7.1 Psychologie en Sociologie, 1e Aanzicht

Gulden regel: Wat gij wilt dat u geschiedt doe dat de ander.
Confucius: Doe nooit anderen aan wat je niet zou willen dat ze jou aan zouden doen. (Isis ontsluierd, deel 2 p. 398, etc.)
Confucius: Alle mensen zijn hetzelfde. Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
Mattheüs 7:7-12 Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit is de wet en de profeten.
Hegel: De geschiedenis leert ons uiteindelijk alleen dit, dat de mensen niets uit haar willen leren.
Pas in de schemering ontplooien de uilen van Miverva hun vlucht.
Martin Heidegger: De filosofie is aan haar eind. En wie neemt nu de plaats van de filosofie in? De cybernetica. Of de vrome die zich openstelt? Maar dat is geen filosofie meer. Wat is het dan? Het andere denken noem ik het.’ Het andere denken laat echter wel de verbindende schakel zien voor het filosofische denken.
Carl Jung: Tot persoonlijkheid kan niemand opvoeden, die dat zelf niet is.
Harry Nijhof Er zal een tijd komen dat de professionals die bottom up, met hun cliënten de problemen echt oplossen beter gewaardeerd zullen worden dan de politicals die zich met navelstaren bezig houden.

Kerk en Staat (Rechtvaardig en Onrechtvaardig, Complementariteit, Goed en Kwaad, Idealisme en Materialisme)

Ronald Reagan: De overheid is niet de oplossing voor onze problemen; de overheid is zelf het probleem.

In 1795 werd in Nederland door de Fransen de scheiding van kerk en staat ingevoerd.

Stelling: Voor een juiste balans tussen individuele en collectieve belangen dienen net als 'Kerk en Staat' het 'publieke en private' domein duidelijk door Zielkunde (op basis van Zaaien en Oogsten, Complementariteit, carbage in carbage out), een derde weg (middenweg 'Hoofdroute', rechtvaardigheid, ‘bron van harmonie’) van elkaar te worden onderscheiden. Het privatiseren van de publieke sector komt er in feite op neer dat de overheid, lees de bureaucratie in eigen doel schiet. Door het stuur uit handen te geven los je geen problemen op. Het mechanisme evenwicht door tegenwicht, these + antithese = synthese, heeft gefaald. Hoofdoorzaak van het onbehagen in de maatschappij is dat de overheid religie buiten hun referentiekader heeft geplaatst.

Bestuurt deze toren de wereld? Op zoek naar het geheim van Basel. (Koen Haegens Volkskrant Zaterdag 16 juni 2018 p. 10-12):
‘De BIB is het ongecontroleerde, monopolistische, ultra-elitaire machtscentrum in deze wereld’, vatte theatermaker George van Houts het met De Verleiders samen in zijn succesvolle voorstelling Door de bank genomen, die de afgelopen jaren meer dan honderdduizend bezoekers trok. (Oké, hij is één van die mensen die in zijn nieuwe voorstelling 9/11 een complot noemt.)
Zeldzaam populair werd vorig jaar een interview op YouTube met een Nederlander die naar eigen zeggen werkzaam was in de financiële sector. Hij beschrijft die wereld als een strak georganiseerde piramide. Helemaal aan de top staat de BIB.
‘De BIB is inderdaad een besloten club van mannen in pak die elkaar door en door kennen’, zegt Mügge. ‘Maar als ik iets heb geleerd van mijn onderzoek naar de financiële sector, is het dat je nooit een samenzwering moet veronderstellen voordat je incompetentie hebt kunnen uitsluiten. De financiële wereld is geen piramide. Mensen onderschatten hoeveel gestuntel er is. Het klopt dat banken en handelaren uit zijn op financieel gewin. Het is ook waar dat de centrale banken die hen moeten reguleren, maar al te vaak handelen vanuit het dominante liberale wereldbeeld. Maar dat is het. Er zit geen masterplan achter.’

Outplacement (H. Venekamp Volkskrant 22 april 2016 p. 22):
Het onderzoek van minister Plasterk naar de loopbaanontwikkeling van Tweede Kamerleden en het artikel van Ariejan Korteweg (O&D, 21 april) daarover, zijn verontrustend.
Je kunt het cynisch benaderen: kennelijk worden wij vertegenwoordigd door mensen die niets kunnen. En kennelijk kun je, als je niets kunt, altijd nog lid worden van een politieke partij (wel even zorgvuldig selecteren op doorstroommogelijkheden) en voor je het weet ben je wethouder, burgemeester, dijkgraaf, directeur van een woningbouwvereniging, en misschien wel Tweede Kamerlid. Behoor je tot de gekwalificeerde minderheid binnen de partij, dan ligt een staatssecretariaat of ministerschap ook nog in het verschiet. Je kunt het verontrust en iets genuanceerder benaderen. Minder dan 300 duizend mensen in Nederland zijn lid van een politieke partij. En uit die pool van mensen worden degenen gerekruteerd die de facto de dienst gaan uitmaken in onze samenleving. Dat deze mensen niet de meest getalenteerden onder ons zijn, zou kunnen worden vastgesteld op basis van voornoemd onderzoek.
Misschien is het het overwegen waard om politiek en bestuur te splitsen. Politieke partijen sluiten (coalitie)akkoorden over de richting waarin zij denken dat het op moet met het land. Vakmensen worden daarna aangesteld om leiding te geven aan het proces en de departementen. De Tweede Kamerleden bewaken de koers. Dan doen ze precies waartoe ze door hun partij zouden moeten zijn opgeleid. En hoeven ze zich niet meer druk te maken over carrièremogelijkheden in het bestuur.
Wellicht dat een professioneel bestuur de oneindige reeks financiële debacles en schandalen wat kan beperken. Dat zou al een heel dikke extra bonus zijn. De 'geroepenen'onder ons hebben inmiddels ruimschoots aangetoond dat zij niet capabel zijn om allerlei echecs te vermijden. Dan is het niet verwonderlijk dat niemand op je zit te wachten.

Red dit mooie bedrijf (Fred Kuiper wijkagent Volkskrant 13 februari 2016 p. 21):
Mijn gevoel waarschuwde me al aan het begin van de reorganisatie van de politie ('De grootste reorganisatie in de geschiedenis, Ten eerste, 6 februari). Ik heb aan den lijve meegemaakt en gezien hoe op lokaal gebied goed georganiseerde en succesvolle projecten om zeep geholpen werden, omdat de bazen in Den Haag alleen maar oog hadden voor hun eigen ego. Dit artikel heeft bevestigd hoe deze prestigieuze mega-operatie moest en zou slagen, ondanks alles.
Een droom van slechts enkele eigenwijze en, zoals achteraf is gebleken, incompetente personen met te veel macht, die nergens voor terugdeinsden.
Het gevolg? Vele collega's in onzekerheid en beschadigd. Allerlei besluiten zonder gedegen overleg. Verlies van kwaliteit en loyaliteit, enzovoorts. De lijst met ellende is te lang.
Het welzijn van de politiemens telde niet mee en de ene blunder na de ander werd gemaakt en weer weggebagetelliseerd. De hoofdrolspelers ruimen het veld en laten de vuile vaat achter, ook al vinden zij zelf van niet. Een schande voor al die politieagenten en overige medewerkers.
En dit dan allemaal in een tijd van terreurdreiging, massale vluchtelingeninstroom en meer geweld. Ik wens de opvolgers veel wijsheid en vooral mensenkennis.
Dat is hard nodig voor dit mooie bedrijf.

De gehavende kerncentrale van Fukushima is mede een gevolg van de nauwe verstrengeling tussen het 'publieke en private' domein en de onvoldoende ‘checks en balances’ (het dialectische model Evenwicht door Tegenwicht). Door de eurocrisis is vooral een politieke crisis zichtbaar geworden. De aanpak op Europees niveau laat zien dat de politieke besluitvorming bijzonder moeizaam verloopt.

In de zeventiger jaren was iedereen verbaast over de economische groeispeurt van Japan. De top van het Nederlandse bedrijfsleven toog naar Japan om dit eens haarfijn uit te zoeken. Uit onderzoek is toen gebleken dat de belangrijkste factor de optimale samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven was. Deze toverformule, het 'en-en' van 'Politiek en Bedrijfsleven' is sindsdien door het Westen overgenomen.

Topambtenaar: waan van de dag bedreigt openbaar bestuur (Volkskrant 12 april 2012)
De groeiende kloof tussen politici en ambtenaren bedreigt de kwaliteit van het openbaar bestuur. Ambtenaren vragen steeds vaker vergeefs de aandacht voor grote structurele problemen, terwijl politici in toenemende mate bezig zijn met incidenten en hun optredens in de media. Daardoor blijven belangrijke besluiten te vaak uit.
Dat is de analyse van Roel Bekker, topambtenaar van 1970 tot 2010, in zijn boek Marathonlopers rond het Binnenhof, dat vandaag verschijnt. Veertig jaar diende Bekker als topambtenaar onder zestien ministers en vier premiers. De relatie met zijn politieke bazen is de afgelopen twintig jaar enorm veranderd.
Mengvorm
Vóór 1990 was bestuur nog een 'mengvorm van politiek en ambtelijk werk'. Dat is steeds minder geworden. 'Je ziet dat het steeds meer twee werelden worden. De politieke wereld wordt mediagerichter en de incidentgevoeligheid neemt toe. Dat doet niet veel goeds met de politiek. Het aantal Kamervragen stijgt, het moet meer op korte termijn en heeft minder structuur.'
De waan van de dag tast de besluitvorming aan. 'Je krijgt willekeur, adhocbesluiten. Vandaag willen we de Olympische Spelen en morgen weer niet. Je krijgt veel half werk.'
Populisme
In reactie op het groeiend wantrouwen wordt de ambtelijke wereld veel voorzichtiger om de politiek niet voor de voeten te lopen. Het oprukkend populisme speelt daarbij een rol, aldus Bekker. 'Politici spelen snel op de man, proberen de schuld bij ambtenaren te leggen. (...) Daardoor zijn ambtenaren veel meer op hun qui-vive (...) de kans bestaat dat ineens alle pijlen zich op jou richten. Je krijgt indekgedrag: dingen worden vastgelegd. Je hebt toch maar een dossiertje voor het geval er een parlementaire enquête komt.'

Harrie Verbon De glans van paars is bedrieglijk (Volkskrant 24 juni 2010):
Dat paarse beleid (Kabinet-Kok I en Kabinet-Kok II) was helemaal niet zo mooi. Zo had de paarse coalitie geen boodschap aan het welzijn van kinderen: de kinderbijslag werd beknot, weduwen die kinderen hadden opgevoed werden aangepakt, alleenstaande moeders moesten aan het werk. Onder paars begon het ongebreidelde marktdenken vorm te krijgen (vormgeving). In de zorg, in de energie, in de sociale woningbouw, in het onderwijs, bijna overal in de (semi) collectieve sector moest meer marktwerking komen. Een van de merkbare gevolgen van de marktwerking is dat de topbestuurders in die sectoren nu vrijwel overal balkenendeplus salarissen verdienen. De markt vraagt daar immers om.

Een factor waarmee in de quartaire sector onvoldoende rekening wordt gehouden is dat de relatieve kosten een opwaartse tendens vertonen. Er is in deze sector van de wet van Baumol (wet van de verminderde meeropbrengst) sprake. Dit vraagstuk in de non-profit sector kan niet door marktwerking, maar wel door de kwaliteit van de besluitvorming te verbeteren (kwaliteitscirkel van Deming Plan–Do-Check–Act) worden opgelost.

Links en rechts staan in de politieke besluitvorming als gelijkwaardig partijen tegenover elkaar. Voor het introduceren van de marktwerking door de overheid hielden de socialistische krachten (these) en rechtse, liberale krachten (antithese) elkaar aardig in evenwicht. Het is aannemelijk dat de liberalisering van de financiële markten en de hypothese van de great moderation ('grote matiging') de ernst van de kredietcrisis hebben versterkt. De klassieke controverse tussen John Maynard Keynes en Milton Friedman moet daardoor in een ander perspectief worden geplaatst. Door de introductie van de marktwerking heeft het corrigerende mechanisme van het keynesianisme sterk aan kracht ingeboet. Of met andere woorden nu de wal het schip heeft gekeerd zal het herstel middels het keynesianisme moeizamer verlopen.

Er is te veel aandacht voor het 'eigen koninkrijkje', de 'bv Ego' en te weinig voor het grote geheel. Het lineaire, ééndimensionale marktdenken viert hoogtij. Het gaat om dienend leiderschap. Politici lijken in het bijzonder met het virus penny wise pound foolish besmet.

Een belangrijk deel van de verdeel en heers problemen die we signaleren hebben we door onvoldoende checks & balances (het dialectische model Evenwicht door Tegenwicht) zelf gecreëerd. 'De remedie is tegelijkertijd de kwaal' (geweten, 'Goed en Kwaad', 'Deugd en Ondeugd'). De vraag dringt zich op welke debacles moeten zich voordoen voordat echt actie wordt ondernomen. Het gaat mis, chaos dreigt wanneer voor onnatuurlijke selectie, een gesloten systeem wordt gekozen. Chaos, onbalans ontstaat omdat politici geen oog hebben voor de keerzijde van de medaille.

Politici gebruiken de oxymoron om het onverenigbare, het 'of-of' denken - de kool en de geit sparen - dichter bij elkaar te brengen. Primair draait het om emanationisme (dharma, tao, wederhelft), het 'en-en', het complementaire open systeem denken dat ook in het Westen toepassing vindt.

De Engelse zoöloog Peter Medawar zegt dat echte wetenschap te herkennen is aan het vermogen voorspellingen te doen. Uit de kredietcrisis blijkt dat dit nog geenszins het geval is. Het internationale financiële stelsel was een zeepbel die uit elkaar spatte, met de huidige systeemcrisis als gevolg. Alles is niet met natuurwetten te berekenen en te voorspellen.

De moraal van het verhaal is dat ethiek zowel de oorzaak van het probleem als de oplossing voor het probleem laat zien. Het gaat volledig mis, er ontstaat een breuk wanneer extremen van het kapitalisme gaan overheersen, de moraal, de regulerende principes buiten het verkoopverhaal worden gehouden, het gedrag wordt amoreel. Het zijn juist de waarden en normen, die mensen met elkaar verbinden. Of anders gezegd de onzichtbare muren tussen 'Wij en Zij', waardoor we de ander uitsluiten, dienen we af te breken.
Het neoliberalisme is geen panacee om bestuurlijk wanbeheer te verkleinen. Het heeft eerder de bestuurlijke chaos vergroot.

Een kenmerk van politici is dat in plaats van de ander centraal te plaatsen men graag een ander verantwoordelijk houdt. Een probleem met politieke consensus is dat voor een specifieke beslissing nooit één persoon verantwoordelijk is.

Étienne de La Boétie:
Het zijn altijd maar vier of vijf mensen die de tiran staande houden. Altijd is het zo geweest dat vijf of zes mensen de aandacht van de tiran hebben, die uit zichzelf naar hem zijn toegegaan of die hij heeft laten komen om medeplichtig te zijn aan zijn wreedheid, de gabbers bij zijn pleziertjes, de pooiers van zijn wellusten en de deelgenoten van de buit van zijn plunderingen. Deze zes hebben zeshonderd anderen onder zich die meeprofiteren. En de zeshonderd zijn voor hen hetzelfde als de zes voor de tiran.
Deze zeshonderd hebben zesduizend anderen onder zich, die ze in staatsdienst hebben verheven en aan wie ze het bestuur van provincies of het beheer van de duiten hebben gegeven, opdat zij de handlangers van hun gierigheid en wreedheid zijn en wanneer het moment is gekomen bovendien zoveel kwaad aanrichten dat zij alleen door hun bescherming wetten en straf kunnen ontduiken. Groot is de nasleep van dit alles.
En wie zich wil vermaken met het ontwarren van dit netwerk, zal zien dat niet zesduizend, maar honderdduizenden, miljoenen zich met die draad aan de tiran vasthouden. Het komt kortom hierop neer: door gunsten of winsten of doorgegeven voordelen die men deelt met de tirannen, bestaan er bijna evenveel mensen voor wie de tirannie profijtelijk schijnt te zijn als mensen voor wie de vrijheid aangenaam zou wezen.

