8.3.1 Waarden en Normen

De volledigheid is als water, Laozi:
Wanneer iemand zou willen regeren en iets tot stand zou willen brengen door handeling, besef ik dat hij niet slagen kan. Het koninkrijk is een geestelijk ding en kan niet door handelen worden verworven. Hij, die het op die wijze zou willen winnen, vernietigt het. Hij, die het in zijn greep zou willen vasthouden, verliest het.
Een geestelijk koninkrijk wordt alleen werkelijk veroverd door vrij te zijn van doelstelling en activiteit. De wijze is niet menslievend of goed, de volledigheid is als water. Water doet goed aan alle wezens en strijdt niet. Het woont op plaatsen door alle mensen veracht. Daarin komt de wijze Tao nabij. Hij leeft graag op lage plaats. Zijn hart mint de diepte. In weldoen mint hij de liefde. In spreken de waarheid, in bestuur de orde, in werken bekwaamheid, in handelen de geschikte tijd. Hij strijdt niet, daardoor treft hem geen blaam.
Plato: Als ik vind dat iets niet deugt, komt dat dan niet omdat ikzelf niet deug?
God vertelde hen: Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven. (Gen. 2:16-17)
F. Schiller: Wie wil opvoeden, moet zelf opgevoed zijn.
Winston Churchill: The first lesson that you must learn is, when I call for statistics about the rate of infant mortality, what I want is proof that fewer babies died when I was Prime Minister than when anyone else was Prime Minister.
Carl Jung: Tot persoonlijkheid kan niemand opvoeden, die dat zelf niet is.
Niall Ferguson: De financiële markten vormen een spiegel van de mens. We kunnen de spiegel niet de schuld geven dat zij onze lelijke kanten net zo duidelijk weergeeft als onze mooie.

Reciprociteit: 'Regeneratie en Degeneratie', 'Vijf individuele - en collectieve dimensies', 'Absoluut en Relatief'

Gulden regel: Wat gij wilt dat u geschiedt doe dat de ander.
Confucius: Doe nooit anderen aan wat je niet zou willen dat ze jou aan zouden doen. (Isis ontsluierd, deel 2 p. 398, etc.)
Confucius: Alle mensen zijn hetzelfde. Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
Mattheüs 7:7-12 Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit is de wet en de profeten.
1 Korintiërs 13 vers 4/10:
4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.
5 Ze is niet grof en niet
zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan,
6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan –
9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt.
10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen.
Wim Kan: Als iedereen een ander mens gelukkig maakt, zijn we allemaal gelukkig. Tenzij we een oneven aantal mensen hebben.
Herman van Rompuy:
in de winter
klinkt het gekras van de kraaien
ijler dan anders (
haiku, 19 december 2010)
Gabriël van den Brink Het vermogen van politici om publiekelijk in te gaan op morele en sociale vragen, dat ontbreekt totaal.

Een essentie van theosofie (naar Kingsland)
Wij zeggen dus dat, naar gelang de mate waartoe de ‘ziel’, de persoonlijkheid, gevormd is uit of bestanddelen bevat van de lagere wereld der verschijnselen, zij in die mate noodzakelijk vergaan moet. Of wellicht beter gezegd dat zij nog voort moet gaan met onderhevig te zijn aan sterfelijkheid, de altijd veranderende stroom, het drogbeeld van die lagere wereld van verschijnselen, totdat zij na een lange, lange ontwikkeling die bestanddelen volkomen uitgeworpen of omgezet heeft. Totdat het zelf van de persoonlijkheid verenigd schijnt met het hogere, onsterfelijke, geestelijke zelf. De persoonlijkheid is dan volkomen opgelost in het heldere licht van de eeuwige onvergankelijke Werkelijkheid, waartoe zij nu blijkbaar opgestegen is. Hoewel zij in waarheid al die tijd niets anders was, en nooit zijn kan, in haar wezenskern dan Dat. “Het kan er alleen in opgeslorpt worden, omdat zij van dezelfde substantie gemaakt is.
Tat twam asi: Gij zijt Dat, is de kernleer van de oude Upanishaden.

Zen & het onderhoud van onze samenleving (Hans Richter p. 49):
Phaedrus werkt deze vinding verder uit. De vooruitgang in de samenleving berust kennelijk op een innerlijk kwaliteitsbewustzijn in al onze handelingen. Op het hoogste kwaliteitsniveau (Tao) bestaat er geen verschil meer tussen object en subject. De Upanishaden uiten dit in de spreuk: Tat tvam asi (De ander ben ik). Phaedrus roept ons allen, individuele mensen, op tot deze kwaliteit in alle beslissingen en handelingen. De kwaliteit is de sleutel tot Omega. Een soort Eed van Hippocrates bij elke handgreep, die de mens verricht. Dit geldt in het bijzonder voor de wetenschappers en technici, die door ondoordacht handelen een gigantische schade aan onze samenleving kunnen toebrengen. Kwaliteit dwingt ons tot een synthetische en humanistische aanpak. Kwaliteit ontstaat immers door bij beslissingen de ander en het geheel te respecteren.

Wat is geluk nu eigenlijk?
‘Hij is de enige persoon in ons land die zich met recht ‘geluksprofessor’ kan noemen. Ruut Veenhoven (1942), van huis uit socioloog, werkt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en verdiept zich al meer dan veertig jaar in de wetenschap van het menselijk geluk. Dat je geluk niet kunt meten, is volgens hem onjuist.’
Omdat het de vijftigste aflevering is van de
Podcast of HOPE, blikken we na de opname met Mark Rutte terug naar een aantal bijzondere fragmenten uit eerdere afleveringen:
Professor Ruut Veenhoven (24 oktober 2021) “In aflevering 22 sorteert geluksprofessor Ruut Veenhoven voor op het gesprek met Mark Rutte en legt hij uit waarom de Denen Nederland de loef afsteken als het gaat om het gemiddelde gelukscijfer.”

Kaag haalt uit naar Rutte en het geregel en geritsel in de politiek (Frank Hendrickx de Volkskrant 7 september 2021 p. 1):
Sigrid Kaag heeft opnieuw harde kritiek geuit op de politieke cultuur die mede onder leiding van premier Mark Rutte is ontstaan. Ze keerde zich maandag in haar HJ Schoo-lezing tegen het
‘ritselen en regelen zonder visie’ en hekelde ‘het Haags gedoe’ in de formatie.
De demissionair minister van Buitenlandse Zaken wil niet in een kabinet plaatsnemen als er geen
‘dramatische en ultieme versnelling’ komt in het klimaatbeleid (‘Als u mij een alarmist noemt, zal ik dat als een erespeld op mijn jasje dragen’). Daarnaast wil ze fors investeren in onderwijs en sociale voorzieningen en een veel ambitieuzer EU-beleid.
Volgens Kaag was het EU-beleid van de afgelopen jaren ‘een zinnebeeld van
penny wise maar pound foolish’. ‘Ik heb zelf niet genoeg gedaan om een wijziging van koers af te dwingen. Dat reken ik mezelf aan. Nederland is nu gebaat bij constructieve creativiteit, bij zelfbewust optreden en bij generositeit en geduld. Ook daarom ijver ik voor een nieuwe coalitie, met nieuw elan, en nieuwe Europese overtuiging.’

Deze uitslag toont de winst van de winnaar (Daan Roovers Volkskrant 19 maart 2021 p. 27):
Het opmerkelijkst aan de verkiezingsuitslag is dat de
polarisatie niet zozeer tussen links en rechts is, maar tussen winnaars en verliezers van internationalisering.
Zowel VVD, D66, Volt, maar ik vermoed ook een groot deel van de FvD (het romantische getamboereer op Nederland ten spijt), zijn partijen waar de ‘anywheres’ op stemmen. Het onderscheid tussen
somewheres en anywheres werd in 2016 geïntroduceerd na het Brexit-referendum door de Britse journalist David Goodhart. Anywheres zijn de winnaars, mensen die weinig te vrezen hebben van internationalisering en een flexibele arbeidsmarkt, die hun weg weten te vinden in de samenleving en in de instituties. Het zijn – met uitzondering van de Forum-stemmers waarschijnlijk – mensen die spreken van optimisme, en van kansen. De somewheres ervaren wel degelijk concurrentie van een internationale arbeidsmarkt, van flexcontracten en globalisering.
Alternatieve geluiden van de linkse partijen waren er amper. Maar met deze uitslag moeten we nog een paar jaar vooruit. Hoe ziet die wereld eruit,
na de crisis? Wie krijgt de beste plek in het stadion?
Politiek gaat volgens Hannah Arendt over de mogelijkheid een
nieuw begin te denken en te creëren. De coronacrisis maakt dit meer dan noodzakelijk. Dus laat de politici die dankzij deze crisis de wind in de zeilen kregen, zich realiseren dat ze voor een belangrijke opdracht staan: om niet alleen een feest te zijn voor de winnaars, voor de mensen die overal kansen zien en geen gevaren, maar ook voor de mensen die (met recht) bedreigingen zien, die tegenwerking ondervinden en die op de plek zitten waar ze nat worden als het regent.

Het geheim achter de progressieve taal die de elite uitslaat: ‘Outsourcing’ ('Koen Haegens Volkskrant'' 18 maart 2021 p. 21):
Het is een voorzichtige oversteek van conservatief- naar progressief-liberaal. In het vijfjaarlijkse Volkskrant-onderzoek naar de
bestuurlijke elite kwam in 2010 de VVD nog als grootste naar voren. Tegenwoordig staat D66 riant aan kop.
‘We moeten ook kijken naar
brede welvaart’, zei werkgeversaanvoerder Ingrid Thijssen maandag in deze krant. In een enquête van consultant PwC noemen 140 Nederlandse ceo’s ‘het terugdringen van klimaatverandering en milieuvervuiling’ de belangrijkste opdracht voor de overheid. Door werk uit te besteden verzorgen we, om in het juiste jargon te blijven, ook lage lonen, ellenlange werkdagen, CO2-uitstoot en milieuvervuiling niet langer in-house. Dat is hoogst actueel nu economen zich afvragen of de globalisering nog toekomst heeft. Een jaar geleden toonde de pandemie hoe kwetsbaar die het bedrijfsleven heeft gemaakt. Omdat in Azië toeleveranciers de deuren sloten om het virus in te dammen, dreigden Amerikaanse en Europese multinationals piepend en knarsend tot stilstand te komen.
Plotseling toonde alles en iedereen zich voorstander van kortere productieketens.
Insourcing in plaats van outsourcing.

Kosmisch bewustzijn Deel 1: Onderzoek naar mystieke ervaringen (Piet RansijnCivis Mundi Digitaal #101 augustus 2020):
Eigentijdse voorbeelden van kosmisch bewustzijn
Zijn ervaring was tijdelijk. Op de vraag: “heeft uw ervaring uit 2010 zich nog eens herhaald?”, zegt hij: “Ik kan haar op ieder moment aanraken... Als ik wil kan ik ook jou zijn, of mijn overleden moeder... Vergelijk het met een kuiken die zijn eierschaal heeft opengebroken. Die ziet de buitenwereld, maar dat is ook de binnenwereld. Want de buitenwereld is ook dat kuiken zelf. Na die eerste keer kom ik nooit meer in die eierschaal terug.” Dit doet denken aan de ‘grote woorden’ (mahavakya’s) uit de Indiase Oepanishaden: ‘
Tat tvam asi; Dat ben jij’, je bent (ook) de wereld, het kosmische bewustzijn, Brahman. Zo zijn er talloze voorbeelden. Bucke beperkt zich tot vijftig gevallen. Pearson geeft er nog meer. In de serie interviews Buddha at the Gas Pump (You Tube) heeft Rick Archer honderden mensen geïnterviewd met dergelijke ervaringen. Het betreft uiteenlopende ervaringen, niet alleen ervaringen van kosmisch bewustzijn en eenheidsbewustzijn.

Uren met Chinese denkers Deel 2: Confucius (II) (Hans Kuijper Civis Mundi Digitaal #101 augustus 2020):
De Ilias
De inhoud van de aan Homerus toegeschreven Ilias – herinner ik mij uit mijn gymnasium tijd – komt neer op drie woorden: “ἔρις”(twist, tussen Achilles en Agamemnon), “μῆνις” (wrok, van Achilles tegen Agamemnon) en “τίσις” (wraak, door Achilles gekoeld op Hector die Patroclus had gedood). De wrok, het hoofdthema, wordt opgelost door de wraak. Tussen de Ilias en de Odyssee bestaan veel overeenkomsten. Ook in het laatste gedicht speelt (in boek 20) de wraak, van Odysseus op de vrijers, een gote rol. In de Griekse beschaving werd wraak gezien als het gepaste antwoord op belediging. Eerwraak heet dat tegenwoordig.[iii] Een man die naliet wraak te nemen (te retaliëren) werd als eerloos en onedel beschouwd. Rechtvaardigheid betekende in feite iemand iets betaald (laten) zetten en het heeft lang geduurd voordat in het strafrecht met het vergeldingsbeginsel werd gebroken. Het redeloze volk schreeuwt om recht (oog om oog, tand om tand); een rechter-met-geweten, echter, wordt geacht recht te spreken op basis van (maar niet letterlijk volgens) de wet.[iv] De invloed van Homerus op de Westerse cultuur is enorm geweest.
De Yìjīng (
boek der veranderingen - I Ching)
Elk kader, dat de structuur van de wereld voorstelt, wordt gesymboliseerd door een verschillend lijnenspel, waarbij een hele lijn voor
Yang staat en een lijn-in-twee-delen voor Yin. Hierin treden vijf grondgedachten geleidelijk maar duidelijk naar voren:
1. Het idee van een systeem van exogame huwelijksrelaties;
2. Het idee van een sociale, hiërarchische structuur (familie, buurt, dorp, clan, gemeenschap, staat, keizerlijk domein);
3. Het idee van een overgang van directe bloedverwantschap naar interpenetratief systeem van bloedverwantschap;
4. Het besef van een rationele orde;
5. Het besef van de eenheid van allen (Mitwelt) en alles (Umwelt).
Confucius was geen reactionair
Socrates, Plato noch Aristoteles geloofde dat de volmaakte maatschappij ooit werkelijk had bestaan; deze was enkel en alleen een product van hun verbeelding (a human construct). In de Bijbel lezen wij over een idyllische “Hof van Eden”, waar Adam en Eva vertoefden en speelden als onschuldige kinderen in een prachtige tuin, maar dit betrof slechts een plek van twee gelukzalige mensen, niet een barre en boze maatschappij waarin vele mensen op ingewikkelde wijze bij of boven elkaar leven en van een echt samenleving geen sprake is. De Bijbel vertelt ons overigens niet wie het tweetal heeft verwekt en ter wereld heeft gebracht; we moeten maar geloven in een “deus ex machina”. Adam en Eva waren niet alleen lichamelijk naakt; zij waren zich evenmin bewust van hun sociale positie of van de werking van een gecompliceerde “samenleving”. In de Mahabharata (een oud religieus en filosofisch epos uit India) wordt slechts marginaal verwezen naar een gouden tijdperk; een uitvoerige beschrijving van een vreedzame collectieve gemeenschap wordt er niet in aangetroffen. Dit geldt ook voor de Ramayana (eveneens een omvangrijk epos dat samen met de Mahabharata de hoeksteen van het hindoeïsme vormt),[xxvi] hoewel de summiere beschrijving van de regering van Rama (hoofdpersoon in het heldendicht) door sommige geleerden wordt beschouwd als berustende op een historische werkelijkheid.

Uren met Chinese denkers: Inleiding (Hans Kuijper Civis Mundi Digitaal #99 juni 2020):
Toenemende aandacht voor het
Oosten, maar wat houdt “het Oosten” eigenlijk in?
De wind is duidelijk naar het Oosten aan het draaien. “Het Oosten” is echter een vaag, misleidend begrip dat gangbaar werd toen het koloniale tijdperk aanbrak. Amerikanen hebben het doorgaans over
The Far East '(of East Asia). Zeker in Californië zou de uitdrukking The Far West meer voor de hand liggen. Over oriëntalisme ;zijn talloze boeken verschenen,[iv] maar de grondslag ervan kan worden aangevochten, omdat het uitgangspunt steeds is dat het Westen superieur is aan het Oosten.[v] Oriëntalisme, zou men kunnen zeggen, is de schaduwzijde van de Verlichting, die overigens in de Romantiek fel is bestreden.

De geest van het universum versus het universum van de geest (Hans Kuijper Civis Mundi Digitaal #97 april 2020):
Inleiding
Dijkgraaf, aanhanger van de vooralsnog speculatieve en dus
omstreden snaartheorie, had ten minste één van haar critici (Carlo Rovelli, Peter Woit, Lee Smolin, Roger Penrose, of zijn eigen leermeester, Gerard ‘t Hooft) aan het woord kunnen laten. In plaats van dertig wetenschappers kort te ondervragen en van de hak op de tak te springen had hij bijv. Frank Wilczek, David Deutsch, Max Tegmark, David Tong of een prominent cel/evolutiebioloog ruimschoots in de gelegenheid kunnen stellen zijn visie te ontvouwen en in reactie op intelligent gestelde vragen toe te lichten. Om een evenwichtig beeld te schetsen had hij ook Michael Gazanniga, Andy Clark, Vincent Descombes en/of Dan Zahavi voor een vraaggesprek kunnen uitnodigen, vooraanstaande cognitiewetenschappers die mentale verschijnselen niet geheel tot fysisch-chemische processen herleiden en ruimte laten voor wat niet is gedetermineerd.
Slot: over verlichting
Ruim veertig jaar geleden verscheen van de hand van Tang Junyi (1909-1978), China’s grootste eigentijdse filosoof, een subliem, helaas nog onvertaald boek, getiteld Shengming Cunzai yu Xinling Jingjie (het bestaan van het leven en de grenzen van de geest).[24] Dertien jaar later werd Universe of the Mind gepubliceerd, het onvolprezen meesterwerk van Yuri Lotman (1922-1993), grondlegger van de Tartu-Moskou School, die cultuur beschouwt als een dynamisch systeem, als een voortdurend veranderend, onbegrensd weefsel van te duiden tekens.[25] Ex Oriente Lux?
Ik weet niet of de mens er kosmisch iets toe doet, of wij – om met Eiseley te spreken – altijd ‘wezen’ zullen blijven,[26] maar één ding weet ik zeker: aandacht voor en onderzoek naar The Universe of the Mind, waartoe de mediterende Zen-Boeddhist de ogen sluit[27] zijn van eminent belang. Zonder beide woorden te gebruiken toonde professor Dijkgraaf zich een
bewonderaar van de Westerse Verlichting, maar hij gaf geen van haar formidabele critici het woord en ging volledig voorbij aan het feit dat ‘Verlichting’ in het Oosten iets anders betekent dan in het Westen. Hieruit bleek hoe eenzijdig en kortzichtig de Nederlandse Directeur (lees: huismeester) van het Amerikaanse Institute for Advanced Study in feite is. Mogen de natuurwetenschappers en de cultuur- of geesteswetenschappers elkaar ooit echt ontmoeten!
[27] Om de wereld beter te zien, sluit de Zen-Buddhist paradoxaal zijn ogen.
Tat Tvam Asi (dat zijt gij), staat er in de Chandogya Upanishad. Zie Jayaram, V., Chandogya Upanishad: Translation and Notes (Atkinson, NH: Pure Life Vision, 2013). Voor een goede inleiding tot het Zen–Boeddhism, zie Suzuki, D.T., An Introduction to Zen Buddhism (Kyoto: Eastern Buddhist Society, 1934). René Grousset schreef in 1929 een prachtig, nog steeds leverbaar boek met de titel Sur les traces du Bouddha (Parijs, Plon).

Brussel neemt stelling tegen China: sancties tegen Europarlementariërs moeten van de baan, of investeringsverdrag gaat niet door (Marije Vlaskamp Volkskrant 21 mei 2021 p. 12):
Als China de sancties tegen Europese parlementariërs niet intrekt, begint Brussel niet aan ratificatie van een investeringsverdrag met Beijing. Deze resolutie is donderdag door een overweldigende meerderheid in het Europees Parlement aangenomen.
Wat het Europarlement betreft stelt de EU zich assertiever op tegen China. Daarom moet Brussel haast maken met
initiatieven om dwangarbeid in productieketens van Europese bedrijven te bestrijden. Ook wil het Europarlement dat tien lidstaten, die uitleveringsverdragen met China hebben, deze overeenkomsten opschorten. China probeert met die verdragen Oeigoeren, Tibetanen, burgers uit Hongkong en in Europa gevestigde Chinese dissidenten terug te halen om hen in China te berechten.

Een nieuwe lente, een nieuwe Lodyclub. De nieuwste moslimknuffelclub van rabbijn Lody van de Kamp heet Yalla en is opgericht samen met ‘diversiteitsdeskundige’ Chantal Suissa en Fatima Akalai, medewerkster van de Al Kabirmoskee. ‘Yalla’ is Arabisch-Israëlisch straatjargon voor ‘zet hem op’ of ‘huppekee’.
Toenadering Joden en Moslims (Greta Riemersma Volkskrant 20 mei 2021 p. 3):
De pas opgerichte Joods-islamitische groep Yalla!
is huiverig om het conflict in het Midden-Oosten hierheen te importeren. Maar ze kunnen niet heen om ‘de olifant in de kamer’: het oplaaiend geweld tussen Israëli's en Palestijnen.
Drie Joodse en drie islamitische Hagenaren zijn een minuut stil voor de slachtoffers van het geweld in Israël-Palestina. Daarna haalt een van de moslims de profeet Mohammed aan:
‘Je bent pas een ware gelovige als je voor je broeder hetzelfde wenst als voor jezelf.’
Onlangs is namens Yalla! een brandbrief naar de Tweede Kamer gegaan over de dreigementen die Nederlandse moskeeën ontvingen.
Als het gaat om concrete acties die de Haagse
Yalla!-club kan ondernemen, dan weet Hilali het wel: hij biedt aan om eens met Kranendonk af te spreken en wellicht met hem naar zijn orthodoxe gemeente te gaan om begrip voor hem te kweken. Natuurlijk zijn er meer zaken te verzinnen die kunnen bijdragen aan een oplossing, maar het belangrijkste is dit: praten. Cohn: ‘We kunnen allemaal impact hebben als burgers. We moeten ons alleen echt durven uit te spreken.

Je lichamelijk en geestelijk welzijn aan yoga te danken? Toon dan ook eens solidariteit voor het land waar yoga vandaan komt (Aldo Kempen, Nilab Ahmadi en Janniek Sinnige 19 mei 2021 Volkskrant 18 mei 2021 p. 32):
De
coronacrisis heeft India erger getroffen dan menig ander deel van de wereld. Maar uit de yogahoek blijft het oorverdovend stil. Die blijft letterlijk naar binnengericht.
In Nederland ging de lockdown gepaard met digitale yogaklasjes waar de heilzame kracht van yoga,
ayurveda, meditatie en zonnegroeten soelaas boden aan mensen die er doorheen zaten.
Oeroude tradities als yoga, ayurveda en meditatie worden zo netjes verpakt in een vertrouwd wit jasje. Zo wordt de culturele achtergrond uitgewist en daarmee ook het inzicht dat er in het Westen wordt geprofiteerd van een cultuur die er niets voor terugkrijgt.

Advies aan de (in)formateur (5): Heleen de Coninck
‘Een
eerlijke transitie, dat moet het uitgangspunt zijn’ (Jaap Tielbeke interviewt Heleen de Coninck De Groene Amsterdammer 20 mei 2021 p. 16-19):
De verduurzaming van Nederland vergt een systemische aanpak waarbij burgers écht mogen meepraten, stelt hoogleraar klimaatbeleid Heleen de Coninck. ‘Als dat niet verandert zijn we kansloos om in 2050 CO2-neutraal te zijn.’
Met
duidelijke plannen doelt ze niet op de lange lijstjes met maatregelen waar het klimaatakkoord nu vol mee staat. Wat we nodig hebben is een systeemtransitie en dat vraagt om een andere blik, stelt De Coninck. ‘Dat klinkt misschien vaag, maar zoiets kun je best monitoren door meer gebruik te maken van de inzichten uit de sociologie en gedragswetenschappen. Nu doen we af en toe een opinieonderzoekje over een bepaalde maatregel en dat is het wel zo’n beetje. De Tweede Kamer komt niet veel verder dan het lezen van de Klimaat- en Energieverkenningen van het PBL, wat op zich begrijpelijk is, want zo’n officiële evaluatie is al behoorlijk wat technisch leeswerk. Maar die verkenning kijkt vooral naar hoe we zo efficiënt mogelijk tonnen CO2 kunnen vangen, omdat dat de vraag is vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het klimaatbeleid wordt te weinig systemisch benaderd. Als dat niet verandert zijn we kansloos om in 2050 CO2-neutraal te zijn.’
Wat kan Brussel in dat opzicht betekenen? Een Europese aanpak overstijgt tenminste onze postzegel. De cruciale vraag is wat er gaat gebeuren met de herstelpakketten. Wat dat betreft staan we echt op een T-splitsing. Alleen als we het geld verstandig besteden blijft de anderhalve-graad-doelstelling nog in zicht. In dat opzicht doet Nederland het helaas niet zo best: slechts een klein deel gaat naar black%. Er is nu een hoop kritiek op de twee miljard subsidie voor CO2-opslag onder de Noordzee. Natuurlijk kleven er een hoop haken en ogen aan die techniek, maar daarmee houd je tenminste broeikasgassen uit de lucht. Dat heb ik liever dan dat KLM miljarden euro’s staatssteun ontvangt.’

Constructief formeren met Mark Rutte
Tien jaar BV Nederland (Kim van Keken en Lise Witteman De Groene Amsterdammer 20 mei 2021 p. 26-30):
Dat Mark Rutte het afgelopen decennium regeerde met drie totaal verschillende coalities, betekent niet dat zijn VVD
gemakkelijk idealen inlevert. Integendeel. Het zegt vooral iets over de andere partijen, die concessies deden voor regeringsmacht.

Kunst is zuurstof voor de geest ik snak ernaar’ (Herien Wensink interviewt Roger van Boxtel Volkskrant 21 mei 2021 p. 8):
Oud-minister en cultuurliefhebber Roger van Boxtel pleit voor snellere heropening van de kunstsector. 160 prominenten ondertekenden zijn open brief.
Wat gaat u zelf als eerste doen als het weer kan?
‘Naar de Slavernij-expositie in het Rijksmuseum. Ik heb de opening online gezien, en dat was fantastisch, maar uiteindelijk is kunst achter een scherm beleven toch onbevredigend. Ik snak ernaar deze expositie ook fysiek te ondergaan.’
Open nu de poorten van de cultuur (Volkskrant 21 mei 2021 p. 29):
Met een versnelde opening kan de cultuursector weer aan de slag, wordt maatschappelijk en economisch verlies beperkt en kan het publiek weer genieten van cultuur. Als cultuurliefhebbers roepen wij het kabinet op om niet langer te wachten: open zo snel mogelijk de poorten van de cultuur!

Israël: Woorden doen ertoe
‘Een vrije natie in ons land’ (Joke Hermsen De Groene Amsterdammer 20 mei 2021 p. 14-15):
We moeten de oorlog in Israël (ook) bezien door de blik van Hannah Arendt en David Grossman.

In Den Haag Gijzelen (Aukje van Roessel De Groene Amsterdammer 20 mei 2021 p. 11):
De voortgang van de kabinetsformatie wordt in gijzeling gehouden door één man: CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. In de buitenwereld is hij bijna
heilig verklaard, maar op het Binnenhof hebben velen genoeg van zijn opstelling.
De kinderopvang niet meer commercieel maar uit
belastinggeld betaald? Ook daarover denken partijen verschillend.
Het is natuurlijk, na de betrokkene zelf, aan het CDA te beslissen hoe om te gaan met
‘Probleem Omtzigt’. Met name aan partijleider Wopke Hoekstra en interim-partijvoorzitter Marnix van Rij, die tussen 1999 en 2001 al een keer partijvoorzitter was in eveneens roerige tijden voor het CDA. Maar zoals Omtzigt moet beseffen dat hij de formatie niet mag gijzelen, zo moet het CDA inzien dat deze fractie van vijftien Kamerleden dat evenmin mag doen.
Op 6 juni moet informateur Hamer haar werk hebben afgerond. Dat is over minder dan drie weken. Dan zal duidelijk zijn of het CDA tot de partijen hoort die op inhoudelijke gronden overeenstemming lijken te kunnen bereiken. Zo ja, is dat dan voor Omtzigt genoeg tijd geweest om te herstellen? Kan hij zich vinden in de grote lijnen van het beleid? Of blijft hij de formatie gijzelen? Dan is het aan Hoekstra en Van Rij om de knoop door te hakken.

Economie Lof der inflatie (Dirk Bezemer De Groene Amsterdammer 20 mei 2021 p. 9):
Stijgende inflatieis inderdaad probleem nummer één voor de rijken, die leven van hun bezit.
Helaas gaan economen te gemakkelijk mee in dit
doemdenken. Wat daarbij vergeten wordt, is dat inflatie ook een oplossing is voor drie van onze grootste problemen. Inflatie vermindert de reële waarde van schulden. Die hangen nu als een molensteen om de nek van de economie. Inflatie gaat de rentes tot normalere waarden terugbrengen, waardoor goedkoop lenen en schuldgroei eindelijk afgeremd worden. Daarmee hoeven ook spaarders niet bang te zijn voor matige inflatie, die tot hogere inflatie-gecorrigeerde rentes kan gaan leiden. Hogere rente en inflatie gaan ook de lucht uit allerlei zeepbellen halen – van coins tot vastgoed – waardoor de reële economie beter gaat functioneren.
Dit is het verhaal dat we vaker moeten horen:
de lof der inflatie. Zodat Bidens programma aantrekkelijk blijft, en ook in Europa navolging gaat vinden.

Een parlementaire ramp luidt de nieuwe tijd in.
Verbroken verbinding (Marcel ten Hooven en Coen van de Ven De Groene Amsterdammer 8 april 2021 p. 12-15):
Herman Tjeenk Willink en Herman Wijffels schijnen hun licht op een formatie die na vorige week ingewikkelder lijkt dan ooit. Over het verschil tussen managers en leiders, het herstellen van vertrouwen en de noodzaak om een dialoog tussen burger en politiek te verankeren in een nieuw regeerakkoord.
Elk systeem heeft de neiging zich in zichzelf te keren, schreef Tjeenk Willink al eens, en dat zag je ook hier: politici bekommerden zich om het onderlinge vertrouwen, niet om het geschokte vertrouwen van de burgers in politiek Den Haag.
Ook Herman Wijffels, oud SER-voorzitter en informateur van Balkende IV, ziet dat zo. Hij signaleert een
kloof tussen samenleving en een bestuurlijke elite die is blijven hangen in wat hij ‘industrieel besturen’ noemt. ‘Dit incident heeft bij burgers belangstelling opgewekt, moeten wij ons daar niet meer mee bemoeien?’
In 2018 ordende hij zijn gedachten over politiek en bestuur opnieuw in het boek
Groter denken, kleiner doen. Daarin vatte hij de oorzaak van het wantrouwen van mensen tegenover de staat kortweg samen in de stelling: de overheid doet niet meer wat de burgers van haar verwachten.
Al zijn hele werkzame leven in de publieke dienst is de noodzaak van
evenwicht tussen de machten in het staatsbestel het kompas waarop Tjeenk Willink zich oriënteert in zijn beschouwingen. Een macht waar te weinig tegenmacht tegenover staat ontspoort onherroepelijk, is zijn overtuiging. Dat geldt voor de verhoudingen binnen de staat, dus tussen regering, parlement en rechters, maar ook voor de verhouding tussen de staat en de maatschappij.
‘De markt heeft, wil ze duurzaam zijn, het tegenwicht nodig van een krachtige overheid’, schrijft hij in Groter denken, kleiner doen. ‘En de overheid heeft, wil ze democratisch zijn, zelfbewuste burgers nodig en een krachtige burgersamenleving.’
Bij die industriële tijd hoorde industrieel bestuur:
command and control, zegt Wijffels. ‘Eens in de vier jaar stemmen en vervolgens zetten we mensen neer die doen wat moet gebeuren zonder dat de kiezer tussentijds nog aan bod komt. Dat accepteren mensen niet meer. In een levendige democratie moet een levendige dialoog ontstaan tussen Kamer en kabinet en daarmee tussen het volk en het landsbestuur.’
Het optreden van Mark Rutte en in zijn spoor een lange stoet van VVD’ers die het de afgelopen dagen voor hem opnamen, was wat dat betreft een echo van die
industriële bestuursstijl. Dat uitgerekend een man als Pieter Omtzigt, die zich verzet tegen die cultuur, door andere leden van de bestuurlijke elite als toxisch is behandeld, onderstreept de kloof die de afgelopen weken is blootgelegd in Den Haag. ‘Omtzigt spreekt over dat nieuwe sociale contract. Hij probeert politiek minder industrieel te maken, meer van en voor burgers’, zegt Wijffels.

Draagt roep om totale transparantie bij aan de noodzaak tot elkaar te komen? (Jos van der Lans en Tof Thissen Volkskrant 7 april 2021 p. 28):
Het is een illusie te denken dat alles in de openbaarheid moet kunnen plaatsvinden.
Averechts effect
Maar het
grootste averechtse effect is dat de obsessieve transparantie-dwang de aandacht steeds verder afleidt van waar het in de politiek om zou moeten gaan: het vinden van een gezamenlijk antwoord op maatschappelijke problemen. Het is een nooit opdrogende voedingsbron voor nodeloos gekissebis over wie wat waar en wanneer zou hebben gezegd.

Grootbedrijf lobbyt het meest bij de minister (Wilco Dekker Volkskrant 7 april 2021 p. 9):
Het grote bedrijfsleven heeft in Nederland een uitstekende toegang tot ministers. Bijna de helft van de afspraken met externe partijen die bewindslieden in hun agenda hadden was met bedrijven of hun vertegenwoordigers, zoals werkgeversvereniging VNO-NCW. Zeventien grote bedrijven waren goed voor bijna een derde van alle afspraken met de bedrijven.
Oud-ministerDijsselbloem wijst ook nog op de
‘draaideur’ tussen politiek en bedrijfsleven, waarbij oud-politici als lobbyist gaan opereren. Dijsselbloem noemt hierbij zijn voorganger Gerrit Zalm, die eerst ging werken voor DSB en later voor ABN Amro.

‘Vind wat je ten diepste wilt, dan biedt het leven kansen’ (Fokke Obbema interviewt Machteld Huber Volkskrant 23 november 2020):
Haar idee over positieve gezondheid heeft de publieke zorg opgeschud. Niet ziekte maar het
vermogen om met levensuitdagingen om te gaan, zou de kern van zorg moeten zijn.
Ziet u de natuur als dat grotere geheel?
‘Daar beleef ik het in ieder geval wel, ja. Een wetenschapper zei eens: ‘Als je met een magneet over een schroothoop met ijzer gaat en er komt dan een vliegtuig te voorschijn, dan is dat net zo onwaarschijnlijk als dat de
geheel en al door toeval is ontstaan.’ Ik geloof zeker in de evolutie, maar in de natuur beleef ik ook iets dat groter is. In mijn leven heb ik altijd naar een vorm van samenwerking daarmee gezocht – mijn heb ik zoveel mogelijk geoefend om aan te voelen hoe de natuur mij kon helpen. Die heeft voor mij als vader en moeder gefunctioneerd.’

Hans Kröder verwijst in zijn column Duurzame wonderen (BRES # 327 mei/jun 2021) naar een nieuw concept van gezondheid positive health van de Nederlandse huisarts Machteld Huber, waarbij ook de zingeving en de kwaliteit van leven van belang zijn.
“Wat is gezondheid?” (Marije Remmelink 24 januari 2019):
Machteld Huber - voormalig huisarts - besteedde de afgelopen 30 jaar aan de vraag wat gezondheid nou eigenlijk echt is. Want de definitie van de WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) impliceert volgens haar dat gezond zijn een onbereikbare toestand is. Uit haar zoektocht ontstond een andere omschrijving van gezondheid:
Positieve Gezondheid. Deze benadering reikt veel verder dan alleen het medische aspect. En daarmee hoopt Machteld het systeem te veranderen.
Zes punten
“De
invulling gaat over het hele leven”, zeiden de patiënten. Tegenover “het is vooral lichamelijk” van de beleidsmakers en dokters. Machteld besloot om de brede visie van de patiënten vorm te gaan geven. Het zijn immers de patiënten die centraal staan in de zorg. Deze brede benadering noemt ze Positieve Gezondheid. Positieve Gezondheid kan onderverdeeld worden in zes onderdelen: lichamelijk welbevinden, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal maatschappelijk participeren en dagelijks functioneren.

Humanist met humor (Ronald van Raak Volkskrant 24 april 2021 Boeken p. 7-9):
‘’s Werelds hoogsten der hoogsten zijn bang voor me; ’s werelds laagsten der laagsten spugen naar me, schijten op me, en pissen tegen me aan’, schreef Erasmus in een brief aan zijn hartsvriend Thomas More. Het beeld dat Erasmus van zichzelf liet maken, van de geleerde met innerlijke rust, voldoet in weinig opzichten aan zijn eigen leven, dat vooral wordt gekenmerkt door tegenstrijdigheden. Geboren als bastaard van een priester en wees vanaf zijn 14de, werd hij ondergebracht in een klooster. Een leven dat hij verafschuwde. Vanwege zijn afkomst zou hij ook geen ander kerkelijk ambt kunnen vervullen.

Denkers die doen Volkskrant (Ariejan Korteweg interviewt Ronald van Raak 17 augustus 2020 p. V6-7):
SP-Kamerlid Ronald van Raak schreef een boek over zo’n dertig
Nederlandse filosofen. Zit er een SP’er bij?
U noemt Nederland een land van veel kleine filosofen. Waarom?
‘Dat zie je het best in de omgang met Spinoza. Hij is onze enige echt grote filosoof, een
systeemdenker die God en natuur verbond, mens en moraal, politiek en psyche. Hij creëerde een alternatief voor het religieuze denken. In Nederland is er vanaf de Middeleeuwen juist een ongelooflijke traditie van filosofie als levensleer. Terwijl het empirisme van Isaac Newton meteen werd omarmd, kreeg Spinoza pas eind 19de eeuw, met twee eeuwen vertraging dus, een plek in de polder toen zijn filosofie tot algemene levensleer werd omgevormd. Hij is getemd.’

Brommer op zee (25 april 2021 NPO2):
A.L. Snijders schreef in 2019 en 2020 om de dag een kort verhaal en bedacht daarmee het nieuwe genre ZKV (zeer kort verhaal). Een gesprek over zijn twaalfde korte verhalenbundel met 337 zkv's, Tat Tvam Asi (Sanskriet voor 'dat ben jij').
Liefdesverklaring voor de Nederlandse taal van de van oorsprong Roemeense Mira Feticu kwam in februari van dit jaar uit en werd zeer goed ontvangen. Een gesprek over haar worsteling met de Nederlandse taal enerzijds en over welke kansen die taal haar geboden heeft anderzijds.

Jacobine op 2 (25 april 2021 NPO2):
Jacobine Geel interviewt schrijfster Deborah Feldman van het boek Unorthodox, bekend van de gelijknamige Netflix-serie. Feldman ontvluchtte de ultra-orthodoxe joodse Satmargemeenschap in New York en woont tegenwoordig in Berlijn. Hoe kijkt ze terug op die periode in de geïsoleerde geloofsgemeenschap, vol verboden, waar ze werd uitgehuwelijkt? Waaruit putte ze kracht en moed om te vluchten? En wat was haar weg daarna, samen met haar zoon? Volgens de schrijfster zelf is 'Unorthodox' een universeel verhaal over hoe je trouw aan jezelf probeert te blijven als je omgeving er alles aan doet om dat te voorkomen.

Laura Burgers (Brainwash talks 25 april 2021 NPO2):
Je kent misschien wel het verhaal dat Homerus schreef over Odysseus, een Oudgriekse koning die de stad Troje hielp veroveren in een oorlog die tien jaar duurde. Het was Odysseus' idee om de Trojanen voor de gek te houden door een houten paard te bouwen, waarin hij en de andere Grieken zich verstopten. De Trojanen haalden het paard de stad binnen, en daarmee hun vijand, en werden met veel geweld verslagen.
Na deze overwinning keerden de Grieken huiswaarts, maar Odysseus deed er wel tien jaar over om zijn thuis-eiland Ithaka te bereiken. Hij komt onder meer een verschrikkelijke cycloop tegen en wordt jarenlang vastgehouden door een godin die verliefd op hem is geworden. Daar weet hij te vluchten en na een schipbreuk spoelt hij aan bij de Fayaken. Dat is een volk dat hem hartelijk onthaalt, aanvankelijk zonder hem om zijn naam te vragen (naar goed Oud-Grieks gebruik).
Ze organiseren spelen waar Odysseus veel indruk maakt door te winnen bij een potje discuswerpen. Er wordt een feestmaal aangericht en een blinde zanger verhaalt over de Trojaanse oorlog. Hij vertelt daarbij onder andere over de Griekse held Odysseus, die zo schrander en manhaftig meevocht. De zanger weet natuurlijk niet dat diezelfde Odysseus bij hem aan tafel zit. Aan tafel verbergt Odysseus zijn gezicht in zijn mantel, want hij moet verschrikkelijk huilen door dit verhaal, dat over hem gaat.
Perspectiefwisseling
En dan volgt misschien wel de mooiste Homerische vergelijking uit de hele Odyssee – Homerus schrijft dat Odysseus even erg moest huilen als een vrouw, die naar haar geliefde man rent die net is gevallen in de strijd waarin hij zo moedig vocht voor zijn stad Troje en de kinderen daar. Hij sterft in haar armen en daar komt de vijand, die haar bruut slaat en afvoert als slavin, naar een leven "vol jammer en ellende". Zo deerniswekkend als die vrouw, zo huilt Odysseus.
Waarom gebruikt Homerus nou deze vergelijking? Er zijn zoveel situaties waarin mensen huilen. Wat zo geniaal is aan deze vergelijking is de perspectiefwisseling. Odysseus komt als overwinnaar uit de strijd in Troje – maar terugdenkend aan de oorlog huilt hij even erg als de vrouw van zijn overwonnen tegenstander.
Homerus geeft het verhaal van de Odyssee zo diepte, want het verdriet van jou en van je vijand zijn geheel vergelijkbaar. Als toehoorder blijf je niet bij het perspectief van Odysseus, maar word je meegenomen in het alles overziende perspectief van de verteller Homerus.

Shakespeare mag niet zaai zijn ('Laura de Jong interviewt Bas Belleman Volkskrant'' 24 april 2021 Boeken p. 12-13):
Die jongeman was vroeger een probleem. Mensen vonden het moeilijk te lezen dat Shakespeare liefdesgedichten aan een man schreef. Hij was op een voetstuk gezet als de grootste schrijver aller tijden. Het Engelse antwoord op Dante, Cervantes en Homerus. Hoe kon zo iemand zulke verderfelijke liefde bezingen? Dat moest allemaal worden wegverklaard.
‘De Donkere Dame werd daarom ingezet als hét bewijs dat Shakespeare een heteroseksuele man was.

Daarom noem ik mij katholiek en atheïst (Ralf Bodelier Civis Mundi 13 januari 2014)
Buona Sera
Plots was hij er, in maart 2013, en hij zei ‘Buona Sera’. Een paar maanden later wandelde paus Franciscus al door de favela’s van Rio, bezocht hij nooddruftige ziekenhuizen en schonk hij warme woorden aan straatarme migranten op Lampedusa. Vandaag, negen maanden verder, blijkt dat het meer is dan louter symboolpolitiek. Deze paus is vastbesloten armoedebestrijding tot de absolute prioriteit van de Rooms-katholieke kerk te maken. Preekte zijn voorganger paus Benedictus meer afstand tot de wereld en riep hij de katholieken op om zich terug te trekken in het geloof, Franciscus stuurt hen de kerkgebouwen weer uit en de straat weer op.
Expliciet volgt deze paus de boodschap van Franciscus van Assisi (1182-1226) dat de kerk zélf moet kiezen om in armoede te leven, terwijl ze tegelijkertijd de ongekozen armoede van ánderen moet bestrijden. Daarin ging de middeleeuwse ‘Francesco Poverello’ een heel stuk verder dan zijn voorganger Jezus. Ook Jezus predikte barmhartigheid. Maar, zo valt uit de evangeliën op te maken, zélf leefde hij allesbehalve in armoede. Terwijl de radicale Franciscus álles weggaf, inclusief een dak boven zijn hoofd, dobbelden de soldaten die Jezus vermoordden om zijn kleren. Naar de vodden van Franciscus hadden ze waarschijnlijk geen vinger uitgestoken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de volgers van Franciscus telkens weer in de periferie van de kerk belandden.

Filosoof Ralf Bodelier (57) veranderde van mening over bevolkingsgroei. (Marjon Bolwijn Volkskrant 17 maart 2018):
nieuwe standpunt
'We kunnen de bevolkingsgroei aan. Laat maar komen, die extra 2,5 miljard mensen die de VN tot 2050 verwachten. Niet iets om alarmistisch over te doen. Mensen zijn niet alleen
consumenten en vernietigers, maar ook producenten en scheppers. Terwijl de bevolking de afgelopen zestig jaar met 4,5 miljard sneller toenam dan ooit, zijn armoede en honger gehalveerd en is de mens slimmer geworden. De technologie ontwikkelt zich razendsnel en maakt mogelijk wat we voor onmogelijk hielden.

Het is tijd om de mens te herwaarderen (Ralf Bodelier Volkskrant 4 april 2021 Opinie p. 20-21):
De mens wordt steeds vaker gezien als een roofdier dat zich verspreidt ten koste van alles. We spreken allang niet meer van bevolkingsgroei maar van
‘overbevolking’. Maar mensen zijn meer dan rovers en vernietigers, schrijft Ralf Bodelier. Ze zijn ook ontwerpers, bouwers en beschermers.
Waarom zouden we er ook niet in slagen de
te neutraliseren? Om de biodiversiteit weer op te krikken en onze veestapels fors te reduceren door de introductie van kweekvlees? Waarom zou het ons niet lukken om het basisloon in te voeren? Om wereldwijd de armsten aan pensioenen te helpen? Om honger verder terug te dringen en om fatsoenlijk om te gaan met migranten? We zijn niet gedoemd. De toekomst is wat we ervan maken.
Onze
problemen lossen we niet op door de mens doorlopend tot probleem te maken. We zetten pas weer stappen vooruit, wanneer we hem opnieuw zien als oplossing. En door mensen die arm, machteloos en laag opgeleid zijn te hulp te schieten. Door ook hen in staat stellen een bijdrage te leveren aan een betere wereld.

Dit is geen straf van de natuur (Ralf Bodelier Volkskrant 20 juni 2020 Opinie p. 18-19):
De ecodicee bestrijden
Eind 18de eeuw hadden Kant en Voltaire goede redenen om de theodicee te bestrijden. Vandaag zijn er even goede redenen om de ecodicee aan te pakken. De eerste reden ligt voor de hand.
De natuur verdient geen goddelijke status. De natuur heeft geen ogen en oren waarmee ze ons waarneemt, ze beschikt niet over een moraal of over het vermogen om te oordelen. De natuur denkt niet over de mens na, laat staan dat ze ons straft of corrigeert. En nee, de natuur is ook niet ‘vergevingsgezind’, zoals Luyten schrijft. Het is precies andersom. Mensen nemen waar, denken na, oordelen, straffen en vergeven. Mensen zijn geïnteresseerd in de natuur, verzamelen kennis over de natuur en corrigeren de natuur. Wég met de malariamug en het coronavirus, red de panda!
Rampspoed? Een straf van God, dacht men vroeger. In de coronacrisis krijgt de natuur dezelfde krachten toebedeeld, ziet filosoof
Ralf Bodelier. En daar schieten we weinig mee op.
Niet God of de natuur zal ons redden.
Alleen onze eigen, menselijke scheppingskracht leidt tot een betere wereld voor iedereen.

