Veertien Domeinen - Twee kanten van één medaille - Complementariteit

Kolossenzen 1
15 Beeld van God, de onzichtbare, is hij,
eerstgeborene van heel de schepping:
16 in hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.
17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem.
Christopher Fry’s boek A Sleep of Prisoners:
Dank God dat we nu leven,
Het kwaad komt overal op ons af
En zal ons niet verlaten voordat we
De grootste stap van de ziel nemen
Die de mens ooit nam.
JSO van Asseldonk: Lange tijd dacht men dat religie en natuuromgang gescheiden terreinen waren. Sedert de I7e eeuw hanteren we namelijk het cartesiaans dualisme van geest en materie en daaruit volgt automatisch een scheiding van religie en natuurwetenschap en een vervreemding van mens en natuur. Thans lijkt de wetenschap echter op weg naar een keerpunt en we zien zowel in de natuurwetenschap als in de geesteswetenschap dat de gescheiden helften elkàar weer naderen.
De natuurwetenschappers beperken zich niet langer tot de materie maar publiceren steeds vaker over geest en God. Fysici die werken met het onzekerheidsprincipe van Heisenberg en de chaostheorie van Prigogine attenderen de wereld erop dat, net als indertijd Copernicus en Darwin, de gangbare opvattingen over de relatie God-mens- natuur niet meer stroken met de nieuwe natuurinzichten. Er dringt zich een nieuw beeld op, dat van een organistisch zelfscheppende natuur met een intrinsieke eigen vrijheid waar de mens geen invloed op kan hebben. Het 'twee werelden model' van geestelijke levensbeschouwing en materiële natuur ondergaat een soort copernicaanse revolutie
(p. 12).
 

4. Ruimte en Tijd (Materiesymmetrie, Ruimte, Materie en Tijd)

De ruimte heeft 3 dimensies, tijd is de 4e dimensie, maar ‘Ruimte en Tijd’ is de verborgen 5e Dimensie.

rudolfhendriques Pythagoras en de fout van Einstein..
Tijd en ruimte zijn gelijk aan elkaar, en als je nog een stapje verder zou durven te gaan zou je zelfs kunnen zeggen dat tijd en ruimte eigenlijk dezelfde zijn. Om mijn ideeën over tijd en ruimte beter te begrijpen vindt u in mijn weblog voldoende teksten hierover. Graag lich ik e.a. nader toe, zodoende zal ook deze tekst weer een stukje duidelijker moeten maken waarom Einstein de verkeerde kant op zat te kijken.

rudolfhendriques Voorbij het einde van tijd en ruimte.., Lichtsnelheid, het nulpunt van de ruimte en tijd,
Hoewel de natuurkunde er nog altijd vanuit gaat dat de lichtsnelheid de hoogste snelheid in het universum is vermoed ik juist het tegenovergestelde. Mijn inziens is de snelheid van het licht het absolute nulpunt van tijd en beweging. Licht lijkt te bewegen maar is eigenlijk een spoor wat achterblijft in de ruimte/tijd. Voordat ik met de wetenschappelijke bewijzen kom ( dat betekend middels wiskunde en een test waarmee ik mijn gelijk zou kunnen aantonen), zal ik eerst trachten te verklaren hoe wij onze omgeving waarnemen..
Het hele concept van waarnemen berust altijd op 2 gegevens.
1) Het tijdstip van de waarneming.
2) De plaats van de waarneming.

rudolfhendriques De fomule van tijdsdilatie, handig voor boekhouders?
Hetgeen wat ik echter duidelijk probeer te maken is dat de theorie ondersteboven wordt gehouden, de lichtsnelheid is het absolute nulpunt van tijd en ruimte, en wij reizen met 300.000km/sec door de tijd. Je zou ook kunnen zeggen dat wij met 1sec / 300.000km door de tijd reizen. Het heden is de grens van het universum, weten we meteen waar die zit en hoeven we daar niet verder naar te zoeken.

René Meijer boek De Ether Bestaat (p. 20, 21):
De einsteiniaanse misvatting lijkt, met het serieus nemen van de kritiek, te bestaan uit het verwarren van snelheid met verandering. Snelheid is niet een absolute waarde, zoals de heilige drie basiselementen van de natuurkunde, te weten ruimte, tijd en materie dat wel zijn. Met de tijdruimte die de materie toont, zijn het die drie elementen die als de natuurkundige heilige drie-eenheid van God elkaar definiëren en niet tot iets anders te herleiden zijn. Bij de filosoof D. Hume (1711 - 1776) in Het Menselijk Inzicht, heten ze uitgebreidheid, massa en beweging en bij Vyâsadeva, akas'a, prakriti en kâla. Ze vormen elkaars voorwaarde in de schepping, de een is niet denkbaar zonder de ander.
De tijd is het leven, de beweging van de materie in de ruimte. De ruimte is de tijdsafstand, het fenomeen van de zwaartekracht, tussen materiële voorwerpen. De materie is het electromagnetische effect van de werking van de tijd op de potentie van de uitdijende ruimte, de tijd die bij de wet van reactie van lineair cyclisch werd en zo in tegenstelling de zwaartekracht, de oerpotentie dus, omvormde tot materie (zij het niet geheel, blijkens het niet kunnen vinden van de z.g. onzichtbare 'donkere materie', die volgens 5.20: 38 in de Bhâgavata Purâna drie kwart van de schepping beslaat). De hele schepping is een permutatie van de begrippen tijd, ruimte en materie.

Het rapport 'E i V' laat zien dat het wiel, de unificatietheorie van Eenheid in Verscheidenheid al is uitgevonden. In principe draait het om één medaille met twee kanten. De mystieke weg (Krishna, Laozi, Pythagoras, Plato, Jezus, Boeddha, Mohammed, Ramon Lull, Blaise Pascal, Bahá'u'lláh, Hazrat Inayat Khan, Blavatsky, Sri Aurobindo, Carl Jung, Teilhard de Chardin, Maslow) berust op ervaringen uit het verleden. Voor acceptatie van de nieuwe unificatietheorie dient aan één voorwaarde te worden voldaan namelijk dat de wetenschappelijke wereld akkoord gaat dat er maar een natuurlijke tijd bestaat, de eeuwige duur, het nu. De theorie kan dan een houvast bieden voor de toekomst.

Blavatsky, De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 697):
Ruimte en tijd zijn één. Ruimte en tijd zijn naamloos, want ze zijn het onkenbare DAT, wat alleen kan worden gevoeld door middel van zijn zeven stralen – die de zeven scheppingen, de zeven werelden, de zeven wetten zijn’, enz. . . .
724: Dat (Dit), de ongeopenbaarde oorzaak van geest en stof, het Ene Leven de grondslag van alles.

Voor acceptatie van de nieuwe unificatietheorie dient aan één voorwaarde te worden voldaan namelijk dat de wetenschappelijke wereld akkoord gaat dat er maar een natuurlijke tijd bestaat, de eeuwige duur, het nu, het durée van Henri Bergson. De theorie kan dan een houvast bieden voor de toekomst.

Ruimte en Tijd volgens Kant
Kant stelt dat waarnemingen in ruimte en tijd geordend zijn. Ruimte is het formele a-priori van onze uitwendige aanschouwing van de werkelijkheid. Ruimte als transcendentale conditie maakt de representaties van verschillende entiteiten mogelijk op hetzelfde ogenblik. Tijd is een formele a-priori voorwaarde van onze innerlijke voorstelling van de werkelijkheid. Tijd maakt als transcendentale conditie het mogelijk verscheidene bestaande entiteiten te representeren op dezelfde plaats. Tijd en ruimte maken pluriforme waarnemingen mogelijk. Blinden die na enige tijd weer het vermogen tot kijken hebben, ondervinden grote moeite om van de lichtvlekken die op hun netvlies vallen, een ruimtelijk wereldbeeld te maken. Ondanks het feit dat tijd en ruimte aan hun waarnemingen voorafgaan, zien we in het voorbeeld dat waarnemingen duidelijk veranderlijk/verschillend kunnen zijn.

Bergson (p. 100), Duur en Tijd (Rechter - en Linker hersenhelft) Het eigenlijke denkproces in de hersenen, bijvoorbeeld het verwerken van indrukken die door zintuigen aangeleverd worden, is een elektrochemisch proces. Aan het einde van de zenuwcellen registreren de synapsen (te vergelijken met een zend- en ontvangststation) elektronische spanning in de cellen zelf en de cellen ernaast. Als deze spanning verandert, doordat er een impuls door een zintuig wordt aangeleverd, sturen de neurotransmitters via de synapsen chemische stoffen. Deze stoffen zorgen ervoor dat bij de onderling verbonden cellen van het hersennetwerk andere chemische stoffen in kunnen stromen, die de elektrische spanning veranderen. Op deze manier vindt er gedachtenoverdracht plaats. De synapsen zorgen voor de contacten, de communicatie tussen neuronen.

Het verschil tussen het nu en de eeuwigheid is de tijd, die maakt van het laatste het eerste. In zijn Timaios noemt Plato de tijd “een bewegend beeld van de eeuwigheid” (p. 96).
Duur geeft de spiegelsymmetrie en tijd de complementariteit van de duur weer (p. 100).

De neurofysiologie (of zenuwfysiologie) onderzoekt de werking en functies van het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit twee soorten neuronen: neuronen die activeren en neuronen die informatie verzamelen. Deze twee werken nauw samen.
Wellicht vormt de 6e Chakra de sleutel voor het tijdsbesef, van het reflexieve bewustzijn. De hypothalamus, het centrale regelcentrum voor het autonoom zenuwstelsel maakt gebruik van twee complementaire zenuwstelsels. Het sympathische en het parasympathische zenuwstelsel, die een regulerende, reflexieve werking hebben.

Blavatsky Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 697):
Ruimte en Tijd' zijn één. Ruimte en tijd zijn naamloos, want ze zijn het onkenbare DAT, wat alleen kan worden gevoeld door middel van zijn zeven stralen – die de zeven scheppingen, de zeven werelden, de zeven wetten zijn’, enz. . . .