De geschiedenis leert dat de verbeeldingskracht, de complexiteit van de menselijke geest zich niet zo gemakkelijk laat beheersen. Door socialisten werd er vroeger op gewezen dat de directeur het volk arm en de pastoor ze dom hield. Nu is er ondanks de welvaart zelfs een grotere tweedeling tussen arm en rijk ontstaan. Het impliceert dat we, mede als gevolg van het uitbesteden van de moraal aan de markt, de lat lager hebben gelegd. De kredietcrisis laat zien dat de bestuurders te veel met het bemachtigen van bonussen in de weer zijn geweest en dat ze daardoor onvoldoende tijd hebben overgehouden om echt op het winkeltje te passen. Nu zorgen het onderwijs en de teloorgang van de media (Volkskrant 13 december 2008) er voor om de domheid van het volk te bevorderen en de toezichthouders, die zich met gebakken lucht bezig houden voor het eerste. Door een gebrek aan een consistent en gedeeld waardepatroon is de afstand tussen ideaal (Goede, Ware en Schone) en gesignaleerde werkelijkheid duidelijk toegenomen. De symptomen van ressentiment in de maatschappij zeggen iets over het psychosociale klimaat van deze tijd. Draait het niet juist om de discipline moraliteit? De dubbele moraal maakt het lastig om de veelheid van culturen met universele waarden te verbinden. Waarom laten we het gebeuren dat de schijnwereld in het multiculturele Nederland toeneemt?

Om de 'torens van Babel' tegen instorten te behoeden, dient in de toekomst aan risicomanagement meer aandacht te worden besteed.
De stroom van complexe causaliteiten, met schijnbare a-causaliteiten is de uitkristalisatie van de Negentropie en is de ordening van Informatie, waaruit indirect het "ongemanifesteerde" afgeleid kan worden, het is "verborgen" of zelfs bewust "geheim gehouden". Het "reflecteert" in de "materie".
In risk management, negentropy is the force that seeks to achieve effective organizational behavior and lead to a steady predictable state.

De dringende behoefte aan een strenger Europa om de kredietcrisis te beteugelen staat op gespannen voet met de politieke ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Nationale belangen zijn zwaarder gaan wegen dan het collectieve Europese belang.

Het is nuttig meer bewust te worden van de achtergronden van noodzakelijke lange termijn veranderingen en niet alleen ad hoc korte termijn vraagstukken op te lossen. De begripsverwarring ontstaat hoofdzakelijk doordat we ons met halve waarheden bezig houden. Binnen de traditionele hiërarchische structuren zijn de huidige complexe vraagstukken niet meer op te lossen. In plaats van dat we de systemen steeds complexer en ondoorzichtiger maken moeten we terug naar wat al in 1973 door de econoom E.F. Schumacher: in zijn boek Small Is Beautiful is aangegeven.

Door het secularisme en de daarmee samenhangende ontzuiling zijn de verticale bindingen tussen de maatschappelijke lagen voor een belangrijk deel verloren gegaan. Naast het thema vierde macht verdient ook het fenomeen organisatiecultuur meer wetenschappelijke aandacht. Getallen vormen het steigerwerk waar het gebouw van een cultuur tegenaan wordt gebouwd.

De relatie tussen psychologie en sociologie verdient meer aandacht. Op het snijvlak van beide disciplines gaat het niet primair om individu en collectief, maar eerder om de samenhang en wederkerigheid daartussen. Psychologie en sociologie kunnen wel onderscheiden, maar niet gescheiden worden. Door beide disciplines als complementair te beschouwen ontstaat een completer zicht op de complexe werkelijkheid.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel I, Proloog (p. 32):
Bijna vijf eeuwen v.Chr. beweerde Leucippus, de leermeester van Democritus, dat de Ruimte eeuwig vol was met atomen die werden aangedreven door een onophoudelijke beweging, die na verloop van tijd, toen die atomen zich verenigden, een ronddraaiende beweging opwekte, als gevolg van onderlinge botsingen die zijdelingse bewegingen opleverden. Epicurus en Lucretius onderwezen hetzelfde, maar zij voegden aan de zijdelingse beweging van de atomen het denkbeeld van affiniteit toe – een occulte lering.
De Geheime Leer - pantheïsme - atheïsme
48: Hierin ligt het hele verschil tussen de esoterische en de christelijke drieëenheid. De mystici en de filosofen, de oosterse en de westerse pantheïsten, vatten hun aan de wereldvorming voorafgaande triade samen in de zuivere goddelijke abstractie. De orthodoxen vermenselijken haar.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 3 Het ontwaken van de kosmos (p. 100/101):
Men mag aannemen dat vuur en water, of vader6 en moeder, hier de goddelijke straal en de Chaos betekenen. ‘De Chaos, die uit deze vereniging met de geest onderscheidingsvermogen verkreeg, straalde van vreugde, en zo werd de protogonos (het eerstgeboren licht) voortgebracht’, zegt een fragment van Hermas. Damascius noemt het in zijn ‘Theogonie’ Dis – ‘de beschikker over alle dingen’. (Zie Cory, ‘Ancient Fragments’, blz. 314.)
104: Maar de heidenen hebben altijd in hun symbolen een filosofisch
onderscheidingsvermogen getoond. Het oorspronkelijke symbool van de slang beeldde goddelijke wijsheid en volmaaktheid uit en had altijd gestaan voor psychische wedergeboorte en onsterfelijkheid. Daarom noemde Hermes de slang het meest geestelijke van alle wezens; Mozes, ingewijd in de wijsheid van Hermes, sloot zich hierbij in Genesis aan, terwijl de slang van de gnostici met de zeven klinkers boven haar kop het embleem was van de zeven hiërarchieën van de zevenvoudige of planeet-scheppers.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 4 De zevenvoudige hiёrarchieёn (p. 117/118):
De bekwame vertaler van de Bhagavadgita, Kashinath Trimbak Telang, M.A. te Bombay, erkent dat hij ‘geen helder begrip heeft van de betekenis van deze verzen’ (blz. 81, voetnoot). Voor de kenner van de occulte leer zijn ze daarentegen heel duidelijk. Deze verzen staan in verband met de mystieke betekenis van de zonne- en maansymbolen: de pitri’s zijn maangodheden en onze voorouders, omdat ze de stoffelijke mens schiepen. De agnishvatha’s, de kumara’s (de zeven mystieke wijzen), zijn zonnegodheden, hoewel de eerstgenoemden ook pitri’s zijn, en ze zijn de ‘vormgevers van de innerlijke mens’. (Zie Deel II.)
120: EN UIT DE GODDELIJKE MENS KWAMEN DE VORMEN VOORT EN DE VONKEN, DE HEILIGE DIEREN EN DE BOODSCHAPPERS VAN DE HEILIGE VADEREN (de pitri's) BINNEN DE GEHEILIGDE VIER1.
1) De 4, in de occulte getallenleer weergegeven door de Tetraktis, het heilige of volmaakte vierkant, is voor de mystici van ieder volk en ras een heilig getal. Het heeft dezelfde betekenis in het Brahmanisme, het Boeddhisme, de Kabbala en in de Egyptische, Chaldeeuwse en andere getallenstelsels.
129/130: (b) Dit betekent dat de ‘grenzeloze cirkel’ (de nul) alleen dan een getal wordt, als een van de negen cijfers eraan voorafgaat en zo de waarde en het vermogen ervan aangeeft, waarbij het woord of de logos in vereniging met STEM en geest13 (de uiting en de bron van het Bewustzijn) de negen cijfers vertegenwoordigt en dus, met de nul, de decade vormt die het gehele Heelal in zich bevat. De triade vormt binnen de cirkel de Tetraktis of heilige vier: het vierkant binnen de cirkel is het machtigste van alle magische figuren.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 6 Vervolg (p. 225/226):
Toen ‘Isis’ werd geschreven, waren de zeven beginselen van de ingewijden uit het oosten nog niet uiteengezet, maar alleen de drie kabbalistische aspecten van de half-exoterische Kabbala14. Maar deze bevatten de beschrijving van de mystieke naturen van de eerste groep Dhyan-Chohans in het regimen ignis, het gebied en ‘bestuur (of regering) van het vuur’, en die groep is verdeeld in drie klassen, samengevat door de eerstgenoemden, waardoor vier of de ‘Tetraktis’ ontstaat. (Zie de Toelichting op Stanza VII, Deel I.) Als men de Toelichtingen aandachtig bestudeert, zal men in de naturen van de engelen dezelfde opklimmende reeks vinden, nl. van het passieve naar het actieve; de laatste van deze wezens staan even dicht bij het ahamkara element (het gebied waarin egoschap of het ik-ben-gevoel zich begint af te tekenen) als de eerste bij de ongedifferentieerde essentie.' De eerste zijn arupa, niet-lichamelijk; de laatste rupa, lichamelijk.
226: In Deel II van Isis (blz. 183 e.v., Engelse uitgave) worden de filosofische stelsels van de gnostici en de oorspronkelijke joodse christenen, de Nazareners en de Ebionieten, uitvoerig beschouwd. Er blijkt uit, welke opvattingen in die dagen buiten de kring van de mozaïsche joden over Jehova werden gehuldigd. Hij werd door alle gnostici eerder met het kwade dan met het goede beginsel vereenzelvigd. Voor hen was hij Ilda-Baoth, ‘de zoon van de duisternis’, en zijn moeder, Sophia Achamoth, was de dochter van Sophia, de goddelijke wijsheid (de vrouwelijke heilige geest van de vroege christenen) – akasa15; terwijl Sophia Achamoth het lagere astrale licht of de ether verpersoonlijkt. Ilda-Baoth16 of Jehova is eenvoudig een van de Elohim, de zeven scheppende geesten, en een van de lagere sephiroth. Hij brengt uit zichzelf zeven andere goden voort, ‘sterrengeesten’ (of de maan-voorouders17), want ze zijn allen hetzelfde18. Ze zijn allen naar zijn eigen beeld gevormd (de ‘geesten van het gezicht’) en elkaars weerkaatsing, en werden duisterder en stoffelijker naarmate ze zich de een na de ander van hun voortbrenger verwijderden.
15) Het astrale licht staat in dezelfde betrekking tot akasa en anima mundi, als satan tot de godheid. Ze zijn een en hetzelfde, gezien vanuit twee standpunten: het geestelijke en het psychische – de bovenetherische of verbindende schakel tussen stof en zuivere geest – en het stoffelijke. Zie voor het verschil tussen nous, de hogere goddelijke wijsheid, en psyche, de lagere en aardse (Jacobus, iii, v. 15-17). Zie ook ‘Demon est Deus inversus’, in Afd. II van dit deel.
234/235: Wij weten ook dat als wij van het hierboven genoemde getal uitgaan, wij van de 100 jaar van Brahma (of 311.040.000.000.000 jaar) eerst twee jaren moeten aftrekken voor de sandhya’s (schemeringen), zodat er 98 overblijven, want wij moeten uitkomen op de mystieke combinatie 14 x 7. Maar wij weten niet wanneer precies de evolutie en de vorming van onze kleine aarde begon. Daarom is het onmogelijk haar leeftijd te berekenen, tenzij de tijd van haar geboorte wordt gegeven – wat de LERAREN tot dusver weigeren te doen. Aan het einde van dit Deel en in Deel II zullen echter enkele chronologische aanwijzingen worden gegeven. Bovendien moeten wij bedenken dat de wet van de analogie zowel voor de werelden als voor de mens geldt en dat, evenals ‘De ENE (godheid) twee (deva of engel) wordt, en twee drie (of mens) wordt’, enz., ons ook wordt geleerd dat het stremsel (wereld-stof) tot zwervers (kometen) wordt, dat deze sterren worden, en de sterren (de centra van wervelwinden) onze zon en planeten – om het kort te zeggen25.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 245):
(1.) De ‘onzichtbare ongehuwde’, die de scheppende logos is van de niet-scheppende ‘vader’, of het gemanifesteerde scheppende vermogen van laatstgenoemde.
(2.) ‘De geest (of de god) van de straalloze diepten’ (van de Chaos); die gedifferentieerde materie of de wereldstof wordt; ook het delfstoffenrijk.
(3.) ‘De geest van het plantenrijk’, van de ‘weelderige plantengroei’.
291/292: De Wachter, of de goddelijke oervorm, staat op de bovenste sport van de ladder van het zijn; de schaduw op de onderste. Daarbij is de monade van elk levend wezen – tenzij haar morele verdorvenheid de band verbreekt en teugelloos ‘afdwaalt naar het maanpad’, om de occulte uitdrukking te gebruiken – een individuele Dhyan-Chohan, verschillend van andere, tijdens één manvantara een soort geestelijke individualiteit op zichzelf. Haar beginsel, de geest (atman) is natuurlijk één met paramatma (de ene universele Geest), maar het voertuig (vahan) waarin zij is besloten, de buddhi, maakt deel uit van de essentie van de Dhyan-Chohan; en hierin ligt het mysterie van die alomtegenwoordigheid dat een paar bladzijden terug werd besproken. ‘Mijn vader, die in de hemel is, en ik – zijn één’, zegt de christelijke Schrift; en tenminste in dit opzicht is zij de trouwe echo van de esoterische leer.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 4 Chaos - Theos - Kosmos (p. 378):
In de kosmogonieën van alle volkeren vormen de ‘architecten’, samengevat in de Demiurgos (in de bijbel de ‘Elohim’) uit de Chaos de Kosmos. Ze zijn de collectieve Theos, ‘mannelijk-vrouwelijk’, geest en stof. ‘Door een reeks (yom) van grondslagen (hasoth) lieten de Alhim aarde en hemel ontstaan.’ (Gen. ii, 4.)
De Geheime Leer Deel I Stanza 12 Het vijfde ras en zijn goddelijke leermeesters - De oorsprong van de mythe van satan (p. 437):
Als het onaangename kleine voorval dat volgde moest en nog steeds moet worden opgevat als de ‘erfzonde’, dan stelt dit de goddelijke vooruitziende blik van de schepper wel in een heel slecht licht. Het zou voor de eerste Adam (van hfst. 1) veel beter zijn geweest als hij òf ‘mannelijk en vrouwelijk’ òf ‘alleen’ was gelaten. Blijkbaar was de Heer God de werkelijke oorzaak van al het onheil, de ‘agent provocateur’, terwijl de slang – slechts een prototype was van Azazel, ‘de zondebok voor de zonde van (de god van) Israël’, de arme Tragos, die de straf moest ondergaan voor de blunder van zijn meester en schepper. Dit is natuurlijk alleen aan het adres van diegenen die de eerste gebeurtenissen van het drama van de mensheid in Genesis in hun dode-letter betekenis aanvaarden. Zij die deze gebeurtenissen esoterisch lezen, beperken zich niet tot fantastische speculaties en hypothesen; zij weten hoe zij de erin vervatte symboliek moeten lezen, en zij kunnen zich niet vergissen.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 6 De maskers van de wetenschap Fysica of metafysica? (p. 571):
Als zij hun hoge roeping waar willen maken, moeten de wetenschappers zelfs de mogelijkheid verwerpen dat materialistische leringen ook maar iets te maken hebben met de atoomtheorie. Wij zien dat Lange, Butlerof, Du Bois Reymond – de laatste waarschijnlijk onbewust – en verschillende anderen dat hebben bewezen. Het wordt bovendien aangetoond door het feit, dat Kanāda in India en Leucippus, Democritus en na hen Epicurus – de eerste atomisten in Europa – terwijl zij hun leer van de bepaalde verhoudingen verkondigden, tegelijkertijd in goden en bovenzinnelijke wezens geloofden. Hun opvattingen over stof verschilden dus van de nu heersende. Men moet ons toestaan onze bewering te verduidelijken in een korte samenvatting van de oude en hedendaagse opvattingen van de filosofie over atomen, en zo te bewijzen dat de atoomtheorie het materialisme vernietigt.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 11 Over elementen en atomen (p. 626):
De hedendaagse natuurkunde heeft, toen zij aan de Ouden haar atoomtheorie ontleende, één punt, het belangrijkste van de leer, vergeten; daarom kreeg zij alleen de schil en zal nooit tot de kern kunnen doordringen. Zij liet, toen zij de fysieke atomen overnam, het veelbetekenende feit buiten beschouwing dat van Anaxagoras tot Epicurus, de Romein Lucretius en tenslotte zelfs tot Galileo, al die filosofen min of meer in BEZIELDE atomen geloofden, niet in onzichtbare deeltjes van zogenaamde ‘redeloze’ stof. Volgens hen werd een draaiende beweging opgewekt door grotere (lees meer goddelijke en zuivere) atomen die andere atomen naar beneden trokken, terwijl de lichtere gelijktijdig omhoog werden gestuwd. De esoterische betekenis hiervan is de eeuwig cyclische neergaande en opstijgende curve van gedifferentieerde elementen door intercyclische fasen van bestaan, totdat elk opnieuw zijn uitgangspunt of geboorteplaats bereikt.
628: Zelfs Epicurus, de model-atheïst en materialist, kende en geloofde zoveel van de oude wijsheid, dat hij verkondigde dat de ziel (geheel verschillend van de onsterfelijke geest, als de eerstgenoemde daarin latent is opgesloten, zoals in elk atomair deeltje) was samengesteld uit een fijne, tere essentie, gevormd uit de gladste, rondste en fijnste atomen.
En dit bewijst dat de oude ingewijden, die min of meer nauwkeurig door alle niet-ingewijden uit de oudheid werden gevolgd, met de term ‘ATOOM’ een ziel, een genius of engel bedoelden, de eerstgeborene van de steeds verborgen OORZAAK van alle oorzaken; en in deze zin worden hun leringen begrijpelijk. Evenals hun opvolgers verkondigden zij dat er goden en genii, engelen of ‘demonen’ bestaan, niet buiten of onafhankelijk van het universele plenum, maar erbinnen. Alleen dit plenum is tijdens de levenscyclussen oneindig. Zij erkenden en onderwezen veel van wat de hedendaagse wetenschap nu onderwijst – namelijk het bestaan van een oorspronkelijke ‘wereldstof of kosmische substantie’, waaruit werelden worden gevormd.
630: Als ātman (ons zevende beginsel) gelijk is aan de universele geest en de mens er in essentie één mee is, wat is dan de eigenlijke monade? Zij is die homogene vonk, die in miljoenen stralen van de oorspronkelijke ‘zeven’ uitstraalt; over die zeven volgt later meer. Zij is de vonk die emaneert uit de ongeschapen straal – een mysterie. Volgens het esoterische en zelfs het exoterische boeddhisme van het noorden, zendt Ādi-Boeddha (Chogi dangpoi sangye), het Ene onbekende, zonder begin of einde, gelijk aan Parabrahman en Ain-Soph, uit zijn duisternis een heldere straal uit.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 12 Oeroude gedachten in een modern kleed (p. 639/640):
Wat de kosmogonie en de oorspronkelijke stof betreft, zijn de hedendaagse speculaties onmiskenbaar oeroude gedachten, verbeterd door tegenstrijdige theorieën van recente oorsprong. Maar de hele grondslag behoort tot de archaïsche sterrenkunde en natuurkunde van Griekenland en India, die toen altijd filosofie werden genoemd. In alle Arische en Griekse beschouwingen treft men het begrip aan van een allesdoordringende, ongeorganiseerde en homogene stof of Chaos, die door de hedendaagse wetenschappers is herdoopt in ‘neveltoestand van de wereldstof’. Wat Anaxagoras in zijn Homoiomereia ‘Chaos’ noemde, wordt nu door Sir W. Thomson ‘oorspronkelijk fluïdum’ genoemd. De Hindoe- en Griekse atomisten – Kanāda, Leucippus, Democritus, Epicurus, Lucretius, enz. – ziet men nu als in een heldere spiegel weerkaatst in de gedaanten van de voorstanders van de hedendaagse atoomtheorie, te beginnen bij de monaden van Leibniz en eindigend bij de ‘wervelende atomen’ van Sir W. Thomson1. Het is waar dat de deeltjestheorie van vroeger is verworpen en dat de golftheorie haar plaats heeft ingenomen. Maar de vraag is of deze laatste zo stevig is gefundeerd dat zij niet kan worden onttroond, zoals haar voorgangster? Het metafysische aspect van het licht werd in 'Isis Ontsluierd' (p. 342/343) volledig behandeld:
Licht is de eerstgeborene en de eerste uitstraling van het allerhoogste, en licht is leven, zegt de evangelist en de kabbalist. Beide zijn elektriciteit – het levensbeginsel, de anima mundi, die het heelal doordringt, de elektrische bezieler van alle dingen. Licht is de grote proteïsche magiër, en onder de goddelijke wil van de architect2, of beter de architecten, de ‘bouwers’ (gezamenlijk Een genoemd), schonken zijn veelsoortige, almachtige golven het leven aan iedere vorm en aan ieder levend wezen. Uit zijn uitzettende elektrische schoot komen stof en geest voort. In zijn stralen ligt het begin van alle natuurkundige en scheikundige werking en van alle kosmische en geestelijke verschijnselen; het bezielt en ontbindt; het geeft , en vanuit zijn oorspronkelijke punt kwamen geleidelijk de ontelbare werelden, zichtbare en onzichtbare hemellichamen, tot bestaan. Aan de straal van deze eerste moeder, één in drie, ‘ontstak god’ volgens Plato ‘een vuur dat we nu de zon noemen’3, en dat niet de oorzaak is van licht en ook niet van warmte, maar alleen het brandpunt of, zoals we misschien kunnen zeggen, de lens waardoor de stralen van het oorspronkelijke licht worden verstoffelijkt en geconcentreerd op ons zonnestelsel. Deze stralen brengen alle wisselwerkingen van krachten (Wederkerigheid) teweeg.’
1) De wervelingen van elementalen, die op gang zijn gebracht door het denkvermogen, zijn er in hun tegenwoordige gedaante niet op vooruitgegaan.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 15 Goden, monaden en atomen (p. 676/677):
Een van die ‘ontaarde’ opvattingen is – volgens de alles ontkennende scepticus – het denkbeeld dat de Kosmos, afgezien van zijn objectieve planeetbewoners, zijn mensheden in andere bewoonde werelden, vol is van onzichtbare, intelligente wezens. De zogenaamde aartsengelen, engelen en geesten van het westen, kopieën van hun oervormen, de Dhyāni-Chohans, de deva’s en pitri’s van het oosten, zijn geen werkelijke wezens maar ficties. Op dit punt is de materialistische wetenschap onverbiddelijk. Om haar standpunt te ondersteunen, gooit zij haar eigen axiomatische wet van uniformiteit in de natuurwetten, die van de continuïteit en de hele logische volgorde van analogieën in de evolutie van het zijn, omver. Men laat de massa’s niet-ingewijden geloven dat het hele bijeengebrachte getuigenis van de geschiedenis, dat aantoont dat zelfs de atheïsten van de oudheid, zoals Epicurus en Democritus, in goden geloofden, onwaar was; en dat filosofen als Socrates en Plato, die het bestaan ervan verkondigden, enthousiasten en dwazen waren die zich vergisten. Als we onze opvattingen alleen op historische gronden baseren, op gezag van talloze eminente wijzen, neoplatonisten, mystici van alle eeuwen, vanaf Pythagoras tot de grote wetenschappers en professoren van deze eeuw die, als zij ‘goden’ verwerpen, toch in ‘geesten’ geloven, moeten we dan zulke autoriteiten als even zwakzinnig en dwaas beschouwen als de een of andere rooms-katholieke boer, die gelooft in zijn eens menselijke heilige of de aartsengel Michaël, en tot deze bidt?