Dichters & Denkers Steven Pinker, ‘Verlichting nu’. Pro Hij die hoopt… (Ralf Bodelier De Groene Amsterdammer 14 februari 2019 p. 60-62):
Pinker noemt hen ‘progressofoben’. En de meest zwartgallige onder de progressofoben is de Britse filosoof John Gray. In het Britse tijdschrift New Statesman besprak hij Pinkers boek woedend als een ‘stripalbum’ vol ‘primitief sciëntisme’.
Verlichting nu,schreef Gray, ‘is niet meer dan een rationalistische preek, afgestoken tijdens een kerkdienst voor weifelende zielen.
Is het denkbaar dat de VS afglijden naar fascisme, zoals Madeleine Albright stelde?
‘Er zijn tendensen in het bewind van Trump die aan fascisme doen denken. De vraag is:
is het Amerikaanse systeem, met zijn checks and balances, robuust genoeg om die te bestrijden? We weten het niet. Waarschijnlijk wel, maar het is iets om je zorgen over te maken.’
Zo zijn er wel meer psychologische factoren die ons weerhouden van een realistisch wereldbeeld. Onze somberheid is inmiddels zo dramatisch dat we zelfs de toekomst als een bedreiging gaan zien. Hoe vaak lezen we niet dat we onze huizen, onze landbouw of onze pensioenen ‘toekomstbestendig’ moeten maken?
In zekere zin heeft John Gray natuurlijk gelijk, want Pinker is een missionaris. Een kruisvaarder ter verdediging van rede, wetenschap en humanisme. En in een tijd dat het wantrouwen daarin sterk toeneemt, is dat een kwestie van hard werken. ‘Hoop te houden in onze wereld doet zowel een zwaar beroep op onze intelligentie als op onze energie’, schreef de Britse filosoof Bertrand Russell in zijn autobiografie. ‘Bij degenen die wanhopen, is het doorgaans de energie die ontbreekt.

De aarde is geen petrischaaltje (Ralf Bodelier De Groene Amsterdammer 29 juli 2015):
In 2065 zouden er tien miljard mensen op aarde leven. Zijn daarmee ‘de natuurlijke grenzen’ overschreden? Geenszins. De planeet kent geen natuurlijke grenzen.
Wat je deze mannen kunt verwijten, is niet zozeer dat ze zulke slechte voorspellingen deden. Het is dat ze zo slecht hun geschiedenis kenden. Tertullianus had kunnen weten dat het Romeinse Rijk in zijn tijd een van de rijkste en best georganiseerde samenlevingen was die Europa ooit had gekend. Ehrlich en Cousteau maakten hun berekeningen nota bene in de jaren zestig, in een tijd dat de Groene Revolutie in Azië een definitief einde maakte aan traditionele hongersnoden. En Malthus werd na de publicatie van zijn essay al zwaar bekritiseerd door humanisten als Florence Nightingale, Charles Dickens, Henry George en Friedrich Engels.
Voor
ecologen en biologen is bevolkingsgroei per definitie een probleem, of we nu met 190 miljoen, een miljard of tien miljard mensen op aarde zijn. Maar er waren geen natuurlijke grenzen, er zijn geen natuurlijke grenzen en waarschijnlijk zullen er ook nooit natuurlijke grenzen zijn. Er is louter dynamiek, verandering. Alles stroomt. En er is niets dat hetzelfde blijft.

Geloofsgesprek (27 maart 2021 NPO2):
Chris Fictoor, de man van de religieuze muziek en van de karmelieten. Deze twee eigenschappen brengt hij samen in een verhaal over Titus Brandsma, de karmeliet die zijn leven gaf in het verzet tegen het nazisme. De veertigdagentijd is de weg door de woestijn. Als iemand de weg door de woestijn is gegaan, dan is het Titus Brandsma.
Hij schreef in de strafgevangenis van Scheveningen zijn prachtige tekst over Christus in hem. Zo ging hij zijn dood tegemoet. Chris Fictoor maakte muziek bij deze woorden en zingt de woorden van Titus Brandsma op weg naar Pasen, maar ook naar zijn heiligverklaring die allerwegen wordt verwacht.

De paradox van de moderne mystiek (Marc De Kesel GAMMADELTA april 2018 p. 5-8):
Dr. Marc De Kesel is filosoof en momenteel als wetenschappelijk secretaris en senior onderzoeker verbonden aan het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. De in dit essay aan de orde gestelde problematiek werkt hij nader uit in zijn nieuwe bоеk: Zelfloos de mystieke afgrond van het moderne Ik (Kok, Utrecht 2017)
De
zelfloosheid van de mystiek is niet wat aan het moderne Ik ontbreekt, iets wat zij vergeten of verloren zou zijn; zij is, net andersom, datgene wat juist de kern, de ‘grond’, van het moderne Ik uitmaakt.

De mannen namen de benen, de vrouwen bleven bij Jezus (Sander van Walsum Volkskrant 2 april 2021 p. 21):
Drie Maria’s zaten bij het kruis toen Jezus stierf, en een van hen – Maria Magdalena – ontmoette Jezus als eerste na diens opstanding. Vrouwen dóén ertoe in de door en door masculiene Bijbel.
In de nieuwste Bijbelvertaling van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, de NBV ’21, komen vrouwen op semantisch niveau meer tot hun recht dan bij oudere vertalingen. ‘
Veel bronteksten zijn altijd gelezen vanuit de veronderstelling dat vrouwen onbelangrijk waren in de tijd waaruit die teksten stammen. Zo werd het Griekse woord voor ‘dienen’ vertaald als ‘zorgen’ als het betrekking had op vrouwen. De mannelijke leerlingen dienden Jezus dus, en de vrouwelijke volgelingen zorgden voor hem. Er waren helemaal geen goede redenen voor die uiteenlopende vertalingen. In de NBV ’21 is dat dus gelijkgetrokken.’

Teylers Museum (her)ontdekt twee tekeningen van Bernini (Stefan Kuiper Volkskrant 1 april 2021 p. V3):
De tekeningen werden een tijdlang toegeschreven aan een pupil van de meester, maar blijken toch echt van hemzelf.
Allegorie op het Heilig Bloed van Christus is wel een eigenstandig werk. Het toont een visioen van de Heilige Maria Magdalena de’ Pazzi: Christus aan het kruis, bloedend uit zijn wonden, overvloedig bloedend; bloedend om de zonden van de mens weg te wassen – vandaar dat Maria en de engel zich aan dat bloed laven.

Wie was Multatuli?
Eduard Douwes Dekker werd op 2 maart 1820 geboren op de bovenste verdieping van een klein huisje in de Korsjespoortsteeg te Amsterdam. Een jongen van eenvoudige afkomst die zijn milieu ontsteeg. Met de roman Max Havelaar werd hij op slag beroemd. In het Multatuli Huis, het geboortehuis van Nederlands grootste 19e-eeuwse schrijver, zijn het museum en het Multatuli Genootschap gevestigd.

Natuurlijk, je mag onze voorouders best nadragen dat ze ernstig tekortschoten. Maar losgezongen is het wel (Elma Drayer Volkskrant 26 maart 2021 p. 29):
De Max Havelaar, zei ze tegen een groep Helmondse scholieren, ‘blijft het verhaal van een
blanke. Het is belangrijker als het volk zélf over zijn onrecht vertelt.’
Natuurlijk, je mag onze voorouders best nadragen dat ze ernstig tekortschoten. Dat ze, heel dom, geen weet hadden van
hedendaagse gevoeligheden. Dat ze moreel niet zo voortreffelijk waren als jij bent. Dat ze zich kinderen betoonden van hun tijd.
Maar losgezongen is het wel. Om niet te zeggen
stuitend arrogant.

De koloniale leeslijst
Molen en palmboom (Saskia Pieterse en Lisanne Snelders De Groene Amsterdammer 17 september 2020 p. 59-61):
Met de Max Havelaar zou Multatuli Nederland van het koloniale denken hebben bevrijd. Maar met de roman was de dekolonisatie niet voltooid. Die moest nog beginnen.
Tegelijkertijd ontstaat er zo een pijnlijke scheidingswand tussen auteurs die je eigenlijk in samenhang moet lezen: hier de hooggewaardeerde Nederlandse literaire canon, daar de ‘derdewereldliteratuur’.
Naast Ananta Toer en Rizal is er een indrukwekkende lijst aan
internationaal denkende activisten, politici en cultuurcritici te noemen die een lijntje met Multatuli hebben. Lenin en Freud (die Multatuli’s noties over de erotische nieuwsgierigheid volledig onderschreef) zijn op die lijst ongetwijfeld de twee beroemdste. Zij kregen Multatuli niet toevallig in handen: allebei stonden ze in contact met een internationaal netwerk van vrijdenkers, socialisten, anarchisten, andersoortig bontgekleurde wereldverbeteraars en, last but not least, vrijheidsstrijders uit gekoloniseerde gebiedsdelen. Het was deze gemêleerde groep lezers die Multatuli’s werk vertaalden en als Geheimtipp aan elkaar doorspeelden. Ook binnen Nederland waren wereldverbeteraars de drijvende kracht achter heruitgaves en studies over zijn werk.

Biefstuk en waarheid (Arnon Grunberg Volkskrant 18 februari 2020 p. V10-12):
Er zit iets raadselachtigs aan Multatuli, W.F. Hermans heeft over dat raadsel zelfs een heel boek geschreven.
Om zijn ambivalentie ten opzichte van het schrijverschap beter te begrijpen moeten we kijken naar idee 527, de beroemde brief van Max Havelaar aan Multatuli. Havelaar geeft daar een definitie van de schrijver waarin Multatuli zich meen ik kon vinden: ‘Een schrijver – iemand die van schrijven een beroep maakt – spreekt zonder dat hy iets te zeggen heeft. Hy levert uitdrukkingen, waar geen indruk is. Hy weerkaatst beelden die niet bestaan. Hy jaagt op pikante tegenstellingen en moet daaraan de waarheid opofferen.’
Nogmaals, het is de waarheid die de inzet is van zijn oeuvre, en het is mede die inzet die ervoor heeft gezorgd dat zijn grootheid boven twijfel verheven is. Let op het woordje ‘mede’. De beroepsschrijver offert waarheid op aan dubieus esthetisch genot. ‘Hy moet haar kleuren, opsieren, aankleden…’, noteert Havelaar.
Multatuli maant schrijver en nooit te vergeten dat het waarheidsgebod uit ambiguïteit en dubbelzinnigheden bestaat, maar toch altijd gebod moet blijven. Zijn polemische houding herinnert ons eraan dat lafheid de grote vijand is van de intellectueel en de schrijver, hij verzoekt ons niet de ogen te sluiten voor al te menselijke halfslachtigheid, want wie daar de ogen voor sluit, offert waarheid op voor biefstuk.
Dít is – nogmaals – zijn grootheid.
Boven dit alles schittert zijn humor, zijn oeuvre is doordesemd van een ingenieuze en dubbelzinnige zelfrelativering en ja, dan is er zijn stijl, zonder welke het allemaal gedoemd was te mislukken: ‘Wie ’t afkeurt, keur ik af.’

200 jaar Multatuli: hij is actueler dan ooit (Casper Luckerhof de Volkskrant 18 februari 2020 p. 23):
Het Multatuli-jaar is maandag officieel begonnen. Wat heeft deze schrijver uit de 19de eeuw ons nu nog te vertellen? We vroegen het kenners.
Kenners weten aan de telefoon hun euforie nauwelijks te onderdrukken. Ze zijn het er unaniem over eens: als schrijver en denker is Multatuli nog altijd uiterst actueel.
Volgens Etty is dat echter maar één van de redenen waarom Multatuli nog steeds
actueel is. ‘Veel maatschappelijke discussies die we nu voeren, bijvoorbeeld omtrent excuses over het slavernijverleden, staan allemaal keurig in de Max Havelaar.’ In die roman, gepubliceerd in 1860, bekritiseerde de schrijver het corrupte koloniale regeringssysteem van Nederlands-Indië, en stelde hij het leed van de Javaan centraal.
Authentiek
‘De melodie van het proza, de woordkeus, de ironie, hij kon gewoon ontzettend goed schrijven. En dan was het ook nog een volkomen authentiek en zelfstandig denker. Multatuli zei:
de roeping van de mens is mens te zijn. Daar draaide het bij hem allemaal om.
Zoeken naar nieuwe vormen
‘Neem het medium De Correspondent en de uitgeverij Das Mag’, zegt Rock. ‘Dat zijn echt vernieuwende instituten die – net als Multatuli destijds deed – op speelse manieren proberen de macht te bekritiseren en misstanden aan te kaarten. De scheidslijn tussen literatuur en non-fictie is daarbij dun.
Dat is écht typisch Multatuli, die had er een hekel aan om in hokjes te denken. Hij hield van mengvormen.’ Maar als Rock een hedendaagse schrijver moet noemen die echt in de geest van Multatuli schrijft, is het even stil. ‘Poeh daar moet ik even over nadenken.’ Dan: ‘Ja, het blijft natuurlijk wel Multatuli...’
Later, aan het eind van het gesprek, komt hij er toch nog even op terug. ‘Vooruit: David Van Reybrouck.’

Timmermans is veel te positief over de toekomst en nuanceert te veel ( Anuna De Wever Volkskrant 1 april 2021 p. 22):
De klimaatactivist vindt, net als Greta Thunber, dat Timmermans moet ingrijpen om de
Europese landbouwplannen klimaatbestendig te maken.

De beste lesdag van hun leven (Peter Dieleman Volkskrant 2 februari 2019 Opinie p. 10):
Greta Thunberg, Anuna De Wever en Lilly Platt zijn spijbelende, dansende vlinders voor een schone, blauwe lucht. Jonge (15, 17, 11 jaar) Aletta’s, gezegend met een vol bewustzijn, doorzettingsvermogen en moed. Geen kiesrecht maar met een onverzettelijke wil om te stemmen over een hoger mondiaal belang.
Actievoeren doet pijn (
Erich Grothe de Volkskrant 2 februari 2019 Opinie p. 10):
Minister Slob ‘biedt geen ruimte’ voor het spijbelen van leerlingen om de klimaatdoelen onder de aandacht te brengen. Dat hoeft hij ook niet te doen, dan is het namelijk geen spijbelen meer. De scholieren doen het gewoon, minister Slob, en dat kan ik nog begrijpen ook. Actievoeren doet soms een beetje pijn. Staken doe je ook niet in je vrije tijd. Voor al die ludieke acties uit de jaren ’60 en ’70 is ook nooit toestemming gevraagd. Dus scholieren: gewoon doen als je dat wil.
Wakker worden (Annemiek van Dongen-Schrage Volkskrant 2 februari 2019 Opinie p. 10):
Ik ben erg geschrokken van de reactie van Arie Slob. In de normale wereld zorgen de grote mensen voor de kleine mensen. De kleine mensen waarschuwen: ‘Hé, word wakker, let op, het gaat zo mis.’ En hoe gaat het dan in een normale wereld?

Zelf schrijven (Eus Wijnhoven Volkskrant 2 februari 2019 Opinie p. 10):
In zijn column stelt Nico Keuning dat een verplichte leeslijst het lezen onder de jeugd stimuleert. Daarbij wordt o.a. Max Havelaar aangehaald, maar zelfs de hertaling uit 2010 was veel te hoog gegrepen voor middelbare scholieren.
De aanpak van een verplichte lijst is decennialang tevergeefs gehanteerd om daarmee kinderen te overtuigen vaker een boek te lezen. Wat kinderen wel tot lezers maakt, is hen zelf laten schrijven. Dat kan vanaf groep 3 of 4. Laat hen zelf verhalen verzinnen en die aan elkaar voorlezen. Laat hen het mooiste verhaal van de klas kiezen en vertellen waarom ze dat zo mooi vinden. Laat hen klassikaal vertellen wat zij zo goed vinden aan een specifiek boek.
Door te schrijven, ga je veel bewuster lezen. Volgens mij kan dat een succesvoller oplossing zijn voor de ontlezing (boeken) dan een verplichte leeslijst.

De homo economicus is een vrouw
Wie kookte voor Adam Smith? (Diederik Baazil, Casper Thomas en Jaap Tielbeke De Groene Amsterdammer 1 april 2021 p. 32-39):
Sinds vrouwen het mannenbolwerk van de economische wetenschap openbreken, wordt de economie menselijker, duurzamer en minder abstract. ‘Vrouwelijke economen hebben door dat economie een sociale wetenschap is en geen toegepaste wiskunde.
Die aandacht voor de
‘echte’ wereld achter de statistieken is iets wat al deze vrouwelijke vernieuwers delen. Een van de redenen dat Esther Duflo gelauwerd wordt, is dat zij zorgvuldig opgezette proeven gebruikt om te onderzoeken welke vorm van armoedebestrijding het beste werkt in de praktijk. Voordat haar bestseller verscheen werkte Kate Raworth als onderzoeker bij ontwikkelingsorganisatie Oxfam, waar ze zag hoe ver de grafieken en formules die zijn ontwikkeld op westerse universiteiten af stonden van de uitdagingen van vrouwen in Bangladesh of boeren in Zambia. ‘Deze vrouwelijke economen hebben heel goed door dat economie een sociale wetenschap is en geen toegepaste wiskunde’, zegt Irene van Staveren. ‘Het gaat over gedrag en dat is enkel te verklaren in de menselijke context.’

Waarden in de economie (Erik Jansen Civis Mundi Digitaal #108 april 2021):
De waarde van alles: onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie
, Nieuw Amsterdam, 2018.
Volgens Mariana Mazzucato, hoogleraar ‘Economics of Innovation and Public Value’ aan het University College London (UCL), worden geldelijke beloningen in onze maatschappij te vaak gezien als een maat voor waarde-toevoeging
, terwijl een aanzienlijk deel van de inkomsten neerkomt op waarde-extractie: bedrijven en kapitaalverschaffers profiteren van kennis en omstandigheden die door anderen en meer in het algemeen door de overheden zijn gecreëerd. Dus de ‘taking’ overtreft vaak de ‘making’.
Commentaar
In het algemeen vlakt Mazzucato de
creativiteit en het doorzettingsvermogen van de entrepreneurs uit. Uit eigen ervaring weet ik dat het echt nog een hele stap is van algemeen beschikbare kennis en infrastructuur naar een nieuw product dat zelf een nieuwe markt creëert. Dit laatste wordt door haar niet voldoende onderkend. Het is niet hetzelfde als een nieuw product maken voor een bestaande markt. Zelf een nieuwe markt creëren en ‘first mover’ zijn levert inderdaad een enorme winstpremie op. Zie ook Netflix.
Dat de
overheid meer initiatief moet nemen is duidelijk wat betreft zaken als woningbouw en energietransitie, zaken die de markt zelfstandig niet voor elkaar krijgt. Dat we tegelijkertijd over het ondernemingsvermogen van de overheid niet al te optimistisch kunnen zijn blijkt wel uit de fiasco’s van de HSL-lijn en het vliegveld Lelystad. De overheid zou zich moeten beperken tot het aangeven van de contouren, en zich verder moeten richten op een eerlijke en binnen Europa uniforme winstbelasting voor bedrijven en een vermogensbelasting voor particulieren. Het is natuurlijk een gotspé dat Monaco binnen de EU nog steeds een vrijstaat is voor de superrijken.

'Onze economie drijft niet op superondernemers' (Koen Haegens interviewt Mariana Mazzucato Volkskrant 9 november 2018 p. 28-29):
Met de simpele vraag waar het ooit allemaal om draaide in de economie jaagt Mariana Mazzucato farmaceuten, bankiers en vastgoedhandelaren de stuipen op het lijf. Wie creëert onze welvaart en wie wordt slechts rijk door te graaien?
Tegenwoordig lijkt het doel om zoveel mogelijk geld naar je toe te harken – ongeacht hoe.
‘Kijk naar hoeveel miljarden bedrijven uitgeven aan dividend voor hun aandeelhouders, of om eigen aandelen terug te kopen puur om de koers op te krikken. Geld dat ze dus niet investeren in extra innovatie en productie. Dat is inderdaad heel erg. Maar ik geloof wel degelijk dat dit veranderd kan worden.
Dat moet ook wel, want anders keert de wal het schip. Klimaatverandering dwingt ons te veranderen, net als de ongelijkheid. De verkiezing van Bolsonaro in Brazilië is slechts het laatste voorbeeld van de populistische golf die mede hierdoor veroorzaakt wordt.’
Dat klinkt progressief, maar u heeft ook flinke kritiek op linkse partijen die pleiten voor een nivelleringsfeestje door de fiscus.
‘We moeten af van de mythe dat onze economie drijft op enkele superondernemers. Hetzelfde geldt voor het sprookje dat het alleen de aandeelhouders van een bedrijf zijn die risico’s lopen. Onzin. Het scheppen van waarde blijkt in werkelijkheid een collectief proces. Daarbij spelen managers een rol, maar ook onderzoeksinstituten, overheden en natuurlijk de mensen op de werkvloer. Dat is ook de reden dat er veel eerder in het productieproces een eerlijker verdeling moet plaatsvinden. Niet pas achteraf door de belastingdienst. Zorg dat werknemers goede lonen krijgen, in plaats van alle kaarten te zetten op giften van de overheid of een basisinkomen.’

Donutpolitiek gaat van au (Rob Hagedijk & Paul Kalma De Groene Amsterdammer 14 juni 2018 p. 16-19):
Juichend ontvangen in milieukringen en kritisch door economen: ‘Donuteconomie’ van Kate Raworth. Een analyse van het boek van de Britse wetenschapper.
In een dit jaar verschenen studie,The Value of Everything, velt Mazzucato een nog harder en algemener oordeel over het huidige kapitalisme. Economische waarde, zo constateert ze, wordt tegenwoordig alleen nog maar door de prijs bepaald. Als een product verkocht respectievelijk aangekocht wordt, zo is de redenering, dan moet het wel waarde hebben. Op de markt valt het verschil steeds meer weg tussen waardecreatie en waarde-onttrekking (‘profiteren’ in de letterlijke zin van het woord). En dat laatste is in het alleen op winst gefixeerde bedrijfsleven het doel geworden. Deze verschuiving kun je niet effectief bestrijden, aldus Mazzucato, door de definiëring van het bruto binnenlands product wat te veranderen.
Onlangs werd de rapportage in de Tweede Kamer bediscussieerd. Er werden waarderende woorden gesproken, maar de discussie ging vervolgens alle kanten uit.
Van gerichte aandacht voor de (on)verenigbaarheid van brede en breed gedeelde welvaart enerzijds en het financieel kapitalisme en neoliberaal beleid anderzijds was geen sprake. Misschien een goed idee om juist dat in de ontmoeting van Raworth met de Tweede Kamer eens nadrukkelijk aan de orde te stellen.

#dividendgate (Ewald Engelen De Groene Amsterdammer 26 april 2018 p. 9):
Lees het nieuwe boek van Mariana Mazzucato, The Value of Everything.Daarin laat zij overtuigend zien dat het de staat is die het merendeel van de ‘waarde’ produceert en dat de markt heel vaak vooral parasieten beloont: banken, vermogensbeheerders, Big Pharma en Big Tech. Rutte’s metoniem is zó jaren negentig en zou na de crises van 2008 en 2010 eigenlijk niet meer overtuigend mogen zijn. Wat goed is voor Unilever is pertinent niet goed voor de Nederlandse samenleving. Wanneer gaan politici dat eindelijk inzien? Het neoliberale tijdperk is ten einde, dames en heren, gesneefd op zijn eigen tegenstrijdigheden.

Essay De toekomst van het liberalisme
De bankier en de straatveger (Timothy Garton Ash De Groene Amsterdammer 25 maart 2021 p. 24-29):
Geconfronteerd met een
sluipend autoritarisme moeten liberalen een nieuwe agenda opstellen, waarbij lering moet worden getrokken uit ernstige fouten, en zowel rechtse als linkse heilige huisjes aan het wankelen moeten worden gebracht.
Hadden we maar geluisterd naar Pierre Hassner. Al in 1991 waarschuwde deze briljante, in Roemenië geboren Franse politiek filosoof dat, hoezeer wij ook de triomf van de vrijheid aan het einde van de Koude Oorlog moesten vieren, wij niet mochten vergeten dat de mensheid niet leeft van
vrijheid en universaliteit alleen.
Op grond van Hassners twee vooruitziende koppelingen kunnen we zowel een
diagnose stellen van wat er mis is gegaan in veel liberale democratieën als een groot deel van de daaruit voortvloeiende remedie destilleren.
Naast onderwijs is er een breder cultureel probleem dat kan worden omschreven als
ongelijke waardering. Mensen zonder hogere opleiding, die vaak in vervallen voormalige industriesteden wonen, voelen zich verwaarloosd, geminacht of genegeerd door degenen die door de populisten als ʻliberale elites’ aan de schandpaal worden genageld. Diep cultureel ressentiment kan zelfs worden aangetroffen op plekken waar, zoals in Oost-Duitsland, niet eens zozeer sprake is van acute materiële ontberingen.
Liberalen moeten zich aansluiten bij zowel
conservatieven als socialisten, en de waarde van solidariteit van ganser harte omarmen. En we moeten begrijpen dat de subjectieve, culturele en emotionele aspecten ervan even belangrijk zijn als de meer objectieve, sociale en economische. Alleen de combinatie hiervan zal een echte ʻgemeenschappelijke bodem’ creëren.
Dit brengt ons bij het tweede paar waarden van Hassner dat liberalen dreigen te vergeten:
gemeenschap en identiteit.
Door ons te concentreren op het legitieme verlangen van diverse minderheden naar erkenning van hun complexe identiteiten beseften wij niet hoe degenen van wie de vroege multiculturalisten hadden aangenomen dat zij tot veilige meerderheden behoorden zich nu in toenemende mate onzeker en bedreigd begonnen te voelen in hun eigen identiteit. Dit zette de deur open voor de
ʻwitte identiteitspolitiek’.
Ik heb hier slechts een paar aantekeningen gemaakt over een
mogelijke vernieuwing van het liberalisme. Ik heb niet de pretentie een normatieve theorie uit te werken. Evenmin stel ik een allesomvattend beleidsprogramma voor.

Was het een ongeluk? Een dier? Op zoek naar de bron van het coronavirus (Maarten Keulemans Volkskrant 31 maart 2021 p. 18-19):
Waar ligt de werkelijke oorpsrong van het coronavirus? De WHO-missie naar China, met onder andere viroloog Marion Koopmans, heeft die vraag niet opgelost, wel aangescherpt, blijkt uit het eindverslag. Vier vragen, zullen daarbij de komende tijd centraal staan.

Corona weerspiegelt niet alleen de sociale ongelijkheid, maar versterkt die ook nog (Sander van Walsum Volkskrant 24 maart 2021 p. 12):
Zelfs een samenleving die sociale ongelijkheid tot op zekere hoogte aanvaardt, zou geen genoegen moeten nemen met
sterftecijfers die vergaand samenhangen met inkomensverschillen. Het toekomstige kabinet zou daaraan het zijne kunnen bijdragen door gezonde leefgewoonten te bevorderen – bijvoorbeeld door ten minste één voedzame maaltijd per dag voor elk schoolgaand kind te garanderen – en door preventie en amplitie (bevordering van positieve leefomstandigheden) op te waarderen tot de fundamenten van de gezondheidszorg. Opdat de sociale weerslag van een volgende pandemie minder onthutsend is dan die van corona.

Europa moet zich solidair tonen (Maurits Chabot interviewt Timothy Garton Ash Volkskrant 20 juni 2020 Opinie p. 22-23):
Een gebrek aan solidariteit tussen Noord en Zuid-Europa, de Brexit, de ondermijning van de democratie in Oost-Europa en steun van Rusland noch de Verenigde Staten. Toch ziet Timothy Garton Ash mogelijkheden voor Europa om sterker uit de coronacrisis te komen.
Verschuift de manier waarop Europa zich verhoudt tot wereldmachten als China en de VS door de coronacrisis?
‘We staan met enerzijds machtsblok VS en anderzijds China voor een periode die veel wegheeft van een nieuwe Koude Oorlog. Dat plaatst Europa tussen twee hete vuren. Wat Europa moet doen, is een tweeledig beleid voeren. Daarin moeten we duidelijke elementen van insluiting betrekken: onze eigen samenlevingen beschermen voor inmenging van buitenaf. Taiwan en de Chinese democratie beschermen, steun uitspreken voor Hongkong. Tegelijkertijd moet je zo veel mogelijk constructieve betrokkenheid behouden, want we hebben gezamenlijke belangen in economisch opzicht, klimaatverandering en het bewaren van vrede.’
Een van de twee kanten die u schetst is een beleid van insluiting en inperking. Wat bedoelt u daar precies mee?
‘We moeten nadenken over de vraag in hoeverre we afhankelijk willen zijn van China en Huawei voor grote infrastructurele projecten als het 5G-netwerk. Het risico is dat je over vijf jaar bijvoorbeeld geen groot Westers bedrijf hebt als alternatief voor Huawei.
Ook moeten we China duidelijk maken dat we met de VS staan voor de onafhankelijkheid van Taiwan. Het gaat erom dat je gezamenlijk een lijn trekt, dat je je als een verenigd Europa sterk maakt voor eigen, interne belangen en dat je de waarden buiten je continent verdedigt.’

Stekel De andere Václav (Olaf Tempelman Volkskrant 8 mei 2019 p. 19):
De ene Václav is de andere niet. Timothy Garton Ash omschreef wijlen de Tsjechische president Václav Havel als subtielste politicus die hij ooit ontmoette en Václav Klaus, in dezelfde tijd premier van Tsjechië, als de lompste. Welke Václav begin jaren 90 zijn stempel drukte op Tsjechië, laat zich raden.
Klaus was in Nederland op uitnodiging van FvD en vertelde deze krant dat de Sovjet-Unie en de Europese Unie één pot nat zijn: beide nomenklatoera die altijd verkeerd zitten. Het goede nieuws voor tegenstanders van zulke nomenklatoera, is dat Klaus als premier liet zien dat één enkele man dogmatischer en botter kan zijn dan duizend apparatsjiks bij elkaar.
Jammer dat Klaus zichzelf in 2019 ook krediet geeft voor
mensenrechten in Tsjechië. De Václav die zich daar een leven lang voor inspande, heette Havel.

Politiek is theater. Zorg dat je dat vak verstaat, betoogde Václav Havel (Steven de Jong NRC 19 december 2011):
Politiek zonder een begin, midden en einde, zonder expositie, zonder loutering, zonder gradaties en suggestiviteit, zonder de transcendentie die zich ontwikkelt tot echt drama, met echte mensen, in een getuigenis van de wereld, is een gecastreerde, tandeloze politiek.
Met deze woorden zette de Tsjech Václav Havel in 1997 het verschil tussen bureaucratische politiek en bevlogen politiek op schrift. In dat laatste blonk de gisteren overleden hervormer niet alleen als dissident uit, maar ook als staatsman. Of zoals historicus Timothy Garton Ash gisteren schreef: “Hij werd de leidende acteur en regisseur van een toneelstuk dat de geschiedenis veranderde.”

Rivaliserende wereldrijken (Niall Ferguson De Groene Amsterdammer 22 oktober 2004):
Velen zien een overwinning van
John Kerry op 2 november als een noodzakelijke voorwaarde voor restauratie van wat vroeger eenvoudig «het Westen» heette. Maar is die transatlantische toenadering nog wel mogelijk?
De Oxford-historicus en journalist Timothy Garton Ash stelt in zijn nieuwe boek Free World dat de Verenigde Staten en de Europese Unie te veel gemeenschappelijke belangen hebben om permanent van elkaar vervreemd te raken. Hij ziet «geen onverbiddelijk uiteendrijven van twee solide continentale platen», maar eerder «elkaar overlappende continentale lagen».
Garton Ash wijst erop dat de recente transatlantische verwijdering veel complexer is dan wat Robert Kagan suggereerde in zijn vermaarde essay Of Paradise and Power. Daarin werden de strijdlustige (van Mars afkomstige) Amerikanen tegenover de lafhartige (van Venus afkomstige) Europeanen gesteld. Om te beginnen waren de Europese regeringen niet eensgezind in hun afwijzing van de oorlog tegen Saddam Hoessein. Een meerderheid ondertekende brieven waarin het Amerikaanse beleid werd ondersteund. Ten tweede waren de Amerikanen niet eensgezind in hun steun aan de oorlog. De opiniepeilingen van het afgelopen jaar laten zien dat alleen de Republikeinen «van Mars» komen. De Democraten zijn in hun weerzin tegen het voeren van oorlog even «venusiaans» als de Europeanen. Zelfs conservatieve Amerikanen hebben minder imperialistische neigingen dan men in het buitenland meestal denkt. Een boer uit Kansas vertelde Garton Ash vorig jaar: «Ik denk dat we te veel proberen de zaakjes van de hele wereld te regelen (…) net als de Romeinen deden.» Deze republiek is een zeer onwillig imperium. Garton Ash concludeert dat de Amerikanen en Europeanen nog altijd veel te veel gemeenschappelijk hebben om toe te staan dat er een permanente verwijdering ontstaat.

Door de ‘fuctie elders’affaire is ‘De formatie is in een totale impasse beland’ (Pepijn de Lange Volkskrant 26 maart 2021).
Donderdag was een zeldzaam hectische dag. Wat we kunnen we vandaag verwachten?
‘Vooral VVD-leider Mark Rutte heeft nu olie op het vuur gegooid. Hij zei voor de camera’s van de NOS dat de opmerking over een ‘functie elders’ voor Pieter Omtzigt in elk geval niet van hem afkomstig is.
Heeft het uitlekken gevolgen voor de onderhandelingspositie van partijen?
‘Ja, honderd procent. De vier meest explosieve woorden uit de memo’s waren natuurlijk
‘Positie Omtzigt, functie elders’. Die verkenners hebben daar helemaal niks mee te maken. Die moeten alleen op zoek naar een informateur.

Zal Omzigt behouden blijven voor CDA? (Ariejan Korteweg Volkskrant 25 maart 2021 p. 8):
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is het middelpunt geworden van een schimmenspel dat de problemen in zijn eigen partij nog aanzienlijk kan vergroten. Een aantal leden is een actie begonnen om hem te steunen tegen anonieme aanvallen vanuit de partij.
Machtsfactor in eigen partij
Zo groeide hij uit tot een machtsfactor in de eigen partij, maar met een machtsbasis die deels buiten de eigen gelederen ligt. Dat was terug te zien in de campagne. De systeemkritiek die Omtzigt aandroeg – minder macht voor de planbureau’s, herbezinning op de verhouding burger-overheid, vernieuwing van het kiesstelsel, oprichting van een constitutioneel hof – speelde geen enkele rol in de campagne. Dat terwijl Omtzigt deel uitmaakte van de commissie die het verkiezingsprogramma schreef.

De nieuwe standenmaatschappij of We hebben meer democratie nodig, niet minder (René Cuperus Volkskrant 22 augustus 2016 p. 18):
Soms krijg je de indruk dat onze samenleving niet voorwaarts maar achterwaarts gaat. Dat we in een tijdmachine zitten die ons honderd jaar terug in de tijd zet.
De opmars van populisme, Trumpisme en xenofoob autoritarisme baart natuurlijk grote zorgen. Maar deze moet ook en allereerst begrepen worden als reactie, als agressief verweer tegen de onrechtvaardige complexiteiten van de nieuwe globaliserende wereld, eerder dan als veroorzaker ervan. Populisme, hoe riskant ook, is een alarmsignaal van gebrekkige representatie. Het verwateren van de democratie, het afschaffen van de democratische gelijkheid, uit angst voor populisme is het slechtste wat je kunt doen. We hebben meer democratie nodig. Niet minder.

Gelukkig worden. Hoe doe je dat?
Zoek het woord geluk op en je vindt het volgende resultaat op wikipedia:
Geluk (of gelukkig zijn) kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid.
Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid en vaak samengaat met depressie, overspannenheid, woede of verdriet. Onderzoek duidt er op dat geluk voor ongeveer de helft erfelijk bepaald is. De rest van de verschillen wordt veroorzaakt door invloeden uit de omgeving.
Drie tips waarvan je gelukkig wordt:
Tip 1: Verlaag jouw levensstress door jouw doelen helder te krijgen
Het leven dat we leiden gaat steeds sneller. Of we dat nu willen of niet. Als je, net zoals veel mensen, die nieuwe snelheid wil bijhouden, levert dat stress op. Stress op het werk, stress in het gezin. Stress ontstaat omdat jij je laat leiden door doelen van anderen.

Boeddhanatuur
Panentheïsme is de filosofische naam voor zulk denken. Bij pantheïsme is alles bezield van een goddelijke natuur terwijl God buiten de menselijke sfeer blijft. Bij panentheïsme is God zelf binnen onze dimensie.

GELUK ALS OP ZOEK ZIJN NAAR WAT JE AL HEBT (Hans Feddema Civis Mundi Digitaal #21):
‘Initiatiefneemster Marieke v IJssel van de GeluksRoute 2013 Leiden, strikte me om in mijn woning in hartje middeleeuws Leiden jullie filosofisch en interactief wat over geluk te vertellen: wat het is, hoe we het krijgen, verliezen, vasthouden en zo of hoe ook mijn eigen leven een toonbeeld dan wel het tegendeel van geluk lijkt. En of zo zei ze bijvoorbeeld de antropologische artefacten, schilderijen en vele boeken in m’n huis daarvan een illustratie zijn en wat wij zo kunnen leren van de blijheid, fierheid en het vanuit het hart leven van Afrikanen (hun energie werkt aanstekelijk, voel me gelukkig in Afrika).En in hoeverre naast Luther King ook Gandhi, met zijn ‘
My life is my message’ of ‘Be the change you want to see’, een deel van mijn geluk is gaan vormen en niet te vergeten naast diens ahimsa ook zijn soul force, dus zielskracht, als middel om moedig in het leven te staan en geen slapende geest te hebben, zoals bij velen volgens hem het geval zou zijn.
Waar je op focust word je.
Mijn advies is nogmaals:
Houd van jezelf en wees een actieve speler in het leven, liefdevol en vriendelijk. De attitude is daarbij met een parafrasering van een uitspraak van John F. Kennedy :’Van belang is niet wat het leven jou brengt, maar wat jij het leven brengt’. Word je weer bewust van je missie, die je ziel zich heeft gesteld voorafgaand aan je incarnatie. Ook omdat anders je ziel tijdens het leven wel gaat protesteren, wat vaak het tegendeel van geluk brengt.

Gerrit Huizer Engagement, emancipatie en sociale wetenschappen in een mondiaal perspectief - III (GAMMA april 2000 p. 12-23):
De beweging kreeg een internationale uitstraling, vooral ook door de oorspronkelijk Latijnse versie van
De Navolging van Christus van Geert Grotes volgeling Thomas a Kempis. Belangrijke geleerden zoals Erasmus, Nicolaas van Cusa en Comenius hebben de invloed van de Moderne Devotie ondergaan en verspreid. Vooral de visie van Cusanus, na zijn verblijf in Konstantinopel, over coincidentia oppositorum, het convergeren van ogenschijnlijk strijdige culturen, lijkt nu zeer relevant en werd ook door Teilhard de Chardin omarmd. De KUN (Katholieke Universiteit Nijmegen) zou deze ideeën weer op kunnen nemen en een stimulans kunnen geven om behalve de katholieke spiritualiteitstraditie in Nederland de levende en dynamische opleving van in missionering gewortelde spiritualiteit op mondiaal niveau, verder te helpen profileren in dialoog met andere levende religieus-spirituele tradities ten behoeve van de 'eenheid van de mensheid'.16
16) Van Rossum 1999

Beklimmers van het vlakke land (Fryslân DOK 17/18 juli 2021 (herhaling van 15/16 november 2020) NPO2:
Fryslân DOK schrijft een
nieuw verhaal voor het platteland. Over mensen die de kop boven het maaiveld uitsteken, vooropgaan en richting zoeken. Landschap en natuur is het thema van deel 2 van 'Beklimmers van het vlakke land'.
In de podcast
'Verhalen van het vlakke land' van Bart Kingma en Karen Bies worden de wetenschappers uit de 'Beklimmers' uitgebreid geïnterviewd. In deel 2 is dat filosoof . Waar de stad vooral een massa beton is met wat groene plekjes, is het platteland één groot landschap met hier en daar bebouwing. Het landschap is een wezenlijk onderdeel van het leven op het platteland. Maar de bewoners hebben zichzelf steeds meer losgekoppeld. Filosoof Eric Brinckmann wil de relatie tussen mensen en landschap terugbrengen.

Deel 5 van de serie 'Beklimmers van het vlakke land' (Omrop Fryslân DOK 21 maart 2021 NPO2):
Veel mensen willen niets liever dan in een dorp wonen.
Hoe kun je die duizenden dorpen op het platteland de beste toekomst geven?
In de serie 'Beklimmers van het vlakke land' zoekt Fryslân DOK mensen op die een nieuw verhaal schrijven voor de toekomst van het platteland. Het gaat om initiatieven op lokaal, kleinschalig niveau, maar wel vanuit grote ideeën en idealen. Na eerdere afleveringen over landschap, natuur, landbouw en gezondheid, gaat het in aflevering 5 over 'het dorp van de toekomst'.
De kracht van het dorp
Rijksbouwmeester Floris Alkemade is ervan overtuigd dat het platteland een belangrijke rol speelt in vernieuwing, bij cruciale thema's als energie, landbouw, infrastructuur en het inrichten van de openbare ruimte. Alkemade gelooft in de kracht van dorpen. Hij noemt ze ideale leefgemeenschappen, waar mensen in kleine verbanden elkaar ondersteunen en rekening houden met elkaars belangen.
Initiatiefkunde (bestuurskunde versus initiatiefkunde, 'heuristische' besluitvorming)
Maar ga als dorp vooral niet zitten wachten op een
groot plan van buiten of een leuk initiatief van een ambitieuze wethouder; doe het zélf. Dat zegt Jaap Koen Bijma, propagator van het begrip 'initiatiefkunde'. Bijma helpt dorpen om zelf initiatieven te nemen, en ervoor te zorgen dat ze ook uitgevoerd kunnen worden.

Een gesprek tussen programmamaker Tim Wagemakers, Floris Alkemade en Floor Milikowski over De toekomst van Nederland (23 april 2020):
Aanleiding voor het gesprek zijn de publicaties ‘
De Toekomst van NederlandDe kunst van richting te veranderen’ van Floris Alkemade en ‘Een klein land met verre uithoeken’ van Floor Milikowski, journalist en sociaal geograaf.
Nederland staat voor een aantal
complexe vraagstukken. De klimaatverandering, de vergrijzende samenleving, de overstap naar hernieuwbare energie, het nijpende tekort aan woningen en de verduurzaming van de landbouw.

Emmen is tégen, zoveel is duidelijk (Haro Kraak Volkskrant 20 maart 2021 p. 4):
In het voormalige rode bolwerk Emmen, in het zuiden van Drenthe, werd de PVV de grootste partij, groeide Forum het hardst en haalde ook JA21 veel stemmen. Waar dankt populistisch rechts deze opmars aan? ‘
Het zijn vooral proteststemmen hier.’
Kansenongelijkheid
Emmen is de laatste tijd uitgegroeid tot een symbool van kansenongelijkheid. ‘Wie in Emmen opgroeit, haalt een Alphenaar nooit meer in’, was onlangs
een kop in NRC. En sociaal geograaf Floor Milikowski schreef een boek over ongelijke kansen in Nederland, Een klein land met verre uithoeken, dat begint en eindigt met de stad. Ooit een groeikern dankzij industrie en spreidingsbeleid, maar sinds de fabrieken vertrokken vooral slachtoffer van krimp.
‘Krijg de tering, Mark Rutte!’,
riep hij met een grote grijns. En iedereen lachte.
De ruk naar rechts in deze regio verklaart Omlo vanuit de grote onvrede die er heerst door het gevoel een vergeten streek te zijn. ‘
Men is wars van politiek, omdat ze nooit wat aan Den Haag hebben gehad. Het is vooral proteststemmen hier.’
Of zoals een vrouw die op een bankje een saucijzenbroodje eet, zegt: ‘Ik heb op Geert gestemd. Ik dacht:
die kan de boel wel opstoken.’

Laat Nederland niet barsten (Kustaw Bessems Volkskrant 20 maart 2021 Opinie p. 18-20):
Een vijfde van de kiezers stemde deze week
radicaal-rechts en ja, dat is echt het belangrijkste aan deze verkiezingen, schrijft Kustaw Bessems, want dat rechts wordt steeds extremer. Politieke partijen mogen Nederland niet verder laten scheuren.
Op vrijwel elke voorpagina stond
het dansje op tafel van Sigrid Kaag. Alleen De Telegraaf koos voor Mark Rutte die op anderhalve meter proostte met een glas wijn. De kloof tussen kosmopoliet en nationalist, stad en platteland, hoog- en laagopgeleid wordt steeds groter.

Traumachirurg heeft altijd haast (Ellen de Visser interviewt Marijn Houwert Volkskrant 20 maart 2021) Weytenschap p. 26-27):
Na ernstige ongelukken, valpartijen of steekincidenten gaat Marijn Houwert aan het werk. De traumachirurg schreef het boek Zorg voor je mensen De wondere wereld van een traumachirurg over zijn tamelijk onzichtbare vakgebied.
Laat je om te beginnen nóóit door
(mensen in een paars pak met krulschoenen) vertellen dat aiossen geld kosten. Dat is namelijk niet waar: ze leveren geld op, en niet zo’n klein beetje ook.
‘Er is in Nederland een enorm tekort aan verpleegkundigen, maar van jonge, pas afgestudeerde medisch specialisten, jonge klaren noemen we die, zijn er meer dan genoeg. Als aiossen, assistenten in opleiding tot specialist, na jaren keihard werken klaar zijn, vinden ze nergens plek. Er zijn alleen al 150 jonge chirurgen zonder vaste baan, en dat probleem speelt ook bij de jonge internisten, de radiologen, de cardiologen, de orthopedisch chirurgen, en de maag-darm-leverartsen. Een deel van hen gaat naar het buitenland, een deel zit thuis of doet ander werk, een deel zit in een enorme bus die van de ene naar de andere tijdelijke functie reist.

Briefwisseling: Tom Lanoye & Alfred Schaffer
Een rad dat ook zonder hamsters rondtolt (De Groene Amsterdammer 11 maart 2021 p. 97-101):
In een correspondentie reflecteren de Vlaamse auteur Tom Lanoye en de Nederlandse dichter Alfred Schaffer op de stemming in hun Lage Landen. Beiden vanuit hun tweede vaderland Zuid-Afrika. En beiden met verbazing, verbijstering én jaloezie.
Een
eenpartijstaat is het niet, au contraire. Maar er trekken inmiddels zoveel partijen en bewegingen in onafgebroken cirkels en stoeten tegen elkaar op, met telkens hetzelfde anekdotische kabaal, dat je niet het gevoel krijgt dat er een meningenstrijd aan de gang is die overhelt naar de ene of de andere richting. De commotietjes, de relletjes, de akkefietjes… Ze wekken de indruk van een rad dat ook zonder hamsters rondtolt als een gek. En als je nog beter kijkt zie je een benauwend surplace. Een fin de régime dat al jaren niet wil eindigen omdat niemand een uitweg of een wervend alternatief ziet of biedt.
Is dat het genie van Mark Rutte?
Dat hij niet zelf schittert, maar iedereen en alles om hem heen zoveel glans ontneemt dat zijn eigen dufheid niet meer opvalt? Dat alles uiteindelijk zó vreselijk down to earth en poepnormaal wordt dat iedereen denkt: ach, vooruit dan maar, doe nog maar vier jaartjes erbij, en dan zien we vanzelf wel weer wat er gebeurt. Wat mij opvalt bij de meeste Nederlanders – vergeleken met Zuid-Afrikanen dan toch – is het gebrek aan verontwaardiging na schandalen als de toeslagenaffaire. De hoogste pief die daar jarenlang voor verantwoordelijk was, zegt welhaast achteloos dat hij de verantwoordelijkheid accepteert, zonder tegelijk ook maar één splinter aan schuld te incasseren. Welnee. Hij knikt, hij kucht, hij relativeert, hij kijkt naar de opiniepeilingen aangaande diverse onderwerpen, hij praat ze na en laat zich tenslotte gewoon andermaal interviewen door zijn vriend Jort van de Bretellen-club. Ze maken openlijk grapjes over de ongepastheid van dat mediatieke geflikflooi en er breekt daarover ook onder echte journalisten geen opstand uit.