De in de bijlage ‘Nu, Verleden en Toekomst’ gerubriceerde publicaties laten zien dat het definiëren van het verschijnsel tijd nog niet zo eenvoudig ligt. Waandenkbeelden blijven bestaan zolang de domeinen Geest en Lichaam, geesteswetenschappen en de natuurwetenschappen los van elkaar blijven functioneren. Voor wat betreft ruimte en tijd kan er maar een waarheid zijn, die voor beide domeinen geldt. Het is wenselijk dat de discrepantie die er over de begrippen ruimte en tijd is ontstaan wordt opgeheven.
Stelling: Er treedt een paradigmawisseling van Thomas Kuhn, een revolutie in het wetenschappelijke denken op, wanneer de grens die tussen beide domeinen is ontstaan wordt doorbroken.

====

4.1 Evolutionaire kringloop en Bewustzijnsevolutie (Éne werkelijkheid, Theïst en Atheïst)

Het ‘of-of’ bestaat bij gratie van het 'en-en', dualisme bij gratie van het non-dualisme. Schepping en bewustzijnsevolutie staan niet los van elkaar, maar vullen elkaar aan.
Het concept van de ENE WERKELIJKHEID (de ‘Werkelijkheid’ met hoofdletter W), bestaat echt. Het atheïsme bestaat bij gratie van het theïsme.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 5 Fohat: kind van zevenvoudige hiërarchieën (p. 149):
(a) Dit trekken van ‘spiraallijnen’ heeft betrekking op de evolutie van zowel de beginselen van de mens als die van de Natuur. Deze evolutie heeft geleidelijk plaats (zoals men zal zien in Deel II over ‘De oorsprong van de menselijke rassen’), evenals al het andere in de natuur. Hoewel volgens onze opvattingen het zesde beginsel in de mens (buddhi, de goddelijke ziel) alleen maar een adem is, is het toch iets stoffelijks vergeleken met de goddelijke ‘geest’ (atma), waarvan het de drager of het voertuig is. Fohat in zijn hoedanigheid van GODDELIJKE LIEFDE (Eros), het elektrische vermogen tot verwantschap en sympathie, wordt allegorisch weergegeven terwijl hij tracht de zuivere geest, de straal die onscheidbaar is van het ENE absolute, te verenigen met de ziel. Deze twee vormen in de mens de MONADE en in de Natuur de eerste schakel tussen het altijd onvoorwaardelijke en het gemanifesteerde. ‘De eerste is nu de tweede’ (wereld) – van de lipika’s – heeft betrekking op hetzelfde.

In de esoterie en theosofie gaat men er vanuit dat iedere aanduiding, woord of gedachte over het "onnoembare" antropomorfisch denken is. Daarom wordt daar niet over "God" gesproken zoals in de theologie. Men spreekt daar wel over goddelijke wezens, vergelijkbaar zoals bij de Griekse mythologie, maar men beschrijft dan eigenlijk bewust aspecten van de mens zelf. Bijvoorbeeld de god Eros als "de begeerte naar schoonheid" (zie Plato) en niet als antropomorfe godheid.

G. Barborka stelt in zijn boek Het goddelijke plan menswording en evolutie (p. 610):
EROS = FOHAT.
De vergelijking van Fohat in de ongeopenbaarde stadia van een Heelal (Pralaya) en Fohat in openbaring (Manvantara) met Eros en Cupido werpt licht op een interessant punt in de Griekse mythologie. Cupido was werkelijk de stralende, gevleugelde god van de liefde in het oude Rome en voor die tijd werd hij in Griekenland op dezelfde wijze bezien onder de naam Eros, die altijd in het gezelschap van zijn moeder Venus (Aphrodite), de godin van de liefde, verkeerde.

Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen materie en geest, tussen lagere Tetrade en hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen navel (Epithumia) en hart (Thumos), tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega.
Het 'Goede en Ware' zijn net als 'Chaos en Gaia' complementair. De Goddelijke liefde Eros (thumos) zorgt voor het verbinden terwijl daarentegen de keerzijde van Eros (Epithumia) voor het scheiden zorgdraagt. De positieve betekenis van Eros is in de mens de wil van het genie om grootse schilderijen, grootse muziek, dingen die zullen leven en het ras dienen, te scheppen (Blavatsky, Deel III, p. 648). De negatieve betekenis van Eros staat voor wellust, driftleven, epithumia. Voor Jung betekent eros de religieuze drift (moslimfundamentalisme), voor Freud de seksuele drift, het hebben en in bezit nemen, de emotie egoïsme (marktfundamentalisme). Alles heeft zijn tegenstelling, aardse begeerte inbegrepen. Of met andere woorden mannen zijn fysiek zo geschapen dat ze achter hun … aanlopen, maar ze hebben ook een hoofd gekregen waarmee ze tot in de hemel kunnen reiken.

====

4.2 Uniformitarianism en Catastrophism (De mens, Binnen- en Buitenwereld)

Jiddu Krishnamurti: Het individuele probleem is het wereldprobleem.
J.J. van der Leeuw: Het leven is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een mysterie dat moet worden ervaren.
Gerrit Teule: Geest en ziel zijn de binnenkant van elektromagnetisme en elektromagnetisme is de buitenkant van geest en ziel.
Wet van Godwin: Naarmate online discussies langer worden, nadert de waarschijnlijkheid van een vergelijking met de nazi's of Hitler één.
Ockhams scheermes geldt voor: Cultuursociologie bevindt zich op het snijpunt (emanationisme) tussen Cultuurwetenschappen en Sociologie, Evolutiebiologie tussen Evolutie en Biologie, Culturele psychologie tussen Cultuurwetenschappen en Psychologie, Sociobiologie tussen Sociologie en Biologie, Evolutiepsychologie tussen Evolutie en Psychologie, Paleontologie tussen Geologie en Biologie, Geochemie tussen Geologie en Scheikunde en Geofysica tussen Geologie en Fysica. Door de convergentie van twee disciplines ontstaat synthese. Uiteindelijk draait het om het onderzoek dat betrekking heeft op de relatie tussen Unificatietheorie en Eenheid in Verscheidenheid.

Het boek Hebben wij een ziel? Zo ja, waar dan? – De evolutie van geest, ziel en bewustzijn als een natuurlijk proces van Gerrit Teule toont het quadrivium (viersprong) tussen Pierre Teilhard de Chardin en de fysicus Jean Emiel Charon 'Geestkunde en Natuurkunde' en 'Carl Jung en Roberto Assagioli'.
Dit is het verhaal over een fundamentele eigenschap van materie: haar universele streven om tot bewustzijn te komen. Met het uitwerken van deze gedachte investeren we in een nieuwe taal met nieuwe betekenissen, zodat we begrippen als geest, ziel en bewustzijn, binnenkant en buitenkant, en hun verbinding met de natuurkracht elektromagnetisme op een nieuwe en moderne manier kunnen zien in al hun glorie en diepgang. Moderne natuurkunde en informatica spelen daarbij een dominante rol. De gedachten van de paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin (evolutie van het bewustzijn, binnenkant van de materie, de noösfeer), de fysicus (elektronen, fotonen, psychomaterie en eonen), de psychologen Carl Jung (het onbewuste, archetypen en synchroniciteit) en Roberto Assagioli (het gemeenschappelijk bovenbewuste) krijgen in dit verhaal een hernieuwde impuls.

Het thema ‘Uniformitarianism en Catastrophism’ wordt in het boek Hebben wij een ziel? - Zo ja, waar dan? in hoofdstuk 18 Amnesia en apocalyps uitgebreid toegelicht.

Voor het leiden en besturen van bedrijven en overheidsinstellingen gaat het veelal om ondernemers, leiders en managers, die het gezichtspunt van de Natuurkunde als vertrekpunt gebruiken. De theosofie daarentegen heeft, om het functioneren van de ziel te verklaren, als vertrekpunt de alfawetenschappen, de Geestkunde en is op de kennis van profeten, mystici en zieners (rishi’s, Ascended masters) gebaseerd.

Ervin Laszlo en Kingsley L. Dennis De verbinding tussen wetenschap en spiritualiteit
Hoofdstuk De rol van spiritualiteit in een veranderende wereld Bruce Lipton (p. 138):
We leven werkelijk in een enerverende tijd. De opgaven en crises waarvoor de wereld zich gesteld ziet zijn voorboden van een naderende verandering van de beschaving. We staan op de drempel van een ongelooflijke mondiale evolutiesprong.

Het inzicht van profeten, mystici, zieners en Bruce Lipton staat tegenover de self-fulfilling prophecy van Frits Bolkestein.

Bruce Lipton, Steve Bhaerman Spontane evolutie - positiviteit bepaalt onze toekomst
Hoe onze positieve intenties de wereld kunnen verbeteren
In deze tijd van Facebook weten we het: het brein van een enkeling kan wereldwijd effect hebben. Het wetenschappelijk onderzoek van de auteurs op het gebied van de cel laat zien dat wij ons vandaag in een bijzondere fase van de evolutie bevinden: het menselijk bewustzijn kan de loop der dingen drastisch veranderen. Niet alleen op het niveau van een persoon, maar ook op het niveau van de hele samenleving. We hebben de positieve toekomst zelf in de hand. De vraag is: zijn wij het ons ook bewust?

