Paradigmawisseling

Albert Einstein: Je kunt een probleem niet oplossen vanuit hetzelfde soort denken dat tot het probleem heeft geleid.
Ruimte en tijd zijn niet omstandigheden waarin wij leven, maar manieren waarop wij denken.
Tweelingmotto van de Club van Budapest: Je kunt de wereld veranderen’ en ‘Op naar een wereldomvattende beschaving’.
Deepak Chopra: We zijn geen lichamelijke wezens met een spirituele ervaring, maar spirituele wezens met een lichamelijke ervaring.

Oud paradigma (Zo boven, Zo beneden, Individualiteit, Blauwdruk, Tijdsymmetrie)

Jan Börger: De Basis van alle cultuur is de ether, d.w.z. de eenheden voorzich gedacht en de eenheden in-een gedacht en dat tegelijkertijd.

De juiste hoek: Vrijmetselarij Uit de geschriften van H.P. Blavatsky (Geoffrey Farthing Theosofia lente 2010 p. 58-64):
H.P. Blavatsky (HPB) werd in contact gebracht met de maçonnerie (vrijmetselarij) door familieleden en vrienden in
haar vormingsjaren. Later waren veel van de mensen waar zij mee omging vrijmetselaren, onder wie ook kolonel Olcott die één van de stichters van de TS was en de eerste president ervan werd. Met de publicatie van de theosofische leringen werd een aantal tot dan toe streng bewaakte occulte geheimen voor het eerst openbaar gemaakt. Hiertegenover stond dat de werkelijk betekenisvolle geheimen van de maçonnerie, betrekking hebbend op de aard en de processen van de natuur zelf, vanuit de vroegste tijden verloren waren gegaan.
59: Volgens de Belgische vrijmetselaar Ragon werd een Franc-maçon (geen maçon-libre) ingewijd in de aloude Mysteriën.
In het Engels wordt maçon vertaald als mason (metselaar). In zijn “Franc- maçonnerie Occulte” verwijt Ragon, een beroemde en geleerde Belgische vrijmetselaar, de Engelse vrijmetselaars terecht of ten onrechte, dat ze de vrijmetselarij, die eens was gebaseerd op de oude mysteriën, hebben verstoffelijkt en onteerd, door tengevolge van een onjuiste opvatting over de oorsprong van de orde, de naam vrij metselarij en vrij metselaars aan te nemen.

De vierde edele waarheid Het pad naar de beëindiging van het lijden, de 'middenweg', omdat het de twee extremen vermijdt.
In het boeddhisme wordt het vaak symbolisch weergegeven als een achtspakig wiel. De aspecten van het Achtvoudig Pad zijn:
1. Juist begrip, 2. Juist denken, 3. Juist spreken, 4. Juist handelen, 5. Juiste leefwijze, 6. Juiste inspanning, 7. Juiste aandacht, 8. Juiste meditatie.

De Italiaanse renaissance was een in de 14e eeuw in Italië ontstane intellectueel-culturele beweging, periode en kunststijl die omstreeks 1500 haar hoogtepunt bereikte. In navolging van Jacob Burckhardt hebben historici de culturele beweging lange tijd beschouwd als de breuklijn tussen de Middeleeuwen en het vroegmoderne Europa. Die visie geldt inmiddels als achterhaald. Alleen in de kunst en de literatuur is sprake van een breuk met de voorgaande periode.
Het begin van de renaissance leggen sommige historici al in de eerste helft van de veertiende eeuw. Veel aspecten van de Italiaanse cultuur en samenleving bleven echter middeleeuws. De notie van een renaissance kwam van Florentijnen die reflecteerden op hun eigen geschiedenis en in het bijzonder op hun eigen culturele geschiedenis. Vooral in Neolatijnse literatuur en de beeldende kunst vanaf de veertiende eeuw zijn een toenemend aantal verklaringen te vinden die de periode tussen het einde van de oude wereld en het trecento veroordelen als een periode van duisternis, zonder welsprekendheid, poëzie, grote sculpturen of schilderijen.

Fred Eijkman Verlangen naar Onsterfelijkheid hoofdstuk Materie (p. 70):
de visie van Aristoteles: hylemorfisme
In de 12e eeuw werd het complete werk van Aristoteles door Willem van Moerkerke in het Latijn vertaald. Aristoteles werd zo herontdekt en de scholastiek maakte zijn inzichten tot centrale leer. De scholastici gebruikten Aristoteles vorm-stofleer (hylemorfisme). Hylemorfisme is de aristoteliaanse leer die zegt dat de stoffelijke substanties zijn samengesteld uit twee principes: de materia prima of oerstof (Gr. Hulè –stof), die onbepaald is maar de aanleg bezit om iedere bepaling te ontvangen, en de forma substantialis of zelfstandigheidsvorm (Gr. Morphè – vorm), die als bepalende vorm samen met de oerstof de materiele substantie uitmaken.
Elk individueel ervaarbaar ding is een combinatie van:
* een stof, materie (hylè)
* een vorm (morphè); deze heeft geen afzonderlijk bestaan, als buitenwereldse werkelijkheid (zoals Plato dat zag in zijn Ideeënleer), maar is enkel reëel voor zover hij gerealiseerd is in het concrete ding.
Het meest algemene kenmerk van alle dingen is het zijn, maar dat kan zeer uiteenlopende betekenissen aannemen:
Het Zijn volgens één van deze tien categorieën:
* substantie: vb. Johan Pietersen is een mens
* kwantiteit: vb. J.P. weegt 76 kg
* kwaliteit: vb. J.P. is leraar Wiskunde
* relatie: vb. J.P. is jonger dan zijn broer Wim
* plaats: vb. J.P. is in Brussel
* tijd: vb. J.P. leeft in de 21e eeuw (hij is … levend)
* positie: vb. J.P. staat recht (hij is … staand)
* conditie: vb. J.P. is ziek
* handeling: vb. J.P. schrijft
* ondergaan: vb. J.P. wordt / is geïnspireerd

Wim de Lobel, boek De Eeuwige Generatie, De Unio Mystica (p. 91):
Börger was beïnvloed door de kritische bijbelstudies vanuit de Hollandsche Radicale School. In het bijzonder benadrukten zij de Nieuw-Testamentische Evangeliën die in verhaalvorm een verdichting zijn van de oude en steeds weer nieuwe waarheid. Vanuit hun bevindingen ontkenden zij de historiciteit van de Jezusfiguur. Naar hun inzichten stoelde de Christusgedachte in de Unio Mystica, dat is de verborgen inherente universele waarheid omtrent de werkelijkheid. Waarheid in deze zin dienen we dan te verstaan als het zijn van de universele werkelijkheid zoals zij is.

Om ether, het in de mens ingebouwde 'en-en'/'of-of'-mechanisme (Alles divergeert en moet ook weer convergeren) te duiden wordt in het rapport ‘E i V’ van de begrippen dualiteit, dichotomie en complementariteit gebruik gemaakt. Dichotomieën representeren paren van tegenstellingen. Het thema Egospelletjes en Unificatietheorie komt in de De Bhagavad Gita uitgebreid aan de orde. Er is niets nieuws onder de zon.

Godbijeen Een Lied van Geluk - Een moderne Gita
Hoofdstuk 13 De kenner, het gekende en de kennis der filognosie
(20) De combinatie van de persoon en de materiële natuur22 moet je zien als zijnde zonder een oorsprong, en ook moet je de drie geaardheden23, tezamen met hun afgeleiden, zien als een tijdgebonden effect teweeggebracht door die materiële natuur.
Notities & Links
22) Het onpersoonlijke van de materiële natuur, prakriti, en het persoonlijke van het mannelijk principe, de persoon, de purusha, kan men niet los van elkaar zien, net zoals men licht en duister niet los van elkaar kan bezien. Tezamen vormen ze de fundamentele dualiteit van de werkelijkheid die men de grotere ziel noemt of het universele zelf van Brahman, God of het Absolute, dat alle elementen van de materie en de geest bevat die het zichtbare en kenbare uitmaken van alles wat er bestaat.
23) De drie geaardheden van de onwetendheid, de goedheid en de hartstocht, tamas, sattva en rajas, waarover al eerder gesproken werd in het Lied, worden ondersteund door de drie disciplines van de goddelijkheid van respectievelijk de vernietiging (persoon: Shiva, werkelijkheid: Paramatma - de Superziel), de handhaving (persoon: Vishnu, werkelijkheid: Bhagavan - de Fortuinlijke) en schepping (persoon: Brahma, werkelijkheid: Brahman - de Absolute Waarheid, welke ieder respectievelijk de kenmerken dragen van de traagheid, de kennis en beweging.

Het ‘en-en’/‘of-of’-mechanisme geeft de kern van de door Blavatsky uitgewerkte basisideeën weer.

Madame Blavatsky over de studie van de Theosofie (genoteerd door Robert Bowen):
Wat je ook in De Geheime Leer wilt bestuderen , houd steeds de volgende denkbeelden voor ogen, die de basis moeten zijn van je ideeën-vorming:
(a) DE FUNDAMENTELE EENHEID VAN ALLE BESTAAN. Deze eenheid is iets heel anders dan de gebruikelijke opvatting van eenheid - bijvoorbeeld wanneer we spreken van een natie of leger als een eenheid, of dat de ene planeet verbonden is met een andere door middel van magnetische krachten en dergelijke. Zo is de leer niet. Zij zegt dat het bestaan één is, niet een verzameling van zaken die met elkaar verbonden zijn. Fundamenteel is er één Zijn. Het Zijn heeft twee aspecten, positief en negatief. Het positieve is Geest of Bewustzijn. Het negatieve is Substantie, het subject van bewustzijn. Dit Zijn is het Absolute in zijn allereerste manifestatie. Omdat het absoluut is, is er niets buiten. Het is Al-Zijn. Het is ondeelbaar, anders zou het niet absoluut zijn. Als er een deel van afgescheiden zou kunnen worden, zou het overblijvende deel niet meer absoluut zijn, omdat er direct sprake zou zijn van een vergelijking tussen het overblijvende en het afgescheiden deel. Vergelijking is onverenigbaar met enig idee van absoluutheid. Daarom is het duidelijk dat dit fundamentele ene Bestaan of absolute Zijn, de Realiteit moet zijn in elke vorm die er is. Ik zei dat, hoewel het voor mij duidelijk was, ik niet dacht dat velen in de loges dit zouden begrijpen. "Theosofie", zei zij, "is voor hen die kunnen denken, of voor hen die zich tot denken kunnen brengen, niet voor mentale luilakken." H.P.B. is de laatste tijd erg mild geworden. "Stomkop" placht zij de doorsnee student te noemen.
Ze zegt:
Het atoom, de mens, de god zijn ieder afzonderlijk, zowel als gezamelijk, in de grond der zaak absoluut Zijn; dat is hun werkelijke individualiteit. Het is dit idee dat we altijd in ons achterhoofd moeten houden, om de basis te vormen voor elk begrip dat voorkomt uit de studie van De Geheime Leer. Op het moment dat je dit idee loslaat (en dat gaat erg makkelijk als je bezig bent met een van de vele ingewikkelde aspecten van de esoterische filosofie) komt het idee op van de afgescheidenheid en verliest de studie haar waarde.
(b) Het tweede denkbeeld dat vastgehouden moet worden is: ER BESTAAT GEEN LEVENLOZE MATERIE. Elk afzonderlijk atoom is levend. Dat kan niet anders, daar elk atoom in zichzelf fundamenteel absoluut Zijn is. Daarom is er niet zoiets als "ruimten" van ether of Akasha, of hoe je het ook noemen wilt, waarin engelen en elementalen ronddartelen als forellen in het water. Dat is een gebruikelijke voorstelling. Het juiste denkbeeld toont dat ieder atoom van de materie, op welk gebied dan ook, in zichzelf een leven is.
(c) Het derde denkbeeld dat vastgehouden moet worden is: DE MENS IS DE MICROCOSMOS. Aangezien hij dat is, bestaan alle hiërarchieën des hemels in hem. Maar in waarheid is er noch macrocosmos noch microcosmos, maar één Bestaan. Groot en klein bestaan alleen maar zo als voorstellingen van een beperkt bewustzijn.
(d) Het vierde en laatste basis-idee dat je moet vasthouden is dat wat uitgedrukt wordt in het grote Hermetische axioma. Het somt alle anderen op en vat ze samen:
Zo binnen, zo buiten
zo groot, zo klein
zo boven, zo beneden
er is slechts één Leven en Wet
en de besturende Kracht is één
Er is geen binnen, geen buiten
geen groot, geen klein
geen hoog, geen laag
in het goddelijk bestel