In het programm Atlas Wetenschap achter het nieuws (31 maart 2021 NPO2) licht Jacco de Vries een nieuwe natuurkracht toe.
Aanwijzing voor
vijfde onbekende natuurkracht (George van Hal Volkskrant 24 maart 2021 p. 12):
Een gloednieuw deeltje, een nog onbekende natuurkracht... fysici bij onderzoeksinstituut Cern zien hints van iets dat ons begrip van de werkelijkheid op z’n kop kan zetten, zo maken ze dinsdag bekend.
‘Dit is waarom ik al 25 jaar onderzoek doe.’
Er zijn zelfs al voorzichtige aanwijzingen hoe het nu gemeten gedragsverschil van elektronen en muonen precies ontstaat, zegt fysicus Jacco de Vries van de universiteit Maastricht. Hij zocht met collega’s de afgelopen jaren in de meetgegevens van hetzelfde LHCb-experiment naar de handtekening van een zeer zeldzaam deeltjesverval, waarbij een zogeheten B-meson uiteenvalt in twee muonen. Van elke miljard keer dat zo’n B-meson opbreekt in andere deeltjes, gebeurt dat slechts driemaal op die manier. ‘Het is alsof je zoekt naar een speld in tienduizend hooibergen’, zegt De Vries.
Tussen de vele miljarden deeltjesbotsingen in de versneller, zagen de onderzoekers het zeldzame verval uiteindelijk zo’n honderd keer. Uit al dat monnikenwerk volgt volgens De Vries dat bij het gemeten verschil tussen
muonen en elektronen mogelijk een nieuw deeltje achter de schermen aan de spreekwoordelijke touwtjes trekt. Dat deeltje, een zogeheten leptoquark, komt niet voor in het huidige standaardmodel.

Psychologie Harvard Study of Adult Development
Robert Waldinger en Marc Schulz: Het goede leven – Lessen van het langstlopende wetenschappelijk onderzoek naar geluk.
Gelukkig in gezelschap (Gijs Beukers de Volkskrant 13 mei 2023, p. 20-21):
Positieve, betekenisvolle relaties zijn cruciaal voor een goed leven. Ze beïnvloeden zelfs de fysieke gezondheid. Dat zegt klinisch psycholoog
Marc Schulz. Samen met Robert Waldinger leidt hij het langstlopende wetenschappelijke onderzoek naar geluk.

Eigen parochie eerst (Gijs Beukers de Volkskrant 17 maart 2021 p. V7):
Ooit adviseerde de hoofdredacteur van de katholieke Volkskrant de lezers op de
KVP te stemmen. Die tijden zijn voorbij. Maar waarom geven kranten geen stemadvies meer?
Als de
katholieke beginselen worden losgelaten, ‘komt ons hele eigen organisatieleven op losse schroeven te staan’, schreef de Volkskrant op 13 juni 1956, de dag van de Tweede Kamerverkiezingen, in een hoofdredactioneel commentaar. Dat eigen organisatieleven gold ‘als bron van inspiratie en kracht om het Evangelie, met zijn erbarming voor het zwakke en het behoeftige, ook in deze wereld waar te maken’.
Zo'n homogeen lezerspubliek was in de jaren zestig gebruikelijker dan nu. De invloed van
stemadviezen was daardoor beperkt, zegt Bart Brouwers. ‘Alle Volkskrant-lezers stemden al KVP. De krant preekte dus voor eigen parochie. Een stemadvies versterkte het clubgevoel, maar leverde weinig stemmen op.’ Die stemmen waren de KVP in 1956 goed van pas gekomen. De partij behaalde 49 zetels, maar Carl Romme werd geen minister-president. Die functie kreeg Willem Drees, wiens PvdA er 50 behaalde.

Ik ben een product van het Rijke Roomse leven. In mijn jeugd zat ik op zondag vaak naast de oud hoofdredacteur van de Volkskrant professor Romme in de kerk. In het kader van een heitje voor een karweitje heb ik de schoenen van Carl Romme mogen poetsen. Baden Powell was in die tijd het boegbeeld van de padvinderij. Maar toen ik vijftien werd verruilde ik de verkennerij voor de sportschool van Nauwelaerts de Agé in Bloemendaal en was Anton Geesink mijn idool, die ik in de sportschool regelmatig heb zien trainen.

Schuldig is het feestvarken, de kiezer, die liever een leider heeft die volgt (Marcia Luyten Volkskrant 17 maart 2021 p. 29):
De belangrijkste debatten zijn tussen een man die ontkent dat de mens de opwarming van de aarde veroorzaakt en een die de klimaatcrisis nooit echt serieus heeft genomen. De allereerste opdracht aan de staat is de veiligheid van zijn burgers. De klimaatcrisis is het grootste gevaar, ze vernietigt onze leefomgeving en leidt tot oorlogen over land en water. Dan: onze vatbaarheid voor virusuitbraken. Op een Chinese regio na is er geen plek ter wereld waar zo veel mensen met zo veel dieren op zo’n klein gebied leven als Nederland. Het land, in oppervlakte nummer 133 op aarde, is ’s werelds tweede voedselexporteur. Virologen waarschuwen al jaren dat een nieuwe zoönose als covid of Q-koorts hier een kwestie van tijd is. Vier kabinetten-Rutte lieten na de bio-industrie te hervormen.
Nu kiezers zich zorgen gaan maken over het
klimaat, verklaart Rutte dat hij maatregelen zal nemen – maar weigert zijn verkiezingsprogramma erop te laten doorrekenen. Ruttes tactiek werd in een verkiezingsdebat over het klimaat nog het best verwoord door CDA-leider Wopke Hoekstra. Die vermaande Jesse Klaver: ‘U moet geen maatregelen voorstellen die het draagvlak ondermijnen.’
De kiezer die zich zorgen begint te maken over het klimaat, maar kom niet aan zijn gehaktbal en zet naast zijn hippe wijk geen windmolen.
Democratie is nooit bedacht voor bange mensen. Die zijn op de lange termijn beter af met een verlicht despoot.
Het volk kiest de leider die het verdient. Dus de kiezer gaat vandaag heen en stemt op Mark Rutte.

Verlies niet het geloof in de mogelijkheid van een wondertje bij de stembus (Sheila Sitalsing Volkskrant 16 maart 2021 p. 2):
De
magie van stemmen bestaat hieruit: dat de mogelijkheid bestaat dat alles anders kan worden. Dat wij de kleine mensen even de macht hebben, kunnen zeggen wat we willen. En wie we er niet bij willen. Het heeft wel iets om ze naar de kiezersgunst te zien hengelen. De een doet het zwetend, de ander kruiperig, allemaal proberen ze krampachtig ‘zichzelf’ te zijn, en bij een enkeling zie je de vertwijfeling in de ogen, want die is ‘zichzelf’ allang kwijt.
Een wonder verwachten zou dus overdreven zijn. Maar kleine wonderen,
‘wondertjes’ zou de premier zeggen: het kan. Nu de coronabonus van de premier in rap tempo aan het wegsmelten is, lijkt het erop dat de grootste partij van het land nog geen kwart van de stemmen zal vertegenwoordigen. Dan kunnen ze wel een grote mond hebben bij de VVD straks, over leiderschap en over ‘de wil van de kiezer’, maar feit is dat er een zeer omvangrijke coalitie zal moeten komen. Die kan rechtsom of linksom of iets daartussenin – alles ligt nog open en alles is nog mogelijk en elk roodgekleurd vakje telt.
Met die gedachte naar de stembus:
dat is de magie van stemmen.

Waarom krijgen de coalities altijd straf en wordt de premier beloond? (Peter de Waard Volkskrant 16 maart 2021 p. 21):
Regeren heeft op zichzelf al een
negatieve invloed op de populariteit. Belangrijker is wat in de Angelsaksische literatuur wel als political drama wordt omschreven. Hieronder vallen de politieke en persoonlijkheidselementen, dit keer de toeslagenaffaire en coronaperikelen en het zogenoemde Rutte-effect.
Niemand kan dat laatste zo goed te
gelde maken als de huidige premier.

Rendement van geluk (VPRO Tegenlicht 3 april 2016):
Wat gebeurt er als werken en samenleven op andere waarden wordt gebaseerd dan op cijfermatig rendement en persoonlijk voordeel?
Er is een revolutie gaande in het bedrijfsleven, waarbij niet de winst maar de maatschappelijke betekenis van de onderneming vooropstaat. De nieuwe betekenis-economie draait sinds de crisis in 2008 op ‘happy start-ups’ en het zaaien van geluk. Hoe kan een bedrijf dat veroorzaken en wat is daarvan weer het rendement?
Grondlegger van dit ondernemingsprincipe is het in New York gevestigde bedrijf Greyston Bakery. Zij bakken brownies voor Ben & Jerry’s. Hun werknemers zijn voormalige dealers, daklozen en prostituees uit de verpauperde omgeving, die zo de kans krijgen een nieuw leven op te bouwen. Hun credo is: We don’t hire people to bake brownies, we bake brownies to hire people’.

Rutte (Stef Kramer de Volkskrant 17 maart 2021):
Denkend aan
Rutte zie ik de afbraak van de zorg, 80.000 banen weg, gesloten ziekenhuizen. Zie ik het bagatelliseren van het milieuprobleem, miljardensteun aan de fossiele industrie, nog een vliegveld (Lelystad ) erbij en een bos minder (Amelisweerd). Zie ik de bezuiniging op de rechtsstaat, een onneembare vesting voor de doorsnee burger. Zie ik miljardensteun aan multinationals, verhoging van de btw op groente en fruit, het in stand houden van ‘Nederland Belastingparadijs’.
Ik zie
institutioneel racisme, de weigering om excuses te maken voor het slavernijverleden, kinderopvangtoeslagenellende, een Rutte-doctrine, ergens ‘geen herinnering aan hebben’. Ik zie de puinhoop op de woningmarkt, een record aantal zzp’ers en uitzendkrachten, zonder kans op een vaste baan. Ik zie verbroken beloftes zonder spijt.

Het romantisch misverstand van Jan Drost is geen boek voor cynische mensen. Aan de hand van filosofen en schrijvers als Plato, Schopenhauer, Nietzsche, Stendhal, Saul Bellow en Amos Oz laat Jan Drost zien hoe ideeën over liefde en romantiek van alle kanten ons hoofd binnen waaien en daar doorwerken, ten goede en ten kwade. Romantische idealen, macht, jaloezie, seks, vreemdgaan, trouw – het komt allemaal aan de orde. Ons denken kan het vermogen tot liefhebben een goede dienst bewijzen, bijvoorbeeld door het ontmaskeren van romantische idealen die onze liefde in de weg staan, zo niet onmogelijk maken; en veel liefde gaat verloren aan romantiek en misverstand. Drost is ervan overtuigd dat onze manier van denken ons voelen en handelen beïnvloedt – en dat anders denken tot ander handelen kan leiden. Wij zijn vrijer dan we veronderstellen. En wij kunnen zoveel beter, zoveel mooier, ook in liefde. Vooral in liefde.

Sam Harris laat in zijn boek Het morele landschap een tegengesteld geluid horen.
De ultieme krachtmeting tussen wetenschap en religie.
Het eerste boek van Sam Harris, Van God los, was de vonk voor een wereldwijd debat over de redelijkheid van religie. In de nasleep ontdekte Harris dat de meeste mensen - van religieuze fundamentalisten tot atheïstische wetenschappers - het over één punt eens waren: wetenschap heeft niets te zeggen over 'normen en waarden'.
In dit explosieve nieuwe boek rekent Sam Harris krachtig af met dit idee. Het wordt tijd dat de wetenschap de plek inneemt die de religie eeuwenlang geclaimd heeft. Harris haalt de muur tussen harde feiten en menselijke waarden neer, en spoort ons aan te denken over goed en kwaad in meetbare termen van menselijk en dierlijk welzijn. Daarbij beschouwt hij de ervaringen van wezens met een bewustzijn als pieken en dalen in een 'moreel landschap'.

Lobbyverbod voor ex-bewindslieden blijkt ‘tussen wal en schip beland’ (Wilco Dekker, Ariejan Korteweg en Erik Verwiel De Volkskrant 6 oktober 2021 p. 6):
Het
lobbyverbod, dat moet voorkomen dat bewindspersonen na hun vertrek als lobbyist aantreden op het terrein waar ze als lid van de regering verantwoordelijk voor waren, is per abuis ingetrokken. Dit blijkt uit correspondentie tussen ambtenaren die door de Volkskrant is verkregen middels een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Voormalige topambtenaren schaafden aan gevoelig rapport over memo-Palmen (Yvonne Hofs De Volkskrant 6 oktober 2021 p. 2):
Voormalige topambtenaren van de Belastingdienst en het ministerie van Financiën hebben het onderzoeksrapport van PwC over het memo-Palmen in de toeslagenaffaire op gevoelige punten bijgeschaafd. Diverse aanwijzingen dat de top in juni 2019 besefte hoe explosief het memo was, zijn in het eindrapport afgezwakt of geschrapt.

Essay Ter verdediging van de complottheorie
Een verhaal over chaos, angst en pizza (Daan Heerma van Voss De Groene Amsterdammer 30 september 2021 42-45):
Complotdenkers hebben het gevoel dat ze hun leven niet meer in eigen hand hebben en dat ze zijn overgeleverd aan ongrijpbare machten. Ze worden vaak als gekkies afgeserveerd. Maar we moeten ons juist verdiepen in hun beweegredenen.
Volgens de anonieme
‘klokkenluider’ die als eerste melding had gemaakt van de theorie verwees ‘pizza’ niet naar de door Podesta aanbevolen lunch, maar naar te verhandelen kinderen. Soms stuurde Podesta plaatjes mee, ‘pizza.jpg’ bijvoorbeeld, maar het was voor de mensen op de fora niet te achterhalen welke afbeelding erbij hoorde. Kon het misschien om kinderen gaan?
Al ver voordat het Chinese virus ons op 17 maart 2020 overviel, begon Pizzagate (waarvan het ook in Nederland in opkomst zijnde QAnon een afgeleide is) te dienen als het ultieme voorbeeld van de absurditeit van complottheorieën, en de stompzinnigheid van de mensen die zich erdoor laten verleiden.
De complotdenker heeft altijd ongelijk. Quod non. De laatste decennia hebben geleid tot de bevestiging van allerlei verklarende modellen die, als er geen klokkenluiders zouden zijn opgestaan, zonder meer zouden voortleven als staaltjes van complotdenken. Watergate. De Panama Papers
. Het monsterlijke netwerk van Jeffrey Epstein, ooit onderdeel van Pizzagate. De misstanden bij de Fifa. En dan zijn er nog talloze doofpotaffaires geweest met een samenzweerderig aura, zoals de politieke afhandeling van de Lockheed-affaire. Niet iedereen die het oneens is met de algemeen geldende verklaring van een bepaalde gebeurtenis is paranoïde. Niet iedereen die met een alternatieve verklaring op de proppen komt is een complotdenker. De onderscheidende criteria zijn en blijven: baseert hij of zij het onderzoek op controleerbare feiten, en is hij of zij bereid feiten die zijn of haar alternatieve verklaring onderuit halen te accepteren?
Complotdenken tast ons
onderscheidingsvermogen aan, dat wat filosoof Sam Harris onze ‘wetenschappelijke geletterdheidnoemt. Het ondermijnt ons vertrouwen in de democratie, nu juist de staatsvorm die zonder vertrouwen niet kan functioneren. En in sommige gevallen legt het een basis voor geweldsontsporingen gericht tegen zondebokken, van Aziatische of andere afkomst, of tegen verdacht gemaakte instituties, zoals we zagen bij de bestorming van het Capitool.
Toen Nederland in 2002, na de moord op Fortuyn, kennismaakte met een alarmerende toename van complottheorieën schreef Henk Hofland dat de kwaliteit van het complot wordt bepaald door de
‘domste deelnemer’. ‘Er is er altijd wel één die het niet goed heeft begrepen, of spijt krijgt. Het kan lang duren, maar daarmee stort het complot in.’ Het zegt genoeg dat zelfs Hofland, onze grote lichter van tegels, zich op dit gebied volstrekt heeft misrekend. Zijn neerbuigende toon was misplaatst, en zijn hoop op de natuurlijke ineenstorting van complottheorieën is ijdel gebleken.
Regeren is doen geloven’, schreef Machiavelli, die dus voor de duidelijkheid níks te maken heeft met Willem van Oranje. Als repliek zou ik willen stellen: vrij zijn is toestaan dat over elk geloof te praten valt.

Het loon van de angst (5): Creativiteit
Puurheid heeft een prijs (Daan Heerma van Voss De Groene Amsterdammer 8 juli 2021 p. 46-47):
Outsider-kunstenaar Michael Bernard Loggins bundelde zijn eigen angsten in een boek. Wat is eigenlijk de
relatie tussen angst en creativiteit? Al sinds de Oudheid wordt daarover nagedacht.
Kunst is een pure verbeelding wat een mens is. Maar die puurheid heeft een prijs.’
Dat brengt ons op de tweede factor: de
balans. Die heeft, besef ik als ik aan Michael denk, vooral te maken met bewustzijn. De meeste Romantische dichters waren zich bewust van hun ‘gekte’ en waren in staat om te onderscheiden wanneer ze het contact met de werkelijkheid aan het verliezen waren. Ze hadden een zekere mate van controle, en als ze zich verloren in melancholie wisten ze meestal weer de weg terug te vinden, met als buit een nieuw stapeltje gedichten. Ze bewaakten de balans. En dan is er Michael, die nauwelijks controle heeft over zijn angsten. Daarom hoor je Michael zijn angsten ook niet bezingen; hij kan ze nooit uitzetten, in zijn geval is het een kwestie van uitzitten. Zijn angsten leiden hem. Hij volgt en houdt de score bij.

Straathoek (Thomas Heerma van Voss De Groene Amsterdammer 11 maart 2021 p. 112-113):
De Netflix-documentaire
Biggie: I Got a Story to Tell vertelt het verhaal van de geboorte van de artiest The Notorious B.I.G. Het is een vrij klassieke, onderhoudend gemaakte origin story, waarin met name zijn vroegste muzikale stappen (begin jaren negentig) en de muzikale voorgeschiedenis van zijn werk worden belicht. Veel nieuws wordt er niet verteld, maar de juiste talking heads komen voorbij, afgewisseld met archiefbeelden uit tourbussen en kleedkamers, en af en toe een boeiend nieuw feitje tussendoor. Uit de categorie stoer en toch aandoenlijk: Biggie dealde vooral op een straathoek bij een kerkklok, zodat hij precies kon zien wanneer het vijf uur werd en zijn moeder dus stopte met werken, waarna hij vlug naar huis ging.
Wat verder opvalt aan Biggie is hoe sterk de flarden muziek nog altijd klinken. Sinds B.I.G.’s overlijden is hiphop uitgegroeid tot een
wereldwijde miljoenenindustrie en toch zijn er nog altijd amper artiesten die rappend zijn niveau halen. Zo strak en soepel, zo beeldend en nietsontziend.

We danken onze successen vooral aan toeval (Toine Heijmans Volkskrant 15 maart 2021 p. 9):
Wopke Hoekstra is een
beroepspoliticus, en daarom blijft hij dat ontkennen.
Op een statafel bij de entree ligt de Tubantia, opengeslagen op pagina 3, ‘man van de
inhoud, niet van de oneliners’ is de kop, maar dat gaat over Pieter Omtzigt, Wopkes ‘running mate’, al zie je ze nergens samen rennen. Pieter is met andere dingen bezig, opmerkelijk, want Enschede is zijn fort en Hoekstra zijn partijleider.
Maar ze zijn ook macht en tegenmacht.
Het geheim van de
beroepspoliticus: veel zeggen, weinig toezeggen.
Vraag: hoe moet het met de energietransitie? Antwoord: ‘die energietransitie is keihard nodig maar je moet wel zorgen voor draagvlak.’
Bij Pieter Omtzigt werkt dat
omgekeerd.
Wopke Hoekstra weet trouwens niet waar Pieter Omtzigt is, ‘
hij is geloof ik druk met zijn boek’, ‘hij is écht een enorme duizendpoot’, ‘een voorbeeld van iemand die accenten legt’. Neemt hij hem mee naar de formatietafel? ‘Dat ga ik natuurlijk met hem bespreken.’
Na afloop stel ik hem één vraag: wat Wopke Hoekstra toch met dat ‘doorpakken’ bedoelt, en er komt een antwoord, en dan grijpt een woordvoerder in, ‘we moeten door en je hebt net een uur lang naar hem mogen luisteren’ – klopt. Maar wat heeft hij nou eigenlijk gezegd?

We danken onze successen vooral aan toeval (Huub Buijssen Volkskrant 15 maart 2021 p. 20):
Ik ken niemand die dit beter verwoordde dan de Israëlische schrijver Amoz Oz, en wel in zijn magistrale autobiografische roman
Een verhaal van liefde en duisternis (2006).
De notie dat
toeval de werkelijke regisseur is van ons leven moet al degenen die succesvol zijn tot dankbaarheid en bescheidenheid manen. Het zou hen, zoals mazzelkont bij uitstek Mark Rutte, ook moeten aanzetten om links te stemmen en te pleiten voor hogere belastingen.
Waarom? Niet alleen omdat ze hun
succes te danken hebben aan toeval en daarom uit het oogpunt van rechtvaardigheid de morele plicht hebben om hun fortuin eerlijk te delen, maar ook omdat ze zo hun waardering uitspreken voor al degenen die de voorwaarden hebben geschapen voor hun succes: onderwijzers, wegenbouwers, vervoerders, vuilnisophalers, ambtenaren, verpleegkundigen, politieagenten, stratenmakers. De minder gefortuneerden verdienen net zo veel beloning en waardering. Niemand is ooit helemaal op eigen kracht rijk of succesvol geworden.

Made in amsterdam (Walter van der Kooi De Groene Amsterdammer maart 2021 p. 114):
Als eindelijk iemand anders ook thuis blijkt wordt hem gevraagd even buiten te komen. ‘Ja hoor’, en de bellende man zegt tegen Frans Bromet, die hem filmt:
‘Zie je, het lukt.’ Frans: ‘De aanhouder wint.’
Een jongen verschijnt en krijgt uitgelegd dat hier een natuurkundig laboratorium zat, waar de ultracentrifuge is ontwikkeld. ‘Maar hier werkte een Pakistaanse spion en die heeft alle kennis meegenomen, waarmee een atoombom is gemaakt.’ De man kan het weten want hij werkte daar ook, ontdekte de spionage, meldde die en werd
gesommeerd erover te zwijgen. Dat weigerde hij en nu hoopt hij dat de bewoners hem willen steunen in zijn klokkenluidersrol. Wereldvreemd is Frits Veerman, de man die Abdul Khan ontmaskerde en als dank door VMF Stork, dat samenwerkte met Urenco, ontslagen en door de BVD geïntimideerd werd, ook wel. Maar tegelijk is hij de vleesgeworden integriteit en van een onvoorstelbare volharding in het eisen van eer- en rechtsherstel. Het is een klassieke Bromet die zich vastbijt in een vastbijter – een ongewone maar o zo gewone ‘kleine man’ die bedrijfsleven en overheid niet wil laten wegkomen met grote fouten en/of bewuste onrechtmatigheden; noch met hem aangedaan onrecht. De kijkersconclusie kan alleen maar zijn dat hij niet alleen steun verdient van die bewoners op de Oostelijke Eilanden, maar van iedereen. Wat het extra bitter maakt dat het niet langer ‘verdient’ maar ‘verdiende’ is, want onverwacht overleed Veerman twee weken geleden. Kort nadat hij door het (overigens slecht functionerende) ‘Huis van de klokkenluiders’ in het gelijk was gesteld. Waarna vergoeding voor geleden onrecht de volgende stap zou zijn. ‘De aanhouder wint.’

Hoe meer vrijheid, hoe meer angst (Daan Heerma van Voss Volkskrant Magazine 24 april 2021 p. 20-25):
Tientallen keren heb ik onze tijd beschreven zien worden als het tijdperk van de angst. Maar is dat terecht? Zijn we inderdaad banger geworden en waardoor dan? Die ingewikkelde vraag vormde de aanzet tot een drie jaar lange zoektocht, die resulteerde in mijn boek De bange mens. Een zoektocht door talloze wetenschappelijke artikelen, filosofische werken en boeken van kunstenaars, via gesprekken met psychiaters, historici, en natuurlijk de angstigen zelf.
Maar in plaats van dat onze
angsten afnemen nu sommige dreigingen minder acuut lijken, zijn ze sindsdien alleen maar gegroeid. Je hoeft Instagram of Facebook maar te openen of je ziet een barrage aan filmpjes over paniekaanvallen en angsten. De Amerikaanse psycholoog Jean Twenge toonde na uitvoerig onderzoek aan dat westerse studenten en scholieren, in vergelijking met hun evenknieën in de jaren vijftig, steeds banger zijn geworden. De toename is lineair, maar de lijn wordt steeds steiler, vooral in de jaren tachtig.
De kern van dat
neoliberalisme: minimale staatsinmenging, maximale vrijheid (en dus verantwoordelijkheid) bij het individu. Het nieuwe ideaal was een economie die werd gevormd door vrije mensen die elkaar beconcurreerden. Het belang van slagen in het leven weerklinkt eindeloos in reclameleuzen als Impossible is nothing, ‘Omdat je het waard bent’ en Just do it. Onderzoek van Twenge toont aan dat het aantal boeken met daarin de zinsnede You can be anything tussen 1970 en 2008 vertwaalfvoudigd is.

Het loon van de angst: Conservatisme
VOC of Armageddon (Daan Heerma van Voss De Groene Amsterdammer 11 maart 2021 p. 108-109):
Voor wie onzeker is over de toekomst, kunnen verworvenheden uit het verleden verleidelijk zijn. Conservatieven als Thierry Baudet staan dan op als, jawel,
redder van de natie.
Het is niet hoop die mensen tegenwoordig bindt, maar vrees. Aldus de invloedrijke Britse conservatieve socioloog Frank Furedi, in zijn
Politics of Fear (2005). ‘De politiek heeft zich de cultuur van de angst volledig eigen gemaakt’, stelde hij. ‘Daarom gaan politieke meningsverschillen vaak over de vraag welke risico’s de mensen het meest zouden moeten vrezen.’ In politieke zin is hoop een minder effectief wapen dan angst, lijkt Furedi te zeggen, omdat hoop gefrustreerd kan worden en tegenslagen moeilijk absorbeert. Met als gevolg dat een groep die zojuist nog samen hoopte, bij tegenslag al snel uiteenvalt in facties of eenlingen. Vrees doet het tegenovergestelde: tegenslagen vergroten de vrees, en maakt de groep sterker.
Furedi’s denkbeelden gingen destijds, in 2005, tegen de stroom in; in wetenschappelijke kringen was de verwachting dat generaties geleidelijk zowel hoopvoller als progressiever werden. Dat was lang ook zo geweest. Over het algemeen leidt een toename van welvaart ook tot een toename van progressief gedachtegoed. Maar er blijkt een kantelpunt te zijn geweest, zo ontdekte de socioloog Quita Muis onlangs.
Volgens oerfilosoof Aristoteles moet de boodschap van politici aan drie voorwaarden voldoen om
effectief in te spelen op de angst van de bevolking. Allereerst moet de politicus waarschuwen voor een op handen zijnde gebeurtenis of ontwikkeling die het voortbestaan van de groep bedreigt. Ten tweede moet hij of zij aannemelijk maken dat de bedreigende gebeurtenis spoedig zal plaatsvinden. Ten derde: hij of zij moet invoelbaar maken dat het misschien zelfs al te laat is, en dat het volk dringend hulp nodig heeft. Deze drie punten zien we voortdurend terugkomen in politieke redevoeringen, van een traditionele populist als Geert Wilders, maar ook van een conservatief als Thierry Baudet.

Daan Heerma van Voss, laat je niet fêteren in China (Wouter van Oorschot Volkskrant 14 januari 2020 p. 22-23):
In ‘Pennestreken’ vertelt Daan Heerma van Voss over de gecensureerde Chinese vertaling van zijn roman De laatste oorlog. Er zijn sekscènes uitgehaald en een moslim-personage is geheel verwijderd.
Banden verbreken
Dan stelt Heerma van Voss wat hij noemt
‘de belangrijkste vraag’: zouden we alle culturele banden met landen met problematische regimes dan moeten verbreken?
Dat werd door het geëngageerde volkje inderdaad gevonden toen in Zuid-Afrika nog het apartheidsregime heerste. Uw collega Willem Frederik Hermans werd na zijn bezoek aan dat land door het gemeentebestuur van Amsterdam (die vrije stad!) als persona non grata gebrandmerkt en samen met Gerard Reve, die er ook geweest was, op een zwarte lijst van de Verenigde Naties geplaatst. Datzelfde volkje wilde destijds wél de culturele banden blijven onderhouden met de Sovjet-Unie, land vol monddood gemaakte en opgesloten schrijvers en wetenschappers die hun stem hadden durven verheffen. De intellectuele uitdaging van het populisme (Hans Wansink Volkskrant 16 december 2017 Sir Edmund p. 28-30):
De Britse socioloog Frank Furedi betoogt dat de vijandigheid ten opzichte van het populisme een karakteristiek element is geworden in de hedendaagse politieke cultuur van Europa. Furedi, zelf Hongaar van geboorte, werkte in Boedapest aan zijn Populism and the European Culture Wars. Hij stelt dat de Europese elite met twee maten meet bij de beoordeling van de antiliberale politiek van de Hongaarse president Viktor Orbán. Diversiteit is goed zolang het gaat om geslacht, seksuele voorkeur of regio. Zodra diversiteit wordt ingeroepen op basis van de eigenheid van een natie, is het taboe. Wie blijk geeft van enig nationaal bewustzijn en zich keert tegen het seculiere, kosmopolitische ethos, is in de ogen van Brussel een gevaarlijke nationalist.

WHAT IS 'Happiness Economics'
Happiness economics is the formal academic study of the relationship between individual satisfaction and economic issues like employment and wealth. Happiness economics attempts to use econometric analysis to discover what factors increase and decrease human well-being and quality of life.

Er is een app voor geluk (Margriet Oostveen Volkskrant 20 maart 2015):
Ja. Zijn we net uitgeteld van al die economische factoren, blijkt het meten van geluk ingelijfd bij de economische faculteit van de Erasmus Universiteit, onder de noemer 'Erasmus Happiness Economics Research Organisation' (EHERO). Daar geven ze cursussen 'rendement van geluk'. Vandaag pleit EHERO in het Haagse Nieuwspoort voor 'sturen op geluk' door de overheid: ook hier moet het rendement omhoog.
Nu zijn er nog een paar honderdduizend mensen in Nederland diep ongelukkig. Investeringen in de geestelijke gezondheidszorg kunnen dat volgens Burger verbeteren.

De economie van het geluk
Fontys Hogeschool HRM en Psychologie heeft een prikkelende visie op de arbeidsmarkt. Mensen maken zich meer en meer druk om zaken die hen als mens raken. Het zal steeds minder gaan om louter materiële zaken. Deze maatschappelijke ontwikkeling zal naar verwachting ook de arbeidsmarkt veranderen. Individueel talent ontdekken en ruimte geven wordt belangrijker dan uniforme competenties ontwikkelen. De beweging van welvaart naar welzijn is 'De economie van het Geluk'.

Met sociale doelen is geluk een beetje maakbaar (Margreet Vermeulen Volkskrant 7 juni 2018 p. 27):
Wie zijn welbevinden een klein zetje wil geven, doet er goed aan zichzelf een sociaal doel te stellen. Bijvoorbeeld: meer tijd met vrienden doorbrengen of een oude tante helpen. Een jaar later is de ‘levenssatisfactie’ van deze actieve gelukszoekers met gemiddeld 0,19 punten gestegen op een schaal van 1 tot 10. Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling levensloopstudies van het Max Planck instituut in Berlijn. De studie is gepubliceerd in Psychological Science.
De boekwinkels liggen vol met zelfhulpboeken met tips om ons geluk op te krikken. Maar er is wetenschappelijk geen enkel bewijs dat we het geluk actief naar ons toe kunnen trekken. Sterker nog: er zijn zelfs aanwijzingen in Amerikaanse studies dat het actief najagen van geluk ons ongelukkiger maakt. Een mogelijke verklaring daarvoor is, volgens de Duitse psychologe en geluksonderzoeker Julia Rohrer, dat we de verkeerde, zelfzuchtige doelen nastreven, zoals een nieuwe baan of stoppen met roken. Terwijl juist contact met anderen een van de belangrijkste voorspellers is voor geluk.

Geniet ervan! (Tannie van Eck Volkskrant 19 mei 2016 p. 24):
Dat was optimaal genieten van de column van Jean-Pierre Geelen (V, 17 mei). Wat men tegenwoordig ook doet, zonder het advies 'geniet ervan' is dat kennelijk niet meer mogelijk. Zo verwordt genieten en genot tot een leeg begrip. De column knip ik dan ook uit om nogmaals en nogmaals te lezen. En al lezend te genieten.

Van geluk gesproken of 'Als je op tv iets van jezelf prijsgeeft, is het gemeengoed' (Bart Jungmann Volkskrant 29 december 2016 bijlage p. 16-17):
Hij deed aan mindfulness, ging naar de kerk en onderging een aantal tests voor een tv-serie over geluk. Wat stak presentator Paul Witteman daarvan op?
Geluksbron
Paul Wittemans grootste bron van geluk? Dat is klassieke muziek. Het gaf hem ook een zetje in breder verband op zoek te gaan naar geluk. 'Een presentator die ontroerd wordt door Brahms, stapt ook in dit soort dingen.' In de uitzending over geloof beweerde predikant Kees Kraayenoord dat de muziek van Bach niet kan worden losgekoppeld van de religieuze tekst. 'Dat vind ik dus grote onzin. Ik voel dezelfde ontroering bij Sjostakovitsj en die mocht niet eens religieus zijn.'
Als thema volgde geluk op een eerdere serie waarin de wetenschappelijke mogelijkheden van een langer leven werden onderzocht. 'Dan is het een logische stap om te kijken of we ook de geestelijke gezondheid kunnen oprekken. Daar zijn inmiddels duizenden methoden voor ontwikkeld. Religie ligt daarin misschien iets minder voor de hand, hoewel het idee van een gemeenschap daartoe zeker bijdraagt.'
Boven op de kast met cd's in de huiskamer staat een Mariabeeld, maar dat staat er slechts voor de lol. Het geloof heeft Paul Witteman afgezworen na een jeugd waarin de rooms-katholieke kerk een overheersende rol had gespeeld.

'Pessimisme leidt tot langer leven bij ouderen' (Dennis Rijnvis 28 februari 2013):
Ouderen die geen hoge verwachtingen hebben over de toekomst blijven langer in leven en hebben minder gezondheidsproblemen. Dat blijkt uit een nieuw wetenschappelijk onderzoek. Als mensen van boven de 65 jaar negatieve toekomstverwachtingen hebben en daardoor onderschatten hoe gelukkig ze zich zullen voelen in de toekomst, hebben ze minder kans om gehandicapt te raken.
Ook lopen pessimistische ouderen minder risico om snel te sterven. Dat schrijven Duitse onderzoekers van de Universiteit van Erlangen-Nüremberg in het wetenschappelijk tijdschrift Psychology & Aging.

Genieten of Zenuwachtig van gedwongen genieten (Jean Pierre Geelen Volkskrant 17 mei 2016 katern Vonk p. 4):
Van Douwe Bob tot Max Verstappen: genieten is de mantra van deze tijd, een heilige opdracht.
Het epicurisme is doorgeslagen, de massa dronken van geluk. Ik word een beetje zenuwachtig van dat gedwongen genieten. Zo voelde ik geen enkele emotie bij de daden van zowel Douwe als Max. Het laat me koud wie het snelst rondjes rijdt en of dat toevallig een Hollander is. Het genotsgebod zadelt me op met schuldgevoel.
Het zal mijn calvinistische inslag zijn die me doet vrezen voor de dag waarop ieder 'maximaal geniet' en de platste instincten regeren. De een z'n genot gaat makkelijk ten koste van andermans geluk. Zoals wijlen filosoof Cornelis Verhoeven zei: 'Vissen, dat is om 4 uur 's morgens de buurt wakker knetteren met je brommertje om te genieten van de stilte van het water.'
Ik ben dol op genieten, maar hoe vaker de dronkenschap me wordt opgedrongen, hoe nuchterder ik blijf. Fijne dag verder. En geniet ervan.

Brexit: een ramp voor Nederland of Wat blijft het lauw in Nederland als het om de Brexit gaat (René Cuperus Volkskrant 19 mei 2016 p. 24):
Misschien dat Brexit een schokeffect oplevert voor een betere Unie. Maar het kan ook de start zijn van de verdere aftakeling. Laten we daarom eerst nog even vanuit Nederland laten weten dat we de Britse common sense, humor en het democratisch oergevoel in het toekomstige Europees Project niet willen missen!

Zelfdiscipline splijt de samenleving (Marc van Dijk Trouw 22 november 2013):
Vormt discipline de basis van een nieuwe maatschappelijke tweedeling?
Een gebrek aan discipline is vrijwel dagelijks in het nieuws, al wordt het meestal anders genoemd. We eten verkeerd en te veel, we drinken te veel en maken ons zorgen over asociaal gedrag, opvoedingsproblemen en onderwijsuitval.
Elite
Huijer: "Hoogopgeleide ouders stimuleren hun kinderen tot zelfstandig gedrag, waardoor ze weerbaarder worden tegen de overvloed dan kinderen met lager opgeleide ouders. Dat verschil wordt daarna nog eens versterkt in het hoger onderwijs.
De nieuwste top-opleidingen, zoals de university colleges, richten zich sterk op het vergroten van de zelfdiscipline van de studenten. Zo ontstaat een elite die meer zelfdiscipline meekrijgt dan de grote middenmoot van studenten. Die middenmoot wordt alleen afgerekend op het aantal gehaalde studiepunten. Op gehoorzaamheid dus. Terwijl de kleine groep bijzonder getalenteerde studenten nóg meer zelfdiscipline krijgt dan ze al had."

Marli Huijer Verslag werkzaamheden leerstoel filosofie van cultuur, politiek en religie vanwege stichting Civis Mundi 14 januari 2014:
Als vervolg op het boek ritme schreef ik dit voorjaar het boek Discipline. Overleven in overvloed. Publicatiedatum: 13 november 2013. Uitgeverij Boom organiseerde een zeer drukbezochte presentatie in Felix Meritis (inleiding door Ad Verbrugge, Gabriel van den Brink, Henk Oosterling en mijzelf), dagblad Trouw presenteerde het boek in het filosofisch elftal en als voorpublicatie, Filosofie Magazine plaatste groot interview, en radio Pavlov en radio Hoe? Zo! Besteedden er uitgebreid aandacht aan. Ook andere media hebben inmiddels hun interesse getoond.

Marli Huijer En nu de echte seksuele bevrijding
Het geslacht dat iemand bekleedt in de maatschappij (gender), en de daarbij behorende gedragspatronen, worden geconstrueerd door wat Butler in navolging van taalfilosoof John Austin performativiteit noemt. Er is een bepaald repertoire aan handelingen dat maakt dat iemand de rol van man of vrouw krijgt toebedeeld. Omdat die handelingen cultureel bepaald zijn en die cultuur aan het individu vooraf gaat, is het onmogelijk gedrag te vertonen dat niet in de hokjes mannelijk en vrouwelijk uiteenvalt.

Tussen mensen Lezing door Denker des Vaderlands Marli Huijer (Lezing 3 december 2015):
Wat maakt dat mensen die elkaar niet kennen elkaar toch vertrouwen? Hoe is dat tussen vluchtelingen en gevestigden? Denker des Vaderlands Marli Huijer heeft tussenruimte op de agenda gezet: 'Vaak denken we over onszelf in termen van het innerlijk, maar de verschillen zitten juist aan de buitenkant en in de ruimte tussen mensen.'
In haar lezing gaat Huijer in op het thema tussenruimte en koppelt dit aan onze huidige opvang van vluchtelingen. Ze vraagt zich af hoe mensen in publieke ruimtes de juiste nabijheid en de juiste afstand tot stand brengen. Wat maakt dat je je op straat en in andere publieke ruimtes op je gemak voelt? Hoe verhoudt dit zich tot de plekken buiten de stad waar we nu vluchtelingen opvangen? Kunnen we de tussenruimte zo inrichten, dat ook vluchtelingen vertrouwde vreemden worden?
Na de lezing zal voormalig Syrisch vluchteling Khaled Al Haj Saleh kort geïnterviewd naar aanleiding van zijn bezoek met Marli Huijer aan het vluchtelingenkamp Heumensoord eerder op de dag. Daarna gaan Marli Huijer en Frank Meester met elkaar en met de zaal in gesprek.

Het Hogere is niet met God uit Nederland verdwenen (Maaike van Houten −Trouw 9 december 2011):
Nederland ontkerkelijkt, maar dat betekent niet dat het Hogere uit het dagelijks bestaan is verdwenen. Integendeel zelfs, Nederland kent 'een geweldige hoeveelheid' idealisme, betoogt cultuursocioloog Gabriel van den Brink in zijn boek 'Eigentijds idealisme', dat tevens een aanklacht is tegen het verwoestende cynisme dat Nederland in zijn greep houdt.

BBP, weg er mee (Arriejan Korteweg Volkskrant 22 oktober 2015 p. 21):
Hoe een parlementaire commissie vrije tijd, geluk en veiligheid wil meten.
Al decennia staan er vraagtekens achter het Bruto Binnenlands Product (BBP) als alleenzaligmakend instrument om te bepalen hoe we er voor staan. Dat BBP doet alsof welvaart hetzelfde is als centen tellen. Robert Kennedy zei het al in 1968: het BBP meet de productie van napalm en sigarettenreclame. Maar het meet niet de gezondheid van onze kinderen of de kwaliteit van onze poëzie. Niet onze wijsheid, onze kennis en ons mededogen. Koning Wangchuk van Bhutan voerde in 1972 Bruto Nationaal Geluk in als belangrijkste indicator voor de stand van het land.
Vaak zijn het rechtse regeringsleiders die dergelijk onderzoek in gang zetten. David Cameron toonde zich ontvankelijk, in Frankrijk zette Nicolas Sarkozy in 2009 de Nobelprijswinnaars Amartya Sen en Joseph Stiglitz aan het werk, samen met de Franse econoom Jean-Paul Fitoussi - wetenschappers van linkse snit.
Toen ik Fitoussi indertijd vroeg waarom rechts zijn inzichten bij links haalt, had hij een bondig antwoord. 'De simpele feiten geven rechts ongelijk en links gelijk. Dit is niet het moment om te adviseren de markt zijn gang te laten gaan.'
Het lijvige rapport van Fitoussi c.s werd welwillend onthaald bij de OESO, de EU en op de G20 van Pittsburgh, maar belandde daarna in een la. Het was crisis, economen en regeringsleiders hadden andere dingen aan hun hoofd.
Elke schijn dat deze commissie het gelijk van Jesse Klaver en diens economisme gaat aantonen, moet worden vermeden. Daarom is Groen Linkser Grashoff uiterst behoedzaam als hij over 'zijn' commissie spreekt. 'Ik zie geen waterscheiding links-rechts. We moeten af van een technocratische benadering, dat wordt breed gedeeld.

Leo Bormans Geluk. The World Book of Happiness
Europees Voorzitter Herman Van Rompuy stuurde in 2012 het boek Geluk. The World Book of Happiness als nieuwjaarscadeau aan alle wereldleiders. In de aanbevelingsbrief die hij daarbij voegt, pleit hij er uitdrukkelijk voor om geluk, levenskwaliteit en welbevinden van mensen bovenaan de politieke agenda te zetten. We kunnen met z’n allen kiezen voor andere prioriteiten in de politieke en economische agenda maar ook in ons eigen leven en dat van wie ons omringt. Het lijkt misschien een softe boodschap maar dat is het niet.

