter dan kleiner zijn geworden. Het tegenovergestelde van een gedoogbeleid is een zero-tolerance beleid). Gedogen leidt dus uiteindelijk tot een averechts effect. Het kiezen voor de gemakkelijkste korte termijn oplossing wil nog niet zeggen dat daarmee ook het beste resultaat op langere termijn wordt bereikt.

Rechter verklaart stikstof-gedoogbeleid provincies onwettig (Yvonne Hofs de Volkskrant 26 januari 2022 p. 1):
Het
huidige gedoogbeleid voor bedrijven die zonder natuurvergunning stikstof uitstoten, staat op gespannen voet met de wet. Dit blijkt uit vonnissen die de rechtbank in Zwolle maandag uitsprak in vier gelijksoortige rechtszaken. De overheid moet naast het ondernemersbelang ook het natuurbelang meewegen.

De negatieve betekenis van Eros staat voor wellust, driftleven, epithumia. Voor Jung betekent eros de religieuze drift (moslimfundamentalisme), voor Freud de seksuele drift, het hebben en in bezit nemen, de emotie egoïsme (marktfundamentalisme). Alles heeft zijn tegenstelling, begeerte inbegrepen.
Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen materie en geest, tussen lagere Tetrade en hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen navel (Epithumia) en hart (Thumos), tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega.

Het 'Goede, Ware en Schone' en 'Chaos, Gaia en Eros' zijn complementair. De Goddelijke liefde Eros (thumos) zorgt voor het verbinden terwijl daarentegen de keerzijde van Eros (Epithumia) voor het scheiden zorgdraagt. Eros heeft een positieve en een negatieve betekenis.

Blavatsky, Deel III, p. 648: Eros is in de mens de wil van het genie om grootse schilderijen, grootse muziek, dingen die zullen leven en het ras dienen, te scheppen. Het heeft niets gemeen met de dierlijke begeerte tot scheppen.

Tegenstellingen bestaan alleen in de fysieke wereld van ruimte en tijd.

De dualiteit van het manifeste (apara) en niet-manifeste (para) van de tijd, de ruimte en de materie, de heilige drie-eenheid van de natuurkunde, vormt het kennismiddel van de volheden dat leidt tot de zelfrealisatie van de mens in zijn zes fundamentele gezichtspunten. De tijd vormt het leven van het universum, de ruimte is het klassieke bereik van de geest en de materie vormt het object voor de analyse en de transcendentie.

De gemanifesteerde werkelijkheid (Ruimte, Materie en Tijd) staat tegenover de ongemanifesteerde werkelijkheid, de macrokomos tegenover de microkosmos, ruimte tegenover materie. Het gaat om de vraag hoe met behulp van de schakel tussen ruimte en materie, de tijd ('energie') de transformatie plaatsvindt. De griekse filosoof Herakleitos zei: panta rhei, alles is in beweging. Het gaat om 'Flux en Transformatie'.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel III (617): Tussen 5 en 4 (Kâma-Manas en Manas) komt het antahkarana. De ‘driehoek’ stelt de Christos voor, het slachtoffer dat tussen twee boosdoeners is gekruisigd; dit is het wezen met twee aangezichten.

Als we de zaken werkelijk willen veranderen dienen we aan het geestelijke kapitaal meer aandacht te besteden. In het 5D-concept zijn de metafysica, het bovennatuurlijke en de fysica', 'geestkunde en natuurkunde', 'Bewustzijnsevolutie en Evolutietheorie', 'Unificatietheorie en Snaartheorie', twee complementaire kanten van één medaille. Het gaat er om dat we leren ons met de natuurlijke kringloop te verbinden.

De bewustzijnsevolutie, het tot zelfbewustzijn (paren van tegenstellingen zoals ‘Adam en Eva’ en ‘Abel en Kaïn’) komen is het specialisme van de esoterie. Het is met name Blavatsky, die in de De Geheime Leer dit vakgebied ontsluit. Dat veranderingen in het bewustzijn moeilijk zijn te meten wil nog niet zeggen dat ze er niet zijn. De evolutie van het bewustzijn rekent in millennia, zo niet miljarden jaren.

