Deze filognostische presentatie is in aanbouw

Weerkaatsing

Tetragrammaton (Tetraktis, Hogere Tetraktis, Logos, Boek van de getallen)

Boek van de schepping (zoeken: Titel 'Sefer Yetsirah' en Auteur: 'Kirsten van Dijkhuizen'):
2:6 all that is formed and all that is spoken: one Name
Alles wat geformeerd (in de wereld van Yetsiràh) en uitgesproken is: vanuit één Naam zou betekenen dat de ingewijde zou zien en weten dat alles wat geschapen is, niets meer is dan 1 Naam: de Tetragrammaton. En dat sluit perfect aan met Johannes 1:1-3 In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. Misschien is dat wel de Naam van de Yeshua HaAdon. Openbaring 19:16 Op Zijn gewaad, op de hoogte van Zijn heup, stond deze naam geschreven: `de hoogste koning en de opperste Heer (Tetragrammaton)’.

3:4 Three Mothers, AMSh, in the Universe are air, water, fire
Drie Moeder, AMSh, in het Universum zijn lucht, water en vuur. In het spirituele aspect hebben in hoofdstuk 1 kunnen leren dat er m.b.t. de 4 originele Sefiroth in termen van Adem, water en vuur werd gesproken (zie 1:12 From these three He founded His dwelling). In fysieke termen kunnen we stellen dat water representatief staat voor materie. Vuur is energie en lucht is de ruimte waar materie en energie een wederzijdse inwerking op elkaar hebben. Lucht, water en vuur zijn tevens de 3 fysieke basiselementen. Terwijl vuur als ware de straling is van energie, staat water voor de absorptie van die energie. Ze zijn thesis en antithesis. Geven en nemen. Manifestaties van oorzaak en gevolg. Lucht is de transmissie van energie en is synthese. Hij verbindt deze 2.
Psychologische gezien zijn vuur en water Binah en Chochmah bewustzijn. Dit terwijl het brein zelf constant energie uitstraalt. Water, Chochmah bewustzijn, is de plek waar het brein spirituele energie kan opslurpen en lucht is de, Roeach HaKodesh (Heilige Geest), medium waardoor de spirituele energie wordt doorgegeven. Maar er is nog een 4 kracht: zwaartekracht. En zwaartekracht wordt gerepresenteerd door aarde. We hebben aarde niet aan de basiselementen kunnen toevoegen, omdat aarde uit de 3 basiselementen bestaat. Aarde staat representatief voor de 2e Hêh van de Tetragrammaton, wat weer een herhaling is van de 1e Hêh.

5:2 They extend continually until eternity of eternities
Constant breiden zij uit van eeuwig tot in der eeuwigheid. In het Hebreeuws is van eeuwig tot in der eeuwigheid Adey Ad. Dit gaat tijd en ruimte te boven, wat we in 1:5 hebben besproken. In Sefer Jetiràh 4:4 bespraken we de 6 primaire richtingen. Hier werd niet over grenslijnen gesproken. In dit hoofdstuk is het wel het geval, omdat het eigenlijk gaat om meditatiemethode die gericht is op de grenslijnen van ruimte. Door de meditatie te richten op de 12 grenslijnen en op de 12 uitspraken van de Tetragrammaton, hoopt men de stadium eeuwig tot in der eeuwigheid te bereiken, het uitstijgen van tijd en ruimte.
De Bahir zegt dat binnen in de 12 diagonalen de Boom des Levens te vinden is. De Boom des Levens waar de 10 Sefiroth zijn opgesteld die in connectie staan met de 22 Hebreeuwse Letters. De Boom is niet vanaf het begin in de 12 grenslijnen te vinden, dus vanaf het moment dat het zichtbaar werd aan het fysieke Universum. Het is alleen binnen in de grenslijnen wanneer zij bekeken worden vanaf het oneindige punt (zie 1:7 Their End is Imbedded in Their Beginning and Their Beginning in Their End). Het is dat punt die de grenslijnen 1 maakt.

5.10 He made them like a trough
Dezelfde 28 kampen zijn tevens gerelateerd met de 12 dierenriemtekens en de 42 letter Naam van G´d (zie Kabbalah: de Leersteling van de Kabbalah: De getallen, namen en de becijfering van G´d 3,2,2). De kampen kunnen we ook relateren met Jaweh Elohim Jaweh. In het Hebreeuws YHVH ELHYNU YHVH. De 28 tijden uit Prediker kan verdeeld worden in 2 groepen:

1. de goede tijden met de Tetragrammaton van G´d die dat vertegenwoordigt.
2. de slechte tijden met de kwaadaardige naam KUZU BMUKSZ KUZU.
Het komt er dan zo uit te zien:
ZaadY Ybarenk Ksterven
 h Hplantenw Urooien
Levenw Vgenezenz Zdoden
 h Hopbouwenw Uafbreken
Weeldea Ebewarenb Bwegdoen
 L Lzoekenm Mverliezen
Gunsth Hkussenw Uafwenden
 y Yliefdek Keenzaamheid
Wijsheidg Nzwijgens Sspreken
 w Unaaienz Zscheuren
Vredey Yvredek Koorlog
 h Hliefhebbenw Uhaten
Overheersingw Vdansenz Zrouwen
 h Hlachenw Uhuilen

Als motor van bewustwording kan kunst (cultuur) zeker een bijdrage leveren. In het rapport ‘E I V’ staat religie in het bijzonder voor levenskunst, de moraal van het verhaal. De integratie van vier disciplines, de vier pijlers rekenkunde, sterrenkunde, meetkunde en muziek heet volgens de telling van Pythagors 5, de kwintessens.

Het probleem is niet dat er te weinig politieke economie is, maar dat de politieke economie een gebrekkig begrip van kapitalisme heeft, zowel van de ontstaansgeschiedenis als van het huidig functioneren ervan. De thema's, die Rogier van Reekum & Willem Schinkel bespreken hebben in het bijzonder op polaire twee-eenheid, de complementaire polariteit, 'these, antithese en synthese' betrekking. Door de interacties ('these + antithese') tussen de 'alfa- en de bètawereld' kan synthese ontstaan. De gammawetenschap is als het ware de schakel tussen de alfa- en bèta-wetenschappen. Om de complexe werkelijkheid te duiden gaat het om de synthese, de status quo van de alfa, bèta en gammawetenschappen, tussen 'these, antithese en synthese', namelijk de unificatietheorie, die ook geldt voor de eenheid der tegendelen, paren van tegenstellingen:
-
Verlichtingsbeweging en Antiverlichtingsbeweging (Democratisch en Antidemocratisch)
- Klimaatwetenschappers en Climategate
- Machiavellisme en Anti-machiavellisme
- Kapitalistisch en Antikapitalistisch
- Consumentisme en Anti-consumentisme
- Seksisme en Antiseksisme
- Racisme en Antiracisme
- Liberalisme en Neoliberalisme
- Globalisering en Antiglobalisering (
Controversy, Mondialisering en Lokalisering)
-
Darwinisten en Anti-Darwinisten (Modern synthesis - 20th century)
- Pluralisme en Antipluralisme
- Realisme en Anti-realisme
- Succesvolle risicobeheersing en Mislukking (
markt- en overheidsfalen).

Wim van den Dungen, Levensboom (Sepher Yetzirah)
Alles wat uit de Demiurg voortkomt is onderdeel van Hem. De gehele Kosmos emaneert bijgevolg binnenin Kether. De Wijsheid begrijpt de Schepper als de Heer van alle Sephiroth, Yah, YHVH genoemd. Voor de wijze is de 'formule' van Zijn Scheppingsdaad van het eerste belang. De onderdelen van deze formule worden begrepen als een 'vierdelig' Woord (of 'logos') : tetragrammaton (T). Hiermee reikt Yah ons de sleutel van de Wijsheid aan.
De lichtfontein stort haar licht uit op een ritme waarvan de dansstructuur in T neergeschreven staat. T is de Naam van de God van de Wijsheid (of Yah), die door de Demiurg met 32 Paden gegraveerd werd. Deze Naam (YHVH) verdeelt het licht. Dit betekent dat T een 'universele sleutel tot creativiteit' is. Een 'getetragrammatoniseerd' bewustzijn is een 'Goddelijk bewustzijn'.
Zelfs het Pisces-tijdperk is tijdelijk ... Hoe voorzag Christus daarin ? Door over een terugkomst te spreken. Hierdoor wordt de universele liefdesgeest losgemaakt van het tijdelijk karakter eigen aan de tijdperkenleer zelf (Yah & Christus zijn tijdelijke 'Namen' voor hetzelfde, n.l. YHVH).
Tetragrammaton incarneert in alle tijdperken. Telkens in andere gestalten (dan Yah, dan Christus, dan Aquarius). Aan het einde van het tijdperk komt er immers steeds een 'nieuwe wet' (waardoor de 'cyclus' van de Wijsheid zich voltooit).
Tetragrammaton betreft de scheppingsformule, de 'opperste code' aangaande de oorspronkelijke regeling (en) (de Zodiac als symbool voor 'alle Tijdperken') tussen de mens op Aarde en zijn Schepper. Een menselijk bewustzijn is 'wijs' zodra het deze formule permanent mentaal uitvoert. Scheppen vraagt dus in de eerste plaats om een permanente staat van verwondering. Hierin openbaart zich dan de oorspronkelijke uniciteit van elk gegeven ogenblik (de eeuwigheid van het 'hier & nu'), waardoor (een waarheidsbarende) intuïtie mogelijk wordt. Deze is niet verbaal & niet discursief. Bijgevolg valt ze buiten de mogelijkheden van het denken. Het betreft een direct waarheidsbarende 'niet-wetende kennis'.
Tetragrammaton is de qabalistische formule die het ontstaan van de 10 Sephiroth in 4 'werelden' of 'kosmische frequentiebanden' beschrijft. De 'Boom van het Leven' vormt een 'ladder' (van Jacob) tussen 'hemel' en 'aarde' . Deze wordt door de qabalist beklommen met de bedoeling optimaal te communiceren met Kosmos & om zodoende co-creatief het gelukkige leven te realiseren. Door de code van Kosmos te kennen, krijgt hij weet van de kosmische eeuwigheid.

Wim van den Dungen Sepher Yetzirah:
We merken op dat Zijn Wil & Woord (Ain) Zijn Licht tot lichtfontein maken (Kether) die -geordend door Zijn geschapen Naam (Chockmah)- een begrip (Binah) van Zijn Onbegrensde Ruimte van mogelijkheden (Ain Soph) toelaat. De scheppende wijze weet YHVH te begrijpen & ervaart de Schepper van aangezicht tot aangezicht. Dit is de hoogste vorm van 'communicatie' ('sippur') gegeven aan de mens.
De Unio Mystica
De mystieke ervaring ('unio mystica'), waarbij het bewustzijn in Kether opgaat -de zaadloze samadhi der yogi's- laat geen onderscheid meer toe (waardoor er van 'communicatie' niet meer gesproken kan worden). Zoals uit de Enoch-mythe blijkt, verandert de Kether-ervaring de mens zo dat hij een Goddelijk lichtwezen wordt, en transhumaniseert.
Als we op deze wijze de Sephiroth bewust polariseren dan wordt onze aandacht onverwijld naar 'het midden' getrokken. De polarisatie tussen Links & Rechts is een noodzakelijke voorwaarde om een Midden Pilaar te bekomen die ontstaat als gevolg van de spanning die bewust tussen Linker- & Rechterpool geschapen werd. De Midden Pilaar impliceert dat de polaire posities harmoniseren (equilibreren) waardoor groei en manifestatie van het resultaat mogelijk worden. M.a.w. het 'midden' betreft de 'Gulden Middenweg' (de 'Gulden Snede') die mogelijk wordt zodra de polen als twee tegendelen begrepen worden (en niet als tegenstellingen).
Wanneer de twee niet-geplooide zijden van het geplooide blad tegen elkaar worden gehouden (zodat er een cilinder of een 'kanaal' ontstaat) dan wordt het duidelijk dat 'begin' en 'einde' in elkaar vervat liggen. Door dit circulariteitsprincipe worden de tegenstellingen tegendelen die elkaar complementair aanvullen en versterken. Een ander voorbeeld wordt ons gegeven door de cirkel. Van zodra men de radius oneindig denkt, wordt de cirkelkromming 0, d.w.z. er ontstaat een lijn. Nog een ander voorbeeld : de Sephiroth-paren (2/3 ; 4/5 7/8 ; 1/6 ; 9/10) definiëren telkens een oneindige lijn. De 'eindpunten' van elke lijn komen samen in een 'point at infinity'. De Ruimte wordt als het ware door dit punt omsloten.
Wim van den Dungen, boek Sepher Yetzirah (p. 23, 39):

Een hyperkubus heeft 32   
(2 tot de macht 5) uiteinden   Blavatsky, Deel I, p. 228; Charles Poncé, boek Kabbalah p. 55:
Nà Atziluth komen de wereldenYodVuurGeestelijke wereldAziluth is de wereld van de Goddelijke uitstraling
der manifestatie:   
a) de wereld der scheppende ideeënWaterMentale wereldBriah is de wereld van de schepping
b) de wereld van de beeldende vormVauLuchtPsychische wereldYetzirah is de wereld van de vormgeving
c) de wereld der realisatieAardeFysieke wereldAssiah is de wereld van de natuur en het menselijke bestaan

Wereld der realisatie: De 'nominale', vierdimensionale werkelijkheid (waarin spirituele energie een onomkeerbare dichtheid vertoont.