Erik Mertens Geen crisis, maar 'evidence based happiness'?
"Voor het eerst hebben we het geluk weggehaald uit die wereld van de softheid, de religie, de filosofie. (…) Ja, het is meetbaar! Het is een wetenschap hé. Er zijn heel veel dingen waar we in geslaagd zijn ze te meten. Bijvoorbeeld pijn: daar weten we ook wel van of je veel of weinig pijn hebt. (…) We weten dat geluk voor 50 procent genetisch bepaald wordt, voor 10 procent door omstandigheden, en voor 40 procent door onze eigen inbreng en onze eigen activiteiten. (…) Het ergste wat een mens kan overkomen is dat twee pessimisten met elkaar trouwen, want dat heeft een genetisch effect van nog eens grotere pessimisten, dus het is maar best om een optimist te vinden om mee te trouwen. (…)" (5)
Optimisme als een morele deugd. Ik wil deze moraalfilosofische uitspraak graag mee verdedigen. La vita e bella. Maar het wordt gevaarlijk wanneer de ethiek ervan verworpen wordt en er alleen nog maar een neoliberale ideologie van het optimisme verdedigd wordt, die zich op de koop toe vereenzelvigt met een zogenaamde wetenschap van het optimisme. Dan gaat het niet meer over een moral duty, maar over een science (of moral duty). Wetenschap wordt zo van A1, van A2 en van A3 steeds meer een toverwoord in onze maatschappij. Een toverwoord dat wil onttoveren.
Herman Van Rompuy is alleszins heel gelukkig dat hij de boodschap van de 'Movement For Happiness' wereldwijd kan uitdragen, "to rear the fabric of felicity by the hands of reason and of law". (7)
Het is een nobel doel om het geluk zo goed mogelijk te verdelen. Wat kunnen we zelf en wat moet de politiek doen om het geluk te maximaliseren? Dit is een belangrijke, maar heel complexe vraag. Daarom luister ik telkens weer met stijgende verontwaardiging naar diegenen die beweren dat het antwoord op die vraag simpel is of gewoon wetenschap heet. Is het niet aanmatigend om in deze tijden van crisis te beweren dat het geluk een louter wetenschappelijke kwestie is en dat we gewoon moeten kiezen voor zoiets als evidence based happiness? (8)
Evidence based happiness? … Als onbevooroordeelde geïnteresseerde leek roept het meteen zoiets op als het triviale geluk van de kleermaker in Le monde et le pantalon van Beckett. "De klant: God heeft de wereld in zes dagen geschapen, en u, u bent nog niet in staat me een broek te maken in zes maanden". De klant wordt er niet gelukkiger van. Maar wat is het gelukkige antwoord van de kleermaker, die uiteindelijk de broek volledig klaar heeft: "De kleermaker: Maar meneer, kijk eens naar de wereld, en kijk eens naar uw broek." (9)
Een grap en een griezelverhaaltje
Voor mij is het geluk van de kleermaker veel evidenter dan het wetenschappelijke geluk van de topexpert in de positieve psychologie. Of ook het geluk van die Duitser in de anekdote die Lacan tijdens de eerste les van zijn seminarie over de ethiek aanhaalt. Aan een Duitse immigrant die aankomt in Amerika wordt gevraagd "Are you happy?" "Oh Yes", antwoordt de Duitser, "I am very happy. I am really very, very happy, aber nicht glücklich!" (10)
En dan zullen de positivo's zeggen: "ja, maar wereldwijd heeft de wetenschap aangetoond dat het nicht glücklich sein (of minstens toch the right to sadness) een essentieel deel is van de 'happiness'." Fantastisch! Het is inderdaad toch wel echt genieten, die happiness. Maar valt dat genot samen met het weten? Of is het niet eerder de scheur in het doek van het weten?
Als we ophouden met lachen om de zogeheten pure wetenschappelijke becijfering van het geluk, dan vrees ik dat we alleen nog maar in staat zullen zijn om op een kurkdroge brutonationale manier gelukkig te zijn in een pseudowetenschappelijke droom, ver verheven boven onze reële natuur.
Misschien moeten onze politici zich nog eens buigen over het griezelverhaaltje dat Heinrich Heine in 1834 vertelde aan de Fransen om er de Duitse filosofie van Immanuel Kant mee te introduceren. Het illustreert de twee kanten van het zelfverwezenlijkingproject. 'Causa sui' van het geluk?
"Er gaat het verhaal", vertelt Heine, "dat een Engelse werktuigkundige, die al de vernuftigste machines had uitgevonden, ten slotte op het idee kwam om een mens te fabriceren, wat hem uiteindelijk nog lukte ook. Het werkstuk dat hij zelf in elkaar had gezet, kon zich in ieder opzicht als een mens bewegen en gedragen en had in zijn leren borstkas zelfs een soort menselijk gevoel, dat van de gemiddelde gevoelens van de Engelsen niet eens zo heel veel verschilde. Hij kon in gearticuleerde klanken zijn gevoelens uiten."
"Juist het geluid van die inwendige wieltjes, raspen en schroeven, dat men dan te horen kreeg, gaf die klanken een typisch Engels accent. Om kort te gaan, die automaat was een volmaakte gentleman en om helemaal een echt mens te worden had hij alleen nog een ziel nodig. Maar een ziel kon de Engelse mechanicus hem niet geven en de arme stakker, die gemerkt had wat hij miste viel zijn schepper nu dag en nacht lastig met het verzoek, hem een ziel te geven."
"Dat verzoek werd steeds dringender herhaald en ging die kunstenaar ten slotte zo op zijn zenuwen werken, dat hij voor zijn eigen kunstwerk op de vlucht sloeg. Maar de automaat nam meteen een extra snelle postkoets, achtervolgde hem naar het vasteland en reisde voortdurend achter hem aan, krijgt hem soms te pakken en ratelt en snort hem dan in de oren: give me a soul."
"We vinden deze twee figuren in alle landen", zegt Heine, "en wie hun bijzondere relatie kent, begrijpt hun zonderlinge haast en angstige verslagenheid. Maar als men van die bijzondere relatie op de hoogte is, ziet men daarin ook iets algemeens, namelijk dat een deel van het Engelse volk genoeg heeft van zijn mechanisch bestaan en een ziel wenst, terwijl het andere deel uit angst voor die wens kris en kras door de wereld wordt gejaagd, maar dat ze het alle twee thuis niet kunnen uithouden." (11)
Zo'n griezel kan je natuurlijk niet in een nieuwjaarsgeschenk verpakken. Wel een happy Fairytale Beginning. Goesting en voldoening geeft dat. Maar als ik even het 'recht op pessimisme' mag opeisen, dan zou ik er graag op willen wijzen dat in het opgeblazen 'meten is weten'-sprookje een spook schuilt dat groeit met de dag dat men erin gelooft. Het sprookje bestaat eigenlijk uit niets meer dan cijfertjes, getallen en tabellen. Maar deze statistische ziel reist ons voortdurend achterna, krijgt ons vaak te pakken, en ratelt en snort in onze oren: Give me a body. En, als nu aan dat imaginatio van spindokters een body wordt gegeven, zeg maar een genot, dan zit er een 'beast in the jungle'. En pas maar op of het heeft u te pakken, met de wetenschap als excuus.
Oneindig veel griezeliger vindt Heinrich Heine dat
"Het is afschuwelijk, als de lichamen, die we hebben geschapen een ziel willen hebben. Maar het is nog veel huiveringwekkender, afschuwelijker en griezeliger als we een ziel hebben geschapen die een lichaam van ons eist en ons met die wens achtervolgt. Zo'n ziel is de gedachte die we hebben gedacht, en ze gunt ons geen rust voor we haar een lichaam hebben gegeven. De gedachte wil daad, het woord wil vlees worden. (…)"
"Drie wegen om gelukkiger (niet gelukkig) te worden"
Het is natuurlijk met de beste bedoelingen dat onze leiders genieten van de gelukzaligheid. Maar misschien moeten ze hun droom van een maximalisatie van dat genot toch eens eerst helemaal dromen, en dan nog eens vertellen. Tot er iets heel lichts overblijft waar de harde wetenschap vanaf gevallen is, zoals bij Jean Paul: "Ik heb nimmer meer dan drie wegen kunnen ontdekken om gelukkiger (niet gelukkig) te worden. De eerste weg, die de hoogte in gaat, is: zich zo hoog boven de wolken des levens verheffen, dat men de hele uiterlijke wereld met haar wolvenkuilen, knekelhuizen en bliksemafleiders vanuit de verte, als een gekrompen kindertuintje, onder zijn voeten ziet liggen."
"De tweede is: zich juist te laten vallen in dat tuintje en zich daar zo gezellig in een voor te nestelen dat, wanneer men vanuit zijn warme leeuweriksnest naar buiten kijkt, men eveneens geen wolvenkuilen, knekelhuizen en bliksemafleiders ontwaart, doch slechts aren, die ieder voor de nestvogel een boom vormen en een zonne- en regenscherm."
"De derde ten slotte – die ik als de moeilijkste en meest verstandige beschouw – is, de twee andere af te wisselen. Dit wil ik de mensen nu eens goed duidelijk maken." (12)
En vervolgens een pleidooi houden om de levenskunst vooral niet te verwetenschappelijken, want anders verwordt ze tot kitsch, net zoals het 'geluk als wetenschap' gewoon kitsch is en compleet verbleekt als je het legt naast het stuntelige vers van een klein kind.
Het zogenaamde wetenschappelijke geluk zal snel in onbruik raken, want het is alleen maar meetkunde en anders alleen maar een waar op de markt. De poëzie van het kleine kind niet, want die ontspringt uit een reëel lichaam, en is vormend voor het kind omdat ze als levendige 'esprit de finesse' vorm geeft aan iets reëels dat ontsnapt aan de meetkunde, evaluatie en controle.
En, beste wereldleider van het Bruto Internationaal Geluk
Als u dan toch het geluk politiek-economisch wil verdelen – dat is absoluut noodzakelijk en rechtvaardig en bovendien kan u niet anders, het is uw taak, u moet uiteraard meteen weer weg gaan van uw verdediging van het belang van de verbeeldingskracht, baseer u dan op een materialistische analyse van de feiten in plaats van op een zoveelste speculatie op de (geluks)beurs, want dat laatste leidt alleen maar tot armoede, filosofie van de armoede, armoede van de filosofie en heel veel reële onlusten.
Kom toch maar eens even neerploffen uit uw hoge wolk. U zal zich uiteraard meteen in een spleet verstoppen omdat u de realiteit van de overgrote meerderheid van de bevolking niet onder ogen wil of kan zien. Terug maar snel de hoogte in om ongestoord het Worldbook of Happiness te lezen en ondertussen met blij gemoed bellen te blazen om de miljardairs op onze planeet te bevredigen?
Maar laat u zich toch nog maar eens neervallen en nog eens en nog eens, dan leert u een beetje het reële tussengebied kennen. Dat zou ik genereus vinden van u. Ik meen dat zowel uw geluk als dat van de toekomstige generatie voor een groot stuk afhangt van de lessen die u trekt uit die valpartijen.
O nee, geen cynisme, allerminst, wel optimisme, maar dan gebaseerd op een aangepaste, radicaal verlichte visie. Want het neoliberalisme, begrijpt u plots, is geen wetenschap en de wetenschap is niet neoliberaal.

De basis van XTC is MDMA. MDMA zit in alle XTC-pillen. Het verschilt per soort XTC pil wat er nog meer voor stofjes bijzitten, maar MDMA is het stofje dat je zo happy maakt. MDMA zorgt ervoor dat er meer neurotransmitters serotonine, norepinephrine en dopamine in je hersenen vrijkomt. Dat zijn neurotransmitters.
Waarom word je zo blij van oxytocine in je bloed?
Het vrijkomen van oxytocine gaat samen met een gevoel van hechting en vertrouwen. Oxytocine is het hormoon dat vrij komt tijdens een hele fijne gemeende knuffel. Op het moment van bevallen komt er ook een grote dosis oxytocine vrij.

Bart Hageraats DE MENS IS HET VERWANDLUNGSDIER Elias Canetti over verwandlung, massa en meer
Hoofdstuk III ‘De massa’s zijn toch veel beter dan alle leiders bij elkaar’. Marx, Engels, Lenin, Stalin, Mao – en Canetti over de massa (p. 70):
De massa is door Marx of Engels nooit systematisch benaderd of geanalyseerd; hun invalshoek was òf impulsief òf tactisch en een enkele keer filosofisch. En psychologiseren (van massa of individu) was niet hun kracht; zij waren er het type geleerde niet naar en de tijd was er klaarblijkelijk nog niet rijp voor. Canetti komt daarin wel overeen met hen: ook hij moet weinig hebben van uitgesproken psychologie of psychologiseren.18 Daarnaast zijn ze alle drie polyhistor, waar bij Marx bovendien duidelijk de opgeleide filosoof 19 en de (zelfgeschoolde) socioloog en econoom zichtbaar wordt en bij autodidact Engels de legerexpert. Canetti is dan de meest uitgesproken homme de lettres, die het ongetwijfeld eens zal zijn geweest met Marx’ overtuiging dat filosofen de wereld slechts verschillend hebben geïnterpreteerd maar dat het erop aan komt haar te veranderen – alleen, hij was geen actievoerder of manifestenschrijver.
18) Zoals ook Emile Durkheim (1858-1917) daar weinig van moest hebben omdat de sociale feiten bestaan, afgescheiden van de bijzondere gevallen waarin zij zich voordoen. Het geweten van het collectief drukt zich in de individuen uit en het ‘fait social’ staat boven de enkeling.
19) Hij promoveerde in 1841 in Jena op het verschil tussen de
natuurfilosofie van Democritus (460-380) en Epicurus (341-270), ‘een groots opgezette apotheose van Epicurus’ leer van de vrijheid. Ethiek, moraal en filosofie als actieve veranderingsfactoren van een onredelijke wereld – dat was de these, sterker de eis’. (Fritz J. Raddatz, Karl Marx. Een politieke biografie. Wereldvenster, Baarn 1976, p. 36).
Hoofdstuk VII ‘Gods hartslag in ons: de angst’.
Filosofie in Massa & Macht en in de Aantekeningen
212: Het probleem dat de Chinese denkers altijd heeft beziggehouden is de vraag hoe de wereld moet worden geordend.104 Meer verwoord in overeenstemming met het Chinese wereldbeeld: welke methoden kunnen leiden tot herstel van een totale orde105 waarin de menselijke maatschappij goed zal kunnen functioneren tezamen met de grote machten van Hemel en Aarde? Die vraagstelling beperkte de draagwijdte van de Chinese wijsbegeerte die primair is gericht op het gedrag van de mens als sociaal wezen. En op het gedrag van de vorst en – in ruimere zin – de overheid als regelaar van de maatschappij. Zelfs de denkers die elk ingrijpen in de natuurlijke aard van de mens en iedere poging tot kunstmatige ordening verwerpen106 zijn niet gefascineerd door de verschijnselen van de natuur als zodanig.
Zij blijven zich concentreren op het ideale gedrag van de mens in harmonie met de natuur.107 (mijn curs.) ‘Natuur’ is daarbij ruimer bedoeld dan in het Westen gebruikelijk: het is het geheel van alle voortgaande leven – hier en nu, voor en na ons. De levensstroom van toen, heden en straks.
104) E.e.a. uit [E. Zürcher], ‘China’, in: Jan Bor, Errit Petersma (red.), Jelle Kingma (beeld),
De verbeelding van het denken. Geïllustreerde geschiedenis van de westerse en oosterse filosofie, Contact, Amsterdam/Antwerpen 1997 [1994], pp. 100-147; p. 103. ‘Regeren’ en ‘ordenen’ worden in het Chinees met hetzelfde woord weergegeven.
105) Veel klassiek denken stamt, als gezegd, uit de tijd van de Strijdende Staten.
106) Onder meer Lao Tse dus.
107) De school van de dialectici heeft een poging gedaan logische categorieën te formuleren, maar die aanzet tot logica is in een primitief stadium doodgelopen en is ook later nooit meer tot ontwikkeling gekomen. In de 4e - 3e eeuw v.C. zijn speculaties over de werkingen van de kosmos gevonden, die ten slotte uitlopen op uitgebreide classificatie-systemen o.b.v. de twee oerprincipes Yin en Yang en de 5 elementen [vuur-water-aarde-houtmetaal] maar leidden niet tot een van het menselijk gedrag losgemaakte natuurfilosofie. Aldus Zürcher. 108 De klassieke voorouderverering vloeit daaruit als vanzelf voort, het vaak wanstaltige natuur/dierenbeheer is er sterk mee in tegenspraak. Hoogleraar ethiek Marcus Duwell en universitair docent Franck Meijboom waren voorjaar 2009 een week in Bejing om met Chinese collega’s tijdens de eerste Nederlands-Chinese conferentie over bio-ethiek en de omgang met dieren te spreken. ‘Dat was voor ons best verwarrend, want aan de ene kant bestaat er in China een door de religie en de filosofie geïnspireerd respect voor dieren dat aanzienlijk groter is dan bij ons in Nederland. Maar tegelijkertijd lieten verschillende sprekers merken geen enkel bezwaar te hebben tegen dierproeven waarover bij ons al jaren fel wordt gediscussieerd. Een ander opvallend verschil was het feit dat wij vinden dat ethische kwesties op een democratische manier moeten worden geregeld, terwijl in China bureaucraten erover gaan. Men zou het daar als vooruitgang beschouwen als de experts een grotere rol in de discussie zouden kunnen spelen.’

Volgens Heinrich Heine leverde Spinoza met zijn panentheïsme de oplossing voor de tegenstelling tussen geest en lichaam.

Econoom Jan Pen (Volkskrant 24 december 2009): ‘Mijn opinie is minder stellig. Ik formuleer het allemaal niet zo hard meer. Ik heb wel een harde stem als het moet.’
Hij schraapt zijn keel en declameert de eerste twee strofen van Die grenadiere van Heinrich Heine.
‘Dan blijkt het grote verschil: de een wil naar zijn vrouw en zijn kind, de ander niet. Die wil soldaat blijven.'
‘Het is het meest pacifistische gedicht dat ik ken.’
Tiesse (zijn zoon): ‘Maar die ene wil blijven vechten voor de keizer.’
Jan: ‘Ja, ja, ja, het gaat om het verschil tussen die twee.’ Er valt een stilte. Niet voor het eerst, maar deze duurt langer.
Uiteindelijk zegt Jan: ‘ik herken er een ideaal in. Het ideaal van het pacifisme. Nou, hup, het is mooi geweest.’

Tobias Reijngoud boek Weten is meer dan meten (een recensie staat in de Volkskrant 23 februari 2012):
Spraakmakende opinieleiders over de
economisering van de samenleving:
Hans Achterhuis, filosoof en publicist * Frank Ankersmit, historicus * Jan Blokker, publicist * Peter Blom, directievoorzitter Triodos Bank * Arnoud Boot, hoogleraar financiële markten * Arjo Klamer, hoogleraar economie van kunst en cultuur * Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist * Grahame Lock, hoogleraar filosofie * Rob Riemen, directeur Nexus Instituut * Abram de Swaan, socioloog * Evelien Tonkens, bijzonder hoogleraar actief burgerschap * Marian Verkerk, hoogleraar zorgethiek * en anderen.
In zijn boek laat
Tobias Reijngoud zien dat het in de kern nog steeds draait om het eerder door Aristoteles onderkende spanningsveld tussen ’Kwaliteit en Kwantiteit’. Of met andere woorden Plato's Ideeën wereld, de Allegorie van de grot is nog steeds actueel: Kenmerkend voor Plato’s idealisme is dat de abstracte wereld van de Ideeën meer realiteit bezit dan de materiële wereld van de tastbare dingen.

Het zijn mensen die aan de ’eeuwige wederkeer’ van Friedrich Nietzsche, door kwalitatieve of kwantitatieve feedback cq. feedforward (systeemtheorie), sturing geven. Het punt van de ‘Eeuwige wederkeer’ komt naar voren in de boekjes van:
Wim de Lobel, boek De Eeuwige Generatie, De kunst van het grote sterven en van Hans de Heer, boek Geest van Stof, de Mnemocratische Evolutie van het Bewustwordingsproces. Het rapport Eenheid in Verscheidenheid baseert zich ook op het principe van de eeuwige wederkeer. Al gaat het niet uit van de hypothese van Hans de Heer dat de geest uit de stof ontstaat, maar dat Purusha, de geest de enige werkelijkheid is.

De grondrechten in Nederland vormen een neerslag van gedeelde normen en waarden en overstijgt als het ware de verschillen tussen de verschillende maatschappelijke groepen. Het wezen van de grondwet is bedoeld om de continuïteit van de rechtstaat te waarbogen.

Mariet van Zanten-van Hattum, boek Leren omgaan met zingevingsvragen:
Leven staat tegenover dood. Op het punt waar ze elkaar raken, zien we aan de ene kant de gebrokenheid van het bestaan, het lijden en de schuld, en aan de andere kant de heelheid, het overkoepelende, het overstijgende. Op het kruispunt van deze vier gebieden bevinden zich de zingevingsvragen. Bij de vragen die het leven betreffen, kunnen we onderscheid maken tussen het verleden (onze oorsprong), het hier en nu (de samenhang) en de toekomst (het doel waar we ons op richten).
De heelheid van het bestaan kan ervaren worden bij overweldigende gebeurtenissen zoals de eerste kus, de eerste seksuele ervaring, de geboorte van een kind. Het kan gebeuren bij het zien van een schilderij, het horen van muziek of in het contact met de grootsheid van de natuur: het wisselen van de seizoenen, een storm aan zee, onweer, een indrukwekkend bergmassief of een prachtige zonsondergang. Ethiek wordt wel genoemd ‘de systematische bezinning op de moraal.’ We varen niet meer op het oordeel van anderen, maar vormen zelf een oordeel om op die manier te handelen in het belang van mensen.
Onder moraal wordt verstaan: het geheel van waarden en normen op grond waarvan mensen menen goed en verantwoord te handelen of te moeten handelen.
Waarden: Een waarde is dat wat je de moeite waard vindt om na te streven, dus ongeveer zoiets als een ideaal, een doel, dat je voor ogen hebt, dat je wilt bereiken. Morele waarden: wat goed is voor de mens, wat in het belang is van mensen.
Norm: Een richtlijn, een regel. De norm geeft de lijn aan waarlangs, of de grens waarbinnen de waarde nagestreefd kan worden.
Morele vragen, sommige dingen doe je wel, andere niet. Ethiek is gebaseerd op de vragen naar het hoe en waarom van het menselijk handelen, bekeken door de bril van de ‘waarden’ goed en kwaad of juist en onjuist, deugd en ondeugd.

De toepraak van Jan Peter Balkenende, ‘Duurzaamheid door bundeling van krachten’, Volkskrant 2 november 2007, gaat over het verbinden van sectoren, van heden en toekomst en van grote idealen met praktische oplossingen.

De Nederlandse premier Jan Peter Balkenende is een bewonderaar van Etzioni. Ook de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton en de Britse premier Tony Blair rekent Etzioni tot zijn volgelingen.

De vraag is waarom Balkenende naast Etzioni niet aan Nederlandse oorspronkelijke denkers als Erasmus en Spinoza aandacht besteed?
Spinoza: Maar vóór alles is het nodig een middel te ontdekken om het verstand gezond te maken en het, voor zover dit aanvankelijk gaat, te zuiveren, opdat het de dingen op gelukkige wijze zonder dwaling en zo goed mogelijk kan begrijpen. Hieruit kan iedereen reeds zien, dat ik alle wetenschappen (de wetenschappen hebben maar één doel, waarop zij alle moeten worden gericht) op een doeleinde wil richten, te weten om, zoals ik reeds zei, de hoogste menselijke volmaaktheid te bereiken.

De gebieden waar de zingevingsvragen uit voortkomen, kunnen met behulp van kwadranten worden geïllustreerd.

Mariet van Zanten-van Hattum: Gabriël van den Brink:
Heelheid ----Leven (geboorte, creativiteit)Persoonlijke betrokkenheid --->Vrijblijvendheid
||||
Dood ----Gebrokenheid (dualiteit)Keurslijf <---Morele strengheid

Politiek en overheid schuldig aan chagrijn in samenleving (Gabriel van den Brink 12 december 2011):
Er waart een spook van negativisme in Nederland rond. Een nihilisme dat onder andere berust ‘op een filosofisch materialisme dat zich in het kielzog van de secularisatie overal in het Westen breed maakte’. In het boek Eigentijds idealisme rekent socioloog Gabriël van den Brink er mee af.
Samen met dertien onderzoekers van de Universiteit van Tilburg heeft Van den Brink drie jaar onderzoek gedaan naar de betekenis van geestelijke beginselen in Nederland. Het verslag van dit onderzoek verschijnt binnenkort. Inmiddels is al wel de publiekseditie (Eigentijds Idealisme) verschenen. Tijdens de overhandiging van het eerste exemplaar aan voormalig premier Ruud Lubbers liet Van den Brink weten dat het onderzoek megabytes aan informatie had opgeleverd. ‘Te veel dus om in tien minuten samen te vatten.’

Verdiep je dan echt in Henk en Ingrid (Martin Sommer Volkskrant 28 november 2015 katern Vonk p. 12-13):
Er moet dringend moraal in de politiek.
Geef mensen in achterstandswijken een nieuw huis of een nieuw aanrecht en het zal goedkomen. Nee, zegt Grabriël van den Brink. Ook opvoeding en moraliteit zijn nodig.
Mensen willen geen overheid die hun de les leest. Die neutrale staat kun je ook een verworvenheid noemen, want we maken zelf graag uit wat goed en kwaad''' is.
'Dat is voor een groot deel ook zo. We moeten niet doen alsof Nederland op moreel gebied een woestenij is. De moeilijkheid is dat het politieke leven daaraan voorbijgaat.
Alle cruciale kwesties, van de uitbreiding van de Europese Unie tot de werkloosheidsbestrijding, brengen morele vraagstukken mee. Dat wordt in de gemeenteraad of de landelijke politiek vaak genegeerd. Maar vroeg of laat ontkom je niet aan morele kwesties, omdat de samenleving erom vraagt.' De overheid wil er niet mee te maken hebben en de bevolking...
'Die vraagt erom! Maar dat wordt niet verstaan!'
Om maar wat te noemen: dat ruwe geschreeuw in zaaltjes over vluchtelingen is eigenlijk een morele vraag van de bevolking?'''
'Daar zit van alles in. Nu zijn we in Nederland sinds een jaar of tien wel wat gewend. Politieke correctheid is niet meer wat het geweest is. Politici denken, goh het ligt wel gevoelig, misschien moeten we er toch eens rekening mee houden.
Maar het vermogen om publiekelijk in te gaan op morele en sociale vragen, dat ontbreekt totaal.'

In de Nederlandse samenleving en in de politiek kwam gedurende het eerste kabinet Balkenende een discussie op gang over normen en waarden. In de media werd er ook aandacht aan besteed. Het kabinet beschouwde het als een belangrijk politiek aandachtspunt. Mede door de slechte afbakening van het begrip was er veel kritiek van de zijde van politieke tegenstanders en subculturen in de samenleving.

Vier jaar Balkenende wbs jaarboek 2006 (p. 20):
Het normen-en-waardendebat was een van de paradepaardjes van de kabinetten-Balkenende. Hans Boutellier probeert te achterhalen waarom het normen-en-waardenoffensief, mede gebaseerd op de communitaristische opvattingen van Etzioni, niet gelukt is. Hij doet dit aan de hand van enkele cruciale interventies in het debat: het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en een onderliggende voorstudie van Gabriël van den Brink.
127: Dat de WRR koudwatervrees toont bij het benoemen van basale morele uitgangspunten, is enigszins begrijpelijk, maar het slaat de discussie, die door het kabinet was beoogd, wel erg snel dood. In dat verband toonde Gabriël van den Brink zich voortvarender. Hij schreef een achtergrondstudie bij het WRR-rapport onder de gedurfde titel Schets van een beschavingsoffensief. 6 Waarom ging zijn benadering de WRR te ver?
128: Uitgangspunt van de studie van Van den Brink is dat een pluralistische, dynamische maatschappij behoefte heeft aan een zekere mate van normaliteit. Die hoeft volgens hem niet van bovenaf te worden opgelegd; zij kan eenvoudigweg worden afgeleid uit wat burgers grosso modo normaal vinden.
Volgens Van den Brink bestaat het in de titel van zijn studie aangekondigde beschavingsoffensief uit de inspanning om modern burgerschap te bevorderen, dat wil zeggen ‘het vermogen en de bereidheid om op verschillende levensgebieden rekening te houden met anderen’. Om deze eis van modern burgerschap vorm te geven neemt hij zijn toevlucht tot de metafoor van de snelweg. We leven in ‘een maatschappij die tempo maakt en alle dagen stress oproept. Een maatschappij ook die weinig ruimte laat voor afwijkende gedragingen en die hoge eisen stelt aan het vermogen tot zelfregulering.’ Op de snelweg wordt de geïndividualiseerde vrijheid van de auto genoten, maar ondergaat men ook de noodzaak van het conformisme aan de regels, de gemiddelde snelheid (en de files, zou ik daaraan toe willen voegen). Zo is het ook in de moderne samenleving.
Van den Brink is een systemenbouwer, en daar slaagt hij op onnavolgbare wijze in. Daardoor krijgen zijn standpunten iets onontkoombaars en dwingends. Aan alles is gedacht. Zelfs voor het koningshuis gloort hoop: ‘Waarom zouden we de zaak niet over een heel andere boeg gooien en het koningshuis een centrale rol geven bij de bevordering van burgerschap?’ Het is een ideologie van de planmoraal, waarbij terecht aandacht wordt gevraagd voor het collectief, maar waarin de individuele vrijheid wel erg wordt ingeperkt tot een geatomiseerde autorace. Inmiddels is het morele probleem echter wel glashelder geworden, maar wat kan de overheid daarmee?
129: Handhaving van de rechtsnormen en correctie van de uitwassen is afdoende; meer zit er voor de overheid niet in. Van den Brink bepleit daarentegen een rem op de individualisering door substantiële normatieve eisen aan burgers te stellen die ‘het collectief’ kunnen schragen. Hier wordt een onderschikking aan het collectief voorgesteld, die zich slecht verhoudt met liberale c.q. postmoderne inzichten. Deze opvattingen hebben verschillende consequenties voor de rol van de overheid.

De geniale filosofische visie van Jeroen Buve, namelijk het balansmechanisme van de metafysica maakt het mogelijk het machtsevenwicht in de wereld te herstellen. Volgens Émile Durkheim hangt de oplossing van onze problemen met sociale cohesie en zinsbegoocheling samen. De oplossing ligt eerder in de omgeving waar we deel van uitmaken dan in ons brein. Omgekeerd door onszelf te begrijpen, het Ken uzelve leren we onze wereld, het universum beter te begrijpen.

Eufemistisch uitgedrukt hebben zowel George W. Bush als Tony Blair in hun regeerperiode tussen Moed en Bedachtzaamheid (Weloverwogen moed) niet de juiste balanceeract uitgevoerd. Ook Frits Bolkestein heeft niet de goede balans kunnen vinden. In de kern draait het in het leven om de kunst de juiste balans tussen leraar en leerling ('heer en slaaf' van Nietzsche) te bereiken. Uit het interview van Remco Meijer met Frits Bolkestein (Volkskrant 7 september 2011) en de column van Nausica Marbe (Volkskrant 9 september 2011) blijkt dat cultuurrelativisme met de gehanteerde normen en waarden samenhangt. In het eerste kabinet Balkenende is een discussie over normen en waarden gestart. Voor Jan Peter Balkenende geldt de typering: ‘Respondenten zijn tevreden over het eigen gedrag en hebben duidelijke opvattingen over wat anderen zouden moeten doen, maar voelen zich minder aangesproken als anderen ook een mening over hun gedrag hebben.’

Bestuurdersgelul of Waarom een gedeputeerde soms onzin verkoopt (Toine Heijmans Volkskrant 4 december 2015 p. 19):
De dag dat we elkaar spreken staat in Trouw een interview met hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde Gabriël van den Brink die na tien jaar onderzoek concludeert: 'De politiek is moreel leeg.' De technocraten hebben gewonnen, 'het uitoefenen van de macht door het stellen van regels is doel geworden.'

Of met andere woorden zoals Peter de Waard het in zijn column Deelt Zuckerberg ook dimes uit? (Volkskrant 4 december 2015 p. 19):
Nu heeft angst voor de duivel in het hiernamaals plaatsgemaakt voor status in het huidige leven. Eigenlijk is filantropie de ultieme vorm van narcisme.

'De politiek is moreel leeg, dat is kwalijk' (Stevo Akkerman interviewt Gabriel van den Brink, Trouw 27 november 2015):
Het gevolg is een breed levende onvrede over de politiek, vooral die van de middenpartijen, die hun ideologische bevlogenheid willens en wetens hebben begraven. PvdA, CDA en VVD spreken de taal van het economische belang, zegt
Gabriël van den Brink vandaag bij zijn afscheid als hoogleraar maatschappelijk bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg.
Waaruit blijkt die leegte?
"Vooral uit het bestuurlijke en politieke handelen. Er wordt op landelijk politiek niveau soms wel over morele waarden gesproken, maar zodra het op besturen aankomt, zie je daarvan bitter weinig terug. Ik heb tien jaar empirisch onderzoek gedaan naar hoe de overheid in de praktijk functioneert, en dat is in toenemende mate technocratisch. Het uitoefenen van de macht door het stellen van regels is een doel geworden. Wat dat betreft beginnen we op China te lijken. Terwijl de Europese traditie juist berust op een mix van macht en moraal." Wilders hamert ook op de moraal, al is die misschien de uwe niet. "Hij zegt onze beschaving te willen verdedigen, maar komt niet verder dan zich af te zetten tegen anderen. Hij belichaamt belangrijke waarden van onze beschaving juist niet. Zoals naastenliefde, compassie of empathie. En dat maakt zijn woorden even gemakzuchtig als hol."

De reactie van Catherine stemt met die in het onderzoeksrapport 'E i V' overeen: 'We zijn verzeild in fanaat economisch liberalisme dat samenwerkt met de financiële systemen. Die ideologie heeft geen boodschap aan sociale behoeften als hen dat niet uitkomt. Mensen zijn alleen nog het instrument , dat is niet immoreel , maar zelfs amoreel. CU, CDA en SGP deinen oud-Rechts met het liberalisme mee met sociaal verzuild denken. NL is allergisch voor SP-oudLinks en D66 streeft de VVD voorbij in neo-liberalisme. Het ontbreekt nu volledig aan een degelijke sociaal democratische opleving.

CU, CDA en SGP in discussie
De grote aantrekkingskracht van het CDA zorgde ervoor dat ChristenUnie en SGP tienduizenden kiezers verloren. Theo Rietkerk (CDA) ziet hierin een brede ontwikkeling. „De C van CDA is sinds 1994 niet meer de C van compromis.“ Tineke Huizinga (CU) denkt dat veel kiezers een compromis met zichzelf sloten en volgens Kees van der Staaij (SGP) is er veel speculatief gestemd.
Trend
Rietkerk bespeurt wél een brede ontwikkeling. „Maatschappelijk zie ik een secularisatie, maar vanuit de hele samenleving zijn christenen actief in de politiek en steeds meer ook binnen het CDA. Niet alleen in Nederland, maar ook om ons heen, in Duitsland en Engeland, zijn er christenen die politiek zien als het maximaal vanuit het Evangelie realiseren van christelijke idealen. Dat kan ook prima bij een grote christendemocratische partij.“ „Ik zie op zichzelf geen nieuwe trend,“ reageert Van der Staaij. De vraag of een christen er niet beter aan doet op een grote christendemocratische partij te stemmen, speelt volgens hem al tijden. Maar bijzonder aan deze verkiezingen was naar zijn zeggen de aantrekkingskracht van het CDA.

‘Het wringt geweldig.’( 21 oktober 2014)
“Humanistisch geestelijk begeleiders moeten keer op keer de humaniteit herstellen en weer in beeld brengen.” Gabriël van den Brink, hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde, ziet een belangrijke taak weggelegd voor hgb'ers in de participatiesamenleving. Hij spreekt op 30 oktober op het Symposium 'Meedoen gaat niet vanzelf'.
Participatiesamenleving.
Wat is uw eerste associatie met dat woord?

Het is een dubbelzinnig iets. Het idee van participatie, deelnemen aan een groter geheel, is erg oud en al eeuwen populair in West-Europa. Het kreeg al vorm in de middeleeuwen, op kleine schaal. Gaande weg is die schaal vergroot. Burgers moesten mee gaan doen in de organisatie van de stad. In de 19e eeuw is het een nationale zaak geworden: voor volk en vaderland iets doen. En nog wat later kwam de dienstplicht: een afgedwongen vorm van participatie. Er is kortom een hele lange geschiedenis waarin aan mensen gevraagd of verwacht wordt boven zichzelf en de eigen belangen uit te stijgen en bij te dragen aan een groter geheel. En mensen willen dat ook graag, een steentje bijdragen, verantwoordelijkheid nemen.

Gabriël van den Brink Schets van een beschavingsoffensief (Volkskrant 19 juni 2004):
Gabriël van den Brink houdt een pleidooi voor het ‘versterken’ van codes en gedragsregels. Het bepalen van normen, dat is in zekere zin een organisch proces. Mensen kijken naar elkaar en als de meerderheid een bepaalde kant uitgaat dan heeft de rest de neiging om hetzelfde te doen. Van den Brink pleit voor wat hij pre-pressie noem: ingrijpen vóórdat de dingen fout lopen. Het is een combinatie van morele strengheid en persoonlijke betrokkenheid. Het management moet een stap terug doen en persoonlijke betrokkenheid moet weer een plaats krijgen. De mensen die het belangrijke werk doen moeten weer centraal komen te staan, ze moeten de ruimte en het vertrouwen krijgen. Sinds de jaren zestig hebben we ons geweten laten verkommeren, in plaats van dat we het gecultiveerd hebben. Het bovenstaande kernkwadrant toont de combinatie betrokkenheid en strengheid.

Gabriël van den Brink, ‘Moderniteit als opgave – Een antwoord aan conservatisme en relativisme’, Volkskrant 7 september 2007): Een cyclisch tijdsbesef maakt plaats voor een lineair tijdsbesef. De toekomst komt tot leven.

De jaren nul (2000-2009) Het normen en waardendebat
Blijven steken in goedbedoelde hartekreten (Volkskrant 30 december 2009)
Waar gaat het precies over?
De cultuursociologen Herman Vuijsjes en Gabriël van den Brink (Pieter Hilhorst 7 september 2007) zijn het over één ding roerend eens: in politieke termen hebben we het helemaal nergens over.
Er is geen wervend positief verhaal van gemaakt. Want: hoe moet ik mijn kind dan opvoeden? Wat zijn dan die centrale waarden? Wat is dan de zin van het leven?
De overheid heeft te zorgen voor structuren die kunnen sturen in de richting van gewenst gedrag. De halfbakken politieke reactie was vooral zo teleurstellend omdat de behoefte aan dit thema zo groot was.
Van den Brink ergert zich vooral aan het dedain waarmee de hoofdstedelijke elite steevast reageert op alles wat afwijkt van de grachtengordelmores.
Het alom aanwezige onbehagen komt juist uit het proces van normophoging voort. Omdat de verwachtingen toenemen en de prestaties daarbij achterblijven, groeit het onbehagen.
De eerste vorm van onbehagen vloeit voort uit het ophogen van normen en verwachtingen. Voor het streven naar verbetering dat modernisering eigen is, betaalt men de prijs van steeds meer ontevredenheid. In de visie van Van den Brink kent de moderniteit duidelijke winnaars en verliezers. De winnaars zijn de mensen die een goede opleiding hebben en van huis uit de juiste waarden hebben meegekregen. De verliezers zijn de laaggeschoolden die van thuis geen waarden hebben meegekregen die helpen in het sociale verkeer. Zijn pleidooi voor een beschavingsoffensief vloeit hieruit logisch voort.\\ Van den Brink komt met een golventheorie waarbij periode van meer vrijheid altijd volgen op perioden van restauratie.

Francis Fukuyama geeft in zijn boek De grote scheuring het universum van normen in vier kwadranten weer. Het onderzoek naar de vraag hoe orde ontstaat, niet als gevolg van een mandaat dat door een (religieuze of politieke) hiërachische autoriteit van bovenaf is opgelegd, maar als gevolg van de zelforganisatie van losse individuen, is volgens Francis Fukuyama een van de interessanste en belangrijkste ontwikkelingen van onze tijd.

Francis Fukuyama   Hans de Heer
4. Spontaan ontstaan, ----2. Spontaan ontstaan,  Anamnese
IrrationeelRationeelNatuurlijke ----'Religie'4. Zelfherkenning ----2. Leervermogen
||||||
1. Hiërarchisch opleggen, ----3. Hiërarchisch opleggen,'Politiek' ----Zelfregulering1. Reproductie ----3. Zelfregulering
RationeelIrrationeel HomeostaseMimese

Twee paden (‘Alfa en Omega’, 'Leraar en leerling', Vragen & Antwoorden, Morele kompas, Zesde wijsheidssleutel, Wederkerigheid)

Plotinus: De ervaring van het kwade leidt tot een beter begrip van het goede.
Het taoïsme, dat op vernieuwing en verjonging is gericht, kreeg altijd invloed in de perioden dat de gevestigde orde van een keizerrijk in verval raakte. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij.
Waar de gulden middenweg loopt is bekend. Het is niet nodig het wiel opnieuw uit te vinden. Er is niets nieuws onder de zon.
Epictetus: Tracht niet alles volgens uw wil te laten geschieden, maar laat het geschieden zoals het komt. Daar zult ge wel bij varen (8).
Genesis 3 22: Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van de boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.
Socrates: Onwetendheid is de bron van alle kwaad.
De Bergrede van Jezus met de zaligsprekingen:
Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen,
Zalig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden,
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven,
Zalig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden,
Zalig de reinen van hart, want zij zullen god zien.
Zalig de vredesstichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden,
Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen
Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt, om mijnentwil.
Mattheüs: Zalig zijn de armen van geest want hunner is het Koninkrijk der hemelen (5: 3)
Mattheüs 5:48
Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
Mattheüs:
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; 2 want met het oordeel, waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden. 3 Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? (7:1-3)
Mattheüs:
Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun aldus: want dit is de wet en de profeten (7:7-12).
Mattheüs:
. . . breed de weg, die tot het verderf leidt . . . en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden (7:13-14).
Mattheüs:
Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn (7:15).
Matteüs 12: 22-50
Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom.
Mattheüs:
Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen. (18:20).
En gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (22:34-40).
Mattheüs
U zult de Here, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. (22:37).
Mahatma_Gandhi De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.
Wij moeten de verandering zijn die we in de wereld willen zien.
Ernest Hemingway: It is good to have an end to journey toward; but it is the journey that matters, in the end.
Ernest Hemingway: So far, about morals, I know only that what is moral is what you feel good after and what is immoral is what you feel bad after.
Het grootste verlies blijkt de grootste vangst, de grootste nederlaag de grootste overwinning.
Vraag je nooit af voor wie de klok luidt; hij luidt voor jou. (Uit: For Whom the Bell Tolls, Ernest Hemingway)
Ilya Prigogine: In navolging van Spinoza zei Einstein ooit tegen De Gaulle dat we marionetten zijn zonder dit zelf te beseffen.
Thomas Hardy: Om de wereld te kunnen verbeteren, moet je je volledig rekenschap geven van haar slechtheid.
Osama bin Laden, het symbool van het kwaad is opgeruimd. Nu het kwaad nog. (Volkskrant 10 mei 2011)
Edgar Cayce: Het is de wil die de vooruitgang beheerst. Het is de wil die het wiel linksom of rechtsom laat draaien.
Troonrede 2015: Waarden zijn echter niet alleen een zaak van de overheid, maar ook van alle inwoners van ons land. Wie het eigen belang of de eigen overtuigingen boven alles stelt, beperkt de ruimte voor een ander en zet collectieve waarden en verworvenheden onder druk. Juist de normale en respectvolle omgang met elkaar vraagt om alertheid en een actieve houding van ieder van ons, zoals dat past in de lange Nederlandse traditie van verantwoordelijk burgerschap. Dit geldt zeker wanneer agenten, wegwerkers, ambulanceverpleegkundigen en anderen die met hart en ziel werken voor de publieke zaak, te maken krijgen met verbaal of fysiek geweld.
Hoe geloofwaardig is Nederland nog wanneer de 'goede betrekkingen' met Turkije voldoende reden zijn om een volkerenmoord te ontkennen? (Volkskrant 14 juni 2016 p. 20)

Plotinus opende de weg naar God (Johan Pameijer VKK-Visie nr. 3 2000):
Bewustzijn
Plotinos was de eerste die over het bewustzijn nadacht. Bij Plato waren de Ideeën onbewuste goddelijke structuren zonder enige besef van zichzelf of anderen. Plotinos besefte heel goed dat het bewustzijn de mens het besef van goed en kwaad schenkt. Door het bewustzijn te introduceren schiep hij een ethisch begrip, dat nadien nooit meer in filosofische beschouwingen heeft ontbroken. Voor Plotinos sprak het vanzelf, dat de mens zich bewust uit de dualiteit van goed en kwaad moest verheffen teneinde steeds meer bewustzijn op hogere gebieden te verwerven en daardoor ook het echte mens-zijn te ontwikkelen.
Innerlijke groei was het motief van alle mysteriediensten in het oude Griekenland. Plotinos moet de inwijdingspraktijken gekend hebben, omdat de groei naar goddelijk weten niet alleen zijn leven beheerste, maar ook de grondslag was van zijn hele zijn filosofische systeem. Voor hem bestond het hoogste geluk uit het afleggen van al wat werelds is en door te leven naar de geest zich te verenigen met de Al-Ene, het goddelijke dat diep in elk wezen leeft.
Vele navolgers
Het kenmerk van een geniaal filosoof is zijn enorme invloed op de
geestelijke ontwikkeling van de mensheid. Plotinos was bepaald geen eendagsvlieg. Het aantal van zijn navolgers is kolossaal en zijn invloed op het geestesleven is tot de huidige dag merkbaar, bijvoorbeeld in de Vrij-Katholieke Kerk, waar zijn Griekse gedachtengoed een dimensie toevoegt aan het Christelijke denken. Kerkvaders, mystici, filosofen alsmede esoterische scholen lieten zich inspireren door de wijze man met de open blik uit het derde eeuwse Rome. Een enigszins volledige opsomming zou de omvang van een boek vergen. Om een indruk te geven volgen hier enkele gedachten van grootheden uit de Christelijke geschiedenis, die het aroma van de schakel tussen de Griekse oudheid en de moderne tijd diep hebben opgesnoven.
Spinoza
Afgezien van bekende mystici als Ruusbroec, Giordano Bruno, Meister Eckhardt, Paracelsus en Thomas van Aquino, die geen van allen denkbaar zijn zonder de invloed van Plotinos en zijn Neoplatonische school, verklaart de zeventiende eeuwse Nederlandse filosoof Baruch Spinoza alles uit God. God is de grond van het bestaan en het wezen der dingen. Hoewel de scheppende en de geschapen natuur in God samenkomen wordt de wereld wel als de ontkenning van God beschouwd. De ideeën en de dingen die daaruit voortvloeien zijn volgens Spinoza zowel identiek als onderscheiden. In deze gedachten zijn de redeneringen van de Neo-Platonici duidelijk herkenbaar. De filosofie van grote Duitse denkers als Schiller, Goethe en Fichte dragen evenals de poëzie van de Engelse romantische dichters de sporen van Plotinos en de zijnen.
Teilhard de Chardin
Bijzonder duidelijk is de invloed van Plotinos herkenbaar in het werk van de veelzijdige Teilhard de Chardin, de jezuďet die tevens bekend is geworden als geoloog en paleontoloog. De toenemende complexiteit van het leven is volgens hem te danken aan een bewuste binnenkant, die de wereld opstuwt in een evolutionair proces, waar uiteindelijk de mens uit is voortgekomen. Maar bij de mens houdt het niet op. De opstijgende beweging van de mens zet zich door in een soort superbiologie. De eenmakende drang is zo sterk dat uiteindelijk het punt Omega wordt bereikt, dat is het brandpunt van krachten, de oerbron waarin de evolutie haar voltooiing bereikt.
Bij Teilhard is sprake van een
innerlijke evolutie, een soort evolutie van de Geest die de vormen zodanig tot volmaaktheid opstuwt dat goddelijk bewustzijn zich kan gaan manifesteren.