Het microkosmos/macrokosmos concept legt voor de Renaissance de centrale plaats van de mens in de schepping vast, uitgedrukt in de versregels: "Niets is wonderbaarlijker dan de mens…", als een echo doorheen de eeuwen, van Euripides over de Middeleeuwen tot bij Shakespeares Hamlet.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 3 Het ontwaken van de kosmos (p. 102):
(a) ‘Heldere Ruimte, zoon van donkere Ruimte’ heeft betrekking op de straal, die bij de eerste trilling van de nieuwe ‘dageraad’ in de grote kosmische diepten valt, vanwaar hij gedifferentieerd weer bovenkomt als Oeaohoo de jongere (het ‘nieuwe LEVEN’), om tot aan het eind van de levenscyclus de kiem van alle dingen te worden. Hij is ‘de onlichamelijke mens die in zich de goddelijke Idee bevat’, – de voortbrenger van licht en leven, om een uitdrukking van Philo Judaeus te gebruiken. Hij wordt de ‘vlammende draak van de wijsheid’ genoemd, in de eerste plaats omdat hij is wat de Griekse filosofen de logos noemden, het Woord van de goddelijke gedachte, en in de tweede plaats omdat in de esoterische filosofie deze eerste manifestatie – de synthese of het aggregaat van de universele wijsheid, Oeaohoo, ‘de zoon van de zoon’– de zeven scheppende menigten (de sephiroth) in zich besloten houdt, en dus de essentie is van de gemanifesteerde wijsheid. ‘Wie zich baadt in het licht van Oeaohoo zal nooit door de sluier van maya worden misleid.’
De Geheime Leer Deel I, Stanza 4 De zevenvoudige hiërarchieën (p. 129):
II. DE STEM VAN HET WOORD, SVABHAVAT, DE GETALLEN, WANT HIJ IS EEN EN NEGEN12.
12) En dit is tien of het volmaakte getal, toegepast op de ‘Schepper’, de naam die wordt gegeven aan de gezamenlijke scheppers die door de monotheïsten tot Eén worden samengevoegd, want de ‘Elohim’, Adam Kadmon of sephira – de Kroon – zijn de androgyne synthese van de 10 sephiroth die in de gepopulariseerde Kabbala het symbool van het gemanifesteerde Heelal vormen. De esoterische kabbalisten echter volgen de oosterse occultisten en scheiden de bovenste driehoek van de sephiroth (of sephira, chochmah en binah) van de rest, waardoor er zeven sephiroth overblijven. Aan de term svabhavat wordt door de oriëntalisten de betekenis gegeven van de universele plastische stof die door de Ruimte is verspreid, misschien met een half oog op de ether van de wetenschap. Maar de occultisten identificeren svabhavat met ‘VADER-MOEDER’ op het mystieke gebied (zie boven).
De Geheime Leer Deel I, Stanza 5. Fohat: kind van zevenvoudige hiёarchieёn (p. 141):
Tegelijk met de ontwikkeling van het universele denkvermogen manifesteert zich de verborgen wijsheid van Adi-Boeddha – de ene opperste en eeuwige – als Avalokiteshvara (of gemanifesteerde Isvara), die de Osiris van de Egyptenaren, de Ahura-Mazda van de Zoroastriërs, de hemelse mens van de Hermetische filosofen, de logos van de platonici en de atman van de aanhangers van de Vedanta is4.
4) Subba Row schijnt hem met de LOGOS te vereenzelvigen en hem zo te noemen. (Zie zijn vier lezingen over de ‘Bhagavadgita’ in The Theosophist.)