De geheime Leer Deel II Stanza 9 DE LAATSTE EVOLUTIESTADIA VAN DE MENS (p. 215/216):
Maar zij hadden zich al gescheiden vóór de straal van de goddelijke rede het duistere gebied van hun nog sluimerende denkvermogen had verlicht, en zij hadden gezondigd, of beter gezegd, zij hadden onbewust kwaad gedaan door een gevolg teweeg te brengen dat onnatuurlijk was. Toch zal, evenals de zes andere oorspronkelijke broeder- of mederassen, zelfs ook dit zevende, van toen af gedegenereerde ras – dat tengevolge van de begane zonde voor zijn uiteindelijke ontwikkeling zijn tijd zal moeten afwachten – zich op de laatste dag op een van de zeven paden bevinden. Want ‘de wijzen1 bewaken het huis van de natuurlijke orde, en zij nemen in het geheim voortreffelijke vormen aan’2. Maar we moeten nagaan of de ‘dieren’ waarmee zij waren omgegaan, tot een aan de zoölogie bekende soort behoorden.
1) Dit vers in de Veda (X, 5-6), ‘De zeven wijzen (stralen van wijsheid, Dhyani’s) vormen zeven paden (of lijnen en in een andere betekenis ook rassen); naar één hiervan mag de gekwelde sterveling komen’ – dat alleen vanuit het sterrenkundige en het kosmische aspect wordt geïnterpreteerd – is vol occulte betekenis. De ‘paden’ kunnen lijnen (maryadah) betekenen, maar het zijn in de eerste plaats lichtstralen die vallen op de paden die naar wijsheid leiden. (Zie Rig Veda IV, 5-13.) Het woord betekent ‘wegen’ of paden. Het zijn kortom de zeven stralen die vrijkomen uit het macrokosmische centrum, de zeven beginselen in de metafysische, de zeven rassen in de fysische betekenis. Het hangt er geheel van af welke sleutel men gebruikt.
De geheime Leer Deel II hoofdstuk Zijn de reuzen een verzinsel? (p. 322):
En zo waren zij de (nu) legendarische helden van de voorhistorische, maar toch eens werkelijk bestaande rassen. Creuzer was in zijn tijd een wijze, want hij heeft een eindeloze reeks erkende filosofen die deze rassen noemen en verklaren dat zij zelfs in hun eigen tijd fossielen ervan hadden gezien, niet beschuldigd van opzettelijk bedrog of domheid en bijgeloof. Er waren in de oudheid sceptici – niet minder dan nu en even beroemd. Maar zelfs een Lucianus, een Democritus en een Epicurus erkenden feiten en toonden het onderscheidingsvermogen van een werkelijk groot intellect, dat fantasie van feiten kan onderscheiden, en waarheid van overdrijving en bedrog. De schrijvers uit de oudheid waren evenmin dwazen als onze hedendaagse wijzen; want, zoals de schrijver van enkele ‘Notes on Aristotle’s Psychology in Relation to Modern Thought’ (in Mind) terecht opmerkt:
‘De gebruikelijke indeling in oude en nieuwe geschiedenis is . . . misleidend. De Grieken van de 4de eeuw v.Chr. waren in veel opzichten modern; vooral in hun scepsis, voegen we eraan toe. Het is niet erg aannemelijk dat ze gemakkelijk fabels zouden aanvaarden . . .’
De geheime Leer Deel II hoofdstuk 19 Is pleroma de legerstede van Satan? (p. 577):
Maar de theologie schijnt het menselijke onderscheidingsvermogen uit het oog te hebben verloren, en het vermogen om tenslotte alles te analyseren wat kunstmatig ter verering wordt opgedrongen. De geschiedenis leert dat elk ras en zelfs elke stam, vooral bij de Semitische volkeren, een natuurlijke neiging vertoont om zijn eigen stamgod zodanig te verheffen boven alle andere, dat deze de hegemonie over die goden krijgt. De geschiedenis bewijst verder dat de god van de israëlieten zo’n stamgod was en niet meer, zelfs al zou de christelijke kerk in navolging van het ‘uitverkoren’ volk graag de verering van die ene bijzondere godheid opdringen en alle andere goden in de ban doen. Of dit nu oorspronkelijk een bewuste of een onbewuste blunder was, het was er niettemin een. Jehova was in de oudheid altijd slechts ‘een god te midden van andere goden’ (Psalm lxxxii).
De geheime Leer Deel I hoofdstuk 9 De Zonnetheorie (p. 599/600):
Niettemin, als de wetenschap eenmaal, zo niet het werkelijke bestaan, dan in ieder geval de mogelijkheid van het bestaan erkent van een Heelal met zijn talloze vormen, toestanden en aspecten, opgebouwd uit een ‘enkelvoudige substantie’4, dan moet zij verdergaan. Tenzij ze ook de mogelijkheid van één element erkent, of het ENE LEVEN van de occultisten, zal ze die ‘enkelvoudige substantie’, vooral als deze wordt beperkt tot de zonne-nevelvlekken, evenals de doodkist van Mohammed midden in de lucht moeten ophangen, hoewel zonder de magneet die de kist ondersteunt. Al zijn we niet in staat met enige mate van nauwkeurigheid vast te stellen wat de nevelvlektheorie wel betekent, dankzij prof. Winchell en enkele sterrenkundigen die het daarmee niet eens zijn, hebben we, gelukkig voor de speculatieve natuurkundigen, wel kunnen leren wat deze niet betekent5. (Zie boven).
4) Want dit alles gaat niet verder dan de STOFFELIJKE materie, om zo te zeggen, zelfs niet in wat het spectrum laat zien, dat moderne ‘oog van Śiva’ van de fysische experimenten. Het is alleen over deze stof dat St. Claire Deville kon zeggen dat ‘als lichamen, waarvan men denkt dat ze enkelvoudig zijn, zich met elkaar verbinden, ze verdwijnen en als individu worden vernietigd’, eenvoudig omdat hij die lichamen niet kon volgen in hun verdere vormverandering in de wereld van de spirituele kosmische stof. De hedendaagse wetenschap zal werkelijk nooit diep genoeg in de kosmologische formaties kunnen doordringen om de wortels te vinden van de wereldstof of materie, tenzij ze langs dezelfde gedachtelijnen werkt als de middeleeuwse alchemist.
De geheime Leer Deel II hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 699/700):
Daarom is Indra, die nu wordt beschreven als ‘de god van het uitspansel, de verpersoonlijkte atmosfeer’, in werkelijkheid het kosmische beginsel mahat en het vijfde menselijke beginsel – manas in zijn tweevoudige aspect: als het met buddhi verbonden beginsel en als het beginsel dat zich laat neerhalen door zijn kāma-beginsel (het lichaam van hartstochten en begeerten). Dit blijkt uit het feit dat Brahmā aan de overwonnen god zegt dat zijn herhaalde nederlagen waren toe te schrijven aan karma, en een straf waren voor zijn losbandigheid en het verleiden van verschillende nimfen. In deze laatste hoedanigheid probeert hij, om zich voor vernietiging te redden, het op komst zijnde ‘kind’ te vernietigen, dat is bestemd om hem te overwinnen: – het kind stelt natuurlijk allegorisch de goddelijke en standvastige wil van de yogi voor – vastbesloten al dergelijke verleidingen te weerstaan en zo de hartstochten in zijn aardse persoonlijkheid te vernietigen. Indra slaagt daar opnieuw in, omdat het vlees de geest overwint – (de plannen van Diti worden verijdeld in het dvāpara yuga, tijdens de bloeitijd van het vierde Ras). Hij verdeelt het ‘embryo’ (van het nieuwe goddelijke adeptschap, dat nogmaals door de asceten van het Arische vijfde Ras wordt verwekt) in zeven delen – een verwijzing, niet alleen naar de zeven onderrassen van het nieuwe Wortelras, in elk waarvan er een ‘Manu’6 zal zijn, maar ook naar de zeven graden van adeptschap – en dan elk deel in zeven stukken, waarbij wordt gezinspeeld op de Manu-rishi’s van elk Wortelras en zelfs onderras.
6) Ondanks de verschrikkelijke en kennelijk opzettelijke verwarring van Manu’s, rishi’s en hun nageslacht in de Purāna’s, wordt één ding duidelijk: er waren (en zullen zijn) zeven rishi’s in elk Wortelras (in de heilige boeken ook manvantara genoemd), juist zoals er veertien Manu’s in elke Ronde zijn, terwijl de ‘heersende goden, de rishi’s en zonen van de Manu’s’ identiek zijn. (Zie Vishnu Purāna, Deel III, hfst. I.) In het Vishnu Purāna worden ‘zes’ manvantara’s gegeven, terwijl het zevende het onze is. Het Vāyu Purāna geeft de naamlijst van de zonen van de veertien Manu’s in ieder manvantara, en de zonen van de zeven wijzen of rishi’s. De laatstgenoemden zijn de nakomelingen van de voorvaderen van de mensheid. Alle Purāna’s spreken over de zeven prajāpati’s van deze periode (Ronde).
724: Het bovenstaande is volkomen juist, afgezien van misschien één punt. De ‘zevenvoudige classificatie’ in het esoterische stelsel is (voorzover de schrijfster weet) nooit door iemand die tot deze school behoorde, opgeëist als ‘het uitsluitende eigendom van de esoterische leer van de andere kant van de Himalaja’; er is slechts beweerd dat deze alleen in die oude school is blijven bestaan. Zij is evenmin het eigendom van de esoterische leer van de andere, als van deze kant van de Himalaja, maar is eenvoudig het gemeenschappelijke erfdeel van al dergelijke scholen, dat door de grote siddha’s12 van het vierde Wortelras is nagelaten aan de wijzen van het vijfde. We moeten bedenken dat de Atlantiërs pas tegen de tijd van hun val de verschrikkelijke, in zoveel van de oudste handschriften van India beschreven tovenaars werden, en dat het verzinken van hun continent daardoor werd veroorzaakt. Wat wordt beweerd is eenvoudig het feit dat de wijsheid die door de ‘goddelijken’ – geboren door de kriyāśakti vermogens van het derde Ras vóór zijn val en scheiding in geslachten – werd meegedeeld aan de adepten van het vroege vierde Ras, in al haar oorspronkelijke zuiverheid bij een bepaalde Broederschap bewaard is gebleven.
12) Volgens Śvetāśvatara-Upanishad (357) zijn de siddha’s degenen die vanaf de geboorte
bovenmenselijke vermogens bezitten en ook ‘kennis hebben van en onverschillig zijn tegenover de wereld’. Volgens de occulte leringen echter zijn de siddha’s de nirmānakāya’s of de ‘geesten’ (in de zin van een individuele of bewuste geest) van grote wijzen uit sferen op een hoger gebied dan het onze, die vrijwillig in sterfelijke lichamen incarneren om het menselijke ras bij zijn opgaande ontwikkeling te helpen. Vandaar hun ingeboren kennis, wijsheid en vermogens.
726/727: Daar genieten de grote wijzen gastvrijheid. En wanneer ze zijn vereerd en verdwenen, komt een ander woud stralend tevoorschijn, waarin intelligentie de boom is en bevrijding de vrucht, en dat schaduw bezit (in de vorm van) rust, die berust op kennis, die tevredenheid tot water heeft en de KSHETRAJÑA (het ‘hoogste ZELF’, zegt Krishna in de Bhagavad Gītā, blz. 102 e.v.) binnenin tot zon.’
727: Nu is al het bovenstaande heel duidelijk, en zelfs de minst geleerde theosoof zal deze allegorie kunnen begrijpen. En toch zien we dat grote oriëntalisten er in hun verklaringen een volkomen warboel van maken. De ‘grote wijzen’ die ‘gastvrijheid genieten’ worden verklaard als de zintuigen, ‘die, nadat zij eerst buiten verband met het zelf hebben gewerkt, er tenslotte in worden opgenomen’. Maar het is niet te begrijpen hoe de zintuigen, als zij ‘buiten verband’ staan met het ‘hogere Zelf’, ‘erin kunnen worden opgenomen’. Men zou integendeel denken dat, juist omdat de persoonlijke zintuigen zich richten op en zich trachten te verbinden met het onpersoonlijke Zelf, het laatstgenoemde, dat VUUR is, de lagere vijf verbrandt en daardoor de hogere twee, ‘denkvermogen en begrip’, of de hogere aspecten van manas16 en buddhi, loutert. Dit blijkt heel duidelijk uit de tekst. De ‘grote wijzenverdwijnen nadat ze ‘zijn vereerd’. Vereerd door wie, wanneer ze (de veronderstelde zintuigen) ‘buiten verband met het zelf’ staan? Door het DENKVERMOGEN natuurlijk; door manas (in dit geval verenigd met het zesde zintuig), dat niet het Brahman, het ZELF of kshetrajña – de spirituele zon van de ziel – is en kan zijn. In de laatstgenoemde moet manas na verloop van tijd zelf worden opgenomen. Het heeft ‘grote wijzen’ vereerd en gastvrijheid verleend aan aardse wijsheid; maar zodra er ‘een ander woud stralend tevoorschijn komt’, wordt de intelligentie (buddhi, het zevende zintuig, maar het zesde beginsel) veranderd in de boom – die boom, waarvan de vrucht bevrijding is – die tenslotte de Aśvatthaboom, het symbool van het leven en van zijn denkbeeldige vreugden en genietingen, tot in de wortels vernietigt. En daarom hebben zij die deze toestand van bevrijding bereiken, volgens de woorden van de hierboven geciteerde wijze, ‘daarna geen vrees’. In deze toestand ‘kan het einde niet worden waargenomen omdat het zich naar alle kanten uitstrekt’.
16) Evenals mahat (universele intelligentie) eerst wordt geboren of zich manifesteert als Vishnu en daarna, wanneer het in de stof valt en zelfbewustzijn ontwikkelt, egoïsme, zelfzucht wordt, zo heeft ook manas een tweevoudige natuur. Het staat respectievelijk onder de zon en de maan, want zoals Śankarāchārya zegt: ‘De maan is het denkvermogen en de zon het begrip.’ De zon en de maan zijn de godheden van onze planetaire macrokosmos, en daarom voegt Śankara eraan toe dat ‘het denkvermogen en het begrip de respectievelijke godheden van de (menselijke) organen zijn’ (zie Brihadāranyaka, blz. 521 e.v.). Dit is misschien de reden waarom Arjuna Miśra zegt dat de maan en het vuur (het zelf, de zon) het heelal vormen.