De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 2 De mysterietaal en haar sleutels (p. 342):
Mozes, een ingewijde in de Egyptische Mysteriën, baseerde de religieuze mysteriën van de nieuwe natie die hij schiep, op dezelfde abstracte formule die was ontleend aan deze siderische cyclus. Hij symboliseerde die formule in de vorm en in de afmetingen van het tabernakel, dat hij in de woestijn zou hebben gebouwd. Op basis van deze gegevens kwamen de latere joodse hogepriesters tot de allegorie van de Tempel van Salomo – een gebouw dat nooit werkelijk heeft bestaan, evenmin als koning Salomo zelf, die eenvoudig een zonnemythe is, evenals de nog latere Hiram Abif van de vrijmetselaars, zoals Ragon duidelijk heeft aangetoond. Als dus de afmetingen van deze allegorische tempel, het symbool van de cyclus van inwijding, overeenstemmen met die van de Grote Piramide, komt dit doordat de eerstgenoemde werden ontleend aan de laatste, door middel van het tabernakel van Mozes.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 714):
De voortdurende aanwezigheid in ons midden van alle elementen van strijd en tegenstelling en de verdeling van rassen, volkeren, stammen, gemeenschappen en individuen in Kaïns en Abels, wolven en lammeren, zijn de voornaamste oorzaken van de ‘wegen van de voorzienigheid’. We vormen deze talrijke kronkelwegen van ons lot dagelijks met eigen handen, terwijl we ons verbeelden dat we een spoor volgen op de koninklijke hoofdweg van fatsoen en plicht, en klagen dan dat die wegen zo ingewikkeld en duister zijn. We zijn verbijsterd over het mysterie dat we zelf hebben gemaakt en over de raadsels van het leven die we maar niet oplossen, en we beschuldigen dan de grote sfinx dat ze ons verslindt. Maar er is werkelijk geen ongeval in ons leven, geen ongeluksdag en geen tegenspoed, die niet kan worden herleid tot onze eigen daden in dit of in een ander leven. Als men de wetten van harmonie overtreedt of, zoals een theosofische schrijver het uitdrukt, ‘de wetten van het leven’, moet men erop zijn voorbereid tot de chaos te vervallen die men zelf heeft voortgebracht. Want volgens dezelfde schrijver ‘is de enige conclusie waartoe men kan komen, dat deze levenswetten zichzelf wreken, en dus dat elke wrekende engel slechts een symbool van hun reactie is’.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 715):
Kennis van karma geeft de overtuiging dat als
‘. . . de deugd wordt gekweld en de ondeugd zegeviert
De mensheid tot atheïsten wordt gemaakt’,
dat alleen zo is doordat die mensheid altijd haar ogen heeft gesloten voor de grote waarheid dat de mens zelf zijn eigen verlosser en zijn eigen vernietiger is; dat hij de hemel en de goden, de schikgodinnen en de voorzienigheid niet hoeft te beschuldigen van de schijnbare onrechtvaardigheid die te midden van de mensheid heerst.

De Geheime Leer Deel II, Stanza 6 De evolutie van de zweetgeborenen (p. 171):
Analogie is de leidende wet in de Natuur, de enige ware draad van Ariadne, die ons langs de onontwarbare wegen van haar domein kan voeren naar haar eerste en laatste mysteriën. De Natuur is als scheppend vermogen oneindig, en geen enkele generatie van natuurkundigen kan zich er ooit op beroemen de lijst van haar middelen en methoden te hebben uitgeput, hoe uniform de wetten die zij volgt ook zijn.

De Geheime Leer Deel II, Inleidende opmerkingen (p. 1):
Wat betreft de evolutie van de mensheid stelt de Geheime Leer drie nieuwe stellingen voorop, die lijnrecht in strijd zijn met zowel de moderne wetenschap als de gangbare religieuze dogma’s: zij leert
(a) de gelijktijdige evolutie van zeven mensengroepen op zeven verschillende delen van onze aardbol;
(b) de geboorte van het astrale lichaam vóór het stoffelijke, waarbij het eerste een model is voor het laatste; en
(c) dat de mens in deze Ronde aan alle zoogdieren in het dierenrijk voorafging – de mensapen daarbij inbegrepen.
De Geheime Leer Deel II, Stanza 5 De evolutie van het tweede ras (p. 125/126):
Het hogere komt overeen met het lagere en het lagere met het hogere, om dit ene inderdaad wonderbaarlijke werk tot stand te brengen’ – dat de MENS is. Want het geheime werk van Chiram, of koning Hiram in de Kabbala, ‘in essentie één, maar met drie aspecten’, is het universele middel of de steen der wijzen. Het hoogtepunt van het geheime werk is enerzijds de geestelijke volmaakte mens; anderzijds is het de vereniging van de drie elementen, het occulte oplosmiddel in de ‘wereldziel’, de kosmische ziel of het astrale licht; en op het stoffelijke gebied is het waterstof in haar betrekking tot de andere gassen. Het TO ON, inderdaad; het ENE ‘dat niemand heeft gezien behalve de zoon’; deze zin heeft betrekking op zowel de metafysische als de fysische Kosmos, en op de geestelijke en de stoffelijke mens. Want hoe zou deze laatste het TO ON, de ‘ene vader’ kunnen begrijpen, indien zijn manas, de ‘zoon’, niet (als) ‘een met de vader’ wordt, en door deze opneming verlichting ontvangt van de ‘goddelijke leermeester’, de goeroe – atma-buddhi?
De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk 22 De symboliek van de mysterienamen IAO en JEHOVA (p. 629):
Het brahmaanse ‘gouden ei’ waaruit Brahmā, de scheppende godheid, tevoorschijn komt, is de ‘cirkel met het centrale punt’ van Pythagoras, en een passend symbool daarvoor. In de Geheime Leer wordt de verborgen EENHEID – of deze nu PARABRAHMAM voorstelt, of het ‘GROTE UITERSTE’ van Confucius, of de godheid die wordt verborgen door PHTA, het eeuwige licht, dan wel het joodse EN-SOPH – altijd gesymboliseerd door een cirkel of de ‘nul’ (het absolute niet-iets en niets, omdat het oneindig en het AL is); terwijl het god-gemanifesteerde (door zijn werken) wordt aangeduid als de middellijn van die cirkel. De symboliek van het eraan ten grondslag liggende denkbeeld wordt nu duidelijk: de rechte lijn die door het middelpunt van een cirkel gaat, heeft in meetkundige zin lengte, maar geen breedte of dikte: het is een denkbeeldig en vrouwelijk symbool, dat de eeuwigheid doorkruist en dat men laat berusten op het bestaansgebied van de wereld van de verschijnselen. De rechte lijn heeft één dimensie, terwijl de cirkel ervan geen dimensie heeft of, om een algebraïsche term te gebruiken, deze is de dimensie van een vergelijking. Een andere manier om dit denkbeeld te symboliseren vindt men in de pythagorische heilige decade , die in het uit twee cijfers bestaande getal tien (de 1 en een cirkel of nul) het absolute AL samenvat, dat zich manifesteert in het WOORD of de voortbrengende scheppingskracht.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De voorouders die de wetenschap aan de mensheid biedt (p. 762):
Waarom zouden de aanhangers van Haeckel in dit specifieke geval dan mogen protesteren?
Ze hebben natuurlijk een antwoord klaar: ‘Omdat wij het bestaan van de monadische essentie niet erkennen.’ De manifestatie van de logos als individueel bewustzijn in de dierlijke en menselijke schepping wordt door de exacte wetenschap niet aanvaard, en dit denkbeeld geeft natuurlijk niet alle aspecten ervan weer.
763/764: Dit thema ontwikkelt hij in zijn wonderbaarlijke lezing over de ‘perigenese van de plastidule, of de golfbewegingen van levende deeltjes’. Het is een verbetering van de theorie van Darwin over ‘pangenese’ en een verdere nadering, een voorzichtige beweging in de richting van ‘magie’. De eerstgenoemde is een vermoeden dat een bepaald aantal van de werkelijke en identieke atomen, die tot voorvaderlijke lichamen hadden behoord, ‘door hun nakomelingen generatie na generatie werden overgebracht, zodat wij letterlijk ‘vlees van het vlees’ van het oerwezen zijn, dat zich in de latere . . . periode tot mens ontwikkelde’ – verklaart de schrijver van A Modern Zoroastrian (in ‘Primitive Polarities’ , enz.). De laatstgenoemde (het occultisme) leert (a) dat de levensatomen (levensenergie) van ons (prāna) levensbeginsel nooit volkomen verloren gaan wanneer iemand sterft. Dat de atomen die het sterkst zijn doortrokken van het levensbeginsel (een onafhankelijke, eeuwige, bewuste factor) gedeeltelijk door de erfelijkheid worden overgebracht van vader op zoon, en gedeeltelijk weer worden samengebracht en het bezielende beginsel worden van het nieuwe lichaam in elke nieuwe incarnatie van de monaden.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 7 Bewijzen voor verzonken continenten (p. 903/904):
Maar wanneer onweerlegbaar wordt bewezen dat de aanspraken van de tegenwoordige Aziatische volkeren op een Geheime Wetenschap en een esoterische geschiedenis van de wereld op feiten berusten; dat deze, hoewel tot dusver onbekend aan de grote massa en zelfs voor de geleerden een versluierd mysterie (omdat ze nooit de sleutel hadden tot een goed begrip van de overvloedige toespelingen door de oude klassieken), toch geen sprookje zijn, maar een werkelijkheid – dan zal dit boek de voorloper worden van veel meer dergelijke boeken. De bewering dat tot dusver zelfs de sleutels die door enkele grote geleerden zijn ontdekt, te roestig bleken om te gebruiken, en dat ze slechts de stille getuigen waren dat er achter de sluier inderdaad mysteriën bestaan die onbereikbaar zijn zonder een nieuwe sleutel – deze bewering wordt door zoveel bewijzen bevestigd, dat ze niet gemakkelijk kan worden afgewezen. Als illustratie kan een voorbeeld worden gegeven uit de geschiedenis van de vrijmetselarij.
904: In zijn Franc-maçonnerie Occulte verwijt Ragon, een beroemde en geleerde Belgische vrijmetselaar, de Engelse vrijmetselaars terecht of ten onrechte, dat ze de vrijmetselarij, die eens was gebaseerd op de oude mysteriën, hebben verstoffelijkt en onteerd, door tengevolge van een onjuiste opvatting over de oorsprong van de orde, de naam vrij metselarij en vrij metselaars aan te nemen. De fout is toe te schrijven, zegt hij, aan hen die de vrijmetselarij in verband brengen met de bouw van de Tempel van Salomo en haar oorsprong daarvan afleiden. Hij spot met dit denkbeeld en zegt: . . . ‘De Franc-Maçon (wat niet maçon libre, of vrije metselarij is) wist, toen hij deze titel aannam, heel goed dat er geen sprake was van het bouwen van een muur, maar dat het erom ging te worden ingewijd in de oude mysteriën, die verborgen gingen achter de naam Francmaçonnerie (vrijmetselarij); dat zijn werk slechts de voortzetting of de hernieuwing van de oude mysteriën was en dat hij een metselaar moest worden op de manier van Apollo of Amphion. En weten we niet dat de oude ingewijde dichters, wanneer zij spraken over het stichten van een stad, daarmee het vestigen van een leer bedoelden? Zo boden Neptunus, de god van de redeneerkunst, en Apollo, de god van de verborgen dingen, zich als metselaars aan bij Laomedon, de vader van Priamus, om hem te helpen de stad Troje te bouwen, d.w.z. de Trojaanse religie te stichten.’ (Maçonnerie Orthodoxe, blz. 44.)

John P. Van Mater De zes grondstellingen van De geheime leer
Gedurende tientallen miljoenen jaren was de mensheid meer astraal dan stoffelijk. En hoewel de zeven oorspronkelijke rassen tegelijkertijd verschenen, deden ze dat als zaad of in kiem, om één voor één tot bloei te komen, elk op zijn eigen stelsel van continenten. Elk van deze wortelrassen kende talrijke onderrassen, familierassen en stammen en andere nog fijnere onderverdelingen. We naderen nu het midden van het vijfde wortelras. In zijn Erga kai hèmerai (‘Werken en dagen’), regel 147-234, noemt Hesiodus de vijf rassen die tot nu toe zijn verschenen, en ook de vier tijdperken, het gouden, zilveren, bronzen en ijzeren tijdperk, en hij zegt dat we nu in het ijzeren tijdperk en ons vijfde ras zijn. Soortgelijke beschrijvingen worden gegeven in de Zend-Avesta, de Puranas, de Edda’s, de Popul Vuh en andere oude werken. Wanneer we deze optekeningen van vroegere rassen bestuderen, moeten we bedenken dat we over onszelf lezen, want die vroegere rassen waren het toneel van ons vroeger streven.

C-, P- en T-symmetrie (Zichtbaar en Onzichtbaar, Boek van de getallen)

Niels Bohr: Een ieder die niet ontzet is door de kwantumtheorie heeft haar niet begrepen.
Niels Bohr heeft het fenomeen dat licht zich gedraagt of als deeltje of als golf, afhankelijk van de proefopstelling, maar nooit als beide tegelijk complementariteit genoemd.
Niels Bohr had ‘tegengestelden zijn complementair’, het yin/yang-symbool als wapenspreuk.

De in de bijlage ‘Nu, Verleden en Toekomst’ en met name de in het rapport De beleving van tijd van J.F. Coeterier gerubriceerde definities laten zien dat het definiëren van het verschijnsel tijd nog niet zo eenvoudig ligt.