Bruce H. Lipton boek De biologie van de overtuiging - Hoe je gedachten je leven bepalen (recensie)
In plaats van een slecht omschreven ‘geest’, die op een of andere manier elektromagnetische energie voortbrengt en misschien zelfs daaruit bestaat, en waarvan de oorsprong, de plaats waar deze zich bevindt en de bestemming door Lipton niet duidelijk worden gemaakt, gaat de theosofie uit van een reeks innerlijke lichamen of zielen van niet-fysieke graden van energie-substantie; de lagere vallen na de dood uiteindelijk uiteen in de fysieke en astrale gebieden, terwijl onze hogere aspecten veel langer voortbestaan. Al onze gedachten, daden en ervaringen worden vastgelegd in deze verschillende bewustzijnsvoertuigen of zielen, zoals alle gebeurtenissen een afdruk achterlaten in de innerlijke gebieden; en karma verwijst naar de fundamentele tendens van de natuur om het evenwicht te herstellen door op elke actie een passende reactie te laten volgen, gericht op degene die voor de oorspronkelijke actie verantwoordelijk was. Met andere woorden, we oogsten wat we zaaien.

Het verschijnsel dat Erasmus in zijn boek Lof der zotheid signaleert lijkt verdacht veel op problemen die zich nu in de publieke marktsector (gezondheidzorg, onderwijs en sociale woningbouw) voordoen. Of met andere woorden was het eerder de geestelijkheid, nu is het de bestuurlijke elite die het laat afweten. De zogenaamde marktwerking in het onderwijs is nutteloos geweest en heeft niet tot produktiviteitsverbetering geleid (Volkskrant 21 juni 2012). De politiek is geen deel meer van de oplossing, maar de kern van het probleem geworden. De hamvraag is nu of je voor het 'oplossen of doorschuiven' van problemen riant wordt beloond?

Erasmus heeft laten zien, dat het manipuleren van mensenmassa's ook voor kerkelijke organisaties geldt.
De ratificatie door de Eerste Kamer van het Verdrag van Lissabon laat zien dat de regering de burger, waar het uiteindelijk allemaal om draait, buiten spel zet. Op dit moment is het Geert Wilders die de onvrede van de zwijgende kiezer aanboort. Eerder waren dit Pim Fortuyn en Rita Verdonk.

De boeken van zowel Bruce Lipton als van Gerrit Teule waren voor mij aanleiding de volgende stelling te poneren:

Stelling: Elektromagnetisme is zowel binnenkant als buitenkant (innerlijke en uiterlijke werelden), het membraan, de schil, de ‘bewustzijnsschil’ van de 'Ongemanifesteerde binnenwereld' en 'Gemanifesteerde buitenwereld’.

In het rapport ‘E i V’ hebben de controverse tussen wetenschappers in het bijzonder op dichotomieën (Duade, ethische dilemma's) betrekking.
Door het Ken uzelve centraal te plaatsen is het mogelijk de controverse tussen wetenschappers te verkleinen.

De controverse zit als het ware in het universum ingebakken. De oplossing van het probleem, de complementariteit hangt met de Eeuwige wederkeer van 'Copernicus en Nietzsche', er is niets nieuws onder de zon samen.

In zijn De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen der hemellichamen) beschrijft Copernicus drie eeuwige omwentelingen. De aarde die elke dag om haar eigen as (centrum) draait en elk jaar een omwenteling rond de zon maakt. De derde beweging heeft op de precessie van de equinox betrekking, die ongeveer 25.765 jaar duurt. Johan Oldenkamp hanteert voor de precessie 25.920 jaar, DGL 25.868 jaar en Avani van Leeuwe in zijn boek Het heilige pad van de leider 26.000 jaar (p. 51/56).

Hipparchus is the earliest known astronomer to recognize and assess the precession of the equinoxes at about 1° per century (which is not far from the actual value for antiquity, 1.38°).[2] The precession of Earth's axis was later explained by Newtonian physics. Being an oblate spheroid, the Earth has a nonspherical shape, bulging outward at the equator. The gravitational tidal forces of the Moon and Sun apply torque to the equator, attempting to pull the equatorial bulge into the plane of the ecliptic, but instead causing it to precess. The torque exerted by the planets, particularly Jupiter, also plays a role.

Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen materie en geest, tussen lagere Tetrade en hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen navel (Epithumia) en hart (Thumos), tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega. Het 'Goede en Ware' zijn net als 'Chaos en Gaia' complementair. De Goddelijke liefde Eros (thumos) zorgt voor het verbinden terwijl daarentegen de omgekeerde weerkaatsing van Eros (Epithumia) voor het scheiden zorgdraagt.

Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen lichaam en geest (geestvonkatoom), tussen lagere Tetrade en hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen navel (Epithumia) en hart (Thumos), tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega.
De Goddelijke liefde Eros (Thumos) zorgt voor het
verbinden (religare) terwijl daarentegen de keerzijde van Eros (Epithumia) voor het scheiden zorgdraagt. De negatieve betekenis van Eros staat voor wellust, driftleven, epithumia. Eros heeft een positieve en een negatieve betekenis.
De
positieve betekenis van Eros is in de mens de wil van het genie om grootse schilderijen, grootse muziek, dingen die zullen leven en het ras dienen, te scheppen (Blavatsky, Deel III, p. 648). De negatieve betekenis van Eros staat voor wellust, driftleven, epithumia. Alles heeft zijn tegenstelling, begeerte inbegrepen. Voor Jung betekent eros de religieuze drift, voor Freud de seksuele drift. Alles heeft zijn tegenstelling, begeerte inbegrepen. Eros is in essentie creatief.

Een nieuwe tijdgeest ontstaat doordat een cultuur continu aan veranderingen onderhevig is. Waarmee willen wij ons verbinden (religare) of met andere woorden waar kiezen wij nu voor? In het leven gaat het om het nemen van de juiste keuze op het juiste tijdstip en de juiste plaats, maar daarentegen kan de mens het tijdstip en de plaats waar hij geboren wordt niet kiezen. Elke beslissing vindt in het nu, in een split second plaats. Het leven bestaat alleen in het eeuwige nu. Waar kiezen we, bewust of onbewust, voor in het leven?

Door religie af te serveren en te vervangen door een heilig geloof in marktwerking en techniek getuigt eerder van dwaasheid dan van wijsheid. De werkelijkheid is minder maakbaar dan vele politici denken. De kredietcrisis (moderne dwaalleer) en de gehavende kerncentrale van Fukushima in Japan spreken voor zich.

De gehavende kerncentrale van Fukushima is mede een gevolg van de nauwe verstrengeling tussen het 'publieke en private' domein en de onvoldoende ‘checks en balances’ (Evenwicht door Tegenwicht). Door de eurocrisis is vooral een politieke crisis zichtbaar geworden. De aanpak op Europees niveau laat zien dat de politieke besluitvorming bijzonder moeizaam verloopt.

Het woord religieus komt van het latijnse woord religare, dat verbinden betekent. Religare betekent dat je iets uit het zichtbare verbindt met het onzichtbare, dat je het materiële verbindt met het geestelijke. Anders gezegd: religie is de verbinding tussen de non-lokale causaliteit in de hemel en de lokale causaliteit op aarde. Verbinden staat tegenover het principe van verdeel en heers (Divide et impera).

PRANA dec.’13/Jan.’14 heeft als thema In verbinding – Lichter leven. De Carl Jung deskundige Karen Hamaker brengt in haar artikel op basis van het ‘anima en animus’ tot uitdrukking dat als we met z’n tweeën praten, we eigenlijk met ons vier zijn? Jung beschouwt archetypen als verbeeldingen van universele menselijke thema's. Ze zijn een welkom hulpmiddel voor het begrijpen van individuele en collectieve symbolen.

Met de kernbegrippen Non-lokaliteit, Complementariteit, Verstrengeling, Kwantumcoherentie, Onzekerheidsprincipe, Indeterminisme, Superpositie en IJktheorie uit met name de kwantummechanica is het mogelijk het verschijnsel non-dualiteit 'non-lokaal en lokaal' ('Geest en Lichaam') van het Akasha-veld, de ‘spontane generatie’ te duiden. In de boeken van Ervin Laszlo worden deze begrippen uitgebreid besproken. Non-lokaliteit betekent dat er los van de afstand op elk moment verbondenheid is met het bewustzijn (filosofie van de geest) van anderen of met andere woorden vrijheid in verbondenheid.

Het rapport ‘E i V’ biedt een handvat (methodologie), namelijk de ‘bewustzijnsschil’ om aan de unificatietheorie handen en voeten te geven. Of met andere woorden te laten zien hoe de 'Kwantumshift in het wereldbrein' geleidelijk plaatsvindt. Het is net als met Geest en Lichaam, hemel en aarde, Zo boven, Zo beneden, top down en bottom up, deductief en inductief. Het zijn de twee complementaire kanten van een medaille, het is de psyche (ziel), de schakel tussen geest en lichaam, 'Heer en Slaaf' (Nietzsche) waar het in de Kwantumshift, de Unificatietheorie echt om draait.

In de wereld draait het om het vraagstuk van Leraar en Leerling, de ‘oplossing’ van de leugenaarsparadox. Mozes, Socrates, Plato, Aristoteles, Pythagoras, Jezus, Boeddha, Mohammed en Bahá'u'lláh, Friedrich Nietzsche, Douglas Hofstadter, Peter Sloterdijk, Hans Clevers, Robbert Dijkgraaf, Hans Achterhuis, Henk Procee, Ad Verbrugge en Pim van Lommel zijn wetenschappers, die het probleem van het ego onderkennen, maar wel op elkaars inzichten voortbouwen. Ook een zeer grote verscheidenheid kunstenaars en cabaretiers brengt in hun werk de immateriële wereld tot uitdrukking.

De éne werkelijkheid, de eeuwige wederkeer beweging drukt de eenheid uit. Teilhard de Chardin: Alles divergeert en moet ook weer convergeren, zich samensluiten.

Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen de lagere en de hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen materie en geest, tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega.

Zowel Blavatsky, Jung als Teilhard de Charden laten los van elkaar zien dat er in het universum een vormgevend principe zit verscholen.

De natuurlijke ethiek van Spinoza hangt met de 4e dimensie, de co-reflectie van Teilhard, het projectiemechanisme van Jung en de weerspiegeling van Blavatsky samen.