G.A. Barborka Het Goddelijke plan menswording en evolutie Deel 1 p. 8* en De Stem van de Stilte**
*) Onze dank en waardering gaat in het bijzonder uit naar de Trustees van de Mahatma Letters Trust — de huidige eigenaars van het copy-right van het boek
The Mahatma Letters to A. P. Sinnett — die de schrijver toestemming gaven uit dat werk te citeren. Studerenden zullen begrijpen dat men, door De Brieven van de Meesters te raadplegen, een verklaring en aanvulling van menige passage in De Geheime Leer vindt.
**) Bij elk vers in
De Stem van de Stilte wordt ook naar het betreffende vers in Drie Wegen, Eén Pad verwezen (eerst de pagina/betreffende versnr.).
Hoofdstuk I De leer van voortdurende
vernieuwing
65: De Wet van het Herstel van Evenwicht
76: We kunnen hier nog een beroemde passage over Karma geven. Misschien is deze wat lang, maar zij geeft een zo duidelijk beeld van de Leer van Evenwicht dat het zeer zeker de moeite waard is er aandacht aan te besteden; het onderwerp is tenslotte zeer belangrijk.
’ln het westen heeft men sedert de Wijsheid der Heidenen verworpen werd, daar zij afkomstig zou zijn van en aangekweekt door de duistere machten, die naar men veronderstelde doorlopend oorlog voerden en zich verzetten tegen de kleine stamgod Jehovah - de volle en ontzagwekkende betekenis van de
Griekse NEMESIS (of Karma) volledig vergeten.’ (Fr. I 531; Terw. I 826 - DGL I p. 713).
Hoofdstuk III
DE LEER VAN DE HIËRARCHIEËN
Het Syrische Schema van de Hiërarchieke Opbouw van het Heelal (p. 97):
De lezer moet zich het Syrische stelsel van hiërarchieën voorstellen als een aantal
concentrische bollen, die zich steeds verder in de ruimte uitstrekken, waarbij de Aarde de middelste bol is, omdat natuurlijk de hemelen van onze bol af bekeken worden. Om de bol van de Aarde ligt weer een bol, die de Maan genoemd wordt, en dit gebied wordt beheerst door de Engelen - om de corresponderende term uit de Christelijke hiërarchie te gebruiken (reeds uitgelegd). Rondom de bol van de Maan is die van Mercurius, die wordt geregeerd door de Aartsengelen.
Hoofdstuk IV
DE LEER VAN WEZENLIJKE GELIJKHEID (p. 141):
De theorie van Darwin, die de
embryologische cel als een essence of het extract van alle cellen zag, heeft men verlaten; zij is niet in staat erfelijke overdracht te verklaren. Er bestaan slechts twee manieren om het mysterie van de erfelijkheid te verklaren: öf de substantie van de kiemcel is begiftigd met het vermogen de gehele kringloop van veranderingen door te gaan, welke voeren tot de opbouw van een afzonderlijk organisme en vervolgens tot de reproductie van identieke kiemcellen, of deze kiemcellen -worden in het geheel niet in het lichaam van het individu voortgebracht, doch spruiten onmiddellijk voort uit de voorvaderlijke kiemcel, welke door lange generaties van vader op zoon overgaat. Het is deze laatste hypothese, die Weissmann aanvaardde en tot zijn grondslag nam en tot deze cel voert hij het onsterfelijk deel van de mens terug. Alles goed en wel; maar wanneer deze nagenoeg juiste theorie aangenomen wordt, hoe zullen dan de biologen de eerste verschijning van deze altijddurende cel verklaren? Hoe werd die embryologische cel in hem geboren, tenzij de mens 'groeide’, gelijk de onsterfelijke ’Topsy’, die in het geheel niet geboren werd, doch uit de wolken viel?’ (De Geheime Leer Deel I p. 250,251).
Hoofdstuk V
DE LEER VAN VOORTDURENDE VERANDERING (p. 162):
Pravritti duidt datgene aan wat de Dalende Boog genoemd wordt - de Nederdaling van de geest in de stof. Dit wordt ook de Schaduwboog genoemd, daar de stof de geest steeds meer verduistert, totdat de geest ‘in de schaduw gesteld is’. Wanneer het midden van de Grote Cyclus bereikt is, dat wil zeggen, wanneer het laagste punt in de dalende boog is bereikt en de stof tot in zijn uiterste mogelijkheden ontwikkeld is, begint de klim naar boven. Nivritti begint meer werkzaam te worden dan Pravritti, een terugrollen of het tegenovergestelde proces, waarbij de stof ingewikkeld wordt en de geest zich ontwikkelt, openbaart zich in toenemende mate. Nivritti is dus gelijk aan de Stijgende Boog, die ook wel de Lichtende Boog genoemd wordt — daar in de latere stadia van de Grote Cyclus de stof waarlijk lichtend zal worden.
Zowel op de
Stijgende als op de Dalende Boog is geen van deze beide processen geheel alleen werkzaam. Op de Stijgende Boog is er een geleidelijke vermindering van de werkzaamheid van de stof, totdat de geest overheerst. Een zelfde proces vindt plaats op de Dalende Boog: de stof sluit de geest nooit geheel uit, hoewel zij steeds meer domineert naarmate de afdaling langs deze boog vordert.
162: De geschiedenis van de mensenrassen (zoals deze in De Geheime Leer beschreven staat) verloopt volgens dezelfde wet, die de processen van Pravritti en Nivritti -
Evolutie en Involutie - beheerst.
176: Hetzelfde geldt voor het Heelal, dat zich ten behoeve van de
gezamenlijke vooruitgang van de talloze levens, de uitademingen van het Ene Leven, periodiek openbaart, opdat door het Eeuwig Wordende elk cosmisch atoom in dit onbegrensde Heelal, afdalende van het vormloze en ontastbare, door de gemengde naturen van het half aardse, tot de stof met volledig voortbrengingsvermogen en dan weer terug, bij elke nieuwe tijdkring hoger stijgende en dichter tot het einddoel naderend, opdat elk atoom, zeggen wij, door individuele verdiensten en pogingen, dat gebied bereike waarop het opnieuw het ene onbeperkte AL wordt. Tussen de Alpha en de Omega ligt echter de moeilijke ’Weg’, omhegd met doornen, die 'eerst omlaag voert en dan -
‘Steil omhoog zich slingert
Tot aan het einde toe....’
Etc. (Fr. I 204-205; Terw. I 346-347 - DGL I p. 295).
De Evolutie van de Mens (p. 204):
Veranderingen doen zich voor, omdat het een
grondwet in het heelal is, dat alles aan voortdurende verandering onderhevig is: Beweging is eeuwig en onophoudelijk.**' Zie ook Brieven van de Meesters aan A. P. Sinnett: 'Beweging is eeuwig omdat de geest eeuwig is.’
205: Eerst in de volgende of vijfde Ronde zal het vijfde element, Ether — het grove lichaam van Akasa, wanneer het zelfs die naam mag dragen — door voor alle mensen een even gewoon Natuurfeit te worden, als de lucht thans voor ons is, ophouden, zoals op het ogenblik, hypothetisch en een 'agens' voor zovele dingen te zijn. En eerst gedurende die Ronde zullen die hogere zintuigen, welker groei en ontwikkeling door Akasa bevorderd worden, zich volledig kunnen ontplooien.’ (Fr. I 196-197; Terw. I 334 – De Geheime Leer I p. 284).
213,214: Op even schone wijze wordt
Nirvana beschreven in De Stem van de Stilte:
Als aan het Blijvende het Vergankelijke wordt opgeofferd, is de prijs uw deel; de droppel keert terug, vanwaar hij kwam. Het Open PAD leidt tot de niet veranderende Verandering - Nirvana, de glansrijke staat van het Volstrekte, de Gelukzaligheid, die alle menselijk denken te boven gaat. ... (68/181.) De 'Open Weg’, ten einde toe gevolgd, zal u nopen het Bodhisattvisch lichaam te verwerpen en u de driewerf heerlijke staat van Dharmakaya, die altoosdurende vergetelheid van Wereld en mensdom is, doen ingaan’* (68/186.).
Het doel van het Bestaan (p. 220):
Met dat al behoudt die Straal, Buddhi, toch het besef van haar
individualiteit, terwijl de Monadische Essentie - Atman - één wordt met Paramatman, de Vonk wordt de Vlam (in de woorden van de Stanza). Dit is zo, omdat Atman verbonden is met Paramatman, zoals het dat altijd is, zelfs tijdens het leven op aarde.
‘Atman, het ‘
Hoger Zelf’, dat noch uw Geest, noch de mijne is, maar als het zonlicht op ons allen schijnt. Het is het universeel verspreid 'goddelijk beginsel’, even onafscheidelijk van de ene en volstrekte Meta-Geest, als de zonnestraal van het zonlicht.’ (Sleutel tot de Theosofie, blz. 141, 161 NL versie). Wanneer zij opgaat in de Ene Essentie wordt Atman ‘zelfs dat leven zelf’. (Fr. 1103: Terw. 1 187 De Geheime Leer I p. 134,135).
Hoofdstuk VI
DE ZEVENVOUDIGE WET (p. 231):
Agni was een van de belangrijkste onder de Vedische góden. Een andere godheid uit de Vedas was Varuna, ’. .. die alle natuurlijke verschijnselen regelt en ’een weg voor de Zon maakt, die zij moet volgen’. De zeven rivieren van het uitspansel (de nederdalende scheppende góden) en de zeven rivieren van de aarde (de zeven oorspronkelijke mensen) staan onder zijn bestuur.. .’ (Fr. II 533-534; Terw. II 750 - DGL II p. 690).
Hoofdstuk VII DE LEER VAN DE SFEREN (p. 279):
279: ’De bezielende Verstandswezens, die deze verschillende middelpunten van het Zijn belevendigen, worden zonder onderscheid door de mensen aan
gene zijde van de Grote Bergketen de Manus, de Rishis, de Pitris, de Prajapatis, enz. genoemd en aan deze zijde van die keten de Dhyani-Buddhas, de Chohans, Melhas (vuur-goden), Bodhisattvas en nog anders'
280: Het
ABSOLUTE kan niet omschreven worden en geen sterveling of onsterfelijke heeft het tijdens de perioden van het Bestaan ooit gezien of begrepen. Het veranderlijke kan het Onveranderlijke niet kennen, evenmin kan dat wat leeft het Absolute Leven waarnemen.’ 'Daarom kan de mens geen hogere wezens kennen dan zijn eigen 'voorvaderen’. 'Ook moet hij die niet aanbidden’; doch hij behoort te Ieren hoe hij in de wereld is gekomen.’ (Fr. II 32; Terw. II 45 – De Geheime Leer Deel II p. 35-37).
297: In de symboliek is het centrale punt
Jivātma (het 7e beginsel), en dus Avalokitesvara, het Kwan-Shai-yin de geopenbaarde “Stem” (of Logos), het kiempunt van de gemanifesteerde activiteit; derhalve in de terminologie van de Christen Kabbalisten, “de Zoon van de Vader en Moeder”, en overeenkomstig de onze – “het Zelf gemanifesteerd in het Zelf” Yih-sin de “ene vorm van bestaan”, het kind van Dharmakaya (de universeel verspreide Essentie), zowel mannelijk als vrouwelijk. Parabrahm of “Adi-Buddha”, dat door dit kiempunt naar buiten werkt als een actieve kracht, reageert vanuit de omtrek naar binnen als de Opperste maar latente Potentie. De dubbele driehoeken symboliseren het Grote Passieve en het Grote Actieve; het mannelijke en het vrouwelijke; Purusha en Prakriti**. Iedere driehoek is een Drieëenheid, omdat hij een drievoudig aspect voorstelt. De witte vertegenwoordigt in zijn rechte lijnen: Jnana – (Kennis); Jnata – (de Kenner); en Jneya– (dat wat gekend wordt). De zwarte – vorm, kleur en substantie, alsmede de scheppende, onderhoudende en vernietigende krachten, en [deze] staan in wisselwerking met elkaar, enz., enz. (Brieven van de Meesters van A. P. Sinnett). (Fr. 373-374 - p. 384).

G. d. Purucker Esoterische Traditie:
Hoofdstuk 6
Het pad van evolutie naar de goden (p. 147,148):
Het
darwinistische stelsel vertoont in veel opzichten juist het omgekeerde van wat er in het verleden heeft plaatsgevonden. Het hoeft ons in het geheel niet te verbazen dat de mens trekken van het dier in zich heeft, zoals bijvoorbeeld van de aap en de tijger, maar het zou beter zijn te zeggen dat de dieren deze eigenschappen bezitten omdat ze eonen geleden zelf uit de onvolmaakt geëvolueerde mensheid zijn voortgekomen. Maar het moreel besef van de mens, zijn overheersende intellect, zijn op de vleugels van de geest gedragen aspiraties, dit zijn kwaliteiten die nog geen enkel dier heeft vertoond – dat wil zeggen een dier heeft zijn latente spirituele, intellectuele en psychische vermogens nog niet van binnenuit ontwikkeld. Als voorbeeld van het effect van dit biologische materialisme op het denken van zelfs de naar verhouding groten uit de tijd dat deze materialistische theorieën de menselijke ziel volledig beheersten, zou men Friedrich Wilhelm Nietzsche kunnen noemen, de Duitse filosoof die in 1900 in een psychiatrische inrichting is gestorven. Hij was een evolutionist volgens de materialistische biologische leer van zijn tijd, en het schijnt dat zijn overigens briljante geest werd verwrongen door de leer van Darwin en Haeckel over het ontstaan van de mensheid uit de dieren. In zijn filosofische geschriften heeft hij ongetwijfeld prachtige dingen gezegd, en daarin schuilt nu juist het gevaar voor de lezers omdat alles wat mooi is magnetische aantrekkingskracht bezit en de macht om menselijke zielen te beïnvloeden.

Deel 2 Hoofdstuk Hoofdstuk VIII DE LEER VAN DE RASSEN (p. 354)
De vier letters van het
Tetragrammaton zijn ‘yod, hé, vau, hé’ of in het Nederlands in hoofdletters IHVH, door de christelijke Kabbalisten gewoonlijk geschreven als Jehovah of door moderne schrijvers als Yahveh. Geen van deze twee scholen interpreteerde het Tetragrammaton echter op dezelfde wijze als dat gebeurt in de Chaldese Kabbala. Die oude school had evenveel eerbied voor deze vier letters als de Pythagoreeërs voor hun Tetraktys*) en hechtte er dezelfde betekenis aan.
*) Voor een verklaring van de Tetraktys zie hoofdstuk III en XII.
’De Sferen van Verwachting [zijn] de tussensferen, waarin, naar men zegt de Monaden, die Nirvana niet bereikt hebben, tussen twee Manvantaras in onbewuste werkeloosheid verblijven.’ (Fr. II 52; Terw. p. 71 - DGL II p. 61).
363,364: Deze plaats van de Toelichting slaat op het werk van de evolutie van het begin van een Ras tot het einde daarvan. De 'Zonen van Yoga’ of het oorspronkelijke astrale ras had als ras of collectief zeven trappen van evolutie, evenals elk individueel Wezen er in die had en nog heeft. ... Zo werden de eerste onderrassen van het Tweede Ras aanvankelijk op de volgens de wet van analogie beschreven wijze geboren, terwijl het laatste geleidelijk en gelijke tred houdend met de evolutie van het menselijk lichaam, op andere wijze gevormd begon te worden. Ook doorliep het voortplantingsproces in ieder Ras zeven stadia, die elke aeonen lang duurden.’ (Fr. II 106; Terw. II 146 - DGL II p. 130,131).
378: ’Kortom, wij zien, dat de hogere Engelen talloze aeonen te voren de 'Zeven Cirkels’ doorbroken en die aldus van het Heilige vuur beroofd hadden, hetgeen in duidelijke woorden betekent, dat zij tijdens hun vroegere incarnaties in zowel lagere als hogere werelden alle wijsheid daaruit opgenomen hadden — de weerkaatsing van MAHAT in zijn verschillende graden van intensiteit. Geen enkel Wezen, hetzij engel of mens, kan de staat van Nirvana of van volstrekte reinheid bereiken, dan door aeonen van lijden en door de kennis van zowel KWAAD als goed, daar dit laatste anders onbegrijpelijk zou blijven.’ (Fr. II 73; Terw. II 100 - DGL II p. ).
416: Hij weet, dank zij de exacte Wetenschap, niets van hetgeen er nagenoeg 10.000 jaar geleden voorgevallen is; niettemin kan hij
troost putten uit de kennis van of - zo hij wil - de gissingen over het lot van elk der moderne volkeren, die hij kent - over ongeveer 16.000 jaar van nu af. Onze bedoeling is zeer duidelijk. Elk siderisch jaar verwijderen de keerkringen zich vier graden van de pool bij elke omwenteling van de dag- en nachteveningspunten, naarmate de evenaar zich door de sterrebeelden van de dierenriem beweegt. Thans zijn, zoals iedere sterrekundige weet, de keerkringen slechts drie en twintig en iets minder dan een halve graad van de evenaar verwijderd. Daarom moeten zij zich, vóór het einde van het Siderische jaar nog twee en een halve graad verplaatsen. Dit verleent aan de mensheid in het algemeen en aan onze beschaafde rassen in het bijzonder een uitstel van ongeveer 16.000 jaar.’ (Fr. II 291; Terw. II 405 - De geheime Leer Deel II p. 373).
Hoofdstuk IX DE LEER VAN DE RONDEN
4. De Verhouding tussen Ronden en Sferen (p. 450,451):
Het geeft ook een soort voorschouw van wat er in de latere stadia van deze Ronde gebeurt en ook komt de ontwikkeling van het volgende Element-Principe, Akasa tattva, in de volgorde - de Vijfde - Ronde ter sprake.
Eerst in de volgende, of vijfde, Ronde zal het vijfde element, Ether — het grove lichaam van Akasa, wanneer het zelfs die naam mag dragen — door voor alle mensen een even gewoon Natuurfeit te worden, als de lucht thans voor ons is, ophouden, zoals op het ogenblik, hypothetisch en een ’agens’ voor zovele dingen te zijn. En eerst gedurende die Ronde zullen die hogere zintuigen, welker groei en ontwikkeling door Akasa bevorderd worden, zich volledig kunnen ontplooien. Zoals reeds aangeduid is, kan men verwachten, dat een gedeeltelijke bekendheid met de kenmerkende eigenschap van de stof — doordringbaarheid - die tegelijkertijd met het zesde zintuig ontwikkeld moet worden, te zijner tijd zich in deze Ronde zal ontwikkelen. Maar wanneer in de volgende Ronde het nieuwe element aan onze hulpbronnen zal zijn toegevoegd, zal de doordringbaarheid een zo duidelijk blijkende eigenschap van de stof worden, dat de dichtste vormen van deze Ronde ’s mensen waarnemingsvermogen niet meer in de weg zullen staan dan een dichte nevel.’ (Fr. I 196-197; Terw. I 334-335 – DGL I p. 284).
4. De Verhouding tussen Ronden en Wachters (p. 452,453):
’De bezielende Verstandswezens, die deze verschillende middelpunten van het Zijn belevendigen, worden zonder onderscheid door de mensen aan
gene zijde van de Grote Bergketen de Manus, de Rishis, de Pitris, de Prajapatis, enz. genoemd en aan deze zijde van die keten de Dhyani-Buddhas, de Chohans, Melhas (vuur-goden), Bodhisattvas en nog anders'
280: Het
ABSOLUTE kan niet omschreven worden en geen sterveling of onsterfelijke heeft het tijdens de perioden van het Bestaan ooit gezien of begrepen. Het veranderlijke kan het Onveranderlijke niet kennen, evenmin kan dat wat leeft het Absolute Leven waarnemen.’ 'Daarom kan de mens geen hogere wezens kennen dan zijn eigen 'voorvaderen’. 'Ook moet hij die niet aanbidden’; doch hij behoort te leren hoe hij in de wereld is gekomen.’ (Fr. II 32; Terw. II 45 – De Geheime Leer Deel II p. 35-37).
MENSEN VAN DE VIJFDE RONDE (p. 463)
Degenen over wie in het citaat gesproken wordt als mensen met ‘ontijdig ontwikkelde verstandelijke vermogens op het geestelijk gebied’ zijn voorlopers. Zij worden VijfdeRonders genoemd. Zo zijn dan de
Mensen van de Vijfde Ronde een voorbeeld van het proces, waardoor het hogere aspect van het Manasbeginsel ontwikkeld wordt.
'Hieruit volgt, dat personen, die, zoals Confucius en Plato,
psychisch verstandelijk en geestelijk tot hogere gebieden van ontwikkeling behoren, in onze Vierde Ronde waren, zoals de gemiddelde mens zal zijn in de Vijfde Ronde, welker mensheid bestemd is om in deze Evolutiegang op een onmetelijk veel hogere trap te staan dan onze hedendaagse mensheid.’ (Fr. I 126; Terw. I 223 - DGL I p. 191,192).
Er is een technische verklaring, over hoe de ontwikkeling van de VijfdeRonders in zijn werk gaat, voorhanden:
Welnu, daar de mens bij het voltooien van zijn zevende ring op A pas zijn eerste op Z is begonnen, en omdat A sterft wanneer hij hem verlaat voor B, enz., en hij ook in de intercyclische sfeer moet blijven na Z, zoals hij deed tussen elke twee planeten, tot de impuls de keten opnieuw beroert, is het duidelijk dat niemand
zijn soortgenoten meer dan één ronde vooruit kan zijn. (Brieven van de Meesters aan A. P. Sinnett, blz. 105).
Hoofdstuk X DE TOESTANDEN
NA DE DOOD
Buiten Ronden en Binnen Ronden (p. 509):
'Of naar Cicero: 'De inwijding leert ons niet alleen ons in dit leven gelukkiger te gevoelen, maar ook met meer hoop te sterven.’ (De Legibus, II, iv) Plato,Pausanias, Strabo, Diodorus en tientallen anderen getuigen van de
grote zegening der inwijding; alle grote als ook de gedeeltelijk ingewijde Adepten delen Cicero’s geestdrift. 'Troost Plutarchus zich niet over het verlies van zijn vrouw met de gedachte aan hetgeen hij bij zijn inwijding geleerd had? Had hij in de mysteriën van Bacchus niet de zekerheid verkregen dat ’de ziel (geest) onvergankelijk blijft en dat er een hiernamaals bestaat’?’ (ludaism and Paganism, I, 184)’ ( DGL Deel III p. 283). ’Philo zegt: ’Het was bekend dat de mysteriën de geheime werkingen der natuur ontsluierden.’ (III 284).
Met betrekking tot de scheiding van de beginselen van de mens - beschreven in de paragraaf ’
De Tweede Dood’ - verklaart het volgende citaat wat er tijdens het vieren van de Mysteriën werd opgevoerd:
'Deze scheiding der beginselen, eerst in de 'Velden van Hades’, zoals Plutarchus Kamaloka noemt en dan in Devachan, maakte deel uit van de plechtigheden der heilige Mysteriën, wanneer de candidaten voor de inwijding het gehele drama opvoerden van de dood en van de wederopstanding als een verheerlijkte geest.’ (Sleutel, 103 - NL versie p. 91).
512,513: ‘De rechtvaardigheid van het oordeel inzien’ houdt een voorschouw van het komende leven in, waarin het verband tussen de nieuwe incarnatiesen de oorzaken die in het vorige aardse leven in gang gezet werden, duidelijk wordt, zodat de ‘Wet der Wedervergelding’ de nodige correcties zal kunnen aanbrengen. Het ‘nogmaals bezoeken’ van het Geestelijk Ego bestaat uit een overzicht van de gebeurtenissen in het vorige leven. Wanneer deze herhaling van het panoramische visioen plaats vindt, kan men zeggen dat de tijd in Devachan ten einde loopt, aangezien de krachten die leiden tot wederbelichaming de overhand krijgen. Het wcderbelichamende Ego wordt definitief naar de aarde getrokken om zijn visioen te verwezenlijken. Dan
'Wacht
Karma, met zijn leger van Skandha's, op de drempel van Devachan.’ (III 550).
Hoofdstuk XI DE LEER VAN DE
TWEE PADEN
Het Open Pad en het Verborgen Pad (p. 531)
Met andere woorden, zowel het
Verborgen als het Open Pad (het eerste en het tweede pad) zijn hoger dan het derde, het Opwaartse Pad, terwijl het Neerwaartse Pad gelijk is aan het Pad van de Linkerhand (het vierde in bovenstaande opsomming).
Zo is dan het
Neerwaartse Pad het uiteindelijke lot van hen die het Pad van de Linkerhand volgen, en hierover zijn de onheilspellende woorden gezegd: ‘de ‘Broeders der Schaduw’ — de moordenaars hunner Ziel, de vreselijke stam der Dad-Dugpas.’ (De Stem van de Stilte, 74 - 76/227.). Daarom wordt het volgende advies gegeven, gesteld in poëtische bewoordingen, maar zeer toepasselijk:
'Trek hoog de muur op, Lanoe, die het Heilige Eiland [het
Hoger Ego] moet omsluiten, de dam die uw denkvermogen tegen hoogmoed en zelfvoldaanheid bij de gedachte aan de volbrachte heldenarbeid beschermen moet.’ (Idem, 56,57 - 82/258.)
'Een gevoel van trots zou het werk stuiten. Ja, bouw hem hecht, opdat niet de woeste brandingsgolven, uit de Oceaan der grote Wereld Illusie aangerold, de kust beukende, de pelgrim en het eiland zouden verzwelgen - ..(Idem, 85 dit moet zijn p. 57 - 82/259.).
Het vierde pad (in deze opsomming) wordt het
Neerwaartse Pad genoemd en het is rechtstreeks het tegenovergestelde van de twee eerste Paden. Het leidt niet alleen in de tegenovergestelde richting — en dit niet alleen bij wijze van spreken - maar het is een ƒeitelijke afdaling, die verschrikkelijk is om te overdenken.*)
*) Als deze woorden wat overdreven lijken, leze men de nu volgende passage uit de
Brieven van de Meesters aan A. P. Sinnett. Het 'einde van de grote cyclus’ is het beëindigen van de zeven Ronden van de Kringloop van Noodzakelijkheid voor dit planeetmanvantara, die ondernomen is door de 'stervelingen, die door de sferen gaan’, dat wil zeggen, de zeven bollen die de Aardketen vormen. Het lot van diegenen, die zich onherroepelijk op het Neerwaartse Pad begeven, wordt beschreven na de woorden 'OF ANDERS’ (De Sleutel tot de Theosofie p. 235, Beginselen van de Esoterische fiosofie p. 373), terwijl de bestemming van de stervelingen, die het Opwaartse Pad tot het einde gaan, als volgt beschreven wordt:
Zo is het echter niet na de voltooiing van de grote cyclus: óf een lang
Nirvana van Zaligheid (al is hij daar onbewust, volgens Uw grove opvatting); waarna – een leven als een Dhyan Chohan gedurende een hele Manvantara, óf anders “Avitchi Nirvana” en een Manvantara van ellende en Verschrikking als een ... U moet het woord niet horen, en ik – het niet uitspreken of schrijven. Maar “zij” hebben niets te maken met de stervelingen die door de zeven sferen gaan. Het collectieve Karma van een toekomstige Planetariër is even schoon als het collectieve Karma van een ... vreselijk is. Genoeg. Ik heb al te veel gezegd. (blz. 185,186)
500,501: Dit geschiedt doordat de Menselijke Ziel in haar inwezen weer samenvloeit met haar ouderlijke bron, zich tijdens het leven met haar
Goddelijk Ego vermengt en er zich na de dood van de stoffelijke mens weer geheel mee verenigt. Tenzij derhalve Kama-Manas aan Buddhi-Manas zulke persoonlijke denkbeelden en een zodanig bewustzijn van ’ik’ overbrengt als het Goddelijk Ego in zich kan opnemen, kan niets van de ’ik’ of die persoonlijkheid in het Eeuwige blijven voortbestaan. Alleen datgene, wat de onsterfelijke God in ons waardig is en van dezelfde aard is als de goddelijke quintessence, kan blijven bestaan, want in dit geval zijn het de 'schaduwen’ of emanaties van het Goddelijke Ego zelf die tot dat Ego opstijgen en er weer door worden opgenomen om opnieuw deel van zijn eigen inwezen te worden. Geen enkele edele gedachte, geen enkel groots streven, verlangen of goddelijke onsterfelijke liefde kan in het 5red%brein van de mens van stof komen en zich daar nestelen, dan als een rechtstreekse emanatie uit het Hogere naar en door het lagere Ego; al het overige, hoe verstandelijk het ook moge schijnen, komt voort uit de 'schaduw’, het lager denkvermogen, door zijn verbond en vermenging met Kâma, en vergaat en verdwijnt voor altijd. ’ (III 570-571).
533,534: Dan zijn er de verheffende woorden van deze Sloka:
’Gij kunt het Pad niet bewandelen, alvorens gij zelf het Pad geworden zijt.’ (De Stem van de Stilte, 19 - 44/58.). ’Van dit ’Pad’ maken alle Mystieke werken melding. Zoals Krishna in de Jfidneivarï zegt: 'Wanneer dit Pad wordt aanschouwd .. . hetzij men zich naar de blos van het Oosten of naar de zalen van het Westen keert, het reizen op deze weg, o drager van de boog, kent geen beweging. Naar welke plaats gij op dit pad ook wilt gaan, die plaats wordt uzelf.’ 'Gij zijt het Pad’, wordt de Adept-Guru toegevoegd, en deze herhaalt het tot de discipel na de inwijding, ’lk ben de weg en het Pad’, zegt een andere MEESTER.’ (Idem - 99,100/(32).
De zeven treden (p. 537)
De keus om langs het derde pad, het Opwaartse Pad, te reizen werd
aeonen geleden gemaakt, daar de mensheid zich nu bevindt op de vierde winding van de spiraal in de Kringloop van Noodzakelijkheid. Dit kunnen we verduidelijken aan de hand van een tekening.
538: Dan werd er na de woorden
‘de ster wier straal gij zijt’ ook nog een voetnoot ingevoegd, die als volgt luidt: ‘Elke geestelijke EGO is volgens de Esoterische leer een straal van een Planeetgeest.’ (De Stem van de Stilte, 46 of 84 - 59/137. note 62).
Lijkt dit een grapje? Misschien is het dat ook wel, maar er zit meer in deze woorden, dan men op het eerste gezicht ziet. Want daar is ook nog deze opdracht:
'Vestig de blik uwer Ziel op de ster, wier straal gij zijt, de flonkerende ster, die schittert binnen de lichtloze diepten van het Eeuwige Zijn, de onbegrensde velden van het Onbekende.’ (De Stem van de Stilte, 46 of 84 - 59/137. note 62).
545: En voor het vertrek moet er het verlangen zijn - of beter een vast besluit — dat men die eerste stap wil doen. Men kan hiervoor aanwijzingen vinden wanneer men zich wendt tot het Boek der Gulden Voorschriften:*)
'Dood uw begeerten Lanoe; maak uw ondeugden machteloos, voordat de eerste stap op de plechtige tocht gedaan wordt.’ (De Stem van de Stilte, 22-23 - 46/70.).
Want er staat geschreven:
'Worstel met uw onreine gedachten, eer zij u overweldigen. Doe met haar, gelijk zij met u willen doen; want zo gij ze ontziet en zij wortel schieten en groeien, weet dan wel, dat deze gedachten u zullen overmeesteren en doden. Wees op uw hoede, Discipel; duld niet, dat zelfs haar schaduw uw genaakt. Want zij zal wassen in omvang en in macht toenemen en dit product der duisternis zal uw wezen verzwelgen, eer gij u van de aanwezigheid van het onreine, zwarte monster ten volle bewust zijt geworden.**). (Idem, 17-18 - - 43/54.).
*) Of
De Stem van de Stilte. De reden waarom we ons in verband met de Leer van de Twee Paden tot dit prachtige, verheffende boek wenden, zal duidelijk zijn: dit onnavolgbare geschrift past helemaal in het huidige onderwerp. Ook draagt een afdeling van dit boek de titel ’De Twee Paden’. En dan zijn de Regels, die de belangrijkste tekst van dat werk vormen, genomen uit dezelfde reeks ’als die, waaraan de ’Stanzas’ van het Boek van Dzyan zijn ontleend, welke aan De Geheime Leer ten grondslag liggen (Voorwoord tot De Stem van de Stilte, blz. v). Schrijvers dezes vernam van een persoonlijke leerling van H.P.B., dat haar groep had geleerd, dat, om een beter begrip te krijgen van De Geheime Leer, men samen met dit werk De Stem van de Stilte moet bestuderen. Moeten we hieraan nog iets toevoegen? Bovendien kunnen we erop wijzen, dat toen H.P.B. haar pen opnam om De Geheime Leer te schrijven, het haar bedoeling was daarin practische raadgevingen voor het dagelijks leven te verwerken - dit had het voornaamste onderwerp van het vierde deel moeten zijn. Het is zeer waarschijnlijk dat dit deel materiaal bevat zou hebben, dat overeenkomt met de inhoud van De Stem van de Stilte. Maar daar H.P.B. haar vierde deel nooit heeft uitgegeven, is het mogelijk dat zij De Stem van de Stilte schreef en uitgaf om in die behoefte te voorzien.
**)Lijkt dit beeld overdreven? Toch is het dat niet. In nog veel dramatischer bewoordingen wordt beschreven wat de leerling te wachten staat, wanneer hij
zijn gedachten niet beheerst - want dat leidt dikwijls tot ondeugd:
’Er is maar één weg naar het Pad en enkel aan het einde ervan kan de Stem van de Stilte gehoord worden. De ladder, waarlangs de leerling opklimt, wordt door sporten van leed en pijn gevormd; enkel door de stem der deugd kunnen deze worden weggenomen. Wee u dan, Discipel, zo gij nog een enkele ondeugd met u voert; want de ladder zal uitwijken en u omverwerpen; haar voet rust in het diepe slijk van uw zonden en misslagen. (46/69.).
546: Hoe moet men met zijn gedachten worstelen?
Breng uw gedachten tot stilzwijgen en vestig al uw aandacht op uw Meester, dien gij nog niet ziet, maar toch gevoelt.’ (Idem, 23 - 47/72.).*)
547:Hoe ver weg het Verborgen Pad bij het begin van de reis ook moge schijnen, het is goed van het begin af te leren dat op een zeker punt van deze reis een keus ons wacht. Want terwijl men onderweg is, bepaalt men al hoe de te maken keus uit zal vallen. Want, bedenk wel:
'Gij kunt het Pad niet bewandelen, alvorens gij zelf het Pad (32 - 99/100(32)) geworden zijt.’ (Idem, 19 - 44/58.).
(32) Dit ‘pad’ wordt in alle mystieke werken genoemd. Zoals Krishña in de
Jñånesvarî zegt: ‘Wanneer dit pad wordt overdacht, drager van de boog, . . . of men zich nu naar de bloem van het Oosten of naar de academies van het Westen keert, bedenk dan dat het een pad is waarlangs men reist zonder zich te bewegen. Naar welke plaats u op dit pad ook wilt gaan, die plaats wordt uzelf.’ ‘U bent het pad’, wordt de adept-goeroe verteld, en deze herhaalt het aan de discipel na de inwijding. ‘Ik ben de weg en het leven’, zegt een andere MEESTER.
549: Het punt in de reis langs het Pad, waarop men moet kiezen, is bereikt: de keus tussen verder gaan langs het
Verborgen Pad of langs het Open Pad, dat leidt naar het doel - Nirvana. Voortgaan langs het Open Pad wordt ‘Zelf-Offeringgenoemd en wordt beschreven in de Slokas die nu volgen. De betekenis van die term houdt in dat men voortgaat ‘in de wereld der mensen’ langs het Pad van Smart — als een Nirmanakaya (zal verderop verklaard worden). De keus die zo gemaakt wordt, is een voorbeeld in de overtreffende trap van de Opperste Wet, de Wet van Mededogen. Tenslotte zal in de verre, verre aeonen van de toekomst het Geheime Pad zijn voleinding vinden: ’De 'Verborgen Weg’ leidt eveneens tot Paranirvanische gelukzaligheid - doch aan het einde van talloze Kalpas, nadat Nirvanas zijn gewonnen en verloren uit onbegrensd mededogen en ontferming met de wereld der misleide stervelingen.’ (Idem, 60 - 68,69/187.).
550: Want hoe kan dat, wat een uitblussen (‘
uitgeblazen’, zoals de geleerden Nirvana vertalen) is, veranderen als er niets is om te veranderen! Nu worden de twee Paden genoemd:
’Dus is het eerste Pad
BEVRIJDING.
Doch het tweede Pad is -
VERZAKING en wordt daarom het 'Pad der Smart’ genoemd.
Dit
Verborgen Pad voert de Arhan tot onuitsprekelijk geesteslijden ter wille van de Levend Doden en tot onmachtige deernis met de mensen, de slachtoffers van Karmisch leed; aan de vrucht van Karma toch durven de Wijzen niets doen.’ (Idem, 59-60 - 68/184).
De Drie Verheerlijkte Gewaden (p. 551)
'Treedt uit het zonlicht in de schaduw om meer plaats aan anderen te geven. De tranen, die de verzengde bodem van leed en smart besproeien, brengen bloesems en vruchten van Karmische vergelding voort. Uit de oven van het menselijk leven en zijn zwarte rook stijgen gewiekte vlammen op, gelouterde vlammen, die onder het Karmisch oog voortzwevend in het eind de verheerlijkte stof voor drie gewaden van het Pad weven.
Deze gewaden zijn:
Nirmanakaya, Sambhogakaya, en Dharmakaya, het Verhevenste gewaad.’21/(66) (Idem, 47 - 60/141.).
Hoofdstuk XII
DE LEER VAN UNIVERSELE KENNIS (p. 590):
Het thema 'E i V' komt in het hoofdstuk
Hoe het Ene het Vele wordt ter sprake.
596,597: De paragraaf Een lijst van met gelijkwaardige termen bevat een overzicht van de synoniemen: Akasha, Universele denkvermogen, Fohat, Drie Logoi.
610: EROS = FOHAT.
De vergelijking van Fohat in de ongeopenbaarde stadia van een Heelal (Pralaya) en Fohat in openbaring (Manvantara) met Eros en Cupido werpt licht op een interessant punt in de Griekse mythologie. Cupido was werkelijk de stralende, gevleugelde god van de liefde in het oude Rome en voor die tijd werd hij in Griekenland op dezelfde wijze bezien onder de naam Eros, die altijd in het gezelschap van zijn moeder Venus (Aphrodite), de godin van de liefde, verkeerde.
613: We zijn echter nog niet klaar met dit onderwerp, want er volgt nog een
samenvatting. Deze is zo uitstekend, dat ze hier vermeld moet worden. Alleen al de daarin voorkomende woorden zijn zeer nuttig, terwijl de denkbeelden, wanneer men ze begrijpt, ertoe zullen bijdragen dat vele van de problemen die men tegenkomt wanneer men tracht het eerste gedeelte van De Geheime Leer te begrijpen, duidelijker zullen worden.
’De volgende samenvatting zal de lezer een helderder denkbeeld verschaffen.\\
’(1.) Het ABSOLUTE, het Parabrahm van de Vedantaleer of de éne Werkelijkheid, SAT, dat zoals Hegel zegt, zowel het absolute Zijn als Niet-zijn is.
(2) De eerste openbaring, de onpersoonlijke en, in de wijsbegeerte, ongeopenbaarde LOGOS, de voorloper van het 'geopenbaarde’. Dit is de 'Eerste Oorzaak’, het 'Onbewuste’ van
Europese Pantheïsten.
(3) Geest-Stof, LEVEN; de 'Geest van het Heelal’,
Purusha en Prakriti of de tweede LOGOS
(4) Cosmische Ideatie, Mahat of Verstandelijkheid, de Universele Wereld-Ziel; het Cosmische Noumenon van Stof, de grondslag der verstandelijke werkingen in en van de Natuur, ook MAHA-BUDDHI genoemd.
De
ENE WERKELIJKHEID; haar tweevoudige aanzichten in het geopenbaarde Heelal.’ (Fr. I 12; Terw. I 53).
619-621: De laatste alinea van de samenvatting spreekt van de
Ene Werkelijkheid in haar tweevoudige aanzichten in het geopenbaard Heelal. De twee aanzichten van de Ene Werkelijkheid zijn Universeel Denkvermogen en Cosmische Oer-Substantie. Het Universele Denkvermogen 'vormt de Grondslag van de SUBJECT-zijde van het geopenbaarde Zijn en is de bron van alle openbaringen van individueel bewustzijn. Mülaprakriti of de Oorspronkelijke Cosmische Substantie is de grondslag van de OBJECT-zijde der dingen - de basis van alle objectieve evolutie en Wereldwording. Kracht treedt derhalve niet met de Oorspronkelijke Substantie uit het Parabrahmische Latent-zijn te voorschijn. Zij is de omzetting in energie van de boven-bewuste gedachte van de Logos, gegoten, om zo te zeggen, in de objectivering van deze laatste uit het potentiële latent-zijn in de Ene Werkelijkheid.’ (Fr. II 24; Terw. II 34 - De Geheime Leer Deel II, Stanza 1 Het begin van bewust leven p. 25,26).
'Er heerst vaak verwarring in de eigenschappen en geslachtsbomen van de góden in hun theogonieën, zoals die aan de wereld zijn gegeven door de half-ingewijde schrijvers, Brahmaanse en Bijbelse, de
Alpha en de Omega van de verslagen van die symbolische wetenschap.
Etc. (Fr. II 39-40; Terw. II 55 - De Geheime Leer Deel II, Stanza 1 Het begin van bewust leven p. 46).

Goddelijke genade (Hans Achterhuis De Groene Amsterdammer 8 juli 2021 p. 56-58):
In haar biografie van
Erasmus doet Sandra Langereis een beroep op de verbeeldingskracht van de lezer. Zo geeft ze bijvoorbeeld het woord aan een houten beeld van de denker dat per schip de wereld overgaat.

Dichters & Denkers Pijen aan de waslijn (Hans Achterhuis De Groene Amsterdammer 29 april 2021 p. 56-57):
Het
nieuwe boek van wetenschapper Paul van der Velde over het boeddhisme is in vele opzichten een standaardwerk. Hoe vreedzaam zijn de monniken nu werkelijk en hoe compassievol waren de vorige dalai lama’s?
In het verlengde van de claim van vreedzaamheid ligt de westerse idee dat, zoals Van der Velde schrijft, ‘de Boeddha de eerste feminist, milieudeskundige, socialist, enz.’ zou zijn geweest. Ook zou hij in het India van de kastenongelijkheid de gelijkheid van alle mensen hebben gepredikt. Dit acht Van der Velde zonder meer onjuist
wishful thinking. In elk geval laat de Aziatische traditie van het boeddhisme hier niets van zien. De Boeddha was er aanvankelijk tegen dat vrouwen tot de sangha, de gewijde gemeenschap van volgelingen, werden toegelaten.
Genoeg redenen om
In de huid van de Boeddha als een standaardwerk voor de toekomst te beschouwen. Waarom hield ik dan in het begin van mijn bespreking een slag om de arm? Van der Velde demonstreert zijn gulheid door met namen en termen uit het boeddhisme – ik gebruikte er hierboven al enkele – te strooien die hij, zeker als ze eerder gebruikt zijn, niet meer definieert. Zelf maakte ik daarom een klein namen- en zakenregister om terug te kunnen bladeren. Wat zou het fantastisch zijn als de uitgever als voorbereiding op de tweede druk, die er ongetwijfeld snel komt, hier vast een begin mee zou maken.

Filosoveren over gewelddadig verzet? (Fleur de Weerd Volkskrant 22 mei 2021 Zaterdag p. 30):
Wat de een ziet als het opwerpen van een
moreel vraagstuk ziet een ander als opruiing.
Wat vindt Asha ten Broeke zelf van de kritiek? Ze was zich zeer bewust dat ze op het
randje balanceerde, zegt ze. ‘Ik heb goed opgelet dat ik niet daadwerkelijk tot geweld opriep.’ Maar, zegt ze: ‘Het is wel mijn taak als columnist om mensen aan het denken te zetten. Lezers die mij kennen weten dat ik dit filosofisch bedoel en dat ik soms provoceer om de aandacht te vragen voor een belangrijk onderwerp.’ En dat werkt. ‘Met een bom zijn mensen meteen bij de les.’

Joanna Lumley’s hidden Cariben (Omroep MAX 11 februari 2023) NPO2, (herhaling van 22 januari 2020):
Joanna vaart over de Windward Passage naar Haïti, één van de armste landen ter wereld. De enige plek in Haïti waar toeristen komen, is een omheind schiereiland, waar cruiseschepen afmeren. Joanna wil het andere Haïti zien en gaat op pad om de geschiedenis en het dagelijks leven te ontdekken. Ze bezoekt de Citadel, een machtig fort gebouwd om de koloniale machten Frankrijk, Spanje en Engeland af te schrikken, en maakt kennis met een surfgemeenschap, geweldig glutenvrij brood en een internationale kunstgemeenschap. Ze neemt deel aan een voodooceremonie en leert wat het betekent om een dakloos kind te zijn in de straten van Port-au-Prince.

Van hart tot hart: de kracht achter de boodschap van H.P. Blavatsky (Alan Donant Sunrise sep/okt 1991):
Vanaf de
duistere zijde van voodoo tot de diepe innerlijke leringen van het boeddhisme, maakte zij uit de eerste hand de kwade kanten en de geestelijke grootheid van de mensheid mee. Een krachtig intellect en een diep menselijk gevoel leidden haar door de doolhof van haar eigen merkwaardige psychische en artistieke gaven. Ze inspireerde de bevoorrechte weinigen met haar uitzonderlijke gaven als concertpianiste en causeur; als schrijfster imponeerde ze niet alleen de grootste geesten van honderd jaar geleden, maar ook die van deze tijd.
Maar de vraag is hier: moet het Hof door het te wettigen een dergelijk streven bevorderen?
Voodoo is een woord dat wordt gebruikt voor praktijken van arglistige mensen onder de onwetenden en bijgelovigen, die argeloze mensen onder de onwetenden en bijgelovigen bedriegen. Geen enkel Hof zou zulke praktijken bevorderen door ze te wettigen. Het Hof zal dan een onderzoek instellen naar die praktijken en misschien naar de goede naam van de onderneming die rechtsbijstand zoekt. Het is niet mijn bedoeling een vergelijking te maken tussen voodoo en deze groep verschijnselen, die ik gemakshalve (hoewel ik niet weet of dit terecht is) occultisme zal noemen. (H.P. Blavatsky De SLEUTEL tot de THEOSOFIE p. 350)

De Geheime Leer Deel I Stanza 3. Het ontwaken van de kosmos (p. 98):
(b) ‘De stralende essentie stolde en verspreidde zich door de diepten’ van de Ruimte. Vanuit een astronomisch gezichtspunt is dit gemakkelijk te verklaren: het is de ‘melkweg’, de wereldstof of de oerstof in haar eerste vorm. Vanuit het standpunt van de occulte wetenschap en de symboliek kan men het echter moeilijker in een paar woorden of zelfs regels verklaren, want het is het ingewikkeldste van alle tekens. Hierin zijn meer dan een dozijn symbolen besloten.
100: Deze ‘stof’ die, volgens de openbaring die werd ontvangen van de oorspronkelijke Dhyani-Boeddha’s, tijdens de periodieke slaap van het Heelal de uiterste ijlheid bezit die voor het oog van de volmaakte bodhisattva nog waarneembaar is – deze oorspronkelijke en koele stof wordt, bij het eerste herontwaken van de kosmische beweging, door de Ruimte verspreid. Vanaf de Aarde gezien ziet zij er uit als klonten en brokken, zoals vlokken in dunne melk. Dit zijn de zaden van de toekomstige werelden, de ‘sterrenstof’.
112: ‘Licht’, ‘vlam’, ‘warm’, ‘koud’, ‘vuur’, ‘warmte’, ‘water’, en het ‘levenswater’, dit zijn op ons gebied allemaal de nakomelingen van ELEKTRICITEIT, of, zoals een natuurkundige nu zou zeggen, de ermee samenhangende verschijnselen. Elektriciteit, een machtig woord en een nog machtiger symbool! Heilige verwekker van een niet minder heilig nageslacht; van vuur – de schepper, de instandhouder en de vernietiger; van licht – de essentie van onze goddelijke voorouders; van vlam – de ziel van de dingen. Elektriciteit, het ENE leven op het hoogste niveau van het zijn, en op het laagste niveau astraal fluïdum, het athanor van de alchemisten; GOD en DUIVEL, GOED en KWAAD.
114/115: Het uitzetten en samentrekken van het web – dat wil zeggen de wereldstof of de atomen – duidt hier de kloppende beweging aan; want de algemene trilling van de atomen wordt veroorzaakt door de regelmatige samentrekking en uitzetting van de oneindige en grenzeloze oceaan van wat wij het door svabhavat uitgestraalde noumenon van de stof kunnen noemen. Maar het wijst ook op iets anders. Het toont aan dat de Ouden bekend waren met wat nu een raadsel is voor veel geleerden en vooral astronomen: de oorzaak van de eerste ontbranding van de materie of de wereldstof, de paradox van de warmte die wordt voortgebracht door de afkoelende samentrekking, en meer van die kosmische raadsels. Want het duidt onmiskenbaar op kennis van zulke verschijnselen bij de Ouden. ‘Er is in ieder atoom een
inwendige en een uitwendige warmte’, zeggen de Toelichtingen (in handschrift), waartoe de schrijfster toegang had; ‘de adem van de vader (of geest) en de adem (of warmte) van de moeder (de stof)’.

De Geheime leer Deel II Edens, Slangen en Draken (p. 237,238):
Ja, de schrijver heeft gelijk, en als men zich een volledig beeld wil vormen van het prestige dat de slang tot op heden geniet, zou men de zaak in India moeten bestuderen en kennis moeten nemen van alles wat in dat land wordt geloofd over, en nog steeds wordt toegeschreven aan, de någa’s (cobra’s); men zou ook de Afrikanen van Whydah, de voodoo-priesters van Port-au-Prince en Jamaica, de naguals van Mexico, en de Pa, of mensslangen van China, enz., moeten bezoeken. Maar waarom zou men zich erover verbazen dat de slang wordt ‘aanbeden’ en tegelijk vervloekt, terwijl we weten dat ze van begin af aan een symbool was?2
2) Dit is ongeveer even
rechtvaardig als wanneer – over een paar duizend jaar – een fanaticus van een of ander toekomstig nieuw geloof, die eropuit was zijn religie te verheerlijken ten koste van het oude christendom, zou zeggen: ‘Overal aanbad men het viervoetige lam. De non droeg het op haar borst, en noemde het agnus; de priester legde het op het altaar. Het speelde een rol bij elk paasmaal, en werd in elke tempel luid verheerlijkt. En toch vreesden de christenen het en haatten het, want ze doodden het en verslonden het . . .’ Heidenen eten in elk geval niet hun heilige symbolen op. We kennen geen slangen- of reptieleneters, behalve in christelijke beschaafde landen, waar men begint met kikkers en palingen en wel moet eindigen met het eten van echte slangen, evenals men begon met het lam en eindigde met paardenvlees.