De Geheime Leer Deel II, Stanza 1 Het begin van bewust leven (p. 25):
Deze LOGOS is de top van de driehoek van Pythagoras. Wanneer de driehoek volledig is, wordt hij de TETRAKTIS, of de driehoek in het vierkant, en wordt het tweevoudige symbool van het vierletterige tetragrammaton in de gemanifesteerde Kosmos, en van zijn fundamentele drievoudige STRAAL in het niet-gemanifesteerde, of zijn noumenon.
39: ‘Het heelal’, zegt elke filosofie en kosmogonie, ‘heeft een daarboven gestelde bestuurder (collectief bestuurders), die het WOORD (logos) wordt genoemd; de scheppende geest is zijn koningin; en deze twee zijn de eerste macht na het ENE’.
42: In de Sepher Jezirah of ‘getallen van de schepping’ wordt het hele evolutieproces in getallen weergegeven. In de daarin voorkomende ‘32 paden van wijsheid’ wordt het getal 3 vier keer herhaald, en het getal 4 vijf keer. De wijsheid van God ligt dus besloten in getallen (sephrim of sephiroth), want sepher (of zonder klinkers s-ph-ra) betekent ‘in cijferschrift overbrengen’. En daarom zegt ook Plato dat de godheid meetkundig te werk gaat bij het bouwen van het Heelal.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 6 De evolutie van de zweetgeborenen (p. 171):
Analogie is de leidende wet in de Natuur, de enige ware draad van Ariadne, die ons langs de onontwarbare wegen van haar domein kan voeren naar haar eerste en laatste mysteriën. De Natuur is als scheppend vermogen oneindig, en geen enkele generatie van natuurkundigen kan zich er ooit op beroemen de lijst van haar middelen en methoden te hebben uitgeput, hoe uniform de wetten die zij volgt ook zijn.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 22 De symboliek van de mysterienamen Iao en Jehova en hun verband met het kruis en de cirkel (p. 629):
‘De geest wervelt voortdurend rond en keert weer terug volgens zijn kringloop’ – zegt Salomo (Prediker, i, 6), die men in de Engelse (en de Nederlandse) vertaling laat spreken over de ‘wind’, terwijl het in de oorspronkelijke tekst zowel op de geest als op de zon betrekking heeft. Maar de Zohar, het enige werkelijke verklarende woordenboek van de kabbalistische Prediker, zegt ter verklaring van dit vers, dat misschien nogal vaag is en moeilijk te begrijpen, dat ‘het schijnt te zeggen dat de zon zich in kringlopen beweegt, terwijl het slaat op de geest onder de zon, die de heilige geest wordt genoemd, en die zich naar beide kanten in een kringloop beweegt, opdat zij (de geest en de zon) in dezelfde essentie zouden worden verenigd.’ . . . (Zohar, fol. 87, kol. 346.)
Het brahmaanse ‘gouden ei’ waaruit Brahmā, de scheppende godheid, tevoorschijn komt, is de ‘cirkel met het centrale punt’ van Pythagoras, en een passend symbool daarvoor. In de Geheime Leer wordt de verborgen EENHEID – of deze nu PARABRAHMAM voorstelt, of het ‘GROTE UITERSTE’ van Confucius, of de godheid die wordt verborgen door PHTA, het eeuwige licht, dan wel het joodse EN-SOPH – altijd gesymboliseerd door een cirkel of de ‘nul’ (het absolute niet-iets en niets, omdat het oneindig en het AL is); terwijl het god-gemanifesteerde (door zijn werken) wordt aangeduid als de middellijn van die cirkel. De symboliek van het eraan ten grondslag liggende denkbeeld wordt nu duidelijk: de rechte lijn die door het middelpunt van een cirkel gaat, heeft in meetkundige zin lengte, maar geen breedte of dikte: het is een denkbeeldig en vrouwelijk symbool, dat de eeuwigheid doorkruist en dat men laat berusten op het bestaansgebied van de wereld van de verschijnselen. De rechte lijn heeft één dimensie (of 11e dimensie) , terwijl de cirkel ervan geen dimensie heeft of, om een algebraïsche term te gebruiken, deze is de dimensie van een vergelijking. Een andere manier om dit denkbeeld te symboliseren vindt men in de pythagorische heilige decade , die in het uit twee cijfers bestaande getal tien (de 1 en een cirkel of nul) het absolute AL samenvat, dat zich manifesteert in het WOORD of de voortbrengende scheppingskracht.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 4 De duur van de geologische tijdperken, rascyclussen en de oudheid van de mens (p. 800):
Wij kunnen beginnen met de bijbel, het jongste van de heilige geschriften van de wereld. In Prediker, hfst. i, lezen wij deze woorden van de koning-ingewijde: ‘Het ene geslacht gaat en het andere komt, maar de aarde blijft eeuwig bestaan’, en verder: ‘Wat is geweest, is dat wat er zal zijn; en wat is gedaan, is dat wat er zal worden gedaan, en er is niets nieuws onder de zon.’ Het is niet gemakkelijk in deze woorden een verwijzing te zien naar de opeenvolgende rampen, waardoor de mensenrassen worden weggevaagd of, als we verder teruggaan, naar de verschillende veranderingen van de bol tijdens het proces van zijn vorming.