Fay van Ierlant Het werken met de tijd
‘Toen Krishnamurti begon met zijn lering was het voor de meeste theosofen niet zo dat ze het niet konden begrijpen, maar ze vroegen zich af hoe ze het in konden passen in hun bestaande denkpatroon. Maar het leven is niet een probleem dat opgelost moet worden, het is een mysterie dat ervaren moet worden. Het is het gemak waarmee theosofen alle problemen en gebeurtenissen kunnen plaatsen dat ware kunstenaars en denkers doet weglopen. Zij weten té goed dat hetleven niet in een systeem gestopt kan worden, dat het doel van het denken niet is het leven te verklaren in woorden maar het te begrijpen door het te ondergaan. Het is het middelmatige denken dat comfort zoekt en geen waarheid. De zoeker naar waarheid ziet niet op tegen moeilijkheden en twijfel, maar verwelkomt ze. Natuurlijk zoeken we allemaal wel eens advies van iemand en praten we over moeilijkheden. Er is ook geen reden waarom we niet zo veel mogelijk proberen te leren van leraren en boeken, zo lang we inzien dat we zelf besluiten moeten nemen en dat het zwakheid is als we die verantwoordelijkheid op anderen afschuiven. De open deur naar de realiteit ligt in het hier en nu, in de beleving van iedere dag, overal. De moderne mens zoekt geen toevlucht, troost of zekerheid maar aanvaardt de storm van het leven op eigen kracht.’
Tot zover J.J. van der Leeuw in 1930.

De twee soorten ervaringen waar Prigogine naar verwijst hangen samen met de kloktijd en de psychologische tijd van Claudia Hammond, de kloktijd en innerlijke tijd van Joke Hermsen, met Chronos en Kronos van H.P. Blavatsky, chronologische en psychologische tijd van Krisnamurti en Rohit Mehta, de standaardtijd en psychologische tijd van René Meijer en met de relatieve en absolute tijd, de tijd en eeuwigheid in het rapport ‘E i V’.

Het onderzoeksrapport ‘E i V’ draagt een methodologisch karakter. Het biedt een universeel referentiekader, namelijk de ‘bewustzijnsschil’ om aan de unificatietheorie handen en voeten te geven. Of met andere woorden te laten zien hoe de 'Kwantumshift in het wereldbrein' geleidelijk plaatsvindt. Door het zelfbewustzijn maken we deel uit van onze eigen evolutie. Waar kiezen we voor nu evolutie of degeneratie? Het is net als met Geest en Lichaam, hemel en aarde, Zo boven, Zo beneden, top down en bottom up, deductief en inductief. Het zijn de twee complementaire kanten van een medaille, het is de psyche, de schakel tussen geest en lichaam waar het in de Kwantumshift, de Unificatietheorie echt om draait.

Door Pythagoras is al onderkend dat de evolutie van de mens door synthese, de interdisciplinaire aanpak plaatsvindt. In het onderzoeksrapport ‘E i V’ komt naar voren dat in De Geheime Leer de kwintessens, de verborgen 5e Dimensie op het snijpunt, het snijvlak tussen disciplines betrekking heeft. Cultuursociologie bevindt zich op het snijpunt (emanationisme) tussen Cultuurwetenschappen en Sociologie, Evolutiebiologie tussen Evolutie en Biologie, Culturele psychologie tussen Cultuurwetenschappen en Psychologie, Sociobiologie tussen Sociologie en Biologie, Evolutiepsychologie tussen Evolutie en Psychologie, Paleontologie tussen Geologie en Biologie, Geochemie tussen Geologie en Scheikunde en Geofysica tussen Geologie en Fysica. Door de convergentie van twee disciplines ontstaat synthese. Uiteindelijk draait het om het onderzoek dat betrekking heeft op de relatie tussen ’Unificatietheorie en Snaartheorie’.

Het is het denkvermogen, de rede - de relatie tussen 'Remslaap en Non-remslaap' - die een mens van een dier onderscheidt. Computers, notebooks, smartphones en iPads spelen in de informatiemaatschappij een cruciale rol. Het is mogelijk met behulp van computers virtual reality, een rollenspel te creëren. De virtuele wereld van een computer kan wel het denken, maar niet het voelen simuleren. Aan de hand van de op het beeldscherm getoonde beelden, de grafische vormgeving kunnen wel sensaties en emoties bij een cliënt worden opgeroepen. Omgekeerd is het wel mogelijk met behulp van scanners beelden, de intensiteit van emoties binair vast te leggen. De zuurstof in het bloed is gevoelig voor elektromagnetische velden en daardoor kan de scanner de moleculen traceren. De elektrische stroompjes tussen zenuwcellen in de hersenen zijn met behulp van een Electro Encefalogram (EEG) zichtbaar te maken. Een deskundige virtual reality techniek kan met een catharsis (reinigen van emoties) worden vergeleken.

Jude Currivan boek Het 8e Chakra (p. 28):
Bruce Lipton en anderen hebben aangetoond dat niet de celkern, maar de celmembraan, de uiterste begrenzing van de cel en het enige orgaan dat alle organismen met elkaar gemeen hebben, het eigen 'brein' van de cel moet zijn.

De membranen (brane cosmology, M-theorie) correleren met het omhulsel (schil, klippoth, schaal, schelp) in de microkosmos. In beide gevallen is van creatie en destructie ('scheppen en vernietigen') sprake. Er wordt van uitgegaan dat het antwoord met Brahma (God als Schepper), Vishnu (God als Onderhouder) en Shiva (God als Transformerende Entiteit) van de hindoeïstische Drie-eenheid samenhangt. De gemanifesteerde werkelijkheid (de drie vormen van Vishnu, drie guna's) staat tegenover de ongemanifesteerde Trimurti.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 4 De zevenvoudige hiërarchieën (p. 123):
De ‘heilige dieren’ komen zowel in de bijbel als in de Kabbala voor en zij hebben hun betekenis (en wel een heel diepzinnige) op de bladzijde van de oorsprong van het leven. In de Sepher Jezirah wordt gezegd dat ‘God de troon van zijn glorie graveerde in de Heilige Vier, de ophanim (wielen of wereldsferen), de Serafijnen5, de heilige dieren en de dienende engelen, en uit deze drie (lucht, water en vuur of ether) vormde hij zijn woning’. Zo werd de wereld gemaakt ‘door middel van drie Serafijnen – Sepher, Saphar en Sipur’, of ‘door middel van getal, getallen en getelden’. Met behulp van de astronomische sleutel worden deze ‘heilige dieren’ de tekens van de Dierenriem.
5) Dit is een letterlijke vertaling uit de Afdelingen IX en X: ‘Tien getallen zonder wat?
Een: de geest van de levende God . . . die leeft in eeuwigheid! Stem en geest en woord, en dit is de Heilige Geest.
Twee: geest uit geest. Hij ontwierp en hakte daarmee tweeëntwintig basisletters uit, drie moeders en zeven dubbele en twaalf enkele, en uit hen één geest.
Drie: water uit geest; hij ontwierp en hakte daarmee het woeste en het lege, modder en aarde. Hij ontwierp ze als een bloembed, hakte ze als een muur, bedekte ze als een plaveisel.
Vier: vuur uit water. Hij ontwierp en hakte daarmee de troon van glorie en de wielen, en de serafijnen en de heilige dieren en de dienende engelen, en op deze drie grondvestte hij zijn woning, zoals is gezegd: hij maakt zijn engelen geesten en zijn dienaren vurige vlammen!’ De woorden ‘grondvestte hij zijn woning’ tonen duidelijk aan dat in de Kabbala, evenals in India, de godheid als het Heelal werd beschouwd, en oorspronkelijk niet de buiten-kosmische god was die hij nu is.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 15 Goden, monaden en atomen (p. 687):
Het is bekend dat Leibniz verschillende keren heel dicht bij de waarheid kwam, maar hij beschreef de monadische evolutie niet juist, iets waarover men zich niet hoeft te verbazen, omdat hij geen ingewijde en zelfs geen mysticus was, maar slechts een heel intuïtieve filosoof. Toch kwam geen psycho-fysicus ooit dichter bij de esoterische hoofdlijnen van de evolutie dan hij. Deze evolutie, vanuit haar verschillende standpunten gezien, d.w.z. als de universele en de geïndividualiseerde monade, en de belangrijkste aspecten van de evoluerende energie na de differentiatie – het zuiver spirituele, het intellectuele, het psychische en het fysieke – kunnen zo worden geformuleerd als een onveranderlijke wet; een afdaling van de geest in de stof, gelijkstaand met een vooruitgang in de fysieke evolutie; een weer opstijgen uit de diepten van de stoffelijkheid naar zijn status quo ante, gepaard gaand met het verdwijnen van concrete vormen en substanties tot de laya-toestand, of wat de wetenschap ‘het nulpunt’ noemt, en nog verder.