Het rapport 'E i V' laat zien dat het wiel, de unificatietheorie van Eenheid in Verscheidenheid al is uitgevonden. In principe draait het om één medaille met twee kanten. De mystieke weg (Krishna, Laozi, Pythagoras, Plato, Jezus, Boeddha, Mohammed, Ramon Lull, Blaise Pascal, Bahá'u'lláh, Hazrat Inayat Khan, Blavatsky, Sri Aurobindo, Carl Jung, Teilhard de Chardin, Maslow) berust op ervaringen uit het verleden. Voor acceptatie van de nieuwe unificatietheorie dient aan één voorwaarde te worden voldaan namelijk dat de wetenschappelijke wereld akkoord gaat dat er maar een natuurlijke tijd bestaat, de eeuwige duur, het nu. De theorie kan dan een houvast bieden voor de toekomst.

In het rapport ‘E i V’ staat niet de discussie ‘Geest of Stof’, 'Aristoteles of Descartes', what’ s in a name centraal, maar de wederkerigheid (reciprociteit) tussen beide, het 'en-en'/'of-of' mechanisme, de kwintessens.

Het mechanisme achter de 'natuurlijke selectie' wordt door de Heilige tetraktys van Pythagoras weergegeven. De getallen van Pythagoras brengen een relatie, een specifieke categorie van betrekkingen tot uitdrukking. Pythagoras was een cyberneticus. De mens maakt deel uit van auto- en kruiskatalytische systemen (Ervin Laszlo).

De C-, P- en T-symmetrie (C-, P- en T-symmetry) van het standaardmodel beschrijft het universele patroon Triade + Tetrade = Kwintessens. Of met andere woorden het universele patroon van de mens is hetzelfde als het patroon in de gehele schepping.

De essentie van elk leerproces draait nog steeds om de interacties tussen wat in aanleg gegeven is en welke invloeden er uit de omgeving zijn.
Een mens heeft een persoonlijkheid, bij een organisatie kan daarentegen van een cultuur worden gesproken. Net als een mens is een organisatie een levend wezen dat vreselijk kan blunderen.

Kringlopen hebben op het verschijnen en verdwijnen, de eeuwig durende cycli van het heelal betrekking.

Voor fotonen geldt hetzelfde als voor neutronen, moleculen, synapsen, gedachten en gevoelens ze verschijnen en verdwijnen.
Een synaps is een verbinding tussen twee neuronen waardoor een impuls kan worden overgedragen.

Het snijpunt van de drie assen van het kompaskwadrant toont het punt waar de synthese tussen hemel en aarde plaatsvindt, de psyche de relatie tussen de microkosmos en de macrokosmos. Dit snijpunt symboliseert het eeuwige nu.
De wederkerigheid tussen twee polen komt in de relatie door E = Materie (Mass energy equivalence, c² = constant) tot uitdrukking.
Lading (wederkerigheid) is in feite niets anders dan de sterke vervorming van de ruimte-tijd die hoort bij elementaire deeltjes, waardoor die deeltjes ruimte-tijd een eigen leven kunnen gaan leiden en o.a. het voorwerp kunnen uitmaken van een golfbeweging.
18. Kracht, impuls en energie
Energie wordt opgeslagen in de ruimte door vervorming van die ruimte: een elementaire wijziging in deze opslag veroorzaakt een kracht. Maar een kracht is ook de verandering van een impuls met de tijd.

’Energie en Materie’ is op de beroemde formule van Einstein E=m.c² gebaseerd en staat door het kwadraat van de lichtsnelheid (snelheid van een foton) met een getal, de tijdsymmetrie in verband. Voor fotonen geldt hetzelfde als voor neutronen, synapsen, gedachten en gevoelens (communicatie) ze verschijnen en verdwijnen. Een foton is een voorbeeld van een kwantum. Een foton is de kleinst mogelijke eenheid van licht.

Nieuw paradigma (Interdisciplinair, 'Unificatietheorie en Snaartheorie', = paradigma B)

J.J. van der Leeuw: Het leven is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een mysterie dat moet worden ervaren.
Bertolt Brech: Erst kommt das Fressen, dann die Moral.
Escher: Vul niet uw leegte, maar leeg uw volte.
Ervin Laszlo boek Kwantumshift in het wereldbrein
Hoofdstuk 12 Metafysische, theologische en ethische implicaties,
Twee domeinen van de werkelijkheid (p.118).
In het nieuwe concept vormen de twee domeinen van de werkelijkheid – het domein van de actuele entiteiten (het ‘ruimtetijddomein’) en het domein van het kosmisch plenum (het ‘velddomein’) - tezamen de werkelijkheid.
Klaas van Egmond: Wat persoonlijke ontwikkeling is voor het individu, is ‘duurzame ontwikkeling’ voor de samenleving.
Beide ontwikkelingen lopen langs dezelfde lijnen en worden aangedreven door dezelfde mechanismen
.
Anton Blok: Door vervreemding van het vertrouwde maakten ze zich vertrouwd met het vreemde om te komen tot de ontwikkeling van een nieuw gezichtspunt. (p. 281)

Anton Blok boek De vernieuwers de zegeningen van tegenslag in wetenschap en kunst, 1500-2000
Hoofdstuk 3 Heuristische uitzonderingen (p. 87/88):
Bij een (nieuwe) theorie gaat het steeds weer om het herkennen van de eenheid van een complex van verschijnselen die zich in de directe zintuigelijke waarneming voordoen als geheel gescheiden dingen. Dit gezichtspunt is ontleend aan Einstein, die ook meende dat ‘het mooiste lot van een natuurkundige theorie gelegen is in de weg te wijzen naar de vestiging van een meer omvattende theorie, waarin ze voortleeft als een grensgeval’.
91: Het is duidelijk dat het nemen van risico noodzakelijk is voor groot succes – maar het is ook noodzakelijk voor falen.
Hier verrijst het beeld van mainstreamwetenschappers, de brede masa die op de stroom meedrijft en gekozen heeft voor zekerheid, veiligheid en voorzichtigheid. Zij zullen zich geen buil vallen. Hun habitas en alles waar ze voor staan sluiten het nemen van risico uit. Omdat er te veel op het spel staat, kopen ze ‘hoog in’ en beoefenen normal science. Niettemin zijn vernieuwing en voortgang van essentieel belang voor het wetenschappelijk bedrijf. Maar ‘grensverleggend’ onderzoek kan niet gepland worden. Vandaar dat er alleen lippendienst aan bewezen wordt. Vernieuwing kan niet plaatsvinden zonder risico, educated giswerk en trial en error – het opstellen en toetsen van koene hypothesen. ‘Geen nieuwe waarheid,’ schrijft Pierce ‘kan van inductie of deductie komen; het kan alleen komen van abductie; en abductie is tenslotte niets anders dan gissen.
Vergelijkend onderzoek en het opmerken van analogieën blijken belangrijke bronnen van inzicht te zijn. Interdisciplinair onderzoek sluit aan bij dit standpunt. ‘Zoals in de gewone spreektaal, is de taal van de wetenschap tropologisch, en de meest voorkomende troop is de metafoor. We vonden dat modellen metaforen zijn die functioneren als analogieën en dat niet-propositionele vormen van denken essentieel zijn in wetenschappelijke creativiteit.
Hoofdstuk 4 Tegenslag
163: Arthur Rimbaud: ’de dichter moet een “ziener” worden door een lange, buitengewone en rationele ontregeling van alle zintuigen’.
180: The time shifts, the multiplication of narrators and narrators within narrators, the double plot, the effacement of the auther, and the absence of any trustworthy narrator who clearly speaks for the author (J. Hillis Miller boek Fiction and Repetition: Seven English Novels - p. 46).
180/181: Met Wurthering Heights geeft Emily Brontë blijk van een vertrouwdheid met de gewoonten en gebruiken en de sociale verhoudingen in deze plattelandssamenleving in Yorkshire waarin tegenstellingen tussen gentry en boeren de toon aangeven in vrijwel alle handelingen en gebeurtenissen die zich afspelen in het raamwerk van complementaire opposities tussen het gentry landhuis en de bouwvallige boerderij Wurthering Heights - tussen hun families, locaties, interieurs en bewoners met hun daarbij passende contrasterende ambities en levensstijlen – ook die tussen Catherine en de geadopteerde outsider Heathcliff.

Ervin Laszlo boek Je kunt de wereld veranderen naar duurzaamheid en vrede in een nieuwe wereld (recensie)
Dit buitengewoon belangrijke boek door dr. Ervin Laszlo, een vooraanstaand wetenschapper, humanist en voorzitter van de Club van Boedapest, is een actiehandboek voor de 21e eeuw. Het komt precies op het juiste moment en vertelt ons wat wij, gewone burgers, kunnen doen om van de wereld een betere en vrediger plek te maken. We kunnen natuurlijk de confrontatie aangaan met de machten die achter de conflicten en negatieve ontwikkelingen in de wereld zitten, maar we kunnen ook besluiten ons in te zetten voor harmonie, samenwerking, een leefbare samenleving en een waardestelsel dat iedereen op aarde een goede toekomst verzekert. Dit boek is een blauwdruk voor die positieve actie. Dr. Ervin Laszlo verdiepte zich in wetenschap en filosofie en schreef verscheidene boeken. Hij werd meermalen onderscheiden voor zijn inzet voor het verbeteren van de mondiale verstandhouding.

Ervin Laszlo boek Het Akasha-veld, Verbinding en geheugen in kosmos en bewustzijn (p. 134):
Sir Roger Penrose omschrijft de geboorte van ons universum als een ‘eenmaligheid’ waarin de wetten van de fysica niet langer geldig zijn.
145: De werking van het subtiele maar reële A-veld verklaart de non-lokaliteit van niet alleen de kleinst meetbare bestanddelen van het universum, maar ook die van de grootste waarneembare structuren ervan. Het verklaart de coherentie van levende organismen én hun coherentie met de omgeving waarin ze leven en evolueren.

Ervin Laszlo en Kingsley L. Dennis De verbinding tussen wetenschap en spiritualiteit (p. 63):
Fysicus Sir Roger Penrose: ‚Mijn visie [op bewustzijn] vereist een ingrijpende revolutie in de fysica… Ik ben tot de overtuiging gekomen dat er aan de huidige wetenschap iets van elementair belang ontbreekt… Ons inzicht is op dit moment ontoereikend en we zullen ons zodanig moeten ontwikkelen dat we nieuwe wetenscappelijke regionen kunnen bereiken.‘
Hoofdstuk 26 De rol van spiritualiteit in een veranderende wereld Bruce Lipton (p. 138):
We leven werkelijk in een enerverende tijd. De opgaven en crises waarvoor de wereld zich gesteld ziet zijn voorboden van een naderende verandering van de beschaving. We staan op de drempel van een ongelooflijke mondiale evolutiesprong.

Ervin Laszlo schrijft tot slot in zijn boek Kwantumshift in het wereldbrein (p. 175): De logische plaats om naar een wetenschappelijke verklaring voor het mysterie van transcommunicatie (ITC) te zoeken, is niet metafysica van zielen en geesten, maar gewoon de fysica van de complexe-veldtheorie.

Karim Benammar boek Overvloed
Paradox: naarmate we rijker worden, genieten we steeds minder van onze rijkdom. We voelen ons schuldig omdat we olievoorraden opmaken, de natuur vernietigen en de Derde Wereld aan haar lot overlaten. Doorgaans trekken we hieruit een verkeerde conclusie: alles van waarde is schaars en we moeten dus zuinig aan doen. Aan de hand van alledaagse voorbeelden - supermarkt, auto, mobiele telefoons, muziek cd's, olie, bossen, discotheken, oorlogen, seks en kunst - laat filosoof Karim Benammar zien dat 'consuminderen' niet de oplossing is. Zuinigheid helpt niet. Wie op de verkeerde weg is, moet niet de pas inhouden maar de koers omgooien. De mogelijkheden daartoe zijn overvloedig. We hebben voldoende tijd, geld en kansen om onze welvaart op een verantwoorde wijze te vergroten.

Stelling: Er treedt een paradigmawisseling van Thomas Kuhn, een revolutie in het wetenschappelijke denken op, wanneer de grens die tussen beide domeinen Geest en Lichaam (psychomaterie) is ontstaan wordt doorbroken.
Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat er maar een natuurlijke tijd bestaat en dat is de eeuwige duur van Henri Bergson, het durée, het eeuwige nu.

De psyche (reflexief bewustzijn, zelfreflectie) werkt als een spiegel (weerspiegeling). Het is deze spiegel, het spiegelneuron, dat zorgt voor de golfbewegingen in de geschiedenis. Welke kant van de medaille, de aardse Tetrade (Standaardmodel, de gemanifesteerde werkelijkheid) of de hemelse Triade (ongemanifesteerde werkelijkheid), laten we overheersen? Alleen wanneer we ons meer met de Triade verbinden komt de beschaving een stapje verder. Meer opties zijn er niet en dat was al bij Pythagoras (De Gulden Verzen van Pythagoras) bekend.

Het ‘of-of’ van de twee kanten van één medaille, de controverse tussen wetenschappers hangt met het probleem van de incommensurabiliteit samen. Incommensurabiliteit heeft betrekking op het reflexief bewustzijn, dus vanuit welk perspectief of perceptie (perception management) naar de éne werkelijkheid wordt gekeken. Het ‘en-en’ ontstaat door de invloed van buiten-wetenschappelijke factoren (psychologische, sociale en esthetische motieven77) echter niet te ontkennen. (Dissertatie Geen gemene maat Hein van Dongen p. 36).