Het Evangelie van Thomas:
29 Jezus zei: Als het lichaam ontstaan is vanwege de geest, dan is dat een wonder. Maar als de geest is ontstaan vanwege het lichaam, dan is dat een wonderlijk wonder. Maar ik verbaas mij erover hoe deze grote rijkdom is geplaatst in deze armoede (vertaling Jos Stollman).
29 Jezus heeft gezegd: Als het vlees ontstaan is wegens de geest is het een wonder, maar als de geest ontstaan is wegens het lichaam is het wonder boven wonder. Maar ik, ik verwonder mij over het volgende: hoe deze grote rijkdom in deze armoede heeft gewoond (vertaling Eric van Ruysbeek).

Hans Stolp De Nag Hammadi-geschriften voor het leven van alledag'' (Prana nr. 147 februari/maart 2005):
Toch bevat het Thomas-evangelie één spreuk, die ik zelf altijd maar het kerstverhaal van Thomas noem. We vinden die spreuk in logion 29. Daarin staat dat als het lichaam van de mens Jezus is ontstaan om de hoge Christusgeest te mogen ontvangen en te dragen, dat dat op zich al een wonder is. In deze visie is het lichaam dus de dienaar van de geest, want dat lichaam maakt het de geest mogelijk hier op aarde te leven.

Grace F. Knoche boek Duizend lichten aansteken, hoofdstuk 9 De christelijke boodschap
Wat de magiërs of wijzen betreft: de evangeliën vertellen ons hun namen niet en evenmin uit welk land ze kwamen, of zelfs hoeveel er waren. De meeste landen in West-Europa vieren de komst van de Drie Koningen, Epifanie, op 6 januari. Sommigen zeggen dat ze vanuit Perzië reisden en dat is de reden waarom ze Magi werden genoemd, wat ‘groot’ in wijsheid betekent. Anderen, zoals Augustinus, geloofden dat twaalf wijze mannen de ster volgden. Ergens in de loop van de tijd werden namen toegevoegd: Melchior, Caspar (of Kaspar), en Balthasar. De Purucker stelt ze gelijk met drie van de zeven heilige planeten: Melchior met Venus, zijn kistje met goud vertegenwoordigt het licht dat Jezus over de wereld zou verspreiden; Caspar die mirre meebracht ‘in een met goud bezette hoorn’, met Mercurius; en Balthasar, die wierookhars aanbood, ‘zuivere wierook’, met de maan.(7) Het lijkt erop dat de wijzen die geschenken brengen symbolisch zijn voor de eigenschappen die Jezus nodig zou hebben om de Christos tot geboorte te brengen.
De cryptische woorden van de geloofsbelijdenis van de apostelen laten de wanhoop en triomf zien van de mens-Jezus die Christus is geworden: ‘gekruisigd, dood en begraven: hij is afgedaald in de hel; op de derde dag is hij opgestaan uit de doden: hij is opgestegen naar de hemel.’ Of Jezus fysiek werd gekruisigd blijft een open vraag. De ‘kruisiging’ kan heel goed symbolisch zijn, een allegorie die wordt verteld om de christus-geest te beschrijven die in de stof werd gekruisigd: wanneer de materiële, overheersende kant van de menselijke natuur de overhand krijgt in het leven, dan wordt de geest gekruisigd.