‘Ik vertoon chocoprinsjesgedrag: een zoet, bruin, verwend prinsje’ (Herien Wensink interviewt Romana Vrede Volkskrant 22 mei 2021 Volkskrant Magazine p. 12-21):
Je koos alvast 127 helden uit om over te vertellen. Hoe heb je al die mensen gevonden?
In de podcast doet Vrede meer dan alleen hun verhaal vertellen: ze dompelt zich in hen onder. Ze identificeert zich volledig met haar onderwerp en verplaatst zich in diens gedachten en gevoelens. Magisch-realistische elementen uit de mondelinge overlevering neemt ze serieus: sommige helden kunnen zweven, verdwijnen en verschijnen, of zijn onsterfelijk. Hier is het onmogelijke mogelijk. Voodoo bestaat.

J. Hainard, P. Mathez, O. Schinz Vodou kunst en mystiek uit Haiti
Vodou is de Haïtiaanse vorm van voodoo, een religie met West-Afrikaanse wortels, en alomtegenwoordig op Haïti. Het hele leven is er doordrenkt van vodou, het geeft betekenis aan alledaagse zaken.
Dichter bij de duistere kant (Laura de Jong interviewt Vonne van der Meer Volkskrant 13 maart 2021 Boeken p. 10-11):
U wist voor dit boek niets van Vodou?
‘Ik heb een paar keer afgesproken met de vrouw die ik toevallig op een borrel was tegengekomen. Zij vertelde dat er zoiets bestaat als zwarte en witte magie. Rituelen waarbij mensen elkaar schade willen berokkenen, en rituelen waarmee het tegenovergestelde wordt bewerkstelligd. Zij doet uitsluitend het laatste.’

Ontsnappen is geen optie (Femke Essink De Groene Amsterdammer 29 april 2021 p. 60-61):
Met haar tweede roman
Kraaien in het paradijs lijkt Ellen de Bruin de lezer te willen waarschuwen voor een onleefbare toekomst.
Naturel reflecteert ze op
schijnbare tegenstellingen als rijk versus arm, wetenschap versus geloof en west versus oost, of zoals ze het een kwartslag draait, noord versus zuid. Een van de sterkste kanten van de roman is het scherpe oog dat De Bruin heeft voor machtsrelaties tussen mannen en vrouwen, voor wat er zou kunnen gebeuren wanneer feministische verworvenheden worden teruggedraaid.
De meeste ellende in
Kraaien in het paradijs wordt veroorzaakt door het ego van nare mannen. Invoelend (inlevingsvermogen) laat De Bruin zien hoe het seksueel misbruik waar Lipa op de middelbare school slachtoffer van werd, doorwerkt in de keuzes die ze maakt en in haar relaties met andere mannen.

Ellen Grigoleit begon bij de PvdA-fractie in haar glorietijd en zag de fractie krimpen tot negen zetels (Ariejan Korteweg in gesprek met Ellen Grigoleit Volkskrant 29 april 2021 p. 9):
In 1994 werd alles anders. Kok had z’n
ideologische veren afgeschud, Felix Rottenberg bracht een nieuwe groep parlementariërs: Rob Oudkerk, Rick van der Ploeg, Adri Duivesteijn. ‘Daar is mijn serieuze interesse voor politiek ontstaan’, zegt ze. ‘Er kwam dynamiek, er werd wat van je geëist, er was reuring. Ik genoot ervan.
Als ze een tip mag geven: begin weer een
ombudsteam en doe minder voorlichters. Kunnen ze haar ook niet zeggen dat ze voorzichtig moet zijn met journalisten.

Economie Vreemde ogen (Ewald Engelen De Groene Amsterdammer 29 april 2021 p. 9):
Kirchner schetst het beeld van een onzindelijke versmelting van wetgevende en uitvoerende macht, die loopt langs de hechte personele netwerken van de VVD. Oppositie is er nauwelijks, omdat partijen als ze voldoende zetels halen maar wat graag meeliften op de
politieke machtsmachine van de VVD en bereid zijn daarvoor hun ideologisch profiel te wissen.
Terwijl de
vierde macht, de parlementaire pers, is verworden tot een soort veredelde hofhuishouding die likkebaardend de kruimels verorbert die van de regeringstafel vallen. En die haar eigenlijke taak, het controleren van de macht, heeft vervangen door nietszeggende berichtgeving over poppetjes, spelletjes en knikkers. Om daar ’s avonds, tijdens de ondraaglijk lichte talkshows die de omroepen over hun kijkers uitstrooien, met een moeilijk gezicht commentaar op te geven als ging het om kwesties van wereldformaat.
Dat is waar het is misgegaan. En dat is waarom Rutte, Kaag en Hoekstra moeten
opstappen. Hoe kun je verwachten dat burgers zich houden aan wetten en regels als politici zelf de moraal van de democratie aan hun laars lappen?

Tijd voor een nieuwe generatie politici. Eerst moeten velen 't veld ruimen (Wilfred Scholten Volkskrant 29 april 2021 p. 28):
Er is maar één gepaste oplossing om deze politieke impasse te doorbreken: de verantwoordelijke politici moeten het veld ruimen en een
‘functie elders’ zoeken. Het is tijd voor een nieuwe generatie politici die schoon schip maakt. Niemand gelooft inmiddels meer dat Rutte en zijn demissionaire collega’s met ‘radicale ideeën’ zullen komen om het vertrouwen terug te winnen.

Wie wil nog met Terminator Rutte de toekomst in? (Marjan Slob Volkskrant 6 april 2021 p. 20):
Rutte heeft zijn vertrouwen verspeeld. Niet zozeer omdat hij feiten achterhoudt, maar omdat zijn
inschattingsvermogen wankelt. Een zeldzaam kijkje in Ruttes innerlijk liet zien hoe twee vormen van ethiek botsten – en hoe Rutte het overzicht kwijtraakte.
Een andere grote Duitse socioloog, Max Weber, zei dat
wij alleen bereid zijn zo’n sprong te maken voor een politicus met charisma. Afgelopen donderdag speelde Rutte zijn charisma uitdrukkelijk uit. Voorheen bleek dat altijd voldoende: Rutte was een soort Terminator – je kon gaten in hem schieten die geen mens zou overleven, maar zijn wonden vloeiden weer dicht, een metalige glans over de verse korst. Voor genoeg mensen was dit bizarre herstelvermogen kennelijk vertrouwenwekkend.
Twee soorten ethiek
Wel vraag ik me nog steeds af wat we daar nu eigenlijk te zien kregen. Ik denk dit: een man waarbij twee vormen van ethos pijnlijk botsten. In Webers klassieke onderscheid kan een mens handelen vanuit een overtuigingsethiek of vanuit een verantwoordelijkheidsethiek.
Een goed politicus, zegt Weber, verenigt beide vormen van ethos in zich. Maar stel je daar geen
harmonische verzoening bij voor – daarvoor verschillen de beide vormen van ethiek te veel van elkaar. Overtuigingsethiek en verantwoordelijkheidsethiek wisselen elkaar af in een hachelijke balanceeract. Je vertrouwt een politicus dus toe dat hij weet wanneer welk ethos moet prevaleren. En precies op dat punt crashte Rutte afgelopen donderdag.

Deze heksenjacht zal alleen maar verliezers kennen (Sjaak Koenis Volkskrant 26 april 2021 p. 20):
Al die verontwaardiging op het Binnenhof verstoort de formatie en is misplaatst, want niet zozeer politici zijn hypocriet, maar de politiek zelf.\\
De formatie daarvan wordt echter nu al weken opgehouden door de discussie over de leugens van Rutte, en meer recentelijk ook over de hypocrisie van de huidige demissionaire bewindslieden van Ruttes derde kabinet. Zij hebben, als we de recente berichtgeving moeten geloven, willens en wetens meegedaan aan pogingen om onze sterparlementariër Pieter Omtzigt een toontje lager te laten zingen.
Obsessie met liegende burgers
Zij zijn niet onder de wielen geraakt omdat ambtenaren of politici onwaarachtig of leugenachtig waren, maar omdat de obsessie van de politiek met
onwaarachtige en leugenachtige burgers (waarvoor ook het parlement verantwoordelijkheid draagt) een hypocriet en onrechtvaardig systeem heeft opgeleverd dat nodig revisie behoeft.
Voor deze revisie heeft Herman Tjeenk Willink al voorstellen gedaan, zoals een minder gedetailleerd regeerakkoord. Om de hypocrisie die in ons politieke bedrijf is geslopen aan te pakken, is echter ook een andere kijk op politiek nodig.

Het zelfgekozen einde in ethisch perspectief Deel 3. Peter Singer over euthanasie (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #90 oktober 2019 ):
Naar een
geïntegreerde ethiek van algemene beginselen
In de eudemonistische geluksethiek worden de andere ethische principes opgenomen. Het absolute principe van het Hoogste Goed(e) is tevens het hoogste geluk, dat meer geluk geeft dan zingenot. We zien dit bij Griekse filosofen zoals Epicurus, Plato en Aristoteles en ook bij Augustinus, zie mijn artikel over hem. (P A Sorokin, Social and Cultural Dynamics. A Study of Change in Major Systems of Art, Truth, Ethics, Law and and Relationships, p 414 over ‘systems of ethics’).
De ethiek van absolute waarden komt overeen met de
overtuigings- of ‘Gesinnungs’-ethiek van Max Weber. Daarnaast onderscheidt Weber de verantwoordelijkheidsethiek, die gericht is of het effect van het handelen, of het bijdraagt tot ons welzijn. Dit komt overeen met de geluksethiek, die ook gericht is op het vergroten van ons welzijn. Zo zijn er meer onderscheidingen in vormen van ethiek mogelijk.

Bespreking van: Rudi Laermans en Dick Houtman, Weber. (Wim Couwenberg Civis Mundi Digitaal #50 september 2009):
Het decisionistische versus het technocratische model
Weber is zoals bekend ook de man geweest die het begrip ‘onttovering van de wereld’ geïntroduceerd heeft, als gevolg van de toenemende rationalisering en bureaucratisering van de moderne samenleving.
Zijn geschrift over
politiek als beroep is ook klassiek door de introductie van het onderscheid tussen overtuigingsethiek (Gesinnuningsethik), die een dominerende rol speelt in het ideologische tijdperk (1789-1989) en verantwoordingsethiek (Verantwortungsethik) die in het huidige postideologische tijdperk de tijd aangeeft.

Politiek als beroep (Hans Driessen Trouw 17 mei 2002):
In deze barre tijden, waarin de democratie onder druk staat en waarin de roep om vernieuwing niet genegeerd kan worden, kan het geen kwaad, ter bezinning de blik naar achteren te wenden, naar een tijd waarin intellectuelen tot de politiek geroepen werden, en slechts in een enkel geval -beslist niet uit eerzucht- aan die roep gehoor gaven.
De ijdele politicus zal geneigd zijn de macht omwille van de macht na te streven, en als hij die veroverd heeft zal hij ervan genieten en verzuimen haar voor een inhoudelijk doel in te zetten. Het is zelfs de vraag of hij behalve door de belustheid op macht nog door andere motieven wordt bewogen.
Wie van de politiek zijn beroep wil maken, dient zich af te vragen of en in hoeverre hij de door Weber genoemde eigenschappen bezit en of hij tegen de beroepsziekte
'ijdelheid' immuun is. Kan hij deze vragen niet onvoorwaardelijk bevestigen, dan kan hij zich maar beter verre houden van de politiek. Hij zou daarmee zijn land en zichzelf een grote dienst bewijzen.
Ten slotte: wie de roep tot de politiek niet voelt, of er geen gehoor aan geeft, kan nog het best de geruststellende uitspraak van Schopenhauer ter harte nemen:
,,Ik dank God elke morgen, dat ik niet voor het Roomse Rijk hoef te zorgen''.

Karl Emil Freitag Oude mysteriën, moderne mystiek Van Gilgamesj tot Teilhard de Chardin (p. 177,178):
‘L’ Ȃme humaine est inséparable dans sa naissance et dans sa maturisaton de l'Univers, où elle est née. ’
Christus en de kosmos zijn in tegenstelling tot het Christelijk dogma en speciaal tot dat van de Katholieke kerk niet gescheiden. Bovendien is Christus reeds vóór de schepping gedacht, geheel in overeenstemming met de Joodse gnostiek.
181: Aan het einde van
Le milieu Divin zegt Teilhard, dat de mensheid sliep en dat ze nog slaapt, verzonken in kleine vreugden en egoïstische gevoelens.
182: Teilhard was niet alleen een
geniaal geleerde, maar ook een diep religieus mens, die zijn leven in dienst van God stelde en die naar het hoogste streefde, waarnaar de mens streven kan: zichzelf wegcijferen in de onzelfzuchtige liefde tot God om der wille van die liefde en van niets anders.

De intuïtie van het hart, het innerlijke weten (Gnostiek) heeft niets te maken met onderbuikgevoelens of met emoties, die vaak ook egocentrisch zijn. In de esoterie staat intuïtie van het hart tegenover onderbuikgevoelens.
Esoterie beoogt de
weldenkendheid door de intuïtie van het hart te bevorderen. De oplossing van de ontevreden grondstroom, die Erik Jurgens signaleert hangt met de ‘Grondtoon van de waarheid’ in het onderzoeksrapport 'E i V' samen. Met het gaat om de negatieve effecten van ons huidige waardensysteem heeft Erik Jurgens ongelijk. Het gaat er eerder om het huidige waardensysteem beter toe te passen. De negatieve, angstige rebellie wordt met een kernkwadrant, 4Ddenkraam van Daniel Ofman verklaard.

De gezondheidszorg in Nederland beoogt zowel ons geestelijk als ons lichamelijk welzijn, lees gezondheid te bevorderen. Door de marktwerking in de zorg heeft men het paard achter de wagen gespannen. Arnon Grunberg heeft het in zijn column over 'weldenkendheid en revolutie'. Volgens het onderzoeksrapport 'E i V' draait het om 'weldenkendheid en transformatieproces', een paradigmawisseling. Weldenkendheid bevordert Geluk en Onweldenkendheid Ongeluk.

Bas Heijne: er is wél publiek dat snakt naar diepte en betekenis (Bas Heijne NRC 1 september 2016):
Een van mijn vroegste beslissende theaterervaringen was de enscenering van Tsjechovs Kersentuin door Art & Pro, in de regie van Frans Strijards uit 1987. Strijards blies in deze regie de Tjechov-conventies aan flarden. Verdwenen was de Tsjechoviaanse weemoed, de zachtmoedige ironie, die uitnodiging tot mededogen met hulpeloze mensen, zoekende zielen, die op een tragikomische wijze niet opgewassen zijn tegen een onherroepelijk veranderlijke wereld.\\ Terwijl Tsjechovs personages hardop weeklaagden over de teloorgang van hun prachtige kersenbongerd, overgeleverd aan het platte materialisme van de koopman Lopakhin, die er een soort vakantiepark van wil maken en geen oog heeft voor de geestelijke waarde die de kersentuin vertegenwoordigt en alleen denkt, u weet wel, in termen van nuttigheid en rendement, liet deze enscenering van de Russische toneelklassieker zien hoe men zelf de boel kapot maakte. Niks onafwendbaar noodlot, niks onstuitbare machten van een nieuwe, materialistische tijdgeest, niks onvoorstelbare platheid waartegen fijngevoelige geesten niet opgewassen zijn. Hier was Lopakhin geen blinde macht van buiten, hij was het onvermijdelijke resultaat van verwaarlozing en verslonzing van idealen en betrokkenheid.
Het kostte mij geen moeite om in Strijards’ Russen een elite te zien die zegt op te komen voor geestelijke waarden, voor het beschermen van immaterieel, kwetsbaar geestesgoed. Maar intussen de hele boel aan de duivel en zijn oude moer verkwanselt. We willen dit niet, maar we kunnen niet anders! Het is de slogan van onze tijd geworden.

Frans Timmermans: Bas Heijne is een praatjesmaker NRC-columnist is 'Opperpriester van het eigen morele gelijk' (16 maart 2014):
Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) was afgelopen week te gast bij College Tour. Op zijn Facebook-account wilde hij zijn grote schare volgers bedanken voor de ‘vele positieve reacties’. Eén van hen wees de bewindsman op de zaterdag-column van NRC-denker Bas Heijne. Heijne schrijft over de Nederlandse houding ten opzichte van Rusland in onder meer het Oekraïne-dossier. Heijne hekelt slappe excuses, idiote drogredenen en schaamteloos cynisme en de rol daarbij van Timmermans.
‘Opperpriester van het eigen morele gelijk’
De Timmerfrans-volger weet dat de bewindsman beschikt over een kort lontje: omgaan met kritiek is bepaaldelijk geen forte van de sociaal-democraat. “Hij wordt bij wijze van spreken al woedend als zijn aansteker het niet doet, dat ziet hij als een directe en persoonlijke aanval”, vertrouwde een oud-fractiegenoot ons eens toe. De kritiek van Heijne leidde dan ook tot een felle reactie.

‘Heeft de Nederlandse staat een rein geweten?’ (Gerard Spong 17:00 - 24 december 2015):
Het ongrondwettelijke, te weten zonder voorafgaande toestemming van het parlement de oorlog verklaren aan de Islamitische Staat, is een duidelijk signaal dat ons geweten niet zo rein is als het zou moeten zijn.
Want de grondwet is een weerspiegeling van ons aller geweten. Een rein geweten kunnen we vanzelfsprekend niet hebben als we via ons militair industrieel complex voor miljarden wapentuig verkopen aan dictatoriale of autocratische leiders, die daarmee vervolgens hun eigen bevolking om zeep helpen. Waarna wij te beroerd zijn, zogenaamd om onze eigen waarden en normen te beschermen, de vluchtende bevolking uit die gebieden bij ons toe te laten.
Ja, om ons geweten te sussen hebben we de bed-bad-en brood-regeling uit de grond gestampt. Die is niet meer dan een povere schaamlap voor onze keiharde, gewetenloze oplossing van het zogenaamde vluchtelingenprobleem. Een oplossing die steeds meer de contouren krijgt van een ‘Endlösung der Flüchtlinge’, dit keer niet eens in Duitsland maar in ons eigen land.

Rutte wil door: “Ik ben strijdbaar.” (Niels Markus Trouw 3 april 2021):
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers wil niet opnieuw in een kabinet onder Mark Rutte. Daarmee trekt hij Ruttes laatste strohalm uit handen.
Hij zegt geraakt te zijn door het interview van Gert-Jan Segers met het Nederlands Daglad. Daarin zij de leider van de ChristenUnie, nu nog coalitiepartner in Rutte-III, dat Rutte niet geloofwaardig door kan als premier.

Zeven zonden en de zeven deugden Olaf Tempelman Volkskrant 3 april 2021 p. 11-12):
De menselijke zonden, waarvoor Jezus gisteren 1.988 jaar geleden stierf, zijn onuitroeibaar. Sinds de Middeleeuwen worden naast Zeven Hoofdzonden óók Zeven Deugden onderscheiden. In de wereld van 2021 geven ze alle veertien nog acte de présence.

Britse website vol getuigenissen over seksueel wangedrag dwingt regering tot handelen (Niels Waarlo Volkskrant 2 april 2021 p. 10):\\ Duizenden Britten beschrijven op de website Everyone’s Invited hun ervaringen met seksueel wangedrag tijdens hun school- en studietijd. De beschrijvingen maken veel los in het Verenigd Koninkrijk, waar de regering nu een onderzoek is gestart naar het beleid van scholen.

Wijze woorden (Hugo Blom Volkskrant 3 april 2021 Boeken p. 16):
In deze Maand van de Filosofie is de nieuwe Denker des Vaderlands al volop te beluisteren.
Ik denk dat we dat als een uitnodiging mogen opvatten, al weet ik niet of hij zeventien miljoen voordenkers kan gebruiken. Willen we naar hem luisteren, kunnen we naar hem luisteren? Zeker, en er valt nog wat te kiezen ook. In de serie
Sprekende denkers, waarin Nederlandse filosofen ons meenemen naar ‘het hart van het werk’ van grote filosofen van alle tijden, verzorgde Van Tongeren twee delen, Aristoteles en Nietzsche & het nihilisme. Beide luisterboeken dateren uit 2012, maar dat hoeft in dit geval denk ik geen probleem te zijn.
Nog iets ouder, uit 2008, is Van Tongerens Geluk, deugd, plicht, keuze, geen titel van een verkiezingsprogramma van het CDA, maar een serie van acht colleges over de geschiedenis van de ethiek. Van Tongeren is een nogal droge spreker, maar het gaat om de inhoud. Kort citaat uit het begin: ‘En toch is dit geen historisch college, maar een systematisch college. Toch gaat het er niet alleen maar om het verhaal van de geschiedenis te vertellen, maar gaat het in dat verhaal om ons, om nu. Om datgene wat een systematische ethiek moet doen, namelijk de vraag beantwoorden ‘hoe moet ik leven?’ of ‘hoe moeten wij leven?’, wil dat leven goed genoemd worden. Zinvol.’
De Boer schreef in 2017 het boek
Murakami en het gespleten leven, waarin hij het werk van de wereldwijd bewonderde Japanse schrijver analyseerde en liet zien hoe de moderne, gespleten mens in staat zou kunnen zijn met zichzelf te leven. De Boer zei daarover later bij Brainwash: ‘In één zin samengevat is de les die Murakami ons leert dat we het even hardnekkige als gebrekkige ideaal dat we een eigen identiteit moeten vormen, dat we ons authentieke zelf moeten vinden, dat we moeten worden wie we zijn – dat we dat los moeten laten.
Zijn boek is helaas niet voorgelezen, dan zou het mooi als oorproef kunnen dienen voor het werk van de meester, want enkele van Murakami’s boeken zijn onlangs voorgelezen. Twee weken geleden bracht Atlas Contact Norwegian Wood uit, voorgelezen door Cees van Ede, en nu volgen de verhalenbundel Eerste persoon enkelvoud, voorgelezen door Huub Dikstaal, en als klapstuk de trilogie 1Q84, die is voorgelezen door Johannes Sneekes. Wie nog niet tot de (minstens) zeventien miljoen Murakami-lezers of -luisteraars behoort, kan nu urenlang in de ‘Murakami-tunnel’ (Aaf Brandt Corstius) luisteren en dan wil je er niet snel meer uit, of je daar nu je authentieke zelf tegenkomt of niet.

Natuurlijk kan een aap praten (Aaf Brandt Corstius Volkskrant 13 maart 2021 Boeken p. 12-13):
Het nadeel van een sterrenstatus als die van Haruki Murakami is dat uitgevers álles wat hij schrijft wel willen drukken. Gelukkig is dat bij Eerste persoon enkelvoud, een bundel echte Murakami-verhalen, volkomen terecht.
De Murakami-tunnel
De Murakami-tunnel is de tunnel die je in zijn beste boeken (in mijn ogen De opwindvogelkronieken en 1Q84, en ook wel Norwegian Wood) al gauw inrijdt. Je komt in een andere staat van zijn, alsof je drugs hebt gebruikt of heel intens droomt, waarin je alles wat de schrijver zegt, gelooft – of er nu een pratende kat wordt opgevoerd of een man tijdenlang vrijwillig in een diepe kuil gaat zitten. Bij het
volledige opgaan in het verhaal komt ook nog dat je alleen nog maar in die tunnel wilt zitten, dat je hoopt dat de tunnel heel lang is, want je wilt helemaal niet meer zien hoe de normale wereld eruitziet.

Ype de Boer Het erotisch experiment Voorbij de moderne seksuele identiteit
Om de moderne erotische leefwereld open te breken, verkent De Boer de vele gedaantes die het erotische aan kan nemen. Het resultaat is een filosofisch experiment met kunst, literatuur en levensvormen uit andere culturen, waarbij uiteindelijk niets minder dan de Idee van het erotische op het spel komt te staan.
‘Het gaat erom het erotische uit haar protocollen te bevrijden’ (Alexandra van Ditmars Trouw 17 augustus 2019):
De manier waarop wij seks beleven mag een stuk spannender, vindt filosoof Ype de Boer. ‘Het is tijd om onze erotische atmosfeer open te breken.’
Hij las over de tijd waarin seks als
overmeestering van een demon werd gezien, en onthouding ervan als verwerkelijking van een gelofte aan God. Hij las over de islamitische filosoof Ibn Arabi uit de twaalfde eeuw, die seksueel verkeer juist zag als een mystieke eenwording met Allah. Over het oude China, waarin een connectie werd gelegd tussen seksuele energie en kosmische levensenergie. Over farao’s, die seks niet als afgebakend fenomeen zagen. Aan de beschrijving van dergelijke ‘erotische atmosferen’ is een groot deel van zijn boek gewijd.
Is dat niet wat overdreven?
“Seks speelt in ieder geval een grote rol bij ons zelfbegrip. Denk bijvoorbeeld aan de rol van seks in reclames, films en series. Alsof ieder product, van tandpasta tot gloeilampen, op de een of andere manier bijdraagt aan onze seksualiteit.”
Dit leidt ook nog eens tot
‘erotisch egocentrisme’ in onze cultuur, zegt De Boer. “Seks heeft voornamelijk te maken met de verlangens en idealen van het ‘ik’ dat bevrediging en erkenning zoekt.” Deze ‘ik’ is de persoon die iemand wil zijn, het beeld waaraan je wilt voldoen. “Het erotische wordt aan dit ‘ik’ ondergeschikt.”
Dat betekent niet dat iedere moderne vrijer een egoïst is. Het gaat erom dat we kritisch naar deze nadruk op het zelf kijken. Net zoals we dat moeten doen naar de neiging om
seks te reduceren tot een dierlijk of chemisch proces. “Wees je ervan bewust hoe jouw overtuigingen doorspelen in je seksuele beleving.”

Ype de Boer Murakami en het gespleten leven
Leesfragment: Murakami en het gespleten leven (Ype de Boer 24 september 2017):
Als Boku de stoute schoenen aantrekt en een afspraakje met haar maakt, zet hij zonder het zelf volledig te beseffen een eerste stap buiten dit bestaan. Het is het verlangen het ‘onontgonnen gebied’ van het leven te verkennen dat de betoverende oren van het meisje opeens in hem doet ontvlammen. Dit betekent dat er naast Boku’s bewuste streven een saai en overzichtelijk bestaan te leiden, een andere wil in hem bestaat die er juist op uit is zijn alledaagse leven voorgoed op het spel te zetten. De toverkracht van de oren van het meisje is het ‘gehoor’ geven aan deze tweede, door Boku zelf niet bewust gemaakte wil.
Twee willen tegenover elkaar in dezelfde persoon. Twee gebieden naast elkaar in hetzelfde leven. Een gespleten bestaan, waarvan de ene helft zich kenmerkt door een bewust nagestreefde alledaagsheid en de andere helft hier enkel nog verschijnt als een verlangen het ‘onontgonnen gebied’ te betreden. Het is de dynamiek tussen deze ‘leefhelften’ die we moeten onderzoeken, willen we grip krijgen op het leven dat Murakami beschrijft. In dit hoofdstuk staat het beginpunt van Murakami’s verhalen centraal: de alledaagsheid van zijn hoofdpersonen en het routinematige van hun bestaan. Hoe ziet dit alledaagse leven eruit? Welke idealen streven ze na en wat zijn de grenzen hiervan?

Wij zijn ons lichaam (Arnon Grunberg De Groene Amsterdammer 20 februari 2019 p. 60-65):
Dat wij sinds de jaren zestig seksueel vrij zijn, is volgens Michel Foucault een mythe. Sindsdien is de drang tot het openlijk bekennen van onze seksualiteit namelijk hoofdbestanddeel van onze cultuur. ‘De westerse mens is een bekentenissenbeest geworden.’
Welke maskers wij ook dragen tijdens het sociale spel, hoe ingenieus wij het veinzen, dat niet volstrekt vals hoeft te zijn, ook tot kunst hebben verheven, als wij de overtreding begaan zijn wij ongemaskerd, ons ware zelf komt dan naar boven. Vroomheid kun je veinzen, maar de overtreding lijkt altijd onthullend, dat is in elk geval de aanname van de biecht, de bekentenis, het spreken van de waarheid. Of die overtreding nu wordt begaan tegenover de staat, een andere burger, een geliefde, de ouders, onze medegelovigen of God is niet zo belangrijk.
Uit de relatie die wij hebben ontwikkeld met onze overtredingen en uit ons al dan niet onder drukte verlangen die overtredingen te begaan ontstaat vervolgens een zelfbeeld. Het woord ‘onderdrukken’ moet hier niet al te freudiaans worden gelezen. Met behulp van diverse maatregelen, onthouding van waardering en liefde, sociale uitstoting, boetes, gevangenisstraf, de dood, worden wij verleid niet toe te geven aan onze verleidingen, waarbij het altijd als een deugd geldt als men de verleiding niet uit angst voor straf weerstaat, maar bij wijze van levenskunst, uit diepe overtuiging, uit liefde voor God of voor het goede, hoewel een scepticus allicht zal opmerken dat dergelijke ‘liefde’ weinig meer is dan een geïnternaliseerde strafmaatregel.
Het waarheid spreken’ krijgt dus pas betekenis in het licht van het verbodene, want waarom de waarheid spreken over iets wat iedereen kan zien, over iets waarover niemand niet de waarheid zou spreken? Anders gezegd, de waarheid die kan worden ‘bekend’ heeft het verbodene nodig, er moet iets te onthullen zijn.
In Homo sacer: De soevereine macht en het naakte leven van Giorgio Agamben uit 1995 corrigeert Agamben Foucault, hij vult hem aan, en hij gaat verder met waar Foucault is gebleven: ‘De lichamen van de onderdanen, die zonder meer gedood kunnen worden, vormen het nieuwe politieke lichaam van het Westen.’
Agamben eindigt zijn boek gematigd hoopvol met adviezen en raadgevingen. Foucault eindigt met een vooruitblik op deel 4, met een ziel, die nog altijd ‘moet worden ontraadseld’. De ontraadseling als voorstadium van de afschaffing. De doodsdrift van het heilige leven kan niet worden overwonnen noch ontkend, maar door middel van ontcijferingstechnieken (getallensymboliek) kan die doodsdrift worden uitgesteld en afgezwakt.
Zo stel ik mij de toekomst van het bekentenissenbeest voor: zwervend over de onherbergzame steppe leest en herleest hij zijn eigen boek, zichzelf telkens opnieuw interpreterend. Alle gehuurde oren heeft hij achter zich gelaten, hij is zijn eigen mond en zijn eigen oor, hij bekent voor niemand en dus voor iedereen.
Kijkend naar het verleden weet hij dat het nu nog maar op één ding aankomt: genoeg te hebben aan zichzelf.

De inhoudsloze mens voor als je niet naar jezelf op zoek bent (Ype de Boer Brainwash):
Worden wie je bent, jezelf vinden. Het is hét credo van de Westerse wereld geworden. Kan het ook anders, vraagt filosoof Ype de Boer zich af. Tijdens zijn lezing op het Brainwash Festival ging hij geïnspireerd door filosoof Giorgio Agamben op zoek naar een alternatief.
Wat betekent het om mens te zijn? Wat betekent het om nu en hier mens te zijn? In
De man zonder inhoud onderzoekt de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben de status van de hedendaagse kunst en de moderne menselijke conditie. Om het culturele heden van het westen te illustreren, verwijst hij naar een beroemde gravure van Albrecht Dürer uit 1514, genaamd Melencolia I.
De gravure geeft een engel weer, maar niet zoals dat gebruikelijk was in de middeleeuwen. De engel daalt niet in volle glorie, met open armen en stralend gezicht uit de hemel neer, maar zit onderuitgezakt en verveeld voor zich uit te staren. Ze lijkt niet in het bezit van een hogere boodschap om aan de wereld te brengen. Evenmin wordt ze aangesproken door de meet- en rekeninstrumenten die haar omringen, en ook niet door de
wetenschappelijke en alchemistische symbolen. De betekenis die ze ooit voor de mens gehad moeten hebben is ontoegankelijk geworden voor de engel. Het goddelijke licht waaraan deze projecten misschien ooit hun bestemming dankten, schijnt nog flauwtjes aan de horizon maar bereikt de aarde niet, en de doelloos rondgeslingerde aardse projecten verheffen de mens niet meer tot het hogere. Samen met de melancholische engel bevinden zij zich in het niemandsland tussen heilig en werelds, zinnig en onzinnig.

Kerkbewaarder 'Aanpassing leidt tot ondergang' (interview Sander van Walsum met Wim Eijk Volkskrant 24 december 2015 p. 4-5):
'Veel mensen voelen toch een religieuze fantoompijn. Ook al zijn ze losgesneden van hun christelijke wortels, ergens voelen ze toch de pijn van het verlies. Ze zoeken vervangende rituelen. Uitvaarten, stille tochten, kaarsen branden: ze zijn een afspiegeling van wat wij in de rooms-katholieke kerk heel sterk hadden. Mensen hebben een natuurlijk verlangen naar iets dat eeuwig blijft, iets dat waar, goed en schoon is. Dat kun je alleen in God vinden. Onze taak is om hen daarvan weer bewust te maken.
Onlangs heeft de paus het Heilig Jaar van de Barmhartigheid ingeluid. Wat gaan we daar in Nederland van merken?
'Barmhartigheid verwijst naar de boetepraktijk in de oude kerk: de kwijtschelding van alle straffen die iemand zijn opgelegd vanwege zijn zonden. De paus heeft hierover een heldere brief geschreven waarin hij uitlegt hoe het zit met het vagevuur en de aflaat.
In de Augustinuskerk, hier in Utrecht, hebben nogal wat mensen gebiecht na het openen van de Heilige Deur. Er zal catechese worden aangeboden over de zeven geestelijke en zeven lichamelijke werken van barmhartigheid. Op diverse plaatsen in ons bisdom zullen vieringen plaatsvinden met de aanbidding van de Allerheiligste.

Naïviteit is geen christelijke deugd (Volkskrant 1 oktober 2015 p. 22):
Door: Mgr. Gerard de Korte (bisschop van het bisdom Groningen-Leeuwarden) en Arjan Plaisier (scriba van de Protestantse Kerk in Nederland)
Bas van Bommel stelt in zijn stuk van 24 september een aantal kritische vragen bij de wijze waarop in naam van 'christelijke waarden' vluchtelingen die naar Europa en ook Nederland stromen, worden opgevangen. Wij zijn het met Van Bommel eens dat er kortsluiting kan ontstaan wanneer een christelijke notie als barmhartigheid als oplossing voor een uiterst ingewikkeld thema als de huidige vluchtelingencrisis wordt gepresenteerd.
De gelijkenis van Jezus over de barmhartige Samaritaan kan politici wel inspireren maar dicteert geen eenduidig beleid. Met alleen een sentimenteel appèl op barmhartigheid, komen we niet veel verder. Met oneliners evenmin. Ook niet met de oneliner 'eigen volk eerst' van Wilders. Daarom spreken we graag met twee woorden. Ook als het gaat om christelijke waarden. Etc.
Grenzen trekken
Wie de ruimte open wil houden, moet ook grenzen trekken en nee zeggen tegen een ideologie of tegen
religieus fundamentalisme dat deze ruimte teniet wil doen. De regel over 'de tirannie verdrijven' staat in een volkslied dat geïnspireerd is door een christelijke levensovertuiging. Wij pleiten voor een principiële én realistische houding. Mensen in nood moeten worden geholpen, maar tegelijkertijd moet onze kostbare én kwetsbare vrijheid worden beschermd. Want naïviteit is geen christelijke deugd, ook als het gaat om de opvang van de huidige vluchtelingenstroom.

De vier stadia voor bewustzijnsverandering volgens Maslow kunnen ook met de vier primaire bewustzijnsniveaus en deze vier kosmische schema’s van Jozef Rulof worden vergeleken.

Over de vrije wil wordt geleerd, dat de menselijke wil een zekere vrijheid heeft om burgerlijke rechtvaardigheid tot stand te brengen, en om een keuze te maken in zaken die aan het verstand onderworpen zijn. Maar de wil heeft zonder de Heilige Geest niet de kracht om de geestelijke rechtvaardigheid tot stand te brengen, omdat de mens van nature niet inziet wat uit Gods Geest is. Dat gebeurt in het hart, wanneer de mens door het Woord de Heilige Geest ontvangt.
Augustinus zegt dat met zoveel woorden in boek III van de Hypognosticon:
'Wij geven toe dat alle mensen een vrije wil hebben, een zeker redelijk oordeel.
Maar daardoor zijn ze nog niet in staat in zaken die op God betrekking hebben, zonder God iets te beginnen, laat staan te volbrengen. Ze zijn slechts in staat te beslissen over de zaken van het huidige leven, ten goede en ten kwade. Goed noem ik die dingen, die uit een goede gezindheid voortkomen zoals: willen werken op de akker, willen eten en drinken, een vriend willen hebben, een huis willen bouwen, een vrouw willen trouwen, vee houden, de kunst om de verschillende goede dingen te onderscheiden. Kortom, de wil tot alle goede dingen die betrekking hebben op het huidige leven. Al die dingen blijven niet bestaan zonder dat God ze bestuurt, ze zijn immers ontstaan en bestaan uit Hem en door Hem. Kwade dingen noem ik: een afgod willen dienen, een moord willen plegen etc.'

Danielle Audoin De Theosofische Vereniging in de wereld van nu
Innerlijke vrede is omgekeerd evenredig aan ambitie, het egoïstische verlangen naar erkenning van het ik, en dat geldt zowel voor een individu als voor een groep personen of een staat. En als er geen vrede heerst in het hart van de mensen, kan er geen vrede op aarde zijn. Daarom is het niet overdreven te zeggen dat ieder van ons voor de wereld verantwoordelijk is, dat ieder – hoe hij ook is, waar hij zich ook bevindt, in wat voor levensomstandigheden hij ook verkeert – ten goede kan werken voor de wereld in plaats van maar door te gaan kwaad te doen door onwetendheid of onbewustheid.

Kosmisch bewustzijn Deel 1: Onderzoek naar mystieke ervaringen (Piet Ransijn Civis Mundi Digitaal #101 augustus 2020):
De basisbevinding van Teilhard is dat de
evolutie van het bewustzijn samengaat met de groei van complexiteit van de samenstellende eenheden. Hij meende dat het menselijk bewustzijn verder evolueert naar een meer verlicht bewustzijn. Hij gebruikt daarvoor neologismen zoals noösfeer en punt omega, alsmede christelijke termen, die niet altijd even duidelijk zijn. Zijn conceptie van Christus als een verlicht bewustzijn ofwel Christusbewustzijn, waarmee ons individuele bewustzijn zich kan verenigen of verbinden, is te beschouwen als een equivalent van kosmisch bewustzijn. Dit is een ander woord voor ‘verlichting’, een verlichte, meer volledig ontwikkelde bewustzijnstoestand, zoals dit in met name oosterse tradities wordt begrepen, maar ook in het Westen bekend is. Het is een conceptie die enige verheldering behoeft en niet tot de algemene ervaring behoort.
Iets vergelijkbaars komt ook voor in andere tradities, hoewel toewijding aan God, ook in de Bhagavad Gita vaak op de eerste plaats komt, zie bijv. De navolging van Christus van Thomas à Kempis. “Door zich aan te passen aan... de verlichte kosmische geest van de leermeester, verwerft de zoeker geleidelijk dezelfde status... Overgave, het stellen van vragen en dienstbaarheid vullen elkaar aan en scheppen een situatie die gunstig is voor verlichting,” aldus het commentaar op de Bhagavad Gita van Maharishi Mahesh Yogi. Hij heeft jarenlang ervaring gehad met dienstbaarheid aan zijn leermeester. Hans Laurentius, auteur van o.m.
Zelfrealisatie en De vreugde van verlichting, verklaarde dat zijn ervaringen van verlichting zijn geïnspireerd door het lezen van de Indiase leraren Ramana Maharishi en Nisargadatta Maharaj (over hen schrijft Hans Komen in zijn artikelen over bewustzijn, deel 3, nr 43 Civis Mundi Digitaal #43 februari 2017). De wegen naar verlichting of kosmisch bewustzijn zijn echter niet het onderwerp van dit artikel, maar de toelichting ervan aan de hand van het boek van Bucke en ander onderzoek. De ervaringen van Bucke wat betreft kosmisch bewustzijn zijn mede geïnspireerd door het lezen van enkele ‘verlichte dichters’, met name Walt Whitman.
Wat houdt de mystieke ervaring is? Het onderzoek van Walter Stace
Wat is mystiek en wat is een mystieke ervaring? Dit is de eerste vraag die aan de orde komt bij Stace.
Mystici ervaren hun ervaring vaak als meer werkelijk dan andere ervaringen, hoewel voor vele anderen een dergelijke ervaring vreemd is, ook voor onderzoekers. Ook Stace maakt een onderscheid tussen ervaring en interpretatie, die vaak in een religieus kader plaatsvindt. Om te beginnen is mystiek volgens Stace niet ‘mistig’ en ook niet mysterieus of occult, ook al lijkt de term ‘mystiek’ daarmee verwant. Het woord mystiek zou zijn afgeleid van ‘myein’: “sluiten, in het bijzonder van lippen en ogen” (Van Dale, Groot etymologisch woordenboek. Zie ook ‘Mysticism: An Essay on the History of the Word’ in Richard Woods ed., Understanding Mysticism). Het woord heeft wel te maken met ‘mysterie’, in de zin dat het iets onbegrijpelijks betreft, dat met het verstand niet te vatten is. De mystieke ervaring gaat niet alleen voorbij het verstand, maar ook voorbij ideeën, beelden, stemmen, visies, visioenen en emoties. “Er zijn geen gedachten in de ervaring zelf.” Die komen daarna.

Jung en Teilhard de Chardin - Voorlopers van de Nieuwe Tijd (Paul Revis GAMMA maart 2015 p. 7):
Freud wilde alle driften en instincten in de mens herleiden tot één oerdrift: de
libido sexualis. Hiermee kon Jung zich niet verenigen. In zijn autobiografie schrijft hij: "Ik herinner mij nog levendig hoe Freud tot mij zei: 'Mijn beste Jung, beloof me dat je de seksuele theorie nooit ontrouw zult worden.
8: Zij is de
quintessens. Wij moeten er een dogma van maken, een onwrikbaar bolwerk'. Enigszins verwonderd vroeg ik: 'Een bolwerk...waartegen?', waarop hij antwoordde: 'Tegen de zwarte modderstroom...(hier aarzelde hij even) van het occultisme.' (...) Zonder het toentertijd geheel te begrijpen had ik het doorbreken van onbewuste religieuze factoren bij Freud meegemaakt. (...) Freud, die steeds met klem op zijn irreligiositeit had gewezen, had voor zichzelf een dogma opgesteld, of liever, in plaats van de verloren god een ander gebiedend beeld namelijk dat van de seksualiteit geschoven."

De Geheime Leer Deel I Samenvatting (p. 296):
Het voorgaande, noch wat er volgt, kan men als geheel ergens volledig aantreffen. Het wordt in geen enkele van de zes Indiase filosofische scholen geleerd, want het betreft hun synthese – de zevende school, dat is de occulte leer.

G. de Purucker boek Aspecten van de occulte filosofie hoofdstuk De zes grote scholen van de ouden (p. 32):
Er zijn zes 'darsana's' of scholen die als de juiste vertolkers van het filosofische denken van de hindoes worden erkend en al deze zes darsana's – een Sanskrietwoord dat letterlijk 'zienswijzen' betekent – kunnen in drie paren worden verdeeld. De zes darsana's of zienswijzen of scholen zijn respectievelijk de Nyaya, gesticht door Gotama; de Vaiseshika, gesticht door Kanada; de Samkhya, gesticht door Kapila; de Yoga, gesticht door Pata–jali; de lagere en hogere Vedanta, gesticht door Vyasa; de belangrijkste school van de hogere Vedanta was de Advaita, te danken aan de leer van de hindoe-avatara Sankaracharya.

Gottfried de Purucker behandelt in Deel I, hoofdstuk 7 van zijn boek Grondslagen der Esoterische Wijsbegeerte de Heilige tetraktys van Pythagoras. Pythagoras onderwees de esoterische leer van de Monade, Duade, Triade en de Tetrade. Hoofdstuk 7 bevat de essentie van het 5Ddenkraam, de ‘Monade, Duade, Triade en Tetrade’ en de relatie die met de levensboom wordt gelegd.

H.P. Blavatsky De zeven sleutels van esoterische wijsheid (Stem van de stilte)
Amritayana en Pratyekayana, de twee paden.
We moeten dagelijks de
paramita’s ontwikkelen en de zaailingen van altruïsme begieten met de regen van mededogen, ondanks de karmische belemmeringen in de natuur die naar traagheid neigen. Tsong -kha-pa, de wijze van Tibet, dacht dat het eerbiedig in praktijk brengen van mededogen ‘de meest voortreffelijke oorzaak is voor het boeddhaschap, omdat het van nature een grondige bescherming biedt voor alle kwetsbare levende wezens die vastzitten in de gevangenis van het cyclische bestaan’.1 Dit is amritayana of het ‘pad van onsterfelijkheid’ in de zuivere betekenis ervan. Wanneer uiteindelijk een discipel wordt geboren in ‘het geslacht van de Tathagata’s’, ervaart hij een alles overtreffende vreugde – en toch ook onmetelijk verdriet vanwege de geestelijke traagheid van zo’n groot deel van de mensheid.

G. de Purucker Een toelichting op De Geheime Leer van H.P. Blavatsky - beginselen van de esoterische filosofie (p. 10/11):
Het gaat hier om een onstoffelijke wereld die door krachten, door goden zo u wilt – het woord doet er niet toe – uit het Al is voortgebracht, en om de geest, de kracht van deze wezens die over of in deze ontastbare en onstoffelijke bol of wereld zweeft. Als we onze aandacht richten op het oosten en de Sanskrietleringen die in de Veda voorkomen raadplegen – de oudste en meest vereerde religieuze en filosofische werken van Hindoestan – vinden we het volgende [naar de Engelse vertaling van Colebrooke]:
Noch iets noch niets bestond; . . .
Denk na over de gedachte daarin. Er bestond noch enig ding, noch geen ding.
. . . die heldere hemel daar
Was niet, noch ’t brede hemeldak daarboven uitgestrekt.
Wat dekte ’t al? wat beschutte? wat verborg?
Was ’t van ’t water het peilloze diep?

Dr Annie Besant e.a. De grondleringen der theosofie
2 De dood - en wat dan? (p. 16,17)
Leven, dood - en wat dan? Wat anders dan nieuw leven, eindeloos, onbegrensd leven? Want wat om oplossing vraagt is niet het vraagstuk van de dood, maar dat van het leven. Als wij maar weten wat het leven is, en wat het zal zijn, als wij onze ogen openen en het grote Goddelijke Plan zien, dan is er geen dood. Tracht dat moment in het leven te vinden, dat het moment der momenten is - de minnaar heeft het gevonden, en de heilige, de martelaar, de kunstenaar en de dromeren dan zult gij weten dat gij een ziel zijt en niet kunt sterven; dan is het leven, in of buiten het lichaam, een reeks van onderdelen van een meesterwerk; dan betekent leven de Hemel dragen in het hart, en Gods plan in onze hersenen, leven na leven, totdat er een einde komt aan geboorte en dood, en de mens is geworden "een pilaar in de tempel van mijn God, en hij zal niet meer uitgaan". Daarvoor worden wij "geboren" en daarvoor "sterven" wij; maar boven geboren worden en sterven uit wacht de nooit eindigende zaligheid, het vinden van God en van Onszelf. En dat is de ontdekking niet van Twee, maar van EEN. Dat is het grootste
Levensmysterie, waarvoor de dood geen verschrikking, het graf geen overwinning heeft. C. JINARAJADASA.