In het boek What the bleep do we (k)now!? van W. Arntz komt de connectiviteitshypothese (nulpuntveld) aan de orde. Ervin Laszlo: 'De natuur schijnt te zijn opgebouwd als een hiërarchie van zich binnen elkaar bevindende niveaus van non-lokaal verbonden coherente systemen'.

Nieuw paradigma
Volgens het vedische paradigma is bewustzijn simpelweg de uiteindelijke werkelijkheid. Bewustzijn wordt gedefinieerd als de essentie van het bestaan. De vedische filosofie definieert bewustzijn als de niet-materiële substantie waarvan alles en iedereen gemaakt is. Dit houdt onder meer in dat bewustzijn primair is en het lichaam-geest systeem secundair! Het is bewustzijn dat ons doet leven, denken, spreken en handelen. Het is bewustzijn waardoor we bewustzijn van onszelf, de wereld en het heelal. Het is bewustzijn waarmee we filosofieën, religies, wetenschappen en kunsten geschapen hebben. Men zou zich af kunnen vragen over wiens bewustzijn ik het eigenlijk heb. Het antwoord op deze vraag luidt: ik heb het over ons bewustzijn! Ons aller gemeenschappelijk bewustzijn. Er is maar één bewustzijn te vinden in het hele heelal, en dat is het bewustzijn waar we allen uit voortgekomen zijn, dat ons doet leven en waarvan we letterlijk de belichaming zijn.
Dit is in één woord het paradigma van het nieuwe millennium. De grote Copernicaanse revolutie van dit millennium zal zijn dat we als mensheid zullen gaan inzien dat de hele materiele schepping de manifestatie is van één enkelvoudig, alomtegenwoordig, universeel substraat, dat we het best kunnen beschrijven als bewustzijn. De uiteindelijke werkelijkheid waarover we als mensheid elkaar in kerken, tempels en moskeeën een paar duizend jaar allerlei verhalen hebben verteld, in de vorm van parabels en poëtische religieuze voorstellingen, blijkt in dit nieuwe en meer verlichte millennium niets anders te zijn dan dat ene, universele, eeuwige en onzichtbare bewustzijn!

Jos de Mul De romantische esthetica van Schelling
De artistieke produktie dient volgens Schelling begrepen te worden vanuit de spanning tussen de voortbrenging. Onder de bewuste voortbrenging verstaat Schelling het aspect van het scheppende werk dat met bewustzijn, overleg en reflectie geschiedt, datgene wat door de traditie wordt aangereikt en kan worden aangeleerd. Schelling gebruikt hier het woord 'Kunst' in engere zin, we zouden tegenwoordig eerder spreken van artistieke techniek. Onder de onbewuste voortbrenging, die Schelling ook aanduidt met de term 'Poesie', verstaat hij het niet-subjectieve moment in artistieke produktie, dat de kunstenaar door een "vrije gunst van de natuur" aangeboren is. Hiermee brengt Schelling een antieke gedachte, die bijvoorbeeld door Plato in de dialoog Ion (534B) wordt verwoord, opnieuw in het spel, de gedachte namelijk dat de kunstenaar bevangen is door een 'mania' of een 'enthousiasmos', die hem als het ware overweldigt. Waar Plato deze manie, waarin de kunstenaar door een god bezeten buiten zinnen raakt en zijn geest verliest, bijzonder negatief beoordeelt, daar is zij volgens Schelling onontbeerlijk om het Absolute in het kunstwerk te kunnen belichamen.

Hans Kokhuis:
A. Wat heb ik? (kijken)
B. Wat heb ik nog nodig? (kijken)
Deze twee simpele vragen, gesteld in deze volgorde brengen de flux op gang en sturen mijn energie om me te verdiepen in de Hoe-vraag (zoeken).

Waarom is dit nu zo moeilijk?
De moeilijkheid om een start te maken met creatief gedrag ligt in het doorbreken van de als normaal geaccepteerde grenzen. De werking van het wetenschappelijke en culturele paradigma is boeiend beschreven door Thomas S. Kuhn in The Structure of Scientific Revolutions. Een paradigma beschrijft hij als een model of patroon dat ons kijken bepaalt: ons vaste aandachtspunt. Het geeft richting aan het denken, bepaalt de kwaliteit en de relatie met de natuurlijke omgeving. Het referentiekader van waaruit gewerkt wordt is bepalend voor de resultaten en een puur rationele benadering geeft een onvolledig beeld. In eerste instantie is dit namelijk destructief gedrag, waar we van terugschrikken. Picasso noemde destructiviteit de essentie van creativiteit: het doorbreken van bestaande ordeningen om zo iets nieuws te creëren.. Creativiteit krijgt geen kans als we grenzen respecteren en verschillen proberen af te schaffen.

De in de bijlage ‘Nu, Verleden en Toekomst’ gerubriceerde publicaties laten zien dat het definiëren van het verschijnsel tijd nog niet zo eenvoudig ligt. Waandenkbeelden blijven bestaan zolang de domeinen Geest en Lichaam, geesteswetenschappen en de natuurwetenschappen los van elkaar blijven functioneren. Het gaat er dus om het contact tussen bèta’s en niet-bèta’s te herstellen. Voor wat betreft ruimte en tijd kan er maar een waarheid zijn, die voor beide domeinen geldt. Het is wenselijk dat de discrepantie die er over de begrippen ruimte en tijd is ontstaan wordt opgeheven.

Hein van Dongen Geen gemene maat\\ Hoofdstuk 1: Incommensurabiliteit bij Kuhn en Feyerabend (p. 34):
Normale wetenschap leidt uit zichzelf niet tot het loslaten van een paradigma. Dit gebeurt slechts in perioden die Kuhn 'scientific revolutions' noemt: perioden waarin een oud paradigma geheel of gedeeltelijk wordt vervangen door een nieuw56. Aanleiding voor dergelijke omwentelingen vormt volgens Kuhn de confrontatie met problemen die binnen het bestaande paradigma niet opgelost (en soms niet eens gesteld) kunnen worden. Deze problemen noemt Kuhn 'anomalieën' (afwijkingen).
36: 1.1.3 De neutrale observatietaal
Het boek van Kuhn heet weliswaar The Structure of Scientific Revolutions, maar de inhoud van zijn boek logenstraft juist het idee dat er in zo'n revolutie zelf één algemene 'structuur' te ontdekken zou zijn. Er zijn regels voor het handelen van wetenschappers in een stabiele periode, maar er zijn geen regels die beslissingen voorschrijven die zich bij een revolutie voordoen. Kuhn zelf staat met name stil bij de intern-wetenschappelijke factoren die tot een paradigmawisseling leiden. Hij wenst de invloed van buiten-wetenschappelijke factoren (psychologische, sociale en esthetische motieven77) echter niet te ontkennen.78 Kuhn stelt dat het probleem van een keuze tussen twee paradigma's in een fase van revolutie 'nooit alleen door logica en experimenten ondubbelzinnig kan worden opgelost'79, omdat de concepten waarmee men redeneert en waarin men experimenten beschrijft veranderen. Uiteindelijk berust elke keuze tussen theorieën volgens Kuhn op een mengvorm van individuele en meer gedeelde criteria, en de onderlinge afweging daarvan zal met name in een tijd van 'revolutie' aan verandering onderhevig zijn.80
49: Feyerabend was destijds als collega van Kuhn in Berkeley nauw betrokken bij de voorbereiding van The Structure of Scientific Revolutions.196 Hij las het manuscript in I960199; in zijn autobiografie vermeldt hij dat hij het boek op een 'nogal ouderwetse manier' bekritiseerde, maar hij vermeldt niet waar die kritiek destijds uit bestond.200 In 1995 publiceert Hoyningen-Huene twee brieven van Feyerabend aan Kuhn, welke diens uitgebreide reactie bevatten op het manuscript van SSR. In deze reactie wordt niet over incommensurabiliteit gesproken. Feyerabends blijkt zeer veel aanmerkingen te hebben en komt tot opmerkelijke uitspraken als: het is 'better [to] live in permanent revolution than in a state of normalcy'.201 De eerste gepubliceerde reactie van Feyerabend op de theorieën van Kuhn is te vinden in het genoemde Knowledge without Foundations van 1961 (SSR is dan nog niet verschenen), waarin hij de indruk wekt dat Kuhn voornamelijk het conservatisme in de wetenschap aan de kaak stelt.202
66: Ondanks deze opmerkingen blijft Feyerabend de term incommensurabiliteit gewoon gebruiken. In de wiskundige betekenis342, maar ook in zeer ruime zin: Schrijvend over de correspondentie van de in alchemie geïnteresseerde fysicus Wolfgang Pauli met de psychiater CG. Jung, schrijft hij: 'Long and detailed descriptions of dreams are used to explote ideas incommensurable with science but eventually to be united with it'.343 En in het opstel 'Art as a product of nature as a work of art' staat de passage: 'Most of the conflicting approaches [to nature], with their widely different methods, myths, models, expectations, dogma's have results. They find facts that conform to their categories (and are therefore incommensurable with the facts that energe from different approaches) and laws that bring order to assemblies of facts of this kind'.344

Søren Kierkegaard gaat uit van de metafysische gedachte dat de mens samengesteld is uit twee aspecten. Als tegenstelling heeft de dualiteit van Kierkegaard het eindige. De dualistische strijdvraag tussen de heilige God en de wilde natuur, die beiden eeuwig zijn is opgelost met de realisatie van het tijdelijke en relatieve waarin de vrije wil tot een keuze kan komen en het eigen lot kan bepalen.

Kerk (Triniteit) Søren Kierkegaard
Religie ----MoraalGoddelijke ----Oneindige, Eeuwige
||||
Amoreel ----PolitiekEindige ----Natuurlijke
 Staat (Trias Politica) 

G.A. Janse: Deze roeping, het aangesproken worden door iets hogers, is de weg om gehoor te geven aan je eigen daimon, je innerlijke stem, je geweten, je zesde zintuig. Door de sprongen van het esthetische, in het ethische en tenslotte in het religieuze zijn gedachten aangaande de roeping van je levenstaak, zozeer gezuiverd, dat inzichten in een wijsheid komen te staan, die alle denken te boven gaan.

Het is interessant om te zien dat Science Without Bounds A Synthesis of Science, Religion and Mysticism van Arthur D'Adamo, net als het boek Bhagavad Gita van Vyasadeva, de boeken van Han Marie Stiekema en het Basisproces van Edgard Jarvis een met het rapport 'E i V' analoog patroon bevatten. Aan de hand van een verscheidenheid aan perspectieven zal het uiteindelijk mogelijk zijn een nieuw paradigma uit te werken dat de éne werkelijkheid, de absolute waarheid beschrijft.

Wat heeft dit met Mondriaan te maken?
„Een belangrijk idee in de theosofie is dat de wereld is opgebouwd uit tegenstellingen, die met elkaar in harmonie en evenwicht moeten worden gebracht.”
Mondriaan, en ook andere kunstenaars die zich door de theosofie lieten beïnvloeden, zagen in kunst een mogelijkheid dergelijke principes van de theosofie te verbeelden. Dit resulteerde in een kunstopvatting die door hem en anderen abstract plasticisme werd genoemd. De kunstenaar moet esthetische balans en ritme bereiken door het gebruik van tegenstellingen zoals de rechte hoek tussen de lijnen, en door alleen maar primaire kleuren te gebruiken. Balans mag in deze opvatting niet worden bereikt door symmetrie en herhaling, maar alleen door proportie en plaatsing van de vlakken.”
Prima theorie. Maar hoe zouden deze rode, gele en blauwe vlakken de verbeelding kunnen zijn van deze theosofische principes?
In dit kader kan ook verwezen worden naar het tijdschrift PRANA Nr. 178 april/mei 2010 over Kleuren Klanken Beelden.

Peter Henk Steenhuis Mondriaan schiep ruimte zonder diepte - Filosofisch kijken
„In de theosofie van Blavatsky gaat het om het doorgronden van het Ene, dat door theosofen het goddelijke principe wordt genoemd, en om de ziel te verenigen met de universele ziel. Dit gebeurt niet door openbaring, maar door inzicht. Het spirituele pad is de weg naar dat inzicht. Door reflectie, zelfkennis en intellectuele discipline kan de ziel ertoe worden gebracht om eeuwige waarheid, goedheid en schoonheid te aanschouwen.”
Wat heeft dit met Mondriaan te maken?
„Een belangrijk idee in de theosofie is dat de wereld is opgebouwd uit tegenstellingen, die met elkaar in harmonie en evenwicht moeten worden gebracht.” „Mondriaan, en ook andere kunstenaars die zich door de theosofie lieten beïnvloeden, zagen in kunst een mogelijkheid dergelijke principes van de theosofie te verbeelden. Dit resulteerde in een kunstopvatting die door hem en anderen abstract plasticisme werd genoemd. De kunstenaar moet esthetische balans en ritme bereiken door het gebruik van tegenstellingen zoals de rechte hoek tussen de lijnen, en door alleen maar primaire kleuren te gebruiken. Balans mag in deze opvatting niet worden bereikt door symmetrie en herhaling, maar alleen door proportie en plaatsing van de vlakken.”