G. de Purucker boek Aspecten van de Occulte Filosofie, hoofdstuk Kometen en meteoren Betreft: Brief 23B, blz. 174-5
Wat we de melkweg noemen is al gereedgemaakte wereldstof, zowel de lichtende als de donkere nevelvlekken: verschillende fasen van al geprepareerde wereldstof. Er is een analogie met het menselijk lichaam, maar dit is natuurlijk geen collegezaal voor fysiologie en daar kan ik dus niet gemakkelijk op ingaan.
Als voor een zonnestelsel de tijd aanbreekt om zich weer te belichamen, op dezelfde manier als een mens reïncarneert, maakt een bepaald deel van deze wereldstof, die haar pralaya heeft beëindigd, of liever de pralaya van de vorige zon, zich los van de melkweg en begint eerst langzaam en later snel, zijn omzwervingen als komeet door vele delen van het melkwegstelsel, om tenslotte zijn eigen bestemde plaats in de ruimte te bereiken.

Alice Ann Bailey (geboren Alice Ann le Trobe-Bateman) (16 juni 1880 – 15 december 1949) was een Britse schrijfster. Zij wordt door haar volgelingen gezien als de voortzetster van het werk van theosofe Helena Petrovna Blavatsky.
Alice Bailey beschrijft in haar boek De wederkomst van Christus de ‘Avatar of Synthesis’ die zoals zij zegt een ‘nauw metgezel’ is van de ‘de Christus’.
Zij zegt: 'Hij werkt onder de grote natuurlijke Wet van synthese die eenheid en fusie voortbrengt. Zijn functie (in harmonie met de energie van Christus) is het voortbrengen van een spirituele wil in de mensheid, de wil tot het goede.'

In het Oude Testament is de hemel de verblijfplaats van God. Volgens recente inzichten zit het scheppingsmechanisme in het kosmisch plenum, de kwantumverstrengeling verborgen. De conclusies in het rapport ‘E i V’ zijn juist tegengesteld aan de opinie van Jan Koster. Het is eerder de dwaasheid van epithumia, dan de wijsheid van thumos die de wereld regeert. Een oplossing ligt in het verschiet wanneer de nauwe verstrengeling tussen 'Wetenschap en Politiek' wordt doorbroken. De essentie van het rapport is dat we moeten leren ons met de natuurlijke kringlopen te verbinden. Net als de scheiding van 'Kerk en Staat' dienen ook 'Politiek en Wetenschap' duidelijk van elkaar te worden gescheiden.

Door het ‘u vraagt, wij draaien’ van het cliëntelisme, de twee handen op een buik politieke machtsspelletjes kan van een gesloten systeem worden gesproken waarvoor de tweede wet van de thermo dynamica geldt en waarop dus de entropie van toepassing is. Of met andere woorden in een gesloten systeem blijft de kwantiteit, de totale hoeveelheid energie gelijk, maar de kwaliteit van de totale hoeveelheid energie zal na verloop van tijd lager zijn dan ervoor. Maar gelukkig bestaat er ook negentropie. Het is de negentropie (negatieve entropie) die orde schept in de chaos.

De éne werkelijkheid bestaat uit paren van tegenstellingen (syzygieën). Asymmetrie bestaat op aarde, maar niet bij God (Ain-Soph) in de hemel. ‘Begrip en onbegrip’, ‘orde en wanorde’, ‘negentropie en entropie’, ‘analoog en digitaal', rationaliteit en ‘logische afhankelijkheid’, ‘collectieve en persoonlijke onbewuste’, 'psychoanalyse en psychosynthese', 'evolutie en involutie', 'microkosmos en macrokosmos', 'individueel en collectief', 'Idealisme en Materialisme', ‘hemel en aarde’ kunnen niet los van elkaar worden gezien.

Stelling: In plaats van de 4e, 5e en 6e macht te faciliteren dienen politici, lees de overheid voor wat betreft de klimaatproblematiek en de distributie van de schaarse natuurlijke grondstoffen zelf het voortouw te nemen. Wanneer Europa met het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM) een deel van de risicobeheersing van banken overneemt bevat de slogan ‘dat het systeem het privatiseren van winsten en het collectiviseren van risico’s bevordert’ zeker een grond van waarheid.

Om een cultuuromslag te realiseren gaat het uiteindelijk om een integrale denktrant (de synthese tussen de domeinen van de alfa-, béta- en gammawetenschappers) die het parochiale denken, de symboolpolitiek van het ’eigen koninkrijkje’, de 'bv Ego' overstijgt.

‘Politiek is in staat van ontkenning’ Al Gore voert wereldwijd campagne met onheilsfilm over ‘klimaatcrisis’
„En onlangs keerden 85 congregaties zich af van het klimaatstandpunt van Bush en Cheney”, vertelt Gore. „Dit is erg bemoedigend. Het is misschien wel het meest hoopgevende teken.”
Het roer moet om of met andere woorden zijn we Klaar om te wenden?”. Om met Al Gore: van de film An Inconvenient Truth te spreken:
Geloofsgemeenschappen voegen aan de inzichten van wetenschap en technologie de perspectieven toe van geloof en waarden, verbeeldingskracht, spirituele motivatie en morele passie, zonder welke onze plannen het eenvoudigweg niet zullen halen. Geloofsgemeenschappen bereiken miljoenen mensen. Het gaat hier niet om een politieke, maar om een morele kwestie. Het gaat om de overleving van de beschaving.

De tijdgeest wordt door het individuele consumentengedrag, 'zelfexpressie door consumptie' en het collectieve stemgedrag tot uitdrukking gebracht.

In het rapport Eenheid in Verscheidenheid worden de contouren geschetst hoe 'probleem en oplossing' van de culturele evolutie (cultuuroverdracht) met elkaar samenhangen. De oplossing van het ééndimensionale marktdenken ‘u vraagt, wij draaien’ heeft een psychologische (Deel IV), een sociologische (Deel V) en een filosofische (Deel VI en VII) dimensie. Primair draait het om hoe geven we als mens aan het individuele leerproces vorm en inhoud? Of met andere woorden het gaat niet alleen om de vorm, maar in het bijzonder hoe geven we met onze psyche inhoud aan onze functie, dus de verschillende rollen die we op aarde vervullen.

====

Theïst en Atheïst (Reciprociteit, 'Regulier en Seculier', 'Entropie en Negentropie', 'Relatief en Absoluut')

Isaac Newton: Mensen bouwen te veel muren en te weinig bruggen.
P. Krishna: De wanorde die we om ons heen zien in de maatschappij is een projectie van de wanorde die aanwezig is in het menselijk bewustzijn.
Prof. Perkamentus (Harry Potter: Veel meer dan onze talenten, zijn het onze keuzes die bepalen wie we werkelijk zijn.
G. Reve De mens wil zich onderscheiden van alle anderen, maar evenzeer wil hij zich conformeren. Hij wil zo 'apart’ en uniek mogelijk zijn, maar tegelijkertijd verlangt hij, dat zijn uniekheid toch nog ’ergens bij aansluit’: niemand wil ’gek’ zijn (Brieven aan mijn lijfarts).
Jan Börger: De Basis van alle cultuur is de ether, d.w.z. de eenheden voor zich gedacht en de eenheden in-een gedacht en dat tegelijkertijd.
Martin Heidegger: Voor een waarlijk vreugdevol en heilzaam menselijk werk om te gedijen, moet de mens in staat zijn op te klimmen vanuit de diepten van zijn aarding thuis tot in de ether.
Ulrich Beck: Er zijn geen individuele oplossingen voor sociaal geproduceerde problemen.
Noblesse oblige Adeldom legt verplichtingen op
(tegenwoordig gebruikt om aan te geven dat een bepaalde positie bepaalde verplichtingen met zich meebrengt)

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen deel 3: 1887 –1889
Hoofdstuk Het esoterische karakter van de evangeliën (p. 110):
Toen hij haar achtervolgde tot aan de voet van het altaar met de bedoeling haar te doden, werd ze gered door de Pythia die aan beiden het geheim van hun verwantschap onthulde. Ter nagedachtenis aan deze nipte ontsnapping bouwde Creüsa, de moeder, de stad Chrisa of Krisa. Zo is de allegorie, en ze symboliseert eenvoudig de inwijdingsbeproevingen.4
4) 4. Voor een occultist bevat de mythe van
Janus (als het een mythe is) vreemde en veel te denken gevende elementen. Sommigen maken van hem de verpersoonlijking van Kosmos; anderen, van Caelus (hemel); vandaar dat hij ‘twee gezichten’ heeft, door zijn twee aspecten: geest en stof. Hij is niet alleen ‘Janus Bifrons’ (met twee gezichten), maar ook Quadrifrons – het volmaakte vierkant, het symbool van de kabbalistische godheid. Zijn tempels werden gebouwd met vier gelijke zijden, met een deur en drie ramen aan elke kant. Mythologen verklaren dit als een symbool van de vier jaargetijden, van de drie maanden in elk jaargetijde, en samen van de twaalf maanden van het jaar. Tijdens de inwijdingsmysteriën werd hij de dag-zon en de nacht-zon. Daarom wordt hij vaak voorgesteld met het getal 300 in de ene hand en in de andere 65, of het aantal dagen van het zonnejaar. Chanoch (Kanoch en Henoch in de Bijbel) is – of hij nu de zoon van Kaïn, de zoon van Seth of de zoon van Methusalem is – één en dezelfde figuur, zoals op grond van kabbalistische bronnen kan worden aangetoond. Als Chanoch is hij (volgens Fuerst), ‘de inwijder, leraar van de sterrenkundige cirkel en van het zonnejaar’, van wie gezegd wordt dat hij 365 jaar heeft geleefd en levend naar de hemel werd gevoerd, als vertegenwoordiger van de zon (of God). (Zie het boek Henoch). Deze aartsvader heeft veel aspecten gemeen met Janus, die, exoterisch, Ion is, maar kabbalistisch Iao, of Jehovah, de ‘Heer God van de voortplanting’, de mysterieuze Jod, of de Ene, (een fallisch getal). Janus of Ion is immers ook Consivius, a conserendo (hij die zaait of plant), omdat hij over de voortplanting heerste. Men ziet hem gastvrijheid verlenen aan Saturnus (Chronos, ‘tijd’) en hij is de inwijder van het jaar, of tijd verdeeld in 365.
Hoodstuk Antwoord op mw. Blavatsky’s aantekeningen bij de
christelijke esoterie (p. 204,205):
Al onze
tegenslagen komen van dat monster, dat de Satan is over wie onze gelijkenissen spreken. U zult dadelijk horen wat Jezus-Christus zelf hierover zegt. Maar eerst wil ik nog eens de triomfkreet herhalen die vier jaar geleden, als het klaroengeschal van de wachter ’s morgens vroeg, in het centrum van Parijs weerklonk: ‘In de 20ste eeuw zal de oorlog dood zijn, zullen de grenzen dood zijn, zullen de legers dood zijn, zullen de keizers dood zijn’, enz. Een enorme menigte, verzameld bij het Château-d’Eau, was laaiend enthousiast door de vurige bezieling van die profetische woorden, en de echo’s verspreidden die emotie tot in de verre omtrek. Moeten we zeggen dat Victor Hugo, die vooral geniaal was in zijn voorgevoelens en vooruitziende blik, en dat Parijs, Frankrijk, Europa – de christelijke wereld van het ene uiteinde tot het andere – zich voeden met illusies en optimistische dromen koesteren? Overal in het Westen en in heel Amerika roert zich de werkelijke geest van Christus, daar kunt u zeker van zijn! De christelijke wereld kan niet langer bestaan zonder te begrijpen dat ze aan Christus toebehoort. ‘Mens agitat molem.’1 Haar Verlosser had die geest, en Paulus zou in onze tijd maatschappelijk gezien gelijk hebben: ‘Non estis vestri, vos estis Christi.’2 O mensen, Christus houdt u in zijn greep! Op de slottoren van Vincennes sprak de pythia de waarheid toen ze 110 jaar geleden via de staatsgevangene Diderot deze bevlogen woorden naar de wereld slingerde: ‘Deus, ecce Deus’3 ‘Volkeren sta op, de verlossing is nabij!’ Ziet u, geachte mevrouw, als u recht wilt doen aan het stelsel van onze verlossing en de geest van de grondlegger ervan, dan moet u twee dingen doen: ten eerste moet u niet van ‘een kwestie van principes en leringen een kwestie van personen of de geestelijkheid maken’, zoals een van uw briljante landgenoten, mw. Swetchine, heeft gezegd. De rooms-katholieke kerk bevindt zich misschien niet meer op de hoogte van het heilige evangelie, maar dat wil nog niet zeggen dat het evangelie zelf iets van zijn wetenschappelijke, religieuze en maatschappelijke waarde heeft verloren. Het kan zijn dat de christelijke geestelijkheid diep is gezonken, maar haar decadentie impliceert absoluut niet die van het katholicisme. Het zou goed zijn om in dit verband Rosmini-Serbati te lezen! . . . In de tweede plaats moeten we rekening houden met de betreurenswaardige toestand waarin het Westen zich bevond toen onze messias het tijdperk van onze verlossing – zowel in religieus, maatschappelijk, economisch als politiek opzicht – kwam inluiden.