De rol van Zelfonderzoek op het Pad van Terugkeer (Dara Tatray Theosofia 112, nr 2 - mei 2011)
De betekenis van chitta-vrtti-nirodha is dus het ophouden, nirodha, van de mentale modificaties, chitta-vrtti. Nivrtti betekent terugkeer en ook ‘ophouden, stoppen, verdwijnen… uitscheiden met, zich onthouden van of er niet mee doorgaan… ontsnappen aan… wereldse daden, inactiviteit, rust’2; het is een terugkeren naar de Bron.
2. Monier-Williams, M., A Sanskrit-English Dictionary, Delhi: Motilal Banarsidass, 1899/2002, p.560.
Het Pad van Terugkeer, Nivrtti Marga, wordt gekenschetst als een pad van toenemende zelfrealisatie3. Dit is kijken naar het onderwerp in voornamelijk menselijke termen. De kosmos als geheel gaat ook door een uitgaan en een terugkeer in de vorm van de manifestatie van het universum en de uiteindelijke oplossing ervan: de involutie van geest in materie (wat neerkomt op de het creëren van het stoffelijke)en evolutie (wat in theosofische termen het verder ontplooien betekent van de krachten die latent zijn in het bewustzijn, en in latere stadia een terugkeer tot het Ene).
3. Wilber, Ken, The Atman Project: A Transpersonal View of Human Development, Wheaton, Illinois: TPH, 1980, p.3-4.
In het begin, zoals H.P. Blavatsky (HPB) vertelt in De Geheime Leer, vervulde alleen duisternis alles. Zij schrijft, citerend uit de scheppingshymne in de Rig-Veda:
Noch iets, noch niets bestond;
die heldere hemel daar
was niet, noch ’t brede hemeldak daarboven uitgestrekt.

Wat dekte ’t al? wat beschutte? wat verborg?
Was ’t van ’t water het peilloze diep?
Dit uitgaan en terugkeren werd verwoord door Henri Bergson in Creative Evolution, waarin hij schreef: Zoals het kleinste stofdeeltje verbonden is met ons hele zonnestelsel, daardoor meegesleept in die onverdeelde neerwaartse beweging die het materialisme zelf is, zo vormen alle georganiseerde wezens, van de nederigste tot de hoogste, van het allereerste begin van het leven tot de tijd waarin wij zijn…slechts het bewijs van een enkele impuls, het omgekeerde van de beweging van materie, en zelf ondeelbaar.10
10) Bergson, Creative Evolution, cited in Lovejoy, Arthur O., The Reason, the Understanding and Time, Baltimore: The Johns Hopkins Press, 1961, p.175.
De manier waarop dit onderwerp
geïntroduceerd wordt in de Yoga-Vasishtha is leerzaam. Ons wordt verteld dat toen Rama, de heerser van alle koningen van de aarde, pas 16 jaar oud was, hij vairagya of begeerteloosheid bereikte. Hij trachtte niet het te verwerven, maar het overkwam hem. Dit is het verhaal: …toen Rama pas 16 jaar oud was, overkwam hem vairagya, uitputting van de uitgaande krachten van begeerte en afkeer van gehechtheid aan alle vergankelijke dingen. Hij hoorde de lokroep van het eeuwige, uit wiens aanwezigheid hij weggedwaald was.11 Sinds hij was overgegaan tot bespiegeling, schiep Rama geen plezier meer in de vergankelijke dingen van het leven.
11) Bhagavan Das, ''Mystic Experiences:Tales of Yoga and Vedanta from theYogavashishtha (With notes by Dr Annie Besant) '', Varanasi: The Indian Bookshop, The Theosophical Society, 1927/1988, p.1.

De geschiedenis leert dat personen als Socrates en Jezus Christus, die aan de kant van het volk staan, juist het slachtoffer worden van een politieke moord. Als het slecht gaat zoeken de ‘daders’ een ‘zondebok’. Hij kreeg de kruisdood omdat hij niet bereid was zijn ziel te verkopen. Om zelf buiten schot te blijven treedt het zondebokmechanisme in werking. Juist diegenen die niet corrupt zijn worden opgeofferd. De grote leraren, wereldhervormers van de mensheid, zoals Christus, Boeddha, Plato en Confucius, hebben over ethiek eigenlijk hetzelfde gedacht ‘Alle dingen dan die gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de Wet van de Profeten’. De onderliggende eenheid achter de verscheidenheid wordt God genoemd.

Prof. Hofstede: De menselijke natuur is wat alle menselijke wezens met elkaar gemeen hebben.
De kern van een cultuur wordt gevormd door waarden. Een waarde is een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken te verkiezen boven anderen. Waarden behoren tot de eerste dingen die kinderen leren – niet bewust, maar impliciet. Waarden zijn gevoelens met een richting: een plus- en een minpool. Zij hebben betrekking op:

Goed tegenoverSlecht
SchoonVuil
MooiLelijk
NatuurlijkOnnatuurlijk
NormaalAbnormaal
LogischParadoxaal
RationeelIrrationeel

In de culturele antropologie komt het gedrag van de mens tot uiting. Kan men ooit wel het innerlijk van de zogenaamde primitieve volken kennen?, zo heeft menigeen zich wanhopig afgevraagd. Maar moderne onderzoekers stellen, dat men daartoe maar het hele culturele gedrag van zulke mensen moet beschrijven en interpreteren. Want uit de manier waarop de mens zich cultureel gedraagt, blijkt zijn innerlijk. Het ‘Wat’ wordt in het ‘Hoe’ aan de dag gebracht. Het wenselijke en het gewenste onderscheiden zich van elkaar door de aard van de normen die in het geding zijn. Normen zijn standaarden voor waarden die binnen een groep of categorie mensen gelden. Wanneer men vraagt naar het ‘wenselijke’ dan is de norm absoluut en geeft aan wat ethisch (spiritueel) juist is. Bij het ‘gewenste’ is de norm statisch van aard, en gebaseerd op de keuzen die feitelijk door de meerderheid worden gemaakt. Het wenselijke is meer een vorm van ideologie, het gewenste van praktijk. Hoe duidelijk komt juist in deze functionele fase aan de dag, dat de cultuur geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord is. Cultuur is de manier waarop de mens zich uitdrukt, de wijze waarop hij de juiste relaties tracht te vinden tot alles wat hem omgeeft. In het bijzonder is cultuur een strategie om de verhoudingen tot de machten in goede banen te leiden. Daarom is juist ook de relatie tot het goddelijke steeds in het geding binnen een cultuur.

In het recht wordt onderscheid gemaakt tussen goede trouw en kwade trouw door het wegen van de intentie van een verdachte van een onrechtmatige daad.

Tussen de verkoper en de koper, de vraagzijde en aanbodzijde zit voor beide partijen de stem van het geweten. Uiteindelijk zijn we het allemaal zelf, die de chaos creëren. Welke leraar laten we prevaleren? In plaats van de Goddeloze dwaas de rechtvaardige wijze laten prevaleren.

Fons Trompenaars, auteur van Stierf de Voetganger?, testte leden van verschillende culturen met divers morele dilemma's. Één hiervan was of de bestuurder van een auto zijn vriend zou hebben, een passagier die in de auto berijdt, liggen om de bestuurder tegen de gevolgen te beschermen van te snel het drijven van en het raken van een voetganger. Trompenaars vond dat de verschillende culturen vrij verschillende verwachtingen (van niets aan bijna bepaald) hadden.
De evolutieve biologen beginnen van de veronderstelling dat de ethiek een product van evolutieve krachten is.[nodig citaat] Voor deze mening, worden de zedenwetten uiteindelijk gebaseerd op emotionele instincten en intuïties die voor in het verleden werden geselecteerd omdat zij overleving en reproductie hielpen (inclusieve geschiktheid). De sterkte van moeder band is één voorbeeld. Een andere is Het effect van Westermarck, gezien zoals ondersteunend taboes tegen bloedschande, wat de waarschijnlijkheid van inteeltdepressie vermindert.
Het fenomeen van 'wederkerigheid' (reciprociteit) in aard wordt gezien door evolutieve biologen unidirectioneel beginnen menselijke ethiek te begrijpen. Zijn functie is typisch een betrouwbare levering van essentiële middelen, vooral voor dieren te verzekeren levend in een habitat waar de de voedselhoeveelheid of kwaliteit onvoorspelbaar schommelen.

De boodschap, het nieuwe inzicht van Jezus (historisch-kritisch benaderd) Keer dan ook uw andere wang toe is de keerzijde van het Oog om oog, tand om tand uit het Oude Testament en berust op de Gulden Regel Wat gij wilt dat u geschiedt doe dat de ander. (Wederkerigheid).

Herman De Ley Wat is Religie? Een Inleiding.
In zijn synthese-artikel van 1984 komt Peter Fuller tot de conclusie dat de zogenaamde "Christologie" - d.w.z. elk soort van denken over Jesus van Nazareth in termen van de "Christus": Zoon van God, Messias, Godmens, enz. - een late toevoeging was:

"Jesus dacht niet over zichzelf als 'zoon van God' in enige betekenis die ook maar van verre te maken heeft met de betekenis die die titel naderhand kreeg in de christelijke belijdenissen; hij had niets te zeggen over zijn eigen natuur als god-mens, over incarnatie, verrijzenis uit de doden of de verlossingsdoctrines (soteriologie) waarop het christelijk geloof is geconstrueerd" (o.c., p. 119).

Anderzijds kan ook niet langer worden volgehouden dat Jesus een "nieuwe ethiek" aan de wereld zou hebben geschonken. Tussen de 20ste-eeuwse onderzoekers bestaat er integendeel een ruime consensus dat er in zijn ethisch onderricht weinig origineels te vinden was: dat onderricht was volledig doordrongen van de "liberale", farizeïsche traditie (een belangrijk deel ervan vindt men al geanticipeerd in de teksten van Rabbi Hillel, ca 40 jaar vroeger):

"er is niet één ethische stelregel die volgens de overlevering werd uitgesproken door Jesus van Nazareth, waarvoor geen parallel (vaak zelfs woordelijk) te vinden is in de rabbinale literatuur" (ibid.).

Jan Verplaetse Het morele instinct Over de natuurlijke oorsprong van onze moraal, Samenvatting van 'Het morele instinct':
Wat is goed en wat is kwaad? Dit boek is een uitvoerig antwoord op die vraag. Het verklaart moreel en immoreel gedrag als uitdrukkingsvormen van vijf morele systemen. Vier ervan berusten op intuïties of emoties (de hechtingsmoraal, de geweldmoraal, de reinigingsmoraal, de samenwerkingsmoraal) en slechts één is rationeel (de beginselenmoraal). Deze moralen zetten mensen ertoe aan om dingen te doen of te laten, maar op diverse gronden en op verschillende manieren. Gemeenschappelijk aan alle moraal is dat die onze individuele vrijheid begrenst ten gunste van het hogere belang.
Verplaetse vertelt wat we weten over de oorsprong en de ontwikkeling van moraal. Hij laat zien dat moraal veelal berust op biologische, automatische en emotionele processen. Neurowetenschappelijke bevindingen leveren overtuigend bewijs voor de diepe verankering van moraal in het menselijk lichaam. Zo heeft de ontdekking van spiegelneuronen duidelijk gemaakt dat empathie - volgens Schopenhauer de basis van alle moraal - een neurobiologisch gegeven is.
Dit boek gaat niet over de geest van de ethiek, maar over het vlees van de moraal. Het laat zien wat de mens, waar ook ter wereld en tot welke cultuur hij ook behoort, bezit aan vermogens om met het conflict tussen eigenbelang en hoger belang om te gaan. Het verschuift de focus van culturele diversiteit naar biologische gegevenheden.
Verplaetse pleit ten slotte voor een ethiek die niet alleen rekening houdt met morele beginselen, maar ook met de vier emotiemoralen. De ethiek van de toekomst zal een evenwicht moeten vinden tussen emotie en rede.

Greta Eedle Goed en kwaad
Houd op kwaad te doen, leer om goed te doen. In de een of andere vorm, in verschillende bewoordingen bij verscheidene gebeurtenissen, is ons allemaal vanaf onze kindertijd dit advies gegeven, eerst omdat ons geleerd werd ons te conformeren aan de tradities en gewoonten van het gezin en de sociale en godsdienstige groep waarin we werden geboren; later omdat wij kennismaakten met de wijsheid van de wijzen van de wereld.
75: Onze studies leiden ons tot de overtuiging dat het het absoluut goede een goddelijk principe is waarin het mentale, emotionele en fysieke goed en kwaad uiteindelijk opgenomen zullen worden. Totdat de mensheid echter ver vooruit is gegaan, veel verder dan haar huidige staat van geestelijke onwetendheid, zal zij dit innerlijk rijk van het goede, het ware en het schone niet kunnen binnen gaan.

De drie-eenheid ‘Brahmâ, Vishnu en Shiva’ is de grondslag van alle verschijnselen van 'geboorte, groei naar volwassenheid en neergang' (Kindsheid, Aankomende leeftijd, Volwassenheid en Ouderdom) die overal in de schepping als een kringloop te zien zijn.
De drie guna's zoals beschreven in de Bhagavad Gita 14:5-25 beschrijven drie stadia in de geestelijke ontwikkeling van de mens: tamas, rajas en sattvas. Bij de gnostici waren deze stadia bekend als de hylikoi, zij die aan de zintuigen zijn gehecht; de psychikoi, zij die aan hun denkbeelden zijn gehecht en de pneumatikoi, zij die het geestelijke inzicht hebben verkregen en geheel zichzelf zijn geworden.
De drie goena's behoren tot het gebied van de menselijke geest, niet tot dat van de goddelijke geest Brahmâ, Vishnu en Shiva.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel I, Stanza 3 Het ontwaken van de kosmos (p. 97):
(a) Het gebruik van meetkundige figuren en de veel voorkomende verwijzingen ernaar in alle oude geschriften (zie de Purana’s, Egyptische papyri, het ‘Dodenboek’ en zelfs de Bijbel) moet worden verklaard. In het ‘Boek van Dzyan’, evenals in de Kabbala, zijn er twee soorten getallen die men kan bestuderen – de cijfers, vaak eenvoudige sluiers, en de heilige getallen, waarvan de waarden alle door inwijding aan de occultisten bekend zijn. De eerstgenoemde zijn alleen maar gebruikelijke tekens, de laatstgenoemde zijn de basissymbolen van alles. Dat wil zeggen, de eerste soort is zuiver materieel, de andere zuiver metafysisch; zij verhouden zich tot elkaar als stof tot geest – de tegenpolen van de ENE substantie.
Geheime Leer Deel I, Stanza 5 Fohat: kind van zevenvoudige hiërarchieën (p. 154):
Het is niet de ‘heerser’ of ‘maharadja’, die straft of beloont, met of zonder toestemming of bevel ‘van God’, maar de mens zelf – omdat zijn daden of karma individueel en collectief (zoals soms met hele volkeren het geval is) allerlei soort kwaad en rampen aantrekt. Wij maken OORZAKEN, en deze wekken in de siderische wereld de overeenkomstige krachten op. Deze krachten worden magnetisch en onweerstaanbaar aangetrokken tot degenen die deze oorzaken teweegbrachten en werken op hen terug, of dergelijke personen nu inderdaad de boosdoeners zijn, dan wel alleen de denkers die het kwaad hebben uitgebroed. Gedachte is stof17, leert de moderne wetenschap ons; en ‘ieder deeltje van de bestaande stof moet een register zijn van alles wat er is gebeurd’, zoals Jevons en Babbage in hun ‘Principles of Science’ aan de niet ingewijde vertellen.
17) Natuurlijk niet zoals dit wordt opgevat door de (in het Duits publicerende) Nederlandse materialist Moleschott, die ons verzekert dat ‘gedachte de beweging van de stof is’, een ongeëvenaard absurde bewering. Mentale en lichamelijke toestanden staan als zodanig volkomen tegenover elkaar. Maar dat neemt niet weg dat iedere gedachte, behalve de haar begeleidende stoffelijke verandering in de hersenen, ook een objectief aspect vertoont hoewel dit voor ons bovenzinnelijk objectief is – op het astrale gebied. (Zie ‘The Occult World’, blz. 89-90.)
Geheime Leer Deel I, Stanza 6 Vervolg (p. 220/221):
(a) Alleen op gezag van de Toelichtingen wordt gezegd, dat met de kwalificatie de ‘vierde’, de ‘vierde Ronde’ wordt bedoeld. Deze kan evengoed de vierde ‘eeuwigheid’ als de ‘vierde Ronde’, of zelfs de vierde (onze) bol betekenen. Want, zoals herhaaldelijk zal worden aangetoond, is deze de vierde sfeer op het vierde of laagste gebied van het stoffelijke leven. En we zijn nu eenmaal in de vierde Ronde, op het keerpunt waarvan geest en stof tot volmaakt evenwicht moesten komen1. De Toelichting zegt als uitleg van het vers:
De heilige jongelingen (de goden) weigerden zich te vermenigvuldigen en soorten te scheppen naar hun gelijkenis, naar hun aard. Het zijn geen geschikte vormen (rupa’s) voor ons. Zij moeten groeien. Zij weigeren de chhaya’s (schaduwen of beelden) van hun minderen in te gaan. Zo heerste er vanaf het begin zelfzucht, zelfs onder de goden, en zij kwamen de karmische lipika’s onder ogen.’
1) In deze periode – tijdens het hoogtepunt van beschaving en kennis, maar ook van verstandelijkheid van de mens van het vierde, Atlantische Ras – vertakte, zoals we zullen zien, de mensheid zich als gevolg van de beslissende crisis van de fysiologisch-geestelijke aanpassing van de rassen, in twee lijnrecht tegenovergestelde paden: het RECHTER en het LINKER pad van kennis of vidya. ‘Zo werden in die dagen de kiemen gelegd van de witte en de zwarte magie. De zaden bleven enige tijd onwerkzaam, om pas te ontkiemen tijdens de eerste periode van het vijfde (ons Ras).’ (Toelichting.)
H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel I Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 261):
Filosofisch beschouwd is de mens in zijn uiterlijke vorm eenvoudig een dier, nauwelijks volmaakter dan zijn aapachtige voorvader uit de derde Ronde. Hij is een levend lichaam, geen levend wezen, omdat het besef van bestaan, het ‘ego-sum’, zelfbewustzijn vereist, en een dier kan alleen rechtstreeks bewustzijn of instinct hebben.
263: Als de occultist dus zegt, dat de ‘duivel de schaduwzijde van god is’ (het kwaad, de keerzijde van de medaille), bedoelt hij niet twee afzonderlijke werkelijkheden, maar de twee aspecten of facetten van dezelfde Eenheid.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 4 Chaos - Theos - Kosmos (p. 375):
De Ouden dachten dat, wanneer de leidende actieve ‘intelligenties’ (de goden) zich terugtrokken uit een bepaald gedeelte van de ether in onze Ruimte – de vier gebieden waarop zij toezicht houden – dit gebied in de macht van het kwade werd gelaten, dat zo werd genoemd omdat het goede daarin ontbrak.
‘Het bestaan van geest in de gemeenschappelijke tussenstof, de ether, wordt door het materialisme ontkend, terwijl de theologie er een persoonlijke god van maakt. Maar de kabbalist is van mening dat beide ongelijk hebben en dat de elementen in de ether slechts stof zijn – de blinde kosmische natuurkrachten terwijl de geest de intelligentie is die ze bestuurt. De Arische, Hermetische, Orfische en Pythagorische kosmogonische leringen, en ook die van Sanchoniathon en Berosus, zijn alle gebaseerd op één onweerlegbare formule, nl. dat de aether en de chaos of, in de taal van Plato, het denkvermogen en de stof, de twee oorspronkelijke en eeuwige beginselen van het heelal waren, volkomen onafhankelijk van al het andere. Het eerstgenoemde was het alles tot leven brengende beginsel van het intellect, terwijl de chaos een vormloos vloeibaar beginsel was, zonder ‘vorm of zin’. Uit de vereniging van deze twee ontstond het heelal, of liever de universele wereld, de eerste androgyne godheid – waarbij de chaotische stof het lichaam werd en de ether de ziel. In de bewoordingen van een Fragment van Hermias: ‘De chaos, die uit deze vereniging met de geest begripsvermogen verkreeg, straalde van blijdschap, en zo werd het protogonos (eerstgeboren) licht voortgebracht’. Dit is de universele drie-eenheid, gebaseerd op de metafysische begrippen van de Ouden die, naar analogie redenerend, van de mens – een samenstel van verstand en stof – de microkosmos van de macrokosmos, of het grote heelal, maakten.’ (Isis Ontsluierd.)
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 5 Over de verborgen godheid, haar symbolen en tekens (p. 389):
In een sūtra van de Gupta Vidya staat: ‘In het begin werd een straal, die voortkwam uit paramārthika (het ene en enige ware bestaan) gemanifesteerd in vyavahārika (conventioneel bestaan), dat als een vahan werd gebruikt om af te dalen in de universele moeder en haar te laten uitzetten (opzwellen, brih).’ En in de Zohar wordt gezegd: ‘De oneindige eenheid, vormloos en zonder evenbeeld, gebruikte de vorm van de hemelse mens, nadat deze was geschapen. Het onbekende licht8 (duisternis) gebruikte de אדם עילאה (hemelse vorm) als strijdwagen מרכבה om daarmee af te dalen, en het wenste naar deze vorm te worden genoemd, die de heilige naam Jehova is.’
8) Rabbi Simeon zegt: ‘O, metgezellen, metgezellen, de mens als emanatie was zowel man als vrouw, zowel aan de kant van de ‘vader’ als aan de kant van de ‘moeder’. En dit is de betekenis van de woorden: ‘En de Elohim spraken: Laat er licht zijn, en er was licht’ . . . en dit is de tweevoudige mens.’ (Auszüge aus dem Sohar, blz. 13, 15.) In Genesis betekende licht dus de androgyne straal of de ‘hemelse mens’.
389/390: Zoals de Zohar zegt: ‘In het begin was de wil van de koning, vóór elk ander bestaan. . . . Deze (de wil) schetste de vormen van alle dingen die verborgen waren geweest, maar nu zichtbaar werden. En uit het hoofd van Ain-Soph kwam als een verzegeld geheim een nevelige vonk van stof voort, zonder gedaante of vorm. . . . Het leven ontspringt beneden, en de bron vernieuwt zich van boven, de zee is altijd vol en verspreidt haar wateren overal.’ Zo wordt de godheid vergeleken met een oeverloze zee, en met water dat ‘de bron van het leven’ is (Zohar iii, 290). ‘Het zevende paleis, de bron van het leven, is het eerste in de volgorde van bovenaf’ (ii, 261). Vandaar de kabbalistische leerstelling in de mond van de heel kabbalistische Salomo, die in Spreuken ix, 1 zegt: ‘Wijsheid heeft haar huis gebouwd; zij heeft de zeven zuilen ervan gehouwen.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 9 De maan, Deus Lunus, Phoebe (p. 431):
Dan legt de schrijver uit dat de vrouwelijke sephiroth, binah, door de kabbalisten de grote zee wordt genoemd: daarom is binah, van wie de goddelijke namen Jehova, Yah en Elohim zijn, eenvoudig de Chaldeeuwse Tiamat, de vrouwelijke macht, de Thalatth van Berosus, die heerst over de Chaos en die later door de christelijke theologie als de slang en de duivel werd bestempeld. Zij-hij (Yah-hovah) is de verhevene (Heh en Eva). Deze Yah-hovah of Jehova komt dus overeen met onze Chaosvader, moeder, zoon – op het stoffelijke gebied en in de zuiver stoffelijke wereld. Demon en Deus tegelijk; de zon en de maan, goed en kwaad, god en demon.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 11 Demon est deus inversus (p. 451):
Als ‘God’ absoluut, oneindig en de universele wortel van alles in de Natuur en haar heelal is, waar komt dan het kwaad of de duivel vandaan, als het niet is uit dezelfde ‘gouden schoot’ van het absolute? Zo worden we gedwongen om òf de emanatie van goed en kwaad, van Agathodaemon en Kakodaemon (Daemon) te aanvaarden als loten van dezelfde stam van de Boom van het Zijn, òf ons neer te leggen bij de ongerijmdheid van een geloof aan twee eeuwige Absoluutheden!
452/453: De Ouden begrepen dit zo goed, dat hun filosofen – nu nagevolgd door de kabbalisten – het kwade definieerden als de schaduwzijde van god of het goede: demon est deus inversus is een heel oud gezegde. Inderdaad is het kwade alleen maar een tegenwerkende blinde natuurkracht; het is reactie, weerstand en tegenstellingkwaad voor sommigen, goed voor anderen. Er bestaat geen kwaad op zichzelf: alleen de schaduw van het licht; zonder deze zou het licht niet kunnen bestaan, zelfs niet in onze waarnemingen. Als het kwade verdween, zou het goede tegelijk daarmee van de aarde verdwijnen.
453: Het goede is alleen oneindig en eeuwig in het eeuwig voor ons verborgene, en daarom stellen wij het ons als eeuwig voor. Op de gemanifesteerde gebieden houdt het ene het andere in evenwicht. Er zijn maar weinig theïsten – en mensen die in een persoonlijke god geloven – die niet van satan de schaduw van god maken; of die, terwijl ze beide met elkaar verwarren, niet geloven dat zij het recht hebben tot die afgod te bidden en zijn hulp en bescherming te vragen voor de uitvoering en de straffeloosheid van hun slechte en wrede daden. ‘Leid ons niet in verzoeking’ wordt dagelijks door miljoenen christelijke mensenharten gericht tot ‘onze Vader die in de hemel is’, en niet tot de duivel.
456:
In de menselijke natuur wijst het kwade alleen op de polariteit van stof en geest, een strijd om het bestaan tussen de twee gemanifesteerde beginselen in Ruimte en tijd; deze beginselen zijn uit zichzelf één, omdat ze zijn geworteld in het Absolute. In de Kosmos moet het evenwicht bewaard blijven. De werkingen van de twee tegengestelden brengen harmonie voort, evenals de middelpuntzoekende en middelpuntvliedende krachten, die onderling afhankelijk en voor elkaar noodzakelijk zijn – ‘opdat beide kunnen leven’. Indien de ene wordt tegengehouden, zal de werking van de andere onmiddellijk tot zelfvernietiging leiden.
Omdat de personificatie die satan wordt genoemd, ruimschoots vanuit haar drievoudige aspect is geanalyseerd – in het Oude Testament, de christelijke theologie en de oude heidense denkwijze – worden degenen die er meer over willen weten, verwezen naar Deel II van ISIS ONTSLUIERD, hfst. x.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 704):
De cyclussen zijn ook onderworpen aan de gevolgen die door deze activiteit ontstaan. ‘Het ene kosmische atoom wordt zeven atomen op het gebied van de stof, en elk wordt in een energiecentrum omgezet; datzelfde atoom wordt zeven stralen op het gebied van de geest, en de zeven scheppende natuurkrachten, die van de wortel-essentie uitstralen . . . volgen, de ene het rechter-, de andere het linkerpad, gescheiden tot het einde van de kalpa en toch nauw met elkaar verbonden. Wat verenigt ze? KARMA.’ De atomen die uit het centrale punt zijn uitgestraald, emaneren op hun beurt nieuwe energiecentra, die onder de latente adem van fohat hun werk van binnen naar buiten beginnen en zich vermenigvuldigen tot andere kleinere centra. Deze vormen in de loop van de evolutie en de involutie op hun beurt de wortels of de oorzaken van nieuwe gevolgen, van werelden en ‘mensendragende’ bollen tot de geslachten, soorten en klassen van alle zeven rijken (waarvan wij er maar vier kennen). Want ‘de gezegende werkers hebben in de eeuwigheid het Thyan-kam ontvangen’ (‘De aforismen van Tson-ka-pa’).
714: De wegen van karma zouden ook niet ondoorgrondelijk zijn als de mensen gezamenlijk en in harmonie zouden handelen, in plaats van in verdeeldheid en strijd. Eén deel van de mensheid noemt ze de duistere en ingewikkelde wegen van de voorzienigheid, terwijl een ander deel er de werking van een blind noodlot en een derde er alleen maar toeval in ziet, zonder leiding door goden of duivels. Onze onwetendheid over die wegen van karma zou ongetwijfeld verdwijnen, als we deze slechts aan de juiste oorzaak zouden toeschrijven. Met de juiste kennis, of in ieder geval met de vaste overtuiging dat onze buren er evenmin naar streven om ons te benadelen, als wij de bedoeling zouden hebben om hen kwaad te doen, zou tweederde van het kwaad in de wereld in het niet verdwijnen. Als niemand zijn broeder kwaad deed, zou
karma-Nemesis geen reden hebben tot handelen, en geen wapens om te gebruiken. De voortdurende aanwezigheid in ons midden van alle elementen van strijd en tegenstelling en de verdeling van rassen, volkeren, stammen, gemeenschappen en individuen in Kaïns en Abels, wolven en 'lammeren , zijn de voornaamste oorzaken van de ‘wegen van de voorzienigheid’.

De Geheime Leer Deel II, Stanza 4 SCHEPPING VAN DE EERSTE RASSEN (p. 104/105):
104: Elke klasse van scheppers verleent de mens wat zij heeft te geven: de ene bouwt zijn uiterlijke vorm; de andere geeft hem haar essentie, die later het menselijke hogere Zelf wordt, tengevolge van de persoonlijke inspanning van het individu; maar zij konden de mensen niet maken zoals zijzelf waren: volmaakt, want zondeloos; zondeloos, omdat zij slechts de eerste flauwe schaduwachtige omtrekken van eigenschappen bezaten, en deze waren – vanuit menselijk standpunt – allemaal volmaakt, wit, zuiver en koud als de maagdelijke sneeuw. Waar geen strijd is, is geen verdienste. De mensheid, ‘door en door aardsgezind’, was niet bestemd te worden geschapen door de engelen van de eerste goddelijke adem: daarom zegt men dat zij hebben geweigerd dit te doen, en de mens moest worden gevormd door veel materiëlere scheppers8, die op hun beurt alleen konden geven wat zij in hun eigen natuur hadden, en meer niet.
8) Ondanks alle pogingen tot het tegendeel, kan de christelijke theologie – die de last van het Hebreeuwse esoterische verhaal van de schepping van de mens op zich heeft genomen, dat letterlijk wordt opgevat – geen enkele redelijke verontschuldiging vinden voor haar ‘God, de schepper’, die een mens voortbrengt zonder denkvermogen en verstand; evenmin kan zij de straf rechtvaardigen die volgt op een daad, waarvoor Adam en Eva zich op ontoerekeningsvatbaarheid zouden kunnen beroepen. Want als men toegeeft dat het mensenpaar vóór het eten van de verboden vrucht onbekend was met goed en kwaad, hoe kan men dan verwachten dat zij wisten dat ongehoorzaamheid kwaad was? Als het de bedoeling was dat de oorspronkelijke mens een half-verstandelijk, of eerder een verstandeloos wezen zou blijven, dan was zijn schepping doelloos en zelfs wreed, als deze was voortgebracht door een almachtige en volmaakte god. Maar zelfs uit Genesis blijkt dat Adam en Eva zijn geschapen door een klasse van lagere goddelijke wezens, de Elohim, die zo angstvallig bezorgd zijn voor hun persoonlijke voorrechten als redelijke en intelligente schepselen, dat zij de mens niet willen toestaan ‘als een van ons’ te worden. Dit is duidelijk, zelfs uit de letterlijke tekst van de bijbel. De gnostici hadden dus gelijk, toen zij de joodse god beschouwden als behorend tot een klasse van lagere, stoffelijke en niet erg heilige bewoners van de onzichtbare wereld.
105: Goed en kwaad zijn tweelingen, de nakomelingen van Ruimte en Tijd, onder de heerschappij van maya. Scheid hen door de ene van de andere af te snijden, en zij zullen beide sterven. Geen van beide bestaat op zichzelf, want elk moet uit de ander worden voortgebracht en geschapen om tot bestaan te komen; beide moeten worden gekend en gewaardeerd voordat zij voorwerp van waarneming worden; daarom moet de sterveling hen als gescheiden denken.
114: ‘Mijn eerste gedachte over dit gedeelte’ (van de opstand), zegt hij, ‘was dat de oorlogen met de machten van het kwaad aan de schepping voorafgingen; ik denk nu dat het volgde op het verhaal van de val’ (Chaldean Account of Genesis, blz. 92). In dit boek geeft George Smith een afbeelding, ontleend aan een oude Babylonische cilinder, van de heilige boom, de slang, de man en de vrouw. De boom heeft zeven takken: drie aan de kant van de man, vier aan die van de vrouw. Deze takken stellen de zeven Wortelrassen voor, in het derde waarvan, juist aan het einde, de scheiding van de geslachten en de zogenaamde VAL in de voortplanting plaatshad. De eerste drie Rassen waren geslachtloos, daarna hermafrodiet; de andere vier mannelijk en vrouwelijk, duidelijk van elkaar te onderscheiden. ‘De draak’, zegt G. Smith, ‘die in het Chaldeeuwse scheppingsverhaal de mens tot zonde brengt, is de schepping van Tiamat, het levende beginsel van de zee, of de Chaos . . . die bij de schepping van de wereld tegen de godheden opstond.’ Dit is een dwaling.
116: Maar wat is dat ‘geestelijke vuur’? In de alchemie is het in het algemeen WATERSTOF; terwijl het in de esoterische werkelijkheid de emanatie of de straal is die voortkomt uit zijn noumenon, de ‘Dhyan van het eerste element’. Waterstof is alleen op ons aardse gebied een gas. Maar zelfs in de scheikunde zou waterstof ‘de enige bestaande vorm van stof zijn, in onze betekenis van het woord’18, en zij is nauw verwant aan protyle, die ons layam is. Zij is om zo te zeggen de vader en voortbrenger, of beter de upadhi (basis) van zowel LUCHT als WATER, en is inderdaad ‘vuur, lucht en water’: één onder drie aspecten; vandaar de chemische en alchimistische drie-eenheid. In de wereld van manifestatie of stof is deze het objectieve symbool en de stoffelijke emanatie van het subjectieve en zuiver geestelijke Wezen op het gebied van de noumena. Terecht heeft Godfrey Higgins waterstof vergeleken en zelfs vereenzelvigd met TO ON, het ‘ene’ van de Grieken. Want, zoals hij opmerkt, waterstof is geen water, hoewel zij dit voortbrengt; waterstof is ook geen vuur, hoewel zij dit manifesteert of schept; en evenmin is zij lucht, hoewel lucht mag worden beschouwd als een product van het verenigen van water en vuur – want waterstof komt voor in het waterige element van de atmosfeer. Zij is drie in een.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 5 De evolutie van het tweede ras - De goddelijke hermafrodiet (p. 138):
Deze noodzaak van geheimhouding bracht het vijfde Ras tot het instellen, of liever het opnieuw instellen, van de religieuze mysteriën, waarin onder de sluier van allegorie en symboliek oude waarheden aan de komende geslachten konden worden onderwezen. Zie de onvergankelijke getuige van de evolutie van de menselijke uit de goddelijke rassen, en in het bijzonder uit het androgyne Ras – de Egyptische Sfinx, dat raadsel van de eeuwen! Goddelijke wijsheid die zich incarneert op aarde en die wordt gedwongen de bittere vrucht te proeven van persoonlijke pijn en van lijden, die op aarde alleen wordt voortgebracht in de schaduw van de boom van kennis van goed en kwaad – een geheim dat eerst alleen bekend was aan de Elohim, de ZELF-INGEWIJDE ‘hogere goden’1.
De Geheime Leer Deel II Stanza 7 VAN HET HALFGODDELIJKE RAS TOT DE EERSTE MENSENRASSEN (p. 196/197):
Want Kama is in de Rig Veda (x, 129) de verpersoonlijking van dat gevoel dat leidt en drijft tot schepping. Hij was de eerste beweging die het ENE na zijn manifestatie uit het zuiver abstracte beginsel aandreef om te scheppen. ‘Eerst ontstond begeerte in HET, dat de oerkiem van het denkvermogen was; en waarvan de wijzen, zoekend met hun verstand, hebben ontdekt dat het de band is die de Entiteit met de Niet-Entiteit verbindt.’ Een hymne in de Atharva Veda verheft Kama tot een opperste god en schepper, en zegt: ‘Kama werd het eerst geboren. Hem hebben noch goden, noch vaderen (pitara), noch mensen geëvenaard.’ . . . De Atharva Veda vereenzelvigt hem met Agni, maar stelt hem hoger dan die god. Het Taittiriya Brahmana maakt hem allegorisch tot de zoon van Dharma (morele religieuze plicht, vroomheid en gerechtigheid) en van Sraddha (geloof). Elders wordt Kama geboren uit het hart van Brahma; daarom is hij atma-bhu, ‘zelfbestaand’, en aja, de ‘ongeborene’. Evenals Eros in de vroege Griekse mythologie met de schepping van de wereld was verbonden en pas later de geslachtelijke Cupido werd, zo was dit ook het geval met Kama in zijn oorspronkelijke vedische karakter (Harivansa maakt hem tot zoon van Lakshmi, die Venus is).
200/201: Padmapani is echter alleen voor de niet-ingewijden symbolisch de ‘lotusdrager’; esoterisch betekent het woord de drager van de kalpa’s, waarvan de laatste, de tegenwoordige mahakalpa (de Varaha), Padma wordt genoemd, en de helft van het leven van Brahma voorstelt. Hoewel een kleine kalpa, wordt hij maha, ‘groot’ genoemd, omdat hij de tijd omvat waarin Brahma uit een lotus voortkwam. Theoretisch zijn de kalpa’s oneindig, maar praktisch zijn ze verdeeld en onderverdeeld in Ruimte en Tijd, waarbij elk onderdeel – tot het kleinste toe – zijn eigen Dhyani als beschermer of bestuurder heeft. Padmapani (Avalokiteshvara) wordt in China in zijn vrouwelijke aspect Kwan-yin, ‘die vrijelijk elke gewenste vorm aanneemt, om de mensheid te redden’. De kennis van het astrologische aspect van de sterrenbeelden op de respectievelijke ‘geboortedagen’ van deze Dhyani’s Amitabha (de O-mi-to Fo van China) inbegrepen: bijv. op de 19de dag van de tweede maand, op de 17de dag van de elfde maand, en op de 7de dag van de derde maand, enz. – stelt de occultist ruimschoots in staat om zogenaamde ‘magische’ handelingen te verrichten. Men kan de toekomst van een individu, met al de komende gebeurtenissen in volgorde gerangschikt, zien in een magische spiegel, die onder de straal van bepaalde sterrenbeelden is geplaatst. Maar – pas op voor de keerzijde van de medaille, TOVENARIJ.
De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk Edens, slangen en draken (p. 238):
De bijbel is van Genesis tot de Openbaringen slechts een reeks historische verslagen van de grote strijd tussen witte en zwarte magie, tussen de adepten van het rechterpad, de profeten, en die van het linkerpad, de levieten, de geestelijkheid van het ruwe volk. Zelfs de onderzoekers van het occultisme, hoewel enkelen van hen meer archaïsche manuscripten en directe leringen hebben om op te steunen, vinden het moeilijk om een scheidslijn te trekken tussen de sodales van het rechter- en die van het linkerpad. De grote breuk die ontstond tussen de zonen van het vierde Ras, zodra de eerste tempels en zalen van inwijding onder leiding van ‘de zonen van god’ waren opgericht, wordt allegorisch weergegeven in de zonen van Jakob. Dat er twee scholen van magie waren en dat de orthodoxe levieten niet tot de heilige school behoorden, blijkt uit de woorden van de stervende Jakob.
244: De allegorie van Adam, die van de ‘boom van het leven’ wordt verdreven, betekent esoterisch dat het pas gescheiden Ras misbruik maakte van het mysterie van het leven en dit neerhaalde naar het gebied van dierlijkheid en bestialiteit. Want zoals de Zohar aantoont, is Matronethah (
Shekinah, symbolisch de vrouw van Metatron), ‘de weg tot de grote boom van het leven, de machtige boom’, en Shekinah is goddelijke genade. Deze boom reikt volgens de uitleg tot in het hemelse dal en is verborgen tussen drie bergen (de bovenste triade van de beginselen in de mens). Van deze drie bergen verheft de boom zich omhoog (de kennis van de adept streeft naar de hemel) en daalt dan weer af (in het ego van de adept op aarde).
Deze boom wordt overdag geopenbaard en is ’s nachts verborgen, namelijk geopenbaard aan een verlicht denkvermogen en verborgen voor de onwetendheid, die nacht is. (Zie Zohar, I, 172, a en b.) ‘De boom van kennis van goed en kwaad groeit uit de wortels van de boom van het leven.’ (Toel.) Maar ook: ‘In de Kabbala is duidelijk te vinden dat ‘de boom van het leven’ het ansatakruis in zijn seksuele aspect was, en dat de ‘boom van kennis’ de scheiding en het weer samenkomen was om de noodlottige voorwaarde te vervullen. De waarden van de letters die het woord otz (עץ), boom, vormen, zijn 7 en 9; de zeven is het heilige vrouwelijke getal en de negen het getal van de fallische of mannelijke energie. Dit ansatakruis is het symbool van de Egyptische vrouw-man, Isis-Osiris, het kiembeginsel in alle vormen, gebaseerd op de eerste manifestatie, die in elke richting en in elke betekenis kan worden toegepast32.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 12 De oorsprong van de mythe van satan (p. 437):
De benaming sa’tan, in het Hebreeuws satan, ‘een tegenstander’ (van het werkwoord shatana, ‘vijandig zijn’, vervolgen), behoort rechtmatig aan de eerste en wreedste ‘tegenstander van alle andere goden’, Jehova, en niet aan de slang, die slechts woorden van sympathie en wijsheid sprak en in het ergste geval zelfs volgens het dogma ‘de tegenstander van de mensen’ is. Dit dogma, dat is gebaseerd op hoofdstuk iii van Genesis, is even onlogisch en onrechtvaardig als paradoxaal. Want wie heeft het eerst die oorspronkelijke en voortaan universele verleidster van de man – de vrouw – geschapen? Beslist niet de slang, maar de ‘Heer God’ zelf die, terwijl hij zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is’, de vrouw maakte ‘en haar bij de man bracht’ (18-22). Als het onaangename kleine voorval dat volgde moest en nog steeds moet worden opgevat als de ‘erfzonde’, dan stelt dit de goddelijke vooruitziende blik van de schepper wel in een heel slecht licht. Het zou voor de eerste Adam (van hfst. 1) veel beter zijn geweest als hij òf ‘mannelijk en vrouwelijk’ òf ‘alleen’ was gelaten. Blijkbaar was de Heer God de werkelijke oorzaak van al het onheil, de ‘agent provocateur’, terwijl de slang – slechts een prototype was van Azazel, ‘de zondebok voor de zonde van (de god van) Israël’, de arme Tragos, die de straf moest ondergaan voor de blunder van zijn meester en schepper. Dit is natuurlijk alleen aan het adres van diegenen die de eerste gebeurtenissen van het drama van de mensheid in Genesis in hun dode-letter betekenis aanvaarden. Zij die deze gebeurtenissen esoterisch lezen, beperken zich niet tot fantastische speculaties en hypothesen; zij weten hoe zij de erin vervatte symboliek moeten lezen, en zij kunnen zich niet vergissen.
439: Satan vertegenwoordigt metafysisch eenvoudig het omgekeerde of de tegengestelde pool van alles in de natuur22. Hij is allegorisch de ‘tegenstander’, de ‘moordenaar’ en de grote vijand van alles, omdat er in het gehele heelal niets is dat niet twee kanten heeft – de keerzijden van dezelfde medaille. Maar in dat geval kunnen licht, goedheid, schoonheid, enz. met evenveel recht satan worden genoemd als de duivel, omdat zij de tegenstanders zijn van duisternis, slechtheid en lelijkheid. En nu zullen de filosofie en de logische grondslag van bepaalde vroege christelijke sekten – die ketters werden genoemd en werden beschouwd als de gruwel van hun tijd – begrijpelijker worden. Wij gaan misschien begrijpen hoe het kwam dat de sekte van de SATANISTEN werd verguisd en zonder enige hoop op rehabilitatie in de toekomst in de ban werd gedaan; zij hielden namelijk hun leringen geheim. Hoe de KAÏNIETEN op grond van hetzelfde beginsel werden verguisd, en zelfs de (Judas) ISCARIOTTEN; want de ware aard van deze apostel en verrader is voor de rechtbank van de mensheid nooit op de juiste manier weergegeven.
22) In de demonologie is satan de leider van de oppositie in de hel, waarvan Beëlzebub de vorst was. Hij behoort tot de vijfde soort of klasse van demonen (waarvan er volgens de middeleeuwse demonologie negen zijn) en hij staat aan het hoofd van heksen en tovenaars. Maar zie in de tekst de ware betekenis van Baphomet, de satan met de geitenkop, die één is met Azazel, de zondebok van Israël. De Natuur is de god PAN.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 12 De ‘vloek’ vanuit een filosofisch gezichtspunt (p. 475):
De filosofische opvatting van de Indiase metafysica plaatst de wortel van het kwaad in de differentiatie van het homogene in het heterogene, van het ene in het vele.
De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk 18 Over de mythe van gevallen engelen (p. 541/542):
Zoals het kwaad en de straf de werktuigen van karma zijn in een absoluut rechtvaardige, vergeldende betekenis, zo was het kwaad de dienaar van het goede (Hibbert Lectures, 1887, blz. 101-115). Op grond van de tekst van de Chaldeeuws-Assyrische kleitabletten is dat nu boven alle twijfel verheven. We vinden hetzelfde denkbeeld in de Zohar. Satan was een zoon en een engel van god. Bij alle Semitische volkeren was de geest van de aarde evengoed de schepper op zijn eigen gebied als de geest van de hemelen. Zij waren tweelingbroers en onderling verwisselbaar in hun functies, zoal niet
twee in één. Niets van wat wij in Genesis vinden, ontbreekt in de Chaldeeuws-Assyrische religieuze opvattingen, zelfs in het weinige dat tot dusver werd ontcijferd. De grote ‘afgrond’ van Genesis is terug te vinden in de tohu-bohu, ‘diepte’, ‘oerruimte’ of Chaos van de Babyloniërs. Wijsheid (de grote onzichtbare God) – in Genesis hoofdstuk 1 de ‘geest van God’ genoemd – woonde, zowel voor de oudere Babyloniërs als voor de Akkadiërs, in de zee van de Ruimte. Tegen de tijd die door Berosus is beschreven, werd deze zee de zichtbare wateren aan het oppervlak van de aarde – de kristallen verblijfplaats van de grote moeder, de moeder van Ea en van alle goden – die nog later de grote draak Tiamat, de zeeslang werd. De laatste ontwikkelingstrap ervan was de grote worsteling van Bel met de draak – de duivel!
542: Deze talmoedische lering toont duidelijk twee dingen aan: (a) dat Michaël in de talmoed ‘God’wordt genoemd, en iemand anders ‘de Heer’; en (b) dat satan een god is, voor wie zelfs de ‘Heer’ bevreesd is. Alles wat we over satan in de Zohar en andere kabbalistische boeken lezen, bewijst duidelijk dat dit ‘personage’ eenvoudig de personificatie is van het abstracte kwaad, dat het wapen van de karmische wet en KARMA is. Het is onze menselijke natuur en de mens zelf, omdat er wordt gezegd dat ‘satan altijd dichtbij de mens staat en onontwarbaar met hem is verweven’. Het is alleen de vraag of die macht in ons sluimert of actief is.
542/543: Het is een bekend feit – in ieder geval bekend aan geleerde kenners van de symboliek – dat in elke grote religie van de oudheid de logos-demiurg (tweede logos), of de eerste emanatie van het denkvermogen (mahat), als het ware de grondtoon aanslaat van wat in het daaropvolgende evolutieschema de wisselwerking van individualiteit en persoonlijkheid kan worden genoemd. In de mystieke symboliek van kosmogonie, theogonie en antropogenie vervult de logos in het drama van de schepping en het zijn, twee rollen, namelijk die van de zuiver menselijke persoonlijkheid en de goddelijke onpersoonlijkheid van de zogenaamde Avatars of goddelijke incarnaties, en van de universele geest die door de gnostici Christos wordt genoemd en in de mazdeïsche filosofie de Farvarshi (of Ferouer) van Ahura Mazda. Op de lagere trappen van de theogonie hadden de hemelse wezens van lagere hiërarchieën elk een Farvarshi of een hemelse ‘dubbelganger’. Het is dezelfde, alleen meer mystieke bevestiging van het kabbalistische axioma: Deus est Demon inversus (Afd. 2, Deel 1, p. 450). . Het woord ‘demon’ betekent hier echter, evenals bij Socrates en in de geest van de betekenis die door de hele oudheid eraan werd gegeven, een beschermgeest, een ‘engel’, niet een duivel van satanische afkomst, zoals de theologie beweert. De rooms-katholieke kerk toont haar gebruikelijke logica en consequentie door als de ferouer van Christus, Michaël aan te nemen, die ‘zijn beschermengel’ was, zoals is bewezen door Thomas, die de prototypen van Michaël en zijn synoniemen, zoals bijvoorbeeld Mercurius, duivels noemt.
545/546: Deze ‘heidense’ opvatting werd vanaf de eerste eeuw van onze jaartelling aanvaard, zoals blijkt uit de OORSPRONKELIJKE Handelingen van de Apostelen (want de Engelse vertaling is waardeloos). Michaël is in zo sterke mate de Mercurius van de Grieken en andere volkeren, dat toen de bewoners van Lystra ten onrechte Paulus en Barnabas voor Mercurius en Jupiter aanzagen – ‘de goden zijn in mensengedaante tot ons neergedaald’ – vers 12 (hfst. xiv) eraan toevoegt: ‘En zij noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes (of Mercurius), omdat hij het WOORD (Verbum) voerde’, en niet omdat hij ‘de voornaamste spreker’ was, zoals de onjuiste vertaling luidt in de geautoriseerde en zelfs ook nog in de herziene Engelse bijbel. Michaël is de engel in het Visioen, de zoon van God, ‘die gelijk was aan een zoon van de mens’. Hij is de Hermes-Christos van de gnostici, de Anubis-Syrius van de Egyptenaren, de raadsman van Osiris in Amenti, de leontoïde Michaël ὀϕιομόρϕοϛ van de ofieten, die op bepaalde gnostische juwelen een leeuwenkop draagt, evenals zijn vader Ildabaoth. (Zie King, Gnostics.)
548/549: Het staat dus vrijwel vast dat Christus, de logos, of de god in de Ruimte en de Heiland op aarde, slechts een van de echo’s is van dezelfde voordiluviaanse en totaal verkeerd begrepen Wijsheid. De geschiedenis begint met de neerdaling op aarde van de ‘goden’ die in de mensheid incarneren, en dit is de VAL. Of het nu Brahmā is, die in de allegorie door Bhagavat op aarde wordt neergeslingerd, of Jupiter door Kronos, het zijn allen symbolen van de mensenrassen. Als zij eenmaal zijn geland op en in aanraking zijn gekomen met deze planeet van dichte stof, kunnen zelfs de sneeuwwitte vleugels van de hoogste engel niet onbevlekt blijven, en de Avatar (of incarnatie) kan niet volmaakt zijn, want elke Avatar is de val van een god in de voortplanting.
550/551: De ‘draak’ is eenvoudig het symbool van de cyclus en van de ‘zonen van de manvantarische eeuwigheid’, die op een bepaald tijdstip van haar vormingsperiode op aarde waren neergedaald. De ‘rookwolken’ zijn een geologisch verschijnsel. Het ‘derde deel van de sterren van de hemel’ dat op de aarde werd geworpen, heeft betrekking op de goddelijke monaden (de geesten van de sterren in de astrologie) die om onze bol cirkelen; d.i. de menselijke ego’s, bestemd om de hele cyclus van incarnaties te doorlopen. Deze zin, qui circumambulat terram, wordt echter in de theologie weer in verband gebracht met de DUIVEL, de mythische vader van het kwaad, van wie men zegt ‘dat hij als een bliksem valt’. Voor deze interpretatie is het wat ongelukkig dat men, volgens het persoonlijke getuigenis van Jezus, verwacht dat de ‘mensenzoon’, of Christus, eveneens op aarde zal neerdalen, ‘zoals de bliksem uitgaat van het oosten’10, in precies dezelfde gedaante en onder hetzelfde symbool als satan, die men ‘als een bliksem uit de hemel’ ziet vallen11.
552: Het beste bewijs dat men de christelijke theologen kan bieden, dat de esoterische betekenis in de bijbel – in beide Testamenten – de bevestiging van hetzelfde denkbeeld was als in onze archaïsche leringen voorkomt – namelijk dat de ‘val van de engelen’ eenvoudig betrekking had op de incarnatie van engelen ‘die door de zeven cirkels waren heen gebroken’ – is in de Zohar te vinden. De Kabbala van Simeon Ben Iochai is de ziel en essentie van de allegorie ervan, zoals de latere christelijke Kabbala de ‘zwaar gesluierde’ mozaïsche Pentateuch is. En deze zegt (in het Agrippa-handschrift):
‘De wijsheid van de Kabbala berust op de wetenschap van het evenwicht en de harmonie.’
‘Krachten die zich manifesteren zonder eerst in evenwicht te zijn gebracht, vergaan in de ruimte’ (‘in evenwicht gebracht’ betekent gedifferentieerd).
563: Het symbool van de ‘boom’, dat werd gebruikt om verschillende ingewijden mee aan te geven, was bijna universeel. Jezus wordt ‘de boom van het leven’ genoemd, evenals alle adepten van de goede wet, terwijl die van het linkerpad worden aangeduid als ‘verdorrende bomen’. Johannes de Doper spreekt over ‘de bijl’ die ‘is gelegd aan de wortel van de bomen’ (Mattheus iii, 10); en de legers van de koning van Assyrië worden bomen genoemd (Jesaja x, 19).
572: Ook de draak is een mysterie. Terecht, zegt rabbi Simeon Ben-Iochai, is het aan de ‘gezellen’ (leerlingen of chela’s) niet gegeven de betekenis van de draak te begrijpen, maar alleen aan de ‘kleinen’, d.i. de volmaakte ingewijden37. ‘Het werk van het begin begrijpen de gezellen; maar alleen de kleinen begrijpen de parabel over het werk in het Principium door het mysterie van de slang van de grote zee38.’ En die christenen die dit misschien lezen, zullen in het licht van bovenstaande zin ook begrijpen wie hun ‘Christus’ was. Want Jezus zegt herhaaldelijk, dat wie ‘het koninkrijk van God niet ontvangt als een klein kind, er niet zal binnentreden’; en al zijn met sommige van zijn gezegden zonder enige beeldspraak kinderen bedoeld, toch had het meeste wat in de evangeliën de ‘kleinen’ betreft, betrekking op de ingewijden, van wie Jezus er een was. Paulus (Saulus) wordt in de talmoed ‘de kleine’ genoemd.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 19 Is pleroma de legerstede van Satan? (p. 579/580):
De kabbalisten zeggen dat de ware naam van satan het omgekeerde is van die van Jehova, want ‘satan is geen zwarte god, maar de ontkenning van de witte godheid’ of het licht van de waarheid. God is licht en satan is de noodzakelijke duisternis of schaduw om dit licht te laten uitkomen, want zonder deze schaduw zou het zuivere licht onzichtbaar en onbegrijpelijk zijn3. ‘Voor de ingewijden’, zegt Eliphas Lévi, ‘is de duivel geen persoon maar een scheppende kracht, zowel ten goede als ten kwade’. Zij (de ingewijden) stelden deze kracht, die de stoffelijke voortbrenging bestuurt, voor in de geheimzinnige vorm van de god Pan – of de Natuur: vandaar de horens en de bokspoten van die mythische en symbolische figuur, en ook de christelijke ‘bok van de heksensabbat’. Ook wat dit betreft waren de christenen zo onvoorzichtig te vergeten dat de bok tevens het slachtoffer was dat werd gekozen voor de verzoening van alle zonden van Israël, dat de zondebok inderdaad het offerdier en de martelaar was, het symbool van het grootste mysterie op aarde – de val in de voortplanting. Maar de joden hebben al lang de werkelijke betekenis vergeten van hun (voor de niet-ingewijden) belachelijke held, gekozen uit het levensdrama in de grote mysteriën die zij in de woestijn hebben opgevoerd; en de christenen hebben deze ware betekenis nooit gekend.
3) Wij citeren in dit verband Laing in zijn bewonderenswaardige boek Modern Science and Modern Thought (blz. 222, 3de druk): ‘Aan dit dilemma (het bestaan van het kwaad in de wereld) is niet te ontkomen, tenzij wij het denkbeeld van een antropomorfe godheid helemaal opgeven, en openlijk het wetenschappelijke denkbeeld van een ondoorgrondelijke en onvindbare Eerste Oorzaak aanvaarden, en van een heelal waarvan we de wetten kunnen opsporen, maar over de ware essentie waarvan we niets weten, en slechts een fundamentele wet kunnen vermoeden of vaag onderscheiden, die misschien de polariteit van goed en kwaad tot een noodzakelijke bestaansvoorwaarde maakt.’ Wanneer de wetenschap ‘de ware essentie’ kende in plaats van er niets over te weten, zou het flauwe vermoeden veranderen in de zekerheid dat er zo’n wet bestaat en dat deze wet met karma in verband staat.
585: Zo laat de esoterische filosofie zien dat de mens inderdaad de gemanifesteerde godheid is in haar beide aspecten – goed en kwaad, maar de theologie kan deze filosofische waarheid niet erkennen. Omdat zij het dogma van de gevallen engelen in zijn dode-letter betekenis verkondigt en van satan de hoeksteen en steunpilaar van het dogma van de verlossing heeft gemaakt, zou dat zelfmoord zijn. Nu zij eenmaal heeft aangetoond dat de opstandige engelen in hun persoonlijkheid van God en de logos verschillen, zou de erkenning dat de val van de ongehoorzame geesten eenvoudig hun val in de voortplanting en de stof betekent, gelijkstaan met te zeggen dat God en satan identiek zijn. Want omdat de LOGOS (of god) het geheel is van die eens goddelijke menigte, die ervan wordt beschuldigd te zijn gevallen, zou eruit volgen dat de logos en satan één zijn.
De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental De tetraktis in verband met de zevenhoek (p. 681):
‘In de taal van de hindoefilosofen is het de oorspronkelijke en eeuwige combinatie van purusha (geest) en prakriti (stof). Omdat de aanhangers van de Advaita de opvatting huldigen dat een uitwendig voorwerp uitsluitend het product is van onze mentale toestanden, is prakriti niets meer dan een illusie, en is purusha de enige werkelijkheid; het is het ENE bestaan dat in het heelal van de ideeën blijft. Dit . . . dan is het Parabrahm van de Advaita-aanhangers . . .’
690: In deze hymnen wordt de
‘hemelse mens’ purusha genoemd, ‘de Mens’,3 uit wie Viråj werd geboren,4 en uit Viråj de (sterfelijke) mens. Het is Varuña (nu van zijn verheven plaats weggehaald om hoofd van de heren-dhyånì’s of deva’s te worden) die alle natuurverschijnselen regelt, die ‘een pad maakt voor de zon, dat deze moet volgen’.5 De zeven rivieren van de hemel (de afdalende scheppende goden) en de zeven rivieren van de aarde (de zeven oorspronkelijke mensheden) staan onder zijn toezicht, zoals zal blijken. Want wie de wetten van Varuña (vratåni, ‘natuurlijke werkingen’, actieve wetten) overtreedt, wordt gestraft door Indra,6 de machtige vedische god, van wie het vrata (de wet of macht) groter is dan de vratåni van elke andere god.
3) Rig-Veda, 10:90:1.
4) Op.cit., 10:90:5.
5) H.W. Wallis,
The Cosmology of the Rigveda, blz. 98.
6) Rig-Veda]], 10:113:5
690: Zo kan men aantonen dat de Rig Veda, de oudste van alle bekende oude geschriften, de occulte leringen in bijna elk opzicht bevestigt. Zijn lofzangen – de optekeningen door de eerste ingewijden van het vijfde (ons Ras) over de oorspronkelijke leringen – spreken over de zeven rassen (er moeten er nog twee komen) en stellen deze allegorisch voor door de ‘zeven stromen’ (I, 35, 8); en over de vijf rassen (‘pāñcha krishtayah’) die deze wereld (ibid) al hebben bewoond in de vijf gebieden ‘pāñcha pradiśāh’ (IX, 86, 29), en ook over de drie continenten die er zijn geweest2.
2) Drie verzonken of op een andere manier vernietigde continenten – het eerste ‘continent’ van het eerste Ras bestaat nog steeds en zal tot het einde blijven bestaan – worden in de occulte leer beschreven, het continent van de Hyperboreeërs, het Lemurische continent (wij gebruiken de naam die nu in de wetenschap bekend is) en het Atlantische. Het grootste deel van Azië verrees na de vernietiging van Atlantis uit de wateren; Afrika kwam nog later, terwijl Europa het vijfde en het laatste continent is – gedeelten van de beide Amerika’s zijn veel ouder. Maar hierover later meer. De ingewijden die de Veda’s optekenden – of de rishi’s van ons vijfde Ras – schreven in een tijd toen Atlantis al was ten onder gegaan. Atlantis is het vierde continent dat verscheen, maar het derde dat verdween.
698: Het geheimzinnige getal treedt opnieuw op de voorgrond bij de niet minder geheimzinnige maruts. Het Vāyu Purāna zegt en Harivamśa bevestigt dat de maruts – de oudste en onbegrijpelijkste van alle secundaire of lagere goden in de Rig Vedain elk manvantara (Ronde) zeven keer zeven (of 49) worden geboren; dat zij in elk manvantara, vier keer zeven (of achtentwintig) tot bevrijding komen, maar dat hun plaatsen worden ingenomen door personen die in dat karakter worden herboren’.
Devorah Kabbalah (24 mei 1998)
De Luriaanse visie
1.De leer van de Tsimtsoem: Tsimtsoem (tzimzum) betekent letterlijk samentrekken en/of concentratie. Het woord wordt in de Tora gebruikt om de projectie van G´ds geconcentreerde aanwezigheid, de Sjechinàh (Shekinah), aan te duiden. Het woord Tsimtsoem komt niet in de Sefer Zohar voor. In de school van Luria is het betekenis van het woord ‘samentrekken' zo gehanteerd: de vrijwillige samentrekking van G´d, de Ejn-Sof in dit geval, is de stap die de schepping laat aanvangen.