De Geheime Leer Deel II, Stanza 1 Het begin van bewust leven (p. 24/25):
In de apocalyptische sloka’s van de archaïsche verslagen is de taal even symbolisch als in de Purana’s, hoewel minder mythisch. Zonder de hulp van de latere toelichtingen, verzameld door generaties van adepten, zou het onmogelijk zijn de betekenis goed te begrijpen. In de oude kosmogonieën zijn de zichtbare en de onzichtbare werelden de dubbele schakels van één en dezelfde keten. Zoals de onzichtbare logos, met zijn zeven hiërarchieën (elk door haar voornaamste engel of heerser vertegenwoordigd of verpersoonlijkt) één MACHT vormen, de innerlijke en de onzichtbare, zo zijn de zon en de zeven hoofdplaneten in de wereld van de vormen de zichtbare en actieve kracht; de laatste ‘hiërarchie’ is om zo te zeggen de zichtbare en objectieve logos van de onzichtbare en (behalve in de laagste graden) altijd subjectieve engelen.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 18 Over de mythe van de gevallen engel (p. 558/559):
De Geheime Leer wijst op het vaststaande feit dat de mensheid, collectief en individueel, met de hele gemanifesteerde natuur, het voertuig vormt (a) van de adem van het Ene universele Beginsel in zijn eerste differentiatie; en (b) van de talloze ‘adems’ die voortkomen uit die ENE ADEM in zijn secundaire en verdere differentiaties, naarmate de Natuur met haar vele mensengeslachten afdaalt naar de gebieden die steeds in stoffelijkheid toenemen. De primaire adem bezielt de hogere hiërarchieën; de secundaire – de lagere, op de steeds afdalende gebieden.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 19 Is pleroma de legerstede van Satan? (p. 582/583):
Voor de niet-ingewijde kan het astrale licht dus tegelijk god en duivel zijn – demon est deus inversus: dat wil zeggen, door elk punt van de oneindige Ruimte trillen de magnetische en elektrische stromen van de bezielde Natuur, de leven gevende en dodende golven, want de dood op aarde wordt leven op een ander gebied. Lucifer is goddelijk en aards licht, de ‘heilige geest’ en ‘satan’ tegelijk, omdat de zichtbare Ruimte inderdaad onzichtbaar met de gedifferentieerde adem is gevuld; en het astrale licht, de gemanifesteerde gevolgen van deze twee die één zijn, door onszelf geleid en aangetrokken, is het karma van de mensheid, en zowel een persoonlijke als een onpersoonlijke entiteit: persoonlijk, omdat het de mystieke naam is die door St. Martin werd gegeven aan de menigte van goddelijke scheppers, leiders en heersers van deze planeet; onpersoonlijk als de oorzaak en het gevolg van universeel leven en dood.

Het 5Ddenkraam brengt de reciprociteit tot uitdrukking. In de bijlage Triade + Tetrade zijn belangrijke innovaties gerubriceerd die onze huidige maatschappij in sterke mate hebben gevormd. Het 5Ddenkraam heeft een 'hybride context' (Twee zijnssferen van Plato, 'Microkosmos en Macrokosmos' ('Verstandelijke - en Waarneembare wereld') van H.P. Blavatsky, 'Twee religies' van Henri Bergson, 'Twee soorten ervaringen' van Ilya Prigogine, 'Twee domeinen' van Ervin Laszlo, Mikrosphärologie en Makrosphärologie van Peter Sloterdijk, ‘Wereldbeeld en Mensbeeld’ van Klaas van Egmond en de 'Kwantummechanica en Relativiteitstheorie') en biedt zowel een verfijning in etherische zin (verborgen dimensie) als een samenhangende toekomstvisie voor het bereiken van de éne werkelijkheid (Cosmic consciousness van Teilhard de Chardin).

====

4.3 Symmetrie en Gebroken symmetrie ('Nature en Nurture')

In essentie behandelt het rapport ‘E i V’ het mechanisme ‘en-en’/‘of-of’ (‘God en Darwin’/’God of Darwin’, ’Eenheid’/‘Gebroken symmetrie’, 'Emergentie'/'Decompositie' ('Emergence'/'Quantum decoherence'), ‘Monade’/’Duade’), de twee kanten van een medaille. Het is de ziel (psyche) die de twee kanten van een medaille met elkaar verbindt. Voor 'God en Darwin' kan ook gelezen worden 'Geloof en Rede'. Zowel Mozes Maimonides (1135 – 1204) als Raymond Lull (1232 – 1315) zijn wetenschappers, die zich al intensief hebben toegelegd op het schijnbaar onoplosbare conflict tussen geloof en wetenschappelijke kennis. Mozes Maimonides (BRES nr. 268 juni/juli 2011) in zijn boek Gids der verdoolden en Raymond Lull in zijn hoofdwerk Ars Generale Ultima.

In het rapport ‘E i V’ staat niet de discussie ‘Geest of Stof’, 'Aristoteles of Descartes', what’ s in a name centraal, maar de wederkerigheid (reciprociteit) tussen beide, het in de mens ingebouwde 'en-en'/'of-of'-mechanisme (Alles divergeert en moet ook weer convergeren), de kwintessens. De ether definitie van Jan Börger toont de basisbouwsteen, ’Complementariteit en Gebroken symmetrie’ (asymmetry), de 'positieve- en negatieve as' van het kernkwadrant van Daniel Ofman.

Martijn van Calmthout De mythe van de gebroken werkelijkheid
Volgens Mandelbrot hangt de lengte van een kustlijn af van de lengte van de gebruikte meetlat. Vanuit een satelliet lijkt de kust een gladde curve waarvan de lengte snel is vastgesteld. Maar eenmaal op de grond blijken er opeens inhammen en landtongen, die de kustlijn wat langer maken. In de inhammen liggen bovendien rotsen, tussen de rotsen kiezels, de kiezels hebben uitstulpingen, waarop weer zandkorrels zitten, enzovoorts. En steeds valt de schatting hoger uit omdat bij elke vergroting de kustlijn weer even grillig blijkt als bij de vorige. En langer. Alleen bij een keurige gladde cirkel of een vierkant, objecten met twee dimensies, zou de schatting precies op één waarde uitkomen. Dat dat kennelijk bij een kustlijn niet gebeurt, kon volgens Mandelbrot maar één ding betekenen: de kustlijn heeft een gebroken dimensie, ergens tussen 1 en 2 in. In zijn boek The Fractal Geometry of Nature uit 1982 (Uitgeverij W.H. Freeman) beschreef Mandelbrot voor het eerst samenhangend hoe die dimensie wiskundig moet worden berekend.

In het universum is de gebroken symmetrie een gegeven. De mensheid wordt daardoor op aarde uitgedaagd voor zijn "survival of the fittest" slimme 'en-en', interdisciplinaire oplossingen te bedenken.

De overlevingsstrategie, survival of the fittest heeft op de menselijke natuur, dat wat alle menselijke wezens met elkaar gemeen hebben, 'goed en kwaad', de grondbeginselen van de ethiek die nooit veranderen betrekking. Het eindige universum staat tegenover de oneindige bewustzijnsevolutie ('individueel en collectief') van En-soph. Het zijn de ééndimensionale denkers die menen dat zij de wijsheid in pacht hebben. Er is sprake van een oud patroon, dat steeds weer terugkeert, alleen veranderen de acteurs in de loop van de tijd.

Bevruchting is het proces van de samensmelting van twee haploïde gameten, zoals een zaadcel en een eicel, dat leidt tot de vorming van een diploïde zygote en eventueel uiteindelijk de ontwikkeling van een embryo. Hoe dit verloopt wordt onderzocht in de studie van de levenscyclus.

Het complementariteitsprincipe komt in de wisselwerking, tussen de ’Invoer en Uitvoer’ en ‘Verwerking en Feedback’ naar voren.

====

4.4 Macrokosmos en Microkosmos ('Alfa en Omega', 'Dat en Dit')

H.P. Blavatsky beschrijft Kosmos en mens, respectievelijk de macrokosmos en microkosmos in de Delen I en II van De Geheime Leer.
De Geheime Leer, Deel I Proloog (p. 37/38):
Wanneer dus de pantheïsten de Upanishads herhalen, die evenals de Geheime Leer verklaren dat ‘dit’ niet kan scheppen, dan ontkennen zij niet een schepper, of liever een verenigd totaal van scheppers, maar zij weigeren slechts, heel logisch, om ‘schepping’ en in het bijzonder ‘vorming’, iets eindigs, aan een oneindig beginsel toe te schrijven. Voor hen is Parabrahmam een passieve, want een absolute oorzaak, het onvoorwaardelijke mukta. Alleen beperkte alwetendheid en almacht worden aan het laatste ontzegd, omdat dit nog eigenschappen zijn (zoals die worden weerspiegeld in de voorstellingen van de mens) en omdat Parabrahm, het ‘allerhoogste AL’, de altijd onzichtbare geest en ziel van de Natuur, onveranderlijk en eeuwig, geen eigenschappen kan hebben. ‘Het absolute’ immers sluit vanzelfsprekend ieder denkbeeld van samenhang met het eindige of het voorwaardelijke uit. En wanneer de aanhanger van de Vedanta stelt dat eigenschappen eenvoudig tot de uitstraling ervan behoren en deze ‘iswara plus maya’ en avidya noemt (d.i. agnosticisme en niet-weten, eerder dan onwetendheid), is het moeilijk in deze opvatting enig atheïsme te ontdekken7. Omdat er noch twee ONEINDIGHEDEN noch twee ABSOLUTEN kunnen zijn in een Heelal dat wordt verondersteld grenzeloos te zijn, kan men zich nauwelijks voorstellen dat dit zelf-bestaan persoonlijk scheppend is. Voor het gevoel en de waarnemingen van eindige ‘wezens’ is DAT niet-‘bestaand’, in de zin dat het HET enige ZIJN is, want in dit AL ligt zijn eeuwig bestaande en gelijktijdige uitstraling of inherente radiatie verborgen die, wanneer zij periodiek Brahma wordt (het mannelijk-vrouwelijke vermogen), zich tot het gemanifesteerde Heelal uitbreidt, dus dit Heelal wordt. Narayana, die zich beweegt op de (abstracte) wateren van de Ruimte, wordt veranderd in de concrete wateren die worden bewogen door hem, die nu het gemanifesteerde WOORD of de logos wordt.
7) Niettemin zouden bevooroordeelde en nogal fanatieke christelijke oriëntalisten willen bewijzen dat dit zuiver atheïsme is. Voor een bewijs hiervan zie men majoor Jacobs ‘Vedanta Sara’. Toch weerklinkt door de hele oudheid deze gedachte uit de Vedanta:
Omnis enim per se divom natura necesse est (For every one that it is necessary, by the very nature of
Immortali aevo summa cum pace fruatur.’ To enjoy the immortal life in the deepest)
38: De orthodoxe brahmanen, die het meest in opstand komen tegen de pantheïsten en de aanhangers van de Adwaita, en hen atheïsten noemen, zijn – als Manu hierin enig gezag heeft – gedwongen de dood van Brahma, de schepper, aan te nemen bij de afloop van iedere ‘eeuw’ van deze (scheppende) godheid (100 goddelijke jaren – een periode die in onze jaren uitgedrukt, vijftien cijfers vereist). Toch zal geen van hun filosofen deze ‘dood’ anders opvatten dan als een tijdelijk verdwijnen van het gemanifesteerde bestaansgebied of als een periodieke rust.