De gevolgen van de coronapandemie leren ons uiteindelijk veel over onszelf (Daan Roovers Volkskrant 13 november 2020 p. V18-19):
En toch verdient de parallel tussen oorlog en pandemie aandacht, al is het maar omdat deze ook voorkomt in het werk van een van de grootste chroniqueurs van de epidemie : Albert Camus, in zijn fameuze roman De pest . Hij schrijft: ‘Er zijn in de wereld evenveel pestepidemieën geweest als oorlogen, en toch zijn de mensen op beide even weinig voorbereid.’ Volgens Camus kenmerken beide grote ontwrichtende gebeurtenissen, de oorlog en de epidemie, zich door het feit dat mensen zich eenvoudigweg niet kunnen voorstellen dat ze daadwerkelijk zullen uitbreken. En als de rampspoed dan tóch uitbreekt, kunnen we ons niet voorstellen dat het lang zal duren. Zo iets onwerkelijks en stompzinnigs, dat zal wel snel voorbijgaan…
Deze hermetische scheiding tussen binnen en buiten de poorten is een existentiële sleutel in het verhaal. Door het leven van de stadsbewoners van een ‘buitenwereld’ te ontdoen belicht Camus de zinloosheid en de betekenisloosheid die mensen kunnen ervaren als ze volledig overgeleverd zijn aan zichzelf en hun nabije omgeving. Er is geen buiten en geen elders. Geen toen en geen straks. Er is alleen maar dat ene, lange uitgerekte moment, de isolatie. Wat heeft ons bestaan dan te betekenen, ontdaan van verleden en toekomst, ontdaan van een buitenwereld en dus van elke vlucht uit het hier en nu? Kunnen wij betekenisvol leven in die microkosmos?
Dat brengt mij terug bij Camus, die niet alleen in De pest, maar ook in De mythe van Sisyphus voortdurend deze kale, onbarmhartige werkelijkheid thematiseert. De mens is alleen, in een verder onverschillig universum. Net als in de afgesloten stad, Oran. De afgesloten stad is de laboratorium-opstelling van de samenleving, de quarantaine is de incubator van mens-zijn; proefopstellingen waarin we onszelf leren kennen.

Het open bewustzijn: de Chinese filosofie van het taoïsme
Deel 5: Het
continuüm van leven en dood (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #95 maart 2020):
Slotwoord
Zhuangzi beweegt zich in zijn levendige dialogen
‘als mens onder mensen’ en beschrijft in zijn parabels de natuur in vele levensvormen en schakering. Hij ziet de eenheid der tegendelen en drinkt uit een onuitputtelijke bron, die hij beschrijft als de eenheid in verscheidenheid waarin hij voortdurend verblijft. Het voeling houden met deze eenheid, die het centrum of de spil is waar alle tegendelen om draaien, ziet hij als de basis van een juiste levenswijze en de basis voor een wijs bestuur. Evenals nu kon daaraan toen het een en ander verbeteren. Mede daarom heeft hij zijn onderricht gegeven en zijn boek geschreven.

Albert Camus: De pest en de coronacrisis
Deel 1: Inleiding, hoofdthema’s , visie van Camus (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #95 maart 2020):
Over Corona wordt genoeg geschreven. Daarom zal het hier vooral gaan over De pest. Het is de meest complexe roman van Camus, die hem over de hele wereld beroemd maakte en hem met zijn andere werken in 1957 de Nobelprijs verschafte.\\ Eigen ervaring
Camus werd ooit aangehouden door een politieagent, die hem naar zijn beroep vroeg. “Schrijver,” zei Camus. Over misdaad of over liefde, vroeg de politieman. “Een beetje van beide,” zei Camus. Deze kanten zien we ook in De pest, hoewel het vooral een kroniek en een bekentenis wil zijn van de heroïsche strijd van een groepje solidaire mensen met een onaanvaardbaar lot. Het geeft uitdrukking aan de solidariteit die Camus heeft beleefd in zijn verzetsgroep rond verzetskrant Combat, waarvan hij de hoofdredacteur was en waarvoor ook Sartre schreef.

Albert Camus: De pest en de coronacrisis
Deel 2: De quarantaine, de ontregeling van het leven en de gezamenlijke strijd (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #95 maart 2020):
De dood van een kind als dieptepunt
Camus ziet God als een macht die mensen veeleer scheidt dan verbindt. In de christelijke visie zou volgens Camus God als Schepper uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor een schepping waarin onschuldige kinderen sterven. Voor Paneloux is dat een reden om alles te aanvaarden of anders alles te loochenen wat hij geloofde inclusief God. Camus en Rieux kiezen voor het laatste. Hij kan niet geloven in een God die kinderen zo laat sterven. Paneloux blijft ondanks het vreselijke leed in God geloven.
Het ontregelde leven
Schrijver en correspondent Ilja Leonard Pfeiffer schrijft hoe de zwager van zijn zwager eenzaam sterft, zonder afscheid van zijn vrouw en kinderen. Zijn vrouw is ook besmet. “Zij zit opgesloten in haar huis in de strengste vorm van quarantaine... Het verdriet en de eenzaamheid, waarvan niemand zich een voorstelling kan maken, hebben haar gedachten vertroebeld. Zij is ontroostbaar in die zin dat troost haar niet bereiken kan... Dat is het wrede van dit virus: het valt onze dierbaren aan en rukt ons tegelijkertijd van hen los. Wie wordt getroffen wordt dubbel getroffen, want we mogen hem of haar niet troosten met onze nabijheid” (NRC 19 en 17 maart 2020). Eén van de talloze gevallen.
Ook Camus beschrijft de
tegenstrijdigheid van “de sterke drang naar de warmte van het samenzijn en zich toch niet daaraan durven overgeven... Men weet maar al te goed dat men zijn buurman niet kan vertrouwen, dat hij bij machte is je buiten je weten de pest te bezorgen... De pest kan elk ogenblik de hand op hun schouder leggen en staat misschien op het punt dat te doen op hetzelfde ogenblik dat zij zich verheugen nog gezond te zijn” (p 143).

Albert Camus: De pest en de coronacrisis
Deel 3: De kentering en de bevrijding (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #95 maart 2020):
Het keerpunt
Zoals gezegd markeerde de dood van het kind een dieptepunt en een keerpunt. De stijgende curve van pestgevallen leek stabiel te worden. “Volgens de mening van deskundigen was dit een gunstig teken. Dr. Richard bijv. vond de curve... zeer hoopvol... Hij schreef dit toe aan het nieuwe serum van Castel, waarmee inderdaad enige onverwachte, goede resultaten waren bereikt... Juist terwijl de ziekte zich in haar periode van stabiliteit bevond, bezweek dr. Richard aan de pest... De autoriteiten werden [daardoor...] weer even snel en inconsequent pessimistisch als ze eerst optimistisch waren geworden... Hoe dan ook, er was geen openbaar gebouw meer dat niet was ingericht tot ziekenhuis... Maar in het algemeen werd het niet nodig geacht nog verder strekkende maatregelen te nemen dan die welke Rieux had ingesteld.”
Het slot
“Luisterend naar de vreugdekreten, die uit de stad opstegen, bedacht Rieux, dat deze blijdschap nog steeds bedreigd werd. Want hij wist, wat de menigte onbekend was..., dat de bacil van de pest nooit sterft of geheel verdwijnt, dat zij tientallen jaren kan blijven sluimeren... en dat wellicht de dag zou komen waarop, tot onheil en lering der mensen, de pest haar ratten weer zou wekken en uitzenden om te sterven in een gelukkige stad.” Zo luiden de waarschuwende laatste woorden van De pest, nadat Rieux op het terras onder de sterrenhemel, verbonden met de natuur, uiting heeft gegeven aan zijn verbondenheid en solidariteit met de mensen. Rieux had op het hooggelegen dakterras van zijn patiënt een ruime, open vogelvisie over de bevrijde stad en ook op afstand voelde hij zich verbonden met de mensen en aan alle kanten omhuld door de sterrenhemel.

Albert Camus over suïcide en verzet tegen het absurde leven (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #90 oktober 2019):
De mythe van Sisyphus
Camus opent zijn essay De mythe van Sisyphus (1942) met de volgende stelling: "Er bestaat maar één werkelijk ernstig filosofisch probleem: de zelfmoord. Oordelen of het leven wel of niet de moeite waard is geleefd te worden, is antwoord geven op de fundamentele vraag van de filosofie." Zijn antwoord komt neer op het aanvaarden van het absurde van het bestaan en het verzet tegen de zinloosheid. Het absurde leven krijgt zin door zich in te zetten voor anderen. Camus gaat ervan uit dat het leven absurd en nutteloos is en geen (diepere) zin heeft, maar legt zich daarbij niet neer. Hij wijst suïcide af en ziet in de absurditeit van het bestaan geen reden om suïcide te plegen, maar juist een reden om zich ertegen te verzetten. Dit verzet is te beschouwen als een zelfverschafte zin aan het leven. In de oorlog heeft Camus in het verzet gezeten. Hij was hoofredacteur van het verzetsblad Combat, waar Sarte later ook aan meewerkte.

Voetnoot (Bekeringsdrift of Waarom die bekeringsdrift bij atheïsten? (Arnon Grunberg Volkskrant 25 augustus 2016):
Een lezer liet me per e-mail weten dat mensen die in God geloven minder intelligent zijn dan mensen die dat niet doen. Nu geloofde Kurt Gödel, een geniaal wiskundige, in spoken. Het verband tussen geloof, welk geloof dan ook - laten we zeggen, het koesteren van illusies - en intelligentie lijkt me onbewezen.
Daarnaast kan monotheïsme als een afwijzing van afgodendienst worden beschouwd. Zo bezien is een atheïst iemand die, allicht zonder dat te beseffen, afgoden dient. Overigens heb ik niets tegen afgoden.
Wel verbaast het me dat veel atheïsten menen andere mensen te moeten beroven van hun illusies, en dat ook nog op selectieve wijze.
Vanwaar toch die bekeringsdrift?
De e-mail van de lezer wierp licht op de zaak. Het reëel bestaande atheïsme is het verlangen om je verheven te voelen boven anderen zonder daar iets voor gepresteerd te hebben.
Zodat je bijvoorbeeld op Kurt Gödel kunt neerkijken.

Martelaarschap en de moderne kerk of De volwassen kerk is een stervende kerk (Ross Douthat Volkskrant 11 augustus 2016 p. 20):
Als geweld of fanatisme zich nu nog voordoen, is dat vanwege technisch en politiek falen - onvoldoende onderwijs, ongelijke verdeling van middelen, ontoereikende dialogen, ideologische manipulatie - en niet vanwege diepe religieuze kloven. (Vandaar dat de paus benadrukt dat de huidige jihadgolf eerder economisch dan religieus gemotiveerd is).
Dat is de impliciete zienswijze van na het Tweede Vaticaans Concilie - de kerk waarin zowel Franciscus als de vermoorde Hamel is opgegroeid. Een kerk die ervan uitgaat dat de liberale moderne tijd een permanente verandering inhoudt van ons mens-zijn, een soort 'volwassenwording' waarbij ook het geloof volwassen moet worden:
denkbeelden over de eigen exclusiviteit moeten wijken, opdat we in gemeenschap met de hele mensheid kunnen floreren. Al te luid gepraat over martelaarschap in deze context verwart vandaag met gisteren en brengt het risico met zich mee van een terugval in de vruchteloze godsdiensttwisten van weleer.
Ook de liberale orde in bredere zin staat onder druk. De Europese Unie, nog een grootse droom toen Hamel in 1958 tot priester werd gewijd, is tegenwoordig een krakende, impopulaire bureaucratie die van binnenuit door nationalisme wordt bedreigd en worstelt met de opname van immigranten uit culturen die nooit liberalisme hebben gekend.

Modern ideeëngoed verslijt razendsnel (Dirk-Jan van Baar de Volkskrant 11 augustus 2016 p. 18):
Europese gedachte
In plaats dat democratieën de handen ineenslaan, draait alles om identiteitspolitiek, van verongelijkte meerderheden tot de kleinste minderheid.
Alleen de Japanners wisten zich aan de Europese kolonisatie te onttrekken, en in mindere mate de Turken, al werd hun moslimrijk steeds kleiner.
Maar vrijheid en democratie werden toen niet als 'gemeenschappelijke waarden' gedefinieerd. Dat deden alleen de Amerikanen, die zich tegen het Europese kolonialisme verzetten.
Van gemeenschappelijke westerse waarden kon je een eeuw geleden niet spreken. De Europese orde moest door het blauwe bloed van de koningshuizen bijeengehouden worden: nooit meer een Franse Revolutie! In Rusland moesten de bolsjewieken nog de macht grijpen, algemeen kiesrecht (laat staan vrouwenkiesrecht) was er nergens, de kerken waren bezig hun eigen geloofsgemeenschap te emanciperen en hadden de vrede nog niet ontdekt.
De westerse waarden van nu, vrijheid, democratie en mensenrechten, zijn op Amerikaanse leest geschoeid. Amerika is nog steeds een christelijk land. Maar het christendom, een lijdensverhaal geworteld in een geschiedenis van tweeduizend jaar waaraan het hele Westen zijn gelijkheidsmoraal ontleent, is in Europa bezig in rap tempo te verdwijnen, zonder dat iemand het erg vindt.
Identiteitspolitiek
De Europese idee, tot voor kort nog een visionaire gedachte die op pragmatische wijze nationale tegenstellingen moest overwinnen, wordt nu als utopie afgewezen, als politiek correct maakbaarheidsideaal van de linkse kerk. De vraag in hoeverre hiermee het kind met het badwater wordt weggegooid, wordt niet gesteld.
Ineens maakt iedereen zich druk om
gelijkberechtiging van lhbt'ers, een afkorting die tot voor kort volkomen onbekend was. Je zou denken dat de democratische landen vanwege alle uitdagingen uit de niet-westerse wereld de handen ineenslaan, maar alles draait om identiteitspolitiek van verongelijkte meerderheden tot de kleinste minderheid.
Tegelijk ziet Europa zich geplaatst tegenover een ontketende moslimwereld die een eeuw geleden alleen nog toekomst had als die in Europese zin zou hervormen. Nu is het de vraag of het ontkerkelijkte Europa zich zal handhaven, onder druk van een vreemde religie waarvan nooit gedacht is dat die voor de moderne wereld nog een serieuze bedreiging kon zijn. Dat staat garant voor nog veel meer gekkigheid.