De Geheime Leer Deel I Stanza 3 Het ontwaken van de kosmos (p. 99,100):
5. DE WORTEL BLIJFT, HET LICHT BLIJFT, HET STREMSEL BLIJFT EN NOG ALTIJD IS OEAOHOO (a) ÉÉN (b).
(a) OEAOHOO (wordt in de Toelichtingen vertaald door ‘vader-moeder van de goden’ of de ZES IN ÉÉN, of de zevenvoudige wortel waaruit alles voortkomt. Alles hangt af van de klemtoon die op de zeven klinkers wordt gelegd, die kunnen worden uitgesproken als één, drie of zelfs zeven lettergrepen, door achter de laatste ‘o’ een e toe te voegen. Deze mystieke naam wordt openbaar gemaakt, omdat hij zonder een grondige beheersing van de drie uitspraken voor altijd zonder gevolg blijft.
(b) Dit heeft betrekking op het niet gescheiden zijn van alles wat leeft en bestaat, hetzij in actieve, hetzij in passieve toestand. In één betekenis is Oeaohoo de ‘wortelloze wortel van alles’ en dus één met Parabrahmam; in een andere betekenis is het een naam voor het gemanifesteerde ENE LEVEN, de eeuwig levende Eenheid. De ‘wortel’ betekent, zoals al werd verklaard, zuivere kennis (sattva)3, eeuwige (nitya) onvoorwaardelijke werkelijkheid of SAT (satya), of we het nu Parabrahmam of Mulaprakriti noemen, want dit zijn de twee aspecten van het ENE.
3) Het oorspronkelijke woord voor ‘inzicht’ is sattva, dat Sankara (acharya) aanduidt als antahkarana. ‘Verfijnd’, zegt hij, door offers en andere heiligmakende handelingen’. In de Katha, op blz. 148, zegt Sankara dat sattva buddhi betekent – een gewoon gebruik van het woord. (‘The BHAGAVADGITA with The Sanatsugatiya and The Anugita’, vertaald door Kashinath Trimbak Telang, M.A.; onder redactie van Max Müller.) Welke betekenis verschillende scholen ook aan de term mogen hechten, sattva is de naam die door beoefenaars van het occultisme van de Aryasanga-school wordt gegeven aan de tweevoudige monade of atma-buddhi, en atma-buddhi op dit gebied komt overeen met Parabrahm en Mulaprakriti op het hogere gebied.
102/103: (a) ‘Heldere Ruimte, zoon van donkere Ruimte’ heeft betrekking op de straal, die bij de eerste trilling van de nieuwe ‘dageraad’ in de grote kosmische diepten valt, vanwaar hij gedifferentieerd weer bovenkomt als Oeaohoo de jongere (het ‘nieuwe LEVEN’), om tot aan het eind van de levenscyclus de kiem van alle dingen te worden. Hij is ‘de onlichamelijke mens die in zich de goddelijke Idee bevat’, – de voortbrenger van licht en leven, om een uitdrukking van Philo Judaeus te gebruiken. Hij wordt de ‘vlammende draak van de wijsheid’ genoemd, in de eerste plaats omdat hij is wat de Griekse filosofen de logos noemden, het Woord van de goddelijke gedachte, en in de tweede plaats omdat in de esoterische filosofie deze eerste manifestatie – de synthese of het aggregaat van de universele wijsheid, Oeaohoo, ‘de zoon van de zoon’– de zeven scheppende menigten (de sephiroth) in zich besloten houdt, en dus de essentie is van de gemanifesteerde wijsheid. ‘Wie zich baadt in het licht van Oeaohoo zal nooit door de sluier van maya worden misleid.’
Kwan-shai-yin is identiek en gelijkwaardig met Avalokiteshvara in het Sanskriet en als zodanig is hij een androgyne godheid, evenals het tetragrammaton en al de logoi van de oudheid. Slechts door enkele sekten in China wordt hij vermenselijkt en voorgesteld met vrouwelijke attributen; onder zijn vrouwelijke aspect wordt hij dan Kwan-yin, de godin van de genade, en wordt de ‘goddelijke stem’ genoemd11. Laatstgenoemde is de beschermgodin van Tibet en van het eiland Puto in China, waar beide godheden een aantal kloosters hebben. (Zie Afd. II, Kwan-shai-yin en Kwan-yin.)
11) De gnostische Sophia, ‘wijsheid’, die ‘de moeder’ is van het Achttal (in zekere zin Aditi met haar acht zonen), is de heilige geest en de schepper van alles, evenals in de oude stelsels. De ‘vader’ is een veel latere vinding. De vroegste gemanifesteerde logos was overal vrouwelijk – de moeder van de zeven planeetkrachten.
De Geheime Leer Deel I Stanza 5 Fohat: kind van zevenvoudige hiërarchieën (p. 143/144):
Toen kwam de verandering, ‘Jehova is Elohim’, waardoor de veelvoudigheid werd verenigd en de eerste stap naar het monotheïsme werd gezet. Het antwoord op de vraag: ‘Hoe kan Jehova Elohim zijn?’ is: ‘Door drie stappen’ van onderaf. De betekenis is duidelijk7. Alle zijn het symbolen en zinnebeelden van het wederzijdse verband tussen geest, ziel en lichaam (de MENS); van de cirkel die is omgezet in geest, de ziel van de wereld en haar lichaam (of de aarde).
7) De getallen 3, 5 en 7 nemen in de speculatieve vrijmetselarij een belangrijke plaats in, zoals in ‘Isis’ is aangetoond. Een vrijmetselaar schrijft: ‘Daar zijn de 3, 5 en 7 stappen om een rondgang aan te geven. De drie vlakken van 3, 3; 5, 3 en 7, 3, enz. Soms vindt men het in deze vorm: 735/2 = 376,5 en 7635/2 = 3817,5 en de verhouding 20612/6561 voet als ellemaat geeft de maten van de grote Piramide’, enz. Drie, vijf en zeven zijn mystieke getallen, waarvan het laatste en het eerste evengoed door de vrijmetselaars worden geëerd als door de parsi’s – de driehoek is overal een symbool van de godheid. (Zie de Masonic Cyclopedia en ‘Pythagorean Triangle’, Oliver.) Zoals vanzelf spreekt, tonen doctoren in de theologie (bijvoorbeeld Cassel) aan, dat de Zohar de christelijke drie-eenheid verklaart en ondersteunt (!). De laatste had echter haar oorsprong in de van de heiden, in het archaïsche occultisme en de symboliek. De drie stappen staan metafysisch in verband met de neerdaling van de geest in de stof, met de logos die als een straal valt in de geest, daarna in de ziel en tenslotte in de fysieke vorm van de mens, waarin hij LEVEN wordt.
De Geheime Leer Deel I Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 258):
Maar zelfs de Kabbala laat duidelijk het rechtstreekse verband zien tussen de Sephiroth, of Elohim, en mensen.
Als men ons dus bewijst dat de kabbalistische identificatie van Jehova met Binah, een vrouwelijke sephiroth21, nog een andere, sub-occulte betekenis heeft, dan en dan alleen zal de occultist bereid zijn de palm van volmaaktheid aan de kabbalist toe te kennen. Tot dat moment beweren wij dat – omdat Jehova in de abstracte betekenis van ‘één levende god’ een enkel getal is, een metafysisch verdichtsel, en pas een realiteit als hij op zijn juiste plaats wordt gesteld als een uitstraling en een sephiroth – wij het recht hebben vol te houden dat de Zohar (zoals in ieder geval blijkt uit het BOEK VAN DE GETALLEN) oorspronkelijk, vóór de christelijke kabbalisten deze hadden verminkt, dezelfde leer verkondigde als wij, en dit nog doet. Deze leer houdt in, dat de mens niet is uitgestraald uit één hemelse MENS, maar uit een zevenvoudige groep van hemelse mensen of engelen, evenals in ‘Pymander, de goddelijke gedachte’.
21) Noot vert. De enkelvoudsvorm is eigenlijk sephira. Ook elders in de tekst geeft H.P.B. soms in een dergelijk geval sephiroth.
Geheime Leer Deel I, Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 264):
De drietongige vlam van de vier pitten komt overeen met de vier eenheden en de drie tweevouden van de boom van de sephiroth (zie Toelichting op Stanza VI).
266: ‘De godheid (de altijd onzichtbare Tegenwoordigheid)’, zegt de Zohar, ‘manifesteert zich door de tien sephiroth, die haar stralende getuigen zijn. De godheid is als de zee waaruit een stroom vloeit, WIJSHEID genaamd, waarvan de wateren uitmonden in een meer dat Intelligentie heet. Uit het bekken ontspringen de zeven sephiroth, als zeven kanalen. . . . Want tien is gelijk aan zeven: de decade bevat vier eenheden (symmetrieën) en drie tweevouden ('binnen en buiten', 'zo groot, zo klein' en 'zo boven, zo beneden').’ De tien sephiroth komen overeen met de ledematen van de MENS. ‘Toen ik Adam Kadmon vormde’, laat men de Elohim zeggen, ‘schoot de geest van het Eeuwige uit zijn lichaam als een bliksemflits, die zich onmiddellijk verspreidde op de golven van de zeven miljoen hemelen, en mijn tien gloriën waren zijn ledematen.’ Maar men kan noch het hoofd noch de schouders van Adam Kadmon zien; daarom lezen wij in de Sephra Dzenioutha (het ‘Boek van het verborgen mysterie’):
‘In het begin van de tijd, nadat de Elohim (de ‘zonen van licht en leven’ of de ‘bouwers’) uit de eeuwige essentie de hemelen en de aarde hadden gevormd, vormden zij de werelden zes aan zes’, terwijl de zevende Malkuth is, of onze aarde (zie de Mantuaanse Codex) op haar gebied, en de laagste op al de andere gebieden van bewust bestaan. Het Chaldeeuwse Boek van de Getallen bevat een gedetailleerde verklaring van dit alles. ‘De eerste triade van het lichaam van Adam Kadmon (de hoogste drie gebieden van de zeven31) kan niet worden gezien, vóór de ziel in de tegenwoordigheid van de Oude van Dagen staat.’ De sephiroth van deze hoogste triade zijn: ‘1, kether (de kroon), voorgesteld door het voorhoofd van macroprosopus; 2, chochmah (wijsheid, een mannelijk beginsel), door zijn rechterschouder; en 3, binah (intelligentie, een vrouwelijk beginsel), door de linkerschouder’. Dan komen de zeven ledematen (of sephiroth) op de gebieden van manifestatie, terwijl het geheel van deze vier gebieden wordt voorgesteld door microprosopus (het kleine gezicht) of tetragrammaton, het ‘vierletterige’ mysterie. ‘De zeven gemanifesteerde en de drie verborgen ledematen zijn het lichaam van de godheid.’
31) De vorming van de ‘levende ziel’ of de mens, zou de gedachte duidelijker weergeven. ‘Een levende ziel’ is in de bijbel een synoniem voor de mens. Dit zijn onze zeven ‘beginselen’.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 4 Chaos - Theos - Kosmos (p. 373/374):
Deze drie zijn besloten in de Ruimte of, zoals een geleerde kabbalist het heeft omschreven:
‘De alles omvattende en door niets omvatte Ruimte is de oorspronkelijke belichaming van de enkelvoudige eenheid . . . grenzeloze uitgebreidheid1’. Maar hij vraagt verder: ‘Grenzeloze uitgebreidheid waarvan?’ – en geeft het juiste antwoord: ‘De onbekende bevatter van alles, de onbekende EERSTE OORZAAK.’ Dit is een juiste definitie en een juist antwoord, vanuit alle gezichtspunten van de occulte leer heel esoterisch en waar.
374/375: De ‘Chaos’ wordt door de Ouden ‘zonder zintuigen’ genoemd, omdat (Chaos en Ruimte zijn synoniem) deze alle elementen in hun rudimentaire, ongedifferentieerde toestand vertegenwoordigde en in zich bevatte. Zij maakten ether, het vijfde element, tot de
synthese van de vier andere; want de aether van de Griekse filosofen is niet het bezinksel ervan – waarover zij inderdaad meer wisten dan de wetenschap nu – waarvan men terecht veronderstelt dat het voor veel krachten die zich op aarde manifesteren als agens optreedt. Hun aether was het akâsa van de hindoes; de ether die in de natuurkunde wordt aanvaard, is maar een van de onderafdelingen ervan op ons gebied – het astrale licht van de kabbalisten met al zijn kwade zowel als goede gevolgen.
375: Omdat de essentie van de aether of de ongeziene Ruimte – de veronderstelde sluier van de godheid – voor goddelijk werd gehouden, beschouwde men deze als de verbinding tussen dit leven en het volgende. De Ouden dachten dat, wanneer de leidende actieve ‘intelligenties’ (de goden) zich terugtrokken uit een bepaald gedeelte van de ether in onze Ruimte – de vier gebieden waarop zij toezicht houden – dit gebied in de macht van het kwade werd gelaten, dat zo werd genoemd omdat het goede daarin ontbrak.
375/376: Het laatste betekent alleen maar een latente godheid of kracht, die vóór haar eerste manifestatie, toen zij WIL werd – die de eerste impuls aan deze atomen overbracht – het grote niets was, Ain-Soph of GEEN DING; en daarom voor ieder zintuig een leegte – of CHAOS – was.
Die Chaos werd echter volgens Plato en de pythagoreeërs de ‘ziel van de wereld’. Volgens de hindoeleer doordringt de godheid in de vorm van aether (akāsa) alle dingen; en deze werd daarom door de theürgen ‘het levende vuur’, de ‘geest van het licht’ en soms magnes genoemd. De hoogste godheid zelf bouwde volgens Plato het Heelal in de meetkundige vorm van de dodecaëder; en haar ‘eerstgeborene’ werd geboren uit Chaos en oorspronkelijk licht (de centrale zon). Deze ‘eerstgeborene’ was echter slechts het geheel van de menigte van ‘bouwers’, de eerste constructieve krachten, die in oude kosmogonieën de Ouden (geboren uit de Diepte of de Chaos) en het ‘eerste punt’ worden genoemd. Hij is het zogenaamde tetragrammaton, aan het hoofd van de zeven lagere sephiroth. Dit was het geloof van de Chaldeeën. ‘Deze Chaldeeën’, schrijft Philo, de jood, die heel oneerbiedig spreekt over de eerste leermeesters van zijn voorvaderen, ‘dachten dat de Kosmos onder de dingen die bestaan (?) één enkel punt is, dat òf zelf God (Theos) is, òf waarin God is, die de ziel van alle dingen omvat’. (Zie zijn ‘Rondzwerving van Abraham’.)
Chaos-Theos-Kosmos zijn slechts de drie aspecten van hun synthese – RUIMTE. Men zal het mysterie van deze Tetraktis nooit oplossen door vast te houden aan de dode letter van de oude filosofieën zoals die nu nog bestaan. Maar zelfs hierin worden CHAOS–THEOS–KOSMOS = RUIMTE in alle eeuwigheid geïdentificeerd als de Ene Onbekende Ruimte, waarover het laatste woord misschien niet vóór onze zevende Ronde zal worden gezegd. Niettemin zijn de allegorieën en metafysische symbolen over de oorspronkelijke en volmaakte KUBUS zelfs in de exoterische Purāna’s opmerkelijk.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 5 Over de verborgen godheid, haar symbolen en tekens (p. 388/389):
De geestelijke substantie die door het oneindige licht wordt uitgezonden, is de eerste sephira of shekinah: exoterisch omvat Sephira alle andere negen sephiroth. Esoterisch omvat zij er maar twee6, chochmah of wijsheid, ‘een mannelijk, actief vermogen, waarvan de goddelijke naam jah (יה) is’, en BINAH, een vrouwelijk , passief vermogen, intelligentie, weergegeven door de goddelijke naam Jehova (יהוה); deze twee vermogens vormen, met sephira als derde, de joodse drie-eenheid of de kroon, KETHER. Deze twee sephiroth, vader, abba en moeder, amona genoemd, zijn de duade of de tweeslachtige logos waaruit de andere zeven sephiroth voortkwamen. (Zie de Zohar.) Deze eerste joodse triade (sephira, chochmah en binah) is de trimurti van de hindoes. Hoe sterk deze ook is versluierd, zelfs in de Zohar en nog meer in het exoterische pantheon van India, toch wordt elke bijzonderheid die met de ene is verbonden, herhaald in de andere. De prajāpati’s zijn de sephiroth. Samen met Brahmā zijn het er tien, en als de trimurti en de kabbalistische triade worden gescheiden van de rest, slinken ze tot zeven.
6) In het Indiase pantheon is de tweeslachtige logos Brahmā, de schepper; zijn zeven ‘uit het denkvermogen geboren’ zonen zijn de oorspronkelijke rishi’s – de ‘bouwers’.