Elisa Hermanides Artistieke creativiteit en het menselijk brein
Antonio Damasio noemt in zijn artikel "Some notes on brain, imaginaton and creativity" een aantal voorwaarden waaraan een succesvol artiest zou moeten voldoen. Allereerst noemt hij motivatie en moed. Zonder ambitie zal immers zelfs iemand met een enorm talent niet ver komen en bovendien moet een kunstenaar met de nodige kritiek en afwijzing kunnen omgaan. Verder is ook een enorme ervaring, maar vooral een grote (praktische) expertise en kennis van het vakgebied vereist. Dit laatste duidt Damasio aan met het moeilijk vertaalbare 'apprenticeship'; een ware kunstenaar moet voldoende zijn onderlegd om te weten hoe hij zijn werk moet opbouwen en manipuleren om een publiek te kunnen aanspreken. Ten derde vindt Damasio het essentieel dat een artiest of kunstenaar een sterk inzicht heeft in zowel zijn eigen gedachtengang als die van anderen.
Welke kenmerken moeten neurale systemen en functies hebben om te komen tot de schepping van een kunstwerk? Volgens Damasio is het vooral belangrijk dat een kunstenaar in staat is om een grote diversiteit van representaties voort te kunnen brengen. Het combineren van verschillende (fragmenten van) beelden, geluiden en ideeën, die voortkomen uit innerlijke of externe prikkels, is noodzakelijk voor de creatie van een nieuw kunststuk. De compositie van zintuiglijke en innerlijke informatie tot een nieuwe entiteit kan alleen plaatsvinden wanneer er behalve ordening ook selectie plaatsvindt van de wirwar van beelden, geluiden en ideeën die zich in ons brein bevindt. Dit kiezen en combineren vindt volgens Damasio plaats in de prefrontale cortex, de voorste kwab van de grote hersenen, die een belangrijke rol vervult bij het plannen van acties, het oplossen van problemen en het onder controle houden van de emoties. Ook Miller en Hou denken dat behalve de parietale kwab en de visuele banen ook de prefrontale cortex een grote rol speelt bij creatieve processen. De dorsolaterale zijde van de prefrontale cortex zou de organisatie en planning regelen van de te verdelen creatieve energie, terwijl andere delen van de frontale cortex zorgdragen voor de discipline die een artiest nodig heeft om vaardigheden te leren. Deze vaardigheden worden dan weer toegepast met behulp van de motorische regio’s van de frontale cortex samen met de meer naar binnen gelegen basale ganglia en de kleine hersenen.

Marcelo Gleiser boek Een scheurtje in de rand van de schepping (p. 14):
De hoeksteen van iedere unificatietheorie is de gedachte dat een diepgaandere beschrijving van de natuur hand in hand gaat met een hoger niveau van wiskundige symmetrie. Deze idee – een nagalm van de lessen van Pythagoras en Plato – gaat impliciet uit van het esthetisch oordeel dat dergelijke ideeën ‘mooier’ zijn.
136: Als de mystieke getallenleer van Pythagoras met dit platonisch idealisme wordt gecombineerd, leidt dat tot een daverende conclusie: wiskundige relaties tussen vormen en getallen verbergen het geheim van de ultieme aard van de werkelijkheid. De verborgen code van de natuur is geschreven in de perfecte vormentaal. Het wachtwoord voor deze wereld is symmetrie.

De vloer: kosmos en microkosmos Het geheel geeft de verhoudingen aan van de gulden snede, in het Latijn sectio divina, goddelijke snede genoemd, het maatgetal van onze westerse esthetische verhoudingen, maar ook van de menselijke anatomische verhoudingen, de harmonie in de natuur en, bij uitbreiding, van de kosmische harmonie. De verhouding die, volgens de oude Griekse filosofen reeds, rechtstreeks voerde tot in de nabijheid van het enigma God.
Figuur links: Hexagram en samenstellende delen. Constructie uit de alchemistische symbolen voor de vier elementen (Biederman 1996: 163-164)
Figuur rechts: Vrijmetselaarsembleem, ca. 1800 met de naam van Jahwe in het midden. Merk de opvallende overeenkomst in betekenis met middelpunt van de vloer in De Franse ambassadeurs (Biederman 1996: 164)

 

De Kosmos, een goddelijk Plan; ‘Evolutie’ en ‘God’, divergentie of convergentie?...
Een belangrijke attractie van het boek vormen de citaten van protagonisten van het nieuwe holistische denken, o.a. David Bohm (bekend van Heelheid en de Impliciete Orde), Ken Wilber (de grote theoreticus van de transpersoonlijke psychologie), Whitehead (die de werkelijkheid ziet als een creatief proces) en Teilhard de Chardin (die Darwins evolutietheorie omvormde tot een creatieve ontwikkeling richting een universeel omega).
6. Zie het hoofdwerk van Whitehead, Process and Reality. Zie o.a. Wat gebeurt er in Gods naam? Een nieuwe kijk op wereld, God en religie vanuit het procesdenken van Alfred North Whitehead van Thomas E. Hosinski; Doet God ertoe? Een interpretatie van Whitehead als bijdrage aan een theologie van Gods handelen van Palmyre M.F. Oomen; Denken over God en wereld onder redactie van Willem B. Drees. Zie ook de artikelen van Ben Crul en Ko Kleisen in GAMMA. Zie het werk van Max Wildiers (o.a. Kosmologie, Theologie op nieuwe wegen, De muziek der sferen, De vijf vreugden van de geest) en Jan Van der Veken (o.a. De dynamiek van de religie, Een kosmos om in te leven, Denken aan al wat is, God en wereld). En zie: H. Berghs (red.), Denk-wijzen 1. Een inleiding in het denken van E. Levinas, L. Wittgenstein, A. Whitehead, J. Habermas.
Jan Van der Veken: "Whitehead zelf noemde zijn visie, uiteengezet in Process and Reality, 'philosophy of organism'. Dat organisch, creatief Geheel is voor hem geen machine, maar een Gebeuren van eenwording, gericht op het tot stand brengen van esthetische harmonie." Jan Van der Veken, Denken aan al wat is. Een hedendaagse fundamentele wijsbegeerte, Van Gorcum, Assen, Universitaire Pers, Leuven, 1994, p. 261.

Het probleem van het ego (twéé kanten van een medaille), de Unificatietheorie omvat al de Theorie van alles, de oplossingsrichting, die in De Geheime Leer van Blavatsky wordt uitgewerkt.

Ernest Wood boek THE SEVEN RAYS (First printed: 1925)
‘Alle universele principes oefenen hun aantrekkingskracht op iedereen uit, maar elk reageert in principe op die van zijn eigen straal. Die wordt dan iemands grootste ideaal in het leven en kan zijn bewustzijn tot het meest levendige leven brengen, waartoe iemand in staat is.’
Deze menselijke basistemperamenten zijn als volgt ingedeeld:
1. het individu van de wil: zoekt vrijheid door het verkrijgen van meesterschap over het zelf en zijn omgeving; de heerser.
2. het individu van de liefde: zoekt eenheid door sympathie; de leraar en de filantroop
3. het individu van de abstracte gedachte: zoekt inzicht door het bestuderen van het leven; de filosoof.
4. het individu van de verbeelding: zoekt naar harmonie op drievoudige wijze; de levenskunstenaar.
5. het individu van het rationele denken: zoekt naar waarheid (5Ddenkraam) in de wereld; de wetenschapper.
6.het individu van devotionele liefde: zoekt God als goedheid in de wereld; de toegewijde.
7. het individu van de concrete wil: geeft God vorm via spirituele ordeningen in de wereld; de ritualist en ceremonialist.
U zult opgemerkt hebben dat de laatste drie stralen in de objectieve wereld weerspiegelingen vormen van de eerste drie, die minder met vorm van doen hebben.
De vierde of middelste straal is de ene waarin de andere balans en harmonie vinden. De aantallen zelf hebben geen betekenis; ze worden alleen gebruikt als hulpmiddel om in te delen, maar houden geen waardeoordeel in.

Ervin Laszlo boek De Akasha-ervaring Wetenschap en het kosmisch geheugenveld (met bijdragen van Jude Currivan, Pim van Lommel, Swami Kriyananda, Alex Gray, Eric Pearl, Stanislav Grof, Edgar Mitchell, Larry Dossey, e.a.)
10: In zijn vermaarde Raja Yoga heeft Swami Vivekananda het oude Akasha-concept als volgt beschreven:
Het hele universum bestaat uit twee hoedanigheden een ervan wordt Akasha genoemd [het tweede is prana, de energie van het leven]. Akasha is het alomtegenwoordige, allesdoordringende bestaan. Al wat vorm heeft, al wat het eindresultaat is van combinatie, is voortgekomen uit dit Akasha.
11: Het verenigd veld is een ruimtevullend medium dat ten grondslag ligt aan alle manifeste dingen en processen van het universum. Het is een complex en fundamenteel medium, dat alle universele velden omvat: elektromagnetisme, zwaartekracht en de sterke en zwakke kernkrachten. Het is bovendien de drager van het nulpuntenenergieveld. Bovendien is het het kosmische element dat informatie registreert, conserveert en overdraagt. In deze laatste hoedanigheid is het verenigd veld het Akasha-veld, het herontdekte oude concept Akasha-kroniek. Een levende connectie met dit veld is daarom hét kenmerk van iedere Akasha-ervaring.
163: De antropologe Marilyn Mandala Schlitz deed drie decennia pionierswerk op het gebied van laboratoriumonderzoek van bewustzijn, cultuur en genezing.
De zoektocht naar een nieuw paradigma (p. 174):
Dit brengt me terug op mijn beginpunt: de zoektocht naar een fundamenteel paradigma of fundamentele kosmologie – een wereldbeeld dat voldoende ruimte biedt om ook de akashische, noëtische dimensies in te sluiten, zonder dat we het zicht verliezen op wat in de objectieve en intersubjectieve domeinen van de levende ervaring reëel en waarachtig is.
196: Dit nieuwe perspectief vormde echter een mozaïek dat uit indrukwekkende maar onsamenhangende steentjes bestond, zoals het antropisch principe van Barrow en Tipler, de filosofische implicaties van de kwantum-relativistische fysica, David Bohms theorie over holomovement , Karl Pribrams holografische model van de hersenen, Rupert Sheldrake’s theorie over morfische en morfogenetische velden, Ilya Prigogine’s theorie over dissipatieve structuren enzovoort.
Laszlo bereikte dit door zijn ‘connectiviteitshypothese’ te formuleren. De voornaamste steunpilaar ervan is het bestaan van wat hij eerder een ‘psi-veld’ (psi-vermogen) noemde maar meer recentelijk omschrijft als het Akasha-veld, een subkwantumveld waarin alles wat ooit is gebeurd permanent op holografische wijze is geïntegreerd.
197: In mijn werk met holotrope bewustzijnstoestanden stuitte ik bijna dagelijks op verschijnselen die niet binnen het theoretische kader van de academische psychiatrie konden worden verklaard en dus een serieuze uitdaging vormden voor de fundamentele metafysische veronderstellingen van de westerse wetenschap.
210: Ieder van ons lijkt een microkosmos die ook toegang heeft tot informatie over de gehele macrokosmos.
De Avatamsaka soetra bedient zich van een poëtisch beeld om de wederzijdse doordringing van alle dingen te illusteren.
211: Gotfried Wilhelm von Leibnitz Monaden – de oerelementen van het universum – komen overeen met de jaïnistische jiva’s, omdat ze stuk voor stuk alle informatie over alle dingen in zich dragen. In de esoterische tradities werd dit uitgedrukt met zegswijzen als ‘Zo boven, zo beneden’ of ‘Zo buiten, zo binnen’.
Bij veel transpersoonlijke belevenissen gaat het om gebeurtenissen uit zowel de micro- als de macrokosmos, bestaansdomeinen die normaal voor de fysieke zintuigen ontoegankelijk zijn, of uit historische perioden die vooraf zijn gegaan aan de oorsprong van het zonnestelsel, de vorming van de aarde, de verschijning van levende organismen, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en het optreden van Homo sapiens.
212: Er blijft echter nog een fascinerende vraag open die ons dwingt tot verder onderzoek. Laszlo’s Akasha-veld is een uitstekend model voor het historische aspect van Carl G. Jungs ‘collectief onbewuste’.

Ervin Laszlo Bezielde Kosmos, nieuwe wetenschappelijke visie op leven en bewustzijn in het universum
Zijn hele boek valt samen te vatten in de zin: ‘De bezieling van de kosmos als een quasi-levend, coherent geheel is een beeld dat stoelt op de jongste ontdekkingen in de natuurwetenschappen, maar het basisconcept zelf is niet nieuw; integendeel, het is zo oud als de menselijke beschaving…’
De gedachte dat alles met alles samenhangt is iets wat de wetenschap nu meer en meer ontdekt. Het is volgens Laszlo echter geen ontdekking, maar een herontdekking. Grote kosmologieën en met name de Hindoeïstische spraken er al duizenden jaren geleden over. Volgens hen wordt de gehele ruimte in het universum gevuld met ruimte oftewel ether. Ondanks deze gedachte die op zich zeer opmerkelijk is noemen we deze ruimte i.p.v. ether nu het kwantumvacuüm of het zgn. nulpuntenenergieveld. Het vacuüm is de bakermat en de eindbestemming van de deeltjes die het universum stofferen. De deeltjes zijn bij de oerknal oorspronkelijk ontstaan uit het vacuüm en blijven daaruit voortkomen. Tot nu toe is het nog niet gelukt deze grote hoeveelheid potentiële energie af te tappen.
Gebleken is wel dat die deeltjes informatie uitwisselen met het vacuüm, dus met het Akasha-veld.