Ook atheïsten houden van mensen (Boris van der Ham Volkskrant 27 juli 2016 p. 20):
Laat iedereen - gelovig of atheïst - in vrijheid van elkaars inspiratiebronnen gebruikmaken.
In zijn artikel tegen het atheïsme (O&D, 26 juli) toont Reinout Wibier zijn liefde voor religie. Hij ergert zich aan de atheïstische reflex in de wetenschap die religieuze gevoelens weg zou lachen, of alleen de negatieve aspecten benadrukt. Maar, zo werpt Wibier tegen: ook de wetenschap heeft negatieve aspecten. Immers, 'waren het niet natuurkundigen die de atoombom hebben uitgevonden?'
Laat iedereen - orthodox, vrijzinnig, gelovig of atheïst - in vrijheid van elkaars inspiratiebronnen gebruik maken, zonder elkaar tot karikaturen terug te brengen.

Atheïsten zijn beperkte, oppervlakkige mensen (Reinout Wibier Volkskrant 26 juli 2016 p. 17):
Godsdienst is een uitvinding die een waardevolle toevoeging vormt op het menselijk bestaan.
Wetenschap afschaffen
Wat in deze discussie soms over het hoofd wordt gezien is dat met dit type argumentatie even goed kan worden betoogd dat het maar beter zou zijn wanneer de wetenschap zo snel mogelijk wordt afgeschaft. Op de erelijst van dit terrein kunnen moeiteloos de meest vreselijke menselijke drama's worden opgetekend. Waren het niet natuurkundigen die de atoombom hebben uitgevonden? Sterker nog, vrijwel alle wapentuig heeft zijn bestaan te danken aan wetenschappelijke ontdekkingen.

Atheïstische boeddhist (Harmen Grootenhuis Volkskrant 30 juli 2016 p. 29)
In de discussie over de waarde van religie lijken zowel Reinout Wibier als Boris van der Ham ervan uit te gaan dat er een tegenstelling bestaat tussen atheïsme en religie.
Dat is nog maar de vraag. Het aanbidden van een god is immers geen vereiste voor een religie. Een atheïstische boeddhist, bijvoorbeeld, laat zich prima denken.
In de praktijk wordt de term 'religie' vooral gebruikt om een onderscheid te maken tussen atheïsten en de rest. Een religieus mens is iemand die op zijn best een charmant maar naïef wereldbeeld koestert en op zijn slechtst een sadistische zelfmoord-terrorist is. De atheïst daarentegen is een kind van de Verlichting dat zich laat leiden door rede en wetenschap.
Het zou mooi zijn als atheïsten en religieuzen niet langer tegenover elkaar worden geplaatst als verschillende soorten mensen, want dit komt neer op het vergelijken van appels met peren. Je kunt atheïsten vergelijken met christenen of moslims, maar niet met religieuzen.
De term 'religie' is een containerbegrip dat alles van Europees christendom tot Japanse shinto en meer moet omvatten. Er is eigenlijk geen reden om atheïsme buiten het rijtje met religies te houden.

Het draait om hoe kunnen we de kwaliteit van de besluiten verbeteren. Er dient wel degelijk met de keerzijde van de evolutietheorie rekening te worden gehouden dat er van doelgerichtheid in de natuur sprake is. Het gaat er dus om, net zoals eerder Jared Diamond heeft betoogd, een manier te vinden om mensenmassa’s in bedwang te houden. Volgens Jared Diamond zijn daarvoor de religies uitgevonden. Maar dit is niet waar. Religies zijn niet uitgevonden, maar maken deel uit van ons innerlijke bewustzijn. De wet van harmonie, de karmische wet is met antropogenese verbonden. Antropogenese geeft een aanwijzing voor de oplossing van het lastige vraagstuk van de oorsprong van het kwaad, en laat zien dat de mens zelf het ENE scheidt in verschillende tegengestelde aspecten (De Geheime Leer Deel II p. 309).

Dat de kerken verdwijnen is niet om over te juichen, zelfs niet voor de grootste atheïst of We zullen de kerken vreselijk gaan missen (Sander van Walsum Volkskrant 26 maart 2016 katern Vonk p. 14-15):
God uit Nederland
De kerken, die ooit in hoge mate beeld- en sfeerbepalend waren voor Nederland, hebben zich ontwikkeld tot 'kleine pleisterplaatsen van belofte en hoop'. Deze welwillende kenschets van de ontkerkelijking, door religiewetenschapper Joep de Hart in de onlangs verschenen publicatie God in Nederland, houdt de mogelijkheid van een religieus reveil open. De vroegchristelijke kerken waren tenslotte ook bescheiden in omvang. Een nieuwe bloei zou dus in het verschiet kunnen liggen. Bescheidenheid
Met hun bescheidenheid doen de kerken zichzelf te kort. Want wat hun tekortkomingen ook mogen zijn geweest, ze hebben eeuwenlang een bron van maatschappelijke cohesie en continuïteit gevormd. Hun rol ging gepaard met geestelijke dwingelandij en met machtsmisbruik, zeker. Maar geestelijken hebben ook vaak aan de goede kant van de geschiedenis gestaan. Ze hebben gestreden voor de sociale rechten van het proletariaat en voor de afschaffing van de slavernij. En ze waren verklaarde tegenstanders (en slachtoffers) van de dictators van de 20ste eeuw. De kerk heeft zichzelf altijd van dwalingen verlost. Vandaar dat ze nog steeds bestaat. De - ware - verhalen over machtsmisbruik door kerkdienaren doen geen recht aan de kerk als een instituut met veel verschijningsvormen en met een groot zelfreinigend vermogen.
Volgens Richard Dawkins, de hogepriester van het atheïsme, geldt dat zelfs voor de Holocaust, die hij als de culminatie ziet van een lange antisemitische traditie in christelijk Europa. Het christelijk antisemitisme had echter geen raciale grondslag, anders dan het 'moderne antisemitisme', dat wortelde in de wetenschappelijke revolutie van de 19de eeuw. Maar in zijn ijver het christendom als bron van alle kwaad te identificeren, laat Dawkins dit soort details ongenoemd. Hij legt wel een causaal verband tussen de wandaden van christelijke vorsten en het geloof dat zij aanhingen, maar niet tussen de misdrijven van Hitler en Stalin en het atheïsme. Overtuiging
Dawkins mag in zijn afwijzing van de kerk dan feller zijn dan de meeste atheisten, zijn opvattingen over de wortels van de Holocaust waren lange tijd gemeengoed onder progressieve Nederlanders - en zijn dat wellicht nog steeds.
De overtuiging dat God níét bestaat wordt met meer onverdraagzaamheid en hoon voor andersdenkenden uitgedragen dan de overtuiging dat God wél bestaat.
De gelouterde kerk koestert de twijfel die daarbuiten uit de mode is geraakt. Het behoud van die kerk is in ieders belang.

Het is mogelijk oude inzichten aan nieuwe inzichten te toetsen. Uiteindelijk blijkt dat er niets nieuws is onder de zon. Het leerproces op aarde was al bekend bij Socrates en Plato, maar ook al bij Zarathoustra en Vyâsadeva (Vyasa), auteur van de Bhagavad Gita (Tegenstellingen, 5D-concept en Ethisch reveil).

Rupert Sheldrake: There is a conflict at the heart of science between the spirit of free enquiry and the materialist worldview. I gave a talk on this subject at a TEDx event in London earlier this year, in which I discussed the ten dogmas of modern science. I showed that by turning the dogmas into questions they can be examined critically in the light of the findings of science itself. For example, the assumption that the total amount of matter and energy is always the same becomes "Is the total amount of matter and energy always the same?" Most physicists now think that the universe contains vast amount of dark matter and dark energy, whose nature is literally obscure, constituting 96 percent of the universe. Regular matter and energy are only about 4 percent of reality. Is the total amount of dark matter always the same? No one knows. Some physicists think that the total amount of dark energy increases as the universe expands. Proponents of a hypothetical form of dark energy called quintessence specifically suggest that it produces different amounts of energy over time.

How Do Mental Fields Work? (Rupert Sheldrake)
My hypothesis of morphic resonance and morphic fields has grown out of the notion in developmental biology of "morphogenic fields". This idea dates back to the 1920s in the work of biologists A. Gurwitsch and Paul Weiss. In modern developmental biology these fields are usually regarded as heuristic devices, or as mathematical abstractions with no causal effect. By contrast, I interpret them to be causal fields with an inherent memory given by morphic resonance; in other words I regard them as one kind of morphic field. Other kinds of morphic fields include behavioral fields, responsible for coordinating instinctive or learned behavior, mental fields, responsible for organizing mental activity, and social fields, responsible for organizing social groups.

Rupert Sheldrake: "Het is duidelijk dat de chaos vrouwelijk is en dat de schepping uit de chaos lijkt op de schepping uit de moederschoot: een allesomvattende potentialiteit die uit de duisternis te voorschijn komt."\\ Over het onderwerp God schrijft Sheldrake:
een opvatting van de natuur zonder God moet een creatief eenheidsbeginsel inhouden, dat de hele kosmos omvat en de polariteiten en dualiteiten verenigt die in het hele natuurrijk worden aangetroffen. Maar dat staat niet veraf van de opvatting van de natuur met God.
Hij wijst erop dat in plaats van de theïstische opvatting dat God ver weg is en afgescheiden van de natuur, God ook zou kunnen worden beschouwd als immanent in de natuur en toch tegelijk als de eenheid die de natuur overstijgt. Hij haalt de vijftiende-eeuwse mysticus Nicholas van Cusa aan: ‘De Godheid is het invouwen en ontvouwen van al wat bestaat. De Godheid is in alle dingen en wel zo dat alle dingen in de Godheid zijn.’ Paulus verkondigt een gelijksoortig pantheïstisch idee als hij zegt dat de Godheid dat is waarin ‘wij leven, ons bewegen en zijn’ (Handelingen 17:28).
Het goddelijke kan zeker niet minder zijn dan onze meest verheven voorstelling en moet daarom de oneindigheid zelf zijn. Maar als het goddelijke oneindig is, kan het zich niet buiten de natuur bevinden, anders zou er geen ruimte overblijven voor het heelal! Het goddelijke is het heelal – niet alleen het stoffelijke heelal, maar alle eindeloze hiërarchieën van werelden en gebieden die het grenzeloze Al vullen en in feite vormen. Het goddelijke is dus immanent, alomtegenwoordig en de wortel van alles. Omdat het groter is dan elk van zijn individuele expressies, kan het ook worden beschouwd als transcendent. Dit pantheïsme onderkent een universeel leven dat alles zonder uitzondering vult en bezielt, dat alles bevat en in alles is besloten. Sheldrake noemt dit panentheïsme, aangezien hij pantheïsme omschrijft als de zienswijze dat het goddelijke in alles immanent is, maar niet transcendent is. Maar dit is een nogal willekeurige definitie.

Sheldrake stelt dat er velden bestaan die zijn te vergelijken met gravitatie- en magnetische velden die van niet-materiële aard zijn, maar die niettemin invloed uitoefenen op de fysieke materie. Ze definiëren de vorm die zich in potentie kan manifesteren in de rangschikking van moleculen die het fysieke lichaam van planten, dieren, mineralen en zelfs astronomische structuren opbouwen, en op kleinere schaal in de inwendige structuren van atomen, enz. Deze velden zouden verantwoordelijk zijn voor of een beschrijving geven van het ontstaan van de karakteristieke vorm van embryo’s en andere zich ontwikkelende systemen.

Rupert Sheldrake, Ralph Abraham, Terence McKenna boek Trialogen op de rand van het westers denken
Terence McKenna (1946-2000) bestudeerde zo'n 25 jaar de bestaansbasis van sjamanisme en de middelen die gebruikt worden voor spirituele transformatie.

Anna Lemkow: boek Het Heelheid Principe
Epiloog: Walt Whitman zong over het Geheel, niet alleen over de delen, en hij zong over alle dagen, niet alleen over één dag. In zijn tijd omvatte hij het Geheel – op zijn onnavolgbare, poëtische manier – en toen hij zo naar de objecten van het Universum keek, zag hij geen enkel deeltje daarvan dat niet in verband stond met de ziel. Het kosmische proces is onpartijdig en intelligent. In onze tijd heeft de wetenschap deze waarheid ontdekt – op haar eigen onnavolgbare manier. Uit de kosmos – de dynamische matrix, de mind stuff – komen gelijkelijk oneindig kleine deeltjes’ en mensen voort, die alle in staat zijn tot onderlinge communicatie, niet alleen plaatselijk, maar ook ogenblikkelijk, voorbij ruimte en tijd. Voortkomend uit en omgeven door een grenzeloze Werkelijkheid vormt het gemanifesteerde universum een heelheid, leven in leven, alles doordringend, ondeelbaar. Toch is iedere levensvorm specifiek en speciaal – tegelijkertijd uniek en de weerspiegeling van ontelbare levensvormen.
Hoofdstuk 7 De evolutietheorie en haar ontwikkeling (p. 182):
Morfogenetische velden
197: De biologie-historica Donna Jeanne Haraway verwijst naar Ross G. Harrison (1870-1959) als een pionier bij de vorming van een modern organicisme, ter onderscheiding van het oude vitalisme** en mechanicisme. Ross’ werk op het gebied van de vorming van ledematen kwam hem van pas bij het leggen van de grondslagen voor het controversiële veldbegrip dat aanleiding gaf tot een grote hoeveelheid biologisch onderzoek in de dertiger jaren.
**Het vitalisme stelt dat levende verschijnselen het gevolg zijn van een niet-materieel (niet-'bestaand') beginsel dat bekend staat onder de namen: levenskracht, entelechie, élan vital, stralingsenergie en dergelijke.
198: Enkele jaren geleden bracht Rupert Sheldrake, een Britse plantkundige, een theorie naar voren van wat hij noemt: formatieve veroorzaking. Hij postuleert een verzameling complexe, onzichtbare velden, of ruimtelijke structuren, die verantwoordelijk zijn voor de karakteristieke vorm en organisatie van systemen op alle niveaus van complexiteit. “Deze velden ordenen de systemen waarmee ze verbonden zijn door gebeurtenissen te beïnvloeden die uit energetisch oogpunt indeterministisch of probabilistisch lijken te zijn; ze leggen gestructureerde beperkingen op aan de energetisch mogelijke resultaten van fysische processen.” Sheldrake’s hypothese gaat echter niet over het ontstaan van vormen, alleen over hun ontwikkeling als ze eenmaal verschenen zijn. Hij stelt een tweevoudig proces voor, waarbij de betreffende morfogenetische velden opgebouwd worden door wat er in tijd en ruimte gebeurt; ze zijn behulpzaam bij het vormen en bepalen van levende systemen in de wereld en, omgekeerd, oefenen deze een invloed uit op de velden.

Dr. Saskia Bosman Biogeometrie, DNA, Vormvelden en Resonantie:
De Engelse bioloog Rupert Sheldrake heeft de theorie van de morfogenetische (vormgevende of vorm-) velden ontwikkeld. Zodra een fysisch, (bio-)chemisch, biologisch of gedragsmatig proces voor het eerst plaatsvindt, wekt dit rond de gehele Aarde een energieveld op, dat het vanaf dat moment gemakkelijker maakt, datzelfde proces weer te doen plaatsvinden. Dit versterkt het morfogenetisch veld, waardoor het nog gemakkelijker wordt, enzovoorts. (8,9) Zouden deze, op de dodecaëder gebaseerde velden die de Phi-verhouding bevatten, ook morfogenetische velden kunnen zijn, en wel van onvoorwaardelijke, universele Liefde?