JHWH (Jehovah/Yahweh/YHVH/Jah-veh)
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 12 The theogonie van de scheppende goden (p. 479,480):
In elke religie vinden we de verborgen godheid die de grondslag legt; dan de straal daaruit, die in de oorspronkelijke kosmische stof valt (de eerste manifestatie); dan het androgyne resultaat, de tweevoudige mannelijke en vrouwelijke abstracte kracht, verpersoonlijkt (tweede trap); deze splitst zich tenslotte op de derde trap in zeven krachten, die door alle oude religies de scheppende machten en door de christenen de ‘Krachten van God’ worden genoemd. De latere verklaring en de abstracte metafysische omschrijvingen hebben de roomse en de griekse kerk nooit weerhouden deze ‘Krachten’ te vereren in de gedaanten en onder de verschillende namen van de zeven Aartsengelen. In het Boek van Druschim (blz. 59, 1ste verhandeling) in de talmoed worden deze groepen onderscheiden, en die kabbalistische verklaring is juist. Er staat:
‘Er zijn drie groepen (of orden) van sephiroth. 1. De sephiroth die de ‘goddelijke eigenschappen’ (abstract) worden genoemd. 2. De fysische of siderische sephiroth (persoonlijk) – één groep van zeven, de andere van tien. 3. De metafysische sephiroth, of perifrase van Jehova, die de eerste drie sephiroth zijn (kether, chochma en binah), terwijl de overige zeven de (persoonlijke) zeven geesten van de Tegenwoordigheid zijn’ (ook van de planeten).
480,481: Dezelfde verdeling moet worden toegepast op de primaire, secundaire en tertiaire evolutie van de goden in elke theogonie, als men de betekenis esoterisch wil weergeven. Wij moeten de zuiver metafysische personificaties van de abstracte eigenschappen van de godheid niet verwarren met hun weerspiegeling – de siderische goden. Deze weerspiegeling is echter in werkelijkheid de objectieve uitdrukking van de abstractie: levende wezens en de modellen die volgens dat goddelijke prototype zijn gevormd. Bovendien zijn de drie metafysische sephiroth of ‘de perifrase van Jehova’ niet Jehova; deze laatste, met de toegevoegde titels van Adonai, Elohim, Sabbaoth en de talrijke namen die hem met kwistige hand zijn geschonken, is zelf de perifrase van de Shaddai, de Almachtige. De naam is inderdaad een uitvoerige omschrijving, een overladen figuur van joodse retoriek, en is door de occultisten altijd veroordeeld. Voor de joodse kabbalisten en zelfs voor de christelijke alchemisten en rozenkruisers was Jehova een geschikt scherm, verenigd door het samenvouwen van zijn vele panelen en gebruikt als substituut: want voor degenen die het geheim kenden, was de ene naam van een individuele sephiroth evengoed als iedere andere. Het tetragrammaton, het onuitsprekelijke, het siderische ‘totaal’, werd voor geen ander doel uitgevonden dan om de niet-ingewijden te misleiden en om het leven en de voortplanting te symboliseren19. De ware geheime en onuitsprekelijke naam – ‘het woord dat geen woord is’ – moet worden gezocht in de zeven namen van de eerste zeven uitstralingen, of de ‘zonen van het vuur’, in de geheime geschriften van alle grote volkeren, en zelfs in de Zohar, de kabbalistische leer van het kleinste van alle, het joodse volk. Dit woord, dat in iedere taal uit zeven letters is samengesteld, vindt men in de architectonische overblijfselen van elk groots bouwwerk in de wereld; van de cyclopische overblijfselen op het Paaseiland (een deel van een continent dat door de zee werd bedolven, en wel eerder vier miljoen jaar20 dan 20.000 jaar geleden) tot de oudste piramiden van Egypte.
19) De vertaler van de Qabbalah van Avicebron (Isaac Myer, LL. B. te Philadelphia) zegt over dit ‘totaal’: ‘De letter van kether is י (yod), van binah ה (hēh), samen yah, de vrouwelijke naam; de derde letter, die van hokhmah, is ו (vau), samen vormen deze יהו YHV van het tetragrammaton יהוה YHVH, en zijn in werkelijkheid de volledige symbolen van zijn krachtdadigheid. De laatste ה (hēh) van deze onuitsprekelijke naam
heeft altijd betrekking op de zes lagere en de laatste, samen de zeven overblijvende sephiroth.’ . . . Het tetragrammaton is dus alleen heilig in zijn abstracte synthese. Als een viertal dat de lagere zeven sephiroth bevat, is het fallisch.
483: En iedereen die de numerieke evolutie in de oorspronkelijke kosmogonie van Pythagoras (een tijdgenoot van Confucius) heeft bestudeerd, zal altijd hetzelfde denkbeeld terugvinden in zijn triade, tetraktis en decade, die voortkomen uit de ENE en enige Monade. Confucius wordt door zijn christelijke biograaf bespot, omdat hij voor en na deze passage over ‘waarzeggerij spreekt’, en hij wordt als volgt geciteerd: ‘De acht symbolen bepalen het geluk en het ongeluk en deze leiden tot grote daden. Er zijn geen beelden die nagebootst kunnen worden en die groter zijn dan hemel en aarde. Er zijn geen veranderingen, groter dan de vier jaargetijden (dit betekent
noord, zuid, oost en west, enz.). Er zijn geen zwevende beelden, helderder dan de zon en de maan. In het voorbereiden van dingen voor het gebruik, is er niemand groter dan de wijze. Bij het bepalen van geluk en ongeluk is er niets groter dan de waarzegstrootjes en de schildpad24.’
Daarom worden de ‘
waarzegstrootjes’ en de ‘schildpad’, het ‘symbolische stel lijnen’ en de grote wijze die ze beschouwt terwijl ze één en twee worden, en twee vier worden en vier acht, en de andere stellen ‘drie en zes’, minachtend uitgelachen, alleen omdat zijn wijze symbolen verkeerd worden begrepen.
24) De protestanten mogen hem uitlachen, maar de rooms-katholieken hebben niet het recht hem te bespotten zonder zich schuldig te maken aan godslastering en heiligschennis. Want meer dan 200 jaar geleden werd Confucius in China door de rooms-katholieken heilig verklaard, die daardoor onder de onwetende volgelingen van Confucius veel bekeerlingen hebben gemaakt.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 713):
Zij worden in de esoterie van het oosten de karmische cyclussen genoemd. Sinds in het westen de heidense wijsheid werd verworpen, omdat deze zou zijn voortgekomen uit en ontwikkeld door de duistere machten van wie men aanneemt dat ze voortdurend in oorlog zijn en strijd voeren met de kleine stamgod Jehova, is daar de volledige en ontzagwekkende betekenis van de Griekse NEMESIS (of karma) geheel vergeten. Anders zouden de christenen beter de diepe waarheid hebben begrepen, dat Nemesis geen eigenschappen heeft; dat, terwijl de gevreesde godin als beginsel absoluut en onveranderlijk is, wij het zelf zijn – volkeren en individuen – die haar tot handeling brengen en de stoot geven in de richting waarin ze werkt. Karma-nemesis is de schepper van volkeren en stervelingen, maar als zij eenmaal zijn geschapen, maken zij van haar een furie of een belonende engel. Inderdaad:
‘Wijs zijn degenen die Nemesis vereren’8
– zoals het koor tot Prometheus zegt.
8) Die karma-Nemesis vrezen zou beter zijn.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel II (p. 25):
De opsomming van de stanza’s in Deel I liet zien dat de genesis van goden en mensen voortkwam uit een en hetzelfde punt, dat de ene universele, onveranderlijke, eeuwige en absolute EENHEID is. In zijn eerste gemanifesteerde aspect hebben wij het zien worden
(1): in de sfeer van objectiviteit en fysica, de oorspronkelijke substantie en kracht (middelpuntzoekend en middelpuntvliedend, positief en negatief, mannelijk en vrouwelijk, enz.);
(2) in de wereld van de metafysica, de GEEST VAN HET HEELAL of kosmische verbeeldingskracht, door sommigen de LOGOS genoemd.
Deze LOGOS is de top van de driehoek van Pythagoras. Wanneer de driehoek volledig is, wordt hij de Tetraktis, of de driehoek in het vierkant, en wordt het tweevoudige symbool van het vierletterige tetragrammaton in de gemanifesteerde Kosmos, en van zijn fundamentele drievoudige STRAAL in het niet-gemanifesteerde, of zijn noumenon.
Meer metafysisch uitgedrukt, wordt de hier genoemde classificatie van kosmische grondbeginselen meer voor het gemak gegeven dan wegens haar absolute filosofische nauwkeurigheid. Bij het begin van een groot manvantara manifesteert Parabrahm zich als Mulaprakriti en vervolgens als de logos. Deze logos is gelijkwaardig aan het ‘onbewuste universele denkvermogen’, enz. van de westerse pantheïsten. Hij vormt de basis van de SUBJECT-kant van het gemanifesteerde Zijn, en is de bron van alle manifestaties van individueel bewustzijn. Mulaprakriti of oorspronkelijke kosmische substantie is de grondslag van de OBJECT-kant van de dingen – de basis van alle objectieve evolutie en van het ontstaan van de Kosmos. Kracht komt dus niet met de oorspronkelijke substantie uit de verborgenheid van Parabrahm te voorschijn. Zij is de omzetting in energie van de boven-bewuste gedachte van de logos, om zo te zeggen uit de potentiële verborgenheid in de ene Werkelijkheid gegoten in de objectivering van de logos.
De Geheime Leer Deel II Zonder hulp faalt de natuur (p. 61):
Zij die bij de nieuwe manvantara’s de stoffelijke mens vormgeven, dalen neer uit de stoffelijke werelden. Het zijn lagere Lha’s (geesten), die een tweevoudig lichaam bezitten (een astrale vorm binnen een etherische). Het zijn de vormgevers en scheppers van onze schijnlichamen’ . . .
‘In de vormen die door de Lha’s (pitri’s) worden geprojecteerd, dalen de twee letters9 (de monade, ook ‘de dubbele draak’ genoemd) af uit de sferen van verwachting10. Maar zij zijn als een dak zonder muren en zonder zuilen om op te rusten’ . . .
‘De mens heeft vier vlammen en drie vuren nodig om één te worden op aarde, en hij heeft de essentie van de negenenveertig vuren11 nodig om volmaakt te zijn. Zij die de hogere sferen hebben verlaten, de goden van de wil12, voltooien de Manu van de illusie. Want de ‘dubbele draak’ heeft geen vat op alleen de vorm. Hij is als de bries, wanneer er geen boom of tak is om haar te ontvangen en te herbergen. Hij kan de vorm niet beïnvloeden wanneer er geen middel van overbrenging (manas, ‘denkvermogen’) is en de vorm hem niet kent.