Ervin Laszlo interview Trouw, 11 november 2004 (auteur Cokky van Limpt)
De bewijzen stapelen zich op dat natuur, leven en bewustzijn veel nauwer samenhangen dan wetenschappers ooit voor mogelijk hebben gehouden. Dat wettigt het vermoeden dat er inderdaad zoiets als een coherentiescheppend informatieveld bestaat.
Eigenlijk, zegt Laszlo, is de wetenschap in de afgelopen decennia kennis en inzichten aan het herontdekken, die de mensheid al in de Oudheid bezat. Er is een opmerkelijke convergentie tussen de nieuwste ontdekkingen van de wetenschappen, en de intuïties en inzichten die mystici, zieners en wijsgeren al duizenden jaren geleden hadden omtrent zo’n informatieveld, dat in het Oosten het Akasha-veld werd genoemd.
Speelt in uw denken ook een godsconcept een rol?
Ik geloof niet in een transcendente god, niet in een god die gescheiden is van het universum, maar in een god die het hart zelf is van het bewustzijn van het universum. God is bewustzijn, wij zijn deel van bewustzijn. Alle bewustzijn, ook van planten, dieren, cellen -waar houdt het op?- is deel van het kosmische bewustzijn. De informatie in het universum bestuurt het proces van evolutie. Materie zal vroeg of laat verdwijnen in zwarte gaten, maar informatie zou kunnen blijven bestaan in de ruimte en tijd van het universum. Wat overblijft wanneer het aanvangsplenum maximaal is geëvolueerd tot een alomvattend kosmisch bewustzijn, zou je de zelfgerealiseerde geest van God kunnen noemen.

Stanislav Grof en Anita Bachman Op de Drempel van het Leven: Herbeleving van de geboorte als weg naar geestelijke groei
Binnen het kader van onze interesse en (systematische?) bestudering van de holotrope bewustzijnstoestand ben ik geneigd deze waarschuwing concreet als volgt te interpreteren:
Voordat je het normale, vertrouwde hylotrope bewustzijn verlaat (of pogingen daartoe doet): zorg ervoor dat je in een duidelijk in tijd en ruimte gestructureerde omgeving bent en dat er geen twijfel bestaat over je eigen veiligheid (basic trust). Voordat je vertrekt - door middel van meditatie, ademen of wat dan ook - is het nodig dat je je lichaam in een omgeving brengt waarin je je emotioneel veilig voelt. Als het mogelijk is, vraag dan of iemand anders bij je wil blijven gedurende je 'trip'. (Je moet er natuurlijk wel van op aan kunnen dat die ander in het hylotrope bewustzijn blijft en je niet gaat storen in je ervaring!)

Willem van der Does boek Met de wetenschap van nu – Graaiers, draaiers en spijtoptanten
Dit boek is bedoeld voor iedereen die eens met een andere, psychologische blik naar de actualiteit wil kijken, en die meer wil weten over hoe emoties van invloed zijn op verkiezingsuitslagen. Hoe komt het dat we ons al vijftien jaar opwinden over de graaicultuur terwijl het alleen maar erger wordt?Waarom vinden mensen het zo moeilijk excuses te maken? Waarom ziet het er zo hypocriet uit als ze een keer wel excuses maken? Wat is het effect van negatieve campagnes op uw stemgedrag?Allemaal vragen voor de wetenschap van nu.
Prof.dr. A.J.W. van der Does is klinisch psycholoog, en werkt bij het instituut Psychologie van de Universiteit Leiden en de afdeling Psychiatie van het Leids Universitair Medisch Centrum.
De foute anti-Wildersstrategie (recensie Volkskrant 15 mei 2010):
In de actualiteit vindt Van der Does moeiteloos voorbeelden van klassieke psychologische verschijnselen en mechanismen die laten zien welke rol emoties als hebzucht, conformisme, angst en achterdocht spelen bij politieke en maatschappelijke gebeurtenissen.
Het gaat dan bijvoorbeeld over Wim Kok (‘hypocriet’), bestuursvoorzitter Floris Deckers van Van Lanschot Bankiers (‘een voorbeeld van cognitieve dissonantie’), het kabinet (‘slachtoffer van groepsdenken’) en Wouter Bos, die uit bezorgdheid over zijn imago – één keer ‘draaikont’ is genoeg – een kabinet liet struikelen.

Het non-lokaal bewustzijn is een synoniem voor het universele bewustzijn, het universele denkvermogen. Het universele bewustzijn is in principe een eenheidsbewustzijn (Unio Mystica) dat geen dualiteit kent.

Wim van den Dungen Sepher Yetzirah:
We merken op dat Zijn Wil & Woord (Ain) Zijn Licht tot lichtfontein maken (Kether) die -geordend door Zijn geschapen Naam (Chockmah)- een begrip (Binah) van Zijn Onbegrensde Ruimte van mogelijkheden (Ain Soph) toelaat. De scheppende wijze weet YHVH te begrijpen & ervaart de Schepper van aangezicht tot aangezicht. Dit is de hoogste vorm van 'communicatie' ('sippur') gegeven aan de mens.
De mystieke ervaring ('unio mystica'), waarbij het bewustzijn in Kether opgaat -de zaadloze samadhi der yogi's- laat geen onderscheid meer toe (waardoor er van 'communicatie' niet meer gesproken kan worden). Zoals uit de Enoch-mythe blijkt, verandert de Kether-ervaring de mens zo dat hij een Goddelijk lichtwezen wordt, en transhumaniseert.

Welk ijkpunt (ijktheorie), codering kiezen wij voor ons zelfbeeld, de goddeloze dwaas (goddeloos materialisme) of de rechtvaardige wijze?

W.T.S. Thackara Ken uzelf: De mens die evolueert:
Lucas heeft misschien de dubbelzinnigheid op die manier bewust gebruikt om beide betekenissen tot uitdrukking te brengen, die in de vergelijkbare ‘verborgen’ uitspraak van Jezus in Thomas openlijk worden verkondigd:

Jezus zei, ‘Wanneer zij die u leiden tegen u zeggen, ‘Kijk, het Koninkrijk is in de lucht’, dan zullen de vogels in de lucht u voorgaan. Als ze tegen u zeggen, ‘Het is in de zee’, dan zullen de vissen u voorgaan. Nee, het Koninkrijk is binnenin u, en het is buiten u. Wanneer u uzelf leert kennen, dan zult u ontdekken, en beseffen, dat u zelf een zoon van de levende Vader bent. – Gezegde 3
Een soortgelijke maar duidelijk meer verticale relatie wordt in de Bhagavad Gîtâ tot uitdrukking gebracht, waar Krishna Arjuna adviseert dat
een wijs persoon het zelf door het Zelf zou moeten verheffen; laat hij het Zelf niet verlagen; want het Zelf is de vriend van het zelf, en alleen het zelf is de vijand van het Zelf. Het Zelf is de vriend van de mens die zichzelf heeft overwonnen; . . . door het Zelf met het zelf te aanschouwen, is hij tevreden. – 6:5-6, 20

Om aan te geven waar het bij de bewustzijnsevolutie om draait kan de metafoor worden gebruikt die Gerrit Teule op p. 61 gebruikt. Zijn we om een gesignaleerde crisis op te lossen wel bezig op de juiste plaats naar een oplossing te zoeken? Graag verwijs ik hierbij naar het boek Eindeloos Bewustzijn – Wetenschappelijke visie op bijna-dood ervaringen van Pim van Lommel. In hoofdstuk 15 Er is niets nieuws onder de zon (p. 311): Kenmerkend voor Plato’s filosofie is dat de abstracte wereld van de ideeën meer realiteit bezit dan de materiële wereld van de tastbare dingen. De overeenkomst met non-lokaal bewustzijn in een non-lokale ruimte is opvallend.

De oplossing van het vraagstuk waarmee de bewustzijnsevolutie of de natuurwet van cyclisch, evolutionair scheppen zich bezig houdt is al millennia bekend. De wisselwerking tussen geest en materie is een medaille met twee kanten, waarop zowel het Zelf-eon van Jean Charon, de bewustzijnsevolutie als de evolutietheorie van Darwin van toepassing zijn. De bewustzijnsevolutie, de ziel, de kern van de mens heeft op de absolute ‘Ruimte en Tijd’ (Einsteins kosmische Geest!, singulier punt), de absolute existentie betrekking, daarentegen de evolutietheorie op de relatieve ‘Ruimte en Tijd’, de relatieve existentie. De kwintessens van dit verhaal draait echter om survival of the fittest. Het dilemma van het leven ligt besloten in: Waar kiezen we nu voor? Het brengt de kwintessens, de moraal van dit verhaal tot uitdrukking. In de absolute ‘Ruimte en Tijd’ ontstaat er een potentiaalverschil van nul. De potentiaal op een plaats is een natuurkundige grootheid die op een bepaalde manier samenhangt met de kracht die een deeltje op die plaats ondervindt.

De definitie van het reflexief bewustzijn biedt, net als de Allegorie van de grot van Plato of het Hologram-paradigma (Cultuur holografisch gespiegeld, Het holografische paradigma) een model om de spiegelwerking van de psyche, het bewustwordingsproces te verklaren.

Gelukkig zijn we nu de fase van ontkenning dat er wat aan de hand is met het ecologische systeem gepasseerd. Uitgangspunt is dat de Chaostheorie, met inbegrip van Amor fati (Liefde voor het lot), de ontbrekende schakel is van de Algemene relativiteitstheorie. De chaostheorie beschrijft de verborgen ordening en complementeert de Unified field theory. Het laat zien hoe 'elektriciteit en magnetisme' in de Unified field theory kan worden ingepast. Anderzijds bevordert het een nieuwe bifurcatie, een kwantumshift in het wereldbrein volgens Ervin Laszlo. Praktisch komt het er op neer dat door bewustwording de publieke opinie verandert. Al zal het zeker niet mogelijk worden met behulp van de chaostheorie volledig op het onzichtbare grip te krijgen. Er wordt gebruik gemaakt van het inzicht van Spinoza om de dingen in hun ‘logische afhankelijkheid’ te leren zien.

Alessandro Baricco Dit verhaal (recensie Fred Eijkman):
Dit Verhaal gaat over de levensweg die Ultimo aflegt in deze bizarre wereld. Baricco ontwikkelt een filosofisch-psychologische verhandeling over het mensenleven, over uw en mijn leven. Het is een schokkende ontdekking dat we door het lezen van Dit Verhaal ons eigen levensverhaal op het spoor komen.
GEBROKEN WERKELIJKHEID EN VERBONDENHEID
De diepste dimensie van de werkelijkheid is niet haar chaos aan de oppervlakte, maar verbondenheid.

De eerste vraag uit de catechismus is nog steeds actueel. Het is echter mogelijk deze vraag vanuit een nieuw gezichtspunt te belichten. Er ontstaat een ommekeer, een omslagpunt wanneer wij wijsheid (lees waarheid) boven dwaasheid (het marktdenken om alles als koopwaar te zien) laten prevaleren. Maar wanneer we echt menen te weten de wijsheid in pacht te hebben laten we zien hoe dom we zijn. Maar Spinoza heeft al eerder voor ‘the science of beauty’ een lans gebroken. Er is niets nieuws onder de zon.

Spinoza: Maar vóór alles is het nodig een middel te ontdekken om het verstand gezond te maken en het, voor zover dit aanvankelijk gaat, te zuiveren, opdat het de dingen op gelukkige wijze zonder dwaling en zo goed mogelijk kan begrijpen. Hieruit kan iedereen reeds zien, dat ik alle wetenschappen (de wetenschappen hebben maar één doel, waarop zij alle moeten worden gericht) op een doeleinde wil richten, te weten om, zoals ik reeds zei, de hoogste menselijke volmaaktheid te bereiken.

De wijsheidssleutels 1, 2 en 3 dragen een macro en de sleutels 5, 6 en 7 een micro karakter. De schakel tussen micro en macro, de ziel brengt de reflexieve dynamiek 'zo binnen, zo buiten; zo buiten, zo binnen' tot uitdrukking. Sleutel 1 kan in samenhang worden gezien met sleutel 7, sleutel 2 met 6, en sleutel 3 met 5. De sleutels weerspiegelen (bewustzijn van bewustzijn) zich in elkaar waardoor de macrokosmos en de microkosmos met elkaar worden verbonden. De supersymmetrie in het universum wordt daarmee (1 + 7, 2 + 6 en 3 + 5 = 8) tot uitdrukking gebracht en wordt met behulp van een lemniscaat gesymboliseerd. In het rapport ‘E i V’ wordt de bewustzijnsevolutie aan de hand van zeven eigenschappen beschreven.