Het onkenbare 1e beginsel, de wisselwerking tussen DAT en DIT, de blauwdruk gaat het menselijke begripsvermogen te boven.
Het brengt de relatie tussen hemel en aarde, het ontstaan van Kosmos en Mens, Energie en Materie (energie en materie) tot uitdrukking.

Het morele kompas is een model dat gebruikt wordt om van boven naar beneden de scheppingsleer en van beneden naar boven de bewustzijnsevolutie te verklaren. Het brengt de universele quintessens, het 'Reflexief Bewustzijn' tot uitdrukking.
De hoofdstukken 1 t/m 4 geven Ruimte en Tijd, het ruimte-tijd continuüm van de scheppingsleer weer.
De hoofdstukken 5 t/m 8 tonen hoe de evolutie, de ommekeer kan worden bereikt.
Het morele kompas wordt gebruikt om de kwintessens, de synthese tussen 4 elementen, de verborgen 5e Dimensie weer te geven. Op basis van de in het universum aanwezige supersymmetrie wordt geconcludeerd dat het concept van de Snaartheorie het spiegelbeeld van de Levensboom is.

====

4.5 Golven en Deeltjes (Kwantumverstrengeling, 'Levensatoom en Atoom')

Gerrit Teule: Geest en ziel zijn de binnenkant van elektromagnetisme en elektromagnetisme is de buitenkant van geest en ziel.

Elektromagnetische spectrum
Gerangschikt van uiterst lage tot ultrahoge frequentie, omvat het elektromagnetische spectrum:
• extreem lage frequenties
• laagfrequente golven
• radiogolven
• microgolven
• infrarode stralen
• zichtbaar licht
• ultraviolette stralen
• röntgenstralen
• gammastralen

De eonenhypothese, de supersymmetrie in de schepping wordt mede op basis van biofotonen, constructieve – en destructieve interferentie, Meissner-effect en de eeuwige wederkeer van Nietzsche onderbouwd.

In het onderzoeksrapport ‘E i V’ is de absolute - en relatieve ruimtetijd (Ongemanifesteerd en Gemanifesteerd) - de absolute ruimtetijd van de hemel en relatieve ruimtetijd op aarde - analoog aan het vijfdimensionale binnenste van de ruimte en de vierdimensionale grens. Of anders gezegd 'absolute - en relatieve ruimtetijd' illustreren het ‘en-en’/’of-of’ mechanisme (dualiteit van 'Golven en Deeltjes', Demon est deus inversus), het ‘Veilig en Verdoemd’ (p. 324,326, 337, 425) van Amanda Gefter.

Voor de complementariteit van Bohr wordt nu het begrip dualiteit van 'Golven en Deeltjes' gebruikt. Fotonen (φοτος, photos=licht) ("lichtdeeltjes") zijn een verschijningsvorm van elektromagnetische straling. Afhankelijk van de gebruikte meetopstelling zal straling (een vorm van energie) zich voordoen als golven of als een stroom van massaloze deeltjes, de fotonen. Een foton is een voorbeeld van een kwantum. Een foton is de kleinst mogelijke eenheid van licht.
Corresponding to most kinds of particles, there is an associated antiparticle with the same mass and opposite electric charge.

Als onbekend is waar een deeltje zich bevindt, is het volgens de natuurkunde 'in superpositie'. Dit betekent dat er een soort 'wolk' van mogelijke plaatsen van aanwezigheid rond het deeltje hangt.

Joseph John Thomson ontdekt in 1897 de ware drager van elektriciteit: het elektron.
Atomen bestaan volgens Rutherfords atoommodel uit een positief geladen atoomkern, waaromheen evenveel negatief geladen elektronen draaien als er positief geladen protonen zijn in de kern.

Een positron (ook: positon) is het antideeltje van het elektron (foton + proton = elektron + positron + proton).

Het atoommodel kan als symbool worden gebruikt om te illustreren hoe de energiebron (kwantumverstrengeling) kan worden bereikt. In het atoommodel van Bohr houden de elektronen van een atoom zich op in zeven schillen rondom de kern (Periodiek systeem/Elektronenconfiguratie), die een verschillend energieniveau hebben. Negatief geladen elektronen houden de positief geladen protonen in evenwicht.
Wanneer chemische elementen gerangschikt worden volgens hun atoommassa openbaart zich een periodiciteit in de eigenschappen (In werkelijkheid gaat het niet zo zeer om de atoommassa maar om het atoomnummer, maar de atoomnummers waren in de tijd van Mendelejev nog niet bekend. Voor de ordening maakt dat echter weinig verschil).

Leven vanuit je hart, het centrum van bewustzijn betekent ont-wikkelen, de lagen van de conditionering weer verwijderen. Met het slinken van je ego verruimt je bewustzijn tot een ervaren van het sublieme. De creatieve energiestroom (verbeeldingskracht, ideatie, imagination) komt op gang. De slang die zichzelf in de staart bijt staat symbool voor het cyclische proces van ontwikkeling, waarbij steeds een oude huid wordt afgeworpen wanneer van binnenuit een nieuwe is gevormd. Dit proces kan met het ontwikkelen van kennis en ont-wikkelen (loslaten van conditioneringen) worden vergeleken.

Het verschijnsel symmetriebreking (spiegelsymmetrie en complementariteit) wordt overal in de natuur aangetroffen. Om de geheimen in de natuur af te leiden uit de kennis van de relaties in de symmetrieën staat bekend als de gauge theory (ijktheorie).
In de deeltjesfysica is een ijkboson een boson dat fungeert als drager van één van de fundamentele natuurkrachten.

De Geheime Leer Deel I Proloog (p. 32):
Bijna vijf eeuwen v.Chr. beweerde Leucippus, de leermeester van Democritus, dat de Ruimte eeuwig vol was met atomen die werden aangedreven door een onophoudelijke beweging, die na verloop van tijd, toen die atomen zich verenigden, een ronddraaiende beweging opwekte, als gevolg van onderlinge botsingen die zijdelingse bewegingen opleverden. Epicurus en Lucretius onderwezen hetzelfde, maar zij voegden aan de zijdelingse beweging van de atomen het denkbeeld van affiniteit toe – een occulte lering.
De Geheime Leer Deel I Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 245/246):
(e) De vierde bestaat uit substantiële wezens. Dit is de hoogste groep van de rupa’s (atomaire vormen8). Het is de kinderkamer van de menselijke, bewuste, geestelijke zielen.
7) Volgens de esoterische filosofie correspondeert elk stofdeeltje met en is afhankelijk van zijn hogere noumenon – het wezen, tot de essentie waarvan het behoort. Zowel boven als beneden evolueert het geestelijke uit het goddelijke, het psychisch-mentale uit het geestelijke – dat op zijn lagere gebied wordt gekleurd door het astrale, terwijl de hele bezielde en (schijnbaar) onbezielde Natuur zich op overeenkomstige manier ontwikkelt en haar eigenschappen zowel van boven als van beneden verkrijgt.
265/266: (a) De uitdrukking ‘door de zeven werelden van maya’ heeft hier betrekking op de zeven bollen van de planeetketen en de zeven ronden of de 49 fasen van actief bestaan, die de ‘vonk’ of monade vóór zich heeft bij het begin van elke ‘grote levenscyclus’ of manvantara. De ‘draad van fohat’ is de eerder genoemde levensdraad.
Dit betreft het grootste probleem van de filosofie – de stoffelijke en substantiële aard van het leven; het onafhankelijke bestaan daarvan wordt door de moderne wetenschap ontkend, omdat zij niet in staat is dit te begrijpen. Alleen degenen die geloven in reïncarnatie en karma bespeuren vaag, dat het hele geheim van het leven ligt besloten in de onafgebroken reeks van de manifestaties ervan: hetzij in het stoffelijke lichaam, of daarbuiten.
De Geheime Leer Deel I Samenvatting (p. 313):
Het is duidelijk dat deze twee passages elkaar tegenspreken en daaruit blijkt (a) dat een aantal generaties van mystici van allerlei soort onder het algemene pseudoniem van Hermes schreven en (b) dat een groot onderscheidingsvermogen nodig is vóór men een Fragment als esoterische lering aanvaardt, alleen omdat het onmiskenbaar oud is. We gaan nu het bovenstaande vergelijken met een soortgelijke aanroeping uit de hindoegeschriften, die ongetwijfeld even oud, zo niet veel ouder is. Hier is het Parasara, de Arische ‘Hermes’, die Maitreya, de Indiase Asclepios, onderwijst en Vishnu als drievoudig wezen aanroept.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 3 ‘An lumen sit corpus, nec non?’ (p. 531):
Sir Isaac Newton hield zich aan de deeltjestheorie van Pythagoras en was ook geneigd de consequenties ervan te erkennen. Graaf De Maistre had daarom eens de hoop dat Newton uiteindelijk de wetenschap zou terugvoeren naar de erkenning van het feit dat krachten en de hemellichamen werden voortgestuwd en geleid door intelligenties (Soirées, Deel ii). Maar De Maistre had buiten de waard gerekend. De diepste gedachten en denkbeelden van Newton werden verdraaid en van zijn grote wiskundige kennis werd alleen het fysieke omhulsel gebruikt. Als de arme Sir Isaac had voorzien voor welk doel zijn opvolgers en aanhangers zijn ‘zwaartekracht’3 zouden gebruiken, dan zou die vrome en religieuze man zeker rustig zijn appel hebben opgegeten en nooit hebben gerept over de begrippen van de mechanica die met de val ervan zijn verbonden.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 11 Over elementen en atomen (p. 627):
De hedendaagse natuurkunde heeft, toen zij aan de Ouden haar atoomtheorie ontleende, één punt, het belangrijkste van de leer, vergeten; daarom kreeg zij alleen de schil en zal nooit tot de kern kunnen doordringen. Zij liet, toen zij de fysieke atomen overnam, het veelbetekenende feit buiten beschouwing dat van Anaxagoras tot Epicurus, de Romein Lucretius en tenslotte zelfs tot Galileo, al die filosofen min of meer in BEZIELDE atomen geloofden, niet in onzichtbare deeltjes van zogenaamde ‘redeloze’ stof. Volgens hen werd een draaiende beweging opgewekt door grotere (lees meer goddelijke en zuivere) atomen die andere atomen naar beneden trokken, terwijl de lichtere gelijktijdig omhoog werden gestuwd. De esoterische betekenis hiervan is de eeuwig cyclische neergaande en opstijgende curve van gedifferentieerde elementen door intercyclische fasen van bestaan, totdat elk opnieuw zijn uitgangspunt of geboorteplaats bereikt.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 704):
De cyclussen zijn ook onderworpen aan de gevolgen die door deze activiteit ontstaan. ‘Het ene kosmische atoom wordt zeven atomen op het gebied van de stof, en elk wordt in een energiecentrum omgezet; datzelfde atoom wordt zeven stralen op het gebied van de geest, en de zeven scheppende natuurkrachten, die van de wortel-essentie uitstralen . . . volgen, de ene het rechter-, de andere het linkerpad, gescheiden tot het einde van de kalpa en toch nauw met elkaar verbonden.