9) In het esoterische stelsel worden de zeven beginselen van de mens weergegeven door zeven letters. De eerste twee zijn heiliger dan de vier letters van het tetragrammaton.
10) De tussenliggende sferen waarin – zoals men zegt – de monaden die nirvana niet hebben bereikt, tussen de manvantara’s in onbewuste werkeloosheid sluimeren.
11) Wordt elders verklaard. De ‘drie vuren’, Pavaka, Pavamana en Suchi, hadden vijfenveertig zonen, die met hun drie vaders en hun vader Agni de 49 vuren vormen. Pavamana (vuur, voortgebracht door wrijving) is de oorsprong van het vuur van de Asura’s; Suchi (zonnevuur) is de oorsprong van het vuur van de goden; en Pavaka (elektrisch vuur) is de vader van het vuur van de pitri’s (zie Vayu Purana). Maar dit is een verklaring op het stoffelijke en aardse gebied. De vlammen zijn vergankelijk en slechts periodiek; de vuren – eeuwig in hun drievoudige eenheid. Zij komen overeen met de vier lagere en de drie hogere menselijke beginselen.
De Geheime Leer Deel II De oorspronkelijke manu's van de mensheid (p. 351,3352):
In de elfde crore3 wordt de moeder (de aarde) ondoorzichtig, en in de VEERTIENDE1 vinden de pijnen van de adolescentie plaats. Deze stuiptrekkingen van de natuur (geologische veranderingen) duren ononderbroken voort tot haar twintigste crore van jaren, waarna ze periodiek worden, en met lange tussenpozen voorkomen.
3) Dit is in het tijdperk van de zogenaamde secundaire schepping. Over de primaire, toen er op de aarde drie elementalenrijken waren, kunnen we om verschillende redenen niet spreken; één daarvan is dat men – tenzij men een groot ziener is, of van nature intuïtief – dat wat nooit in bestaande woorden kan worden uitgedrukt, niet zal kunnen begrijpen.
1)
Hippocrates zei dat het getal zeven ‘door zijn occulte krachten neigde tot het tot stand brengen van alle dingen, schenker te zijn van het leven en bron van alle verandering daarin’. Het leven van de mens verdeelde hij in zeven tijdperken (Shakespeare), want ‘zoals de maan haar fasen elke zeven dagen verandert, beïnvloedt dit getal alle ondermaanse wezens’, en zelfs de aarde, zoals wij weten. Bij het kind verschijnen de tanden in de zevende maand en hij wisselt ze als hij zeven jaar is; bij tweemaal zeven begint de puberteit en bij driemaal zeven zijn al onze verstandelijke en vitale vermogens ontwikkeld; bij viermaal zeven is hij in zijn volle kracht, bij vijfmaal zeven zijn zijn hartstochten het verst ontwikkeld, enz. Dat geldt ook voor de aarde. Deze heeft nu de middelbare leeftijd bereikt, maar is daarom toch niet veel wijzer. Het
tetragrammaton, de vierletterige heilige naam van de godheid, kan op aarde slechts worden ontbonden door zevenvoudig te worden door de zichtbare driehoek, die tevoorschijn komt uit de verborgen . Daarom moet men op dit gebied het getal zeven aannemen. Zoals staat geschreven in de Kabbala, ‘De grotere heilige samenkomst’, v. 1161: ‘Want er is stellig geen stabiliteit in die zes, behalve (wat zij ontlenen) aan de zevende. Want alle dingen hangen af van de ZEVENDE.’
De Geheime Leer Deel II Stanza 12 Het vijfde ras en zijn goddelijke leermeesters - De oorsprong van de mythe van satan (p. 437):
Als het onaangename kleine voorval dat volgde
moest en nog steeds moet worden opgevat als de ‘erfzonde’, dan stelt dit de goddelijke vooruitziende blik van de schepper wel in een heel slecht licht. Het zou voor de eerste Adam (van hfst. 1) veel beter zijn geweest als hij òf ‘mannelijk en vrouwelijk’ òf ‘alleen’ was gelaten. Blijkbaar was de Heer God de werkelijke oorzaak van al het onheil, de ‘agent provocateur’, terwijl de slang – slechts een prototype was van Azazel, ‘de zondebok voor de zonde van (de god van) Israël’, de arme Tragos, die de straf moest ondergaan voor de blunder van zijn meester en schepper. Dit is natuurlijk alleen aan het adres van diegenen die de eerste gebeurtenissen van het drama van de mensheid in Genesis in hun dode-letter betekenis aanvaarden. Zij die deze gebeurtenissen esoterisch lezen, beperken zich niet tot fantastische speculaties en hypothesen; zij weten hoe zij de erin vervatte symboliek moeten lezen, en zij kunnen zich niet vergissen.
437,438: Het is hier niet nodig de mystieke en vele betekenissen van de naam Jehova in zijn abstracte zin te behandelen, onafhankelijk van de godheid die
ten onrechte met die naam wordt aangeduid. Het was een sluier die door toedoen van de rabbi’s was ontstaan, een geheim dat door hen met tienvoudige zorg werd bewaard, nadat de christenen hen hadden beroofd van deze godnaam, die hun eigendom was19. Maar wij beweren het volgende. De persoon die in de eerste vier hoofdstukken van Genesis afwisselend ‘God’, de ‘Heer God’ en eenvoudig ‘Heer’ wordt genoemd, is niet een en dezelfde, en beslist niet Jehova. Er zijn drie verschillende klassen of groepen van Elohim, die in de Kabbala sephiroth worden genoemd. Jehova verschijnt pas in hoofdstuk iv, in het eerste vers, waarin hij de naam Kaïn heeft, en in het laatste vers, waarin hij wordt veranderd in de mensheidmannelijk en vrouwelijk, Jah-veh20. De ‘slang’ is bovendien niet satan, maar de stralende engel, een van de Elohim, gehuld in glans en heerlijkheid, die de vrouw beloofde dat als zij van de verboden vrucht aten, ‘u beslist niet zult sterven’, en zijn belofte hield en de mens onsterfelijk maakte in zijn onvergankelijke natuur. Hij is de Iao van de mysteriën, het hoofd van de androgyne scheppers van de mensen. Hoofdstuk iii bevat (esoterisch) het wegtrekken van de sluier van onwetendheid, die de waarnemingen van de engel-mens, gemaakt naar het beeld van de ‘beenderloze’ goden, buitensloot, en het openstellen van zijn bewustzijn voor zijn werkelijke natuur; hierdoor werd de stralende engel (Lucifer) getoond in het licht van een schenker van onsterfelijkheid, en als de ‘lichtbrenger’; terwijl de werkelijke val in de voortplanting en de stof moet worden gezocht in hoofdstuk iv. Daar schept Jehova-Kaïn, het mannelijke deel van Adam, de tweevoudige mens, nadat hij zich van Eva had gescheiden, in haar Abel, de eerste natuurlijke vrouw21, en vergiet het maagdelijke bloed''.\\ 19) Tientallen zeer geleerde schrijvers hebben de verschillende betekenissen van de naam J’hovah (met en zonder masoretische punten) met hun uiteenlopende strekking zorgvuldig doorgenomen en verduidelijkt. Het beste boek op dat gebied is de ‘Source of Measures, the Hebrew Egyptian Mystery’.\\ 20) In het bovengenoemde boek (blz. 233, App.) wordt vers 26 van het 4de hoofdstuk van Genesis juist vertaald, ‘toen begonnen de mensen zich Jehova te noemen’, maar misschien minder goed uitgelegd, omdat het laatste woord behoort te worden geschreven als Jah (mannelijk) Hovah (vrouwelijk), om te laten zien dat in die tijd het ras van duidelijk gescheiden mannen en vrouwen begon.\\ 21) Voor een verklaring zie de voortreffelijke bladzijden van aanhangsel vii van hetzelfde boek.
De Geheime Leer Deel II Stanza 12 Het vijfde ras, goddelijke leermeesters (p. 474,475):
In haar uiteindelijke openbaring staat de oude mythe van Prometheus – van wie de proto- en antitypen in elke oude theogonie worden gevonden – in elk van deze aan de oorsprong van het stoffelijke kwaad, want zij staat aan de drempel van het stoffelijke menselijke leven. KRONOS is de ‘tijd’, en het is zijn eerste wet dat de volgorde van de successieve en harmonische fasen van het evolutieproces tijdens de cyclische ontwikkeling strikt in acht zal worden genomen – op straffe van abnormale groei met al zijn gevolgen. Het was niet de bedoeling van de natuurlijke ontwikkeling dat de mens – ook al is hij een hoger dier – onmiddellijk in intellectueel, geestelijk en psychisch opzicht de halfgod zou worden die hij op aarde is, terwijl zijn stoffelijke lichaam zwakker, hulpelozer en vergankelijker blijft dan dat van bijna alle grote zoogdieren. De tegenstelling is te grotesk en te scherp; het tabernakel is zijn inwonende god veel te onwaardig. Het geschenk van Prometheus werd zo een VLOEK – hoewel de MENIGTE die in hem was gepersonifieerd, dit vooruit wist en zag, zoals zijn naam ook aantoont14. Hierin schuilt tegelijkertijd de zonde en de verlossing ervan.
14) Zie hierboven voor een voetnoot die betrekking heeft op de etymologie van προμῆτιϛ of het vooraf beramen. Prometheus erkent dit in het drama wanneer hij zegt:
‘O! heilige ether, snelvleugelige stormen . . .
Zie wat ik, een god, van goden moet verduren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
En toch, wat zeg ik? Duidelijk wist ik tevoren
Al wat moest gebeuren . . .
. . . Het betaamt mij het voorbeschikte,
Zo goed ik kan te dragen, want ik weet zeer wel
Hoe onweerstaanbaar de kracht van het lot is . . .’
‘Lot’ staat hier voor KARMA of nemesis.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 17 Het 'heilige der heilige' en zijn ontaarding (p. 526):
Nu verklaart Eustathius dat (ΙΩ) IO in het dialect van de Argiërs de maan betekent, en in Egypte was het een van de namen van de maan. Jablonski zegt: ‘ΙΩ, Ioh, Aegyptiis LUNAM significat neque habent illi in communi sermonis usu, aliud nomen quo Lunam, designent praeter IO.’ De kolom en de cirkel (IO), die nu het eerste decimale getal vormen dat bij Pythagoras het volmaakte getal was in de Tetraktis4, werden later een bij uitstek fallisch getal – in de eerste plaats bij de joden, bij wie het de mannelijke en vrouwelijke Jehova is.
4) Omdat het bestaat uit tien punten die in de vorm van een driehoek in vier rijen zijn gerangschikt. Het is het tetragrammaton van de westerse kabbalisten.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 674):
Deze twee in elkaar gevlochten driehoeken – die ten onrechte het ‘zegel van Salomo’ worden genoemd, en die ook het embleem van onze Theosophical Society vormen – brengen tegelijkertijd het zevental en de triade voort en zijn het tiental, hoe dit teken (Davidster) ook wordt beschouwd, omdat alle tien getallen daarin zijn besloten. Want met een punt in het midden, is het een zevenvoudig teken; de driehoeken ervan duiden het getal 3 aan; de twee driehoeken tonen de aanwezigheid van het tweetal; de driehoeken met het gemeenschappelijke middelpunt leveren het viertal op; de zes punten zijn het zestal; en het middelpunt, de eenheid; het vijftal is te vinden door combinatie, als een samenstelling van twee driehoeken, het even getal, en van de drie zijden in elke driehoek, het eerste oneven getal. Dit is de reden waarom door Pythagoras en de Ouden het getal zes aan Venus werd gewijd, omdat ‘de vereniging van de twee geslachten en de alchimistische bewerking van de stof door triaden nodig zijn om het voortbrengende vermogen te ontwikkelen, die vruchtbare kracht en neiging tot voortplanting, die in alle lichamen inherent is'.
682: Tetragrammaton of de Tetraktis van de Grieken is de tweede logos, de demiurgos. Het viertal is, zoals Thomas Taylor dacht (zie de Pythagorean Triangle), ‘het dier zelf van Plato die, zoals Syrianus terecht opmerkt, de beste van de pythagoreeërs was; het staat aan het uiteinde van de begrijpelijke triade, zoals heel bevredigend wordt aangetoond door Proclus in het derde boek van zijn verhandeling over de theologie van Plato. En tussen deze twee triaden (de dubbele driehoek), de ene begrijpelijk, de andere verstandelijk, bestaat een andere orde van goden, die aan de beide uitersten deel heeft.’ ‘De pythagorische wereld’, zegt Plutarchus (in De anim. procr., 1027) ‘bestond uit een dubbel viertal’. Deze uitspraak bevestigt wat er werd gezegd over de keuze door de exoterische theologieën van de lagere Tetraktis. Want:
Ongemanifesteerd en Gemanifesteerd:
‘Het viertal van de verstandelijke wereld (de wereld van mahat) is t’agathon, nous, psyche, hyle;
terwijl dat van de waarneembare wereld (van de stof) – die eigenlijk is wat Pythagoras met het woord Kosmos bedoelde – vuur, lucht, water en aarde is. De vier elementen staan bekend onder de naam rizomata, de wortels of beginselen van alle gemengde lichamen’, d.w.z. de lagere Tetraktis is de wortel van de illusie van de wereld van de stof; en dit is het tetragrammaton van de joden en de ‘geheimzinnige godheid’ waarover de hedendaagse kabbalisten zoveel drukte maken!
685: Bovendien is het tetragrammaton, of microprosopus, dezelfde als ‘Jehova’ die zich volstrekt ten onrechte het ‘was, is, zal zijn’ aanmatigt, dat nu is vertaald met ‘ik ben die ik ben’, en wordt geïnterpreteerd als betrekking hebbend op de hoogste abstracte godheid, terwijl het esoterisch en naar waarheid slechts de periodiek chaotische, woelige en eeuwige STOF betekent met al haar mogelijkheden. Want het tetragrammaton is één met de Natuur of Isis, en is de exoterische reeks van androgyne goden, zoals Osiris-Isis, Jupiter-Juno, Brahmā-Vāch, of de kabbalistische Jah-hovah; alle mannelijk en vrouwelijk.
687: Waarom wordt verder de drie-enige IAO (de mysteriegod) de ‘viervoudige’ genoemd en komen toch de drievoudige en viervoudige symbolen bij de christenen onder één verenigde naam voor – de Jehovah van de zeven letters? Waarom is verder in de Hebreeuwse Shebā de eed (de pythagorische Tetraktis) identiek met het getal 7; of, zoals G. Massey zegt, ‘een eed afleggen was synoniem met ‘in zevenen verdelen’, en de 10, uitgedrukt door de letter yod, was het volledige getal van IAO-SABAOTH, de tienletterige God’? In de Veiling van Lucianus vraagt Pythagoras: ‘Hoe telt u?’ Het antwoord is: ‘Een, twee, drie, vier.’ ‘Ziet u dan’, zegt Pythagoras, ‘dat in wat u opvat als VIER, er tien zijn; een volmaakte driehoek en onze eed (Tetraktis, vier!)’, of zeven. Waarom zegt Proclus in Timaeus, hfst. iii: ‘De vader van de gouden verzen viert de Tetraktis als de bron van de eeuwige natuur?’
687/688: Tenslotte het volgende: er is genoeg naar voren gebracht om aan te tonen waarom de menselijke beginselen in de esoterische scholen in zeven waren en zijn verdeeld. Maak er vier van en dit zal òf een mens zonder zijn lagere aardse elementen overlaten, òf, uit een fysiek gezichtspunt beschouwd, hem tot een zielloos dier maken. Het Viertal moet het hogere of het lagere zijn, de hemelse of de aardse Tetraktis: om overeenkomstig de leringen van de esoterische oude school begrijpelijk te worden, moet de mens worden opgevat als een Zevental. Dit werd zo goed begrepen, dat zelfs de zogenaamde christelijke gnostici dit aloude stelsel overnamen (zie de § over ‘De zeven zielen’ Deel II p. 717).
711: De zeven rishi’s en de veertien manu’s van de zeven manvantara’s komen voort uit het hoofd van Brahmā; ze zijn zijn ‘uit denkvermogen geboren zonen’; met hen begint de verdeling van de mensheid en haar rassen uit de hemelse mens, ‘de logos’ (de gemanifesteerde), die Brahmā Prajāpati is. Vers 70 in de ‘Ha Idra Rabba Qadisha’ (de grote heilige vergadering) zegt over de schedel (het hoofd) van macroprosopus, de Oude (Sanat, een benaming van Brahmā), dat in elk van zijn haren zich een ‘verborgen bron die voortkomt uit het verborgen brein’ bevindt. ‘En zij schijnt door dat haar en gaat naar het haar van de microprosopus, en van daaruit (dat is het gemanifesteerde viertal, het tetragrammaton) wordt zijn brein gevormd; en vandaar gaat dat brein in dertig en twee paden’ (of de triade en de duade, of weer 432). En verder (vers 80): ‘Er zijn dertien haarlokken aan de ene kant en aan de andere kant van de schedel’ – d.i. zes aan de ene en zes aan de andere, terwijl de dertiende ook de veertiende is, omdat zij mannelijk-vrouwelijk is, ‘en met hen begint de verdeling van het haar’ (de verdeling van de dingen, de mensheid en de rassen).
‘Wij zessen zijn lichten die uit een zevende (licht) stralen’, zegt rabbi Abba; ‘gij zijt het zevende licht’ (de synthese van ons allen, voegt hij eraan toe, sprekend over tetragrammaton en zijn zeven ‘metgezellen’, die hij ‘de ogen van tetragrammaton’ noemt).
TETRAGRAMMATON is Brahmā Prajāpati, die vier vormen aannam om vier soorten bovenaardse wezens te scheppen, d.w.z. die zich viervoudig, of tot het gemanifesteerde Viertal maakte (zie Vishnu Purāna, Deel I, hfst. V); en die daarna wordt herboren in de zeven rishi’s, zijn mānasaputra’s, ‘uit denkvermogen geboren zonen’, die later 9, 21 en zo verder werden, die zoals men zegt, allen zijn geboren uit verschillende delen van Brahmā.
712: Er zijn twee tetragrammatons: de macro- en de microprosopus. De eerste is het absolute volmaakte vierkant of tetraktis binnen de cirkel, beide abstracte begrippen, en wordt daarom ain, het Niet-zijn genoemd, d.i. onbegrensbaar en absoluut Zijn. Maar beschouwd als microprosopus of de ‘hemelse mens’, de gemanifesteerde logos, is hij de driehoek in het vierkant – de zevenvoudige kubus, niet de viervoudige, of het vlakke vierkant. Want in dezelfde ‘Grote heilige Vergadering’ staat geschreven: (83) ‘En hierover wensten de kinderen van Israël te weten, zoals er staat geschreven (Exodus xvii, 7): ‘Is het Tetragrammaton in ons midden, of het Negatief Bestaande?’ (Waar maakten zij onderscheid tussen microprosopus, die Tetragrammaton wordt genoemd, en macroprosopus, die ain wordt genoemd, Ain het negatief bestaande?)’9.
9) In de bijbel vereenvoudigd tot: ‘Is de Heer (!!) in ons midden, of niet?’ (Zie Exodus xvii, 7.)
Tetragrammaton is dus de tot vier gemaakte DRIE en de tot drie gemaakte VIER, en wordt op deze aarde voorgesteld door zijn zeven ‘metgezellen’ of ‘ogen’ – de ‘zeven ogen van de Heer’. Microprosopus is op zijn hoogst slechts een secundaire gemanifesteerde godheid. Want vers 1152 van de ‘Grote heilige Vergadering’ (Kabbala) zegt:
713: ‘Wij hebben vernomen dat er tien (metgezellen) waren die de Sod (‘geheimzinnige vergadering of mysterie’) binnentraden en dat er slechts zeven weer uit tevoorschijn kwamen’ (d.i. 10 voor het ongemanifesteerde, 7 voor het gemanifesteerde Heelal).
1158. ‘En toen rabbi Shimeon de arcana openbaarde, bleek niemand aanwezig te zijn behalve die (zeven metgezellen). . . . 1159. En rabbi Shimeon noemde hen de zeven ogen van tetragrammaton, zoals er staat geschreven, Zach. iii, 9, ‘dit zijn de zeven ogen (of beginselen) van tetragrammaton’,’ d.i. de viervoudige hemelse mens of zuivere geest wordt opgelost in de zevenvoudige mens, zuivere stof en geest.
Het viertal is dus microprosopus en de laatstgenoemde is de mannelijk-vrouwelijke chochmah-binah, de tweede en derde sephiroth. Het tetragrammaton is de ware essentie van het getal zeven in zijn aardse betekenis. Zeven staat tussen vier en negen – de basis en grondslag (astraal) van onze fysieke wereld en de mens, in het rijk van Malkuth.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 4 De duur van de geologische tijdperken (p. 801):
‘Er waren oude werelden die ten onder gingen zodra ze tot bestaan kwamen; werelden met en zonder vorm, scintilla’s genoemd – want zij waren als de vonken onder de smidshamer, die in alle richtingen wegvliegen. Sommige waren de oorspronkelijke werelden die niet lang konden voortduren, omdat de ‘oude’ – zijn naam zij geheiligd – zijn vorm nog niet had aangenomen4, de werkman was nog niet de ‘hemelse mens5’.’
4) De vorm van Tikkun of de protogonos, de ‘eerstgeborene’, d.i. de universele vorm en idee, was nog niet in de Chaos weerspiegeld.
5) De ‘hemelse mens’ is Adam Kadmon – de synthese van de sephiroth, zoals ‘Manu Svāyambhuva’ de synthese van de prajāpati’s is.