Door de begrippen absolute en relatieve tijd te introduceren is het mogelijk de discussie met betrekking tot ruimte en tijd een stapje verder te brengen. De 5e dimensie staat voor het eeuwige nu op het grensvlak van ruimte en tijd, de 4e dimensie van Ouspensky die niet kan worden waargenomen.

Fritjof Capra boek Het levensweb (p. 24): De huidige paradigmaverschuiving in de wetenschap is, in de grond van de zaak, een verschuiving van de natuurkunde naar de levenswetenschappen.

Wederkerigheid
Het principe van wederkerigheid (Shu) kan misschien best worden omschreven als een vorm van wederzijds respect. Het confucianisme ziet mensen minder als aparte individuen, maar eerder als personen die verwikkeld zijn in complex web van relaties. Iedere relatie houdt wederzijdse verstandhouding en handelingen in waarbij elke persoon zijn rol goed moet vervullen. Zo moeten kinderen hun ouders gehoorzaam zijn, maar moeten ook de ouders hun rol goed vervullen door het kind goed op te voeden en met liefde te behandelen. Opdat de relatie tussen ouders en kinderen goed zou functioneren, moeten beide kanten hun respectievelijke rollen dus zo goed mogelijk vervullen. Op een hoger niveau betekent dit principe dat burgers loyaal aan hun land en volk moeten zijn en de wetten moeten naleven, terwijl de overheden van hun kant de burger veiligheid, economische stabiliteit en rechtvaardigheid moeten garanderen. Volgens het confucianisme heeft een rechtvaardig persoon het recht om te rebelleren tegen onrechtvaardige heersers, omdat die op dat moment hun plichten niet nakomen en dus de onderlinge relatie niet wederkerig is.

N. Beintema De kracht schuilt in de wederkerigheid - Hoe genomics en maatschappij elkaar versterken (p. 33):
Vandaag staat de gedachtewisseling in het context van ‘wederkerigheid’ tussen wetenschap en samenleving en dat is, om met Hegel en Marx te spreken, terecht: via These (het primaat van de wetenschap) en Anti-these (het primaat van de samenleving) komen we tot Synthese (wederkerigheid of co-evolutie van wetenschap en samenleving).”

Het uitgangspunt van het 5D-concept is dat elke medaille twee kanten heeft, die niet los van elkaar staan maar innig met elkaar zijn verbonden, elkaar completeren. Zo bestaat er subjectieve kennis en objectieve kennis, geesteswetenschappen en natuurwetenschappen, 'Geestkunde en Natuurkunde', Intelligent Design en Evolutietheorie, Kerk en Staat, metafysica en fysica, cultuur en natuur, nurture en nature, psychosociale en biologische processen, elitecultuur en massacultuur (sentiment van de massa), geest en lichaam, hart en ziel, gevoel en begrip, actie en reactie, orde en chaos, schepping en vernietiging, hemel en aarde, Apollo en Dionysus, binnenwereld en buitenwereld, innerlijke universum en universum, microkosmos en macrokosmos, verstrooiingsindustrie en oorlogsindustrie, eigenlijkheid en oneigenlijkheid (Heidegger), verleden en toekomst, zaaien en oogsten.
Elke levenscyclus toont één opgaande en één neergaande lijn. Het leven bestaat uit allebei. Alle dingen op aarde maken de ontwikkelingstrappen geboorte, rijpheid, ouderdom en dood, een levenscyclus door. In de natuur komt het door de vier seizoenen Lente, Zomer, Herfst en Winter tot uitdrukking.

Een ommekeer in het denken is nodig. Als we de zaken werkelijk willen veranderen dienen we aan het geestelijke kapitaal meer aandacht te besteden. In het 5D-concept zijn metafysica, het bovennatuurlijke en fysica, net als Idealisme en Materialisme de twee complementaire kanten van één medaille. Voor eenwording moeten we ons weer met de kern, de geest verbinden. Dus met de oerbron En-Soph waar alles uit voortkomt.

De ommekeer brengt de zin van het leven tot uitdrukking. De verticale as (Axis_mundi, de Staf van Hermes, de staf van Mercurius, Sutratman, De Caduceus, Esculaap, de kosmische Lichtzuil, de verborgen 5e Dimensie) illustreert de route die we op deze weg kunnen volgen.

Eloise Hart Krishna: kind-held, goddelijk leraar
In hindoegeschriften wordt grote waarde gehecht aan deze wederkerigheid van het omhoogreiken van de mens en het omlaagreiken van de goden. Ze beschrijven hoe de goden er vreugde in vinden het geopenbaarde leven te scheppen, te onderhouden en er deel aan te hebben en dat hun deelname vreugde betekent voor allen die meedoen met het ‘spel’.

Het draait primair om hoe kunnen we de kwaliteit van de besluiten verbeteren. Er dient wel degelijk met de keerzijde van de evolutietheorie rekening te worden gehouden dat er van doelgerichtheid in de natuur sprake is. Het gaat er dus om, net zoals eerder Jared Diamond heeft betoogd, een manier te vinden om mensenmassa’s in bedwang te houden. Volgens Jared Diamond zijn daarvoor de religies uitgevonden.

Jared Diamond, Wees zuinig op de polder (Volkskrant 12 juni 2004):
Er zijn twee scenario’s voor de komde vijftig jaar: een prachtig scenario dat we kiezen of een minder prettig (doemscenario) dat we niet kiezen. Of de Haïti’s, Rwanda’s, Iraks en Afghanistans vermeerderen zich, we kappen de laatste bossen, pompen de laatste olie op en gaan ten onder in oorlog en terrorisme, of we erkennen de problemen en doen er wat aan. De Eerste Wereld moet zijn ecologische impact matigen. Dat kan op twee manieren: minder bevolkingsgroei, en dat lukt al aardig. En minder consumptie. Er is vis en hout genoeg, als we het beter managen. Onmogelijk? Misschien. Maar doorgaan is geen optie. Daarom zeg ik: de toekomst wordt bepaald door de keuzes die we maken.
De balanceerdraad zien als een verbinding een brug, naar een betere toekomst op korte en langere termijn. Er is innerlijke moed voor nodig om over de draad te lopen. Het gevoel zegt dat we ons evenwicht kunnen verliezen, dat we kunnen vallen en ons gezicht kunnen verliezen. We worden angstig. De gedachte dat we kunnen vallen krijgt de overhand, gaat overheersen. De hindernis vermijden is kiezen voor de gemakkelijkste weg, niets doen. Alleen door onze denkgewoonten door ons voelen te laten beïnvloeden kunnen we een hoopvollere toekomst creëren, we hebben het zelf in handen. Door te ontspannen en rustig na te denken over wat ons aan de overkant wacht is het wel mogelijk de hindernis van de balanceerdraad te nemen. Voor het nemen van een innerlijke hindernis moeten we vaak eerst door een muur breken. Het spontane, argeloze kind in ons wakker schudden.

SisyPhus De MultiVersele Creatie door Negentropie in correlatie met de vier niveau's van de Ka-Ba-Lah.
De MetaTRON-paradox met het lineaire BUITEN naar BINNEN "programmering & uitvoering" in "contrast" met de non-lineairiteit van het "Ongemanifesteerde" Reflektieve BINNEN naar BUITEN.

Harry Palmer heeft ook een op de innerlijke en uiterlijke werkelijkheid gebaseerde 'techniek' Avatar ontwikkelt. Wat buiten de geest valt wordt als objectieve werkelijkheid gezien en wat binnen de geest wordt ervaren, wordt als subjectieve werkelijkheid gezien.

Elke medaille heeft twee complementaire kanten, die door de spiegelsymmetrie, het projectiemechanisme tot uitdrukking wordt gebracht. De eenheid der tegendelen is het basisingrediënt in het rapport ‘E i V’. De eenheid der tegendelen brengt echter ook een tegenstelling tussen twee polen, de keerzijde tot uitdrukking.

Emma Bruggeling Verschillen in prestatie en hemisferische connectiviteit tussen mannen en vrouwen bij de mentale rotatie (connectiviteit)
Conclusies: De resultaten zijn in overeenstemming met een magnocellulaire deficiëntie bij dyslexie. Dit blijkt uit zowel de ERP studies die wijzen op een tekort in de vroege oriëntatie als ook uit de studie naar de interhemisferische connectiviteit, die wijst op een geringe coherentie, met name in de parietale schors.

Wederkerig altruïsme, het verschijnsel waarbij men elkaar wederzijds helpt of een gunst verleent, is een veelvuldig onderzocht onderwerp binnen de evolutionaire psychologie. De reciprociteit van "voor wat hoort wat" is "heb uw naaste lief". Rita Smaniotto: Op basis van experimenten, simulatie-onderzoek en een heranalyse van een aantal antropologische studies naar het delen van voedsel in jagers-en verzamelaarsvolkeren concludeert Rita Smaniotto in haar proefschrift dat het "voor wat hoort wat" mechanisme niet zo wijdverspreid is als doorgaans wordt aangenomen. Volgens haar is er in veel gevallen sprake van een alternatief mechanisme, het "heb uw naaste lief" mechanisme. Dit mechanisme is vooral gericht op het welzijn van personen in iemands directe omgeving.

Om de snaartheorie (M-theorie) te beschrijven maakt Edward Witten van zowel spiegelsymmetrie als van supersymmetrie gebruik. Om de unificatietheorie te belichten past het rapport ‘E i V’ ook beide principes toe, maar belicht spiegelsymmetrie en supersymmetrie (complementariteit) vanuit een ander gezichtspunt. Dit gezichtspunt is gebaseerd op het Standaardmodel, de C-, P- en T-symmetry. De T-symmetry wordt door de eeuwige duur, het eeuwige nu, de absolute tijd tot uitdrukking gebracht.
De M van de M-theorie staat voor Magic, Mystery of Matrix. Het rapport ‘E i V’ heeft het liever over White Magic, Occultisme, het contrast van Black Magic. Om de spiegelsymmetrie en de supersymmetrie in het universum te symboliseren maakt het rapport ‘E i V’ gebruik van een pedagogisch denkmodel, het zogenaamde Kompaskwadrant. Het Kompaskwadrant is net als de M-theorie van Edward Witten een multidimensionaal verklaringsmodel. De 10 Dimensies van het kompaskwadrant worden mede aan de hand van het Boek van de getallen verklaard. De tweede grondstelling brengt de integratie van polariteiten tot uitdrukking.

Door de werkelijkheid verkeert te interpreteren kom je niet tot goede oplossingen. Omdat de snaartheorie slechts de materiële kant behandelt mag niet worden verwacht dat deze theorie over de éne werkelijkheid uitsluitsel geeft. Door alleen beide complementaire kanten, 'Ruimte en Duur', 'Fysica en Metafysica', van de werkelijkheid te belichten komt de unificatietheorie, de relatie tussen de microkosmos en macrokosmos, tussen Natuur en God een stapje verder.

De crux van het rapport ‘E i V’ zit in de relatie tussen essentie (wezen) en existentie (bestaan), tussen het zondebokmechanisme, de Wet van analogie en het marktmechanisme of met andere woorden tussen heer en slaaf (politicals en professionals) respectievelijk tussen verkoper en koper. De waarheid over het zondebokmechanisme leert ons om te kijken vanuit het standpunt van de vervolgden in plaats van dat van de vervolgers.

“De eerste en de beste zijn en winst maken"
Van ongeduldig apparaat tot duurzaam mechanisme
Het moderne bedrijfsleven zit gebonden aan een aantal verlammende verplichtingen. De eerste op de markt zijn met innovaties, en dat winstgevend doen onder niet aflatende druk van goedkope concurrenten. Minder voor de hand liggend is de verplichting perfect te zijn – veel managers lijken nog steeds te denken dat dit betekent dat je onkwetsbaar moet zijn, dat bijvoorbeeld het toegeven van fouten of het zoeken van hulp tekenen zijn van zwakte. En dat het vragen om feedback een quasi-garantie is van een negatief oordeel.
Wie zegt dat? Steeds meer bewijs dat door Krauthammer verzameld is toont aan dat de wil om het onmogelijke te bereiken - met als resultaat dat veel bedrijven lijken te functioneren als ongeduldige apparaten - potentieel schadelijk is voor de gezondheid van organisaties. Ons onderzoek toont consistent tekortkomingen aan in gebieden als de betrouwbaarheid van de organisatie, de prestaties van CEO’s, en het dagelijkse gedrag van managers.

Het rapport 'E i V' tracht door een tipje van de sluier, van de éne, onveranderlijke werkelijkheid, op te lichten aan het creëren van een duurzame samenleving en zonniger toekomst bij te dragen. De scheppingskracht zit in onszelf. Er geldt nog steeds verbeter de wereld begin bij jezelf. Door je met de juiste dingen bezig te houden, die goed bij je kwaliteiten aansluiten is het wel degelijk mogelijk het lot enigszins in eigen hand te nemen.

Het mysterie van het leven kan in een verhaal, in mysterietaal tot uitdrukking worden gebracht, maar niet in een laboratorium worden gemeten.