Elektronenconfiguratie:
De Geheime Leer Deel II, Stanza 3 Pogingen tot het scheppen van de mens (p. 87):
Want in de heilige sloka’s wordt gezegd:
De stralende draad die onvergankelijk is en slechts in nirvana oplost, komt daaruit ongeschonden weer tevoorschijn op de dag waarop de Grote Wet alle dingen tot werkzaamheid terugroept. . . .
De monaden die in deze lege SCHILLEN incarneerden, bleven even onbewust als toen zij van hun vroegere onvolledige vormen en voertuigen waren gescheiden.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 7 VAN HET HALFGODDELIJKE RAS TOT DE EERSTE MENSENRASSEN (p. 196):
Nu staat Kandu hier voor het eerste Ras. Hij is een zoon van de pitri’s en dus zonder denkvermogen, waarop wordt gezinspeeld doordat hij niet in staat is een tijdperk van bijna duizend jaar te onderscheiden van één dag; daardoor blijkt hij zo gemakkelijk misleid en verblind te worden. Wij hebben hier een variant van de allegorie in Genesis, van Adam, geboren als een beeld van stof, waarin de ‘Heer God’ de adem van het leven blaast, maar niet van verstand en onderscheidingsvermogen. Die worden pas ontwikkeld nadat hij had geproefd van de vrucht van de Boom van Kennis; met andere woorden, nadat zijn denkvermogen was begonnen zich te ontwikkelen en manas bij hem was ingeplant, waarvan het aardse aspect van de aarde aards is, hoewel zijn hoogste vermogens het met geest en de goddelijke ziel verbinden.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 10 DE GESCHIEDENIS VAN HET VIERDE RAS (p. 260):
De engelen die tot voortbrenging waren vervallen, worden overdrachtelijk als slangen en draken van wijsheid aangeduid. Anderzijds kan men zeggen dat, gezien in het licht van de LOGOS, de christelijke Heiland, evenals Krishna, hetzij als mens of als logos, diegenen van een ‘eeuwige dood’ heeft gered, die geloofden in de geheime leringen, en dat hij, zoals iedere ingewijde, het koninkrijk van de duisternis of de hel heeft overwonnen. Dit in de menselijke, aardse vorm van de ingewijden, en ook omdat de logos Christos is, dat beginsel van onze innerlijke natuur dat zich in ons ontwikkelt tot het geestelijke ego – het hogere zelf – dat is gevormd uit de onverbrekelijke vereniging van buddhi (het zesde) en de geestelijke bloesem van manas, het vijfde beginsel3. ‘De logos is passieve wijsheid in de hemel en bewuste, zelfwerkzame wijsheid op aarde’, wordt ons geleerd. Het is het huwelijk van de ‘hemelse mens’ met de ‘maagd van de wereld’ – de Natuur, zoals beschreven in Pymander; het gevolg hiervan is hun nageslacht – de onsterfelijke mens. In de Openbaring van Johannes wordt dit het huwelijk van het lam met zijn bruid genoemd (xix, 7).
3) Het is niet juist om – zoals sommige theosofen doen – Christus te omschrijven als het zesde beginsel in de mens – buddhi. Dit laatste is in wezen een passief en latent beginsel, het geestelijke voertuig van atman, onafscheidelijk van de gemanifesteerde universele ziel. Slechts in vereniging en in verbinding met zelfbewustzijn wordt buddhi het hogere zelf en de goddelijke ziel, die onderscheidingsvermogen bezit. Christos is, als het al iets is, het zevende beginsel.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 4 Is de zwaartekracht een wet? (p. 538):
De deeltjestheorie is zonder omhaal terzijde geschoven, maar de zwaartekracht – het beginsel dat alle lichamen elkaar aantrekken met een kracht die recht evenredig is aan hun massa, en omgekeerd evenredig aan het kwadraat van hun onderlinge afstand – is tot heden blijven bestaan en heerst oppermachtig als altijd in de veronderstelde etherische golven van de Ruimte. Als hypothese was zij met de dood bedreigd wegens haar ontoereikendheid om alle feiten te omvatten die haar werden voorgelegd; als fysische wet is zij de koningin van de vroegere eens almachtige ‘imponderabilia’. ‘Het is weinig minder dan godslastering . . . een belediging van Newtons grootse nagedachtenis om eraan te twijfelen . . .’, roept een Amerikaanse recensent van Isis Ontsluierd uit. Welnu, wat is tenslotte die onzichtbare en ongrijpbare god in wie we blindelings moeten geloven?

De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 24 Het kruis en het Pythagorische tiental (p. 713):
Wanneer men de scheikundige elementen volgens hun atoomgewicht in groepen rangschikt, zal men ontdekken dat ze een reeks vormen van groepen van zeven; het eerste, tweede, enz., lid van elke groep vertoont in al zijn eigenschappen een sterke analogie met het overeenkomstige lid van de volgende groep.

Wat betreft het factorgetal (factorelement) zeven draait het in het rapport 'E i V' niet alleen om de atoommassa, maar ook om de zeven (hoofd)elektronenschillen (Periodiek systeem/Elektronenconfiguratie).

Golven bleken niet slechts deeltjes te zijn, maar deeltjes ook golven! Het verschijnsel ’Golven en Deeltjes’ geeft een wetenschappelijke basis aan het boek Zonder grenzen van Ken Wilber. Het rapport 'E i V' toont aan dat de wetmatigheden, de vier oorzaken-leer, die Aristoteles onderkende nog steeds actueel zijn. De doeloorzaken zijn zowel ‘beginpunt als eindpunt’, ’alpha en omega’ en hebben op energie, de 'oerbron' (oerstof, akasha, fohat) betrekking.

Het EPR-experiment illusteert een dichotomie. Dichotomieën' en Complementariteit' kunnen niet zonder elkaar. Het brengt de wederkerigheid, het is zoals het is (Antropisch principe), de supersymmetrie in het universum tot uitdrukking. Of met andere woorden het draait om het fenomeen zelfreferentie en zelfreflectie. De Ouroboros is het symbool voor zelfreferentie.

====

4.6 Entropie en Negentropie

Wim van den Dungen: Hoofdstuk Chaos 3.3. Fractale zelfgelijkvormigheid.
De wiskundige J.Bernoulli (1654 1705) liet op zijn grafsteen in de Kathedraal van Bazel een logaritmische spiraal beitelen met daaronder de tekst 'eadem mutata resurgo' ('niettegenstaande omgevormd zal ik onveranderd heropstaan'). Met grote bewondering had hij deze spiraal bestudeerd, en ze 'spira mirabilis' genoemd. Vooral het feit dat ze op elke schaal identiek blijft sprong velen in het oog (d.i. zelfgelijkvormigheid). Een rotatie van de spiraal met hoek µ doet de nieuwe functie van de initiële enkel slechts een exponentiële schaalfactor verschillen. Het verband tussen deze spiraal, de gulden snede & schoonheid ligt mathematisch voor het grijpen, zoals ook het verband tussen deze groeispiraal en veel levensprocessen (uitgedrukt in een tijdreeks zoals de getallen van Fibonacci).
Spiralen zijn de bouwstenen van het leven. De nucleus van elke levende cel bestaat uit een lange, spiraalachtig opgewonden structuur (DNA) die de code bevat die als bouwplan voor de groei van het organisme dient. Fossielen die 300 miljoen jaar oud zijn vertonen de spiraalvorm. De 'spira mirabilis' karakteriseert een ordelijk, stabiel systeem, gekenmerkt door een negatieve entropie. Het optimum (bereikt door de toename van de afstand van de punten tot het middelpunt) ligt op oneindig, waar de entropie nul is. De buitengewone ordelijkheid van de groeispiraal blijkt uit haar zelfgelijkvormigheid (of autosimilariteit), d.w.z. schaalonafhankelijkheid. De ordeningssleutel (de vergelijking) wordt niet door proportieveranderingen beïnvloed. Net zoals de gravitatiewet of het getal van Feigenbaum is er sprake van een universaliteit die voor wat de groeispiraal betreft geometrisch is.
Zelfgelijkvormigheid, symmetrie op elke schaal, recursie is ook typisch voor fractalen, wat suggereert ze met de ordening van complexiteit en chaos te maken hebben. Want turbulente (monsterachtige) vormen kunnen zelfgelijkvormigheid bevatten en dus ordelijker zijn dan men bij de eerste aanblik zou vermoeden. Fractalen zijn vormen van orde die schaalonafhankelijk zijn. In de natuur komen ze vaak voor (van schelp tot spiraalvormig melkwegstelsel). "Another fractal structure that has been elucidated by smallrange xray and neutron scattering is lignite, or 'brown coal'. Lignite is pervade by microscopic pores with a fractal inner surface. These pores and their surfaces are, of course, what makes 'active' coal active and interesting for air filters and other purifying application."