G. de Purucker boek De geschiedenis van Jezus, hoofdstuk 'De geschiedenis van Jezus - een mysterieverhaal'
De Monade, de Christusgeest, die aldus in de stof afdaalt, wordt gekruisigd op het kruis van de stof, dat wil zeggen dat hij wordt verraden en gekruisigd, waarmee de Platonische voorstelling van de ouden wordt gevolgd. We moeten niet bij elke regel die we in deze christelijke geschriften lezen denken, dat het om een feitelijk, historisch en stoffelijk gebeuren gaat. Iedere belangrijke gedachte uit de christelijke geschriften is allegorisch en heeft rechtstreeks betrekking op de inwijdingscyclus en op enkele leringen die tijdens de inwijdingsceremonieën werden onderwezen.

G. de Purucker boek De Hiërarchie van Mededogen (p. 65):
De 'wederkomst' van Christus is een nieuwe manifestatie van de Logos, de Christos (Christusgeest). Bhagavad Gita, hoofdstuk 4 slokas’ 7 en 8:
(7) O zoon van Bharata, waar en wanneer er ook maar een afname is van de rechtschapenheid en het onrecht overweegt, manifesteer ik mezelf op dat moment.
(8) Opdat zij die dorsten naar de waarheid een leven mogen hebben en de onverlaten een halt wordt toegeroepen, verschijn ik generatie na generatie ten tonele met de bedoeling de weg van de menselijke principes van de waarheid, de zuiverheid, de boete en het geweldloze mededogen opnieuw te vestigen.

====

Ether-paradigma ('Ruimte en Tijd', Tetrade, Lagere TETRAKTIS, Homo sapiens)

De unificatietheorie impliceert dat er maar een 'Hoofdroute' (waarheidsvinding) is. Deze route sluit op het evolutionair ontwikkelingsmodel en op de nieuwe levensrichting van Spinoza aan. De 'Hoofdroute', het hoe wordt aan de hand van de 'bewustzijnsschil' geïllustreerd. Hoe deze schil tot stand is gekomen wordt in de bijlage Unificatietheorie, hoofdstuk 6. Integrale visie toegelicht.

De categorie alles van Wikipedia heeft vijf categorieën. De definitie Unificatietheorie sluit op deze Wikipedia categorieën aan:

Categorie: AllesCategorie: Unificatietheorie
Culturele evolutie (filosofie)GechiedenisFilognosieMorele kompasTriade en Tetrade
ReligieTechniekReligie7. Hermeneutische CirkelMythos
WetenschapWikipediaWetenschap6. Meta-lerenLogos
NatuurPersoonNatuur5. Reflexief BewustzijnTheos
HeelalMens en MaatschappijPolitiek4. Ether-paradigmaHolos

Het is zeker niet gemakkelijk om mensen bij de les te houden, maar door beide kanten van de medaille'Geestkunde en Natuurkunde' – bij het oplossen van complexe vraagstukken te betrekken ontstaat een completer zicht op de werkelijkheid. Door een verkeerd model te gebruiken kom je zeker niet tot een goede oplossing. Primair gaat het om de kwaliteit van het recept, de visie die Beter Onderwijs Nederland uitdraagt.

G. de Purucker boek De Mens in de evolutie (p. 250): Karman en Wederbelichaming hebben juist betrekking op het karakter van de mens, op zijn skandha’s, dat wil zeggen, zijn psychologische, mentale, emotionele en fysieke eigenschappen.

De drie verenigende Logoi van de Esoterie:

Rapport'E i V': Danielle AudoinTheosofie (1 - 2 - 3 - 4): 
Pythagoras 1e Logos, Monade3e Logos, TriadeRudolf SteinerAntroposofie: 
    1. Hogere Zelf (Wijsheid)3. Astrale lichaam (Emotionele intelligentie)
MonadeTriadeGod ----GeestGeestmens ----Geestzelf (omgevormd Astraallichaam)
||||||
TetradeDuade4. Lichaam ----ZoonFysiek lichaam ----Levensgeest (omgevormd Etherlichaam)
  Tetrade2e Logos, Duade4. Fysieke lichaam (IQ)2. Lagere denken (Sociale intelligentie)

Er wordt aangenomen dat de voortschrijdende 'Creativiteit en Wijsheid' een resultante is van IQ, emotionele intelligentie en sociale intelligentie. De evolutie (creativiteit en wijsheid) hangt samen met de intelligentiemeting (tijdsymmetrie), de evolutiepsychologie, de emotionele intelligentie (materiesymmetrie) en de evolutie van de identiteit, de sociale intelligentie (spiegelsymmetrie).
Het fysieke - en emotionele lichaam, de mentale psyche en de monadische geest correleren met de vier typen toestanden van Ken Wilber.
Het element ether, de kwintessens brengt de heelheid, de energetische samenwerking op het fysieke, emotionele, mentale, en spirituele vlak tot uitdrukking.