N.A.A. Vogelesang, F.R.C. Morfische velden en resonantie
De aard van de morfische velden is vooralsnog onbekend. Sheldrake spreekt net als professor Wasserman over 'de alom tegenwoordige patronen in tijd en ruimte'. Elke cel bevat alle genetische informatie om uit te groeien tot een compleet organisme. De psycholoog Jung geloofde daarnaast nog dat de menselijke ervaringen, opgeslagen in het onbewuste van de mens, eveneens genetisch zouden worden doorgegeven. Maar, zegt Sheldrake, het principe dat hier aan ten grondslag ligt, ligt niet in de genen besloten maar in het morfische veld van het organisme. Evolutie is dus als het ware de invloed van deze morfische velden op de materie. Hoe meer individuen van een soort van organisme tot een morfisch veld behoren, des te krachtiger dit veld zal zijn.
Met deze stelling komen wij nu wel heel erg dicht bij de opvatting van het collectieve onderbewustzijn van Carl Gustav Jung. Wat verder volgt, gaat echter een heel andere richting uit. Sheldrake meent namelijk dat de relatie tussen morfisch veld en materie er een is van trilling of resonantie, in dit geval te beschouwen als de overdracht en verwerking van informatie. De opbouw en het functioneren van een organisme hangen af van de informatie die afkomstig is uit zo'n morfisch veld.
Na te zijn ontstaan uit individuele structuren veroorzaken deze morfische velden vibraties en trillingen in gelijkvormige eenheden die daarom 'resonatoren' worden genoemd. De kracht van deze resonantie groeit, naarmate de overeenkomst tussen de morfische velden en de resonator groter wordt.

Harry Massey en Peter Fraser DE ONDERSTE STEEN BOVEN Een revolutie in de preventieve gezondheidszorg, Hoofdstuk 3 Voorbij de illusie van Ruimte en tijd (p. 33):
De Britse onderzoeker Rupert Sheldrake heeft ook experimenten uitgevoerd die suggereren dat onmiddellijke verplaatsing van energie over een grote afstand mogelijk is. Sheldrake heeft met zeer uitgebreid dubbelblind onderzoek aangetoond dat honden in staat zijn door middel van buitenzintuiglijke waarneming (BZW) te bepalen wanneer hun baas thuis komt. Het fenomeen BZW, zegt Sheldrake, toont aan dat velden zoals elektromagnetisme en zwaartekracht zowel menselijke als niet menselijk gevoelens met elkaar kunnen verbinden. Hij noemt dat het ‘morfogenetische veld’ of ‘M-Veld’.

Jan Wicherink boek Ontheemde Zielen Ontwaken (p. 65):
Misschien wel het meest belangrijke onderwerp in de Heilige Geometrie is de Gulden snede. De Gulden snede is een speciale verhouding die wordt aangeduid met de Griekse letter d, Phi genaamd (spreek uit als fi).
Ze voldoet aan d = ½ * f5 + ½ = 1,618
111: Torsievelden zijn om die reden informatievelden, omdat ze alles wat in dit universum sporen in de vorm van torsiegolven heeft nagelaten, vastleggen. Het komt erop neer dat iedere kleine gedachte die ooit gedacht is en elke kleine beweging die ooit gemaakt is wordt opgeslagen. Het interferentiepatroon van de torsiegolven vormt een enorm hologram dat in het hele universum doordringt.
Torsiegolven staan informatie-overdracht toe door het gehele universum, daarmee ieder atoom met elk ander atoom verbindend. En omdat ze sneller reizen dan het licht zouden ze ook wel eens de verklaring kunnen zijn voor het non-lokale effect dat in theorie werd voorspeld en later empirisch werd vastgesteld door de kwantumfysica.
Het informatieveld zoals hierboven omschreven wordt door emeritus professor Ervin Laszlo het A-veld genoemd. Laszlo heeft in de afgelopen vier decennia een ‘integraaltheorie van alles’ ontwikkeld.
137: De slang speelt ook een belangrijke rol in het oude Egyptische caduceus-symbool, de gevleugelde staf met twee slangen die zich in zeven bochten rond de staf gevlochten hebben. Het is het symbool dat gedragen werd door Toth ofwel Hermes Trismegistus. Edgar Cayce en ook andere bronnen vermelden dat Toth de bouwer van de Grote Piramide was. De caduceus is een mooi voorbeeld van de in- en uitspiralende torsiegolf in een vortexvorm.

Cognitiewetenschappen is een brede term waarin vele disciplines samen komen. Al deze disciplines hebben met elkaar gemeen dat ze op een natuurwetenschappelijk geïnspireerde wijze informatieverwerkingsprocessen bestuderen die gerelateerd zijn aan hersenen en/of gedrag. Dit onderwerp wordt bestudeerd vanuit een grote diversiteit van bestaande disciplines zoals cognitieve neurowetenschappen, neurobiologie, psychologie, filosofie, taalkunde, artificiële intelligentie, (gedrags)genetica, (neuro)ethologie, neuroanatomie, neuroendocrinologie, neurofysiologie, bewegingswetenschappen en antropologie. Maar er zijn meer disciplines te noemen.

De definitie van het reflexief bewustzijn biedt, net als de Allegorie van de grot van Plato of het Hologram-paradigma (Cultuur holografisch gespiegeld, Het holografische paradigma) een model om de spiegelwerking van de psyche, het bewustwordingsproces te verklaren.

Plato verdeelde de werkelijkheid in twee zijnssferen, materie en geest met als schakel de ziel. Het Antahkarana, nous legt de imaginaire verbinding tussen epithumia en thumos.

Hoofd, Hart en Onderbuik (Claudia Valk Volkskrant 30 december 2011)
David Brooks stelt intuïtie gelijk aan onderbuikgevoelens (28 december 2011). Dit is mijns inziens niet hetzelfde. Er moet hier onderscheid worden gemaakt tussen wat van het hoofd is (denken, ratio, cultuur), wat van het hart is (voelen, intuïtie) en wat van de buik is (begeerten, verlangens, het primitieve beest). ‘De buik’ wordt in het algemeen onder controle gehouden door ‘het hoofd’ doormiddel van cultuur en aangeleerde regels. Zou men vanuit zijn buik gaan leven, dan wordt het een bende. Mede omdat de onderbuikgevoelens sterk egocentrisch zijn. De intuïtie van het hart heeft niets te maken met onderbuikgevoelens ofmet emoties, die vaak ook egocentrisch zijn. ‘Het hart’ is niet op zichzelf gericht, maar op de omgeving, het collectief, het geheel. Mensen die vanuit hun intuïtie leven, kennen een hogere moraal, omdat zij niet zichzelf centraal stellen, maar anderen. Iemand die leeft vanuit zijn/haar hart is zichzelf tot een wet en weet intuïtief wat wel en niet kan. In principe heeft zo iemand geen regels en cultuur nodig om zich ‘te gedragen’. Het nadeel van intuïtie is het gebrek aan samenhang. Het is moeilijk te ordenen en in woorden uit te drukken. Daarvoor is het hoofd nodig, het verstandelijk redeneren.

Leven vanuit je hart betekent ont-wikkelen, de lagen van de conditionering weer verwijderen, in plaats van ontwikkelen. Met het doorbreken van fixaties, het slinken van je ego verruimt je bewustzijn tot een ervaren van het sublieme. De creatieve energiestroom komt op gang.

Hart:
Centrum van de menselijke microkosmos, drager van het Geestvonkatoom - de Roos -, de basis voor het ontwaken en de heropbouw van de Ziel. Daarom begint de bevrijdingsweg - die eindigt op de top van Golgotha in het hoofdheiligdom - steeds in Bethlehem, de grot van het Hart, waar het Godskind - de goddelijke kundalini - geboren wordt. Elk ander proces dat berust op mentale of occulte vermogens (van het hoofd of van het sacrum) van de persoonlijkheid lopen uit op een nog grotere gevangenschap (zie Aurisch wezen).

Jacobine Geel ziet het CDA als de partij met compassie
Compassie maakt een goede kans de kern te worden van het toekomstige CDA. "De partij kan de gevoeligheid voor wie en wat kwetsbaar is naar voren brengen, en die levend houden. Juist daarin onderscheidt zij zich van andere partijen", zei theologe Jacobine Geel zaterdag tegen een congres dat haar speech met grote instemming begroette.

How the Self Controls Its Brain is a book by Sir John Eccles, proposing a theory of philosophical dualism, and offering a justification of how there can be mind-brain action without violating the principle of the conservation of energy. The model was developed jointly with the nuclear physicist Friedrich Beck in the period 1991-1992.

David Pratt John Eccles over het denkvermogen en de hersenen
Eccles noemt de fundamentele neurale eenheden van de cerebrale cortex [de hersenschors] dendronen, en stelt dat elk van de 40 miljoen dendronen is verbonden met een mentale eenheid of psychon, die een één geheel vormende bewuste ervaring vertegenwoordigt. Bij bewuste handelingen en gedachten werken psychonen in op dendronen en doen voor een ogenblik de waarschijnlijkheid toenemen van het ‘vuren’ van geselecteerde neuronen, terwijl bij waarneming het omgekeerde proces plaatsvindt. Interactie tussen de psychonen zelf zou de eenheid van onze waarnemingen en van de innerlijke wereld van ons denkvermogen kunnen verklaren.

Johan Oldenkamp Eenheidsbewustzijn - over de functie van 911 (12 september 2010)
“Wie het grote plaatje ziet, die begrijpt wat wij hier vandaag creëren. Ik weet dat alles een afspiegeling is van ons bewustzijn. En ik weet ook dat ons bewustzijn zich volgens het Grote Plan (blauwdruk, Law of Time) steeds verder uitbreidt. Dat Grote Plan is al heel erg lang geleden voor ons gevisualiseerd met behulp van vele stenen. Ik doel dan op de Piramide van Kukulcán in Chichén Itzá op het schiereiland Yucatán in Mexico. Deze piramide kent negen plateaus, die overeenkomen met negen opklimmende bewustzijnsniveaus.
Wanneer we onszelf goed onderzoeken, dan zien we deze hiërarchische niveaus heel duidelijk terug in onze neurofysiologie, in onze ontwikkelingspsychologie, in onze ontstaansgeschiedenis, in onze wijsbegeerte, in onze innerlijke energiewielen en het daaraan gekoppelde hormonenstelsel, en in onze spiritualiteit. Alles hangt met alles samen, voor wie de verbanden ziet.
In het kort komen deze negen hiërarchische niveaus hier op neer. De basis wordt gevormd door de fundamentele levenskracht, die we delen met alles wat leeft. Daarop ligt het instinct, dat we delen met alle dieren. Dan volgt het gevoel, wat we gemeen hebben met alle zoogdieren. Daar weer bovenop ligt het verstand, wat we bijvoorbeeld delen met de mensapen. Met dat verstand hebben we onze culturen bedacht, wat de vijfde hiërarchische laag is. Op de zesde laag vinden we de bedachte wetten die we ons hebben laten opleggen. Vervolgens is de macht gekomen die zich boven de wet heeft gesteld. Nog hoger dan de macht vinden we onze innerlijke kracht. En op het negende en bovenste niveau vinden we de verbindende Eénheid die ons bewust maakt van de algehele heelheid van alles.
Vandaag laten we onze medemensen voelen dat wij nu allemaal in gezamenlijkheid kunnen springen richting de top van deze bewustzijnspiramide. De meeste mensen zitten echter nog vast op het zevende bewustzijnsniveau. In dat bewustzijnsniveau draait alles zoals gezegd om macht. Wie innerlijk of uiterlijk vast blijft houden aan macht, die blokkeert daarmee de eigen bewustzijnsontwikkeling. Pas wanneer we de verkrampte behoefte aan controle los durven te laten, stellen we onszelf open voor een veel ruimere beleving van de werkelijkheid. We maken dan de sprong van leven vanuit macht naar leven vanuit kracht. Deze sprong wordt ook wel vergeleken met wakker worden.
Als mensheid zijn we sinds 1999 bezig met ons gezamenlijke proces van ontwaken. Om ons daarbij te helpen ging er vandaag precies 9 jaar geleden een enorme wekker af. Velen hebben dit alarm verwerkt in hun droom en sliepen er daarom dwars doorheen. Gelukkig zijn daarna steeds meer mensen alsnog wakker geworden van deze wekker. Inderdaad lieve mensen, nine-eleven fungeert nog steeds als de meest krachtige wake up call ooit. Wie vervolgens onbevooroordeeld zelf op onderzoek uitgaat naar de ware toedracht achter de aanslagen op 11 september, die komt al snel tot de onthutsende conclusie dat uit alle macht wordt geprobeerd ons opzettelijk in een droomtoestand vast te houden.
De datum van 9.1.1 is niet toevallig gekozen, want ik weet dat toeval niet bestaat. Zo is ook het alarmnummer in de VS 9.1.1. En na precies na 911 tussenliggende etmalen vond er weer een grote aanslag plaats, dit maal in Madrid. Wie van jullie weet dat Theo van Gogh ook precies 911 etmalen na Pim Fortuyn werd vermoord? Ons alarmnummer is 1.1.2 en dat is inderdaad de datum van de moord op Theo. Er zijn nog veel meer van dit soort zogenaamde toevalligheden die allemaal natuurlijk veel te toevallig zijn. Ga zelf maar eens op onderzoek uit, voor wie dit nog niet heeft gedaan, en je zult van de ene verbazing in de andere vallen.
Toen ik dit alles begon in te zien wilde ik hiertegen ten strijde trekken. Nu begrijp ik dat deze steeds groter wordende totalitaire controle juist nodig is om meer en meer mensen wakker te schudden. Dit ontwaken kan namelijk alleen maar vanuit een innerlijke vrijheid plaatsvinden. Alleen wanneer we zelf de volledige verantwoordelijkheid durven te nemen voor alles in ons eigen leven, dan pas zijn we in staat om echt wakker te gaan worden. En voor iedereen die deze eigen verantwoordelijkheid nog steeds niet aandurft, daarvoor wordt het totalitaire regiem steeds beknellender. Dat is het Grote Krachtenspel waarin we nu zitten. Zijn we in dat spel passieve pionnen in het machtspel van anderen? Of spelen we daarin actief ons eigen krachtspel? Dat is de essentiële keuze die we nu allemaal mogen gaan maken. Aan jullie hoef ik deze vraag denk ik niet meer voor te leggen. Jullie beseffen dat wij het verschil maken tussen de oude realiteit gebaseerd op macht en de nieuwe die we samen invullen vanuit ieders persoonlijke kracht.
De nieuwe realiteit is NU. Nu is het moment waarop we het oude inruilen voor het nieuwe, waarin we uiterlijk vertoon verruilen voor innerlijke harmonie, waarin controleren plaats maakt voor loslaten en waarin fundamentele evenwaardigheid in de plaats komt van structurele ongelijkwaardigheid. Wij beschikken over onze Vrije Wil en wij gebruiken dit Universele Grondrecht om voortaan op een natuurlijke manier in vrijheid te leven op deze prachtige planeet. Wij laten ons niet langer voor de gek houden met nepnieuws, nepvoedsel en nepgezondheid, want wij begrijpen dat we ook daarvoor zelf verantwoordelijk zijn.
Wij doen nu allemaal wat we zelf kunnen. We hoeven geen top down aangestuurde revolutie te ontketenen. De sprong van macht naar kracht gaat namelijk niet gepaard met strijd. Door iets te bestrijden geven we het energie en maken we het alleen maar sterker. Strijden is het wapen uit het machtspel. In het krachtspel worden we ons gewoon bewust van de samenspelende krachten. We begrijpen dan dat dit samenspel volkomen natuurlijk is en dat beide krachten elkaar in evenwicht houden. De natuur streeft altijd en overal in alles balans na. Dit inzicht in de essentie van de natuurlijke balans helpt ons om te begrijpen wat er nu gaande is op deze planeet.
De Duistere machten zijn de afgelopen jaren steeds sterker geworden. Ze hebben alle formele macht op deze planeet zoveel als mogelijk gebundeld; en dan heb ik het over macht op het gebied van financiën, grondstoffen, wetgeving, contracten, strijdkrachten, religies en de beïnvloeding van onze natuurlijke leefomgeving. De Duistere machten denken superieur te zijn vanwege hun geavanceerde technologie waarmee ze in het geheim onze planeet terroriseren, evenals ook andere planeten in ons zonnestelsel. Wat de Duistere machten daarbij vergeten is dat de Natuur waakt over de algehele balans. Dit betekent dat Kracht van het Licht eveneens steeds sterker is geworden. Laten we ons daarom realiseren dat zo’n bijeenkomst als deze ook mede de verdienste is van de Duistere machten. Zonder hun openlijke machtsmisbruik, dat de laatste jaren steeds brutaler lijkt te worden, zouden er hier vandaag veel minder mensen zijn geweest.
Wij doen nu allemaal wat we zelf kunnen. Zit jij op school en voel je dat de lesstof of de manier van onderwijzen voor jou niet okay is, kom dan op voor jezelf en deel in alle openheid en rust jouw visie of gevoel hierover. Ben je zelf werkzaam als leerkracht, maak dan echt contact met de jonge mensen en luister naar jouw hart om samen jullie kostbare tijd zo goed als mogelijk te benutten. Werk je in de zorg, geef de mensen dan echte aandacht en ga zelf op onderzoek uit om te ontdekken wat gezondheid wel is. Ben je journalist, begrijp dan de belangen achter de nieuwsbronnen en schrijf alleen op wat jij zelf hebt gecheckt. Zit je in de politiek, verdiep je dan eens in de werkelijke machten achter de schermen en hun belangen. Ben je wetenschapper, bestudeer dan eens het werk van grensverleggende wetenschappers, zoals bijvoorbeeld genoemd op de website Pateo.nl.