Negatieve entropie
De evolutietheorie van het neo-darwinisme heeft moeite met een belangrijk struikelblok, de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica (de wet van de entropie). Die wet zegt dat er uit chaos geen blijvende en toenemende orde kan voortkomen, zonder een voortdurende en stimulerende invloed. Met andere woorden, als we een grote bak met door elkaar heen dwarrelende atomen nemen en we laten daar het neo-darwinistische denkmodel op los van spontane samenklontering tot grotere structuren en natuurlijke selectie, dan ontstaat er niet de voortdurend toenemende complexiteit en ordening die we in de levende natuur waarnemen. Er zullen wel min of meer ingewikkelde materiestructuren kunnen ontstaan, maar die vallen ook weer even gemakkelijk uit elkaar, na een seconde of na duizend jaar (dit uiteenvallen van orde naar chaos heet entropie). Om op dit soms heftig kronkelende evolutiepad de miljarden jaar durende en steeds toenemende complexiteit en ordening van de levende materie te kunnen bereiken, is er op een of andere manier een voortdurende en gerichte inspanning nodig, de negatieve entropie (kortweg: negentropie). Daarin voorziet de neo-darwinistische visie niet en daarom is deze theorie niet houdbaar, of op z’n minst niet compleet. Er moet nog iets zeer belangrijks bij en dat is een ordenende, niet materiële creativiteit; wat we ook geestelijke creativiteit kunnen noemen. Zonder deze creatieve kracht, zo maakt Teilhard ons duidelijk, is het neo-darwinisme een doodlopend pad.

====

4.7 Triade + Tetrade (Hemel en Aarde, Pythagoras en Aristoteles)

In de systeemleer staat de ‘4’ voor het terugkoppelingsmechanisme, dat op de invoer, de verwerking en de uitvoer volgt. De hemelse ‘1 2 3’ ontstaat wanneer de aardse ‘4’, het terugkoppelingsmechanisme harmonie creëert. Dit terugkoppelingsmechanisme heeft op de levenskunst, de zin van het leven betrekking. Een tipje van de sluier wordt opgelicht. De driehoek van Pythagoras is nog steeds actueel. De contouren van het ultieme ordeningsprincipe zijn al millennia bekend (hoofdstuk 2.2.1). Tegenover het gemanifesteerde universum, de Tetrade staat de verborgen, ongemanifesteerde zijde, de Triade.

Hermeneutische Cirkel Oude Testament: Nieuwe Testament:
IntuïtieDenken   Geest
1. Holos, Anagogisch ----3. Logos, LetterlijkWijze >>>>GoddelozeGod ----Heilige geest
||||||
4. Mythos, Allegorisch ----2. Theos, MoreelDwaas <<<<RechtvaardigeSatan ----Zoon
VoelenGewaarworden  Lichaam

====

4.8 Oost en West (Oost en West)

De hamvraag is in hoeverre de stille diplomatie van Jaap de Hoop Scheffer cs. echt voorkomt dat de Tibetaanse cultuur wordt vernietigd. Of met andere woorden de koopmansgeest regeert. De alles-voor-de-winst-mentaliteit, de hollandse koopmansgeest, die door de VVD wordt benadrukt staat haaks op het verlichtingsdenken, het nirwana in het Oosten. De situatie in Oekraïne leert dat de stille diplomatie van Jaap de Hoop Scheffer juist niet aan de stabiliteit heeft bijgedragen. Elma Drayer stelt de morele bijziendheid, de blinde vlek in het denken bij Aafke Romeijn aan de orde, terwijl René Cuperus de morele bijziendheid, het politieke opportunisme bij Jaap de Hoop Scheffer ter discussie stelt. Henk Hogeboom van Buggenum laat in zijn bespreking van het boek De geopolitiek van emotie van Dominique Moïsi zien dat om het tij te keren ook met de keerzijde van het politieke opportunisme, namelijk het morele kompas rekening dient te worden gehouden.

De paranoia, oftewel de marktfundamentalisten (Hans Achterhuis De utopie van de vrije markt) in het Westen kunnen met de moslimfundamentalisten in het Oosten worden vergeleken. Deze 'scoringsdrift', deze mentaliteit heeft dezelfde wortels Demon est deus inversus (Hogere – en Lagere Tetraktis). Fundamentalisme is op haar beurt weer een reactie op het secularisme en is vermoedelijk op dezelfde onderbuikgevoelens, epithumia van Plato gebaseerd. Maar gelukkig bestaat er ook thumos.

Het verslag van Frank Visser van de manifestatie “Klaar om te wenden?” bij het afscheid van ex-SER voorzitter Herman Wijffels op vrijdag 31 maart 2006 laat zien dat er wel degelijk een verband ligt. Om met het veranderen van de structuur een begin te maken is de strategie “Klaar om te wenden?” een goed initiatief.
Spiral Dynamics is kort gezegd een theorie over de ontwikkeling van waardepatronen in de mens en de samenleving, die door de Amerikaanse psycholoog Clare Graves – een tijdgenoot en geestverwant van Maslow -- is ontwikkeld.
Don Beck is net terug van een bezoek aan het Midden-Oosten, waarvan hij op de hem eigen wijze verslag deed. Hij poneerde de uitdagende stelling dat het in het huidige Midden-Oosten niet om religie gaat, zoals het in het toenmalige Zuid-Afrika niet om ras ging, wat betreft de kern van het conflict. Veeleer zijn er botsende waardepatronen, die aan het licht gebracht moeten worden voordat aan een oplossing kan worden gedacht.
Op basis van Spiral dynamics is het mogelijk integrale, gemeenschappelijke visies te ontwikkelen.

Paul Scheffer, Het land van aankomst, Volkskrant 15 oktober 2007:
De arabist Hans Jansen stelt dat Paul Scheffer de discussie met de islam niet aangaat. Wellicht ontbreekt die gedachtenuitwisseling met mainstream moslims omdat Scheffer nergens in de literatuur die hij heeft doorgewerkt islamitische, gezaghebbende schrijvers heeft kunnen vinden die iets vriendelijks te zeggen hadden over democratie, over mensenrechten, over wetenschap, kortom over onze wereld.
Er is maar een conclusie mogelijk. Hij heeft ze niet kunnen vinden. Scheffer heeft ze niet gevonden omdat de islam onze leefwijze tot in de details veroordeelt. Natuurlijk willen we dat liever niet weten, maar het is onzin om te denken dat de moslims die in Nederland wonen dat niet heel goed weten. Op zondag 7 oktober ging Paul Scheffer met Ruud Lubbers in debat. De ‘worldconnector’ Ruud Lubbers ziet de oplossing vooral in een extra inspanning om de muren te slechten.’Afweren kan niet. We moeten de participatie van de allochtonen vergroten. Onze samenleving staat op een beslissend moment.’

Erik Staal heeft handig misbruik gemaakt van de tijdgeest, die op diverse Ministeries heerste. Het heeft tot gevolg dat de corrigerende werking van de wederkerigheid, het zelfreinigend vermogen daardoor verloren is gegaan. In hoeverre is het terecht dat het Westen zich moreel superieur voelt aan het Oosten? Om het vraagstuk van de groeiende ongelijkheid op te lossen hangt met het geïnstitutionaliseerde politiek opportunisme van de Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy samen.

====

4.9 Persoonlijkheid en Individualiteit (Individueel leerproces, Rechter- en Linkerpad)

Om het aardse met het hemelse te verbinden gebruikt de Theosofie het begrip Individualiteit, Carl Jung Individuatie en de filognosie Onpersoonlijkheid. Het gebruik van deze 'synoniemen' biedt een gemeenschappelijke achtergrond waardoor het mogelijk is de authentieke projectie van het Ken uzelve te doorgronden. Al is het wel zo dat door alle drie verschillende 'hulpmiddelen' worden aangereikt.

Het driehoekige diagram van Roberto Assagioli toont dat synthese via het dialectisch, met name het verticale bewustzijn plaats vindt.

Voor een beknopte beschrijving van de begrippen Verticaal - en Horizontaal bewustzijn wordt verwezen naar het boek Nulpunt Revolutie van Benjamin Adamah. P. 113: Dat wat geen buiten kent (+1) en Dat wat geen binnen binnen kent (-1). Ik denk dat Herakleitos het er mee eens zou zijn geweest dat binnen de eenheid der tegendelen-redenering er geen iets is zonder niets en geen niets zonder iets.

Pythagoras verklaarde in de zesde eeuw voor Chr. dat vier het getal van de totaliteit was. Er wordt van uitgegaan dat het volledig symmetrische, magische vierkant voldoet aan het beginsel van de ‘acausale geordendheid’. Net als het magische vierkant drukt de Unus Mundus de perfecte symmetrie uit. In het individuatieproces moeten wij leren de tegenstellingen als eenheid te ervaren.

Het zondebokmechanisme laat zien dat Jezus een verlicht persoon was, die de egospelletjes van de elite door had.
Net als elke organisatie is ook de overheid een afspiegeling van de maatschappij. De dubbele moraal is een andere manier om het spel van de 'dubbele’, de bewust of onbewust verborgen agenda's van zowel links als rechts tot uitdrukking te brengen. Het loopt mis wanneer we andere maatstaven aanleggen voor mensen die iets met ons gemeen hebben dan voor vreemden. Sommige mensen zijn niet meer gelijk dan anderen. De dubbele moraal is zowel bij de overheid als het individu eerder regel, dan uitzondering geworden.

====

Zie ook:

Boeken:

Externe Links

<< vorige ||volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.