G. de Purucker Bron van het Occultisme Een moderne presentatie van de oude universele wijsheidgebaseerd op De Geheime Leer van H.P. Blavatsky
9 Relaties tussen de kosmische en de menselijke constitutie
Verloren zielen en het pad van de linkerhand (p. 505:):
Deze straal gaat door vele en velerlei ervaringen in de stof en bouwt door de eeuwen heen langzaam een
ego op; en mocht dit ego – dat uit zijn monadische ouder is voortgekomen en daarom de eigenschappen van die ouder bezit – het pad van de linkerhand kiezen, dan begint het naar het gebied van absolute stof en spirituele dood ‘af te dalen’, wat wil zeggen dat, als een zwarte magiër de achtste sfeer bereikt, de resterende zwakke glinstering van de monadische straal zich heeft teruggetrokken. Er blijft niets anders over dan een omhulsel van de ziel, dat uiteenvalt in zijn samenstellende atomen; en deze atomen worden met de snelheid van de bliksem in de schoot van de natuur teruggetrokken zodra de laatste flakkerende glans van de monadische straal is verdwenen. Deze monadische straal wordt in zijn monadische ouder teruggetrokken en blijft daar eonen lang in zijn nirvåña.
506: Als we het meer in het bijzonder over mensen hebben, dan zijn er twee manieren om kwaad te doen: de ene wordt veroorzaakt door gewone
karakterzwakheden; en de andere is opzettelijk, in welk geval het kwaad een pad vol rozen schijnt en de vruchten van een zelfzuchtige overwinning van groter waarde worden geacht dan wandelen met de goden. Dat is het pad van de broeders van de schaduw. De richting die we door onze keuze en wil aan onze handelingen geven, bepaalt of we een zwarte of een witte magiër zullen worden. Het doet er niet toe welke graad van vooruitgang we hebben bereikt: als onze richting naar ‘links’ is, behoren we tot de duistere krachten; en als de keuze naar ‘rechts’ is, behoren we tot de krachten van de zon. De scheidslijn is deze: als we leven en werken voor onszelf, bevinden we ons op het pad van de linkerhand; wanneer we onpersoonlijk voor allen werken, zijn we op het pad van de rechterhand.

Gottfried de Purucker, boek Grondslagen der Esoterische Wijsbegeerte, Deel I, Hoofdstuk 4:
In ieder ‘mens’ van de ontelbare menigten zelfbewuste wezens die tot deze kosmos of dit heelal behoren, komen twee naturen samen, respectievelijk omhoog en omlaag gericht: één ervan is een geestelijke straal die hem met het meest goddelijke verbindt en zich vandaar in alle richtingen naar omhoog uitstrekt en voor hem in elk opzicht de schakel is met het onuitsprekelijke, het grenzeloze, dat daarom de kern, de essentie van zijn wezen is.
Hoofdstuk 15: Goed en kwaad ontstaan uit de tegenstrijdige werking van de multimyriaden willen in de verschijningswereld.
Het goede is relatief; er is geen absoluut goed. Het kwade is relatief; er is geen absoluut kwaad. Beide zijn evenwel relatieve begrippen. ..etc.
Zij contrasteren met elkaar. Deze beide groepen representeren twee fundamentele Paden in de Natuur, het ene het Pad der Rechter -, het andere dat der Linkerhand en worden aldus in het Oude Occultisme genoemd. Het ‘Pad der Linkerhand’ is Pratyeka-Yâna; en wij kunnen Pratyeka in dit verband door de omschrijving ‘ieder voor zich’ vertalen. Het ‘Pad der Rechterhand’ is Amrita-Yâna; dat het Onsterfelijk Voertuig of Pad der Onsterfelijkheid wordt genoemd. Het ene, het eerstgenoemde, is het pad der persoonlijkheid; het andere het laatstgenoemde, is het pad der individualiteit; het ene is het pad der stof, het andere is het pad van de geest; het ene leidt naar beneden; het andere Pad verliest zich in de onuitsprekelijke glorie van het bewuste onsterfelijke in de ‘eeuwigheid’. Dit nu zijn de twee groepen van wezens, die de beide zijden der Natuur vertegenwoordigen, en de conflicten en tegenstellingen van deze beide zijden der Natuur, tezamen met de strijd van wil tegen wil van de scharen wezens in het gemanifesteerde bestaan, veroorzaken het zogenaamde kwaad in de wereld, dat uit de zelfzuchtige werkzaamheid van de lagere of minder ontwikkelde of geëvolueerde wezens ontstaat.
571: Het is een bladzijde uit de geschiedenis van de geheime en heilige wetenschappen, hun evolutie, groei en dood – voor de niet-ingewijde massa. Deze strijd heeft betrekking (a) op het systematische en geleidelijke uitdrogen van enorme gebieden door de felle zon in een bepaalde voorhistorische periode; een van de verschrikkelijke droogten die eindigde met een geleidelijke verandering van eens vruchtbare overvloedig van water voorziene landen in de zandwoestijnen die ze nu zijn; en (b) op de even systematische vervolging van de profeten van het rechterpad door die van het linkerpad. Nadat deze laatsten het ontstaan en de evolutie van de priesterkasten hadden teweeggebracht, hebben zij tenslotte de wereld tot al deze exoterische religies gevoerd, die zijn uitgevonden ter bevrediging van de ontaarde voorliefde van de ‘hoi polloi’ en de onwetenden voor ritualistische praal en de verstoffelijking van het eeuwig immateriële en onkenbare Beginsel.

G. de Purucker Occulte woordentolk Een handboek van oosterse en theosofische termen
Rechterpad (of pad van de rechterhand)
Sinds onheuglijke tijden hebben in alle landen op aarde en onder alle mensenrassen twee tegenover elkaar staande en elkaar tegenwerkende scholen van occulte of esoterische training bestaan, waarvan de ene vaak het
pad van licht en de andere het pad van duisternis of van de schaduwen wordt genoemd. Deze twee paden worden ook vaak als het rechterpad en het linkerpad aangeduid, en hoewel dit technische benamingen zijn in het nogal wankele occultisme van het Westen, komen diezelfde uitdrukkingen overal op de wereld voor en zijn in het bijzonder bekend in de mystieke en esoterische literatuur van Hindoestan. Het rechterpad is in de Sanskrietgeschriften bekend als dakshinamarga, en degenen die de gedragsregels daarvan in praktijk brengen en de voorgeschreven levenswijze volgen, worden aangeduid met de technische term dakshinacharins en hun levenswijze met dakshinachara. Omgekeerd worden degenen die het linkerpad volgen – vaak aangeduid als de broeders van de schaduw of met een soortgelijke term – vamacharins genoemd en hun school of levenswijze is bekend als vamachara. Een andere term voor vamachara is savyachara. De witte magiërs of broeders van licht zijn daarom dakshinacharins en de zwarte magiërs of broeders van de schaduw, of veroorzakers van spiritueel, verstandelijk en psychisch kwaad, zijn dus de vamacharins.
Broeder van de schaduw (Linkerpad)
Een term die in het occultisme en vooral in de moderne esoterie wordt gebruikt voor individuen, zowel mannen als vrouwen, die het pad van de schaduwen, het linkerpad, volgen. Het woord ‘schaduw’ is een technische term en betekent meer dan wat het oppervlakkig gezien lijkt; de term heeft namelijk geen betrekking op individuen die in werkelijke fysieke duisternis of werkelijke fysieke schaduwen leven, want zo’n letterlijke uitleg zou eenvoudig absurd zijn, maar is van toepassing op mensen die het pad volgen van de stof, die sinds onheuglijke tijden in de esoterische scholen van zowel het Oosten als het Westen vaak als schaduw of schaduwen wordt aangeduid. Deze term vond ongetwijfeld zijn oorsprong in de filosofische opvatting van het woord maya (zie aldaar), want in de vroege oosterse esoterie werd de term maya, en in het bijzonder mahamaya, in een van zijn vele filosofische betekenissen gebruikt voor datgene wat tegengesteld was aan het licht en in zekere zin zelfs een weerspiegeling daarvan. Zoals geest kan worden beschouwd als zuivere energie, en stof, hoewel in wezen gekristalliseerde geest, als de schaduwwereld of voertuiglijke wereld, waarin de energie of de geest of het zuivere licht werkt, evenzo is maya, als het gewaad of de uitdrukkingsvorm of sakti van de goddelijke energie, het voertuig of de schaduw van de goddelijke kant van de natuur, met andere woorden haar negatieve of onderste pool, zoals licht haar positieve of bovenste pool is.
De
broeders van de schaduw zijn dus diegenen die hoofdzakelijk stoffelijk van aard zijn en instinctief het pad kiezen en volgen waartoe ze het sterkst worden aangetrokken, het pad van de stof of van de schaduwen. Wanneer men bedenkt dat de stof slechts een algemene term is en dat wat deze term inhoudt in feite een bijna oneindig aantal graden van toenemende ijlheid omvat van de meest grofstoffelijke substantie, of absolute stof, tot de meest etherische of vergeestelijkte substantie, dan zien we onmiddellijk de subtiele logica van deze technische term in — schaduwen of, vollediger, het pad van de schaduwen, en vandaar de broeders van de schaduw.
Het zijn de zogenaamde zwarte magiërs van het Westen, en ze vormen een scherp en opvallend contrast met de witte magiërs of de zonen van het licht die het pad volgen van zelfverloochening, van zelfopoffering, van zelfoverwinning, van volmaakte zelfbeheersing en van verruiming van het hart, het denken en het bewustzijn in een geest van liefde en hulpvaardigheid voor al wat leeft. (Zie ook rechterpad.)
Het bestaan en de doeleinden van de broeders van de schaduw zijn in wezen egoïstisch. Er wordt algemeen, maar ten onrechte, verondersteld dat de broeders van de schaduw altijd mannen en vrouwen met een onplezierig of onaangenaam voorkomen zijn, maar men kan bijna geen grotere fout maken. Talloze mensen gaan onbewust het
pad van de schaduwen, en vergeleken met hun grote aantal zijn er maar relatief weinigen die bewust en met geraffineerde en kwaadaardige intelligentie dit leger van argeloze slachtoffers van maya aanvoeren en leiden. De broeders van de schaduw zijn vaak hoogintelligente mannen en vrouwen, veelal mensen met een groot charisma die voor de gewone waarnemer, die afgaat op hun gesprekken en manier van doen, even goed in staat zijn ‘de schrift te citeren’ als de engelen van het licht!

Sathya Sai Baba, antahkarana: Als men eenmaal zuiverheid van gedachten heeft dan kan men alles in het leven bereiken. Om de gedachten te zuiveren moet men liefde in praktijk brengen. Het licht van liefde kan nooit worden gedoofd. Als je het principe van liefde hebt ontwikkeld, zul je de drie toestanden van viswa, taijasa en prajna overstijgen en de uiteindelijke gelukzaligheid bereiken. De individuele ziel in wakende toestand wordt viswa genoemd, daar deze wordt geassocieerd met karmendriyas en jnanendriyas. In de droomtoestand wordt het taijasa (de stralende, de schitterende) genoemd vanwege de associatie met het schitterende principe van antahkarana (innerlijk instrument). In de diepe slaaptoestand heet het prajna en wordt het geassocieerd met het niveau van gelukzaligheid (de gelukzaligheids-laag).

Henk Hogeboom van Buggenum (GAMMA jrg. 13 nr. 1): In het denken van Teilhard is het kwaad geen ontologisch gegeven, niet inherent dus aan het Zijn als zodanig. Het kwaad is in zijn visie dan ook niet geschapen, maar een logisch voortvloeisel uit het onvoltooid-zijn van de schepping. Oorlogen en geweld zijn voor hem dan ook signalen, dat de mens in zijn vrijheid de energie verkeerd gericht heeft en dat de soort moet bijsturen als ze wil overleven. Waarop de energie het beste kan worden gericht, komen we te weten door ons meer te verdiepen in de ander en de andere culturen, door studie dus, door wetenschap, door onze inzet en inspanning.

Lambèrt de Kwant (kies: Artikelen, recensies en links) Loslaten begint al bij de geboorte
Het onderscheid tussen goed en kwaad is volgens Tienke Klein het beeld van de duale wereld waaraan we zo vastzitten en ook moeten loslaten. Door te blijven denken in termen van goed en kwaad en die overtuiging niet los te willen laten, kunnen we soms ook zo verstrikt raken in de waaromvragen. We vinden ook dat het ons eigenlijk niet had mogen overkomen. Maar als we ons meer op onszelf en de essentie richten, overstijgen we die begrippen goed en kwaad.

Sjoerd L. Bonting:
Brengt de chaostheologie het gnostische dualisme terug? Aanvaarding van het bijbelse idee van schepping vanuit een oerchaos brengt geen gnostisch dualisme met zich mee, zolang we geen kwade demiurg invoeren en met Gen. 1 de absolute souvereiniteit bevestigen van de ene God die schept door zijn gezaghebbende Woord. Verder is een oerchaos niet hetzelfde als de eeuwige (kwade) materie van het gnosticisme: chaos is een toestand, niet een materie. Het dualisme tussen orde en chaos, evenals dat tussen goed en kwaad, licht en duisternis, deeltje en golf, is eenvoudig de erkenning van een eigenschap van de kosmos waarvan wij deel uitmaken.

In het eerste kabinet Balkenende is een discussie over normen en waarden gestart. Voor Jan Peter Balkenende geldt de typering: ‘Respondenten zijn tevreden over het eigen gedrag en hebben duidelijke opvattingen over wat anderen zouden moeten doen, maar voelen zich minder aangesproken als anderen ook een mening over hun gedrag hebben.’

De Ene Kracht is een belangrijk soort magie uit de fantasy-serie Het Rad des Tijds, van Robert Jordan, over de strijd tussen goed en kwaad.

Deugd en Ondeugd (Gulden middenweg, Zo Boven zo Beneden, Gaia, Chaos-Theos-Kosmos)

Paulus: In het christendom zijn er drie theologische deugden. Zij zijn ontleend aan een tekst van Paulus: Geloof, Hoop en Liefde (1 Korinthe 13:13.)
William Quan Judge: Karma is zowel barmhartig als rechtvaardig. Barmhartigheid en rechtvaardigheid zijn slechts tegengestelde polen van één enkel geheel; en barmhartigheid zonder rechtvaardigheid is niet mogelijk in de werkingen van karma. Dat wat mensen barmhartigheid en rechtvaardigheid noemen is gebrekkig, een dwaling en onzuiver. (W.Q. Judge boek Theosofische inzichten Aforismen over karma p. 268)
François de La Rochefoucauld noemde hypocrisie het eerbetoon van de ondeugd aan de deugd.

W.Q. Judge boek Theosofische inzichten
Hoofdstuk Spirituele gaven en het ontwikkelen ervan (p. 75):
Hoe kan ik spirituele gaven ontwikkelen?’ De uitdrukking ‘spirituele gaven’, wat een nogal losse uitdrukking is, hebben we te danken aan Paulus, de adept en apostel, die daarover schreef aan de Corinthiërs: ‘Over spirituele gaven, broeders, zou u niet onwetend moeten zijn.’ Tot de ‘gaven’ die hij dan opsomt behoren de volgende: wijsheid, kennis, geloof, genezing, het teweegbrengen van wonderen, profetie, het waarnemen van geesten, het spreken in verschillende talen, en het interpreteren van talen. En terwijl de apostel de Corinthiërs aanspoort om ‘de beste gaven ernstig na te streven’, gaat hij toch door om hen een nog betere weg te tonen, namelijk de verheven wet van de liefde. ‘Blijf trouw’, zegt hij, ‘aan geloof, hoop, liefdadigheid [of liefde], aan deze drie; maar de grootste van deze drie is liefdadigheid’ (1 Cor. 13:13).

Verkiest rechtvaardigheid’ (Henk van Os en Pieter van Os De Groene Amsterdammer 16 april 1997):
Er lijkt in het debat over Europa een stevige weerzin te bestaan tegen het
denken over normen en waarden. Geld en handel voeren de boventoon. Dat was in de succesvolle stadstaat Siena wel anders. Het wordt weer tijd voor een regering die weet wat deugdzaamheid is.
Henk van Os, voormalig directeur van het Rijksmuseum, is momenteel hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Pieter van Os doceert rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Leiden.
WIE GELOOFT ER nog in een Verenigde Staten van Europa? Politici vertellen ons dat Europa móet, dat het niet anders kan, dat het ook gebeurt als je tegen bent. Europa is onvermijdelijk. Het is handig om één munt te hebben. Bovendien is het voordelig om zonder barrières van alles te kunnen uitwisselen. Handel, daar gaat het om.
Wie weet wat juist is, weet ook wat verkeerd is en schept daar duidelijkheid over. Daarom toont de fresco op de linkerwand een verwerpelijke regering en de effecten daarvan voor stad en ommelanden.
Op de wand waar de goede regering wordt verbeeld, zit
Justitia aan de linkerkant. Van de kardinale deugden heeft alleen zij een eigen troon gekregen. Gerechtigheid is het eerste en het belangrijkste wat een regering moet garanderen om als legitiem te worden ervaren. Justitia wordt geïnspireerd door de Wijsheid, die boven haar als halffiguur is weergegeven. Justitia hanteert een reusachtige weegschaal met links een scène die, laten we maar zeggen, ‘strafrecht’ verbeeldt, en rechts een scène die zoiets als ‘burgerlijk recht’ uitbeeldt. Van de twee schalen gaan koorden naar beneden die worden gebundeld door Concordia, de eendracht, die beschaaft. Eén koord wordt vastgehouden door de burgers van Siena, die het koord rechttrekken. Wat beeldtaal betreft, gebeurt hier iets bijzonders, want plotseling gaat de wereld van abstracte personificaties van deugden over in de werkelijke, tastbare wereld. In 1340 moeten de Sienezen die voor dit fresco stonden de mannen hebben herkend die door Ambrogio werden geportretteerd. Hier werd getoond dat een bekend element uit de politieke theorie van die dagen door de burgers van Siena tot werkelijkheid werd gemaakt.
Het koord brengt de burgers onder een troon van de
kardinale deugden. In het midden zit de belichaming van de goede regering. Hij draagt de kleuren van het wapen van de stad: zwart en wit. Op zijn schild is de stedemaagd Maria afgebeeld. De belichaming van de goede regering wordt geïnspireerd door de theologische deugden Geloof, Hoop en Liefde.

Vals plat 1. Over authenticiteit en horizontaal recht (Arie-Jan Kwak Civis Mundi Digitaal #18, Universiteit Leiden, mei 2013):
Het idee dat het
gevoel een diepe bron van zuiver weten en een betrouwbaar (moreel) kompas is, gaat terug tot de Romantiek en is sindsdien onlosmakelijk verbonden met het emancipatiemotief dat onze moderne samenleving kenmerkt. In dit emancipatiemotief ligt de nadruk op individuele autonomie: zelfbeschikking, individuele verantwoordelijkheid en keuzevrijheid (die elkaars spiegelbeeld vormen). De belangrijkste deugden zijn hier zelfontplooiing, mondigheid, en non-discriminatie.[9] Zelfbeheersing is in dit motief daarentegen geen kardinale deugd. De nadruk op zelfontplooiing en mondigheid vertaalt zich juist naar een grote waardering voor spontaniteit en een toenemende behoefte aan zelfexpressie. Het unieke zelf wil zich in de openbare ruimte kunnen uiten en zo als uniek en origineel individu kunnen tonen en ontplooien:
"The notion that
each of us has an original way of being human entails that each of us has to discover what it is to be ourselves. But the discovery can’t be made by consulting pre-existing models, by hypothesis. So it can be made only by articulating it afresh. We discover what we have it in us to be by becoming that mode of life, by giving expression in our speech and action to what is original in us."[10]
[10] Taylor, C., The Ethics of Authenticity, Harvard University Press Cambridge Mass. 1991, p. 61; Taylor, C., Sources of the Self, The Making of Modern Identity, Cambridge University Press Cambridge UK 1989, p. 375

H.R. Opdenberg Het oneindig gevarieerde heelal
We zien dat Spinoza nadruk legt op de essentiële eenheid en continuïteit van al het bestaande, terwijl Pythagoras, Plato en Leibniz daarin ontelbare monaden onderscheiden, kernen van activiteit in alle denkbare graden van zelfexpressie. Brengen we de monadenleer en de filosofie van Spinoza tezamen, dan ontstaat er een wereldbeeld dat opmerkelijk overeenstemt met gedachten uit de Upanishads, de Vedanta, het boeddhisme, en die van vele denkers uit het oude Griekenland. Overeenkomstige gedachten vinden we bij David Bohm, die ook dacht dat het onderscheid tussen levende en levenloze natuur kunstmatig is – in een bepaalde context nuttig, maar uiteindelijk onjuist. Hij kwam tot de slotsom dat de ruimte helemaal niet leeg is, maar een immense oceaan van energie, en dat materie niet meer is dan een oppervlakkige rimpeling op die oceaan. Alles ligt besloten in een ‘impliciete orde’ en komt daaruit tevoorschijn.

Hierover lezen wij in de Bhagavad-Gita met de woorden van de Heer Krishna, hoofdstuk 4, vers 6-8: 'Al ben ikzelve ongeboren en onveranderlijk van wezen, de Heer van af het bestaande, toch is het bij het bestier van de natuur die mij behoort slechts door mijn eigen Maya dat ik geboren word, het mystieke vermogen van zelfexpressie, de eeuwige gedachte in het eeuwig denkvermogen. Ik breng mijzelve telkenmale voort temidden van de schepselen, o zoon van Bharata, als op deze aard de deugd verslapt en onrechtvaardigheid en ondeugd hoogtij vieren, daarom belichaam ik mijzelf van eeuw tot eeuw, zulks den rechtvaardigen tot behoud, den bozen tot verderf en tot herstel van de rechtschapenheid.'

Paus Johannes Paulus II DIALOOG TUSSEN CULTUREN VOOR EEN BESCHAVING VAN LIEFDE EN VREDE (8 december 2000)
De mensheid en haar verschillende culturen
De menselijke situatie beziend, staat men altijd weer verbaasd over de complexiteit en verscheidenheid van menselijke culturen. Elke cultuur onderscheidt zich door haar eigen specifieke ontstaansgeschiedenis en de daaruit voortgekomen kenmerken die haar tot een structureel uniek, oorspronkelijk en organisch geheel maken. Cultuur is de vorm van de menselijke zelfexpressie op zijn reis door de geschiedenis, zowel op het niveau van het individu als dat van sociale groepen. De mens wordt immers voortdurend gedreven door zijn denken en zijn wil om "het goede dat zijn natuur hem meegaf en de waarden" te ontwikkelen, om zijn grondkennis van alle aspecten van het leven, met name aspecten betrekking hebbend op het sociale en politieke leven, op veiligheid en economische ontwikkeling, in een nog verdergaande en systematischere culturele synthese op te nemen en om voeding te geven aan de existentiële waarden en perspectieven, met name in de religieuze sfeer, die het zowel het individu als de gemeenschap mogelijk maken om zich op een waarachtig menselijke manier te ontplooien.

Het circus Jeroen Bosch (Joost Zwagerman Volkskrant 12 november 2015 katern Vonk p. 14-117):
Voor zijn dood schreef Joost Zwagerman een laatste kunstessay, in opdracht van de stichting Jheronimus Bosch 500. Als hommage aan de schilder én aan de schrijver-essayist die we missen. Universele beeldtaal
Kennelijk hadden die figuurtjes op mijn 10de toch mijn bewustzijn geschampt en was er iets van blijven kleven in mijn brein.
Maar het kan ook andersom zijn: Jeroen Bosch schilderde geen tijdgebonden en louter aan de Middeleeuwen verklonken nachtmerriefiguren en -taferelen, nee, misschien had hij het klaargespeeld om een universele beeldtaal te scheppen die recht doet aan de nachtmerries van ons allen, uit heden, verleden en ook uit de toekomst. Wij beleven nachtmerries die we niet kunnen duiden aan de hand van wat we hebben gezien of beleefd; die beelden van vóór de kijkervaring, blijken terug te vinden in het vreemdzinnig universum van Jeroen Bosch.
Misschien verbeeldde Jeroen Bosch wel de oerbeelden van en grondstoffen voor nachtmerries die we allemaal weleens hebben; misschien droomt een kind uit Birma of Brazilië over precies dezelfde griezelelementen als een kind uit België of Nederland - elementen waarmee Bosch de hel en het vagevuur in zijn werken stoffeerde. Niet circus, maar spookhuis Jeroen Bosch.
Als ik mijzelf vrijwaar van griezeltoerisme, waarom lever ik mij inmiddels, zoveel jaren later, dan zo graag uit aan vooral de helse aspecten van het werk van Bosch? Zwelg ik niet als precies zo'n griezeltoerist in het verbazingwekkend hoge Apocalypse Now-gehalte van zijn werk?
Toch was het Fraengers jarenlange bedoeling om Jeroen Bosch definitief en in volle glorie te afficheren als een lepe ketter, die dankzij een sinister dubbelspel de katholieke machthebbers naar de mond wist te praten en zo allerlei groteske en brutale godslastering tot binnen de poorten van kloosters, kerken en kastelen wist te smokkelen.

Het land van Maas en Waal komt niet van Jeroen Bosch (Rudy Schreijnders Volkskrant 14 november 2015 p. 25):
In zijn postuum verschenen bijdrage legt Joost Zwagerman in V de relatie tussen het lied Het Land van Maas en Waal van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh en de schilderijen van Jeroen Bosch. Hij verwijst naar de zinsnede 'het circus Jeroen Bosch'.
Volgens Wikipedia haalde De Groot de inspiratie voor zijn tekst uit Hatsji-Bratsji's toverballon, een mij onbekend kinderboek van Franz Karl Ginzkey uit 1904 dat hem als kind voorgelezen werd. In dit verhaal zweefde Pietje in een ballon over het Land van Maas en Waal.
Er zijn wel meer relaties tussen Jeroen Bosch en psychedelische (pop)muziek, bijvoorbeeld de hoes van de LP One nation underground van de Amerikaanse band Pearls before Swine uit 1967, waarop een detail van het schilderij De tuin der lusten uit het Madrileense Pradomuseum afgebeeld staat. Niet voor niets worden de afbeeldingen op de schilderijen van Jeroen Bosch psychedelisch genoemd.

Twee schilderijen van Jeroen_Bosch:

Hoofdzonde is een term die voornamelijk in de Katholieke Kerk wordt gebruikt. Het gaat hierbij om zeven zonden die ieder aan de basis liggen van vele andere zonden. Ze werden als lijst in de 6e eeuw opgesteld door Paus Gregorius I, maar zijn al in de 4e eeuw door geestelijken in een gesystematiseerd overzicht beschreven. In de Bijbel zijn verschillende opsommingen van zonden te vinden, echter, niet één van die opsommingen komt overeen met de lijst van de zeven hoofdzonden. Het begrip hoofdzonde wordt wel eens verward met het begrip doodzonde.

Deugden:Beatrijs van Nazareth x)Ondeugden:
GeloofNederigheidHoogmoed, hovaardigheid - ijdelheid - trots
HoopComtemplatieWoede - toorn
CaritasNaastenliefdeGemakzucht - traagheid - luiheid - vadsigheid
1. Moed - sterkteKrachtdadigheidNijd - gramschap - jaloezie - afgunst
2. Rechtvaardigheid - rechtschapenheidGulheidHebzucht - gierigheid
3. Gematigdheid - matigheid - zelfbeheersingMatigheidOnmatigheid - gulzigheid - vraatzucht
4. Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheidKuisheidOnkuisheid - lust - wellust; Ontucht

(x) Wim van den Dungen ''OVER ZEVEN MANIEREN VAN HEILIGE MINNE’. De manier waarop Beatrijs van Nazareth (1200 – 1268) met 'de minne' omgaat leert ons iets over deze relatie (structuur & dynamiek).
1. t/m 4. corresponderen met de eigenschappen van de persoonlijkheid.

PATRICK VANDERMEERSCH PASSIE EN BESCHOUWING DE CHRISTELIJKE INVLOED OP HET WESTERSE MENSBEELD (p. 101/102):
In Evagrius' beschrijving van de praktijk vinden wij voor het eerst de klassieke lijst van de "hoofdzonden" die sindsdien de hoeksteen zijn gebleven van de christelijke ethiek. In feite heeft hij het niet over "hoofdzonden", maar over de "hoofdgedachten" die tot het kwade leiden. De strijd tegen de zonde begint volgens Evagrius met een strijd tegen de boze gedachten en de praktijk van de monnik bestaat er dan ook essentieel in om deze te kunnen afweren. Deze hoofdgedachten zijn volgens hem acht in aantal. Hij citeert ze altijd in een welbepaalde orde, niet als mnemotechnisch middeltje, maar om de innerlijke samenhang tussen de verschillende boze gedachten uit te drukken:

  • 1. Gulzigheid
  • 2. Ontucht
  • 3. Geldzucht
  • 4. Droefheid
  • 5. Woede
  • 6. Lusteloosheid (acedia)
  • 7. IJdelheid
  • 8. Hoogmoed

Dat er naar kernbegrippen wordt gezocht om het ethische leven te richten en dat men daarbij een aantal grondhoudingen poogt te definiëren, is op zichzelf niet nieuw. De stoïcijnse leer van de vier centrale passies en de ermee corresponderende deugden had dit al lang uitgetekend. Nieuw is wel het accent op al het boze dat in de mens huist. De ondeugden zijn niet zomaar de keerzijden van de deugden, zij zijn iets anders en leiden een eigen leven. Je hebt dus aan de éne kant de deugden, die Evagrius - overigens traditiegetrouw - in vijf verdeelt: het geloof, de vrees voor God, de zelfbeheersing, het doorzettingsvermogen en de hoop. Aan de andere kant heb je de wereld van de ondeugden of van de boze gedachten, waarbij benadrukt wordt dat zij elk door een eigen duivel ingefluisterd worden. Er is dus een aparte wereld van het kwade.
113: De eerste kosmische catastrofe is veel minder gepland. De wereld van de materie is in tegenstelling tot die van het licht vol ordeloze beweging en half bewuste begeerte, die steeds opnieuw ontstaat, naar directe bevrediging zoekt, en opnieuw opkomt. Toevallig stoot zij tegen de grenzen van het Rijk van het Licht, en zo beseft de Prins van de Duisternis plots welke heerlijkheid daar aanwezig is. Hij besluit dit rijk te gaan veroveren. De Vader van de Grootheid wil echter de verschillende eonen geen gevaar laten lopen, en hij beslist dan maar zelf ten strijde te trekken. Hij zal de vijand terugdringen met zijn ziel, of anders gezegd, met zijn "ik". Hiertoe laat hij uit zichzelf een eerste vorm emaneren, die van de "Moeder van het Leven", en uit deze dan weer de "oermens". Vergezeld van zijn vijf zonen die zijn harnas of zijn ziel uitmaken, (de vijf hemelse elementen: lucht, wind, licht, water en vuur) trekt deze ten strijde, maar hij wordt overwonnen. Zijn zonen worden opgegeten door de duivels, de oermens zelf valt in een diepe afgrond, waar hij met luide stem zevenmaal de Vader van de Grootheid om hulp smeekt.

Roland van Vliet Het Manicheïsme als oerketters stroming van de liefde (Artikel uit: Prana nr. 140, dec. 2003/jan. 2004) p. 1:
De kracht van Mani's spreken bij de Elchasaïten was namelijk de vrucht van de openbaring van zijn geestelijke wederhelft of Syzygos, die hem korte tijd daarvoor tot schouwen had gebracht van de vijf Lichtvaders in de hemelse gebieden en hem de mysteriën van de grenzeloze hoogten, de mysteriën van de ondoorgrondelijke diepten en het weten omtrent zijn geestelijke afstamming (in relatie tot de Syzygos) en zijn goddelijke opdracht had kunnen openbaren.
p. 6: Daarnaast heeft Jezus Christus door dood en Opstanding het Licht onder en om de aarde gebracht en de kosmische Zuil der Heerlijkheid in het middelpunt van de aarde geplaatst. Deze Zuil der Heerlijkheid verbindt als een kosmische Lichtzuil de aarde met het Lichtschip van de Maan, het Lichtschip van de Zon en de Nieuwe Lichtaarde of het Nieuwe Jeruzalem. Deze Zuil der Heerlijkheid is de geestelijke gestalte van Christus, waarin al zijn leerlingen die de Lichtziel tot bloei gebracht hebben, ná de dood worden opgenomen en daarin van Jezus de Grote Rechter, een emanatie van Jezus de Zonneglans, een opstandingsgestalte als de afbeelding van de opstandingsgestalte van Jezus Christus ontvangen. Hierdoor wordt de Zuil der Heerlijkheid ook de Volmaakte Mens genoemd, waarin de totale geïndividualiseerde en bevrijde mensheid de gestalte van de Christus is.

Veel van wat in de volksmond ‘New Age Concepten' werden genoemd, dringen nu door in de geest en in de gesprekken van de massa. Het geloof in Engelen en interacties met Lichtwezens van Hogere Rijken van Bestaan worden niet meer geridiculiseerd zoals in het verleden. Het goede nieuws is dat er een nieuwe band van hoger frequente emotionele patronen en gedachtevormen de Aarde boven de negatieve band omringt. Die energetische band is gevuld met Licht, hoop en een sterk verlangen naar zelfexpressie en meesterschap. Geleidelijk aan omvat het Kristallijnen Grid Systeem de Aarde, en de Schepper Bewustzijnsband van Licht wordt elke dag sterker, omdat steeds meer mensen toegang verkrijgen tot de Steden van Licht en ‘koeriers' worden van Adamantine Partikels van de Schepping.

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.