Turkije of Toetreding Turkije is één van oudste fantasieverhalen van EU (Sheila Sitalsing Volkskrant 19 oktober 2015 p. 2):
Dat er ook dit keer niets van zelfs maar een begin van Turkse toetreding tot de Unie terecht zal komen, is een veilige voorspelling.
De toetreding van Turkije, eventueel, ooit, op termijn, ergens in de verre toekomst - het is één van de oudste fantasieverhalen van de Europese Unie. De Turkse mars op Brussel begon in 1963 met een associatieverdrag dat rept van volledige integratie op termijn. Het vertrouwen in de toekomst was nog onbegrensd, Mark Rutte moest nog worden geboren, Geert Wilders was een zuigeling, de pil was een noviteit, het begrip EU moest nog worden gemunt, enfin: lang geleden. Het proces heeft in die vijf decennia zo veel mist, trammelant, zoete woordenwolken over 'revitalisering', hoogte- en vooral dieptepunten gekend, dat het zich uitstekend leent voor een achttiendelige Netflixserie.
Het dissonante geluid kwam van Frits Bolkestein, die altijd het standpunt is blijven huldigen dat het nooit wat worden kan met Turkije omdat de Verlichting nooit de Bosporus is overgestoken.
Jonker Roelants zei toen: 'Mensenrechten gelden nog altijd tot op zekere hoogte als een Westers concept, dat de achterdeur openzet voor de vijand. Er wordt erg in vijandbeelden gedacht. Daarmee hangt het heilige concept van de ondeelbaarheid van de natie samen. Ze denken van boven naar beneden: de burgers zijn er voor de staat, niet omgekeerd. Daarom zijn mensenrechten vreemd aan het Turkse denken.'
Een opmerking met eeuwigheidswaarde, die het afgelopen decennium ook de Nederlandse genegenheid heeft doen verdampen.

Misselijkmakende demonisering (Anet Bleich de Volkskrant 10 December 2003) commentaar op artikel Crisis in Arabische wereld sluit vrede uit (de Volkskrant 5 december 2003) van Leon de Winter.
In haar reactie spreekt zij over een oneerlijke demonisering van ‘de Arabieren’.
Anet Bleich vindt dat de Winter zich terecht verzet, tegen de veldwinnende opvatting, dat de schuld voor het slepende conflict met de Palestijnen en de Arabische wereld voor 100% bij Israël ligt. dWinter vraagt zich volgens Bleich niet af in hoeverre de opleving van virulent antisemitisme verband houdt met het conflict met Israël. Dit conflict laat zich niet met het zwaard oplossen, en het is ook niet onoplosbaar. De enige vruchtbare benadering is een wederzijdse doorbreking van vijandbeelden om te kunnen komen tot een historisch compromis. Jij bent met precies het tegenovergestelde bezig en dat is je tweede, meest ernstige fout. Je geeft je over aan een generaliserend, misselijkmakend vijand-denken. Wie zich zoals jij doet, ‘in een bittere strijd’ waant met ‘furieuze, zelfoverschattende, vernederende, zelfhatende, machtswellustige culturen’, hoeft inderdaad niet op vrede te hopen. Zelfs niet op vrede achter een Muur. Bereid je dan maar liever voor op Armageddon.

In de woorden van ex-premier Wim Kok: De essentie van het 'poldermodel' is dialoog en evenwicht. Bij dialoog hoort tegenspraak en bij evenwicht tegenwicht. Het belangrijkste voor het goed functioneren van de overheid is tegenspraak, tegenwicht. Daarentegen was er juist bij de PvdA onder Ad Melkert sprake van fractiediscipline, lees een communistische kadaverdiscipline.

In de woorden van ex-premier Wim Kok: De essentie van het 'poldermodel is dialoog en evenwicht. Bij dialoog hoort tegenspraak en bij evenwicht tegenwicht. Het belangrijkste voor het goed functioneren van de overheid is tegenspraak, tegenwicht. Daarentegen was er juist bij de PvdA onder Ad Melkert sprake van een communistische kadaverdiscipline. In hoeverre is er van het peterprincipe of het sprookje De nieuwe kleren van de keizer van Hans Christian Andersen c.q. de 4e macht sprake?

Essay De overheid in tijden van crisis
Tegen de uitholling (H.D. Tjeenk Willink De Groene Amsterdammer 12 november 2020 p 30-33):
In 2018 publiceerde Herman Tjeenk Willink
Groter denken, kleiner doen. De kernboodschap van het boek luidt: de wijze waarop de overheid nu functioneert holt de democratische rechtsorde uit. Wat valt daaraan te doen? De coronacrisis heeft die vraag nog urgenter gemaakt.
De weg van de overheid als bedrijf ten dienste van de
economische welvaart via de private sector, met de burger als klant en kostenpost is na veertig jaar doodgelopen. Dat verklaart in belangrijke mate de problemen (en de tekorten) in het functioneren van de overheid die de laatste tijd steeds scherper naar voren komen. De drie (politieke) opvattingen belemmeren zo ook een structurele oplossing van de problemen die de huidige crises veroorzaken. De drie opvattingen zijn onjuist (of op z’n minst zeer onvolledig).
Er is een paradigmawisseling nodig van een overheid als bedrijf ten dienste van de economische welvaart via de private sector naar een overheid ten dienste van de
democratische rechtsorde. Met de democratische rechtsorde bedoel ik de grondregels voor de wijze waarop de overheid met haar burgers en burgers met elkaar omgaan. Die grondregels zijn gebaseerd op fundamentele beginselen en waarden die in de loop van decennia, zo niet eeuwen, tot gemeenschappelijke waarden zijn geworden: tolerantie, goede trouw, rechtvaardigheid, redelijkheid, grondrechten. Daaraan wordt alle doen en laten van de overheid geijkt en het gedrag van burgers, individueel en collectief, getoetst.
Whatever it takeswas de boodschap van de minister van Financiën om aan te geven dat er in ongekend ruime mate publieke middelen beschikbaar zijn om de economische gevolgen van de coronacrisis in de private sector op te vangen. Terzijde, dat die middelen ruim beschikbaar zijn is niet zozeer te danken aan de bijdragen van het bedrijfsleven in de afgelopen decennia, direct via de belastingen of indirect via verhoging van de lonen, maar vooral aan bezuinigingen op de publieke sector en lasten voor de burger. Tot nu toe heb ik geen politieke partij of minister gehoord over de versterking – whatever it takes – van de publieke sector, centraal en lokaal. Terwijl die versterking juist nu zo hard nodig is: verduidelijking van wie verantwoordelijk is voor wat, meer ruimte voor de professionals op de werkvloer, versterking van de inhoudelijke deskundigheid binnen het overheidsapparaat.

'Democratie leidt niet automatisch tot de beste oplossing' (interview Tjeenk Willink Volkskrant 26 januari 2012)
In dit afscheidsinterview verwoordt Tjeenk Willink zijn grootste zorg: geen enkel gezag is meer vanzelfsprekend. Niet dat van de rechterlijke macht, de Eerste Kamer, de Raad van State of de Koning. ‘Instituties zijn van iedereen en dus van niemand.’
Toch is er in de Kamer een agressieve sfeer. Men wil dit varkentje even wassen. Dat duidt toch op afnemend gezag?
‘Nee, op afnemend besef van de waarde van tegenwicht en tegenspraak in een democratische rechtsstaat en van de rol van instituties daarin.’

‘Geëvolueerdemens heeft geen god meer nodig’ (Daniel Dennett Volkskrant 26 januari 2012)
In zijn laatste boek Breaking The Spell keert Dennett zich tegen de godsdienst. Zoals zo vaak in zijn werk hanteert hij ook hier een evolutionair perspectief: religie is ooit ontstaan om samenwerking in grotere groepen mogelijk te maken. God fungeerde als de krukken, die de mensheid ooit nodig had. Maar inmiddels is zij zo ver geëvolueerd dat het tijd wordt om die krukken weg te gooien, zegt Dennett.

Of je nu theïst of atheïst bent is voor de integrale denktrant het 5Ddenkraam niet echt interessant. De evolutie komt ook volgens de atheïst Daniel C. Dennett alleen een stapje verder wanneer aan de kwaliteit van het bestaan meer aandacht wordt besteed. In een interview in de Volkskrant van 3 mei 2008 stelt Daniel C. Dennett dat we moeten aandringen op kwaliteit. Hoewel je naar echte kwaliteit altijd moet zoeken. Dat is de Wet van Sturgeon: '90 procent van alles is gelul.'

P.H. Smolders: HET BEWUSTZIJN VERKLAARD??? - een kritische bespreking van 'Consciousness Explained', Daniel C. Dennett, 1991.
In andere woorden: Dennett veronderstelt dat het mogelijk is dat een neuron niet bij een, maar bij meerdere processen tegelijk betrokken kan zijn. Een van die processen is het programma (de software) dat hij de seriële virtuele Von Neumanneske machine noemt.

In het laatste gedeelte bespreekt Dawkins met de filosoof Daniel Dennett de zingeving van het leven zonder een God, zonder een immateriële en onsterfelijke ziel of hoop op een leven na de dood. Volgens Dennett is een onsterfelijke ziel niet nodig voor zingeving: de ziel bestaat volgens hem uit de samenwerking van de neuronen in de hersenen. Het besef dat men deel uitmaakt van allerlei creatieve activiteit over de gehele planeet is volgens beiden een bron van zingeving.

Zowel John Eccles als Daniel C. Dennett wijzen op het grote belang van neuronen.

Ervin Laszlo boek Kosmische Visie Wetenschap en het Akasha-veld (p. 139/140):
De holografische wiskunde vond in 1998 een onverwacht toepassingsgebied toen Juan Martín Maldacena, destijds van Harvard University, een verklaring voor de snaartheorie probeerde te geven onder de omstandigheden van kwantumgraviteit. Hij stelde vast dat een snaartheorie veel eenvoudiger hanteerbaar is in vijfdimensionale ruimten dan in vierdimensionale. De oplossing leek glashelder: de aanname dat de vijfdimensionale ruimte in het zwarte gat feitelijk een hologram is van het vierdimensionale patroon aan het oppervlakt ervan.

Ervin Laszlo schrijft in zijn boek The Creative Cosmos dat het Zero Point Field meer is dan een massa zinderende energie op de achtergrond van ons bestaan. Volgens Laszlo is het veld vooral ook een informatiedrager. ‘Dit kwantumvacuüm is de oorsprong van geest en materie – een blauwdruk van het universum. Zelfs onze eigen herinneringen liggen niet in onze hersenen opgeslagen, maar liggen als holografische informatie opgeslagen in het veld. Onze hersenen zijn vooral ontvangers en verwerkers van deze informatie. Wanneer zij resoneren met bepaalde frequenties krijgen zij toegang tot specifieke informatie.’

Benjamin Adamah boek Nulpunt Revolutie (p. 113):
Het getal nul fungeert hier als een logische dialectische scheidingswand.
Nul is de tzimtzum van Luria. In nul heeft de drie-eenheid van energie, bewustzijn en leven haar allerhoogste ‘voltage’. In het bovenstaande model is nul op te vatten als een zwart gat/oerknal-correlaat dat de ‘pomp' (tzimtzum) of het ‘hart’ (tzimtzum) vormt van de scheppingsgolf en ether of akasha in beweging zet.
Nul is vanuit een dynamisch perspectief een omslagpunt waar Dat wat geen buiten kent (positief iets; + 1) voorkomt uit de dimensieomslag van Dat wat geen binnen kent (negatief iets; - 1).

De Axis mundi is een mooi voorbeeld van de in – en uitspiralende torsiegolf in een vortexvorm.
De torus wordt als een multidimensionale vortex opgevat. De lemniscaat illustreert de draaikolk stuctuur van de vortex. Het reflexief bewustzijn brengt als ware verschillende aggregatieniveaus van Ether, van statisch tot zeer dynamisch tot uitdrukking. De lemniscaat, de eeuwige wederkeer, symboliseert de wisselwerking, de reflectie tussen ‘Samentrekking en Uitbreiding’ van de Macrokosmos en Microkosmos.

5D maakt van de ruimte-tijd spiegelsymmetrie gebruik. Het Ether-paradigma gaat echter niet alleen van de materie, maar ook van de keerzijde, de ruimte ('energie'), de leegte (tzimtzum) uit. De schakel tussen materie en ruimte, de tijd staat in het Ether-paradigma centraal.

Het klassieke vijfde element van de ether (Akasha) wordt door het snijpunt (leegte, tzimtzum, goddelijke essentie, Heilige Geest) van de drie assen gesymboliseerd. Dit snijpunt wordt ook door de verticale as (Axis mundi, caduceus), de middenzuil van de levensboom tot uitdrukking gebracht.

Het ‘of-of’ bestaat bij gratie van het 'en-en', dualisme bij gratie van het non-dualisme. Schepping en bewustzijnsevolutie staan niet los van elkaar, maar vullen elkaar aan.
Het concept van de ENE WERKELIJKHEID (de ‘Werkelijkheid’ met hoofdletter W), bestaat echt. Het atheïsme bestaat bij gratie van het theïsme.

De overtuigingen theïst en atheïst, links en rechts, kunnen naast elkaar bestaan. De ene overtuiging is niet per se beter dan de andere. Complexe maatschappelijke vraagstukken kunnen alleen dan effectief worden opgelost wanneer het krachtenspel van de verschillende politieke richtingen, dus zowel van de seculiere als van de reguliere wereld worden gemobiliseerd (eenheid der tegendelen). De discussies die nu mede in het kader van het nieuwe boek ‘God als misvatting’ van Richard Dawkins zich afspelen zijn niet echt interessant. De discussie beperkt zich tot de biologische evolutie. De manifesten van de atheïst Herman Philipse en de theïst Willem Ouweneel op Internet laten zien dat beide partijen diametraal tegenover elkaar staan. Veelzeggend is dat geen van beide al een doorslaggevend bewijs heeft gevonden. Relevanter is volgens Ervin Laszlo de vraag hoe heeft het universum zich kunnnen ontwikkelen tot een toestand waarin de biologische evolutie überhaupt heeft kunnen plaatsvinden.

Willem J. Ouweneel, boek DE GOD DIE IS Waarom ik geen atheïst ben:
230: Sterke krachten in de Europese Unie, bijvoorbeeld bij alle recente discussies rond de Europese Grondwet, wel wilden uitspreken dat de Europese beschaving veel aan de antieke oudheid, aan de Renaissance en aan de Verlichting te danken heeft, maar daarbij de joods-christelijke traditie niet genoemd wilden hebben. Het motief dat daarbij genoemd wordt, is de ‘scheiding van kerk en staat’! Dit motief is nogal verbluffend. Immers, bij de scheiding van kerk en staat gaat het historisch om het punt dat het instituut kerk niet mag heersen over het instituut staat, en omgekeerd. Beide ‘kringen’, kerk en staat, zijn binnen hun grenzen ‘soeverein’, zoals Abraham Kuyper het heeft uitgedrukt. Zij beogen ten diepste een scheiding van religie en samenleving – wat iets geheel anders is. Dat is geen ‘scheiding van kerk en staat’ (noch de kerk, noch de staat heeft er immers iets mee te maken), maar onderdrukking van de religie in het openbare leven.
232: Maar dat verandert niets aan het feit dat de vrijheid en gelijkwaardigheid van alle mensen oerchristelijke ideeën zijn. Etc.. Maar dat verandert niets aan het feit dat gewetensvrijheid een oerchristelijk idee is.

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.