Tetrasomia de Klassieke Leer van de Elementen en hun Rotatie
In beginsel zijn er binnen de Hermetische leer maar twee elementen, Vuur en Water. Lucht ontstaat als intermediair en verbindend Element tussen beide uitersten en tegenpolen. Hieruit vormt zich de Elementaire drieëenheid Vuur-Lucht-Water. De droge en daarmee fixerende eigenschap van Aarde verleent uiteindelijk de articulering c.q. definitie van, en daarmee het onderscheid tussen, deze drie Elementen als oerideeën. Aarde staat daarom voor ’’het bewustzijn’’ an sich.
Deze oorsprong van drie in plaats van vier en later vijf Elementen vinden we ook als de (A:M:SH). In het oudste qabbalistische geschrift, de ‘’Sepher Yetzirah’’. de Letter Alef (Lucht), Mem (Water) en Shin (Vuur) worden de Drie Moeders genoemd die de krachten van ‘’Tohu’’, de Chaos vormen, het noodzakelijk contrast op de achtergrond van de ordenende kracht van God (zie ook het bij deze tekst geplaatste overzicht).

Arjan Knop Waarom verdween het Tetragrammaton uit het gewone taalgebruik van de Joden?
Tot slot zal een verklaring gegeven worden voor het verdwijnen van het Tetragrammaton uit het alledaagse taalgebruik van de Joden, terwijl het daarentegen floreerde in de Joodse mystiek en in de 'magische literatuur'. Deze verklaring zal, na weerlegging van de 'oude standpunten', berusten op het feit dat de naam juist te krachtig was om zomaar door iedereen gebruikt te worden. Niet de beschuldiging van magisch misbruik ligt aan de basis van het verdwijnen van het Tetragrammaton (om het zo af te schermen), maar juist het feit dat de naam zo'n grote kracht bezat dat iedereen daar uiterst voorzichtig mee moest omspringen. De mogelijkheid tot gebruik van de naam werd hiermee benadrukt in plaats van ontkend. Dit raakt uiteraard weer aan de heiligheid van God en de mogelijkheid om Gods kracht te manipuleren. Hoe de precieze verhoudingen daarin zijn, zal door onderzoek duidelijk gemaakt worden.