Volledige synthese (Bevrijding) drukt volmaaktheid uit. Het Christendom spreekt over de wijsheid voor de volmaakten, het Boeddhisme heeft het over volmaakte geestelijke gezondheid, het Taoïsme over spirituele volmaaktheid en de Islam spreekt over de volmaakte mens. De onvolmaaktheid van de mens op aarde staat in contrast (Nous) met de volmaaktheid van God in de hemel. We kunnen ook zeggen de schijntegenstellingen op aarde staan tegenover de harmonie in de hemel of de imperfecte mens staat tegenover de perfectie in de natuur.
Het brengt de éne eeuwige en absolute waarheid tot uitdrukking. De aardse ziel staat tegenover de hemelse geest, het innerlijke bewustzijn tegenover het non-lokale, universele bewustzijn, het Akasha-veld.

De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 2 De mysterietaal en haar sleutels (p. 355):
De ZEVEN SLEUTELS openen de mysteries uit het verleden en de toekomst van de zeven grote Wortelrassen en ook van de zeven kalpa’s. Hoewel de wetenschap het ontstaan van de mens en zelfs de esoterische geologie beslist zal verwerpen, evengoed als de satanische en vóór-Adamse rassen, moeten de geleerden, als ze geen andere uitweg zien uit hun moeilijkheden, toch tussen die twee kiezen, en we zijn er zeker van dat ondanks de Schrift, de archaïsche leer zal worden aanvaard zodra de mysterietaal bij benadering wordt beheerst.

Communicatiecyclus (Akasha-veld, ‘In-formatie en Communicatie', Luisteren en Spreken)

Het rapport 'E i V' beoogt, net als de bewustzijnsfilosofie, aan het gezichtspunt van Ervin Laszlo een steentje bij te dragen. Dit aanvullende inzicht is niet alleen door E-learning tot stand gekomen, maar berust ook op het dualisme, tegenstellingen en de binaire code van machinetalen. Voor het delen van kennis is internet een uniek medium. In tegenstelling tot computers werken onze hersenen niet op basis van de digitale, binaire code maar op een analoge manier.

N. Beintema De kracht schuilt in de wederkerigheid - Hoe genomics en maatschappij elkaar versterken (p. 33):
Vandaag staat de gedachtewisseling in het context van ‘wederkerigheid’ tussen wetenschap en samenleving en dat is, om met Hegel en Marx te spreken, terecht: via These (het primaat van de wetenschap) en Anti-these (het primaat van de samenleving) komen we tot Synthese (wederkerigheid of co-evolutie van wetenschap en samenleving).”
In zijn afsluitende reflectie op de middag verwoordde Hub Zwart treffend hóe passend het decor van de middag eigenlijk was. Het is interessant, zo zei hij, in een Tempel der Verlichting te discussiëren over wederkerigheid tussen genomics en maatschappij. In de Verlichting overheerste het idee dat wetenschap, kennis en ratio aan de basis staan van maatschappelijk welzijn. Uit de wetenschap zou bovendien volgen wat goed en kwaad was. Wetenschap, en wetenschap alleen, zou de maatschappij vooruit helpen. Hoe het was gesteld met het omgekeerde, daarover dacht men niet na.

Opvoeding en omgeving kunnen net als eigenschappen erfelijk zijn (Frank Grosveld en Jos de Mul Volkskrant 3 april 2010):
In de loop van de tijd ging de slinger in dit Nature-nurture-debat regelmatig heen en weer tussen die beide polen. Zo werd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw alle nadruk gelegd op opvoeding en omgeving. Een criminoloog als Buikhuisen, die toen onderzoek wilde doen naar biologische factoren van crimineel gedrag, werd slachtoffer van een ware hetze. Mede door de grote vlucht die het genetisch onderzoek heeft genomen, is de slinger weer teruggegaan richting natuurlijke aanleg. Men hoopt voor iedere individuele eigenaardigheid een genetische aanleg te vinden.
De lamarckiaanse wending in de moleculaire biologie naar de epigenetisch gedreven overerving is tegen deze achtergrond bijzonder relevant. Wat het onderzoek immers laat zien is dat natuur en opvoeding zeer nauw zijn verstrengeld. Niet in de zin dat ontwikkeling ‘van allebei een beetje’ is, maar omdat de effecten van opvoeding en omgeving zelf overerfbaar kunnen zijn.

Er bestaat een analogie tussen levende organismen, zoals de mens en levenloze computers. Het is de mens die met behulp van zijn brein, de beide hersenhelften, 'Lichaam en Geest', 'Macrokosmos en Microkosmos', 'God en Zoon', 'Hemel en Aarde' met elkaar verbindt. Het gaat om het herkennen van de eenheid van alle leven.

Geestkunde en Natuurkunde vormen de twee zijden van dezelfde medaille, de natuurlijke eenheid. Deze eenheid ontstaat wanneer we in symbiose met de natuur gaan leven. Het is het principe van de wederkerigheid (2e grondstelling) die beide met elkaar verbindt.

Biologische en kunstmatige neurale netwerken
Biologische neurale netwerken zijn opgebouwd uit werkelijk bestaande zenuwcellen die in het zenuwstelsel en hersenen met elkaar zijn verbonden door middel van synapsen. In de neurowetenschap kunnen deze netwerken corresponderen met kleine groepjes neuronen met een specifieke functie, of grotere gebieden in de hersenen met een meer algemene functie. Kunstmatige neurale netwerken zijn opgebouwd uit kunstmatige eenheden of 'neuronen' die door middel van een computerprogramma de eigenschappen van echte biologische neuronen nabootsen. Kunstmatige neurale netwerken kunnen voor twee doeleinden worden toegepast: om meer inzicht te krijgen in biologische neurale netwerken, of om problemen op het terrein van kunstmatige intelligentie op te lossen. In het tweede geval is het dus niet per se de bedoeling een echt biologisch systeem te beschrijven.

De futuroloog Ray Kurzweil verwacht met computertechnologie de mensheid te kunnen redden. Plato brengt echter al met de dodecaëder, de kwintessens, de zin van het leven, de levenskunst (Friedrich Nietzsche) tot uitdrukking.

Aristoteles, leerling van Plato heeft beschreven dat het er in het leven om gaat het juiste midden te vinden tussen twee extremen. Het menselijk verstand begrijpt de dingen slechts door contrast. In alles ligt het tegendeel besloten. Kortom, het dualisme is een kunstmatig door het denken aangebrachte scheiding, die in feite niet bestaat. De ‘Gulden middenweg’, is een bewustwordingsproces, dat er van uitgaat dat de waarheid in het midden ligt.
Mede door toedoen van Aristotes kwam het accent op de waarneembare buitenwereld te liggen.
Blavatsky stelt dat de alfa en omega van de mystieke gedachte –na Pythagoras door toedoen van Aristoteles veel minder betekenis kreeg.

Douglas Hofstadter boek Gödel, Escher, Bach:
In Gödel, Escher, Bach onderzoekt Hofstadter de mogelijkheid van kunstmatige intelligentie. Het ambitieuze populair-wetenschappelijke boek gold van meet af aan als een klassieker en werd in 1980 bekroond met de Pulitzer-prijs.

Anselmus van Canterbury was de eerste die een logisch bewijs van het bestaan van God formuleerde. Dit zogeheten ontologisch godsbewijs laat zich als volgt samenvatten:

  • God is, per definitie, het volmaaktste wezen dat denkbaar is. In Proslogion, hoofdstukken 2-4, wordt dit in 2 varianten verwoord: God is 'iets, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden' (aliquid quo nihil maius cogitari posit/potest/non valet) en God is 'datgene, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden' (id quo maius cogitari nequit/non potest).
  • Het is beter te bestaan dan niet te bestaan, dus iets wat niet bestaat kan nooit volmaakt zijn.
  • Een niet bestaande God is minder volmaakt dan een bestaande.
  • Dus moet God bestaan.

Dit bewijs werd in de twintigste eeuw geformaliseerd met behulp van de modale logica door Kurt Gödel.

In naam van de vrijheid wordt in Amerika de democratie afgebroken (Herman Lelieveldt Volkskrant 14 juni 2008). Is Warren Harding de slechtste president ooit of heeft George W. Bush, met zijn ééndimensionale denken het stokje overgenomen?

Gerrit Teule start in zijn boek Wat Darwin niet kon weten zijn gezichtspunt vanuit de hardware. Het rapport ‘E i V’ vertrekt daarentegen ook vanuit de 'mentale software' (Geert Hofstede), het 5D-concept, namelijk de doelmatige ordening van de informatievoorziening. De verborgen natuurlijke ordening van de chaostheorie staat tegenover de kunstmatige ordening in de informatiesystemen.
Het boek Wat Darwin niet kon weten van Gerrit Teule biedt een uitstekend houvast om zowel de ‘binaire code' van machinetalen als het verschijnsel recursie toe te lichten. Gerrit Teule schrijft (p. 47): Je kunt een computer begrijpen op meer niveaus dan je op één hand kunt tellen.

Bij een computer gaat het om kunstmatige selectie, bij een mens om natuurlijke selectie. Of met andere woorden kunstmatige selectie doen mensen bewust, de bevruchting, de natuurlijke selectie van eicel en zaadcel vindt daarentegen onbewust plaats. Al is het wel zo dat door kunstmatige inseminatie de mensheid het stokje van de kunstmatige selectie overneemt en vrij recent bij IVF zelfs van de natuurlijke selectie.

Een computer kan wel het denken, maar niet het voelen simuleren. Aan de hand van de op het beeldscherm getoonde beelden, de grafische vormgeving kunnen wel emoties worden opgeroepen. Omgekeerd is het mogelijk met behulp van scanners beelden binair vast te leggen.

Een personal computer (hardware) bestaat uit software (met centraal bestanden, database) en de onderdelen invoer- en uitvoerapparaat.

In het rapport ‘E i V’ wordt een grote verscheidenheid aan aggregatieniveaus, bewustzijnstoestanden uitgewerkt. Een computer kan wel het denken, maar niet het voelen, de menselijke emoties (begeerte) simuleren.

Omdat de geheugencellen van computers twee waarden kunnen aannemen, is er sprake van binaire voorstelling van de opgeslagen informatie. Een computer telt volgens het binaire stelsel.
Binair getalstelsel van Gottfried Wilhelm Leibniz.

Een data matrix is een tweedimensionale streepjescode bestaande uit witte en zwarte vierhoeken in een vierkant of rechthoekig patroon. Een data matrix vertoont een opvallende gelijkenis met een Hof van Eden-patroon.

De Booleaanse logica vormt de basis van de moderne digitale computerlogica. Booleaanse algebra bestudeert algebraïsche structuren met de logische operatoren AND (en), OR (of) en NOT (niet). Deze operatoren zijn direct gerelateerd aan de begrippen doorsnede, vereniging en complement uit de verzamelingenleer.

De instructies en mutaties die in een computer plaatsvinden simuleren besluitvormingsprocessen in de buitenwereld. Het zijn de interacties van de gebruiker met de computer die maken dat de computer een actieve metafoor is voor kunstmatige intelligentie. Een computer kan uitstekend simuleren, maar niet innoveren. Het is het trekkermechanisme, de "nieuwe hersenpaden" die daarvoor zorgen. De kunstige matige intelligentie van een computer is een schaduw van de intelligentie van een mens. Een computer is verre van superieur aan wat een mens kan presteren. Bij een computer gaat het om kunstmatige selectie, bij een mens om natuurlijke selectie. Of met andere woorden kunstmatige selectie doen mensen bewust, de natuurlijke selectie vindt daarentegen onbewust plaats.

René Meijer boek De Ether Bestaat! (p. 79):
79: Het is als met de computer: uploaden en downloaden (of uitzenden en tv-kijken) of ook als een soort van stofwisseling zoals het is met in- en uitademen of met eten en drinken en weer naar de wc gaan. En emotioneel werkt het gebod der wederkerigheid (reciprociteit) net zo: je moet zowel luisteren naar muziek als zelf gaan zingen of een instrument beheersen, je moet zowel waardering hebben voor de artistieke prestaties van een ander als zelf gaan dansen of componeren of schilderen. Slaag je er niet in met deze tweede dimensie evenwicht te houden, dan ontstaan er problemen die de vorm aannemen van een conflict tussen gevoel en verstand.

De symmetrie die in de matrices (‘Persoonlijk en Onpersoonlijk’, etc. zie filognostische definities) van René Meijer naar voren komt, brengt het rapport ‘E i V’ met behulp van kwadranten (kernkwadranten), een tekentechniek tot uitdrukking. De supersymmetrie in het universum blijft echter verborgen.

De geniale filosofische visie van Jeroen Buve, namelijk het balansmechanisme van de metafysica maakt het mogelijk het machtsevenwicht in de wereld te herstellen. Cliënten die hulp vragen mag je niet aan hun lot overlaten, maar ze evenmin de wet voorschrijven. Het is uiteindelijk de persoon zelf die bepaalt of en zo ja, hoe en in welke mate van de adviezen gebruik zal worden gemaakt. Mensen moeten weer gaan geloven in hun eigen kracht. We moeten anderen respecteren, zodat ze hun zelfrespect kunnen herwinnen. Hulpverleners moeten mensen helpen om zichzelf te helpen. Dat is een simpele formule maar een uitermate ingewikkelde opdracht. Professionals die die kunst verstaan moeten worden gekoesterd. Het leven is een permanente balanceeract.

Zie ook

Boeken:

Externe Links

<< vorige pagina

Categorie: Basispagina's | Nederlands | Definities | Auteurs: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 10 jan. 2008 keer bekeken.