Arjuna Ardagh De Translucente revolutie Wat Je Zelf Kunt Doen Om De Wereld Te Veranderen
Spiritualiteit wordt zichtbaar in de wereld - Aanbevolen door Ken Wilber
De oude spirituele tradities beschouwden afzondering en meditatie als noodzakelijke voorwaarden om tot verlichting te komen. Momenteel voltrekt zich volgens Arjuna Ardagh een heel nieuwe vorm van verlichting. In De translucente revolutie beschrijft hij de groei van het spiritueel besef bij mensen die midden in de maatschappij staan en die vervolgens hun spiritualiteit uitdragen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld door socialere keuzen te maken. Met behulp van korte voorbeelden, observaties en anekdotes laat Ardagh zien hoe het spiritueel bewustzijn bij iedereen kan ontwaken: bij mensen die gehuwd zijn, die zich bezighouden met politiek of sociale actievoering, die zich verbonden hebben aan een religie, die actief zijn in het zakenleven. Hij brengt zijn verhaal nog dichter bij de lezer door het aan te vullen met oefeningen, uitspraken, citaten, stellingen, commentaren van moderne filosofen en spirituele leiders. Dit maakt De translucente revolutie een wegwijzer voor iedereen die ervan droomt de wereld te verbeteren of daar op zijn minst een positieve bijdrage aan te leveren.
Arjuna Ardagh is opgeleid in Engeland, waar hij met mediteren begon toen hij veertien jaar was. Nadat hij was gepromoveerd aan Cambridge University, studeerde hij bij een aantal prominente spirituele leraren, onder wie Poonja. Hij is de grondlegger van de Living Essence Foundation in Nevada en geeft workshops in Europa en de Verenigde Staten.

De 'Zevenvoudige samenstelling van de mens', ‘Het getal zeven’ is samengesteld uit een Tetrade (1 + 2 + 3 + 4) en een Triade (5 + 6 + 7). De Monade, Duade, Triade en Tetrade geven 'Ruimte en Tijd', het ruimte-tijd continuüm van het scheppingsverhaal, de Tetrade, de heilige Tetraktys van Pythagoras weer. De Monade, Duade en Triade samen geven de Logos, de Triade weer. Op het snijvlak van de 'Triade en Tetrade' bevindt zich de kwintessens.

Het middelste kwadrant brengt het Tussenliggende viertal tot uitdrukking:

        Lagere Tetragrammaton
        TETRAKTIS 
Joodse Kabbalah     Antroposofie Holistische fysiotherapie
        Mensenrijk Plantenrijk
Neshama Nephesh Tussenliggende   viertal:   4. Hogere wereld 2. Etherische wereld
4. Geest-2. Dierlijk-astrale Ziel5. Manas<7. Âtma  7./1.-5./3.
| || | Fysiek drietal :  | |
1. Voertuig-3. Ziel6. Buddhi>4. Kama>2. Linga-sarira4.-6./2.
Guph Ruah  | |1. Fysieke wereld 3. Astrale wereld 
     1. Sthûla-sarira<3. PrânaMineralenrijk Dierenrijk

Het rechter kwadrant brengt de spiegelsymmetrie (4., 5./3., 6./2. en 7./1.) in de zevenvoudige samenstelling van de mens tot uitdrukking. Het kwadrant geeft schematisch de viervoudige indeling, de Tussennatuur van de Kabbalah, het innerlijke, reflexieve bewustzijn weer. De éne werkelijkheid heeft betrekking op de wederkerigheid tussen Zo binnen, zo buiten en Zo boven, zo beneden, die op basis van het zelfbewustzijn, het reflexief bewustzijn met behulp van de lemniscaat tot uitdrukking kan worden gebracht.
Het mysterie van de gebroken symmetrie, van de 7 gemanifesteerde 'missing links', van de oerbron.