====

Weerkaatsing (Weerspiegeling, Projectiemechanisme, Spiegelsymmetrie, Zelf-bewustzijn)

Het is mogelijk de éne werkelijkheid vanuit een nieuw gezichtspunt te belichten. Het op de zeven wijsheidssleutels gebaseerde nieuwe gezichtspunt heeft op de zeven eigenschappen, perspectieven van de éne werkelijkheid, lees aggregatieniveaus van het bewustzijn betrekking. Het rapport 'E i V' wil aantonen dat op basis van de vijfde wijsheidssleutel de kwintessens van het verhaal echter gelijk blijft. Het is de ‘Eeuwige wederkeer’ die de kwintessens tot uitdrukking brengt. De 1e -, 2e - 3e Grondstelling (Axioma) belichten het wederzijdse verband tussen Geest - Ziel - Lichaam.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 4 De zevenvvoudige hiërarchieën (p. 125):
Het ‘leger van de stem’ is de oervorm van de ‘menigte van de logos’ of het ‘WOORD’ van de Sepher Jezirah, dat in de Geheime Leer ‘het ene getal, voortgekomen uit geen-getal’ wordt genoemd – het Ene eeuwige Beginsel. De esoterische theogonie begint met het Ene, dat gemanifesteerd en dus niet eeuwig is in zijn aanwezigheid en in zijn bestaan, hoewel wèl eeuwig in zijn essentie; het getal van de getallen en de getelden – de laatste komen voort uit de stem, de vrouwelijke Vach, Satarupa ‘met de honderd vormen’, of de Natuur. Uit dit getal 10, of scheppende natuur, de moeder – de occulte ‘nul’ die, in verbinding met de eenheid ‘1’ (één) of de levensgeest, altijd voortbrengt en vermenigvuldigt – kwam het gehele Heelal voort.
127: (b) Vervolgens zien wij dat de kosmische stof zich verspreidt en zich tot elementen vormt en zich groepeert tot de mystieke vier binnen het vijfde element – ether, de bekleding van akasa, de anima mundi of moeder van de Kosmos. ‘Punten, lijnen, driehoeken, kubussen, cirkels’ en tenslotte ‘bollen’ – waarom of hoe? Omdat, zegt de Toelichting, dit de eerste natuurwet is en omdat de Natuur in al haar manifestaties meetkundig te werk gaat. Er is – niet alleen in de oerstof, maar ook in de gemanifesteerde stof van ons gebied van verschijnselen – een inherente wet (Law of One), met behulp waarvan de Natuur haar meetkundige vormen en later ook haar samengestelde elementen met elkaar in verband brengt, en waarin geen plaats is voor ongeluk of toeval. Het is een grondwet van het occultisme, dat er in de Natuur geen rust of ophouden van beweging voorkomt9.
9) De kennis van deze wet stelt de arhat in staat – en helpt hem – zijn siddhi’s of verschillende verschijnselen tot stand te brengen, zoals het laten uiteenvallen van de stof en het overbrengen van voorwerpen van de ene plaats naar de andere.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 15 Goden, Monaden en Atomen (p. 675):
Enige jaren geleden merkten we op dat we ‘de esoterische leer heel goed de ‘draad-leer’ kunnen noemen omdat zij, evenals sutratman in de Vedāntafilosofie2, door alle oude filosofische religieuze stelsels loopt en deze verbindt, en ze alle met elkaar in overeenstemming brengt en verklaart’. We zeggen nu dat ze nog meer doet. Niet alleen brengt ze de verschillende en schijnbaar tegenstrijdige stelsels met elkaar in overeenstemming, maar ze controleert de ontdekkingen van de hedendaagse exacte wetenschap en toont aan dat sommige ervan juist moeten zijn, omdat ze worden bevestigd in de oeroude geschriften. Dit alles zal men ongetwijfeld hoogst ongepast en oneerbiedig vinden, een schennis van de wetenschap; niettemin is het een feit.
2) De ātman of geest (het geestelijke ZELF), dat als een draad door de vijf ijle lichamen (of beginselen, kośa’s) gaat, wordt in de Vedāntafilosofie ‘draad-ziel’ of sutrātman genoemd.
679: De filosofie had zich echter nooit een denkbeeld van een logische, universele en absolute godheid kunnen vormen, als zij geen wiskundig punt binnen de cirkel had om haar speculaties op te baseren.
Alleen het gemanifesteerde punt, dat voor ons gevoel verloren is gegaan nadat het vóór de wereldvorming was verschenen in de oneindigheid en onkenbaarheid van de cirkel, maakte een verzoening tussen filosofie en theologie mogelijk – op voorwaarde dat laatstgenoemde haar grove materialistische dogma’s loslaat. En omdat zij zo onverstandig was de monade en de geometrische figuren van Pythagoras te verwerpen, heeft de christelijke theologie haar zelfgeschapen menselijke en persoonlijke God ontwikkeld, het monsterhoofd waaruit in twee stromen de dogma’s van verlossing en verdoemenis vloeien. Dit is zo waar, dat zelfs die geestelijken die filosofen zouden willen zijn en die vrijmetselaar waren, in hun willekeurige interpretaties de oude wijzen het vreemde denkbeeld toedichtten dat ‘de monade (voor hen) de troon voorstelde van de almachtige godheid, geplaatst in het midden van de hoogste hemel om D.G.A.V.H.H.3 aan te duiden’ – lees ‘De Grote Architect van het Heelal’. Dit is een merkwaardige uitleg, die meer maçonniek is dan strikt volgens Pythagoras.
685: Bovendien brengt in de kabbala de naam YHVH (of Jehova) een hij èn een zij tot uitdrukking, mannelijk en vrouwelijk, twee in één, of hokhmah en binah, en zijn (of liever hun) shekinah of samenvattende geest (genade), die van de duade opnieuw een triade maakt.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II', Stanza 1 Het begin van bewust leven (p. 26):
De ‘hemelse mens’ (tetragrammaton) die de protogonos is, tikkoun, de eerstgeborene uit de passieve godheid en de eerste manifestatie van de schaduw van die godheid, is de universele vorm en idee, die de gemanifesteerde logos, Adam Kadmon, voortbrengt, of in de Kabbala het vierletterige symbool van het heelal zelf, ook de tweede logos genoemd. De tweede komt voort uit de eerste en ontwikkelt de derde driehoek (zie de sephirothboom); en uit de laatste (de lagere menigte van engelen) worden MENSEN voortgebracht. Dit derde aspect zullen wij nu behandelen.
De lezer moet voor ogen houden dat er een groot verschil bestaat tussen de LOGOS en de Demiurgos, want de ene is geest en de andere is ziel; of zoals dr. Wilder het formuleert: ‘Dianoia en logos zijn synoniem, nous staat hoger en is nauw verwant met Τὸ ἀγαθόν, want de ene is het hogere bevatten, de andere is het begrijpen – de ene betreft het abstracte kennen, de andere is verstandelijk.’
Bovendien werd de mens in verschillende stelsels als de derde logos beschouwd. De esoterische betekenis van het woord logos (spraak of woord, verbum) is het weergeven van de verborgen gedachte in een objectieve uitdrukking, zoals in een foto. De logos is de spiegel die het GODDELIJKE DENKVERMOGEN weerkaatst, en het Heelal is de spiegel van de logos, hoewel de laatste het zijn van dat Heelal is. Zoals de logos alles in het Heelal van Pleroma weerkaatst, zo weerkaatst de mens in zichzelf alles wat hij ziet en vindt in zijn Heelal, de aarde. Het zijn de drie hoofden van de Kabbala: ‘Unum intra alterum, et alterum supra alterum’ (Zohar, Idra Suta, sec. VII). ‘Elk Heelal (wereld of planeet) heeft zijn eigen logos’, zegt de leer.

G.A. Barborka boek Het Goddelijke Plan, p. 91: Met inbegrip van de Hyparxis of top, ‘God’ bestaat deze hiërarchie uit tien klassen, die een tienvoudig stelsel omvatten.

De levensboom (Omraam Mikhaël Aïvanhov boek Angels and other Mysteries of The Tree of Life of G.A. Barborka boek Het Goddelijke Plan, p. 91) wordt ook gebruikt om de hemelse hiërarchie, de engelenleer van Dionysius tot uitdrukking te brengen. In een visioen nam Hildegard van Bingen ook de engelenscharen, de goddelijke sferen waar.

Peter Demski, boekje Het Anarchistische Principe, p. 7:
Het Concilie van Nicacea 325 koos voor de tweede gedachte. Het verklaarde: niet slechts de Vader, maar ook de Zoon is ‘anarchos’. Hier werd in plaats van de platonische voorstelling van de Godwording van de mens de bijbelse ‘God – evenbeeld – achtigheid’ geprefereerd.

Annie Besant (Clapham, 1 oktober 1847 – Adyar (Madras), India, 20 september 1933) was een Engelse feministe, socialiste, publiciste, vrijmetselaarster, theosoof en uiteindelijk tweede internationale presidente van de Theosophical Society Adyar Theosofische Vereniging.
Annie Besant, hoofdstuk (kies Annie Besant, Vier Voordrachten over Theosofie, ‘3. Esoterisch Christendom’):
In iederen godsdienst wordt de drieëenheid geleerd: de Vader, die het aanzicht van Macht, van Zelf-Bestaan voorstelt, en uit den Vader de Zoon en de Geest. De Vader is de oorsprong, de bron van al wat is. God komt in zijn aanzicht van Zelf-Bestaan, van onbegrensd Vermogen in alle openbaringen voor als de Eeuwige Vader, het midden-leven van het heelal. Uit Hem komt de Zoon voort, de openbaring van het aanzicht van liefde der Godheid, van liefde en gelukzaligheid tevens, de tweede persoon in de drieëenheid, de 2e Logos, zooals hij dikwijls genoemd wordt, tweevoudig in zijnen aard: aan den eenen kant de openbaring van mededoogen, van alomvattende liefde, aan de andere zijde van eeuwige, oneindige gelukzaligheid. Het derde aanzicht der godheid is dat van wijsheid. De wijsheid Gods is geopenbaard als de Geest, het goddelijk denkvermogen. Toen God zich openbaarde als scheppende kracht, als het algemeen denkvermogen, werd hij de 3e Logos, de derde persoon in de drieëenheid. God is in wezen één, drievoudig in zijn openbaring, het ééne Bestaan, dat zich toont in drievoudigen vorm. Wanneer wij spreken van de drie personen van de drieëenheid, zijn dit slechts drie aanzichten, waarin de godheid zich openbaart, zich zichtbaar maakt en begrijpelijk voor den mensch.

De drieëenheid, die in de godheid is, weerkaatst zich in den mensch, ook de mensch is een drieëenheid, het beeld van God. In den mensch heeft de goddelijke drieëenheid zich uitgestort, en de mensch ontvouwt in den voortgang zijner ontwikkeling den drievoudigen aard van de godheid, en ontwikkelt in zijn inwezen de drie aanzichten welke hij ontvangen heeft van God. Het eerst ontwikkelt zich in den mensch het verstand, de weerkaatsing van den derden persoon der goddelijke drieëenheid, daarna wordt de Zoon in hem geboren, de geest van den Christus, van alomvattende liefde en oneindig mededoogen. Het kenmerk van den mensch in wien dit tweede aanzicht zich ontwikkelt, die van den derden trap tot den tweeden is gekomen, is dat diepe mededoogen dat alle menschen in zich omvat. Dit is de geest van den Christus, en naarmate de mensch dezen ontwikkelt wordt hij de Zoon Gods. Dan komt de tijd voor de laatste openbaring in den mensch. Niet alleen de ontwikkeling van het verstand, de weerkaatsing van den Geest, niet alleen de liefde, die wordt voorgesteld door het leven van den Zoon,—ook het leven van den Vader moet zich in den mensch openbaren. Hij moet gelijk worden aan de goddelijke Kracht, het goddelijk Bestaan. Dat is de vereeniging waarvan alle godsdiensten hebben geleerd, dat is het één-worden met den Vader, waarvan Christus tot zijn discipelen sprak als de laatste zegepraal dien zij zouden bereiken. Het één-worden met den Vader is het einddoel der ontwikkeling van den mensch.

Lieuwe Mietus proefschrift Gunning en de theosofie, 21 april 2006: De theosofische gnosis houdt vast aan de christelijke voorstelling van schepping en verlossing.

Charles Didier De boodschap van de herstelling:
De tijdlijn van de godsdienstige geschiedenis begint bij de Bijbel. Het is een verslag van Gods eerste openbaringen aan zijn profeten voor de mens. Hij begint met Adam en Eva, onze eerste ouders; hun schepping; hun val, met alle gevolgen van dien — het sterfelijk leven en de scheiding van God — en hun eerste stappen in de sterfelijke wereld. Vervolgens was waarschijnlijk een van hun eerste vragen: 'Waarom zijn we hier?' Om daar achter te komen, konden ze alleen maar de naam van de Heer aanroepen, want Hij was hun enige bron van ware kennis (zie Genesis 4:26). Door rechtstreekse openbaring hoorden ze de stem van de Heer die hun gebood de Heer, hun God, te aanbidden en Hem een offer te brengen (zie Genesis 4:4; Mozes 5:4-5). Uit verdere openbaring vernamen Adam en Eva dat het offer een afspiegeling was van het offer van de Eniggeborene van de Vader, dat Jezus Christus de enige naam was waardoor zij gered konden worden. Vervolgens werd hun de gave van de Heilige Geest beloofd, en werd hun beloofd dat wat zij ook zouden vragen, hun gegeven zou worden (zie Mozes 5:6-7; 6:52).
Later kreeg Adam door de macht van de Heilige Geest een vast en onwankelbaar getuigenis dat Jezus de Christus was, de Heiland en Verlosser van de wereld. Het begrip van de sterfelijke status van de gevallen Adam en Eva werd letterlijk hersteld doordat zij kennis ontvingen van hun relatie met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; kennis van de verzoening en de opstanding; en nadere kennis van de eerste beginselen en verordeningen van het reddende evangelie.

Bij de hindoes is de god Vishnu de goddelijke geest, de oorsprong en instandhouder van leven, en ook de schepper (Brahma) en vernietiger-vernieuwer (Shiva). Deze drie-eenheid vertegenwoordigt in essentie de daadwerkelijke processen van het bewustzijn dat zijn vormen vernieuwt en verandert in overeenstemming met nieuwe innerlijke impulsen.

====

De zeven hoogste (Goddelijke wijsheid, Macrokosmos en Microkosmos, Homo sapiens)

De Griekse filosoof Heraclitus gebruikte de term Logos rond 600 voor Christus voor het eerst voor de goddelijke rede of het goddelijke plan dat het hele universum coördineert. Mono-theïstische Joden gebruikten Logos om aan God te refereren, omdat Hij het rationele verstand is -- de rede en de reden -- achter de schepping en de coördinatie van het universum.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I', Proloog (p. 32):
Zij is het ENE LEVEN, eeuwig, onzichtbaar en toch alomtegenwoordig, zonder begin of einde en toch periodiek in haar geregelde manifestaties, terwijl tussen die perioden het duistere geheim van het niet-zijn heerst; onbewust en toch absoluut Bewustzijn; niet te verwerkelijken en toch de ene op zichzelf bestaande werkelijkheid; inderdaad ‘een chaos voor het gevoel, een Kosmos voor de rede’. Haar ene absolute kenmerk, namelijk HETZELF, de eeuwige, onophoudelijke beweging, wordt in esoterische taal de ‘grote adem’2 genoemd, dat is de eeuwigdurende beweging van het Heelal in de zin van grenzeloze, altijd aanwezige RUIMTE. Wat bewegingloos is, kan niet goddelijk zijn. Maar er is ook in feite en in werkelijkheid niets absoluut onbeweeglijk binnen de universele ziel.
2) Plato toont zich een ingewijde als hij in de Cratylus zegt dat theos is afgeleid van het werkwoord theein, ‘bewegen’, ‘lopen’, want de eerste astronomen die de bewegingen van de hemellichamen waarnamen, noemden de planeten theoi, de goden. (Zie Deel II, Afd. II, XXII, De symboliek van kruis en cirkel.) Later ontstond uit het woord nòg een term, aletheia – de adem van god’.
De Geheime Leer Deel I KOSMISCHE EVOLUTIE (p. 57)
STANZA 2
1. . . . WAAR WAREN DE BOUWERS, DE LICHTENDE ZONEN VAN DE DAGERAAD VAN HET MANVANTARA? . . . IN DE ONBEKENDE DUISTERNIS IN HUN AH-HI PARANISHPANNA. DE VOORTBRENGERS VAN VORM UIT NIET-VORM – DE WORTEL VAN DE WERELD – DE DEVAMATRI EN SVABHAVAT, RUSTTEN IN DE GELUKZALIGHEID VAN HET NIET-ZIJN.
STANZA 3
4. DAN VALLEN DE DRIE IN DE VIER. DE STRALENDE ESSENTIE WORDT ZEVEN VAN BINNEN EN ZEVEN VAN BUITEN. HET LICHTGEVENDE EI, DAT IN ZICHZELF DRIE IS, STOLT EN VERSPREIDT ZICH IN MELKWIT STREMSEL DOOR DE DIEPTEN VAN DE MOEDER HEEN, DE WORTEL DIE GROEIT IN DE DIEPTEN VAN DE OCEAAN VAN HET LEVEN.
5. DE WORTEL BLIJFT, HET LICHT BLIJFT, HET STREMSEL BLIJFT EN NOG ALTIJD IS OEAOHOO ÉÉN.
6. DE WORTEL VAN HET LEVEN WAS IN IEDERE DRUPPEL VAN DE OCEAAN VAN ONSTERFELIJKHEID EN DE OCEAAN WAS STRALEND LICHT, DAT VUUR, WARMTE EN BEWEGING WAS. DE DUISTERNIS VERDWEEN EN WAS NIET MEER; ZIJ VERDWEEN IN HAAR EIGEN ESSENTIE, HET LICHAAM VAN VUUR EN WATER, OF VADER EN MOEDER.
STANZA 7
4. HET IS DE WORTEL DIE NOOIT STERFT; DE DRIETONGIGE VLAM VAN DE VIER PITTEN. DE PITTEN ZIJN DE VONKEN DIE PUTTEN UIT DE DRIETONGIGE VLAM, DIE DOOR DE ZEVEN – HUN VLAM – NAAR BUITEN IS GESCHOTEN; DE STRALEN EN VONKEN VAN ÉÉN MAAN, WEERSPIEGELD IN DE VOORTSNELLENDE GOLVEN VAN ALLE RIVIEREN VAN DE AARDE.

De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 707):
Dat aan de Ouden zoveel geheimen van de natuur werden onthuld, kwam door de kennis van de natuurwetten, die van de zeven om zo te zeggen het wortel-getal van de natuur in de gemanifesteerde wereld maken – in elk geval in onze huidige aardse levenscyclus – en door het wonderbaarlijke inzicht in de werking ervan. Verder stelden deze wetten en hun werkingen op het siderische, het aardse en het morele gebied de oude sterrenkundigen in staat de duur van de cyclussen en hun respectievelijke gevolgen op de loop van de gebeurtenissen precies te berekenen; om vooraf de invloed vast te stellen (profetie wordt het genoemd) die zij zullen hebben op de loop en de ontwikkeling van de mensenrassen. Omdat de zon, de maan en de planeten de nooit falende tijdmaten waren, waarvan het vermogen en de periodiciteit goed bekend waren, werden zij zo de grote heerser en heersers van ons kleine stelsel in al zijn zeven gebieden of ‘sferen van werkzaamheid’1.
1) De werkingssferen van de gecombineerde krachten van evolutie en karma zijn: (1) de boven-geestelijke of noumenale; (2) de spirituele; (3) de psychische; (4) de astro-etherische; (5) de sub-astrale; (6) de vitale en (7) de zuiver fysieke sferen.

 Antroposofie (b):Elementen (p. 28):Centra (p. 65):Aspecten:Deel II, p. 707:
7. ÂtmaGeestmensPrimoerdialConariumGoddelijke substantieNoumenale sfeer
6. BuddhiLevensgeestOngedifferentieerdVoorhoofdGoddelijke denkenGeestelijke sfeer
5. ManasGeestzelfEther, AkâshaKeelGoddelijke liefdePsychische sfeer
4. Kama (a)Ik als kern van de zielLuchtHartDirecte kennisAstro-etherische sfeer
3. PrânaEtherlichaamVuurEpigastrischWilSub-astrale sfeer
2. Linga-sariraAstraallichaamWaterProstaatRedeVitale sfeer
1. Sthûla-sariraFysiek lichaamAardeSacraalHerinneringZuiver stoffelijke sfeer

De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 24 Het kruis en het Pythagorische tiental (p. 713): Wanneer men de scheikundige elementen volgens hun atoomgewicht in groepen rangschikt, zal men ontdekken dat ze een reeks vormen van groepen van zeven; het eerste, tweede, enz., lid van elke groep vertoont in al zijn eigenschappen een sterke analogie met het overeenkomstige lid van de volgende groep.
Het factorgetal (factorelement zeven en de Periodiek systeem/Elektronenconfiguratie). In dit overzicht staat echter het aantal schillen in plaats van de atoommassa centraal.

Aspecten van de Occulte Filosofie (kies: Elementalenrijken en kosmische elementen):
De elementalenrijken zijn, evenals alle andere rijken, verzamelingen of groepen evoluerende monaden; de zogenaamde elementen van de Ouden, of de beginselen, werden zo genoemd om weer te geven wat wij tegenwoordig de zeven beginselen of elementen van het heelal noemen, zoals een mens zeven beginselen of elementen heeft. Het is hun manier om ze te beschrijven. De hindoes hebben dezelfde manier, alleen is in dat geval de naam in het Sanskriet tattva’s: prithivî-tattva, âpas-tattva, vâyu-tattva, taijasa-tattva, âkâsa-tattva, enz.
Elke groep of verzameling monaden vormt een natuurrijk, of wat we in hun ronden een levensgolf noemen – elke groep van deze monaden, dat wil zeggen alle groepen, leven in en werken door deze tattva’s of kosmische elementen, die door de Grieken en Romeinen aarde, water, lucht en vuur werden genoemd. Sommigen, zoals de pythagoreeërs, zeiden dat er een vijfde was, æther; maar volgens de leer van de occulte scholen waren er feitelijk zeven, waarvan maar vier algemeen bekend; de pythagoreeërs en enkele anderen in Europa verkondigden openlijk het bestaan van een vijfde. De Griekse of pythagorische æther, op de juiste manier opgevat, was wat de hindoes bedoelden als ze het over âkâsa hadden.
Als zo’n kosmisch element zich op zijn eigen gebied ontvouwt, ontrolt het uit zichzelf al zijn zeven subgebieden of subkosmische elementen vóór het de kosmische elementen daaronder tot aanzijn brengt, zodat elk kosmisch element alle andere kosmische elementen in zich bevat, zij het in geringere mate. Zo heeft het kosmische element water, om de Griekse benaming te gebruiken, als svabhâva het waterelement; maar het bevat eveneens het vuurelement, het luchtelement, het aarde-element, enz.
De natuurrijken zijn verzamelingen, families of groepen monaden. De kosmische elementen zijn de essentiële substanties waarin ze leven, bewegen en hun bestaan hebben en evolueren.
De reden dat er feitelijk zeven subrijken van elementalen zijn is dat ieder elementalenrijk ontspringt aan zijn eigen bijzondere kosmische element. Omdat er zeven kosmische elementen zijn, doet elk kosmisch element zijn eigen elementalenrijk ontstaan. Al deze elementalenrijken tezamen zijn wat we de zeven elementalenrijken noemen omdat ieder uit zijn eigen kosmische element afkomstig is.

Kies: De incarnatie van de hoogste zeven
De ‘hoogste van de zeven’ heeft betrekking op de hoogste hiërarchie van ons eigen zonnestelsel, of liever, om heel technisch te zijn, ons eigen universele zonnestelsel – een heel technische uitdrukking. Het betekent niet alle zonnestelsels in het melkwegheelal. Het heeft een heel andere betekenis, maar dat is een ander verhaal waarop ik hier niet kan ingaan. Om deze hoogste zeven op een andere manier te beschrijven zouden we kunnen zeggen dat zij de zeven voornaamste logoi van onze zon zijn; ofwel de zeven voornaamste planetaire rectoren of bestuurders van de zeven heilige planeten, die inderdaad zonnelogoi zijn of emanaties van onze zon, en elk van deze planetaire ketens of planeten is de woning, het huis of brandpunt – allemaal woorden die bijna hetzelfde betekenen – van één van hen. Uit de ene of de andere van deze zeven voornaamste godheden in ons zonnestelsel is de lange reeks avatâra’s voortgekomen en, in een ander opzicht, alle boeddha’s; zo is ook ieder mens die geestelijk bijzonder groot is, – let op dat woord ‘geestelijk’ – en die door de mensheid is voortgebracht, in meerdere of mindere mate een belichaming of een incarnatie, een echte incarnatie, van een straal van een van deze zeven voornaamste zonnelogoi. Jezus was er een en daarom zei hij: Ik en mijn Vader [dat is de bron, de logos of de logos vanuit de zon zelf] zijn één.

De zeven aspecten van de Logos zijn, wanneer men ze met hun overeenkomstigheden in een tabel zet, als volgt (p. 65):

Kennis ontstaat door de integratie (Gnosis) van knower, het proces van knowing en know. Het samenvallen van de triade correleert met de uitspraak van Robbert Dijkgraaf dat de mens slechts een onmisbare schakel in de ultieme cirkelredenering is.
De waarnemer en het waargenomene zijn uiteindelijk één en hetzelfde. Robert Dijkgraaf duidt met de mens als schakel tussen wetenschap en natuur op het fenomeen van waarnemer en waargenomene. Net als Simon Vinkenoog plaatst hij de mens in de ultieme cirkelredenering centraal.
Of met andere woorden (Wim van den Dungen Sepher Yetzirah): Indien we 'sepher' met ruimte en 'sephar' met tijd vergelijken, dan betreft 'sippur' (of 'communicatie') de 'quintessense' of 'vijfde dimensie'.

J. van Rijckenborgh boek De Egyptische Oer-Gnosis (p. 247):
‘Waar de Geest des Heren is, is vrijheid.’ Het Leven van den Geest, het beginsel van den Geest is vrijheid. Bij en in de Geest is nimmer dwang. Daarom dient de ziel zich in die vrijheid verder te openbaren, om dat wat haar bezielt te bewijzen. Hetgeen zich in dwang moet voegen, kan nimmer echt worden genoemd, want dat is nooit van binnenuit. Dat kan nimmer Geest zijn, want waar de Geest is, daar is vrijheid. Alles wat wij aan leed en smart ondervinden werd en wordt dan ook, microcosmisch gezien, door ons zelf ontketend en in stand gehouden.

drs. E.Timmerbeil-Snel Gnosis, een postmoderne gnostisch-mystieke opleving (1)
Wat is gnosis?
Gnosis is het Griekse woord voor ‘kennis, inzicht'. Gnosis is ‘kennis' die tegelijkertijd een verlossende, bevrijdende werking heeft. Gnosis is kennis als gevolg van openbaring of innerlijke verlichting; gnosis is esoterisch van karakter, dat wil zeggen, staat alleen ter beschikking voor ingewijden. De inhoud van deze ‘kennis' is primair religieus, voor zover deze cirkelt om de achtergronden van mens, wereld en God, maar ook omdat deze niet op eigen onderzoek berust, maar op een hemelse bemiddeling. Deze geschonken kennis kan reiken vanaf een fundamenteel inzicht in de goddelijke natuur van de mens, in zijn oorsprong en in zijn toekomst tot aan een heel systeem. Alle gnostische leerstelsels zijn in een of andere vorm een stuk van de verlossende kennis, die het object van de kennis (de goddelijke natuur), het middel van de kennis (de verlossende gnosis), en degene die kent, in zich verenigt.