De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 697):
Ruimte en tijd zijn één. Ruimte en tijd zijn naamloos, want ze zijn het onkenbare DAT, wat alleen kan worden gevoeld door middel van zijn zeven stralen – die de zeven scheppingen, de zeven werelden, de zeven wetten zijn’, enz. . . . De Geheime Leer Deel III, Dat en Dit:
491: TAT (of DAT), een naam voor de onkenbare, wortelloze wortel. Het Eeuwige Volstrekte is DAT. De Kosmos is ontstaan door DAT.
724: Dat (Dit), de ongeopenbaarde oorzaak van geest en stof, het Ene Leven de grondslag van alles.

In het onderstaande linker kwadrant is aangegeven hoe volgens Pythagoras de gemanifesteerde werkelijkheid is ontstaan. Pythagoras en Plato volgen de deductieve, Aristoteles de inductieve methode. De Geheime Leer deel II, p. 652: Kortom, het kon worden bestudeerd uit de algemene begrippen van Plato en volgens de inductieve methode van Aristoteles. Volgens Aristoteles wordt het zijn door de oorzakenleer bepaald.
Toelichting (6. Integrale visie):

Pythagoras enAristoteles:Unificatietheorie: Ervin laszlo enFrancis Heylighen:
MonadeTriade1. Zwaartekracht (M/V)3. Materiesymmetrie4. Self-awareness2. Awareness
4. Doeloorzaak ----2. Werkoorzaak4. Hermeneutische cirkel ----2. Reflexief bewustzijnHolos ---Logos
||||||
1. Stofoorzaak ----3. Vormoorzaak1. Ether-paradigma ---3. Meta-lerenMythos ---Theos
TetradeDuade4. Tijdsymmetrie2. Spiegelsymmetrie1. Sensation -3. Experience
    5e element First-personexperience

Het rapport ‘E i V’ sluit op het overkoepelend evolutionair-systemische wereldbeeld (ESW) van Francis Heylighen aan.

Waarom is de wereld zoals hij is?
De huidige toestand van het universum is gedeeltelijk het resultaat van toeval (want variatie is intrinsiek onvoorspelbaar), gedeeltelijk van rationeel begrijpbare wetmatigheden (want het concept “fitness” en zijn afgeleiden, zoals sluiting, laat ons toe in zekere mate te voorspellen welke variaties geselecteerd zullen worden).
Waar komt de wereld rondom ons vandaan?
Evolutionaire principes en concrete waarnemingen laten ons toe te reconstrueren hoe alle fundamentele systemen één na één uit elkaar geëvolueerd zijn: Big Bang, elementaire deeltjes, atomen, moleculen, sterren, planeten, cellen, meercelligen, dieren, mensen, ... Etc.

Het morele kompas wordt gebruikt om op het mechanisme achter de éne werkelijkheid grip te krijgen. Het morele kompas is net als NLP een metamodel, dat de wisselwerking tussen hersencellen en bewustzijn, tussen het innerlijke bewustzijn en het universeel bewustzijn illustreert. De symmetrie en de gebroken symmetrie die in de schepping zit verborgen brengen de éne werkelijkheid tot uitdrukking.

Theorie van allesUnificatietheorieRapport Eenheid in Verscheidenheid:Vier natuurkrachten:
  Uitbreidende kracht, MiddelpuntvliedendeSterke kernkracht
Ruimte (Energie)Zwakke beweging (Tijd-as)1.Zwaartekracht (Akasha)3. Materiesymmetrie
RelativiteitstheorieMorele kompas7. Hermeneutische cirkel ----5. Reflexief bewustzijn
||||
SnaartheorieQuantummechanica (Microkosmos)4.b Ether-paradigma ----6. Meta-leren
Sterke bewegingMaterie, Massa4.a Tijdsymmetrie2. Spiegelsymmetrie (Z.P.F.)
  Zwakke kernkrachtElektromagnetische kracht
   Samentrekkende kracht,
   Middelpuntzoekende

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.