Kerkvader Irenaeus waarschuwde in de tweede eeuw in zijn geschrift Adversus Haereses tegen het evangelie van Judas.
Het nieuw gevonden Judas evangelie geeft aan dat Judas niet, zoals het oordeel altijd is geweest, de verrader van Jezus was, maar zijn helper. Het feit dat de mensen dit een zeer opmerkelijk gegeven vinden wordt veroorzaakt door het feit dat ze de gevangene zijn van de dualiteit oftewel hun ego zijn. Want daardoor is het alleen mogelijk om de daad van Judas als goed of kwaad te beoordelen en niet als het Goede. Of anders gezegd, niet als een door het Ware Zelf/het Geheel/God ingegeven daad. Het feit dat er nu afgerekend wordt met het gangbare oordeel over Judas draagt bij aan het beëindigen van voornoemde gevangenschap en aldus aan de ontwikkeling van de eenwording met het Ware Zelf oftewel van het Zijn.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 7 De zevenvoudige hiërarchieën, p. 129:
129: II. DE STEM VAN HET WOORD, SVABHAVAT, DE GETALLEN, WANT HIJ IS EEN EN NEGEN12.
12) En dit is tien of het volmaakte getal, toegepast op de ‘Schepper’, de naam die wordt gegeven aan de gezamenlijke scheppers die door de monotheïsten tot Eén worden samengevoegd, want de ‘Elohim’, Adam Kadmon of sephira – de Kroon – zijn de androgyne synthese van de 10 sephiroth die in de gepopulariseerde Kabbala het symbool van het gemanifesteerde Heelal vormen. De esoterische kabbalisten echter volgen de oosterse occultisten en scheiden de bovenste driehoek van de sephiroth (of sephira, chochmah en binah) van de rest, waardoor er zeven sephiroth overblijven. Aan de term svabhavat wordt door de oriëntalisten de betekenis gegeven van de universele plastische stof die door de Ruimte is verspreid, misschien met een half oog op de ether van de wetenschap. Maar de occultisten identificeren svabhavat met ‘VADER-MOEDER’ op het mystieke gebied (zie boven).
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 9 De zeven scheppingen (p. 491):
Er werd ook zo’n ‘onderscheid gemaakt’, maar niet zoals Irenaeus het voorstelt. De gnostici hadden een hoger en een lager zevental in de hemel, en een derde aards zevental op het gebied van de stof. IAO, de mysteriegod en de bestuurder van de maan, zoals wordt aangegeven in het schema van Origenes, was het hoofd van deze hogere ‘zeven hemelen’5 en dus identiek met het hoofd van de maanpitri’s, de naam die zij gaven aan de Dhyan-Chohans van de maan. ‘Zij verzekeren dat deze zeven hemelen intelligent zijn en zij spreken erover als over engelen’, schrijft dezelfde Irenaeus; en hij voegt eraan toe dat zij Iao daarom Hebdomas noemen, terwijl zijn moeder ‘Ogdoas’ werd genoemd, omdat zij, zoals hij uitlegt, ‘het getal bewaarde van het eerstgeboren en primaire achttal van het pleroma’. (Ibid., dl. 1, v. 2.)
5) Alleen hoger dan de geesten of ‘hemelen’ van de aarde.
499: In deze periode van de evolutie differentieert de absolute eeuwige universele beweging of trilling, dat wat in esoterische taal ‘de grote adem’ wordt genoemd, zich tot het oorspronkelijke, eerst gemanifesteerde ATOOM. Naarmate de scheikunde en de natuurkunde vorderen, vindt dit occulte axioma meer en meer bevestiging bij de geleerden: de wetenschappelijke hypothese, dat zelfs de eenvoudigste elementen van de stof dezelfde aard hebben en alleen van elkaar verschillen tengevolge van de verscheidenheid van de verdeling van de atomen in de molecule of het stofdeeltje, of door de manier van atoomtrilling, wint elke dag meer terrein.
504: Aan het zevenvoudige karakter van de rudra’s als ‘vuurgeesten’ zal in de aan de stanza’s in Deel II toegevoegde Afdeling over ‘symboliek’ aandacht worden besteed. Daar zullen we ook het kruis (3 + 4) beschouwen in zijn oorspronkelijke en latere vormen, en ter vergelijking zullen we de pythagorische getallen naast de Hebreeuwse metrologie plaatsen. Zo zal het enorme belang van het getal zeven als het grondgetal (factorelement) van de natuur duidelijk worden. We zullen het onderzoeken vanuit het gezichtspunt van de Veda’s en van de Chaldeeuwse geschriften, zoals het duizenden jaren v.Chr. in Egypte bestond en zoals het in de gnostische geschriften wordt besproken. We zullen aantonen hoe het belang ervan als grondgetal in de natuurwetenschap werd erkend en we zullen proberen te bewijzen dat het belang dat in de hele oudheid aan het getal zeven werd gehecht, niet was toe te schrijven aan de fantasierijke verbeelding van onwetende priesters, maar aan een diepe kennis van de natuurwet.

Paracelsus stated that the true purpose of Alchemy was not for the vulgar purpose of gold making, but rather for the production of medicines. The term 'Spagyria' has been used by Paracelsus in his book 'Liber Paragranum', deriving from the Greek words 'spao' and 'ageiro', the essential meaning of which is to 'separate and to combine'.

Zonder kennis van de wereld kon je dus, volgens Paracelsus, geen arts zijn. In het Volumen Paragranum legde hij uit dat de geneeskunst op vier pijlers berust: filosofie, astronomie, alchemie en ethiek. Filosofie is te verstaan als natuurfilosofie, kennis van en inzicht in de kosmos. "Waar de filosoof eindigt, begint de arts", is een typerende uitspraak van hem. De astronomie behelst de kennis van de bovenste sfeer, oftewel lucht en vuur, terwijl de filosofie zich vooral met het vaste en het vloeibare bezighoudt. Deze elementen zijn een soort grondbeginselen waar alles uit voortkomt; 'moeders' werden ze door Paracelsus genoemd.
Filosofie
Paracelsus verwierp de traditie van het gnosticisme, maar behield naar het voorbeeld van Marsilio Ficino en Pico della Mirandola veel van de hermetische filosofie, het neoplatonisme en het pythagorisme. Zijn opvattingen dat ziekte en gezondheid van het lichaam afhankelijk zijn van de harmonie tussen mens, de microkosmos en de macrokosmos (de natuur) weerspiegelen de hermetische filosofie.

Giovanni Pico della Mirandola was leerling en collega van o.a. Marsilio Ficino en Angelo Poliziano. Zijn belangrijkste werk was Oratie over de waardigheid van de mens.
Oratie over de waardigheid van de mens: In Arabische geschriften heb ik gelezen, eerwaarde vaders, dat de Saraceen Abdalla, toen hem gevraagd werd wat hem op dit schouwtoneel der wereld het meest bewonderenswaardig leek, geantwoord heeft: 'niets bewonderenswaardiger dan de mens.' Met deze uitspraak correspondeert het bekende gezegde van Mercurius: 'Een groot wonder, o Asclepius, is de mens.'

  Political >>>>Heerser  
  ||  
  Bedilzucht <<<<Professional  
      
  Intellectueel, DenkenFilisterAlchemie (Occultisme)Filosofie
5. Openstaan voor 1. Autonomie >3. NuchterLange termijn >Autoritarisme
ervaringen ||||
(Creatieve autonomie) 4. Laissez-faire <2. Intuïtief, CreatiefLaissez-faire <Korte-termijn
  BohémienKunstenaarEthiekAstronomie

Het fenomeen to 'separate and to combine' is op de vier pijlers 'alchemie, astronomie, filosofie en ethiek' van Paracelsus gebaseerd, waar ‘filosofie en ethiek’ voor het scheiden, het aardse en ‘alchemie en astronomie’ voor het verbinden, het hemelse staan. In een kwadrant geven beide diagonalen de microkosmos en macrokosmos weer.

In het rapport ‘E i V’ staat niet de discussie ‘Geest of Stof’, 'Aristoteles of Descartes', what’ s in a name centraal, maar de wederkerigheid (reciprociteit) tussen beide, het 'en-en'/'of-of' mechanisme (Complementariteit/Dichotomieën), de kwintessens.

The Law of Time ('Law of One') distinguishes between a natural timing frequency that governs the universal order, and an artificial timing frequency which sets modern human civilization apart from the rest of its environment, the biosphere.

Het EPR-experiment brengt dus een dichotomie naar voren. 'Dichotomieën en Complementariteit' kunnen niet zonder elkaar. Het brengt de wederkerigheid, het is zoals het is (Antropisch principe), de supersymmetrie in het universum tot uitdrukking. Of met andere woorden het draait om het fenomeen zelfreferentie en zelfreflectie. De Ouroboros is het symbool voor zelfreferentie.

De Geheime Leer Deel I, Samenvatting (p. 307/308):
(4) Materie is eeuwig. Zij is de upadhi (stoffelijke grondslag) waarop het ene oneindige universele denkvermogen zijn ideeën vormt. De esoterici verklaren daarom dat er in de natuur geen anorganische of dode stof bestaat. Het onderscheid dat de wetenschap in dit opzicht maakt, is even ongegrond als willekeurig en onredelijk. Wat de wetenschap ook denkt – en de exacte wetenschap is een wispelturige dame, zoals we allen uit ervaring weten – het occultisme weet en zegt sinds onheuglijke tijden dat het anders is, vanaf Manu en Hermes tot aan Paracelsus en zijn opvolgers.
Zo zegt Hermes, de driemaal grote Trismegistus: ‘O, mijn zoon, materie wordt; vroeger was zij; want materie is het voertuig van het worden. Worden is de activiteit van de ongeschapen godheid. Nadat de (objectieve) materie is voorzien van de kiemen van het worden, wordt zij geboren, want de scheppende kracht modelleert haar volgens de ideale vormen. Nog niet voortgebrachte materie had geen vorm; zij wordt, wanneer zij in werking is gesteld.’ (The Definitions of Asclepios, blz. 134, ‘Virgin of the World’.)
(5) Het Heelal werd ontwikkeld volgens zijn ideële plan en werd eeuwig instandgehouden in het onbewuste van dat wat de aanhangers van de Vedanta Parabrahm noemen. Dit komt praktisch overeen met de conclusies van de hoogste westerse filosofie – ‘de ingeboren, eeuwige en op zichzelf bestaande ideeën’ van Plato, die nu door Von Hartmann worden weergegeven.

Begrip kent volgens Ouspensky twee componenten kennis en zijn (ervaring, kies Taukompastheorie, Werking Taukompas, 2.2.1. Definities):
Hebben jullie wel eens meegemaakt dat in een discussie je gesprekspartner zei: " ja, ik begrijp je wel, maar ik ben het er niet mee eens." Dit komt omdat mensen kennis verwarren met begrip. Begrijpen betekent namelijk zowel Kennis als Ervaring en niet één van beide. Iemand kan je pas echt begrijpen als die persoon zowel de Kennis als het Zijn (de ervaring) gelijk heeft aan jou. Dus kan die persoon het nooit oneens zijn met jou. Overigens kan je wel een ervaring met iemand delen en wat je dan doet is de ander op dezelfde zijnsniveau brengen als die van jouw en dan begrijp je elkaar wel. Maar dat is een kunst, die velen maar wat graag zouden willen leren….en dat kan…. Kennis zonder ervaring bestaat. Er zijn vele denkers, filosofen en andere hersengymnastiekfanaten, die een onnoemlijke berg kennis bezitten, maar helaas zonder enig begrip ervan, omdat ze de ervaring missen en dus het "Zijn". Het is alsof ze je wel een geraamte geven, maar dan zonder het vlees, dus zonder leven. Andersom geldt ook: iemand die wel de ervaring bezit, maar niet de kennis ervan, kan het je ook niet leren. Dit is een probleem van vele (wereld)leiders. Zij bezitten wel de ervaring en ook wel de kennis, maar zo gauw er mensen zijn die het oneens zijn met hen, dan blijkt dat de kennis ontoereikend is om die andere groep mensen te bereiken en dus een gemis aan begrip en daarmee is het Weten, waar ze zo mee te koop lopen niet volledig. Blijf nou maar nederig en stil en blijf onderzoeken (met behulp van anderen eventueel) hoe je Weten kan vergroten (besef van niet-weten).

Arie Bos boek Hoe de stof de geest kreeg, De evolutie van het ik
Hoofdstuk Epigenetica (p. 138):
De Israelische biologe Eva Jablonka en Engelse biologe Marion Lamb betogen in hun boek Evolution in Four Dimensions als gedachte-experiment dat met precies hetzelfde genoom, zich uiteenlopende dieren zich gëvolueerd zouden kunnen hebben. Geheel buiten de wetten van het neodarwinisme om.
Hoofdstuk Nieuwe neuronen (p. 285):
Het idee je raakt alleen maar hersencellen kwijt hield stevig stand tot in november 1988 de Zweed Peter Eriksson en de Amerikaan Fred H. Gage het nieuws publiceerden dat in de menselijke hippocampus, en wel in het gedeelte dat de gyrus dentatus heet, nieuwe neuronen ontstaan, ofwel ‘neurogenese’ voorkomt.

Uitgangspunt is dat de voortschrijdende 'Creativiteit en Wijsheid' (Danah Zohar: spiritual intelligence, SQ, sociale intelligentie) een resultante is van intelligentie, die samenhangt met de stoffelijke evolutie (PQ), verstandelijke evolutie (IQ) en of emotionele intelligentie (EQ).
De evolutie (creativiteit en wijsheid) is coherent met materiesymmetrie (disciplines: evolutiepsychologie, culturele psychologie), spiegelsymmetrie (discipline: waarnemer van IQ, intelligentiemeting) en tijdymmetrie, de evolutie van de identiteit (discipline: cultuursociologie).

====

Zie ook:

Boeken:

Externe Links

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Bijlagen |Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.